iül. So. 7. ZatoMag 9 Januari £926 169° Jaargang. -ölt nummer bestaat uit TWEE bladen. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal: op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p. post f 2.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- -singen f2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Advertentiën worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiën: 30 ■cent per regel. Ingezonden Mededeelin- jg en: 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: ~van 17 regels f2.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet grooler dan vijf regels druks en waarbij is aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra- .gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in •ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS Uiterlijk HALF ELF aan onS Bureau bezorgd zijn. Postcheque en Gironummer 43255 BINNENLAND. ■SN BESCHAMEND VERHAAL. De P. W. C (Propagandacomité voor wegen verbetering) heeft als overdruk een geïllustreerde circulaire gepubliceerd, waarin op wérkelijk zeer overtuigende wijze licht wordt geworpen op den treu- ri<jen toestand van den hoofdverlceers- ader van Holland naar Zeeland. Het geeft het verhaal van een auto tocht door den secr.-ingenieur van de iWegencommissie en den secretaris van het P, C. W. van den Haag naar Mid delburg. Betreffende het eerste gedeelte zullen we ons bepalen tot vermelding van de bij de beschrijving gevoegde foto's: een van den weg bij Rijswijk, waar twee auto's ternauwernood elkaar kunnen pas- seeren, terwijl aan de eene zijde een vaart loopt en aan de andere zijde een verhoogde baan van de stoomtram; dan volgt de groote klinkerweg Rotterdam- Dordrecht, waar een bus en een gewone auto slechts met moeite naast elkaar plaats vinden op de 4.20 M. breede be- klinkering; de binnenkomst te Roozen- die inderdaad zeer droevig is door de smalle bestraling; en de keiweg Roozen- daalBergen op Zoom, 2.75 M. breed, met gevaarlijk hoog uitstaande randen van den Keiweg. En dan komt Zeeland. Br worden de volgende foto's gege ven Iwee van den weg door den Katers polder; de boclit in den weg ten Noor den van Rilland; de weg ten Noorden van de spoorbaan voorbij het station Rillenad-Bath; de weg door Rrabbendijke, en de wég bij Krabbendijke „bovenover". f door Mrs. C. N. WILLIAMSON. Ned. vertaling van ADA VAN ARKEL, 6). Maar, al had ze misschien gelijk met ■die veronderstelling, ze moest toch be denken, dat er niets kwaads stak in wat mijnheer Franklin gedaan had. Waar schijnlijk had de man werkelijk hulp noo- dig bij zijn correspondentie, want ze waS niet zoo'n stralende schoonheid, dat hij dat maar zou verzinnen, alleen om baai- gezelschap eiken dag een uur te genie ten. Zulke dingen gebeurden wel in ro mannetjes maar niet in het werkelijke leven; in ieder geval kon mijnheer Frank in baar gezicht bijna niet hebben gezien door dé kier van de deur, voor hij zijn vraag aan mijnheer Mc. Kinnon deed Ia vijf minuten was het afgesproken, dat juffrouw Douglas een uur per dag voor Franklin zon werken. Ze moest iederen avond van zes tot zeven uur oaar zijn eigen zitkamer gaan. „Dat is dus van nu af mijn tijd," zei hij. „jAls ik u eens een dag niet noodig heb, zal ik u nitleenen aan een kennis, a,ls u er niets op tegen heeft; er zijn massa's De tekst vertelt van den tocht over dit Zeeuwsche gedeelte het volgende Voorbij liét station Woensdrccht, kort voor den weg naar Z.-Beveland, wordt dc weg weer buitengewooon smal De beruchte weg door den Katers- polder is daar nog geen 3 M. breed met aan weerszijden een modderberm van een meter, steil afvallend nahr de berm- sloot. Men kan zich denken hoe het daar is bij regenweer en in den winter De foto's (genomen bij mooi weer) ge ven er slechts eenig denkbeeld varf"*En een dergelijke toestand wordt nog maar steeds geduld in den eenigen toegangs weg naar Zeeland! Op deu verbindingsweg tusschen het vaste land en Z.-Beveland ligt eindelijk eens een goed stuk weg, een behoorlijke klinkerweg met een geteerd rijwielpad erlangs. Aan het einde van den dam, op den dijk, een geleerde weg en dan, van den dijk af, onder Rilland, een allergevaar lijkste bocht! De weg is liier slechts 3.50 M. breed, en maakt onderaan de vrij sterke gloo iing van den dijk naar beneden een haak- sche bocht, waar een sloot langs loopt. Hier moeten wel ongelukken gebeuren en hier is dan ook een ernstig ongeluk gebeurd. Verleden jaar is op dit' ge vaarlijke punt een auto in de sloot ge reden en verbrand. Men is nu bezig met dezen gevaarlijken haakschen bocht af te ronden en tot 10 M. te verbreeden. Op aandrang van de Wegencommissie van den A. N. W. B. en de K. N. A. C., en met den financieelen steun van deze lichamen, is tot deze dringend noodige verbetering overgegaan, waaraan thans ijverig gewerkt wordt. Van hier, in de richting Kruinngen, een 'Slecht onderhouden, geteerde weg, vol kuilen en gaten, afgewisseld door gedeel ten smalle keibestalinig. Telkens pas seert de slingerende weg de spoorbaan. Op een gedeelte, waar de weg al heel smal is, in de buurt van Krabbendijke, is het verkeer in twee richtingen, een weg boven over den dijk en een er 'onder langs. Hoe die smalle stukjes worden on derhouden, toont ons de foto van den "weg „bovenover"; de weg „ouderlangs" is nog veel erger, maar de foto daarvan is helaas mislukt. Verder gaande naar Kruiningen een weg van 3.60 M., breed, met bermen van 40 c.M. breed, die begrensd worden door een steilen slootkant. Aangekomen bij de spoorbrug over het Zuid-Bevelandseh kanaal, zou de rechte afstand naar ICapelle plm. 4 K.M. bedragen, maar de weg maakt een om weg van net Ir et dubbele, plm. 8 KiM. Absoluut rechte wegen zijn natuurlij, niet mogelijk en niet eens gew»uscht, maar zoo'n omweg is voor een hoofd verkeersweg toch wel waf sterk. Het laatste deel van dien omweg rijden we recht op den pitloresken dorpstoren van ICapelle aan. Door smalle slopjes en straatjes slingelt de weg door het dorp en een paar kilometer verder, bij Kloe- l'inge, slipt hij een nauw gangetje tus schen twee huizen door. De nieuwe weg naar Goes is een breede klinkerweg, met aan weerszijden, een fietspad. Dit is een groote verbete ring; verscheidene lastige bochten zijn afgesneden. Bij de fietspaden zag men weer het gewone verschijnsel, dat er niet gezorgd wordt voor een behoorlijke afwatering, door of over de bermen, waardoor d,e pa- menschen vooral dames, die maar al te blij zijn als er een paar brieven voor haar worden geschreven terwijl zij rus ten tusschen de thee en liet diner; maar ik denk niet, "dat ik u dikwijls zal kunnen afstaan.' Mijnheer Franklin zou fle directie zeven shilling en sixpence per uur be talen voor liet voorrecht van juffrouw* Douglas' hulp en Sheila begon in le zien. dat het niet heelemaal uit philantropie was dat de gasten van het Glentorljy- hotel de diensten van een stenografe tot hun beschikking kregen. De afspra ken die reeds voor haai" gemaakt wa ren zouden dagelijks zeventien shilling en sixpence opbrengen behalve Zondags, en hel zou ongetwijfeld nog meer wor den. Op die manier kreeg mijnheer Mc. Kinnon al zijn hulp voor niets terwijl het hotel er nog voordeel van had. Maar dat ging het meisje niet aan. Zij wafe meer dan tevreden met haar twee pond per week, haar mooie omgeving en het vooruitzicht van een interessant afwisse lend leven. „Mijnheer Franklin is een Amerikaan- sche millionaiv", vertelde de directeur haar, toen hij weer met Sheila alléén was. „Hij is hier pas een paar 'lagen), maar heeft zich al heel populair ge maakt een man met aantrekkelijk© manieren, hij spreekt de menschen ge woon aan en als ze hem tien minuten kennen, hebben zij het gevoel of het tien jaar is. Alle dames zijn dol op hem, den een verzamelplaats vormen van hel regenwater, dat er in plassen op blijft staan en tenslotte^ van daaruit wegzakt, het lichaam van uen weg doorweekt en er alle draagkracht aan ontneemt Bij Goes is een nieuw stuk in aanleg Ook de weg van Goes naar den verbin- dingsdam met "Walcheren is verbeterd. Er ligt daar een behoorlijke klinkerweg en met dankbaarheid conslateeren we, dat, zoowel op dit gedeelte, als voorbij den dam, de weg heel wat beter is dan vroeger, en dal verschillende bochten afgesneden zijn. Het laatste stuk over Nieuvvland naar Middelburg is vrij goed. De totaal-indruk van dezen rit langs den hoofdverkeersader van Holland naar Zeeland is, dat over het algemeen do we gen veel le smal zijn, hier en daar gevaarlijke en hinderlijke bochten heb ben, die weggenomen dienen te worden en dat het wegdek, op tal van plaatsen veel le wenschen overlaat. En afgeschei den van dit a Hes, dat enkel de wegen betreft, dat de veerponten over onze groote rivieren een beletstel blijven voor een vlug doorgaand verkeer. De banden van onzen auto' hielden zich goed, tot Middelburg toe. Maar daar, in het gezicht van de haven, wanneer gedurende een van die onvrijwillige wachlperioden, die den au(orijd|er lee- ren zijn ziel in lijdzaamheid le bezitten, er nel toevallig een brug opengedraaid, of een spoorwegovergang gesloten wordt, als ge er aan komt rijden, was het met ons geluk gedaan. De brug, die naar de stad voert, was natuurlijk weer net open om een langzaam voortglijdend schip door te laten, en om den tijd van het wachten toch nog nuttig le besteden, en ook wel om de schilderachtigheid van het geval, zou de fotograaf van ons ge zelschap een groepje Zeeuwschë boerin nen folografeeren, die met haar korven naar stad moesten, en zich nu, tot de brug was dichtgedraaid, naast den auto aan den kant van den weg rustig hadden, neergezet. Dat folografeerem bleek nog al wat voeten in de aarde te hebben. De boerinnetjes (die misschien wel tenge volge van hel drukke vreemdel i ngenbe- zoek, al net zoo hebberig schijnen te worden als de Markerkinderen, met hud „penny please", waarmede die de be zoekers van hun eiland ontvangen), vroegen „een gulden de man" om even stil te staan en net waren de onderhan delingen tot een min of meer onbevredi gend einde genaderd^ toen een geweldige knal als van een kanotschot het groepje marktvrouwen hals over kop uit elkaar deed tuimelen, in eert wolk van fijn, wit talkpoeder. Te oordeelen naar de ont hutste, verbouwereerde gezichten, moe ien ze wel gedacht hebben, dat de vle- reld verging, of dat tenminste de heelfe auto ontplofte en uit mekaar vloog. Voor den rechter achterband was de beproeving op den afgelegden weg blijk baar te zwaai" geweest en met een slag, die niet enkel liet boven omschrevten effect Ihad, maar bovendien de men schen van alle kanten deed toesnelden was de band over een lengte van bijna de helft van den omtrek aan flarden ge scheurd. Wal een geluk, dat deze „klap op den vuurpijl" niet in een van die onvriende lijke bochten gebeurde, waaraan deze hoofdverbindingsweg van Zeeland naar rest van Nederland nog maar al te rijk vooral een zekere gravin, en als hij u, zooals hij z.egt, soms uitleent aan zijn kennissen voor zijn rekening, kan dit baantje wel eens heel amusant voor u worden. U zult meer hooren dan iemand anders in het hotel over de flirtations Van mijnheer Franklin, en ik voorspel dat dal uurtje tusschen thee en diner niel saai zal zijn. Mijnbeer Cam'ngton is ook een millionaiv zooals u allicht weet, maar hij is een heel ander soort' man. Hij houdt zich niet op met non sens en uw werk met hem zal ook werkelijk werk zijn." „V schijnt hier aardig wat millionaire le hebben zei Slieila. Mijnheer Mc. Kinnon glimlachte. ,Wij zijn in oe mode en maken opgang", zei hij voldaan. „Ik heb wel eens gedachfl, toen ons s eizoen begonnen \v,as, wat een prachtige kans juweelend Leven hier zou- Vléjn hebben als. hij hield op en fronste de wenkbrauwen alsof hij boos was op ziel)zelf, dal hij zoo gepraat had tnel een meisje, dat toch maar 'n vreem delinge was. „Maar," voegde hij er be dachtzaam bij, „wij zijn op die mogelijk heden voorbereid cu er is geen. be roepsinbreker in Engeland of Europa knap genoeg om hier uit huis zelfs maar met een hoedenspel weg te komen. Van rijke lui gesproken, 's middags van twee tot drie moet u beschikbaar zijn voor Lady Etliington die zich verbeeldt, dat ze een dichteres is. Van cfrie uur tot half vijf zullen we open houden INDISCHE KRONIEK. IV. De muskieten cn de hitte. Hoe hard zc steken en hoe warm het is. De heerlijke bergen. Op 6000 voel de kachel aan Pantoffelpa rade perauto. - Een restaurant aan een slok Straatleven Als de avond valt Als de zon onder de kim verdwenen is, dan daalt in de tropen de korte schemering, die in een kwartier tijds overgaat in liet nachtelijk duister Dan is het zes uur, half zeven in den avond Zoo heeft men nog op het tennisveld de laatste set bij daglicht voleindigd, of reeds is na de verkwikkende ijslimo- nade de nacht gedaald,, zoo is op de voorgalerij het laatste kopje thee bij het licht van de laatste zonne straal genoten, of na het oprui men der theetafel worden in het Indi sche huis de lampen aangestoken En bij het vallen der duisternis komt soms, lang niet altijd, wat koelte in de atmosfeer en komen altijd de muskieten De mus kieten komen als duizend kleine kwel duivels aangestormd op den blanken man cn op" de blanke vrouw, die in hun stoel nog wat zitten te peinzen in den donkeren tuin. zij dansen o'm de hoofden van hen, die bij dc schemerlamp gebukt zitten over hun courant, zij gon zen dc huizen binnen en geen plekje is veilig behalve de zorgvuldig met klam boes oftewel muskietengaas omwikkelde bedden ïn de slaapkamers. Plots grijpt de ruslige lezer bij zijn schemerlamp mei venijnigen ruk naar zijn enkel of zijn pols of zijn kuit of zijn hals. Den eersten prik heeft hij te pakken. Maar nu is de slag pas begonnen! De nieuweling in dit gevecht is onhandig, de meet ervaren Indischgast petst dan hier dan daar bijna instinctmatig op zijn lichaam en haast bij iederen klap kleeft er een klein vermorzeld diertje op zijn huid Maar wat geeft het, de vijand is te talrijk. De belaagde moet andere mid delen te baat nemen. De gedienstige ba boe brengt hem het onmisbare flesch- je kajapoeti-olie en met dit wee rie kende middel bestrijkt hij zijn meest belaagde lichaamsdeelen, de djongos (huisjongen) ontsteekt vlak bij zijn voe ten een soort van kaarsje, dat een be nauwende wierookachtige gem* ver spreidt, waarvan de muskieten een af keer hebben, maar de blanke man óók, want bet brengt hem aan het hoesten, zijn oogen tranen en de reuk is ook hem niet aangenaam. En ondanks deze ver dedigingsmiddelen moet hij door blijven pelsen, wordt hij tóch nog gestoken cn kronkelt hij zich van den jeuk O wee. als hij zwarte sokken draagt, wan! die kleur trekt de lieve diertjes aan, o wee, als hij veel boomen op zijn erf heeft staan, of als er in de buurt van zijn huis een plas of goot met stilstaand waler is of een moeras, want dat zijn de broedplaatsen, waar de muskieten welig tieren. En o wee, als de vermoeide Wes- tegen heeschheid (Ingez. Med.) voor extra dingen en haastwerk. Dan heeft u een uur voor uzelf om thee te drinken cu een wandeling te doen en uw avonden zijn vrij. Nu heb ik u niet meer noodig tol morgen ochtend negen uur. Uw bagage is in uw kamer ge bracht en de huishoudster zal u wel den weg wijzen. U zult hem wel mooi vinden denk ik, en ik vermoed, dal u uw maal tijden het liefst daar zult gebruiken." „O ja, dank u," riep Sheila vlug, mei visioenen van mooie boeken, die ze zou kunnen lezen terwijl ze al bij een ven sier mei een prachtig uitzicht. „Dan is alles dus afgesproken," zei mijnheer Mc, Kinnon met de zucht van opluchting van een man die het druk heeft," behalve dal ik er bij kan voe gen, dal uw salaris aan bet eind van iedere week betaald zal worden. Terwijl hij sprak druklc hij op een eleclrisclie bel bij zijn schrijftafel en de jongeling in de keurige livrei, die bijna omnidoellijk verscheen, werd haastig weggestuurd om de huishoudster te roe pen. „Ik hoop, dat het een lief mensch is", dacht Sheila, „want ik denk, dat ik wel veel aan haar genade zal zijn overgele verd." Maar de eersle blik op de mollige juffrouw Ritchie met haar- rose wangen, witte haar onder een kanten mutsje en haar ruischende zwart zijden japon een echte huishoudster voor 't huis van een hooggeplaatst edelman was ge- (Ingez. Med.) terling zich voor den nacht leruglrékt in het veilig gewaande ledikant en de baboe heeft vergeten met haar sapoeliti (een speciaal voor dal doel dienende bezem van twijgen) de klamboe uit te bezemen, of hij zelf heeft bij het bestijgen van zijn ledikant de tulen scheidsmuur ecni- gc seconden laten 'openslaan Een of twee kleine kwelduivels zijn over het hoofd gezien of fluks naar binnen ge gonsd, en het l>eteekcnt slapeloosheid, loldal de arme Westerling weer opnieuw het licht heeft aangestoken cn in zijn bed als een dolleman heeft rondgedanst om het laatste insect le vangen en te doen sneven. En hij mag ten slotte van geluk spreken, als hij tijdens deze gue rilla gebeten is door enkel maar de gewone huis- of luinmuskiet en niet door de anopheles, want zij brengt de ma laria Zoo behoort het muskietendom tot de kleinere onaangenaamheden van het Indische leven, maar zijn het niet de kleine onaangenaamheden, die ons in hel leven vaak het meest kwellen? De muskieten en de hitte! Ja. waren die er niet, wat zou het dan heerlijk le ven zijn onder de palmen! Hoe dikwijls wordt den gerepatrieerde door belang" stellende familie en vrienden gevraagd, of het nu heusch zóó warm is daarginds en hoe warm dan eigenlijk wel? Mis schien hebben mijn geachte lezers die vraag ook wel op de lippen. Daarom dit. Hel is in Indië zeer warm. overdag aan de 'kust en in het laaggelegen binnen land omstreeks 85 A 'JO graden in de schaduw, ofschoon er ook veel hoogere temperaturen voorkomen, zooals nu pas tijdens de langdurige droogteperiode in Oost-Java. Tegen den avond koelt de atmosfeer uit den aard der zaak eenigs- zins af. dikwijls genoeg echter ook niet Maar èn des avonds én des nachts blijft toch in het laagland de vochtige warmte hangen, zoodat ook de slaap nimmer ver kwikkend is als in streken, waar de nachten koelte brengen. Er zijn ongetwij feld streken op aarde, waar hel nog warmer is dan in onze Oost, zoo b v in sommige declen van Britsch-lndiê, China, des zomers zelfs in Saloniki en Belgrado enz. Maar in den Balkan kent men dan ook weer de zeer strenge, droge winters, waarin mensch en dier nieuwe krachten verzamelen. In Indië is het al tijd warm De Indische hitte is andera dan onze Europeesche hitte in dc honds» dagen. Zij is vochtig, men heeft het ge voel alsof men zich beweegt eu leeft ruslstelleud. Ze glimlachte tegen de nieuw aangekomene en was bereid om juffrouw Douglas iets van het huis te laten zien, op weg naar de torenkamer, als de gasten bezig waren zich te klee- den voor het diner Ilet was Sheila of zc in een wonder lijk sprookjesboek was beland. Zij had nog nooit iets gezien dat op Glcnlorly- lcastcel leek cn kou zich niet voorstel len, dat liet een hotel was. Er waren woonkamers en studeerkamers cn lees kamers en broeikassen die ze zien moest, en verbalen aan le hooren over wal elk dier vertrekken vroeger was geweest, want juffrouw Ritchie had de plaats nog gekend, toen Lord Glengtorly nog de eigenaar was. „De arme oude man, hij is nu dood; gestorven van verdriet over den onder gang van het familiefortuin", zuchtte de huishoudster, „alsof zijn eigen zorgen nog niet genoeg waren. Hij is heenge gaan vóór er sprake van was, dat het kasloel in een hotel zou worden veran derd, dat zou zijn dood zijn geweest, hij was zoo'n trotsche man en vol van zijn familiehistorie' en van de rol die zijn geslacht in het verleden had ge speeld. Glentorly was een groote naam vroeger, juffrouw, en de markiezen van Glentorly waren de vooruaamstan in Schotland. Maar de laatste honderd jaar is hun fortuin achteruitgegaan. Bijge- loovige menschen zeggen, daC het komt door een voorspelling in de familie, die

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1926 | | pagina 1