Zaterdag 19 December 1926 168" Jaargang BINNENLAH D. FEUILLETON, DE REISGENO0TE. Mij smaakt alléén een BROCHES eigaret. Uit Stad en Provincie. 0. 299. MIDDELBURGSCHE COURANT. OU tuunmer bestaat uit TWEE bladen. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal: op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p. post 12.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- ringen f2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Aavertentiën worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden Mededeelin- g e n 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels f 2.10, elke regel meer 30 cent. 'Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij ia aangegeven dat tij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. Postcheque en Gironummer 43255- IN EN OM DE HOOFDSTAD. CLXI. De groote brand; een extrafje; werkverschaffing, Dat spreekt wel van zelf, dat de laat ste dagen het onderwerp van gesprek hier geweest is de groote brand bij de „Nederlandsche Scheepsbouwmaatschap pij". Niet alleen omdat branden van be teekenis, dank zij de waakzaamheid en vlugheid van de Amsterdamsche brand weer, in latere jaren bijzonderheden zijn gewórden in deze stad, maar ook omdat /.ulk een geweldige scheepsbrand en dau nog wel bij de genoemde maatschappij in geen jaren heeft plaats gehad. De laatste van dien aard, aldus is uit het gedenkboek, uitgegeven bij het 50-jarig bestaan der beroepsbrandweer, geble ken, had plaats in 1882 op de toenma lige Marinewerf. Dit jaar is wel een „pech"-jaar bij de scheepsbouw-maatsch. geweest, want eenige maanden geleden ging aan dezen scheepsbrand vooraf die van een der groo te werkloodsen van Werkspoor, wel is waar een ander lichaam, doch beide be langrijke nijverheidsondernemingen hou den innig verband en zijn in elkanders onmiddellijke nabijheid gelegen. Ik behoef over het onheil, dat nu heeft plaats gehad, natuurlijk niet meer in bij zonderheden te treden, ge weet er reeds alles van, maar wèl dient toch even aan- geteekend dat degenen, die het werk van de brandweer hebben bijgewoond, verbaast hebben gestaan over het door zettingsvermogen dier mannen onder de moeilijkste omstandigheden en. vol be wondering waren over het feit, dat zij 'n belangrijke inde nabijheid van de vuur- Roman »it het Ftansoh van GUY CHANTEPLEURE. Gwmtoriseerde vertaling van -W. H C. 85). „Phyleke, je was zoo gevoelig, /oo rol vertrouwen Waarom mocht ik dus niet hopen? Ik dacht ik zal heel gedul dig en heel zacht zijn.maar ik zal haar zoo innig liefhebben, dat ze lang zamerhand zal leeren, in mij niet meer den ouden vriend van vroeger le zien, maar den echtgenoot, den man, die verliefd op haai- is. Dat was, toen ik naar Engeland op reis ging. O, wat een dwaze brieven heb ik je toen geschre ven, maar ik heb ze nooit verzonden! ,Ik kwam thuis, jaloersch en zenuw achtiger dan ik was vertrokken Toen kwam dat diner van de Mauriceau dat ik je h»eb opgedrongenen ik zag de man, dien ik wel had willen beleedï- gen c n vermoordenLang bleef je met hem alleenO, Phyllis, mijn lieveling,- die soiree, mijn jaloezieen toen je spontane gelofte en toenen toen'.. Wijn lieveling, als ik je toen in mijn armen had genomen, als ik je had gezegd hoé vreeselijk ongelukkig ik was, als... 'zee zich bevindende werkloos wisten te redden; van verschillende zijden is mij verzekerd, dat het een kranig stuk werk is geweest en de roem van het brand weercorps er weder danig door ver hoogd is. Ik twijfel er geen oogenblik aan dat zulks zoo is, aangezien ik zoo tallooze malen heb kunnen zien, waartoe die mannen in staat zijn zij hebben de eer van Amsterdam, en men mag ge rust zeggen die van geheel het land, we der hoog gehouden. Maar deze brand heeft toch opnieuw bewezen hoe zonderling het is, dat in een zoo bevolkt stadsdeel; in zulk een dicht-bebouwde omgeving als de Eilan den nu zijn, nog een dergelijke industrie bestaanbaar is. Natuurlijkerwijze is zij er gegroeid Door alle eeuwen heen was dat deel van Amsterdam het scheeps- bouwdeel van deze stad. De wateren in die buurt eigenden zich voor een der gelijke nijverheid', de Oost-Indische Compagnie, de Admiraliteit, later de Marine, hadden er haar scheepsbouw - terreinen een Czaar Peter heeft er in de 17e eeuw gewerkt en oude prenten getuigen nog aan het nageslacht van den bloeienden scheepsbouw van Amster dam. Begrijpelijk is óók geweest, dat de groot-industrieën, die er nu gevestigd zijn en die zooveel tot den bloei van Amsterdam hebben bijgedragen daar gevestigd werden, want men beeft zoo veel jaren geleden zeker niet kunnen bevroeden, dat de tonnenmaat der sche pen van dien 'aard zou worden, dat men op de hellingen ginds op Kattenburg die moderne zeekasteelen niét zou kunnen bouwen, omdat.men ze dan niet door de Oosterdoksluis zou kunnen krij gen in het open IIJ. Want boe hopeloo,- heeft men Amsterdam aan dien kant toch bedorven door die afsluiting van ons groote vaarwater en die Oosterdok sluis plus spoorwegbrug, waarover gansch den dag door de treinen zich spoeden van en naar het Centraal Station, dat voor altijd, mag men ver moedelijk zuchten de geweldige sta in-den-weg geworden is. Dat mij zulks gevoeld heeft, blijkt uit het feit, dat de nieuwe scheepsbouw- werf aan den overkant van het IJ is ge bouwd. Onder de hoog-conjunctuur der na-den-oorlog-jaren heeft men gehoopt, dat men daar de reusachtige schepen zou kunnen bouwen, waarvan in onze haven de „Limburgia" en „Brabantia" van den Kon. Holl. Lloyd hoe kort slechts! de typen zijn geweest. Jammer genoeg, er is nog geen aanleiding geweest daar een dergelijk groot schip op stapel te zetten, doch er bestaat mogelijkheid, dat men er nu het nieuwe schip zal gaan bouwen, hetwelk het juist door het vuur vernielde vaartuig zal moeten vervan gen. Doch de tijden, welke den bouw van groote schepen zullen vorderen en daardoor de nieuwe werven aan den overkant definitief zullen moeten dienst baar maken in plaats van de tot dus verre gebruikte op Kattenburg, schijnen, helaas!, nog verre. Toch heeft de brand, die nu gewoed heeft, misschien dézen goeden kant, dat hij de werkloosheid te Amsterdam al thans eenigermate zal kunnen doen ver minderen, omdat de bouw van het schip, dat het verbrande zal moeten vervan gen, een aantal werkkrachten zal vor deren, waaruit men dan zal mogen con- cludeeren, dat er zelfs aan zulk een ramp, nog een goeden kant zal te vin den zijn. Want van die chronisch geworden kwaal, welke werkloosheid heet, zijn we hier nog evenmin af als overal elders en nog steeds moeten duizenden, worden uitgetrokken om degenen, die onder de onnatuurlijke economische omstandig heden lijden, te hulp te komen. En zulks blijft met groote moeilijkheden gepaard gaan, omdat de werkloozensteun nog al tijd aanleiding geeft tot misbruiken van degenen, die het gemakkelijker vinden uit den stadsruif wekelijks zóóveel op instrijken, zonder moeite te doen we der door arbeid in de behoeften van hun gezinnen te voorzien. Eigenaardig blijft daarbij, dat men in den gemeenteraad altijd weer mede-bestuurders der stad vindt, die laat ons aannemen met de beste bedoelingen bezield door on doordachte voorstellen in de hand wer ken het optreden dergenen, die het het allergemakkelijkst achten te teren op den van overheidswege te geven onder stand. Dat is dezer dagen gebleken bij de behandeling der gemeente-begrooting die ge moet er niet al te verbaasd over staan! nog maar stééds voort duurt, waardoor men haast zou gaan denken- „óf de Raadsleden hebben zóó veel van hun tijd te missen, dat het er voor hen niet erg op aan komt hoè lang zij begrooten moeten, óf het presentie geld is van dien aard, dat langdurige ver gaderingen hun lang niet onwelkom zijn" Hoe dat zij, over die werkloosheid en de uitkeenngen dientengevolge zijn heel wat „boomen opgezet" en heel wat voor stellen gedaan. Ik zeg nog eens: alle maal misschien uit een goed hart, doch niettemin ondoordacht, maar tevens zóó suggestief-werkend, dat zelfs B. en W. er ten slotte door beïnvloed werden en er een eindje in mede gingen doen. Er waren voorstellen om in de Kerst week voor gehuwden, die werkloosheids steun, onder welken vorm dan ook," trok ken, een extra bedrag van tien gulden uil te trekken en voor ongehuwden vijf gulden, óf om dat bedrag voor gehuwde» overeenkomstig de behoefte van het ge zin te bepalen op hoogstens vijf gulden en voor ongehuwden op een rijksdaalder. Op zich zelf natuurlijk voorstellen ge tuigende van liefde voor den mede- mensch, wien men -in dit barre jaarge tijde gaarne een extratje wilde verschaf fen. Maar, aangezien een dergelijke uit gave te beduiden zot; hebben eenige duizenden guldens extra uit de openbare kas, zou aannemen er van beteekend hebben: een met onbedenkelijk „prece dent scheppen", terwijl bovendien de twee voorstellen uit den aard der zaak m een omgeving als een gemeenteraad van dezen tijd en nog wel een Amster damsche, een politiek tintje kregen. Van die voorstellen is dan ook niets terecht gekomen, maar B. en W. stelden zelve voor in de Kerstweek alle uit- keeringen aan ondersteunde gezinnen te verhoogen mei 25 pelop grond „dal werkloozen gedurende de a.s. feestdagen nog moeilijker gelegenheid zullen hebben iets te verdienen", een redeneering, die weinig steekhoudend lijkt, wanneer men weet, dat de verdiensten van werkloozen van den door de overheid te verleenen steun wordt afgetrokken, Misgunnen zal zeker niemand, die 25 pet. Kerstgave aan alle ondersteunden, die zulks ten volle verdienen, omdat de droeve maat schappelijke omstandigheden hun dwon gen steun te vragen, maar hetgeen nu gebeuren zal, schept toch een gevaarlijk „precedent" en toont voor de zooveelste maal, hoe moeilijk het is om met betrek king tot deze economische aangelegen heid steeds den juisten weg te blijven bewandelen. Het ideaal is zeker werkverschaffing op groote schaal, waardoor tegelijkertijd {Ingez. Med.) honderden handen aan het werk kunnen cursus n landbouwliuishoudkunde. Zij worden gesteld, doch zulk een ideaal is niet zoo gemakkelijk te verwezenlijken in e*-n stad als deze, die met het uiige ven van millioenen toch steeds voorzich tig moet zijn en in de latere iaren, met name door de Onderwijswet, op gewel dige onkosten van allerlei aard is ge jaagd. Dat onderwijs vordert millioenen als de teugels niet wat strak gehou- luidt, subsidie 1 192.90, lokaalhuur f252, vuur en licht f 105, schoonhouden lokaal f105. B. en W. worden uitgenoodigd de claraties Voor de drie laalsle posten en nog f 30.90 le zenden B. en Wj, stellen voor het genoemde bedrag maar le zen den om moeilijkheden te voorkomen. De lieer Carels zegt, dal de raad zal weige ren dat bedrag le voteer©», als deze zich den werden, zouden zulks is óók «bij zelf respecteert. Indertijd is- besloten de begrootingsdebatten gebleken de j geen lokaal van de school af te slaatu voorstanders van het bijzonder onder-J Burgemeester Van Rees heeft dat [©sluit' wijs nog heel wat meer uit de stedelijke genegeerd en gezegd, dat hij de kosten, kas voor hun scholen willen vergen. i zou betalen. De gemeelde heeft vuu^ en Daardoor en door nog meerdere licht verschaft en Irekt niets lorug en eïschen op verschillend gebied, Kan aan moet bovendien nog betalen. De heer werkverschaffing, die productief werkt, Elenbaar 's het mei den vdl-igen spreker niet zooveel geofferd worden als het eens, de cursus heeft tot allerhande Dagelijksch Bestuur der stad ander? ge-gezanik aanleiding gegeven, maar heefl wettigd zou vinden. En toch zit men tegen betalen geen bezwaar. De hfier niet stil. De kwestie van den tunnel L'ijl betreurt hel, dat er weder voor de onder het Jj is geenszins van het pro-gegoede klasse e©n uitgaaf zal gedaan gramma, integendeel, er zullen nog eeni- worden, terwijl voor de mindere klas- ge duizenden voor voortgezet onder- se nagenoeg niets wordt aangewend, zoek tot verwezenlijking van een zoo- Wethouder Krijger stelt ook den heer danigen verkeersweg worden gevraagd, Vail Rees aansprakelijk en voorts zijn in studie plannen voor De voorz. zegt, dat óm betaling is verbetering der toestanden in dé een aangeklopt bij den heer \.m Rees. Hu paar jaar geleden geannexeerde nieuwe leest een schrijven van hem voor Dag gedeelten, waar de bewoners tot dus- uit blijkt, dat hij zijn belofte niet niet veel bemerken van dewenscht gestand te^doen. De voorz zeg Maar dat was in den tijd toen juffrouw Arguin kort geleden was gestorven .4 Stel jo toen eens dien broederlijken echt genoot voor, dien honorair-echtgenoot, die plotseling uit zijn rol van berusting zou zijn getreden om ziju vrouw 'l hof te maken juist op 't oogenblik, waar op ze vele millioenen had geërfd' „Te laat!Voor mij was alles ge ëindigd Voorlaan stond 'dal geld tus- schen ons... alsof er al niet genoeg din gen waren ,die ons van elkaar scheid den! „Je was rijk, mijn klein prinsesje, mijn mooi vrouwtje, voor wie lusc en fortuin, die ik je niet kon zeggen, 7.00 onmisbaar waren!O, hoe dikwijls zag ik jc met je rose gezichtje voor me in 't Park le Vichy, waar je, zonder te re kenen ,maar kocht zonder zelfs te we len, wat de dingen kostten, terwijl je zei: „Ik vind 't genof, dat geld oplevert, heerlijk maar denken aan gold en er mee omgaairdat zou ik nooit kun nen" en dat zelfde arme, kleine ding berustte later met opgewektheid er in, een japon niet te bestellen of overwoog of ze wel een auto zou nemen als ze uitging! „Je was rijk en toch kon ik me daar over niet verheugen, want ik voelde mo niet meer gerechtigd je lief te heb ben Trots, zooals je zei? Misschieni maar wal zou je wel van me hebhen zegeningen der plaats gehad hebbende annexatie. En in die plannen komt ook voor den aanleg van een groot bosch van niet minder dan 500 H. A. over het IJ. Het huidige geslacht zal de genoegens daarvan niet beleven, maar dat neemt natuurlijk niet weg, dat een dergelijke aanleg in de verre toekomst Voor Am sterdam een zegen zal worden, omdat deze stad ten aanzien van natuurschoon in de onmiddellijke nabijheid te veel mis deeld is. Hoe spoediger men zal kunnen besluiten tot den aanleg van zulk een bosch des te beter, omdat daardoor al thans gedurende langen tijd dan velen werk zal kunnen worden verschaft. Een zoodanige werkverschaffing zal héél wat nuttiger effect hebben dan alle steun- uitkeeringen aan werkloozen en extra giften in de Kerstweek, hoe edelmoedig op zich zelf een daad, als die waartoe men juist besloten heeft, ook wezen moge SINI SANA. Uit Tholen. In de Dinsdag gehouden vergade ring van den gemeenteraad van Poort vliet werd op voorstel van B. en W besloten niet loc le tredem tot het cen traal archief en inlichtingenbureau in zake maatschappelijk hulpbetoon in Ne derland. Van de .Maatschappij lot bevordering van L, en V. in Zeeland is ingekomen een afrekening met de subsidie voor den verder dat hij aanraadt *het voorstel van B. en W aan te nemen omdat bij vreest, dal anders de gemeente voC- gens de NijVerheblswet voor 70 pet. dér gemaakte'kosten zal aaugesproken wor den. Het wordt aangenomen met 5 st •oor, tegen de hoeren Uijl en Carels. Het'-voorstel an B, en W tol hot treffen van een gemeenschappelijke re- g overeenkomstig art. 19 vierde lid van d L. O wet 1920 met de ge meente Scherpen,sse wordl na loelich- l tig der cijfers door den voorzitter en eenige mededeeliugen van den heer Ca rels omtrent de voorgeschiedenis der zaak aangenomen. Hel voorstel tol wijziging der veror dening op het ygemeen Armbestuur wordt bestreden door de heeren Van Westen, l'ijl en Carels. Dc laatste zegt, dat er een eigenaardige toestand bestaat. Drie raadsleden zijn lid van het Algem. Armbestuur, twee ervan vormen de meerder lm 'd in het college van B. en VV. Zij kunnen gemakkelijk met zeer groo te kans van succes een voorstel \11dienen en in den raad behoeft maar één lid om te v allen om hel voorstel erdoor te jagen. De licci'en zeggen de za ken gaan goed. Daarmee reiken zij zichzelf een brevet van bekwaamheid uiiL Art. 2 van het reglement schrijft voor, dat hel aantal leden uit zes zal be staan. De heeren hebben hun goedkeu ring gehecht aan dat artikel en zondier dal er ook maar een begijn van uilvoe ring aangegeven is willen zij bepaald zien dal hel vier zal zijn. Men vreest uu, en dal i»s bel twee de motief, verwarring en moeilijkheden. Daarmee dichten d>' heeren aan tweja gedacht. Phylekc als ik dien trots 1 had gehad"' „O, als je aan inij. ook eens had ge twijfeld als je, In weerwil van alles mij eens vergeleken had metdien an dere! „'t Was geëindigdmaai' ik dacht jiiet meer aan me zelf voor je liegen en te verhalen dal ik je aanhad! „Ja ik wil 't je wel bekennen, eerst dacht ik ,,'t Js een roes vol verwarring, een boozc koortsdroom die wel weer zal verdwijnen Haar jeugd .haar charme, winden fne op dat zal wel slijten IJdele waan! Ik had een innige; vol maakte liefde die zich van mijn ziel en mijn lichaam had meester gemaakt, voor je opgevat een liefde waarlegen ik niet meer kon strijden „Mijn lieveling, heb ik je niet altijd liefgehad? Hoe weinig was er noodig, die groote tcederheid van eertijds de al machtige liefde van nu te doen wor den? Daartoe was slechts noodig dat in 't aangebeden kind zich de liefelijke vrouw openbaarde, die mijn Phyleke is gewordende vrouw, die ik niet ken- 'de... en die zich zelf nog niet keutf. de vrouw herinner je jo nog wel? -1 wier hart in slaap is gevallen, dat dc koningszoon eens moest wakker ma ken Phyleke las... en las maar voort soms hield ze even op om nogmaals haar queline hij heeft me liet'! mond op die zenuwachtig volgekrabbelde j En plotseling begon ze zenuwachtig velletjes te'drukken. Ook zij vergal de te huilen terwijl haar oogeu scbitter- droevige realiteit van gisteren en de'den en een glimlach op haar lippen lag. dreigende mogelijkheden van morgen. Jacqueline streelde zachtjes haar voor- Ze leefde geheel 111 't tegenwoordigeovergebogen hoofd. en die brief van Willem .die brief, die j En. nu moet jc handelen. Pvyleke. haar in verrukking bracht, bevatte niets Wat ben jo van plan te doen? van die smartelijke gemoedsrust of be- j Zc richtte zich weder op listing ,die niet meer doel hopen van J O, ik ga naar hein toe. zei ze, ik :en afscheidsbrief. j wil hem zien'... Jij weet waar hij is, Die brief getuigde noch van gemoeds- Jacqueline ,eu waar ik hem zal kunnen rust, noch van berusting... hij leek vinden niet waar evenmin op die mooie, ontroerende brie- j Jacqueline sidderde, ven van Colette Mouchc en hij zou zeker I Ik weet alleen waar hij denkt le voor een roman niet hebben gedeugdvertrekken Kijk bier is zijn brief... Hij was verdrietig en hartstochtelijk ent-1 maar mijn arm kind, ik geloof nooit dat stig als 'l leven De vrede of de schrik je nog bijtijds zult komen en des doods was er niet in te vinden. j Phyllis viel haar in de rede. Het was Een kreet van oprechtheid/had Jac-j of de brandende blos dien zij kreeg .haar queline gezegd.. t was echter een tranen had gedroogd, kreet van liefde, uijgestooten in de ruim- 1 Jawel, jawel ik kom wel op tij dj le. 111 de stille, in de eenzaamheid, eon [JacquelineNoor dat hij vertrekt, zal kreet ,<lie in weerwil van alles een yeluH ik er zijn 't is doodeenvoudig I van hoop wilde zijn... En Phyllis had als er geen trein loopt dan brengl Lau- dien kreet gehoord... 'I Was eeu kus* rent me mei de auto., jawel, k kom van liefde en smart die trots den 011 crbiddelijken afstand en 't mysterie van hun lot, haar zochten haar smach tende lippen gingen dien kus tegemoet. Toen Jacqueline met een bezorgd ge zicht weer binnen kwam .opende Phyllis, vol geluk, haar armen O, Jacqueline! riep ze uit. Jac- er welen dan dan 7,al ik hem wel beletten die dwaasheid le begaan Ik zal hem zeggen dat hij voor mij moet blijven leven., opdat we gelukkig wor den eindelijk, eindelijk gelukkig' Jacqueline stond op '1 punt le ant woorden .Je zuil hem nooit kunnen beletten le vertrekken. Phyllis. en 't

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 1