Zaterdag 31 October 1935 FEUILLETOM. No. 257. 168° Jaargang. MIDDELBUROSCHE COURANT. Dit summer bestaat oit TWEE bladen. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal; op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p. post f 2.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- aingen f 2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Advertentiën worden 'berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiën; 30 cent per regel. Ingezonden Mededeelin- g e n 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels f2.10, elke regel meer 30 cent Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij is aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk, Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. Postcheque en Gironummer 43255. DESERTEURS UIT HET ARItEIDERSLEGER. Het blijkt ons, nog wel uit een rnedc- deeling in „Het Volk", dat zoowel de heer Schaper als wij zelf, een veel 1© kleinen omvang hebben toegedacht aan het verschijnsel dat arbeiders in hun vrijen' tijd, hun gelaten door de bepa lingen Van den arbeidstijd, op eigen houljo karweitjes verrichten. Die nadere mededeelingen. zijn uitge lokt door de vragen welke het Kamerlid Staalman aan den Minister v. W. heeft gesteld over de concurrentie die aan de sigarenwinkeliers wordt aangedaan door in sigaren handeldrijvend postpersoneel. De voorzitter Wiarda der afd. Amster dam van de 0. N. A. B. toont zich over die vragen zeer gebelgd en ergert zich aan de onwetendheid vah den heer Staal man, en zijn vrijmoedigheid „om het P. T. T.-personeel nog verder in den 'put te trappen." Wiarda erkent volmondig dat een adn- tal brievenbestellers nog ander werk doen, o.a. door waschgoed te bezorgen bij klanten van hun vrouw. Maar hij ver lelt ook het volgende: „Weer een groep andere bestel lers houdt zich onledig met den ver koop van sokken en andere lijfgoe deren; er zijn er, die in reepen handel drijven. De eene besteller is in zijn vrijen tijd in dienst bij een dokter, een andere helpt in een boekwinkel, een derde is kellner, een vierde heeft een brooddepot, een vijfde een groen tenwinkel tje, een zesde ver koopt snoepgoed; een zevende is meubelmaker, een achtste behanger, DE REISGENOOTE. Roman nit hert Fransch van GUY CHANTEPLEURE. Geautoriseerde vertaling van W. H. O. -« 49). Parijs, 2 Januari. Ik wilde gauw mijn nieüwejaarscadeaü een van mijn vader afkomstige kost bare, kleine Ëlorentijnsche gedenkpen ning, waarvan ik een dasspeld had laten maken aanbieden en was daarom al vroeg in de eetkamer. Ik herinneitd'o me een anderen ochtend, toen ik in de zelfde witte japon en met precies zoo'n zelfde .lint, dien zelfden drempel over schrijdende, .denzelfden geur van dam pende chocolade rook en daarvoor het zelfde kopje van blauw aardewerk, niijn vriend ook aantrof, die rustig en alleen zat te ontbijten... Een nu reeds lang geleden ochtend, die voortaan een his torische beteekenis voor me zal hebben! Hier ben iks Willem; goeden mor gen en vóór alles, een gelukkig nieuw jaar! Maai- eersl moest ik hem bedankenj, Een Empire tafeltje, dat ik zoo bewon derd had bij een antiquair, zag ik, zonder er echter over te durven spreken, in mijn verbeelding reeds voor het venster van het salon staan, daar, waar ik altijd zit een negende schilder, een tiende timmerman, een elfde steenhouwer, een twaalfde repareert rijwielen, een dertiende schoenen, enz. enz." We moeten bekennen even onwetend te zijn geweest als de heer Staalman. We wislen niel dat dit werken van post personeel in hun vrijen tijd te Amster- 1, en wellicht ook elders, in zoo'n omvang plaats had. De heer Wiarda noemt het van den heer Slaalman „een schande" zulke ^ti ke vragen tot den Minister te richten. Die postbeambten schrijft hij, doen dat heusch niet voor hun pleizier: „Integendeel, zij vloeken het lot, dal hen dwingt tot het zoeken van allerlei schamele en meestal zuur verdiende bij-inkomsfen, alleen en uitsluitend, omdat zij van het loon, dat het Rijk hun voor 81/2 en meer uren arbeid betaalt, eenvoudig niet in slaat zijn in hun onderhoud te voorzien." We zouden willen vragen, of de be ambten. die na "de thuiskomst van hun werk onmiddellijk aan Sen slag gaan er nog iets bij te verdienen, er in hun hart bezwaar tegen zouden hebben om diezelfde bijverdiensten fe verwer ven door in hun eigenlijk ambt,, het postvak, langer te werken dan 81/2 uur. Maar dat is een vraag zonder actueel nut, w'ant verlenging van den arbeidstijd is iels waartegen de vakbonden, ook die van overheidspersoneel, zich aller eerst schrap zetten. Men leze echter eens, met de boven genoemde feiten in gedachten, de phi- lippica na die de heer Schaper hield tot de „deserteurs" onder de arbeiders, die hun confraters-strijders voor den korten arbeidsduur bemoeilijken door ,de onedele concurrentie aan de pa troons." Men stelle zich ook voor hoe de ge moedsstemming zAl zijn van andere wer kers zónder vaste rijksbetrekking, die óok dat baantje, dat karweitje of dal handels winstje begeerden, dal nu verworven werd door de postambtenaren misschien wel juist omdat ze het voor mhider kon den doen, juist omdat zij nog een vast rijlcsiukoinen achter de hand hebben. Wij zelf zullen die postbeambten er geen verwijt van. maken, dat zij trachten er nog iets bij te verdienen. De korte ar beidstijd in hun vak gaf er hun een ge legenheid toe, die ze vroeger niet had den. Maar de toestand zelf is geheel en al foul! Het kleinhandelgedoe van ambte naren is al even onbillijk tegenover de aan beperkende bepalingen gebonden winkeliers, als het werken van ambte naars in hun vrijen tijd als timmerman, meubelmaker, schilder, enz., onbillijk is tegenover de nog erger gebonden pa troons in die bedrijven. En daarmee indirect ook tegenover de arbeiders in die bedrijven. Maar aan wiede schuld De heer Wiarda roept: geef ze hoo ger loon? Wij zouden zeggen: verleng hun werk tijd ,en bepaal daarnaar lid loon. Als iels het postbedrijf veel duurder heeft gemaakt, zoodat (hans door aller lei beperkingsmaatregelen op die uit- javen moet worden bezuinigd, dan is dat de verkorting van arbeidstijd ge weest. Er is dus, behalve een factor van loyauteit tegenover anderen, ook een be lang van het publiek mee gemoeid. to werken en van moigen, toen ik wak ker werd, had Anaïlc, als boodschapster van een goeden geest cn knap gedach- lenlezer, bet naast mijn bed geplaatst De geopende lade was»vol rozen Wat een heerlijke verrassing! en wat ben ik er blij mee jinnig blijl "Willem, nu Is 't jouw beurt om verrast u blij te zijn Die besle Willem! Ik geloof niet dat hij meer verrast en blijder is dan ik, maar wat is hij meer ontroerd 01 dank baarder over mijn attentie dan ik over de zijne! En juist die ontroerende dankbaar heid trof me 'zoo en doet mijn hart zwellen van een innige erkentelijkheid, die ik niet goed in woorden zou kunnen uitdrukken. Phyleke, is 't mogelijk dat je me zóó hebt bedacht!... Maar die penning is iets heel mooisen je was er zelf zoo aan gehecht Dal de Reuzen-Bizuth mijn vriend en redder in den nood, zich opnieuw had beijverd een wensch van 't „prinsesje te -«evvullen, dat was heel natuurlijk, niel ■waar? Maar dat het prinsesje er ook eens aan had gedacht wat vreugde te geven, ook eens wat zorg en wal tecder- lieid had besteed aan de keuze van een cadeau, ja, dat was wel iets dat de noodige bewondering verdiende! 't Was juist omdat mijn gedenk penning mooi is en ik er zoo aan gehecht was, dat ze me waardig scheen voortaan BINNENLAND. BEWAAR UW VOLDANE BELASTING BILJETTEN. Een der lezeressen van de „Residentie bode" deelt het volgende mede: „Eenige dagen geleden kreeg ik per deunvaarder een dwangbevel thuis voor een bedrag van. honderd gulden, dal ik nog moest betalen voor de Personeel© belasliug over het dienstjaar 1923. Ik deelde den deurwaarder mede, zeker te weten, dat ik dil bedrag betaald had, daar het de derde termijn was, dien ik op dit biljet "had belaald. Ik kon echler niet zoo spoedig mijn biljet vinden en het exploit ging door. Ik ging daarop naar het kantoor waar ik betaald had en noemde den datum waarop ik betaald had, maar men ontkende daar pertinent iets ontvangen te hebben. De boeken werden gehaald en mij werd aangetoond, dat noch op dien dag, noch op eenigen anderen datum de nog ontbrekende hon derd gulden door mij waren betaald. Zeker van mijn zaak heb ik toen imijn. gelieele huis onderste boven gehaald en gelukkig vond ik mijn biljet, waarop dui delijk de kwiteering vermeld stond van mijn honderd gulden, precies op den datum door mij opgegeven. Ik ben daar op weer naar de directie van het belas tingkantoor gegaan en deze moest nu erkennen, dat ik werkelijk mijn belas tingplichten had voldaan. Mijn vraag is nu, hoe Is het mogelijk, dat die honderd gulden van mij nie|t in de boeken der belastingadministratie zijn verantwoord en wel op mijn biljet? Een indruk, dat onze belastingadmini stratie in orde is, krijgt men door deze gebeurtenissen juist niet. Daarbij komt. dat ik niet de eenige ben wien dezer da gen zoo iets overkomt. Sprekende met bekenden over wat mij overkomen was, bleek mij dal herhaaldelijk dwangbeve len worden uitgebracht voor betalingen die lang verricht zijn en een mijner ken nissen heefl werkelijk tweemaal moeten betalen, wijl hij zijn biljet niel kon terug vinden. Tot in hoogste instantie heeft hij recht gezocht, omdat uit z.ijn eigen boeken duidelijk bleek, dat hij betaald had, maar niels hielp, hij moest, wan neer hij zijn biljel niet kon verloonen, opnieuw betalen. Een waarschuwing voor ieder om zijn belastingbiljet, oolc al is de belasling betaald, goed te bewaren." Wc zouden deze .waarschuwing niet overgenomen hebben (als zijnde een me- dedeeling die slechts op Den Haag be trekking heeft) wanneer ons niel dezer dagen toevallig ter oore kwam dat een iugezelene van een gemeente op Wal cheren 'een dwangbevel kreeg voor be taling van zijn Porsoneele Belasting, die hij al had voldaan. Gelukkig kon bij zijn getcckcnd belastingbiljet toonen VARIA. DE ABDIJ TE MIDDELBURG. Al in 1121 wordt geschreven over het Mariaklooster te Middelburg. Dit zal echler niet de uitgestrektheid hebben gehad der tegenwoordige Abdijwel kan het al veel grondbezit gehad hebben, want omstreeks hel jaar 1000, toen de schrik voor het aanstaande vergaan der van jou te zijn en dan. heb ik ook nog deze violetkleurige das voor je bestemd, een kleur, waarvan ik houd en die je goed zal staan. Ik spoor Willem lot geduld aan. Ik wil de das zelf strikkenIk doe het echter niet omdat ik hem op dat gebied niel erg vertrouw, wanf, al is Willem niel behaagziek, hij is buitengewoon han dig cn ik zag nooit netter gestrikte das sen "dan de zijne. Dat zei ik hem en hij lachte 'I Is een compliment, dat iklieufèli niet verwachtte, Phyleke,en van jou Maar door dat onverwachte, en wer kelijk volkomen verdiende compliment, was hij zichtbaar gevleid. Waarom zeg je van jou? Sta toch stil, Willem en buig je hoofd niet zoo voorover Van jou wel, omdat je je leven lang elegante menschen van de wereld hebt ontmoetdie wel kolossale ar- tistcn op het gebied van dassen strikken zullen zijn geweest. Sommigen ja misschien Laat ik dan zeggen dat ik soms wel eens even goed gestrikte dassen heb gezien maar beter, nooitJe moet niet den ken, dat ik dat vandaag voor 't eerst heb opgemerkt Hu is 't klaarKijk eens in den spiegel Hij gehoorzaamde en had er schik in: toen kwam hij weer bij me. 't Is de reine pracht, hoor, kleine wereld de menigte beving, hebben velen om een plaatsje in den hemel te koopen, hun aardsehc goed aan de kloosters be- maakt- Wanneer en waarom de toen malige kloosterorde door de Premon- streiten is vervangen, is niet met zeker heid bekend Het oude kloostergebouw bevatte de gebouwen links van den gang voor hel huis van den heer Auer tot aan het muntplein en de koorkerk, die toen enkel kloosterkerk was. De poort op 'het Koorkerkhof was de Oostelijke en mis schien wel de eenige Tngang. Er voor lag de koolhof van den abt en 'dezo was door een waterloop vau het Noord- monstergebied gescheiden. In 1130 is het klooster een abdij geworden en omstreeks 1200 vergroot met het gebouw tusschen het muntpoortje en de woning van den Commissaris der Koningin, de keuken en dc tegenwoordige statenzaal. De kerk werd vergroot met één derde deel der tegenwoordige Nieuwe Kerk, üan volgde een open voorhof, uitko mende op het muntplein. Dil laatste was dus het tweede plein. (Het eerste lag tusschen de oude gebouwen en de Koorkerk). Do heer Dommisse, aan wiens uitgebreide studie over oud-Mid delburg*) ik dil onlleen, verdeelt nu de gebouwen aldus. Van dc Muntpoort le beginnen. Als we er op het Koorkerk hof voor slaan- eerst links de woning van den koster (sacristijn), en daarach ter tegen de kerk de sacristy; en rechts het huis van den Abt, dan op den hoek der tegenwoordige gang, dus toen de hoelc der abdij, het huis van den prior, en daarachter dat van den sub-prior, welke huizen de Noordgrens van het le plein vormden; vervolgens het iu- firmatorium of ziekenhuis en daartegen aansluitend aan de kerk de KapitlelzaaL Nu hel muntplein omgaande: de kerk, de open voorhof en dan, wat nu de Slatenzaal is (maar nog meer naar het Zuiden doorloopend; hel huis der Kanun niken of Kapitlelhceren. Verder in den hoek de keuken, dan de Reefler of eet zaal en eindelijk bij hel poortje de wo ning van den Proost, dat is van den onder-overste, die voor de stoffelijke zaken le zorgen heeft. Tusschen 1256 ten 1290 is gebouwd liet nieuwe huis voor den Abt, ten Noox-den van de hui- Zen van deii prior en SHbprior en het infirmalorium, maar niel er tegenaan. En zoo is toen die open gang ontstaan, die later dichtgebouwd,, maar nu weer opengemaakt is. Dit nieuwe gebouw heeft in 1192 zeer gcieSen door den brand, die toen Middelburg voor een derde deel verwoestte, doch is schooner op gebouwd met de opeh galerijen, waar mee men het nu nog ziet. Terzelfder tijd is ook de Munlloren en -poort ver rezen en heefl dus de Abdij aan dien kant haar tegenwoordige gedaante ver kregen. Maar ik loop vooruit, Aye moeten terug naar den tijd, toen de abt ver huisde naar zijn nieuwe woning Om trent dien lijd. is ook gebouwd 's Graven logement, dal is het deel van de woning van den C. d. K. met de pilasters en de bogen boven de. vensters. •Voorts een nieuw huis voor de Ka nunniken tusschen het torentje bij de S. P. Q. M. en de Balanspoort Toen dit in orde was kon men het oude Ka* hunnikenhuis verbouweneen gedeelte <werd Reefter, het deel voor den open Onderzoek naar de eerste omwalling en omgeving dor slad Middelburg door P. K. Dommisse. Archief Zeeuwsch Ge nootschap, 1904. fee die je bent! En nu, riep ik uit, mijn beide ban den op zijn schouders leggende, nu moet je iets goed maken, wat je nog altijd hebt vergeten en zeg me dat je mijdat je ons beiden een heel gelukkig nieuwjaar toèwensclvt Er kwam iels weemoedigs in' den blik, waarmee hij me aankeek. 't Is ongetwijfeld instinctmatig, Phy leke, dat ik altijd woorden en gedachten vermijd, die verband houden met de toe komst met onze toekomst. Waarom Omdat men alleen dan over de toe komst kan spreken of er aan "denken, wanneer men er naar verlangt of wan neer men, ten minste, zich die op een bepaalde wijze kan voorstellen cn om dat ik onze toekomst, lieve Phyl, vol strekt niet zie en omdat ik van ons gelukkige, nieuwe jaar ook niet heel veel méér zie Maar waarom? waarom toch niet? 't Zou veel te lang duren je dat uit te leggen cn vooral te moeilijk zijn Denk je idat ik je niet zon begrijpen? Misschien. Zijn handen hielden de mijne vast, die nog steeds op zijn schouders lagen. Ik weel zeker dat ik 't niet Zou begrijpen, bevestigde ik Dus Wil lem, zeg dan toch maar dat je me een gelukkig nieuw jaar toewenscht. Ik wensch je een gelukkig, een heel gelukkig nieuw jaar, Pliyleke voorhof werd met dezen bij de kerk getrokken en deze nog een stuk naar het Westen vergroot, zooals men ze nu ziet. De oude kerk werd hét Hoogkoor* en de heele kerk was in 1270 niel meer alleen een klooster- maar ook een pa rochiekerk geworden. Denkelijk is er toen ook een poort ge maakt in hel tweede deel der woning van den C. d. K., die toegang gaf tot wat \Vij nu de Groenmarkt noemen, en met een straatje achter de tegenwoor dige gymnastiekzaal {welk gebouw van later dateert) leidde tot het huis, nu dc werkplaats vau den heer Van Puf- felen, toen het lurfhuis van de Minder- broeoers. Ook is uit dien tijd hel poort gebouw aan tic Balans lusschen de twee lorentjes. Vandaar ging rechtuit een ge bouw naar bel torenIjc, staande bij het Huis van Walcheren. In dat gebouw woonden de kelderwaarder en de proosL Qp deze liooglc was ook een uitgang mét een poort, die Ier hoogte van de Kerk der Vrijzinnigen in de St. Pie- terstraal uitkwam. Het Hotel de Abdij was de woning van den bakkermeester en zeker ook de bakkerij, en dan volgde een schuur. Zoo was dus loen ook het derde plein volgebouwd. Het laatste gedeelte werd genoemd de Xcderhof, omdat het lager ligt dan het andere deel, maar zeker ook* wel omdat daar de mindere lui woonden. Een waterloop of open riool liep langs de Burgt naar den kant der Balanspoorl; vereenigde zich daar met een andera loop, die van den kant der Noordstraat komende, de Balans bereikle ter hoog te van de Oostzijde van het huis van dcu heer Heijboer. Vermoedelijk was een groot deel der Balans een water poel en liep er, we zouden nu zeggen achter de erven der St. Pieterslraat ecu broeder water, de BurgtyjesL ygracht van de eerste stad) waarin de waterloop uitliep. Over die vest hadden de mon niken het recht een brug le leggen halverwege de Korte Gist straat, met een poort aan den Abdijkant Deze poort is vervallen, toen in 1517 de Ankerpoort >s gebouwd, nadat de koolhof was ver lengd lot aan de Sl. Pieterslraat. Later is die Anteerpoort denkelijk vervaugen door hel poortgebouw, dat we nu als dc Gislpoort kennen. Over de tegenwoordige Groenmarkt was ook een open riool, dat door de lalere Kapoenstraat liep en tegenover het oude Gasthuis zich vereenigde met dc oude Burgtvest. Omslreeks 1480 werd het gebouw tusschen de. Balans en het torentje Walcheren gebruikt als Bier brouwerij, en daarbij lag een kleine ,J,vale':, door den heer Kesteloo voor een drinkput, doch door d<?n heer Dom misse voor een mestvaalt gehouden. Daar men in Schouwen nog een drink put „een vale" noemt, en dit woord als zoodanig ook in Walcheren niel on bekend is, boud ik het ook voor een drinkput In 1562 is dil gebouw af gebroken en zijn meer achterwaarts stallen gebouwd voor de paarden van den bisschop. Zoo is dus het pleintje ontstaan, dat we er nog kennen Daar achter weer is een huis gebouwd voor den Vicaris, dat op den Balans uit zag. Dat hel tegenwoordige Notarisbuis niet bij de Abdij behoort, maar eerst veel later is neergezet, zal wel geen betoog behoeven. In den blok huizen tusschen Korte St. Pieterslraat 'enKoor- teerkhof was vóór 1480 de bierbrou werij bet AnCer Het Reigerstraatje be stond slechts als een gang, die leidde Dank je welcn jou wensch ik ook een in alle opzichten gelukkig jaar toe, Willem Heel lief van je. Toen zweeg hij Er was iels waarover ik met me zelf uiet eens svas of ik het hem zou zeggen of nieten nu zei ik het in' weerwil! van me zelf toch Willem, waarom krijg ik nooit een zoen van je? Een broer mag zijn zuster toch wel kussen? Hij glimlachte ik geloof ietwat ver legen. O ja, maar 'l gebeurt niet altijd Men kan van elkaar houden, heel veel zelfs, en toch elkaar niet kussen. Neen, dal is niet waar Menschen, van wie men veel houdt, wil men kus sen Sinds mijn pleegmoeder van me is heengegaan, kusl "nooit iemand me meer en vandaag is hel nieuwjaars dag. - Plotseling, zonder dat ik er aan dacht, kreeg ik tranen ï,n mijn oogen. Maar mijn lieve Phyleke! Hij nam mijn hoofd tusschen zijn beide groote handen én kuste me heel feeder op mijn oogen en toen keek hij, zonder iets te zeggen, me even aan Ik had zoo graag gewild dat hij iets zei en toen heb ik maar gezegd, wat wie voor mijn mond kwam Je kust me heelemaal niet. zooals mijn pleegmoeder hot deed Toen begon hij van ganscher harte

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 1