No. 84 Zaterdag ÏO April 1926 169° Jaargang IIIDDEUURISEHE COURANT. 3Ui nommer bestaat oit TWEE bladen. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal: op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p, post £2.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- tiiigen £2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 oent per week. Aa v erten tién worden berekend ?>er regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiên: 30 <eeat per regeL Ingezonden Mededeelin- 1 e,n 50 cent per regeL Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels 2.10, elke regel meer 30 cent Kleine advertentiên niet fflrooter dan vijf regels druks en waaibij Üs aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij TOQniitbetaling. Advertentiên onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentiên moeten, willen ze nog in •ons blad van dienzelfden dag worden ragenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan <005 Bureau bezorgd zijn. Postcheque en Gironummer 43255 TEM HERINNERING AAN M1CIIIEL DE Ul YTER. Aan heit eind dezer maand, den 29sten April, zal herdacht worden dat twee en •en halve eeuw geleden Michiel Adriaans- zoon de Ruyter te Syracuse overleed aan de wonden die hij zeven dagen te voren in een zeeslag bij die stad had bekomen. Het is waarschijnlijk, dat deze her innering aan den Vlissinger Michïeï niet zal voorbijgaan, zonder dat oolc in Zee land deze groote Zeeuw herdacht zal worden, al hebben we nog niets van be paalde voornemens gehoord. In ieder j*e- val "is er voor een Zeeuwsch blad aan leiding om een oogenblik bij de betee kenis van De Ruyter stil te staan. Niét omdat die beteekenis zoo speciaal Zeeuwsch is. De Ruyter is hier geboren, maar zijn groote daden heeft hij ged niet In het bijzonder als Zeeuw, maar als Nederlander, ten bate van de Réjm- bliek 'der Vereenigde Nederlanden. Als we gingen uitzoeken wat hij als Zeeuw heeft gedaan, zouden we 'terecht moeten komen bij zijn reizen als koopvaardijka pitein voor de gebroeders Oor nel ïs Adriaan Lampsens. Behalve dan natuur lijk zijn kortstondig aandeel in de touw slager ij, waarvan het bekende wiel In het Museum van het Zeeuwsch Genoot schap nog altijd getuigt. Want al stond hij ook vele jaren in dienst van de Admiraliteit van "Zeeland, het werk dat hij als zoodanig deed was een onderdeel van de heele actie van de Republiek. Direct contact met hetgeen De Ruyter deed, hebben de huidige Zeeuwen wei nig. Ze zijn geen zeevaarders meer, en wat hier aan oorlogsmarine is, vormt «en onderdeel van een vloot die zijn een- JfMUETOl De Hof der Lengenen. Naar het Engelsch Tan JUSTUS MILE FOSMAN. D.oor J. S. 20) „Man, houd op, houd op. Weet ik niet alles wat je daar zegt even goed als jij? I-Ieb ik niet eindelooze nachten wakker gelegen en er over getobt? Houd op, -Von Altdorf IIc kan het nu niet verdragen. Wacht er mee, tot het aan de orde is. Geef me tijd om er over te denken Ach, heeft ooit een mensch zooveel zorg gehad?" „Nog een ding" hield Von Altdorf aam vEen belangrijk ding. U bent zoo goed als zeker gevolgd op uw reis hier heen Die duivels zijn te actief om het na te laten. Georgias zal liet niet gewe ten hebben, want die is in het gebergte in de buurt van Maarkin, maar zijn oppermoordenaar, Von Steinbrüche, altijd in de hoofdstad voor de spionn'age Binnen één of twee dagen zal hij weten waar gij u bevindt als hij u ten min ste, wat nog waarschijnlijker is, als een schaduw gevolgd heeftdan zouden zijn mannen al hier zijn. In ieder geval, sir, blijf zooveel mogelijk binnenshuis! Ga nooit uit zonder een van ons, er ga m den avond in het geheel niet trüm elders heeft en voor, een niet gering deel van elders gevoed wordt. We hebben hem dus te gedenken als een Zeeuw die groo-te dingen gedaan heeft als Nederlander. En nu heeft het ons altijd een leemte n Jiel geschiedenisonderwijs op de mees te scholen toegeleken, dal daar wel ver teld word welke eindresultaten door De Ruyter behaald werden, en ook dat hij zoo'n geloovig christen was, maar dat het aan de kinderen slechts hoog zelden'1 wordt duidelijk gemaakt, waarin toch wel het bijzonder gróóte van De Ruyter zat. Als men de gewone verhalen van de zeegevechten uit die dagen leest, zou men werkelijk tot de conclusie komen, dat de twee vloten eenvoudig op elkaar toevoeren on dan gingen schieten, totdat ten slotte wel bleek wie van de twete eigenlijk was overgebleven. We hebben eerst lang na den schooltijd uil de uiteen zettingen van zee-officieren begrepen, welk een ontzaglijke kennis van de vaart, en van de zeilkunst, en welk een merkwaardig snel inzicht in veranderen de mogelijkheden van het oogenblik noo dig moeten zijn geweest om de resultaten te bereiken, die hem beroemd maakten. We hebben ook eerst vee! later, door het lezen van uitvoeriger geschiedverha- halen begrepen, wat de beteekenis De Ruyter is geweest door zijn invloed als vlootvoogd op de samenstelling van de vloot, en wat hij. de goedige, strenge, maar bovenal eerlijke bevelhebber, heeft gewrocht voor het handhaven van de tucht in een tijd waarin liet met del tucht op de vlooi vaak heel slecht gesteld! was. We behoeven voor dat laatste slechts te herinneren aan de al te veto gevallen van het wegvluchten van teins nog voor de slag goed aan den gang was. In De Ruyter kunnen wij. het verre nageslacht, de verpersoonlijking eeren van de zeevarende Nederlanders uit het derde kwart der zeventiende eeuw. een geslacht van zeelui dat durf had, dat overal heen voer, dat zeer knap was in de zeevaartkunde (veel knapper dan onze zeevaarders van de 18de eeuw) dat geen zin had zich van zijn plaats te laten dringen door den aanmatigenden Etigelschen concurrent. Maar dan een verpersoonlijking van alleen de Déste eigenschappen van dat geslacht zeevaarders, dat ook verschei dene minder goede eigenschappen bezat Velen van hen waren allesbehalve heilige boontjes, waren zeer ruw, vaak hebzuch tig, en bedierven door hun roekeloosheid meermalen het goede dat anderen met moeite hadden opgebouwd. Uit dat geslacht van zeevaarders steeg De Ruyter omhoog, met andere groolcn naast zich, maar hij toch grooter dan a! de anderen. Niet zoozeer om zijn be kwaamheid als zeeman en om zijn moed. Immers dat bezaten zijn mede-admiraals ook. Maar grooter, vooral om den broe den kijk dien hij op al de dingen had, Het is niet zonder persoonlijke reden, dat juist hij zooveel succes verkreeg in do bemoeiing met de zaken in de Oost zee. Men voelt van zelf zijn degelijke voorbereiding en kundige taktiek als ver klaring van het merkwaardige welslagen van den tocht naar Chattam, en van den gunst igen afloop van den zoo gcwichtigen zeeslag bij Kijkduin, en van zooveel an dere ondernemingen. 'De Ruyter was de uitvoerder op zee va,n de politiek van Jan de Witt. Dat was een politiek die ons land groot maakte, die echter oolc d a d e n vroeg zooals ze tevoren nog niet door de jonge republiek, waren gedaan. Dat die daden, voor zoover De Ruvler ze leidde, meestal lot succes leidden, heeft zijn" landgenoo- tcn diep geïmponeerd. De talrijke hul digingen door ketens en geschonken zijn er een bewijs van. En zéér merkwaardig daarbij was, dat blijkens die huldigingen- zijn bemoeiingen zoo vaak ver buiten liet directe landsbelang reikten, We moeten komen lot de huldiging van generaal Foeh in den jongsleu geallicerdcn-oor- ■tog om een voorbeeld te vinden van hul digingen als die welke aan De Ruyter werden betoond, een gouden keten en «erepenning van Denemarken, zelfs ver heffing in den Deenschen adelstand, en verlecning van den hertogstitel door den Koning van Spanje Zijn praalgraf te Am sterdam was het laatste bewijs van de veneering die de lijdgenootcn in ons land voor hem Jiadden. Zulke eerbewijzen geeft men niet aan iemand die louter een vechtjas is, zonder moer. Als kind van zijn tijd was hij óók oen vechtjas, en een goede' Maar hij was tevens een organisator van lice! nieuwe dingen op het gebied van den zeeoorlog, waarmee hij de veiligheid van onzen staat, en de welvaart van onzen handel heeft weten te beschermen Dat zijn din gen waarvoor ieder hem dankbaar mag zijn, die nog in onzen tijd waarde hecht aan hetgeen ons voorgeslacht in die da gen van spanning en strijd tegen sterke tegenstanders heeft weten tol stand te brengen. de deur uit. Denk er aan, dat ge ze niet de kans geeft, een tijding uit Parijs te zenden, die Georgias groot genoegen zou doen. en die hem de kans zouden geven ge weet wel waarop!" De prins slak met een hulpeloos ge baar ^ijn armen uit. „Ik ben in uw hand, heeren", zei "hij vermoeid „Doe maar, zooals gij wilt. Aan één ding houd ik vast. Ik ben hier in Parijs; of dat wijs of dwaas is, doet er minder toe, maar ik blijf hier, lot ik mijn vrouw heb gesproken en mij aan haar heb bekend gemaakt, en wij het samen over de toekomst eens zijn ge- woorden. Ik ga niet naar Novodnia te rug, voor ik weet, dal alles is geregeld (en dat prinses Eleanor mij volgen zal, zoodra ze er toe in staat is." „Maar dat, sir begon de oude Mac Kensie, maar Von Alldori hief bevelend de hand op. „Nu, daarmede moeten we dan tevre den zijn", zei Von Altdorf. „Alleen weet, dat prinses Eleanor nog niet in staat is de waarheid te hooren of uw bezoek te ontvangen op het oogenblik, sir. Wc moeten wachten, en Uw persoon gedurende dien lijd zorgvuldig bewaken God geve, dat er niets onherstelbaars in Novodnia gebeurt, terwijl gij afwezig zijt." Denis Mallory had voor een raam gestaan, dat op de Rue Boissonadc uit kwam eu had door de tulle gordijnen HAAGSCHE BRIEVEN. (Nadruk verboden.) .Tuist was mijn vorige Ilaagsche brief ter post gegaan, toen hier de grootste Haagsche gebeurtenis plaats had. die we in jaren beleefd hebben- Dal was de opening van den Bijenkorf. Lang voor dien had deze inrichting reeds onze volle belangstelling. Twee jaar was er aan gewerkt, en dat m onze rustjgc residen tie. waar men niet gewoon is*aan groote werken. Men kent hier geen groote in dustrie, geen havenbedrijf, geen heiwerk, als te Amsterdam, en als er ergens een piano wordt opgeheschen of een groote winkelruit wordt ingezet, staat hel straat publiek al met open mond te kijken. I' kunt u dus voorstellen, wat een afwisse ling onze Bijenkorf ons in die twee jaar al gebracht heeft. Groote stakingen had den er plaats, met posten cn politic-es cortes van werkwilligen. De bouwkraan was een merkwaardigheid, de groote bou ten opstanden met het bclonstorlen wa ren een bezienswaardigheid waar het kappen van een boom, iels dat al heel wat beteekent voor den wandelaar, maar een kleinigheid bij leek. We zagen het ding groeien, en 'waren vol afwachting, vol verwachtingen 'wanneer het nu klaar zou komen en open zou gaan De laatste dagen was de spanning geweldig, zoo groot, dat er telkens nieuwe geruchten gingen. En eindelijk, 25 Maart, had die gebeurtenis plaats. Zelden heeft men hier zulk een drukte gezien, zulk een gedrang van menschen die er den eersten dag, neen het eerste uur al. binnen wenschten te zijn. De po; litie moest met een flinken staf de men schen in bedwang houden, deed voor treffelijk haar werk. liet bij grdepjes honderd het publiek in het koopparadijs binnen. Nu is het werkelyk een bijzonder iets, het grootste magazijn van Nederland niet alleen, maar ook het fraaiste, niet tal van moderniteiten en met tal van kunst zinnige nouveauteitenr liet is een bouw werk dat bewondering afdwingt, een gnoote conceptie, meesterlijk uitgevoerd Onze beste kunstenaars hebben er aan medegewerkt, aan het glas in lood, aan het beeldhouwwerk cn de 'betimmering, en aan tal van onderdeden in de uit voering. Onze trots op den Bijenkorf is werke lijk gerechtvaardigd. Nu is liet gebouw veertien dagen open en nog is men van de bewondering en vreugde erover niet bekomen. Nog is lie) eerste wat men elkander vraagt „Ben je al in de Bijenkorf geweest Nog loopt het vol, van bewonderaars en nieuwsgie rigen, nog heeft liet volle aanspraak op zijn typischen naam. zwermt men er in jsn uit. Want aan een warenhuis zooals de Bijenkorf is, moet ecu publiek als men in den Haag heeft, wennen. Een wereld stad-établissement in onze rustige resi dentie. Wc zijn er zoo maar door gelijk gesteld met steden als Brussel cn als Pa rijs, zou ik byna zeggen. Een magazijn waar alles te krijgen is, tot levensmid delen, versche groenten en vleescli cn visch toe, is wel erg uitheemsch. Ja misschien te uitheemsch. wariT het gaan winkelen met een net voor levensmid delen is geen usance bij de Nederland- sche huisvrouw-. Zouden we het leeren nu de Bijenkorf er is9 Misschien is is dit een gevaarlijk experiment. Maar snuisterijen, speelgoed, toiletbenoodigd- heden en opschik-koopen we er zeker, en althans in dezen tijd, nu het de bekoring van het nieuwe nog zoo heeft. Van het fonkelnieuwe. Men is nog in liet stadijum van trotsch te zijn. vooral de dames, op een stuk uit dat groote vier verdiepte huis Op een hoedje en een stukji kleeren vooral. En dan de grool'schheid van een postkantoor in die zaak Is het niet de moeite waard om daar een post zegel te koopen of een briefkaart aan een kennis te verzenden1 Een reisbureau, waar men een kaartje naar Parijs ol' Bazel kan krijgen of een biljet voor een vlucht naar Londen? Dat is toch zeker een bezienswaardigheid! Maar ook voor hel kinderlijk gemoed ïs er te genieten Een belangrijke attrac tie is de roltrap Daar wil iedereen eens mee gereden hebben. Daar wordt ge drongen Een gratis kermisvermaak Het geldt nog als een genoegelijlcheid, moet nog de periode doormaken die de pont over het Y gehad heeft in Amsterdam in de eerste dagen, toen de vaart vrij •was en de schoolkinderen er een spel Ietj'c van maakten. Daar moeten we hier nog grootsTtedsch voor worden, om dal ding als iets nuttigs en nipt als vermaak te gebruiken. En dan wil men er natuurlijk gaap thee drinken Dat is nu eenmaal een Haagsche liefhebberij om te gaan thee drinken in de stad. En nu dat gecombi neerd kan worden met de plicht <jie iedere I-Iagenaar op zich voelt rusten om de Bijenkorf te zien, loopt het erg druk. eiken middag weer, van theelustigen, die er dringen, die door het personeel in be dwang gehouden moeten worden en die er bij troepjes in cn uil mogen. En nu is er een omstandigheid bijge komen Dat is de Paaschvacantic. Nu moet de heele schooljeugd er naar toe cm le rollrappen en te Hiften en te kijken En onze logé niet te vergelen. Het zou onheusch zijn. ja meer. ongepermitteerd om niet zijn gasten dat groote wond» te vertoonen. De Bijenkorf krijgt nu in deze dagen een groot deel van zijn Ne derlandsche vermaardheid. Men zou haast vragen of er niet een staan gluren. Hij draaide zich nu om en wenkte! Von Altdorf met de oogen. Deze kwam een oogenblik later als toevallig langs hem heen. „Er staan een paar verdacht uitzien de kerels al een half uur lang naar hel huis te loeren", fluisterde Mallory. „Zij zien cr uit als Raliaanscho modellen zon der werk, maar ik geloof niet, dat ze hel zijn- ik ken bijna al die kerels, deze heb ik nog nooit gezien en hun op treden is verdacht. Von Altdorf loerde door liet venster lol de beide mannen zich een oogenblik lieten zien Aan zijn grimmig gezicht was het duidelij"k, dat hij ze herkende. „Ik heb wel gezegd, dat ze komen zouaen!" fluisterde hij. „Een van de twee is baron Von Steinbrüche en de andere is een schobbejak, die hij in zijn dienst heeft. De schurk vindt' het werk heel belangrijk, anders zou hij niet zelf gekomen zijn Von Steinbrüche is een Oostenrijker, die uit Wcencn heeft moeten vluchten, omdat hij bekend raak te als valsche speler. Bovendien maakte hij zich vaak aan afpersing schuldig. Hij is Georgia's rechterhand. Nu zal het zaak zijn de beide kerels weg le krijgen, voordat de prins het huis verlaat Creigli- ton, kom eens even hier." Ik kwam naar hel venster en Von Alt dorf vertelde in het kort, wat hij juist aan Denis had medegedeeld. Bijenkorfkoorts heerscht, of we ons niet een beetje bekrompen en weinig ge wend toonen, met onze haast om cr heen te gaan en met onze belangstelling en onze conversatie cr over. Maar niettemin is de zaak een bezoek waard. Zeker, do Galeries Lafayette cn Selfridge mogen misschien grooter zijn, maar dc Bijenkorf is ontegenzeggelijk modern in de beste beteekenis van hel woord Die paart aan het massale een kunstzin, is niet cllfché. niet schabione- achtig zooals de groote warenhuizen in het buitenland Ik geloof dat we mogen durven zeggen, dat hij wel'zoowat het eerste warenhuis is, dat een grooton kunstzin verraadt cn toont, dat het mas sale in zijn detailleering, al is het nog zoo bedoeld voor een groot publiek en berekend pp algemeene populariteit. Fijn artistiek kan wezen Of de dames die bloesjes en jurkjes koopen oog zullen hebben voor het moderne beeldhouw- erk in het hout, voor de schoonheden die het trappenhuis liergt? Dat niet. Dat verkeerd zijn, want dan zou He be langstelling van de Paaschaaubiedingon afraken. Daarmede is ook gerekend. Het is niet muscumnchtig en de schoonheden zijn niet opdringerig, ook nikt le sub tiel. Maar dc conceptie is zoo, dat hot geheel door dc afwerkiug, door de com positie tot zijn recht komt, dal men er zich voelt in een groot, doch niet banaal gebouw, dat er sfeer is Zoodat wo als de rage voorbij is. als iedere dame er geweest is on gekocht heelt, de zaak zijn vaste klanten e.n zijn normale bezoek Iicel't gekregen, de Bijen korf geen gesprek meer is van den dag, ja door velen vergeten wordt en vnor anderen. die zich deftig voelen zelfs wat in discrediet zal raken, onze Bijenkorf toch altijd blijven zal, een grootsche on derneming. waarop We geru9t trotsch mo gen zijn, waarvan we mogen zeggen, dat niet iedere stad die zoo mooi beeft. En dan zal hel steeds een gebouw blijven, waar de sladsflaneur gaarne een kijkje neemt en eens door loopt voor dc gezelligheid, waar de winke lende vrouwen gaarne blijven komen, v&iar de vreemdeling eens gaat kijken, i waar mijn lezers, als ze den Haag ••bezoeken, een geschenkje uitzoeken om mee naar huis le nemen voor de kin deren, kortom, zooals men dal doet in Parijs, waar toch altijd een bezoek aan Louvre, Lafayette of Printemps op hel programma slaat. V. T. „Ik denk, dat ze wel zullen aftrekken, als ze iemand naar buiten zien komen', zei hij. „Beproef het eens. .Het is beter, dat ze den prins niet zien." Ik nam hoed cn slok en liep naar bui len De beide kerels gingen een eindje weg en wachtten toe Ze schenen niet gauw bang te zijn. Toen haalde ik de concierge, een dikke oude vrouw, die juist haar middagmaal zat klaar te ma ken, naar builen Ik droeg zorg, dal de beide kerels mij niet zagen eu wees ze de oude vrouw aaü. Ik vertelde haai\ dat Mallory ze voor dieven hield, die onlangs een van zijn vrienden bestolen hadden, en die nu een inbraak in baar huis schenen le beramen. De oude vrouw wera woedend, en haar houten pollepel schuddend, zwoer zc, dal die lui er slecht af zouden komen als ze liaar huis lo na kwamen. „Herr Von Steinbrüche en zijn vriend zuhen in icaer geval wel niet de kan: krijgen onze concierge uit te hooren dacht ik zoo bij mezelf. Do twee mannen liepen voor me, tel kens omkijkend, de straal uit. Op den Boulevard gekomen, riepen ze plotseling een voorbijrijdende fiacre aan, stapten er in en reden snel weg Ik achtervolgde ze onmiddellijk in een ander rijtuig Ik wist wel, dat ik met die achtervolging niets opschoot, maar ik wilde hen liefst zoover mogelijk van de Rue Boissonade verwijderen. Zij gingen den Boulevard DE ZIEKENIIt ISKWESTIE TE VLISSINGEN. Burg. en Wern. van Vlissingen hebben thans aan den gemeenteraad een rapport aangeboden over de reeds zoo langen tijd brandende kwestie van ver betering van de gemeentelijke zieken verzorging. Burg. en Welh. geven aller eerst een overzicht van de vergeef- sche pogingen, die sedert 1891 zijn ge daan om afdoende verbetering in d,en bestaanden toestand te brengen. In dal jaar werden regenten reeds gemachtigd 'n het Gasthuis wijzigingen en verbete ringen in de verpleging der zieken aan te brengen en in te voeren. Er kwam eenigo uitbreiding tot stand, waarvan de kosten bedroegen voor eerste in richting f 1900 en dc jaarlijksch© terug- keorende kosten f 600, doch dc bezwaren van de zickenhnisverplegïng in het Gast huis bleven beslaan. In 1904 dienden een aantal vooraanstaande ingezetenen een verzoek bij den raad in, om tot de oprichting van een hieuw gemeente zie- Montparnassc op en reden in galop naar het station, vandaal* de Rue de Flenncs af naar den Boulevard St. Germain en zoo naar de Place de la Concorde over de rivier. Daar in een maalstroom van rijtui gen, zooilal ze het mijne niet inteer konden zien. liet ik omkceren en ging terug naar de Rue Boissonade HOOFDSTUK IX. „Wel zeker zei Miss Jessica Manne ring. „Laat kolonel Von Altdorf dadelijk binnenkomen". Ik schijn de gewoonte tc hebben aan genomen, hier zoo maar binnen te val len", zei Von Altdorf, de kleine witte band drukkende. „liet is nooit te laat om goede (gewoon ten aan te nemen. Maar overigens zij leiae op haar vingers. „Overigens was u nog maar drie koeren hier geweest „Drie?" vroeg hij onnoozol. Ik dacht, daat liet veel, veel meer keeren was geweest „Dank u wel', zei Miss Mannering droogjes". „Neem me niet kwalijk zei Von Alt dorf onthutst. „Ik Schijn iets doms ge zegd te hebben, u kijkt geërgerd Neem me niet kwalijk, Mademoiselle. Ik hen, helaas, niet gewend aan het gezelschap \an names, en ik weet ook niet, wat ik zeggen moet om. ze genoegen te doen. Ik vind vrouwen vreemde wezens, Made moiselle, vreemd en toch heel aardig. V

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1926 | | pagina 1