kal
No. SS
Zaterdag 6 Maart 1926
FEU1LLET9I.
4
MIDDELBUR
169° Jaargang.
.Dit nummer bestaat uit TWEE bladen.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar-
laal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
roor de andere gemeenten p. post f 2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlia-
aingen f 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertentiën worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentiën; 30
cent per regel.
Ingezonden Mededeelin-
g e n 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel la'ger.
Familieberichten en dankbetuigingen:
-van 17 regels f 2.10, elke regel meer
30 cent.
KI eine advertentiën niet
•grooter dan vijf regels druks en waarbij
)s aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons Wad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
Postcheque en Gironummer 4325S
NAGEDACHTEN OVER
DE CRISIS.
Er kan in berusting een geringschat
ting liggen. De berusting waarmee het
Nederlandsche volk het politiek
scharrel van deze ruim honderd-dagige
crisis heeft aanschouwd, lijkt ons van
dat geringschattende genre.
Het parlementaire stelsel is gebaseerd
op de fictie van twee partijen. De tegen
stelling: concentratie-coalitie hielp dien
schijn handhaven, ook nog toen het aan
tal partijen tot zeven was geklommen.
Na het uiteenvallen van de concentratie
hielp het voortbestaan van de coalitie
dien schijn behouden. Nu de coalitie ook
uiteenviel, hebben we geen twee-par
tijenstelsel meer. En dus ook geen par
lementair stelsel?
Extra-partementair is de negatie van
parlementair.
Wanneer het niét lukt om bij een
volgende verkiezing vooraf de par
tijen, althans de voornaamste, te
groepeeren in tweeën, zitten we na die
verkiezing in hetzelfde moeras.
De Evenredige Vertegenwoordiging is
niet de oorzaak van de partijver
snippering. Vóór de invoering daarvan
hadden we er ook al zeven of acht in
de Kamer, Maar de onmogelijkheid om
bij Evenredige Vertegenwoordiging (die
slechte telt) stembusovereenkomsten
te sluiten, verhaastte het proces.
Er is weinig te bemerken van een
krachtigen aandrang uit de bevolking om
door
Mrs. C. N. WILLIAMSON.
Nod. vertaling van ADA VAN ARKEL.
Carrington ging zacht en snel naar
beneden, met de bedoeling bij den por
tier naar Sheila te vragen, maar zij
was bet zelf en niet de portier die haas
tig naar haar toe kwam.
„Goddank!'' fluisterde zij. „Ik w:
Ibang, dat iets u zou beletten of dat
zoudt denken, dat ik gek was."
„Ik zou dat van iedereen gedacht heb
ben. die me zulk een brief schreef,
maar van u niet", zei hij. „Vertel
alles".
Hoe Sheila door 't verhaal hee'nkwam
wist ze niet. Er was geen tijd om alles
vertellen, want zo had een plan voor ie
slaan, maar ze begon met den brand
en wat er in de gang gebeurd was, toen
ze getracht had alarm te maken. Ze ver
telde, wat ze in de geheime kamer ge
hoord had en van het doode gezicht,
dat ze met haar tastende vingers hajd
aangeraakt
„Het was de slem van mr. Franklin,
die ik hoorde, dat weet ik zeker. Maar
het parlementaire stelsel te behouden in
zijn ouden vorm. Het vertrouwen is weg.
Maar in het andere uiterste, de dicta
tuur, hebben ook slechts heel enkelen
vertrouwen. Daar is onze individualisti
sche volksaard niet naar.
Als er nu, en wellicht ook na de vol
gende verkiezing, en ook weer daarna
geregeerd wordt zonder overleg met de
politieke partijen, wat voor nut hebben
die partijen dan nog?
Er zijn geen symptomen van een nei
ging tot zelf-hervorming der politieke
partijen, zóó dat we weer een partij
wezen krijgen, bruikbaar als grondslag
van een parlementaire regeering. De ver-
kiezings-actie van de „kleine" partijtjes
leidde niet in die richting.
Als op dit oogénblik (zonder vooraf-
and partijwezen) ons volk zich voor
het eerst in partijen moes! verdeelen,
zouden vermoedelijk heel andere richt
lijnen worden gevolgd. Vermoedelijk
echter toch ook weer kerkelijke richt
lijnen. Ons volk is nu eenmaal anders
dan andere volken.
De uitingen van eigenbelang in de
vakbonden, werkgeversbonden, ambte
naarsbonden, bedrijfsbonden (landbouw,
middenstand e. d.) geven geen volledige
aanwijzing voor eei
Een volk zonder vertegenwoordiging
die zijn meeningen weerspiegelt, staat
er aan bloot geknecht te worden door de
machtbebbenden, We hebben wel een
weerspiegeling van de volksmeening,
maar die weerspiegeling heeft geen
bruikbare vorm. Een bruikbaarder vorm
kan men echter niet „verzinnen". Die
moet geschapen worden door wat uit
het volk zelf naar boven komt. Misschien
vindt men die nog eens in de ontwikke
ling van die belangenvertegenwoordiging.
Maar voor het oogénblik is deze daar
voor nog niet voldoende ontwikkeld.
In deze crisis is de oplossing door een
„democratische" regeering niet aanvaard.
Vermoedelijk o.a. niet, omdat in ons
partijwezen iédere partij zich democra
tisch achtte. De tegenstelling democra
tisch en niet-democratisch is niet dooi
te voeren. En democratie werd maar al
te vaak een ander woord voor: het be
vorderen van arbeiders- en ambtenaars-
Van de Katholieken, die door 't uit
treden van hun vier ministers naar aan
leiding van het afstemmen van het ge
zantschap, de crisis veroorzaakten, is
niemand uitgenoodigd een kabinetsfor
matie te probeeren, Als ze daarop ge
rekend mochten hebben, zal dit een te
genvaller zijn.
De nu afgetreden parlementaire pre
mier Colijn (de laatste van dien aard?)
heeft in een ministerschap van slechts
ruim twee jaar een enormen stoot ge
geven om den hortenden staatswagen
weer in gang te brengen. Dat zijn mi
nisterie werd uitgeblazen als een nacht
kaars, mag ons niet doen vergeten, dat
hij in weerwil van veel verguizing veel
gedaan heeft. Ook al was hij vaak te
bruusk. Het is de vraag of een soepeler
persoonlijkheid had kunnen doen wat
moest gedaan worden.
De aard der Staten Generaal wordt
nu bij dit extra-parlementair ministerie
van een, de gedragslijn voorschrijvend
lichaam, veranderd in een controleerend
college. Moge dat uiting vinden in een
vermindering van nuttelooze interpella
ties over kwesties van uitvoerend be
wind.
ENQUÊTE BETREFFENDE HET
DRAGEN VAN HET ZEEUWSCH
COSTUUM.
Omtrent de meedeefing door dr. W.
S. linger, Woensdagavond gedaan in de
bijeennkoinst van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen kunnen we de
volgende samenvatting plaatsen
Zooals ieder in onze omgeving heeft
kunnen opmerken, neemt het dragen der
Zeeuwsche drachten door de plattelands
bevolking in ons gewest door algemeen
werkende en niet te stuiten oorzaken
zienderoogen af. Hebben Schouwen en
Duivelend, Tliolen en Noora-Beveland
reeds lang hun speciale drachten verlo
ren en is deze ook voor Zeeuwsch-Vlaan
deren van geringe beteekenis geworden,
ook voor Walcheren en Zuid-Beveland is
het verdwijnen der even flatteerende
als schilderachtige kleeding onmisken
baar. Omtrent den omvang en de geo
grafische verspreiding van dit verschijn
sel missen wij echter ieder cijfer. Ten
einde hierin te voorzien, heeft de com
missie voor Zeeuwsche folklore een en
quête ingesteld bij de hoofden van scho
len op Zuid-Beveland en Walcheren
voor de overige streken van Zeeland
scheen dal niet meer noodig ten ein
de zoodoende gegevens te verzamelen
omtrent het al dan niet dragen van het
landeigen costuum. Het is de bedoeling,
deze enquête op geregelde lijden, b.v.
om de vijf jaar, te herhalen, teneinde
zoodoende een inzicht te kunnen krij
gen omtrent het verloop van het ver
schijnsel.
Aan 99 hoofden van scholen op Wet
platteland voor de steden Goes. Mid
delburg en Vlissingen was dit wel over
bodig zijn circulaires toegezonden met
verzoek, die ingevuld te willen terug
zenden, aan wik verzoek met de groot
ste bereidwilligheid is voldaan. Niet
minder dan 96 hoofden zonden de In-
vullingsformnl'eren terug, sommige zelfs
mei waardevolle kanlteekeningenslechts
de opgaven van de bijzondere scholen
te Kwadendamme (gem. Hoedekeusker-
ke), Ierseke en Souburg bleven achter
wege, maar deze gegevens zullen het al-
gemeenc beeld, dat uit de ons ten dieu-
ste staande cijfers kon worden opge
maakt, \vel niet belangrijk hebben gewij
zigd.
Van ruim achtduizend schoolkinderen
zijn bus zoodoende de in dit opzicht ge-
wenschte gegevens toegezonden, welke
cijfers in tabellen zijn bewerkt, die in
Ihet eerstvolgende Archief van hel
Zeeuwsch Genootschap der-Wetenschap
pen achter hel jaarverslag der commis
sie voor Zeeuwsche folklore zullen wor
den gepubliceerd. Op de belangrijkste
resultaten van dil onderzoek moge hier
thans met een enkel woord worden ge
wezen.
Voor de beoordeeling der ingekomen
gegevens bood Zuid Beveland in verge
lijking met Walcheren een moeilijkheid.
Wanneer wij zien, dat voor eerstge
noemd eiland de absolute en relatieve cij
fers van de costuum-dragendon veel on
gunstiger zijn, dan ten aanzien van Wal
cheren het geval is, moet hierbij in
overweging worden genomen de om
standigheid, dat, zooals meer dan óén
wie er bij hem was kan ik niet
maar wie het ook was, die twee zijn
samenzweerders. Ze hadden de bedoe
ling kapitein Derby te dooden, en zij
moeten het ook geweest zijn, die hem
al eerder probeerden te vermoorden.
Toen ik hoorde, dat hij en u in de zitka
mer van mr. Franklin zouden slapen
was ïk bang, dat er nog een andere po
ging zou worden gedaan nu de brand
mislukt was. Maar dat was maar een
deel van de reden, waarom ik het brief
je zond. Die twee mannen moeten in
de geheime kamer verrast worden. Zij
zullen daar om mij teruggaan en
gauw ook, als ze al niet gegaan zijn,
want ze hebben niet veel tijd te verlie
zen. Als ze merken ,<iat ik weg ben, zul
len ze begrijpen, dal hun kpel verloren
is en al trachten ze misschien niet uit
huis te komen, hel zal dan toch vreese
]jjk lastig zijn om iets tegen hem te be
wijzen. Dan is er niets dan mijn woord.'"
„Ze zullen in do geheime kamer ge
snapt worden ,wees maar niet bang", zei
Carrington kalm.
„Bedoelt u, dat u er heen gaat?"
„Ja, ik zal er heen gaan".
„Niet alleen. Zc zouden u vermoor-
in".
„Ik heb een revolver bij me sinds
gisteren. Maar ik zal niet alleen gaan.
De man, die uw brief bracht zal mee
gaan".
,De nachtportier?"
hoofd berichtte, thans vaak eerst na
de schooljaren het Belevandsch costuum
wordt aangeirokken (vroeger was dat
anders) en deze cijfers omtrent het ver
langde geen afdoend antwoord kunnen
geven. Zoo erg als hieruit lijkt, is hel
ten aanzien van Zuid-Beveland nog niet
gesteld, maar hel is toch wel niet aan
twijfel onderhevig, dat 't verdwijnen van
hel landeigen costuum hier grooter vor
deringen beeft gemaakt dan op Walche
ren.
Geen enkele leerling in Bevelandsche
dracht hadden de scholen te Ellewouts-
dijk, Kallendijke, Kloelinge, Nisse, Oude-
lanae. Schare, Wcmeldinge en Wol-
faartsdijk; nog geen tien, en dan alleen
meisjes, die tc Baarland, Borssele, Drie
wegen. 's Gravenpolder, 's Heer Abts-
kerke, Iloedekenskerke, Ierseke 1), Krui-
ningen, Rilland Balh en Waarde.
Kapcjle en Krabbendijke, mei resp 28
en 27 meisjes in oostuum, maken een
wat heler figuur; slechts in de gemeen
ten met een talrijke Katholieke bevol
king, n 1. 's Heer Arendskcrkc, Heinkens-
zand en Ovezande, gaan een grooler
aantal schoolkinderen, ook jongens, op
zijn Bevelandsch gekleed In totaal heb
ben wij daar de volgende cijfers
Mteisjes 2112, waarvan in costuum 120,
of bijna 16 procent.
Jongens 2612, waarvan in costuum 62,
of bijna &/g procent.
Voor de Katholieke scholen in de vier
bovengenoemde gemeenten zijn de cijfers
daarentegen
Meisjes 313, waarvan in costuum 297,
of 86 procent.
Jongens 323, waarvan in costuum 42,
of 13 procent.
Een geheel ander beeld geeft Walche
ren waar hel costuum reeds op jeug
digen leeftijd wordt gedragen, en waar
hel eenvormigbeidsstreven van den te-
genwoordigen lijds voorshands nog min
der is doorgedrongen. Hier bleken van
de 1439 meisjes er 935, of 65 procent,
van de 1637 jongens 527, of 32 2 pro
cent nog aan de gewestelijke dracht ge
trouw. In ^nïet minder dan zes der ze
ventien gemeenten dragen negentiende
der schoolgaande meisjes het Walcher-
sche costuum. Voor de verspreiding
van het verschijnsel deelcn (wij hier mede
de percentages der verschillende ge
meenten die zich hier, anders dan voor
Zuid-Beveland, wel lieten berekenen
Gemeenten Percent d. schbolk.
in costuum
(meisjes jongens
Aaglekcrke 97,3 65
Arnemuiden 71 1 51,7
Biggekerke 94 5 60
Domburg 50 2 5
Grijpskcrke 92 5 47 7
Kourfekerke "52 6 25
Sinl Laurens 60 5 5
Meliskerke 97 1 78
N. en St. Joosl 9.5 0
Ooslkapelle 77 5 50
Rittliem 88 2 12 5
Serooskerke 68 9 18
O. en W Soul) 13.3 2 5
Veere 31 4 2.3
Vrouwepolder 77 21 9
Westkapelle 96 2 82 8
Zoulelande 96 4 51
Dat de gemeente Nieuw- en Sint-
Joosland in deze statistiek zoo'n slecht
figuur maakt, moge tegen de verwachting
zijn, dal hel tusschen de beide Wal-
chersche sleden gelegen en in zijn sa
menstelling zijner bevolking zoo weinig
landelijke O en W. Souburg nog maar
1) Waarvan 3 Roomsch Katholiek
een gering percentage kinderen in de
Walehersche dracht oplevert, kan geen
verwondering wekken Over hel alge
meen kan men zeggen, dat deze cijfers
overeenkomen met hetgeen men al ver
wachtte De geh)iiden enquête heeft ons
nu hieromtrent gegevens verschaft, die
eenigermale een houvast bieden Haar
herhaling in de komende jaren zal, door
de mogelijkheid van vergelijking, uiter
aard nog vruchtbaarder z.ijn. Moge zij
lot resultaat hebben de conclusie, dal
wij ons omtrent de toekomst vau het
fraaie Walehersche costuum geen zorg
behoeven te maken!
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
S c li i 1 d e r ij e n van H Berckmans.
Zooais men weet wordt, voor zoover
de beschikbare gelden zulks toelaten,
gewerkt aan de restauratie van de vele
oude schilderijen, die zich op hel raad
huis te Middelburg bevinden.
Daardoor worden niet alleen kostbare
stukken tegen ondergang behoed, ook
voor de kunstgeschiedenis levert dit werk
zijn balen op Dij het schoonmaken is op
verschillende stukken de naam van den
schilder te voorschijn gekomen Zoo bleek
de verzameling een kapitaal schilderij
van A van de Venne te bezitten, -en
kwam op het belangrijk stadsgezicht,
dat in de raadszaal hang!, de handtee-
kening van den lot dusver geheel on
bekenden schilder Lucas Pancras te
voorschijn Een der fraaiste portretten
vau de familie Everlsen bleek te zijn
geschilderd door Hond riek Berckmans,
die meer Zeeuwsche zeehelden op hel
doek vereeuwigde Reeds op negentien-
jarigen leeftijd schilderde hij den admi
raal Banckerl van wien hij veel later
nog eens een portret maakte Ook Mi-
chiel de Ruyter werd door hem geschil
derd: dil stuk hangt thans, als bruikleen
van hel Rijksmuseum, in hel Stedelijk
Museum te Vlissingen
Thans is bij de laatstelijk onderhanden
genomen schilderijen wederom een stuk
van Berckmans voor den dag gekomen.
Een der acht schut terstukken afkomstig
van de voormalige Confrérie van den
Edelen bus. blijkt blijkens de signatuur
in den rechterbovenhoek in 1660 door
hem te zijn geschilderd Voor het werk
van dezen kunstenaar, die in 1629 te
Klundcrt geboren, hier van 1655 tol
zijn dood in 1679 heeft gewerkt, is deze
,De nachtportier pro tem. Hij is een
detective en een knappe ook. Niemand
weet hel behalve Derby, ik en mr. Mc.
Kinnon en nu u. Derby moet ook
meegaan. Hol is zijn recht want het
complot was tegen hem gesmeed. Hij
rou het me nooit vergeven als ik hem
er builen hield."
Terwijl hij sprak ging bij naar het
kleine kamertje van den nachtportier en
gaf een eigenaardig klopje. Onmiddellijk
verscheen de man dien Sheila haar brief
je gegeven had.
„Zij weel alles," zei Carrington. „Wij
kunnen haar vertrouwen. Dank zij haar
zullen we het heele complot ontdekken
en twee vliegen, misschien meer, in één
klap slaan. Haalt u kapitein Derby, ter
wijl ik nog ecuige bijzonderheden aan
de dame vraag, en denk er om„ u
zult allebei uw revolvers noodig hebben.
Laat hem geen seconde aarzelen Dil
kane en zaak van leven en dood betee-
kenen."
De man wachtte nauwelijks op het
laatste woord maar snelde weg, zijn ge
stalte werd onmiddellijk door de duis
ternis opgeslorpt.
-!,Nu moet u me zeggen hoe de weg
naar de geheime kamer is", zei
Carrington.
„Den weg zeggen?" riep Sheila. „Ik
zal "u er heen brengen. O, als 't u
blieft, maak geen tegenwerpingen. U
zoudt er zonder mij nooit komen".
„Is u niet bang?" vroeg hij.
„Met u niet", antwoordde het meisje
impulsief en bloosde toen diep omdat
ze haar woorden niet terug kon nemen.
Zoo donker dis het was, zag Tiij haar
blos. 'toch.
„Lieveling", zei hij, „weel je wel, dal
dal ik van je houd, en je als mijn
vrouwtje wil hebben
Hij had lady Marsden vergelen en aj
zijn vermeende verplichtingen tegenover
haar, zooals Sheila de heele wereld
builen hem vergelen had.
Hel scheen onmogelijk dat ze goed ge
hoord had. Zoo'n geluk kon, dacht ze,
niet beslaan. Maar voor ze weer kon
spreken kwamen kapitein Derby en de
uachlportier haastig de hal in.
HOOFDSTUK XIX.
Wa t hel licht onthulde
Er waren twee manieren om de ge
heime kamer te bereiken. Sheila Douglas
iiad a]lo redenen om dit zeker te weten,
maar de eenige die zij ontdekt had was
de verborgen ingang naast den schoor
steen in haar oude kamer.
Gelukkig was dit de mak/kelfijleste weg
en de mannen, die ze wilden betrappen
zouden bijna zeker de andere hebben ge
kozen. Als ze dat niet van pllian waren
geweest, zouden ze de deur van de to
renkamer niet afgesloten hebben en
Sheila wist, dat ze dit gedaan hadden,
daar zij hem had open gemaakt toen ze
ontsnapte.
De drie mannen bleven haar dicht op
dc hielen, gereed haar te beschermen als
het noodig was, terwijl ze voor hen de
wenteltrap opging en naar de deur van
de torenkamer, die z.ij bewoond had-
Hij stond nog open zooals zij litem gela
ten had en zij slopen onhoorbaar alKs
schaduwen binnen.
De kamer was donker belialve het
i>leeke sterrenlicht dat door de onbedek
te vensters binnenviel.
Een oogénblik van wilde angst loeu
zc vreesde, dal ze toch het geheim van
de springveer, die het paueel deo.d weg
glijden verloren had. maar eindelijk raak
te ze hein aan en met een flauw geklik
als ecnig geluid was dc we_g open.
Nu duwde Carrington hel meisje op
zij, juist toen zc er doorheen wilde gaan.
„Je hebt genoeg gedaan", zei hij fluis
terend, „de rest is ons werk".
Maar zij weerstreefde zacht. „Ik kan
je niet alleen laten", antwoordde ze „Ik
durf niet. Ik zou veel banger zijn aü>
ik terug ging of hier bleef, dan wanneer
ik dicht bij jou blijf. O, ik moet meegaan
en alles meemaken".
Hel was waar wat ze zei. Hij kon haar
niet achterlaten.
„Volg ons dan zed Carrington. „Maar
zul je voorzichtig zijn om mijaentwtBJ?"
Nog noodt had het meisje zich zoo
gelukkig gevoeld. Als de dood haar op
dit oogénblik getroffen had zou ze ten
minste niets gemist hebben, wat het Ie-