.ja———»-**——»»
De aanwinsten waren nog belangrijk
noch omvangrijk.
De nieuwe conservator der Steenenka
mer. de heer P. J v. d Peen jr,
brengt in zijn verslag hulde aan mej M.
G A de Man, die tijdelijk conservatrice
dezer af dee ling was. Dank zij de zorg
vuldige aanteekeningen van haar en van
wijlen dr. T. C. de Man, is de herkomst
van de meeste voorwerpen der afdeeling
nauwkeurig bekend Dat een jonge
kracht ter zijner tijd de verzameling
opnieuw zal rangschikken en beschrij
ven is in de eerste plaats haar wensch.
Na een uitvoerige lieschouwing hoe goed
de Steenen kamer, welke alle voorwer
pen omvat, die in het water of in. den
grond worden aangetroffen, past naast
en lusschen de andere afdeelingen van
de verzameling, noemt de conservator de
talrijke aanwinsten van deze afdeeling.
11e conservatrice der Zeeuwsche Klec-
derdrachten. mej A. M. de Man. doet o.a.
mcdedeoling van een schrijven vay den
heer M NV 15. van Vollenhoven te Ma
drid. lid van het Genootschap, die 01* op
wijst, dat de knoopen. die in vele Spaan-
sche provincies als versiering der boe-
renkleeding worden aangetroffen groote
overeenkomst hebben met de Zeeuwsche
knoopen. wat ook blijkt uit enkele toege
zonden knoopen en foto's De vraag rijst
of de Spanjaarden «leze knoopen naar
Zeeland brachten of wel zij zo van hier
uit naar hel Zuiden medenamen.
Eigenaardig is het zeker, dat men ook op
een ander «loei der Zeeuwsche kleeder
drachten in den vreemde opvallende ge
lijkenis daarmede aantreft Zoo zag de
conservatrice een foto van een boerin
u»l Limoges, een muts dragende, zoo
goed als gelijk aan die welke de hoof
den der Schouwsche en Thoolsche
boerinnen bedekken en zij vraagt of ook
hier eenig verband bestaal. Verder noem!
mej. de Man de aanwinsten der afdeeling
en deelt mede, dal de klecderen der
kostuumpoppen, vernieuwd werden naar
gelang dit noodig bleek. Niet zorg werd
tevens getracht hun verder behoud te
verzekeren.
Volgens de conservatrice van hot
munt- en penningkabinet, mej. Af. G de
Man, is het afgeloopen jaar voor die ver
zameling van weinig belang geweest.
Het ook opgenomen verslag van do
Commissie voor Zeeuwsche Folklore,
geef} voornamelijk het resultaat cener
enquete inzake het dragen van Zeeuwsch
Costuum door schoolkinderen op Wal
cheren en Zuid-Beveland welk resultaat
reeds eerder werd, gepubliceerd
Xa de vermelding van deze onder
verslagen gaal de heer inr .Meerkamp
van Krabden als volgt voort
Zoo zijn Wij dan gekomen aan hel eind
eener 5-jarige periode. Heel wat wen-
schen zijn onvervuld gebleven, maar het
bestuur kan toch gelukkig sir aks bij het
overdragen van zijn taak aan de opvol
gers zeggen als in liet spelletje met het
brandemte slokje, waarvan Duaurier ver
telt ..Le petit bonhomme vit encore".
Het is wellicht niet 'te onbescheiden op
dit «ogenblik een kort woord te wijden
aan <le toekomst. De voorzitter heeft in
eene der bijeenkomsten van dil Genoot
schap eens opgemerkt, dat eerst dc we
tenschap liet leven mogelijk maakt Hel
omgekeerde van dit treffende woord is
stellig ook waar het leven is onontwik
kelde wetenschap of wetenschap in aan
leg.
Maar dc ontwikkeling voltrekt zich
niet altijd harmonisch en onze tijd le
vert daarvan voorbeelden te over. Ver
ontrustende verschijnselen in de samen
leving zooals de mislukking van Duitsch-
land's loetreden tot den Volkenbond, <lo
tijdelijke stuurloosheid van ons staats
bestel. de bekende wrijvingen op gees
telijk gebied, mogen en moeten sympto-
misch worden opgevat; het oude denken
beheerscht en begrijpt niet meer de
nieuwe toestanden De leiders der groe
pen denken te veel in onwerkelijke ab
stracties: zij streven volgens ouderwet-
sclien trant naar liet integreeren, het ab
soluut maken, het aan anderen opleggen
van subjectieve opvattingen. Maar de
gevolgen dezer denkfout, de verkapte en
openlijke oorlogen werken door verspil
ling van energie en hersenschors dermate
vernietigend, dat de menschheid uil
drang tot zelfbehoud^ in bitteren nood.
gebracht wor«lt tol verandering van hare
denkwijze. Ilel relativistische denksys
teem. «lat do absolute onderlinge afhan
kelijkheid der verscheidenheden leert,
ligt reeds een eeuw kant en klaar, maar
omstreeks 1800 waren de afzonderlijke
wetenschappen nog niet ver genoeg ge
vorderd om daarvan gebruik te kunnen
maken- Het was het omgekeerde van
den toestand, dien wij tegenwoordig be
leven. De natuurphilosophie werd tijde
lijk op zij gezet, het proefondervindelijke
onderzoek vierde hoogtij en de feiten
kennis groeide fabelachtig. Thans wordt
na en tengevolge van de triomphen en
rampen der 19e eeuw de noodzakelijkheid
van relativistisch begrip meer en meer
ingezien Merkwaardig genoeg kwam de
groote phvsicus en mathematicus, wiens
naam reeds tijdens zijn leven legenda
risch zal worden en een symbool is van
de rotsvaste éénheid der interdependente
verschijnselen. Jtot zijn wereldschokkende
ontdekkingen langs den zoo lang versma
den en smaden weg der deductie Zal
dil nieuwe denken dc verworven cultuur
goederen der wereld redden, dan moei
hef eerst de wereld zelve doordringen.
In Italië wordt hel tegenwoordig in de
formol eer ing van Hegel-Groce on de
lycea onderwezen aan toekomstige Uni-
versiteitsbezoeker.s, wien reeds in de la
gere school een basis van redelijk den
ken is bijgebracht door onderrich/t in
de leer van het Christendom, culmüiee-
rend in het begrip der Drie-eenheid.
Dat bij ons te lande de «aanhangers
der formuieering HegelBolland nog
steeas worden gehekeld, is niet erg,
mits slechts de verschillende weten
schappelijke stroomingen zich tijdig van
haar samenhang bewust worden. Prof.
Huizing» heeft in den laatsten tijd her
haaldelijk een denkbeeld naar voren ge
bracht, dat eerst door Comte in Frank
rijk, daarna tfoor Lamprecht in
Duilschlaud is gepropageerd. Het is het
denkbeeld, dat er een iniellectueele al-
gemeene stemming of diapason vaniede-
ren liju, althans van ieder cultuurtijd
perk bestaat, waaraau niemand zich ont
trekt. lloe ook hel diapason zij van
den lijd, dien wij hebbeu doorleefd, het
thans aanbrekend tijdperk zal wel staan
in het algemcene leeken van het relati
visme Is dil diepere besef van de wer
kelijkheid eenmaal algemeen aanwezig,
dan zal de geweldige hoeveelheid intei-
leclueele krachten zich kunnen coör-
dineeren Eerst dan kan lot het alge
meen bewustzyn komen, dat grenzen niet
alleen scheiden, maar tegelijkertijd ver
binden. Dan zal men Inzien, dat kapi
talisme en socialisme elkander eerder
in- dan uitsluiten; dat alle eindigheden
processen zijn en vier afmetingen heb
ben, omdat zij niet alleen hare eigen
lengte, hoogte en breedte, maar ook
haar eigen tijd bezitten, „Das Endlichc
hal eincn Ani'ang, aber keinen Absolu
te», seine Zeit fiingt miU ïhm an", zegt
reeds Ilegel Dan ook zal duidelijk wor
den, dat vrijheid in werkelijkheid slechts
kan worden gedacht als zelïbeheer-
sching, en dat ziel (of functie) en geest
(of oneindigheid) niet mogen worden ver
ward.
De groote vraag voor het Genootschap
m het komende lustrum meer dan in
het afgeloopene, lijkt nu deze: hoe kan
het bijdragen tot de verspreiding der
relavjslische denkwijze, tol de gewoonte
om te denken in verhoudingen en met
in doctrinaire eenzijdigheden? De prog
nose is in zooverre gunstig, dat alle vak
ken van wetenschap onder de leden
zijn vertegenwoordigd en dat een voort
durend aangroeiende kring deelneemt
aan de werkzaamheden, een kring, die
bereid zal zijn tol rustig overleg Leidt
dit overleg te zijner tijd lot een gemeen
schappelijke opvatting, dan zou naar bui
ten invloed kunnen worden uitgoefend
pp de richting van het onderwijs onzer
zonen en dochters, aan wie de toekomst
behoort. Een schoone laak is voor het
nieuwe bestuur weggelegd.
Alvorens zijn verslag te eindigen herin
nert de secretaris met woorden van groo
te waardeering aan alles, wat de schei
dende voorzitter, dr. D. Schoute, die niet
herkiesbaar is voor het Genootschap
heeft gedaan tijdens zijn 5-jarig presi
dium en brengt hij hem hartelijk dank
voor de uitnemende wijze, waarop hij
zijne waardigheid heeft .vervuld.
Tol voorzitter werd in deze verga
dering gekozen de heer mr. G. J. Spren-
ger lot thesaurier de heer mr Th. Por-
tlieine en tot bestuurslid de heer dr. L.
A. J. Burgersdijk, terwijl de heer mr A
Meerkamp van Erabden herkozen werd
als secretaris
Tot nieuwe leden van het Genootschap
werden benoemd de Jieeren
L. Heijmans, kunstschilder; mr. M. W
Q. Jolles, rechter in de Arrondissements
rechtbank, K J \V. Bernet Kampers,
directeur der Registratie en Domeinen;
J. II. Telkamp, predikant; L. W de
Waardt. dierenarts hoofd van den Vee-
en Vleeschkeuringsdiensldr. IC. Spruijt,
leeraar aan de Hoogere Handelsschool,
allen te Middelburg;
Ir. L J van Blerkum, hoofdingenieur
bij de Kou. Mij. ..de Schelde"-; Ir. M.
C. Braat, directeur der Ned. Petr - en As-
phaltmaatschappijIr \V. H Brinkhorst,
Hoofdingenieur bij den rijkswaterstaat
mr. .1, Moolenburgh, ambtenaar bij het
O M ^kanton Oostburg;; jnr. P. M. W.
J v d Slikke, advocaat en procureur,
Ir H Suijver, hoofdingenieur bij de Kon.
Mij. <le Schelde; A. S. Talma, predikant;
Ir II. W. van Tijen, ingenieur bij de Kon
Mij de Schelde, allen wonende te Vlis-
singen.
xnr S. R. Bakker kantonrechter te
Zierikzee; G. Bcrgsma. kuntschilder te
Zoufelande, mr J. Erasmus, advocaat
en procureur te Oostburg; ds G. II Ker
sten, predikant le Iersebe; Dr. P. Proost
Jz., predikant te Brouwershaven- A. D.
F van der Wart, lid der Prov. Staten van
Zeeland te Goes en mevr. L. van Dam
v3n Isselt. kunstschilderes te Veere.
Verder buiten Zeeland de heeren mr.
W. F. Fruin raad-adviseur bij het depar
tement van justitie te 's-Gravenhagcdr
J. L Goemans. arts le Dordrecht, prof
dr. W de Haas. hoogleeraar Ie Leiden,
dr F. W T. Hunger fe Amsterdam,. J
Kleijntjens S. J.. geschiedkundige te Kat
wijk. prof. dr. W. A, Kuenen, hoog
leeraar te Leiden, prof. dr. H. J. Laméris,
lioogleeraar te Utrecht, prof dr. L. Polak
DaniëJs, hoogleeraar te Groningen, dr.
A. E. Remouchamps, oudheidkundige, te
Leiden. J. G. Sloff, leeraar aan de It H.
B. S. te Bergen op Zoom; P. A. van
Weslrheene. oudheidkundige te Arn
hem A. O, van Willens-waard, predikant
te Rhenen
Ten slotte buiten Nederland de heeren
E. Espérandieu. directeur van het mu
seum van oudheden te Nimes, en de
hoogleeraren prof dr. H. Siedentopf te.
Jena prof. dr, J J. Smith te Stellen-
bosch en prof dr. J Vercoullie te Gent.
(Op de door den voorzitter, dr. D.
Schouten, gehouden voordracht over:
„dr. Bolle en zijn werk" komen we in
ons volgend nummer terug
VERKEERSWEZEN, POOT EN
TELEGRAFIE.
Ind. Stoomvaartlijnen.
Mapia, 16 April le Liverpool, Batavia
n. Amsterdam.
Prins der Nederlanden, 17 April v.
Genua, Batavia n Amsterdam.
Radja, 17 April v. Port Said, Batavia n.
Amsterdam.
Bintang, 15 April te Batavia v. A'dam.
Samarinda, 17 April v. Rotterdam n.
Batavia.
Van Rensselaer, p. 15 April Flores,
Barbados 11. Amsterdam.
Meraulce, p. 16 April Point de Galle,
jtotterdani 11. Batavia.
Prinses Juliana, 15 April v. Colombo,
Batavia n. Amsterdam.
Indrapoera, m.b. p. 17 April v.m. 3 11
Suez, Batavia 11 Rotterdam.
Java, 16 April te Port Said, Amsterdam
n. Batavia.
Banka, 17 April v. Suez, Amsterdam
11. BaUnvia.
Celebes, p. 16 April Gibraltar, Amster
dam n. Batavia.
Venezuela, 16 April v. Amsterdam n.
West-Indië
Jan van Nassau, 16 April n.m. 1 59 u.
75 mijl Z.-West v. Niton, West-Indiè n.
Havre en Amsterdam
Johan de Wilt, 15 April v. Medan,
Amsterdam n Batavia, Niton, Rotter
dam n. Boston.
Tapanoeli, st. 14 April te Soerabaja,
Rotterdam 11 Batavia.
Bengkalis, 17 April, le Genua, Batavia
n. Amsterdam.
Jan van Nassau, p. 15 April Falmouth,
West-Indië n. Amsterdam.
Jan Pieterszoon Coen, 15 April v. South
ampton, Amsterdam n. Batavia.
Blitar. p. 16 April Gibraltar, Batavia
11 Rotterdam.
Hennes, 16 April. v. Trinidad n. Havre
en Amsterdam.
Riouw, 16 April v. Amstei'dam n. Ba
tavia.
Radja, 16 April te Suez, Batavia n.
Amsterdam.
Reteh. p. 17 April Kaap St. Vincent,
Rotterdam n Batavia.
Kawi, 16 April 's middags 12 u. v. Mar
seille, Rotterdam n Batavia.
Stoomvaartlijnen op
Noor d-A merika.
Edam, 17 April te Rotterdam v. New-
Orleans.
Spaarndam, 17 April v.m. te Vera Oruz^
Rotterdam n. New-Orleans,
Leerdam, 16 April v, Vera Cruz. New-
Orleans n. Rotterdam.
VERSCHELENDE BERICHTEN.
Hel onderzoek in zake het drama
aan den Planlagewcg^e Rotterdam, waar
bij' de Jö-jarige Roemeen J. H. doodge
schoten werd, wordt nog voortgezet. Het
meisje, dat het schot gelost heeft, de
23-jarige A. B., bevindt zich nog in arrest.
Het is niet onmogelijk, dat zij wegens
dood door schuld vervolgd zal wordep,
maar hel onderzoek is nog niet zoover
gevorderd, dal hierover iets met zeker
heid bericht kan worden.
J. v. B die per rijwiel le Vinkeveen
een onbewaaklen overweg overstak nabij
hel station, juist toen een trein aankwam,
wer«l door de locomotief gegrepen, waar
door zijn rijwiel geheel in elkaar werd
gereden. Hij zelf kwam cr wonder hoven
wonder goed af.
Een Wolff-lelegram uil Oslo meldt,
dat de Ibbestad (dislr Tromsö) een boe
renhoeve is afgebrand. Twee volwassenen
en 5 kinderen zijn in de vlammen om
gekomen
Te Deventer is liet 18-jarig meisje
M. J. S. overleden aan bloedvergiftiging,
ontstaan tengevolge van een ontstoken
kies.
Te Huizen is de 15-jarige D. H. aan
bloedvergiftiging wij plotseling overle
den. De knaap had een puistje aan den
pols stukgekrabd
DE MOORD AAN DE NOORDERMARKT
TE AMSTERDAM.
Men meldt aan de „N. R. Ort." dat
hel Politieonderzoek Zaterdag zoover is
gevorderd, dal thans met zekerheid kan
worden vastgesteld, dat Cornelia Wijker,
die Dinsdag in een logement aan dje
Noordermarkl te Amsterdam door wor
ging om het leven is gebracht, langen
tijd heeft samengewoond met .«jen 27-
jarigen W. Snelders, geboren fe Amster
dam, legen wien reeds vroeger een von
nis is gewezen ter zake van poging tot
moord. Hij heeft met zeep langs de
huizen gevent.
Een portret van Willem Snelders is
herkend als dat van den man, die met
de vrouw in het logement aan de Noor
dermarkl heeft gewoond. S. zqu zich
vroeger in Den Haag Krap hebben ge
noemd.
„VUREN? WATER".
De journalist Holtus, voor de Locomo
tief naar Indië reizend, vertelt het vol
gende:
Het is wel een van de schoonste tafe-
reelen, waarop de zeeën de reizigers die
haar bevaren weten te vergasten! Het
„vurend water", zooals de zeelui zeggen,
gen.
„Kapitein, we varen door vurend wa
ter" klonk "t eenige weken geleden aan
boord van een der Lloyd-booten, terwijl
we aan dek zaten 'n kaartje te leggen.
Wèg „sans", weg robbers: allemaal mee
met den kapitein de donkere bovenbrug
op, waar 't is, alsof je met je hand aan
den hemel reikt
't Was een heerlijke avond. Na zijn
vaart door de woelige Roode Zee had
het schip tegen vijven 's middags Kaap
Guardefui gerond en was het overgegle-
den als in een meer van kwikzilver; de
randen van Golf van Aden.
„We zijn te laat," fluisterde er een.
„Misschien."
Stil was het. De zee lag effen, één
zwarte inertie.
We wachten. De minuten vlogen weg.
Het bleef nacht.
Plotseling brak de zee open. Als had
de spitse boeg 'n lichtbron stuk gestoo-
ten, rees uit haar binnensten, van onder
haar zwart oppervlak, 'n vreemd licht.
Het was als maanlicht, dat door 'n regen
natte ruit zeeft Het wierp een schijnsel
tegen den hemel op, als zagen we vlak
voor ons plotseling een moderne stad op
doemen.
'n „Goeie hemel" bestierf ons op de
lippen, toen we de onzichtbare lichtbron
aan weerskanten van den scheepsromp
beneden ons zagen groeien. Het was als
spatten aan alle kanten verborgen lich
ten aan. De kringen en ringen vloeiden
ineen, deinden uit, wekten nieuwe uit
barstingen van licht, tot heel de zee één
lichtend lichaam was geworden.
Langzaam verflauwde zijn kracht. Het
werd nog feeërieker. Het watervlak leek
wel 'n lichtgroenen doorschijnenden bol,
'n fijn bewerkte marmeren kap over een
stervend reuzenlicht.
Het schijnsel handhaafde zich ruim een
kwartier
Van tijd tot tijd gloeide het aan, dan
links, dan rechts van den steven als kwa
men hier en daar nieuwe onderzeesche
lichten den glans versterken. Opeens
straalde het schijnsel weer op tot zijn
eerste kracht.
We voeren als in een poolzee, geruisch-
loos dwars door een ijsveld onder den
vollen glans van het noorderlicht.Het
ijsveld brak. Zwarte strepen joegen over
zijn oppervlak. Het brokkfelde weg. De
schotsen dreven geluidloos vaneen.
Stil was het. De nacht sluierde de ho
rizon dicht. Orion met zijn Drie-koningen
dook 't eerst aan den hemel op.
De zee had opgehouden te vuren. De
miljarden lichtende wezentjes, die ons dit
natuurverschijnsel hadden geboden, wa-
en verdwenen in haar zwarten gloed.
BUITENLAND.
UIT CHINA.
(Nadruk verboden).
Shanghai, 12 Maart.
Half Februari hebben wij Chineesch
Nieuwjaar gevierd, een feest dat op zijn
minst een week in beslag neemt. Alles,
stil: de winkels zijn gesloten, geen lange
rijen koelies dragen zakken rijst en balen
thee de schepen in, de handel ligt stil, de
Banken en de Goud-beurs hebben va-
cantie. Het is als een Hollandsche Zon
dag, maar voor hier een vreemde uitzon
dering op de onophoudelijke bedrijvig
heid het geheele jaar rond. Alleen de
vuurwerkwinkel naast den tempel is
open en daar verdringen de koopers el
kaar. Millioenen dollars moeten er in
deze dagen door China aan knal-vuur
werk verdaan worden! Nacht en dag
schieten de knal-projectielen de lucht
in, en wanneer de rust der booze gees
ten er even grondig door verstoord
wordt als de onze, dan beantwoordt al
dat lawaai inderdaad aan zijn doel; en
dan zal het een goed jaar voor China
worden. Want de booze geesten hebben
toch maar alle misère op hun gewetenI
Een slecht voorteeken is het overi
gens, dat het na maanden lang zonnig
weer nu juist op Chineesch Nieuwjaar
begon te regenen. Chineezen hechten
sterk aan dergelijke voorteekens; zonne
schijn of regen op een trouw- of geboor
tedag bijv, is voor hen van het grootste
gewicht.
Toch zijn er dan ook wel weer eens
gelegenheden waarbij elk Chinees de
blakende zonneschijn verwenscht, en van
een flinke regenbui alles verwacht wordt.
Zoo herinner ik me den vorigen zomer in
de bergen, hoe daar dagen achter elkaar
een processie met eentonig gong-gegalm
over den grootten weg door het bergdal
trok. Wij hadden stralend zomerweer,
maar regen moést en zou er komen, want
de geheele rijstoogst stond op het spel.
En dus trok die processie rond om regen
af te smeeken; en met zorgelijk gezicht
lichtte een Chineesche vrouw mij in, dat
er zeker door den een of ander rijst op
den grond was gemorst bij zijn eten, want
op een dergelijke verkwisting wreken de
goden zich altijd onmiddellijk
Het verkrijgen van het dagelijksch
brood is voor de overgroote meerderheid
der Chineezen dan ook de eenige belang
rijke factor in hun leven. Zij brengen dat
leven door in den grootsten eenvoud, en
blijven daarbij tevreden. Europeanen
zouden in hun geval al lang over „be
hoeftige omstandigheden" geklaagd heb
ben en verontwaardigde artikelen zouden
er in geïllustreerde bladen verschenen
zijn over de primitieve woning-toestan-
den. Bij dozijnen tegelijk wonen zij in
miniatuur-huizen van stroo en iri de zon
gedroogde klei-tegels, waarin als eenig
huisraad een paar slaapmatten en houten
bankjes staan.
De Chinees echter berust in dat alles
met een zekere fatalistische levensblij
heid: een stereotype glimlach op zijn
gezicht. Velen van hen hebben nooit
van hun leven eerste-hands kleeren be
zeten, en een ziekte, dat wil dus zeggen
een mond die eet, zonder een hand die
werkt, beteekent per se de ondergang
van het individu. Daarom is hun dage
lijksch brood hun levensbehoud en de
prijs van de rijst een kwestie van „to be
or not to be." Daarom is het ook nood
zakelijk, dat alle kleine kinderen in een
gezin meewerken om hun eigen kost te
verdienen. En zoo ziet men die kleufor*
in de werkplaatsen staan, bezig met fi
guurtjes uitsnijden in papieren vlaggetjes,
doosjes plakken, e.d. En dus is de kinder
arbeid in de fabrieken ook noodzakelijk,
en als de philanthropen in het Westen,
die niet verder kijken dan him neus lang
is, hun zin krijgen en de kinderarbeid be
perkt of afgeschaft wordt, dan gaat het
er voor China bedenkelijk uitzien. Nu is
de overbevolking nog niet zulk een ur
gente kwestie, maar als er ooit minder
werk komt, dan gaan aliè gezinnen, die
het nu nog net kunnen bolwerken, red
deloos te gronde. Wie werkt voor zijn
voedsel kan zich de luxe van werkeloos
heid niet permittecren.
Met dat al: zal het een goed jaar voor
China worden? Het ziet er volgens de
uiterlijke omstandigheden nog niet erg
naar uit. Eigenlijk zou ook niet anders te
verwachten zijn. China is nooit een een
heid geweest, maar een complex van pro
vincies, die tribuut naar Peking zonden,
en verder vrijwel zelfstandig geregeerd
werden door de districtsbevelhebbers.
Zoon provincie heeft vaak een inwoner
aantal van een 50 millioen; vergelijk Ne
derland daar eens bij! Dit provincialisme
zit hun in het bloed en het zou al heel
vreemd zijn, wanneer zij nu plotseling bij
het uitroepen van de republiek nationa-
lisch waren gaan voelen. Zij zijn ook niet
gebonden door een eenheid van ras; van
het Noorden naar het Zuiden gaat het
om afstanden als van Holland naar Zuid-
Italië, en de rustige, rijzige man van het
Noorden verschilt al evenveel van den
bewegelijken Cantonees, als een Fries
verschilt van een Napolitaan.
Het is nog de vraag of het een goed
jaar voor China zal worden, nu het
regeerigssysteem blijkt niet te deugen.
De provinciale bevelhebbers beoorlogen
elkaar, en de inkomsten uit de provincies
blijven onderweg in diverse zakken han
gen en bereiken Peking niet. Staatsamb
tenaren worden bijgevolg eenvoudig niet
betaald. Vlak voor Nieuwjaar moet er
een heel gedrang zijn geweest om de
leege schatkist van lieden,die op achter
stallig salaris hoopten, o.a. van de politie,
die absoluut op zwart zaad zat. Helaas
komen de tribuutgelden, die dan dus in
de provincies blijven hangen, de land
bevolking allesbehalve ten goede. Meer
dan ooit worden zij door bandieten en
soldaten (een synoniem!) gekweld, en
door extra-belastingen beroofd van 't
beetje dat hun nog overbleef.
Ook is de zeeroof weer in eere her
steld. Ik weet niet of dergelijke feiten
ook tot de buitenlandsche pers door
dringen, maar ons hier deed het zeer
middeleeuwsch aan, vooral toen het bij
een der eerst voorkomende gevallen
bleek te doen te zijn om een aantal kisten
Chineesche dollars. „Ze hadden veel
Spaansche matten aan boord"; en dit
citaat gaat merkwaardig goed op, omdat
onze Mexikaansohe dollar hier onmidde-
lijk verwant en in waarde gelijk is aan de
Spaansche raatten.
Zulk een dollar en zijn onderafdee-
lingen geeft je nog heel wat hoofdbre
ken hier in het begin. Hij is nominaal
100 cent waard, maar inderdaad krijg
je er om en bij de 230 voor. Verder
is hij onderverdeeld in vijf 20-centstuk-
ken; wanneer men echter een dollar wis
selt, krijgt men er zes voor terug, bene
vens een aantal coppercenten. Wie hier
pas is voelt zich nooit zeker van den in
houd van zijn beurs, denkt telkens dat hij
-teveel wisselgeld terugkrijgt, of loopt
resoluut een postkantoor weer uit, vol
verontwaardiging over zoo'n afzetters-
land, waar ze hem voor een postzegel
van 10 cent 24 coppers durven vragen!
En dan is de wanhoop, dat er onder die
coppers weer een massa ongeldige schui
len, door Japan in omloop gebracht, niet
van brons maar van lichtgeel koper.
Toen de rijstuitvoer een paar jaar ge
leden verboden was, en de Chineesche
boeren zich daar niet aan wenschten te
houden, kwamen Japansche booten de
Yangtze op, en ruilden de Chineesche
rijst in tegen deze namaak-munt, die de
volle waarde miste en dus nooit voor
geldig is doorgegaan. De smokkelende
boeren hadden echter natuurlijk geen
recht op klagen, Japan is China altijd te
slim af. Een Japanner is trouwens in
alle opzichten slim en van alle markten
thuis, en over alles kan hij meepraten,
Mijn laatste gesprek met een Japanner
liep overigens uit op een treurige onder
vinding. Na een reeks beleefde buigingen
en glimlachen vroeg hij mij, wat voor
een taal wij toch eigenlijk met elkaar
spraken: „German?" Ik legde hem uit,
dat we Hollandsch waren, „u weet wel,
een klein land in de buurt van Germa
ny", enz.
„O, jawel", zei hij, „België?" en glim
lachte
Ik glimlachte terug en legde het nog
eens uit. „Ja, ik weet het al", boog hij
toen volijverig, „U komt uit Luxem
burg!"
Van het Koninkrijk der Nederlanden
had hij nooit gehoord!
Etectriscbe Drukkerij G. W. deu Boer,
Middelburg.