.ja———»-**——»» De aanwinsten waren nog belangrijk noch omvangrijk. De nieuwe conservator der Steenenka mer. de heer P. J v. d Peen jr, brengt in zijn verslag hulde aan mej M. G A de Man, die tijdelijk conservatrice dezer af dee ling was. Dank zij de zorg vuldige aanteekeningen van haar en van wijlen dr. T. C. de Man, is de herkomst van de meeste voorwerpen der afdeeling nauwkeurig bekend Dat een jonge kracht ter zijner tijd de verzameling opnieuw zal rangschikken en beschrij ven is in de eerste plaats haar wensch. Na een uitvoerige lieschouwing hoe goed de Steenen kamer, welke alle voorwer pen omvat, die in het water of in. den grond worden aangetroffen, past naast en lusschen de andere afdeelingen van de verzameling, noemt de conservator de talrijke aanwinsten van deze afdeeling. 11e conservatrice der Zeeuwsche Klec- derdrachten. mej A. M. de Man. doet o.a. mcdedeoling van een schrijven vay den heer M NV 15. van Vollenhoven te Ma drid. lid van het Genootschap, die 01* op wijst, dat de knoopen. die in vele Spaan- sche provincies als versiering der boe- renkleeding worden aangetroffen groote overeenkomst hebben met de Zeeuwsche knoopen. wat ook blijkt uit enkele toege zonden knoopen en foto's De vraag rijst of de Spanjaarden «leze knoopen naar Zeeland brachten of wel zij zo van hier uit naar hel Zuiden medenamen. Eigenaardig is het zeker, dat men ook op een ander «loei der Zeeuwsche kleeder drachten in den vreemde opvallende ge lijkenis daarmede aantreft Zoo zag de conservatrice een foto van een boerin u»l Limoges, een muts dragende, zoo goed als gelijk aan die welke de hoof den der Schouwsche en Thoolsche boerinnen bedekken en zij vraagt of ook hier eenig verband bestaal. Verder noem! mej. de Man de aanwinsten der afdeeling en deelt mede, dal de klecderen der kostuumpoppen, vernieuwd werden naar gelang dit noodig bleek. Niet zorg werd tevens getracht hun verder behoud te verzekeren. Volgens de conservatrice van hot munt- en penningkabinet, mej. Af. G de Man, is het afgeloopen jaar voor die ver zameling van weinig belang geweest. Het ook opgenomen verslag van do Commissie voor Zeeuwsche Folklore, geef} voornamelijk het resultaat cener enquete inzake het dragen van Zeeuwsch Costuum door schoolkinderen op Wal cheren en Zuid-Beveland welk resultaat reeds eerder werd, gepubliceerd Xa de vermelding van deze onder verslagen gaal de heer inr .Meerkamp van Krabden als volgt voort Zoo zijn Wij dan gekomen aan hel eind eener 5-jarige periode. Heel wat wen- schen zijn onvervuld gebleven, maar het bestuur kan toch gelukkig sir aks bij het overdragen van zijn taak aan de opvol gers zeggen als in liet spelletje met het brandemte slokje, waarvan Duaurier ver telt ..Le petit bonhomme vit encore". Het is wellicht niet 'te onbescheiden op dit «ogenblik een kort woord te wijden aan <le toekomst. De voorzitter heeft in eene der bijeenkomsten van dil Genoot schap eens opgemerkt, dat eerst dc we tenschap liet leven mogelijk maakt Hel omgekeerde van dit treffende woord is stellig ook waar het leven is onontwik kelde wetenschap of wetenschap in aan leg. Maar dc ontwikkeling voltrekt zich niet altijd harmonisch en onze tijd le vert daarvan voorbeelden te over. Ver ontrustende verschijnselen in de samen leving zooals de mislukking van Duitsch- land's loetreden tot den Volkenbond, <lo tijdelijke stuurloosheid van ons staats bestel. de bekende wrijvingen op gees telijk gebied, mogen en moeten sympto- misch worden opgevat; het oude denken beheerscht en begrijpt niet meer de nieuwe toestanden De leiders der groe pen denken te veel in onwerkelijke ab stracties: zij streven volgens ouderwet- sclien trant naar liet integreeren, het ab soluut maken, het aan anderen opleggen van subjectieve opvattingen. Maar de gevolgen dezer denkfout, de verkapte en openlijke oorlogen werken door verspil ling van energie en hersenschors dermate vernietigend, dat de menschheid uil drang tot zelfbehoud^ in bitteren nood. gebracht wor«lt tol verandering van hare denkwijze. Ilel relativistische denksys teem. «lat do absolute onderlinge afhan kelijkheid der verscheidenheden leert, ligt reeds een eeuw kant en klaar, maar omstreeks 1800 waren de afzonderlijke wetenschappen nog niet ver genoeg ge vorderd om daarvan gebruik te kunnen maken- Het was het omgekeerde van den toestand, dien wij tegenwoordig be leven. De natuurphilosophie werd tijde lijk op zij gezet, het proefondervindelijke onderzoek vierde hoogtij en de feiten kennis groeide fabelachtig. Thans wordt na en tengevolge van de triomphen en rampen der 19e eeuw de noodzakelijkheid van relativistisch begrip meer en meer ingezien Merkwaardig genoeg kwam de groote phvsicus en mathematicus, wiens naam reeds tijdens zijn leven legenda risch zal worden en een symbool is van de rotsvaste éénheid der interdependente verschijnselen. Jtot zijn wereldschokkende ontdekkingen langs den zoo lang versma den en smaden weg der deductie Zal dil nieuwe denken dc verworven cultuur goederen der wereld redden, dan moei hef eerst de wereld zelve doordringen. In Italië wordt hel tegenwoordig in de formol eer ing van Hegel-Groce on de lycea onderwezen aan toekomstige Uni- versiteitsbezoeker.s, wien reeds in de la gere school een basis van redelijk den ken is bijgebracht door onderrich/t in de leer van het Christendom, culmüiee- rend in het begrip der Drie-eenheid. Dat bij ons te lande de «aanhangers der formuieering HegelBolland nog steeas worden gehekeld, is niet erg, mits slechts de verschillende weten schappelijke stroomingen zich tijdig van haar samenhang bewust worden. Prof. Huizing» heeft in den laatsten tijd her haaldelijk een denkbeeld naar voren ge bracht, dat eerst door Comte in Frank rijk, daarna tfoor Lamprecht in Duilschlaud is gepropageerd. Het is het denkbeeld, dat er een iniellectueele al- gemeene stemming of diapason vaniede- ren liju, althans van ieder cultuurtijd perk bestaat, waaraau niemand zich ont trekt. lloe ook hel diapason zij van den lijd, dien wij hebbeu doorleefd, het thans aanbrekend tijdperk zal wel staan in het algemcene leeken van het relati visme Is dil diepere besef van de wer kelijkheid eenmaal algemeen aanwezig, dan zal de geweldige hoeveelheid intei- leclueele krachten zich kunnen coör- dineeren Eerst dan kan lot het alge meen bewustzyn komen, dat grenzen niet alleen scheiden, maar tegelijkertijd ver binden. Dan zal men Inzien, dat kapi talisme en socialisme elkander eerder in- dan uitsluiten; dat alle eindigheden processen zijn en vier afmetingen heb ben, omdat zij niet alleen hare eigen lengte, hoogte en breedte, maar ook haar eigen tijd bezitten, „Das Endlichc hal eincn Ani'ang, aber keinen Absolu te», seine Zeit fiingt miU ïhm an", zegt reeds Ilegel Dan ook zal duidelijk wor den, dat vrijheid in werkelijkheid slechts kan worden gedacht als zelïbeheer- sching, en dat ziel (of functie) en geest (of oneindigheid) niet mogen worden ver ward. De groote vraag voor het Genootschap m het komende lustrum meer dan in het afgeloopene, lijkt nu deze: hoe kan het bijdragen tot de verspreiding der relavjslische denkwijze, tol de gewoonte om te denken in verhoudingen en met in doctrinaire eenzijdigheden? De prog nose is in zooverre gunstig, dat alle vak ken van wetenschap onder de leden zijn vertegenwoordigd en dat een voort durend aangroeiende kring deelneemt aan de werkzaamheden, een kring, die bereid zal zijn tol rustig overleg Leidt dit overleg te zijner tijd lot een gemeen schappelijke opvatting, dan zou naar bui ten invloed kunnen worden uitgoefend pp de richting van het onderwijs onzer zonen en dochters, aan wie de toekomst behoort. Een schoone laak is voor het nieuwe bestuur weggelegd. Alvorens zijn verslag te eindigen herin nert de secretaris met woorden van groo te waardeering aan alles, wat de schei dende voorzitter, dr. D. Schoute, die niet herkiesbaar is voor het Genootschap heeft gedaan tijdens zijn 5-jarig presi dium en brengt hij hem hartelijk dank voor de uitnemende wijze, waarop hij zijne waardigheid heeft .vervuld. Tol voorzitter werd in deze verga dering gekozen de heer mr. G. J. Spren- ger lot thesaurier de heer mr Th. Por- tlieine en tot bestuurslid de heer dr. L. A. J. Burgersdijk, terwijl de heer mr A Meerkamp van Erabden herkozen werd als secretaris Tot nieuwe leden van het Genootschap werden benoemd de Jieeren L. Heijmans, kunstschilder; mr. M. W Q. Jolles, rechter in de Arrondissements rechtbank, K J \V. Bernet Kampers, directeur der Registratie en Domeinen; J. II. Telkamp, predikant; L. W de Waardt. dierenarts hoofd van den Vee- en Vleeschkeuringsdiensldr. IC. Spruijt, leeraar aan de Hoogere Handelsschool, allen te Middelburg; Ir. L J van Blerkum, hoofdingenieur bij de Kou. Mij. ..de Schelde"-; Ir. M. C. Braat, directeur der Ned. Petr - en As- phaltmaatschappijIr \V. H Brinkhorst, Hoofdingenieur bij den rijkswaterstaat mr. .1, Moolenburgh, ambtenaar bij het O M ^kanton Oostburg;; jnr. P. M. W. J v d Slikke, advocaat en procureur, Ir H Suijver, hoofdingenieur bij de Kon. Mij. <le Schelde; A. S. Talma, predikant; Ir II. W. van Tijen, ingenieur bij de Kon Mij de Schelde, allen wonende te Vlis- singen. xnr S. R. Bakker kantonrechter te Zierikzee; G. Bcrgsma. kuntschilder te Zoufelande, mr J. Erasmus, advocaat en procureur te Oostburg; ds G. II Ker sten, predikant le Iersebe; Dr. P. Proost Jz., predikant te Brouwershaven- A. D. F van der Wart, lid der Prov. Staten van Zeeland te Goes en mevr. L. van Dam v3n Isselt. kunstschilderes te Veere. Verder buiten Zeeland de heeren mr. W. F. Fruin raad-adviseur bij het depar tement van justitie te 's-Gravenhagcdr J. L Goemans. arts le Dordrecht, prof dr. W de Haas. hoogleeraar Ie Leiden, dr F. W T. Hunger fe Amsterdam,. J Kleijntjens S. J.. geschiedkundige te Kat wijk. prof. dr. W. A, Kuenen, hoog leeraar te Leiden, prof. dr. H. J. Laméris, lioogleeraar te Utrecht, prof dr. L. Polak DaniëJs, hoogleeraar te Groningen, dr. A. E. Remouchamps, oudheidkundige, te Leiden. J. G. Sloff, leeraar aan de It H. B. S. te Bergen op Zoom; P. A. van Weslrheene. oudheidkundige te Arn hem A. O, van Willens-waard, predikant te Rhenen Ten slotte buiten Nederland de heeren E. Espérandieu. directeur van het mu seum van oudheden te Nimes, en de hoogleeraren prof dr. H. Siedentopf te. Jena prof. dr, J J. Smith te Stellen- bosch en prof dr. J Vercoullie te Gent. (Op de door den voorzitter, dr. D. Schouten, gehouden voordracht over: „dr. Bolle en zijn werk" komen we in ons volgend nummer terug VERKEERSWEZEN, POOT EN TELEGRAFIE. Ind. Stoomvaartlijnen. Mapia, 16 April le Liverpool, Batavia n. Amsterdam. Prins der Nederlanden, 17 April v. Genua, Batavia n Amsterdam. Radja, 17 April v. Port Said, Batavia n. Amsterdam. Bintang, 15 April te Batavia v. A'dam. Samarinda, 17 April v. Rotterdam n. Batavia. Van Rensselaer, p. 15 April Flores, Barbados 11. Amsterdam. Meraulce, p. 16 April Point de Galle, jtotterdani 11. Batavia. Prinses Juliana, 15 April v. Colombo, Batavia n. Amsterdam. Indrapoera, m.b. p. 17 April v.m. 3 11 Suez, Batavia 11 Rotterdam. Java, 16 April te Port Said, Amsterdam n. Batavia. Banka, 17 April v. Suez, Amsterdam 11. BaUnvia. Celebes, p. 16 April Gibraltar, Amster dam n. Batavia. Venezuela, 16 April v. Amsterdam n. West-Indië Jan van Nassau, 16 April n.m. 1 59 u. 75 mijl Z.-West v. Niton, West-Indiè n. Havre en Amsterdam Johan de Wilt, 15 April v. Medan, Amsterdam n Batavia, Niton, Rotter dam n. Boston. Tapanoeli, st. 14 April te Soerabaja, Rotterdam 11 Batavia. Bengkalis, 17 April, le Genua, Batavia n. Amsterdam. Jan van Nassau, p. 15 April Falmouth, West-Indië n. Amsterdam. Jan Pieterszoon Coen, 15 April v. South ampton, Amsterdam n. Batavia. Blitar. p. 16 April Gibraltar, Batavia 11 Rotterdam. Hennes, 16 April. v. Trinidad n. Havre en Amsterdam. Riouw, 16 April v. Amstei'dam n. Ba tavia. Radja, 16 April te Suez, Batavia n. Amsterdam. Reteh. p. 17 April Kaap St. Vincent, Rotterdam n Batavia. Kawi, 16 April 's middags 12 u. v. Mar seille, Rotterdam n Batavia. Stoomvaartlijnen op Noor d-A merika. Edam, 17 April te Rotterdam v. New- Orleans. Spaarndam, 17 April v.m. te Vera Oruz^ Rotterdam n. New-Orleans, Leerdam, 16 April v, Vera Cruz. New- Orleans n. Rotterdam. VERSCHELENDE BERICHTEN. Hel onderzoek in zake het drama aan den Planlagewcg^e Rotterdam, waar bij' de Jö-jarige Roemeen J. H. doodge schoten werd, wordt nog voortgezet. Het meisje, dat het schot gelost heeft, de 23-jarige A. B., bevindt zich nog in arrest. Het is niet onmogelijk, dat zij wegens dood door schuld vervolgd zal wordep, maar hel onderzoek is nog niet zoover gevorderd, dal hierover iets met zeker heid bericht kan worden. J. v. B die per rijwiel le Vinkeveen een onbewaaklen overweg overstak nabij hel station, juist toen een trein aankwam, wer«l door de locomotief gegrepen, waar door zijn rijwiel geheel in elkaar werd gereden. Hij zelf kwam cr wonder hoven wonder goed af. Een Wolff-lelegram uil Oslo meldt, dat de Ibbestad (dislr Tromsö) een boe renhoeve is afgebrand. Twee volwassenen en 5 kinderen zijn in de vlammen om gekomen Te Deventer is liet 18-jarig meisje M. J. S. overleden aan bloedvergiftiging, ontstaan tengevolge van een ontstoken kies. Te Huizen is de 15-jarige D. H. aan bloedvergiftiging wij plotseling overle den. De knaap had een puistje aan den pols stukgekrabd DE MOORD AAN DE NOORDERMARKT TE AMSTERDAM. Men meldt aan de „N. R. Ort." dat hel Politieonderzoek Zaterdag zoover is gevorderd, dal thans met zekerheid kan worden vastgesteld, dat Cornelia Wijker, die Dinsdag in een logement aan dje Noordermarkl te Amsterdam door wor ging om het leven is gebracht, langen tijd heeft samengewoond met .«jen 27- jarigen W. Snelders, geboren fe Amster dam, legen wien reeds vroeger een von nis is gewezen ter zake van poging tot moord. Hij heeft met zeep langs de huizen gevent. Een portret van Willem Snelders is herkend als dat van den man, die met de vrouw in het logement aan de Noor dermarkl heeft gewoond. S. zqu zich vroeger in Den Haag Krap hebben ge noemd. „VUREN? WATER". De journalist Holtus, voor de Locomo tief naar Indië reizend, vertelt het vol gende: Het is wel een van de schoonste tafe- reelen, waarop de zeeën de reizigers die haar bevaren weten te vergasten! Het „vurend water", zooals de zeelui zeggen, gen. „Kapitein, we varen door vurend wa ter" klonk "t eenige weken geleden aan boord van een der Lloyd-booten, terwijl we aan dek zaten 'n kaartje te leggen. Wèg „sans", weg robbers: allemaal mee met den kapitein de donkere bovenbrug op, waar 't is, alsof je met je hand aan den hemel reikt 't Was een heerlijke avond. Na zijn vaart door de woelige Roode Zee had het schip tegen vijven 's middags Kaap Guardefui gerond en was het overgegle- den als in een meer van kwikzilver; de randen van Golf van Aden. „We zijn te laat," fluisterde er een. „Misschien." Stil was het. De zee lag effen, één zwarte inertie. We wachten. De minuten vlogen weg. Het bleef nacht. Plotseling brak de zee open. Als had de spitse boeg 'n lichtbron stuk gestoo- ten, rees uit haar binnensten, van onder haar zwart oppervlak, 'n vreemd licht. Het was als maanlicht, dat door 'n regen natte ruit zeeft Het wierp een schijnsel tegen den hemel op, als zagen we vlak voor ons plotseling een moderne stad op doemen. 'n „Goeie hemel" bestierf ons op de lippen, toen we de onzichtbare lichtbron aan weerskanten van den scheepsromp beneden ons zagen groeien. Het was als spatten aan alle kanten verborgen lich ten aan. De kringen en ringen vloeiden ineen, deinden uit, wekten nieuwe uit barstingen van licht, tot heel de zee één lichtend lichaam was geworden. Langzaam verflauwde zijn kracht. Het werd nog feeërieker. Het watervlak leek wel 'n lichtgroenen doorschijnenden bol, 'n fijn bewerkte marmeren kap over een stervend reuzenlicht. Het schijnsel handhaafde zich ruim een kwartier Van tijd tot tijd gloeide het aan, dan links, dan rechts van den steven als kwa men hier en daar nieuwe onderzeesche lichten den glans versterken. Opeens straalde het schijnsel weer op tot zijn eerste kracht. We voeren als in een poolzee, geruisch- loos dwars door een ijsveld onder den vollen glans van het noorderlicht.Het ijsveld brak. Zwarte strepen joegen over zijn oppervlak. Het brokkfelde weg. De schotsen dreven geluidloos vaneen. Stil was het. De nacht sluierde de ho rizon dicht. Orion met zijn Drie-koningen dook 't eerst aan den hemel op. De zee had opgehouden te vuren. De miljarden lichtende wezentjes, die ons dit natuurverschijnsel hadden geboden, wa- en verdwenen in haar zwarten gloed. BUITENLAND. UIT CHINA. (Nadruk verboden). Shanghai, 12 Maart. Half Februari hebben wij Chineesch Nieuwjaar gevierd, een feest dat op zijn minst een week in beslag neemt. Alles, stil: de winkels zijn gesloten, geen lange rijen koelies dragen zakken rijst en balen thee de schepen in, de handel ligt stil, de Banken en de Goud-beurs hebben va- cantie. Het is als een Hollandsche Zon dag, maar voor hier een vreemde uitzon dering op de onophoudelijke bedrijvig heid het geheele jaar rond. Alleen de vuurwerkwinkel naast den tempel is open en daar verdringen de koopers el kaar. Millioenen dollars moeten er in deze dagen door China aan knal-vuur werk verdaan worden! Nacht en dag schieten de knal-projectielen de lucht in, en wanneer de rust der booze gees ten er even grondig door verstoord wordt als de onze, dan beantwoordt al dat lawaai inderdaad aan zijn doel; en dan zal het een goed jaar voor China worden. Want de booze geesten hebben toch maar alle misère op hun gewetenI Een slecht voorteeken is het overi gens, dat het na maanden lang zonnig weer nu juist op Chineesch Nieuwjaar begon te regenen. Chineezen hechten sterk aan dergelijke voorteekens; zonne schijn of regen op een trouw- of geboor tedag bijv, is voor hen van het grootste gewicht. Toch zijn er dan ook wel weer eens gelegenheden waarbij elk Chinees de blakende zonneschijn verwenscht, en van een flinke regenbui alles verwacht wordt. Zoo herinner ik me den vorigen zomer in de bergen, hoe daar dagen achter elkaar een processie met eentonig gong-gegalm over den grootten weg door het bergdal trok. Wij hadden stralend zomerweer, maar regen moést en zou er komen, want de geheele rijstoogst stond op het spel. En dus trok die processie rond om regen af te smeeken; en met zorgelijk gezicht lichtte een Chineesche vrouw mij in, dat er zeker door den een of ander rijst op den grond was gemorst bij zijn eten, want op een dergelijke verkwisting wreken de goden zich altijd onmiddellijk Het verkrijgen van het dagelijksch brood is voor de overgroote meerderheid der Chineezen dan ook de eenige belang rijke factor in hun leven. Zij brengen dat leven door in den grootsten eenvoud, en blijven daarbij tevreden. Europeanen zouden in hun geval al lang over „be hoeftige omstandigheden" geklaagd heb ben en verontwaardigde artikelen zouden er in geïllustreerde bladen verschenen zijn over de primitieve woning-toestan- den. Bij dozijnen tegelijk wonen zij in miniatuur-huizen van stroo en iri de zon gedroogde klei-tegels, waarin als eenig huisraad een paar slaapmatten en houten bankjes staan. De Chinees echter berust in dat alles met een zekere fatalistische levensblij heid: een stereotype glimlach op zijn gezicht. Velen van hen hebben nooit van hun leven eerste-hands kleeren be zeten, en een ziekte, dat wil dus zeggen een mond die eet, zonder een hand die werkt, beteekent per se de ondergang van het individu. Daarom is hun dage lijksch brood hun levensbehoud en de prijs van de rijst een kwestie van „to be or not to be." Daarom is het ook nood zakelijk, dat alle kleine kinderen in een gezin meewerken om hun eigen kost te verdienen. En zoo ziet men die kleufor* in de werkplaatsen staan, bezig met fi guurtjes uitsnijden in papieren vlaggetjes, doosjes plakken, e.d. En dus is de kinder arbeid in de fabrieken ook noodzakelijk, en als de philanthropen in het Westen, die niet verder kijken dan him neus lang is, hun zin krijgen en de kinderarbeid be perkt of afgeschaft wordt, dan gaat het er voor China bedenkelijk uitzien. Nu is de overbevolking nog niet zulk een ur gente kwestie, maar als er ooit minder werk komt, dan gaan aliè gezinnen, die het nu nog net kunnen bolwerken, red deloos te gronde. Wie werkt voor zijn voedsel kan zich de luxe van werkeloos heid niet permittecren. Met dat al: zal het een goed jaar voor China worden? Het ziet er volgens de uiterlijke omstandigheden nog niet erg naar uit. Eigenlijk zou ook niet anders te verwachten zijn. China is nooit een een heid geweest, maar een complex van pro vincies, die tribuut naar Peking zonden, en verder vrijwel zelfstandig geregeerd werden door de districtsbevelhebbers. Zoon provincie heeft vaak een inwoner aantal van een 50 millioen; vergelijk Ne derland daar eens bij! Dit provincialisme zit hun in het bloed en het zou al heel vreemd zijn, wanneer zij nu plotseling bij het uitroepen van de republiek nationa- lisch waren gaan voelen. Zij zijn ook niet gebonden door een eenheid van ras; van het Noorden naar het Zuiden gaat het om afstanden als van Holland naar Zuid- Italië, en de rustige, rijzige man van het Noorden verschilt al evenveel van den bewegelijken Cantonees, als een Fries verschilt van een Napolitaan. Het is nog de vraag of het een goed jaar voor China zal worden, nu het regeerigssysteem blijkt niet te deugen. De provinciale bevelhebbers beoorlogen elkaar, en de inkomsten uit de provincies blijven onderweg in diverse zakken han gen en bereiken Peking niet. Staatsamb tenaren worden bijgevolg eenvoudig niet betaald. Vlak voor Nieuwjaar moet er een heel gedrang zijn geweest om de leege schatkist van lieden,die op achter stallig salaris hoopten, o.a. van de politie, die absoluut op zwart zaad zat. Helaas komen de tribuutgelden, die dan dus in de provincies blijven hangen, de land bevolking allesbehalve ten goede. Meer dan ooit worden zij door bandieten en soldaten (een synoniem!) gekweld, en door extra-belastingen beroofd van 't beetje dat hun nog overbleef. Ook is de zeeroof weer in eere her steld. Ik weet niet of dergelijke feiten ook tot de buitenlandsche pers door dringen, maar ons hier deed het zeer middeleeuwsch aan, vooral toen het bij een der eerst voorkomende gevallen bleek te doen te zijn om een aantal kisten Chineesche dollars. „Ze hadden veel Spaansche matten aan boord"; en dit citaat gaat merkwaardig goed op, omdat onze Mexikaansohe dollar hier onmidde- lijk verwant en in waarde gelijk is aan de Spaansche raatten. Zulk een dollar en zijn onderafdee- lingen geeft je nog heel wat hoofdbre ken hier in het begin. Hij is nominaal 100 cent waard, maar inderdaad krijg je er om en bij de 230 voor. Verder is hij onderverdeeld in vijf 20-centstuk- ken; wanneer men echter een dollar wis selt, krijgt men er zes voor terug, bene vens een aantal coppercenten. Wie hier pas is voelt zich nooit zeker van den in houd van zijn beurs, denkt telkens dat hij -teveel wisselgeld terugkrijgt, of loopt resoluut een postkantoor weer uit, vol verontwaardiging over zoo'n afzetters- land, waar ze hem voor een postzegel van 10 cent 24 coppers durven vragen! En dan is de wanhoop, dat er onder die coppers weer een massa ongeldige schui len, door Japan in omloop gebracht, niet van brons maar van lichtgeel koper. Toen de rijstuitvoer een paar jaar ge leden verboden was, en de Chineesche boeren zich daar niet aan wenschten te houden, kwamen Japansche booten de Yangtze op, en ruilden de Chineesche rijst in tegen deze namaak-munt, die de volle waarde miste en dus nooit voor geldig is doorgegaan. De smokkelende boeren hadden echter natuurlijk geen recht op klagen, Japan is China altijd te slim af. Een Japanner is trouwens in alle opzichten slim en van alle markten thuis, en over alles kan hij meepraten, Mijn laatste gesprek met een Japanner liep overigens uit op een treurige onder vinding. Na een reeks beleefde buigingen en glimlachen vroeg hij mij, wat voor een taal wij toch eigenlijk met elkaar spraken: „German?" Ik legde hem uit, dat we Hollandsch waren, „u weet wel, een klein land in de buurt van Germa ny", enz. „O, jawel", zei hij, „België?" en glim lachte Ik glimlachte terug en legde het nog eens uit. „Ja, ik weet het al", boog hij toen volijverig, „U komt uit Luxem burg!" Van het Koninkrijk der Nederlanden had hij nooit gehoord! Etectriscbe Drukkerij G. W. deu Boer, Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1926 | | pagina 6