TWEEDE BLAD
KAN DC
Donderdag 31 Dec. 1925 no. 307
NIEUWE NUANCES,
WEINIG NIEUWE LIJNEN.
Het is hetzelfde opschrift, dat we i:
September boven een beschouwing over
■de jongste troonrede plaatsten, en. dat
merkwaardig goed past boven dit oude
jaarsavondpraatje over 1925. Het komt
achter óók overeen met wat we een
jaar geleden over '24 opmerkten ten
opzichte van het gebeurde, iu ons land.
Toen schreven we o. a.
,jWe weten geen enkel feit te noe
men, waarvan men nu eens zeggen kan
kijk, dat heeft 1924 tot heil van het
algemeen gewrocht."
En nu we het lijstje nakijken, dat we
opmaakten van hetgeen er zooal in '25
gebeurd is, kunnen we hetzelfde zeggen.
De verkiezingen? Kom, die zal nie
mand durven noemen als een gebeur
tenis die tot heil van het land heeft
gestrekt. We zijn op het oogenblik bijna
even ver als we een jaar geleden waren,
d. w. z.nog iets minder ver. Toen
leefden we onder een coalitie-ministerie
zonder coalitie, een afgetreden ministe
rie, dat weg wou omdat de .Vlootwet
de coalitie had vernietigd, maar dat
aanbleef op verlangen der Koningin om
dat er geen ander te vinden was. Toen
kwam na de verkiezingen weer een echt
coalitie-ministerie, dat echter enkele
maanden na het eerste contact met de
Kamer ineenzakte vanwege het gezant
schap bij den Paus En als we goed
raden naar wat dr. De Visser thans
tracht bijeen te brengen, dan is dat
weer een coalitieministerie zonder coa
litie
Het heet, dat de verkiezingen een ver
schuiving in democratischen geest heb
ben getoond. Maar een democratisch mi
nisterie bleek niet mogelijk, omdat die
democratische verschuiving niet zoo sterk
is geweest, dat de R. Kath. Partij in
haar geheel of ook maar in meerderheid
democratisch is geworden. Het lijkt
niet op. Zelfs de tamelijk scherpe schei
dingslijn die een jaar geleden in die par
tij scheen te zullen worden getrokken
door de beweging van St. Michael, is in
den loop van het eerste halfjaar zoo
verflauwd, dat men er nu bijna niets
van ziet.
En wat in de roode democratische
partij verleden jaar als een symptoom
van mogelijk ver-reikende consequenties
de aandacht trok, n.l. de tegenstelling
tusschen S. D. A. P. en N. V. V., is
nog altijd aanwezig, maar heeft weinig
verdóre ontwikkeling gekregen. En nog
•verder links, bij de communisten, is
men zoo grondig aan het zuiveren ge
gaan, dat men waarlijk niet meer weet
wa't er nu eigenlijk nog over is.
Maar waarom verder over politiek?
'Zou dat het zyn wat het meest in de
hoofden der Nederlanders rondwaart,
■wanneer ze aan het eind van dit jaar
bepeinzen wat dit jaar hun gebracht
heeft?
Heelemaal niet! De zakenmenschen
deuken aan haudelsmalaise en de ambte
naren denken aan schatkistmalaise. Die
zijn er nog alle twee, en beheerschen
nog heel sterk het dagelijksche leven
en de dagelijksche gedachten. Méér dan
de politiek.
En nu is het waar, dat menigmaal
werd verzekerd, dat we weer vooruit
gaan Maar slechts enkelen bemerken
het, voornamelijk zij, die betrokken zijn
bij Indische ondernemingen (of bij spe
culaties in rubber, voorzoover ze
bijtijds aan den goeden kant wedflen).,
Opmerking verdient het, dat de lichte,
vooruitgang in de opbrengst van de Rijks
middelen niét veroorzaakt werd door
stijging van de opbrengst der Rijksin-
komstenbelasting. En we weten dat een
groot deel dier meerdere opbrengst een
gevolg is van méér belasting, die we be
talen, ten deele bewust, zooals voor
de rijwielen, ten deele onbewust, zooais
gebeurt met de enkele verhoogde ac-
cijnsen en met de invoerrechten.
In het zakenleven blijft de toestana
gedrukt. Er wordt veel geklaagd door
industrieelen en door winkeliers. Het
moge niet zoo ernstig zijn als in de
voorafgaande jaren, het aantal faillisse
menten moge iets zijn gedaald vergeleken
bij toen, en het moge waar zijn, dat
we blijkbaar het diepste punt van het
jdiepe dal voorbij zijn, maai- daarmee zijn
we nog niet gekomen aan den bergpas
die ons aan de overzijde voorgoed uit
dat dal brengt De werkloosheid is nog
grooler geweest dan het voorafgaande
jaar, en als we naar de ons omrin
gende landen kijken, dan zien we in
DiUitschland en in Engeland datzelfde
verschijnsel in zoo'u sterke mate, dat
we ons er over mogen verwonderen, dat
het hier niet nóg erger is.
En dan zien we in België met zijn
tamelijk gestahiliseerden frank een zeer
gedrukten toestand, die den schijn van
de valuta-necü-ijvigheid des te sterker
doet gevoelen,- en dan zien we een
Frankrijk, dat maar niet op streek kan
komen met z.jn pogingen om de zéér
dreigende inzinking van zijn valuta tegen
te houden, twee omstandigheden die
een somber uitzicht geven voor de ont
wikkeling onzer handelsbetrekkingen
Dat zijn echter ook weer nieuwe
nuances, maar geen nieuwe lijnen.
Nu we hier België noemden, brengt
ons als van zelf tot het onderwerp,
dat iets nieuws had kunnen brengen
als het anders ware aangevat. We be
doelen onze verhouding tot België, gere
geld in het verdrag van 1839, dat ver
vangen zou worden door een nieuw
verdrag.
Als er niets bijzonders bij op te mer
ken was geweest, izou dat nieuwe, door
onzen Minister van Buitenlandsche Zaken
reeds geleekende verdrag waarschijnlijk
reeds in Juni door de Kamers zjjia goed
gekeurd. Maar de geweldige beweging,
die legen dal verdrag is ontstaan, en
waarbij in het bijzonder levensbelangen
van Zeeland naar voren werden
bracht, heeft een toestand geschapen*
waarin onveranderde aanneming vrijwel
uitgesloten is.
In dat opzicht heeft 1925 gedaan wat
ook de oorlogsjaren deden, u.l. ons goed
duiaelijk gemaakt, dat ook de buitenland
sche zaken voor een klein land als
het onze, leven sbelangen raken. Vóór
den oorlog hadden we dat bijna verge
ten. En na den oorlog dreigden we dat
te vergeten. Het verdrag met België
bracht ons met een schok weer in de
herinnering hóe ver een verdrag kan
reiken.
En we hebben daarbij ook geleerd,
dat er in buitenlandsche zaken nog
altijd iets geheimzinnigs is. Het groote
publiek begrijpt uiet waarom bij deze
verdragsonderhandelingen zulke groote
Nederlandsche belangen moesten wor
den opgeofferd; het begrijpt niet waarom
Minister van Karnebeek, die toch anders
waarlijk wel In den bres weef te strij.
■den, wanneer onze belangen worden be
laagd, nu ineens zoo toegevend werd.
Want de kritiek op het verdrag is niet
tot zwijgen te brengen. Er wordt zelfs
weinig of niet getracht die kritiek te
bestrijden. En het groote publiek vraagt
onwillekeurig of achter de houding van.
den Minister de sfeer van de groote in
ternationale diplomatie dwingt tot din
gen, welke men anders niet zou doen.
Maar het blijft een vermoeden. Het
afgeloopen jaar heeft een raadsel opge
geven, maar lot nu toe geen antwoord
gegeven. Zou 1926 het antwoord en de
opheldering brengen? Of is er geen ver
dere opheldering op te geven9
En wat moeten we nog verder als
herinnering naar voren brengen?
Moeten we erover uitweiden, dat de
Eerste Kamer nog eens, en nu blijkbaar
voor langen tijd den Zomertijd heeft
behouden? En dat de Tweede Kamer er
niet in geslaagd is een verzachting van
den Zomertijd aan te brengen?
Mceteu we herinneren aan de afwij
zing van de voorgestelde invoering van
het stelsel der Plaatselijke. Keuze? Aan
de verwerping door de Kamer van de
subsidie van een iriillioen aan de Olym
pische Spelen, met het gevolg dat er
toen werkelijk enorme bedragen vrij
willig voor dat doel werden bijeenge
bracht? Aan de stormramp van "Borculo,
en de daarop gevolgde zeer royale lief
dadigheid?
Het waren alle gebeurtenissen. 9ie
weer verdronken in den vloed van de
dagelijksche nieuwe dingen. De meesteu
denken er niet meer aan.
En als we in onze eigen naaste om
geving blijven, dan is eigenlijk het voor
naamste nieuwe: dal er dan eindelijk
schot is gekomen in den aanleg van de
vergrooting van de haven te Vlissingen,
waarvan dezer dagen tenminste een deel
van den Westelijken kaaimuur is aanbe
steed.
Misschien is het ook nieuw, dat er
dit jaar, méér dan óóit tevoren, in
iedere zitting van de Provinciale Stalen
van Zeeland is gepraat over Zondags
rust, zoo zelfs, dat het ook al werd ter
sprake gebracht bij een onderwerp als
de electriciteitsvoorziening, dat wel in
geen enkele andere provincie met Zon
dagsrust in verband is gebracht. Och,
als bij sommigen dat onderwerp nu een
maal door het hoofd gaat als een manie,
dan kan men daar nog vrede mee heb
ben, zoolang ze anderen niet hinderen.
Maar als daarbij zoo volkomen de wen-
schen en verlangens van anderen gene
geerd worden, dan kunnen we slechts
hartgrondig wensclien, dat die nieuwig
heid over een poosje ook weer weg
zinkt, "omdat de meerderheid voelt dat
er naast eigen meening ook nog die
van anderen te eerbiedigen valt.
Want over het algemeen "is hier tn
Zeeland de tegenstelling niet zóó scherp.
Gelukkig is er voor de Provincie ook
nog wat te memoreeren op heel wat
belangrijker gebied. De zeer langzame
gang van de Provinciale electricileits»
voorziening moge te betreuren zijn, maar
men heeft toch dit voordeel, dat men
kans heeft de groote desillusies te voor
komen, die men in andere provincies
daarmede ondervonden heeft op finan
cieel gebied. Het afgeloopen jaar heeft
deze verdere ontwikkeling gebracht, dal
hu als stelsel voor de voorziening van
Schouwen, Tbolen, St. Phiïipsland en
Noord- en Zuid-Beveland een stroomle-
vering uit Brabant is aangenomen, altijd
onder de voorop gezette voorwaarde^
dat de gemeenten door een voldoende
garantie zélf toonen, dat er genoegzaam
verlangen naai* electrische voorziening
bestaat. Het volgend jaar zal moeten
toonen hoe dat verder zal gaan
Deze vluchtige aanstipping van de
voornaamste gebeurtenissen in '25 geeft
werkelijk weinig aanleiding lot bijzondere
besprekingen, of tot een specialer,
wensch. Het geeft zelfs geen aanleiding lot
bijzondere verwachtingen voor de naas
te toekomst In de oorlogsjaren waren
we het allen er over eens dat „we zoo
snel leefden", omdat de toestanden en
stemmingen zoo merkwaardig snel ver
anderden. Het lijkt wel o£ we nu, als
reactie, in een tijdperk van kalmte zijn
gekomen, waarin weer veel afsmelt dat
in die oorlogsjaren zoo stevig als iets
■nieuws omhoog rees. Is de huidige pe
riode als een Alpenmaar, waarin een
wilde bergbeek eerst zijn zwaarste stof
fen laat bezinken, voor hij als rustige»
rivier verder vloeit? Het is mogelijk. De
geschiedenis heeft meer van die perioden
van rust na tijden van sterke actie ge
kend. Als overgangstijd, waarin het vaak
moeilijk is de eerste kiemen terug te
vinden van wal later belangrijk bleek.
Als dat nu ook zoo mocht zijn, laten
we dan eindigen met den wensch, dat
de omstandigheden het zullen toelaten
die nieuwe kiemen rustig te doen ont
wikkelen, zonder groote schokken. De
door ons den dag vóór Kerstmis uitge
sproken wensch naar een geleidelijke
uitbreiding van den geest van de ver
dragen van Locarno is dan zeer zeker
ook op 'zijn plaats aan het eind van een
oudejaarsavondpraatje.
KUNST EN WETENSCHAPPEN
„Zoeklicht", N.V. Uitg. Mij.
v. Loghem, Slaterus en Visser.
Met een extra dik achtste deel (643
pagina's) is deze „Nederlandsche Eney
clopaedie voor allen" voltooid En daar
mee is ouder leiding vau dr. T. P. Se-
versma inderdaad een encyclopaedic ge
leverd die door den prijs binnen liet
bereik valt van velen die geen groote
encyclopaedic kunnen bekostigen. Wel is
het werk uitgebreider geworden oan
eerst gedacht was, zoodal de prijs thans
is verhoogd tol zes gulden per deel. Maar
ook dan blijft men nog ver beneden den
prijs van andere.
En die uitbreiding is zeker geen na
deel voor den gebruiker. Ze maakt het
„Zoeklicht" des te bruikbaarder. Steek
proeven zijn bij een aankondiging als de
ze het eenige middel om te beoordeelen
of zulk een werk aan zijn bestemming
beantwoord. Wij kunnen slechts verkla
ren dat, ook voor dit achtste deel, de
door ons genomen steekproeveu steeds
tot uitslag hadden, dat we een beknopte,
maar zeer zakelijke toelichting vonden
voor het gezochte woord, of den gezoeh-
ten naam. Overbodige uilweidingen zijn
vermeden; de meedeelingen zijn van we
tenschappelijke nauwkeurigheid. En we
hebben geen gebied kunnen bedenken dat
in dit werk niet betreden is.
Het geeft uit den aard der zaak geen
volledig inzicht, als een handboek. Maar
dal is het doel niet. En als het niet be
knopt gehouden was, zou het niet hebben
kunnen worden een Nederlandsche en
cyclopaedic voor éllen
„Hel wassende water",
door Herman de Man. Nijgh
en v. Ditmar's U. M.
Een boerenroman, uit de polders ach
ter de zware rivierdijken in. Zuid Hol
land, waar in de eenzaamheid der afge
legen boerderijen in het eentonige leven
van de stugge boerenbevolking toch ook
al de meuschelijke gevoelens en hartstoch
ten door woekeren, die elders veel spoe
diger aan de oppervlakte komen. De be
schrijving van die zeer bijzondere omge
ving, en van dat in zich zelf gekeerde
raenschenras, heeft deze schrijver gege
ven met doormenging van typeerende bij
zonderheden die vanzelf van de echtheid
overtuigen. Het boerenleven in verschil
lende streken heeft trouwens zooveel
overeenkomstigs, dat wie het ergens
heeft leeren kennen, liet ook op een an
dere plaats begrijpt.
Maar dat boek brengt ook nog iets
anders dat wél plaatselijk is den strijd
tegen de rivieroverstrooming. De ontzag
lijke spanning die er langs onze rivieren
heerschl bij ijsgang met hoogwater is in
dal boek met groot talent tot een dra
matisch gegeven verwerkt' Van het laat-
gedeelle van hel boek, waarin juist
die strijd tegen het water wordt be
schreven, gaal een sterke bociing uil.
Want Herman de Man is iemand die
weet hoe hij schrijven moet
„liet eeuwige Rhytine",
door Agnes Maas—v. d. Moer.
Uitg- C. Moks Cz.
Neen, dit boek is ons tè kras in zijn
aanvaarding als iets heel natuurlijks, vau
verhoudingen die de menschen tot nu
toe als immoreel beschouwden. In dat
opzicht is de moderne romanschrijverij
voor geen kleintje vervaard. En ze heeft
ook veel verklaarbaar gemaakt, dat
vroeger alleen veroordeeld werd. Maar er
is een grens aan We nemen grif aan
dat er vrouwen zijn, als de hoofdpersoon
in dit boek, die naast den omgang met
haar goeden, geleerden, veel begrijpen
den man, nog een bevrediging van an
deren aard zoekt bij een huisvriend. En
misschien zijn er ook die dat spel dan,
als deze vrouw, voortzetten bij een jon
gen. Maar wie zich geroepen voelt om
zoo iets te beschrijven, en dan alleen
maar die neigingen naar voren brengt als
bEZIET IN 19Q-6
GW ZAKEN IN HET
TO". TL. -it J
JQISTE HICHT.-
N.V. PHILIPS'
GLOEI LAMPENFAPRS EKEN
iets van-zelf-sprekends, die moet er op
voorbereid zijn dat hij of zij den afkeer
wekt van allen die nog gelooven van het
bestaan van zoo iets als huwelijksplicht,
een factor die in dit boek totaal ge
negeerd wordt. We kunnen het niet an
ders dan stuitend noemen. En boven
dien van slechts zwakke litteraire waar
de.
RECHTSZAKEN.
De rechtbank te Arnhem deed uil-
spraak in de zaak tegen den 25-jarigeu
arbeider J. A. S. en den 23-jarigeu op
perman A. Wt. 'M. van H., beiden al
daar. De rechtbank veroordeelde ieder
hunner ter zake van diefstal met braak
in een goudsmidswinkel aan den Sons-
beeksingel, conform den eisch lol liy
jaar gevangenisstraf; echter voor Van
H. met aftrek der prev. hechtenis
Ter zake van heling van verschillende
voorwerpen, afkomstig van dezen dief
stal, werd de 35-jarige verzekeringsagent
S. R. aldaar conform den eisch, veroor
deeld tot zes maanden gevangenisstraf
mei aftrek der preventieve hechtenis.
De 60-jarige koopman A. B., aldaar,
werd wegens heling veroordeeld tot zes
maanden gevangenisstraf. Ook tegen de
zen beklaagden was zes maanden ge
vangenisstraf met aftrek van preventieve
hechtenis geëischt.
VERSCHILLENDE BERICHTEN.
- Twee glazenwasschers, die op een
ladder staande van een tweede en eer
ste verdieping van een perceel aan de
Bilderdijkkade te Amsterdam, bezig wa
ren te wasschen, zijn door het breken
van dien ladder omlaag gestort. Beiden
bekwamen vrij ernstige verwondingen.
Op den Eusebiusbinnensiugel te
Arnhem had een ernstige vechtpartij
plaats, waarbij twee personen zwaai* wer
den gewond met een scherp voorwerp,
een aan liet dijbeen, de ander 'aan het
hoofd.
Een van hen moest naar het gemeen
teziekenhuis worden overgebracht. De
politie stelt een onderzoek in.
Dinsdagavond laat drong een lot nu
■toe onbekend sujet het huis binnen der
alleen wonende 65-jarge weduwe G. \V.
F. aan den Heijendaalschen weg te Nij
megen.
De inbreker sloeg met een knuppel
tweemaal de oude vi*ouw hard op het
hoofd. Toen hij onraad bespeurde 11am
hij de vlucht.
Te Arteren bij Halle is een kuiper
door zijn wouw op straat doodgescho
ten. Zij gaf den stervende nog een paar
klappen in het gelaat en ging er toen
Vandoor. Zij werd echter deuzeltden
avond nog in hechtenis genomen
Te Staubing in Beieren liecft de 28-
jarige vrouw van een dagloouer haar
man, terwijl deze sliep, met bijlslagen ge
dood. De echtgenooten leefdcu al lang
in onmin.
Te Lensdorff bij Duren in hel Rijn
land verscheen een jeugdige arbeider in
de ouderlijke woning juist op het oogen
blik, dat zijn vader trachtte zijn vrouw
te vermoorden. De zoon ontrukte liet mes
aan de handèu van zijn vader en stak
hem hiermede in het hart en in de long
Een paar minuten later overleed liet
slachtoffer. De jeugdige vadermoordenaar
werd in hechtenis genomen.
Een paar jongeliedeu te Erlangen
wierpen met sneeuwballen naar de voor
bijgangers. Een 21-jarig student in
de rechten, zoon van een Landge-
richtsrat uit Aschaffenburg die door een
sneeuwbal werd getroffen, meende dat
een toevallig met zijn vrouw voorbij
komend werkman den bal had geworpen.
Een woordenwisseling ontstond en plot
seling trok de student zijn revolver en
schoot den werkman een kogel in het
hart. Deze werd op slag gedood; de
student ziende wal hij gedaan had, schoot
zich een kogel door hel hoofd en was
eveneens terstond dood.
Te Kaulwilz, in Sileziê, heeft een
19-jarig meisje, dat bij haar oom in
huis woonde, haar tante met bijlslagen
gedood. De moordenares, die voortdurend
ruzie had met haar tante, werd gear-
steeixl
Tijdens de stormen, die met de
Kerstdagen over Engeland zijn gezwiept
heeft een jongeman, Evans genaamd, al
leen de lichten van de Godrevy-vuur-
toren op de kust van Cornwall bediend.
Op Kerstavond werd zijn collega, die
aan longontsteking leed, met groote
moeite door de reddingsboot van Saint
Ives van den vuurtoren gehaald en sedert
dien zit Evans alleen op zijn eenzamen
posl. Herhaaldelijk is getracht hem hulp
te brengen, doch vruchteloos. Dinsdag
zou opnieuw een pogging worden gedaan,
doch de zee was erg onstuimig
Op de TlieeuUs is een roeibootje met
vijf jongens door den sterken stroom
over de keerkade bij Marlow meege
sleept en omgeslagen. Twee ervan kon
den naar den kant toezwemmen. maar
drie verdronkeu.
Maandagavond trachtte een 22-jarig
meisje op het station Nieder-Neukirch
nog in een wagon van een in beweging
zijnden trein te springen. Zij kwam ech
ter te vallen en werd onder den trein
verpletterd.
Hel lijk was geheel verminkt.
ADVERÏENTIEN.
Het Personeel
„DE BROEDERBAND"
Aid. Winkel en
Filiaal Jacob Catsstraat
■wenscht
HET BESTUUR en DE LEDEN
een gelukkig 1926,
Am, Steam Laundry, G, H. M. Petri,
Hoofdagent voor Walcheren, Oost
en West-Zeeuwsch-Vlaanderen,
Korte Delft G 12.
p. f.
L, J, G. VAN OORSCHOT,
Lood-, Lei- en Zinkverwerker,
Blindenhoek C 46,
wenscht zijn geachte clientèle,
vrienden en bekenden een
Gelukkig Nieuwjaar.
JAC. L. A. DE LANGE,
Langeviele 208
in Zuivelproducten enz.
p. f.
J. J, GR1JSPEERE,
Schoenmagazijn „De Magneet"
Lange Burg.
p.f.
Wed. C. ABRAHAMSE,
Spanjaardstraat - Middelburg
Melkhandel,
p.f.