No. I.
Zaterdag 2 Januari 1926
BI NNENLAN D.
E0ILLET0N.
ticaal.
169e Jaargang.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
9BBB
9£
Wt nummer bestaat uit TWEE bladen.
EERSTE BLAD.
A b o c n e m tj t ij s per kwar-
•p de buitenwegen om Middelburg, en
voor de andere gemeenten p. post f 2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
■tnjjen f2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertentiën worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
Gewone advertentiën: 30
cent per regel.
Ingezonden Mededeelin-
g e n 50 cent per regel.
Bij adxmnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
▼an 17 regels f2.10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
b aangegeven dat zij in deze rubriek
modten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Aflvertentiën moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
cms Bureau bezorgd zijn.
Postcheque en Gironummer 43255.
IN EN OM DE HOOFDSTAD.
CLXIII.
Hoe anderen ons zien.
Hettoeval wilde het, dat ik de drie
Zondagen, die achter ons liggen hier kon
doorbrengen met een provincie-man, die
gedurende vele jaren niet te Amsterdam
was geweest. Eigenlijk gezegd is hij geen
provinciaal meer, doch cosmopoliet,
want, na geruimen tijd buitenslands te
hebben vertoefd, keerde hij korten tijd
geleden terug tot de ver van Amsterdam
gelegen provinciestad, waar hij het eer
ste levenslicht aanschouwde, zijn jeugd
jaren sleet, zijn verwanten thans terug
gevonden heeft. Een zijner eerste uit
stappen gold nu Amsterdam, de hoofd
stad, die hij vroeger goed gekend had en
we hebben er nu samen rondgedoold,
voor hem een genot, ook voor mij, vooral
omdat het mij altijd belangwekkend voor
komt te hooren hoe anderen ons zien,
aangezien dezulken van zelf een anderen
kijk hebben op de dingen, die wij als
„gewoon" zijn gaan beschouwen. En mij
dunkt, voor de lezers dezer Amsterdam-
sche causerieën, die zelve „buiten" wo
nen, hebben zijn opmerkingen allicht
waarde.
Logies in een der grootste hotels had
hij, verstandig genoeg, tijdig besproken,
want bij aldien hij zulks verzuimd had,
zou hij allicht eenige moeite gehad heb
ben te Amsterdam behoorlijk onderdak
te vinden. De stad was gedurende de
drie vacantie-dagen vol vreemdelingen,
d.w.z. niet van wat degenen de Engel-
schen „foreigners" noemen, want die ko
men hier niet zoo veel in het winter
seizoen doch van „strangers", van vreem
delingen uit de provincie. Het vreem-
door
Mrs. C. N. WILLIAMSON.
Ned. vertaling van ADA* VAN ARKEL,
•1).
HOOFDSTUK I.
Sheila en haar prachtkans.
Dag aan dag was Sheila naar het;
Agentschap gegaan en had dezelfde vraag,
gedaan: „Heelt u al iets voor me ge
hoord?" en steeds weer had ze hetzelfdje
antwoord gekregen: „Vandaag niets."
Deze morgen stond ze builen met een,
gevoel of ze eigenlijk niet den moed,
had weer naar binnen te gaan, maar
als ze nu, vlak voor de deur Wegging),,
zou dat hetzelfde zijn als te bekennen,,
dat ze een mislukking was.
Sheila kon zichzelf niet voorstellen,
dat het haar niet eindelijk zou gelukken
wat te vinden, dus raapte ze al haait
moed bijeen en stapte binnen.
Dezelfde jonge vrouw zat aan dezelfdlq
lessenaar, met dezelfde wospachtige uit
drukking in haar gezicht. Sheila zou ge
neigd zijn geweest haar een beetje te
benijden om haar vaste positie in dd
De Fabrikanten van SUNLIGHT ZEEP,
LUX, RINSO, VIM, TWINK en COMFORT
ZEEP, wenschen allen verbruiksters een
gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar.
VLA AR DINGEN. 1 Jan. 1926.
delingenboek van het hotel, waar mijn
vriend toefde, doorbladerende, zag ik
daarin vermeld de namen van menschen,
gekomen uit allerlei verwijderde kleine
steden van ons land, hierheen gekomen
om zich te Amsterdam eens te verpoozen.
Natuurlijk viel mijn vriend al spoedig
op hoe in de oude stad het plaveisel op
tal van plaatsen was verbeterd, gedu
rende zijn jaren van afwezigheid en hoe
het verkeer aardig „den weg op was ge
gaan" van datgene, wat hij in groote ste
den in het buitenland had gezien. Over
de trams was hij minder goed te spreken.
Hoewel erkennende, dat het materieel
keurig onderhouden was en het perso
neel er ook beter geunifornid uitzag, dan
in menige buitenlandsche, stad het geval
is, was hij van meening, dat de dienst
blijkbaar niet al te vlug ging en het uni
form-tarief, hoe goedkoop ook voor lange
afstanden, kwam hem al heel ondoel
matig en on-economisch voor
,Ze schrikken hier het publiek af om
voor kleine afstanden van de tram ge
bruik te maken," was zijn oordeel, „me
dunkt met een sectie-stelsel zou in een
zoo uitgegroeide stad als deze, heel wat
meer ten voordeele der exploitatie be
reikt kunnen worden."
De opmerking is natuurlijk niet nieuw,
maar had zeker waarde uit den mond
van een vreemdeling, die vele groote
steden had bezocht, 't Klinkt dan ook
zeker dwaas, dat we hier, wanneer we
van het Centraal Station tot de Kalver-
straat willen trammen tien centen geld
hebben neer te leggen, doch eveneens,
wanneer we de geheele lijn 3 van het
eene eindpunt naar het andere, d.w.z.
van het Java-plein achter in de Insulinde-
buurt achter de Muiderpoort tot het Sta
tionsplein mede-rijden, langs een omweg,
zoodat de geheele rit ongeveer vijftig
minuten neemt. De verhouding is daar
bij zoek, ook al zal het niet elk oogen-
blik gebeuren, dat een Amsterdammer
zoo'n lijn „even" voor een dubbeltje gaat
aftrammen. Niettemin, voor provincie-
menschen, die naar Amsterdam komen
om zooveel mogelijk van de stad te zien,
is het tarief van dien aard, dat ze voor
een klein bedrag heel wat lange lijnen
kunnen gebruiken en heusch geen taxi
behoeven te nemen, al zijn die den laat-
sten tijd óók goedkoop genoeg geworden.
Ergeren deed de bezoeker dezer stad
zich aan trammend publiek. Herhaalde
lijk werd hij in deze dagen getroffen, als
wc van 't openbaar middel van vervoer
gebruik maakten, door de weinige wel
willendheid, die de passagiers jegens el
kander betoonden, door niet voldoende
te willen opschuiven, wanneer nog een
passagier wilde gaan zitten op een plaats
die er nog was, doch die gedeeltelijk
door een, die reeds gezeten was, mede
was ingenomen of belegd met een of
ander pakje, alsof hij voor zijn dubbeltje
recht kan doen gelden oj? [wee zitplaat
sen. Ook viel hem steeds op hoe weinig
inschikkelijkheid mannen en jonge men
schen toonden voor dames of ouden van
dagen, die in een wagen, waarin alle zit
plaatsen bezet waren, binnenkwamen
slechts hoogst zelden dat dan iemand
opstond om zijn zitplaats aan te bieden.
Neen, over de beleefdheid der Am sier
dammers was hij maar matig te spreken'.
Ook al weer niets nieuws, maar het
is alsof we er al aan gewend zijn geraakt
een vriendelijkheid, zooals die „cosmo
poliet" haar wenschte, niet van onze
mede-stadgenooten te verwachten en
haar als iets buitengewoons zijn gaan be
schouwen. Wij zien hier dien leelijken
leant van onze „beschaving" niet meer,
maar de vreemdeling doet zulks wel en
't is misschien wel goed als die er ons af
en toe op wijst.
Verbaasd stond mijn vriend over de
nieuwste stadswijken der hoofdstad. Wc
hebben ze niet allen bezocht, doch be
paalden ons tot de nieuwe gedeelten,
die verrezen zijn aan den Arosteldijk en
omgeving en achter Willemsparkweg
Koninginneweg. Hetgeen daar geschapen
werd, had zijn bewondering, omdat hij
maatschappij, als die uitdrukking er niet
geweest was. Mqar Sheila zou haar uiter
lijk (dat heel aantrekkelijk was, zelfs in
een groenachtig pension-spiegeltje met
een harst in liet midden) niet hebben
willen ruilen voor dat van de andére,
ondanks de malerieele voordeelen, die
dat laatste zouden vergezellen.
„Goeden morgen. Heeft u..<" begon
ze als gewoonlijk, toen de jonge vrouw
mei „de" uitdrukking haar iu cle rede'
viel.
„De directrice zou u graag in haait
eigen kantoor willen spreken," zei z©
met een knikje naar de deur, onmididjeil-
lijlc gevolgd door een vischachtigen blik
van ontmoediging naar de sollicitante,
die op Sheila volgde.
Een kleine jongen in livrei, die bij d©
bedoelde deur zal, klopte, noem<j|e den
naam van juffrouw Douglas en noodig-
de, na een gemompel van een onzicht
baar iemand, Sheila uil om binnen te
gaan.
Juffrouw Brown, de directrice van
het agentschap, keek op van een stapel
brieven.
„O, is u daar, juffrouw Douglas? Ik
verwachtte u",zeide zij. ,U komt meestal
om dezen lijd. Hoe zoud'l u het vinden,
om naar Schotland te gaan als een soort
van secretaresse in een groot holled?"
Sheila's grijze oogen gingen wijd open.
Ze had niets opwindenders verwacht dan
een betrekking in een tof ander Lon-
densch kantoor, en het was enorm moei
lijk gebleken zooiels te krijgen. Maar
Schotland, het lieve oude Schotland, in
Augustus, en een groot hotel! Het scheen
te mooi om waar le zijn. Zij was er bijna
zeker van, dal het op niets zou uilioo-
pen, maai* ze toonde niet, dat ze twij
felde aan liaar capaciteiten en haar
goed gesternte; ze was een veel te
schrander meisje, ondanks haar onerva-
rendheid, om zulk een foul le begaan.
„Ik zou het wel prettig vinden," zei
ze heel kalm. „Wat zou ik daar precies
moeten doen9"
„Kijk eens, hel is geen gewon© secre-
taressebetreklcing," antwoordde juffrouw
Brown. „U zoudt natuurlijk de brieven
van den directeur moeten opnemen Ho©
groot is uw sueilheid per minuut?"
„Gewoonlijk honderd en diertig woor
den, maar ik haal ook wel honderd en
vijftig."
„Goed. Maar i k meen, dat u alleen
maar huis-praktijk hebt?"
„Ik nam altijd dictaat van mijn broer
op. Hij kon bijna niet le vlug voor mij
praten."
„Bij een broer verliest iemand zijn
hoofd niet. Bij vreemdelingen en een
groot aantal vreemdelingen, voor wie u
klaar moei staan, zult u wel anders
oordeelen."
„'Als u denkt, dat ik te weinig er
zich als de nieuwste stadswijken nog
slechts herinnerde dat afschuwelijke
stadsgedeelte, bekend onder den naam
buurt IJ IJ en dat andere, hetwelk
bouwd werd tusschen Linneausstraat en
Muiderpoort. Daar bestaal dan ook wel
een geweldig verschil tusschen. In buurt
IJ IJ, die lange, vervelende, aller-leelijk-
ste liniaal-rechte straten met eentonige
huizen en bovenhuizen, waarin alleen de
Kalverstraat van dat kwartier, de Fer
dinand Bolstraat, nog eenigszins het aan
kijken waard is overigens een stads
deel, dat nooit gebouwd had moeten
worden. Anderzijds, aan den Amsteldijk,
het nieuwe kwartier, waar ook niet elke
straat bepaald fraai kan hceten. doch
waar in elk geval door de nieuwere
bouwstijlen teekening is gebracht. En
daar achter den Willemsparkweg, bij
Yinkeles- en Jan van Gooyenkaden, rui
me nieuwe verkeerswegen en afwisseling
in bouw en aard van huizen; geweldige
nieuwe flat-woningen, kostbaar om te be
wonen, hier en daar mooie villa's en een
steeds zich uitbreidende stad, den kant
van Stadion en Amstelveenschen weg
uit; steeds weer nieuwe bouwwerken in
wording over dat nog lang niet voltooide
plan Zuid, dat op den duur zich aan zal
sluiten naar den kant van den Amstel
uit. Het was inderdaad voor iemand, die
hier in jaren niet was geweest een „won-
der-ding" en al weder onder de sugges
tie van den vreemdeling, zag ik thans
meer nog dan gewoonlijk, hoe merkwaar
dig hier overal de groei van Amsterdam
is en werd het mij een aanleiding de
genen, die ooit van buiten hier komen en
er den tijd -voor hebben, vooral aan te
raden in dit deel van onze stad eens te
gaan kijken ze zullen vermoedelijk
en verbaasd staan als mijn vriend deed.
Wel verwonderd was hij dat in dit
nieuwe gedeelte nog geen enkel gebouw
van beteekenis ten dienste van publiek
vermaak bestond geen concertzaal,
geen schouwburg; dat de bewoners van
dit stadskwartier, die schier allen gere
kend kunnen worden onder degenen, die
de middelen hebben, uit te gaan, daartoe
alleen hebben het Concertgebouw m hun
nabijheid en dan den Stadsschouwburg
terwijl alle andere schouwburgen en klei
nere concert-zalen op vrij grooten afstand
zijn verwijderd.
Ja, zóó ver zijn we nog niet, dat wij
in dit nieuwe stadsgedeelte, bewoond
door de financieel best-gesitueerden"
hebben datgene wat mijn vriend er miste
en ook door velen dier bewoners zelve
wordt gewist. Ge herinnert u vermoede
lijk dat er even sprake van geweest is,
een opera-gebouw te stichten in de La-
raissestraat, dus iu de omgeving waar
het overgaat, doch dat die plannen mis
lukt zijn en sedert hoort men er niet
meer van. Thans zijn plannen aanhangig
om een Royaards-schouwburg te plaatsen
aan het Kleine Garteman-plantsoen, dus
in de onmiddellijke nabijheid van den
Stadsschouwburg. Daartoe moet een
stukje Lijnbaansgracht worden gedempt
en zullen de huizen, die er nu nog staan
aan den Weteringschans naast het Ste
delijk Gymnasium gesloopt moeten wor
den. Dit laatste zal zeker een verbete
ring zijn; aan de gracht daar ter plaatse
is niet veel moois te bekennen en de
oude huizen, die aan hel begin van den
Weteringschans staan, passen niet meer
in dit zeer verfraaide stadsgedeelte. De
plannen zijn in een vergevorderd stadium
om uitgevoerd te worden, maar of het
daarom in allen deele een geluk is, dat
de nieuwe schouwburg juist daar zal ko
men te staan, is een andere vraag; hij
zou zeker met'het oog op hetgeen ik bo
ven schreef beter gepast Jiebben op het
nog beschikbare Museum-terrein of in het
nieuwe stadsgedeelte ergens achter de
Laraisse-straat en de ondernemers van
een nieuwen Kunsttempel zouden er ver
moedelijk dadelijk een groot publiek ge
had hebben. Nu is de kans voor een
schouwburg in dit deel van nieuw-Am-
sterdam vermoedelijk voor lang verke
ken, tenzij het er inderdaad van mocht
komen, dat 't nieuwe opera-gebouw on
der de auspicieën der Wagner-vereeni-
ging op hel thans nog aan de IJsclub ver
huurde terrein zou komen te staan. En
een concert-zaal in deze buurt? Het is
zeer de vraag of daarvan spoedig iets
komen zal, want hoe muzikaal de Am-
sterdamsche burgerij ook wezen moge,
met de kleine concerten gaat het, geloof
ik. in deze stad niet erg over rozen.
Natuurlijk, het Concertgebouw neemt
in de Amsterdamsche muziekwereld nog
steeds een afzonderlijke en hooge plaats
in, doch hel aantal dergenen, die zich de
weelde van een abonnement op de uit
voeringen veroorloven kunnen, is betrek
kelijk toch maar klein en de kleine con
certen hebben over het geheel maar wei
nig bezoek en de zalen, waar die gegeven
kunnen worden, zijn te Amsterdam eigen
lijk geen van allen weer „up-to-date" en
ook al weder te ver verwijderd van dit
belangrijke nieuwe stads-kwartier. 't Is
lang niet onmogelijk dat een klein con
cert-gebouw in die omgeving ook goede
kansen zou hebben, doch het zal wel zijn
moeilijkheden hebben, tot de stichting
daarvan de noodige gelden te vinden.
Edoch. Wat niet is kan komen; wie ziet
hoe zóó de stadsuitbreiding gaat, zal er
kennen. dat we hier nog voor groote mo
gelijkheden staan.
Er is nog een niet onbelangrijk punt,
waarop mijn provinciale vriend wees, te
weten de geweldige toename van het aan
tal winkels te Amsterdam, maar dat is
iets, waarover in een mijner volgends
causerieën nog wel een en ander zal te
zeggen zijn SENT SANA.
varing heb voor die betrekking," begon
Sheila blozend.
Eerlijk gezegd, ik deuk dal u te wei
nig ervaring liceft, maar u lijkt vlug
van begrip en bevattelijk; dus u zult wel
vooruitkomen en de directeur van hel
Glentorly Kasteel is er op gesteld, dal de
persoon, die ik aanneem, een Schotsche
moet zijn, goed opgevoed, niet oudter
dan vijf en twintig jaar en aan
trekkelijk. U is toevallig op hef «ogen
blik de eenige jonge Schotsche die ik als
steno-typiste in mijn boeken heb staan.
Anders zon ik liever iemand: hebben ge
had, die meer practijk heeft en dichter
bij den bedoelden leeftijd) is.'
„Ik ben twee en twintig," zeiSlieila.
„En ziet er uit als negentien, maar er
is niets aan le doen. Mijnheer Mc. Kin
non heeft dadelijk iemand noodig. Als u
gaat, zult u morgen al moeten vertrek
ken. Kan dat?"
„Gemakkelijk," antwoordde Sbeila,die
op één kamer woonde en wier aardsche
bezittingen alle "konden worden gepakt
in één koffer, klein genoeg voor hutkof
fer. „U zegt, dat liet geen gewone be
trekking is. Wat is er dan meer te
doen, dan de corespondent]"© van dten
directeur?
„Zijn brieven zullen wel waarschijn
lijk hel kleinste gedeelte van uw werk
zijn want er is al een jongmensch, dat
daarmee helptmaar die heeft ook an
dere werkzaamheden, boekhouden en
en zoo meer, en kan niet al zijn lijd aan
de correspondentie geven. Ze Uebbén
hel geprobeerd met een jong meisje,
dat in de buurt woondte, maar djat ging
niet. Nu hebben ze onmiddellijk iemand
noodig, omdat er gasten in het hotel
zijn ,die secretaris-werk te doen hebben
een hun eigen secretaris niet 'hebben
meegebracht. Daarom zei' Ik, dat u voor
Tederen vreemdeling zult klaar moeten
staan, schrijvers, predikanten, politici,
financiers allerlei soort menschen."
„Dat lijkt me verbazend interessant,"
zei Sheila.
„Ja maar moeilijk en verwarrend.7ulk
soort mensclicn hebben eigenaardige ge
woonten en zijn dikwijls ongeduldig en
moeilijk le voldoen. 1 zult tact noodig
hebben zoowel als tegenwoordigheid van
geest. Maar hel is een prachtkans. Met
uw ervaring liadl u niet dp zoo Tets
mogen hopen. Glentorly -kasteel is als
hotel nog nieuw is pas dit seizoen ge
opend en een -van de mooiste van "Schot
land. Hel salaris .zal twee pond per
week zijn en natuurlijk zult u wel dou
ceurs krijgen. Maar denk er om, u mag
ons niet le schande maken! Ik wil niet
hebben dat mijnheer Me. Kinnon denkt
dat ik me vergist heb. Dal zou een
siechte reclame voor ons 'agentschap
zijn."
(Wordt vervolgd.)