No. 84
Zaterdag ÏO April 1926
169° Jaargang
IIIDDEUURISEHE COURANT.
3Ui nommer bestaat oit TWEE bladen.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar
taal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
voor de andere gemeenten p, post £2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
tiiigen £2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
oent per week.
Aa v erten tién worden berekend
?>er regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentiên: 30
<eeat per regeL
Ingezonden Mededeelin-
1 e,n 50 cent per regeL
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
van 17 regels 2.10, elke regel meer
30 cent
Kleine advertentiên niet
fflrooter dan vijf regels druks en waaibij
Üs aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
TOQniitbetaling.
Advertentiên onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiên moeten, willen ze nog in
•ons blad van dienzelfden dag worden
ragenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
<005 Bureau bezorgd zijn.
Postcheque en Gironummer 43255
TEM HERINNERING AAN
M1CIIIEL DE Ul YTER.
Aan heit eind dezer maand, den 29sten
April, zal herdacht worden dat twee en
•en halve eeuw geleden Michiel Adriaans-
zoon de Ruyter te Syracuse overleed
aan de wonden die hij zeven dagen te
voren in een zeeslag bij die stad had
bekomen.
Het is waarschijnlijk, dat deze her
innering aan den Vlissinger Michïeï niet
zal voorbijgaan, zonder dat oolc in Zee
land deze groote Zeeuw herdacht zal
worden, al hebben we nog niets van be
paalde voornemens gehoord. In ieder j*e-
val "is er voor een Zeeuwsch blad aan
leiding om een oogenblik bij de betee
kenis van De Ruyter stil te staan.
Niét omdat die beteekenis zoo speciaal
Zeeuwsch is. De Ruyter is hier geboren,
maar zijn groote daden heeft hij ged
niet In het bijzonder als Zeeuw, maar
als Nederlander, ten bate van de Réjm-
bliek 'der Vereenigde Nederlanden. Als
we gingen uitzoeken wat hij als Zeeuw
heeft gedaan, zouden we 'terecht moeten
komen bij zijn reizen als koopvaardijka
pitein voor de gebroeders Oor nel ïs
Adriaan Lampsens. Behalve dan natuur
lijk zijn kortstondig aandeel in de touw
slager ij, waarvan het bekende wiel In
het Museum van het Zeeuwsch Genoot
schap nog altijd getuigt.
Want al stond hij ook vele jaren in
dienst van de Admiraliteit van "Zeeland,
het werk dat hij als zoodanig deed was
een onderdeel van de heele actie van de
Republiek.
Direct contact met hetgeen De Ruyter
deed, hebben de huidige Zeeuwen wei
nig. Ze zijn geen zeevaarders meer, en
wat hier aan oorlogsmarine is, vormt
«en onderdeel van een vloot die zijn een-
JfMUETOl
De Hof der Lengenen.
Naar het Engelsch
Tan JUSTUS MILE FOSMAN.
D.oor J. S.
20)
„Man, houd op, houd op. Weet ik
niet alles wat je daar zegt even goed
als jij? I-Ieb ik niet eindelooze nachten
wakker gelegen en er over getobt? Houd
op, -Von Altdorf IIc kan het nu niet
verdragen. Wacht er mee, tot het aan de
orde is. Geef me tijd om er over te
denken Ach, heeft ooit een mensch
zooveel zorg gehad?"
„Nog een ding" hield Von Altdorf
aam vEen belangrijk ding. U bent zoo
goed als zeker gevolgd op uw reis hier
heen Die duivels zijn te actief om het
na te laten. Georgias zal liet niet gewe
ten hebben, want die is in het gebergte
in de buurt van Maarkin, maar zijn
oppermoordenaar, Von Steinbrüche,
altijd in de hoofdstad voor de spionn'age
Binnen één of twee dagen zal hij weten
waar gij u bevindt als hij u ten min
ste, wat nog waarschijnlijker is, als een
schaduw gevolgd heeftdan zouden
zijn mannen al hier zijn. In ieder geval,
sir, blijf zooveel mogelijk binnenshuis!
Ga nooit uit zonder een van ons, er
ga m den avond in het geheel niet
trüm elders heeft en voor, een niet gering
deel van elders gevoed wordt.
We hebben hem dus te gedenken als
een Zeeuw die groo-te dingen gedaan
heeft als Nederlander.
En nu heeft het ons altijd een leemte
n Jiel geschiedenisonderwijs op de mees
te scholen toegeleken, dal daar wel ver
teld word welke eindresultaten door De
Ruyter behaald werden, en ook dat hij
zoo'n geloovig christen was, maar dat
het aan de kinderen slechts hoog zelden'1
wordt duidelijk gemaakt, waarin toch
wel het bijzonder gróóte van De Ruyter
zat. Als men de gewone verhalen van
de zeegevechten uit die dagen leest, zou
men werkelijk tot de conclusie komen,
dat de twee vloten eenvoudig op elkaar
toevoeren on dan gingen schieten, totdat
ten slotte wel bleek wie van de twete
eigenlijk was overgebleven. We hebben
eerst lang na den schooltijd uil de uiteen
zettingen van zee-officieren begrepen,
welk een ontzaglijke kennis van de
vaart, en van de zeilkunst, en welk een
merkwaardig snel inzicht in veranderen
de mogelijkheden van het oogenblik noo
dig moeten zijn geweest om de resultaten
te bereiken, die hem beroemd maakten.
We hebben ook eerst vee! later, door
het lezen van uitvoeriger geschiedverha-
halen begrepen, wat de beteekenis
De Ruyter is geweest door zijn invloed
als vlootvoogd op de samenstelling van
de vloot, en wat hij. de goedige, strenge,
maar bovenal eerlijke bevelhebber, heeft
gewrocht voor het handhaven van de
tucht in een tijd waarin liet met del
tucht op de vlooi vaak heel slecht gesteld!
was. We behoeven voor dat laatste
slechts te herinneren aan de al te veto
gevallen van het wegvluchten van
teins nog voor de slag goed aan den gang
was.
In De Ruyter kunnen wij. het verre
nageslacht, de verpersoonlijking eeren
van de zeevarende Nederlanders uit het
derde kwart der zeventiende eeuw. een
geslacht van zeelui dat durf had, dat
overal heen voer, dat zeer knap was
in de zeevaartkunde (veel knapper dan
onze zeevaarders van de 18de eeuw)
dat geen zin had zich van zijn plaats
te laten dringen door den aanmatigenden
Etigelschen concurrent.
Maar dan een verpersoonlijking van
alleen de Déste eigenschappen van dat
geslacht zeevaarders, dat ook verschei
dene minder goede eigenschappen bezat
Velen van hen waren allesbehalve heilige
boontjes, waren zeer ruw, vaak hebzuch
tig, en bedierven door hun roekeloosheid
meermalen het goede dat anderen met
moeite hadden opgebouwd.
Uit dat geslacht van zeevaarders steeg
De Ruyter omhoog, met andere groolcn
naast zich, maar hij toch grooter dan a!
de anderen. Niet zoozeer om zijn be
kwaamheid als zeeman en om zijn moed.
Immers dat bezaten zijn mede-admiraals
ook. Maar grooter, vooral om den broe
den kijk dien hij op al de dingen had,
Het is niet zonder persoonlijke reden,
dat juist hij zooveel succes verkreeg in
do bemoeiing met de zaken in de Oost
zee. Men voelt van zelf zijn degelijke
voorbereiding en kundige taktiek als ver
klaring van het merkwaardige welslagen
van den tocht naar Chattam, en van den
gunst igen afloop van den zoo gcwichtigen
zeeslag bij Kijkduin, en van zooveel an
dere ondernemingen.
'De Ruyter was de uitvoerder op zee
va,n de politiek van Jan de Witt. Dat
was een politiek die ons land groot
maakte, die echter oolc d a d e n vroeg
zooals ze tevoren nog niet door de jonge
republiek, waren gedaan. Dat die daden,
voor zoover De Ruvler ze leidde, meestal
lot succes leidden, heeft zijn" landgenoo-
tcn diep geïmponeerd. De talrijke hul
digingen door ketens en geschonken zijn
er een bewijs van. En zéér merkwaardig
daarbij was, dat blijkens die huldigingen-
zijn bemoeiingen zoo vaak ver buiten liet
directe landsbelang reikten, We moeten
komen lot de huldiging van generaal
Foeh in den jongsleu geallicerdcn-oor-
■tog om een voorbeeld te vinden van hul
digingen als die welke aan De Ruyter
werden betoond, een gouden keten en
«erepenning van Denemarken, zelfs ver
heffing in den Deenschen adelstand, en
verlecning van den hertogstitel door den
Koning van Spanje Zijn praalgraf te Am
sterdam was het laatste bewijs van de
veneering die de lijdgenootcn in ons land
voor hem Jiadden.
Zulke eerbewijzen geeft men niet aan
iemand die louter een vechtjas is, zonder
moer. Als kind van zijn tijd was hij óók
oen vechtjas, en een goede' Maar hij was
tevens een organisator van lice! nieuwe
dingen op het gebied van den zeeoorlog,
waarmee hij de veiligheid van onzen
staat, en de welvaart van onzen handel
heeft weten te beschermen Dat zijn din
gen waarvoor ieder hem dankbaar mag
zijn, die nog in onzen tijd waarde hecht
aan hetgeen ons voorgeslacht in die da
gen van spanning en strijd tegen sterke
tegenstanders heeft weten tol stand te
brengen.
de deur uit. Denk er aan, dat ge ze niet
de kans geeft, een tijding uit Parijs te
zenden, die Georgias groot genoegen zou
doen. en die hem de kans zouden geven
ge weet wel waarop!"
De prins slak met een hulpeloos ge
baar ^ijn armen uit.
„Ik ben in uw hand, heeren", zei "hij
vermoeid „Doe maar, zooals gij wilt.
Aan één ding houd ik vast. Ik ben hier
in Parijs; of dat wijs of dwaas is, doet
er minder toe, maar ik blijf hier, lot
ik mijn vrouw heb gesproken en mij aan
haar heb bekend gemaakt, en wij het
samen over de toekomst eens zijn ge-
woorden. Ik ga niet naar Novodnia te
rug, voor ik weet, dal alles is geregeld (en
dat prinses Eleanor mij volgen zal,
zoodra ze er toe in staat is."
„Maar dat, sir begon de
oude Mac Kensie, maar Von Alldori
hief bevelend de hand op.
„Nu, daarmede moeten we dan tevre
den zijn", zei Von Altdorf. „Alleen
weet, dat prinses Eleanor nog niet in
staat is de waarheid te hooren of uw
bezoek te ontvangen op het oogenblik,
sir. Wc moeten wachten, en Uw persoon
gedurende dien lijd zorgvuldig bewaken
God geve, dat er niets onherstelbaars
in Novodnia gebeurt, terwijl gij afwezig
zijt."
Denis Mallory had voor een raam
gestaan, dat op de Rue Boissonadc uit
kwam eu had door de tulle gordijnen
HAAGSCHE BRIEVEN.
(Nadruk verboden.)
.Tuist was mijn vorige Ilaagsche brief
ter post gegaan, toen hier de grootste
Haagsche gebeurtenis plaats had. die we
in jaren beleefd hebben- Dal was de
opening van den Bijenkorf. Lang voor
dien had deze inrichting reeds onze volle
belangstelling. Twee jaar was er aan
gewerkt, en dat m onze rustjgc residen
tie. waar men niet gewoon is*aan groote
werken. Men kent hier geen groote in
dustrie, geen havenbedrijf, geen heiwerk,
als te Amsterdam, en als er ergens een
piano wordt opgeheschen of een groote
winkelruit wordt ingezet, staat hel straat
publiek al met open mond te kijken. I'
kunt u dus voorstellen, wat een afwisse
ling onze Bijenkorf ons in die twee jaar
al gebracht heeft. Groote stakingen had
den er plaats, met posten cn politic-es
cortes van werkwilligen. De bouwkraan
was een merkwaardigheid, de groote bou
ten opstanden met het bclonstorlen wa
ren een bezienswaardigheid waar het
kappen van een boom, iels dat al heel
wat beteekent voor den wandelaar, maar
een kleinigheid bij leek. We zagen het
ding groeien, en 'waren vol afwachting,
vol verwachtingen 'wanneer het nu klaar
zou komen en open zou gaan De laatste
dagen was de spanning geweldig, zoo
groot, dat er telkens nieuwe geruchten
gingen. En eindelijk, 25 Maart, had die
gebeurtenis plaats.
Zelden heeft men hier zulk een drukte
gezien, zulk een gedrang van menschen
die er den eersten dag, neen het eerste
uur al. binnen wenschten te zijn. De po;
litie moest met een flinken staf de men
schen in bedwang houden, deed voor
treffelijk haar werk. liet bij grdepjes
honderd het publiek in het koopparadijs
binnen.
Nu is het werkelyk een bijzonder iets,
het grootste magazijn van Nederland niet
alleen, maar ook het fraaiste, niet tal
van moderniteiten en met tal van kunst
zinnige nouveauteitenr liet is een bouw
werk dat bewondering afdwingt, een
gnoote conceptie, meesterlijk uitgevoerd
Onze beste kunstenaars hebben er aan
medegewerkt, aan het glas in lood, aan
het beeldhouwwerk cn de 'betimmering,
en aan tal van onderdeden in de uit
voering.
Onze trots op den Bijenkorf is werke
lijk gerechtvaardigd.
Nu is liet gebouw veertien dagen open
en nog is men van de bewondering en
vreugde erover niet bekomen. Nog is lie)
eerste wat men elkander vraagt „Ben
je al in de Bijenkorf geweest Nog loopt
het vol, van bewonderaars en nieuwsgie
rigen, nog heeft liet volle aanspraak op
zijn typischen naam. zwermt men er in
jsn uit.
Want aan een warenhuis zooals de
Bijenkorf is, moet ecu publiek als men
in den Haag heeft, wennen. Een wereld
stad-établissement in onze rustige resi
dentie. Wc zijn er zoo maar door gelijk
gesteld met steden als Brussel cn als Pa
rijs, zou ik byna zeggen. Een magazijn
waar alles te krijgen is, tot levensmid
delen, versche groenten en vleescli cn
visch toe, is wel erg uitheemsch. Ja
misschien te uitheemsch. wariT het gaan
winkelen met een net voor levensmid
delen is geen usance bij de Nederland-
sche huisvrouw-. Zouden we het leeren
nu de Bijenkorf er is9 Misschien is
is dit een gevaarlijk experiment. Maar
snuisterijen, speelgoed, toiletbenoodigd-
heden en opschik-koopen we er zeker, en
althans in dezen tijd, nu het de bekoring
van het nieuwe nog zoo heeft. Van het
fonkelnieuwe. Men is nog in liet stadijum
van trotsch te zijn. vooral de dames, op
een stuk uit dat groote vier verdiepte
huis Op een hoedje en een stukji
kleeren vooral. En dan de grool'schheid
van een postkantoor in die zaak Is het
niet de moeite waard om daar een post
zegel te koopen of een briefkaart aan een
kennis te verzenden1 Een reisbureau,
waar men een kaartje naar Parijs ol'
Bazel kan krijgen of een biljet voor een
vlucht naar Londen? Dat is toch zeker
een bezienswaardigheid!
Maar ook voor hel kinderlijk gemoed
ïs er te genieten Een belangrijke attrac
tie is de roltrap Daar wil iedereen eens
mee gereden hebben. Daar wordt ge
drongen Een gratis kermisvermaak Het
geldt nog als een genoegelijlcheid, moet
nog de periode doormaken die de pont
over het Y gehad heeft in Amsterdam
in de eerste dagen, toen de vaart vrij
•was en de schoolkinderen er een spel
Ietj'c van maakten. Daar moeten we hier
nog grootsTtedsch voor worden, om dal
ding als iets nuttigs en nipt als vermaak
te gebruiken.
En dan wil men er natuurlijk gaap
thee drinken Dat is nu eenmaal een
Haagsche liefhebberij om te gaan thee
drinken in de stad. En nu dat gecombi
neerd kan worden met de plicht <jie
iedere I-Iagenaar op zich voelt rusten om
de Bijenkorf te zien, loopt het erg druk.
eiken middag weer, van theelustigen, die
er dringen, die door het personeel in be
dwang gehouden moeten worden en die
er bij troepjes in cn uil mogen.
En nu is er een omstandigheid bijge
komen Dat is de Paaschvacantic. Nu
moet de heele schooljeugd er naar toe
cm le rollrappen en te Hiften en te kijken
En onze logé niet te vergelen. Het zou
onheusch zijn. ja meer. ongepermitteerd
om niet zijn gasten dat groote wond»
te vertoonen. De Bijenkorf krijgt nu in
deze dagen een groot deel van zijn Ne
derlandsche vermaardheid.
Men zou haast vragen of er niet een
staan gluren.
Hij draaide zich nu om en wenkte!
Von Altdorf met de oogen. Deze kwam
een oogenblik later als toevallig langs
hem heen.
„Er staan een paar verdacht uitzien
de kerels al een half uur lang naar hel
huis te loeren", fluisterde Mallory. „Zij
zien cr uit als Raliaanscho modellen zon
der werk, maar ik geloof niet, dat ze
hel zijn- ik ken bijna al die kerels,
deze heb ik nog nooit gezien en hun op
treden is verdacht.
Von Altdorf loerde door liet venster
lol de beide mannen zich een oogenblik
lieten zien Aan zijn grimmig gezicht was
het duidelij"k, dat hij ze herkende.
„Ik heb wel gezegd, dat ze komen
zouaen!" fluisterde hij. „Een van de
twee is baron Von Steinbrüche en de
andere is een schobbejak, die hij in
zijn dienst heeft. De schurk vindt' het
werk heel belangrijk, anders zou hij niet
zelf gekomen zijn Von Steinbrüche is
een Oostenrijker, die uit Wcencn heeft
moeten vluchten, omdat hij bekend raak
te als valsche speler. Bovendien maakte
hij zich vaak aan afpersing schuldig. Hij
is Georgia's rechterhand. Nu zal het
zaak zijn de beide kerels weg le krijgen,
voordat de prins het huis verlaat Creigli-
ton, kom eens even hier."
Ik kwam naar hel venster en Von Alt
dorf vertelde in het kort, wat hij juist
aan Denis had medegedeeld.
Bijenkorfkoorts heerscht, of we ons niet
een beetje bekrompen en weinig ge
wend toonen, met onze haast om cr heen
te gaan en met onze belangstelling en
onze conversatie cr over.
Maar niettemin is de zaak een bezoek
waard. Zeker, do Galeries Lafayette cn
Selfridge mogen misschien grooter zijn,
maar dc Bijenkorf is ontegenzeggelijk
modern in de beste beteekenis van hel
woord Die paart aan het massale een
kunstzin, is niet cllfché. niet schabione-
achtig zooals de groote warenhuizen in
het buitenland Ik geloof dat we mogen
durven zeggen, dat hij wel'zoowat het
eerste warenhuis is, dat een grooton
kunstzin verraadt cn toont, dat het mas
sale in zijn detailleering, al is het nog
zoo bedoeld voor een groot publiek en
berekend pp algemeene populariteit. Fijn
artistiek kan wezen Of de dames die
bloesjes en jurkjes koopen oog zullen
hebben voor het moderne beeldhouw-
erk in het hout, voor de schoonheden
die het trappenhuis liergt? Dat niet. Dat
verkeerd zijn, want dan zou He be
langstelling van de Paaschaaubiedingon
afraken. Daarmede is ook gerekend. Het
is niet muscumnchtig en de schoonheden
zijn niet opdringerig, ook nikt le sub
tiel. Maar dc conceptie is zoo, dat hot
geheel door dc afwerkiug, door de com
positie tot zijn recht komt, dal men er
zich voelt in een groot, doch niet banaal
gebouw, dat er sfeer is
Zoodat wo als de rage voorbij is. als
iedere dame er geweest is on gekocht
heelt, de zaak zijn vaste klanten e.n zijn
normale bezoek Iicel't gekregen, de Bijen
korf geen gesprek meer is van den dag,
ja door velen vergeten wordt en vnor
anderen. die zich deftig voelen zelfs wat
in discrediet zal raken, onze Bijenkorf
toch altijd blijven zal, een grootsche on
derneming. waarop We geru9t trotsch mo
gen zijn, waarvan we mogen zeggen,
dat niet iedere stad die zoo mooi beeft.
En dan zal hel steeds een gebouw
blijven, waar de sladsflaneur gaarne
een kijkje neemt en eens door loopt
voor dc gezelligheid, waar de winke
lende vrouwen gaarne blijven komen,
v&iar de vreemdeling eens gaat kijken,
i waar mijn lezers, als ze den Haag
••bezoeken, een geschenkje uitzoeken om
mee naar huis le nemen voor de kin
deren, kortom, zooals men dal doet in
Parijs, waar toch altijd een bezoek aan
Louvre, Lafayette of Printemps op hel
programma slaat. V. T.
„Ik denk, dat ze wel zullen aftrekken,
als ze iemand naar buiten zien komen',
zei hij. „Beproef het eens. .Het is beter,
dat ze den prins niet zien."
Ik nam hoed cn slok en liep naar bui
len De beide kerels gingen een eindje
weg en wachtten toe Ze schenen niet
gauw bang te zijn. Toen haalde ik de
concierge, een dikke oude vrouw, die
juist haar middagmaal zat klaar te ma
ken, naar builen Ik droeg zorg, dal de
beide kerels mij niet zagen eu wees
ze de oude vrouw aaü. Ik vertelde haai\
dat Mallory ze voor dieven hield, die
onlangs een van zijn vrienden bestolen
hadden, en die nu een inbraak in baar
huis schenen le beramen. De oude vrouw
wera woedend, en haar houten pollepel
schuddend, zwoer zc, dal die lui er
slecht af zouden komen als ze liaar huis
lo na kwamen.
„Herr Von Steinbrüche en zijn vriend
zuhen in icaer geval wel niet de kan:
krijgen onze concierge uit te hooren
dacht ik zoo bij mezelf.
Do twee mannen liepen voor me, tel
kens omkijkend, de straal uit. Op den
Boulevard gekomen, riepen ze plotseling
een voorbijrijdende fiacre aan, stapten er
in en reden snel weg Ik achtervolgde
ze onmiddellijk in een ander rijtuig Ik
wist wel, dat ik met die achtervolging
niets opschoot, maar ik wilde hen liefst
zoover mogelijk van de Rue Boissonade
verwijderen. Zij gingen den Boulevard
DE ZIEKENIIt ISKWESTIE TE
VLISSINGEN.
Burg. en Wern. van Vlissingen
hebben thans aan den gemeenteraad een
rapport aangeboden over de reeds zoo
langen tijd brandende kwestie van ver
betering van de gemeentelijke zieken
verzorging. Burg. en Welh. geven aller
eerst een overzicht van de vergeef-
sche pogingen, die sedert 1891 zijn ge
daan om afdoende verbetering in d,en
bestaanden toestand te brengen. In dal
jaar werden regenten reeds gemachtigd
'n het Gasthuis wijzigingen en verbete
ringen in de verpleging der zieken aan te
brengen en in te voeren. Er kwam
eenigo uitbreiding tot stand, waarvan
de kosten bedroegen voor eerste in
richting f 1900 en dc jaarlijksch© terug-
keorende kosten f 600, doch dc bezwaren
van de zickenhnisverplegïng in het Gast
huis bleven beslaan. In 1904 dienden
een aantal vooraanstaande ingezetenen
een verzoek bij den raad in, om tot de
oprichting van een hieuw gemeente zie-
Montparnassc op en reden in galop naar
het station, vandaal* de Rue de Flenncs
af naar den Boulevard St. Germain en
zoo naar de Place de la Concorde over
de rivier.
Daar in een maalstroom van rijtui
gen, zooilal ze het mijne niet inteer
konden zien. liet ik omkceren en ging
terug naar de Rue Boissonade
HOOFDSTUK IX.
„Wel zeker zei Miss Jessica Manne
ring. „Laat kolonel Von Altdorf dadelijk
binnenkomen".
Ik schijn de gewoonte tc hebben aan
genomen, hier zoo maar binnen te val
len", zei Von Altdorf, de kleine witte
band drukkende.
„liet is nooit te laat om goede (gewoon
ten aan te nemen. Maar overigens
zij leiae op haar vingers. „Overigens was
u nog maar drie koeren hier geweest
„Drie?" vroeg hij onnoozol. Ik dacht,
daat liet veel, veel meer keeren was
geweest
„Dank u wel', zei Miss Mannering
droogjes".
„Neem me niet kwalijk zei Von Alt
dorf onthutst. „Ik Schijn iets doms ge
zegd te hebben, u kijkt geërgerd Neem
me niet kwalijk, Mademoiselle. Ik hen,
helaas, niet gewend aan het gezelschap
\an names, en ik weet ook niet, wat ik
zeggen moet om. ze genoegen te doen.
Ik vind vrouwen vreemde wezens, Made
moiselle, vreemd en toch heel aardig.
V