FEUILLETON.
3 iJ VOEGSEL
Vrijdag 30 Oct. 1925 no. 256.
HET GEZANTSCHAP
BH DEN PAUS.
Loopt het gezantschap bij den Paus
(ditmaal meer gevaar dan de vorige ja
ren'? Mjen zou het vermoeden door de
bezorgdheid in sommige Roomsche bla
den, al spreekt ook het afdeelingsverslag
üér Tweede Kamer slechts van „ver
scheidene" leden die er zich tegen ver
klaarden, tegenover „vele andere leden",
Wie (ervóór bleken.
Zooals altijd zullen van die ooalitie
de Chr. Historischen zich ertegen ver
klaren. Men zal hen wel moeten verstaan
onder de leden die volgens dat afdee
lingsverslag het gezantschap bij bet Va-
Ticaan „krenkend achten voor "het Pro-
testanlsche volksdeel". Ditmaal 'zullen ze
in die mfeenlng niet slechts den heer
Kersten naast zich hebben, maar ook
diens partijgenoot en ds. Lingbeek.
1 In '23 (in '24 is er niiet over dezen
post gestemd) waren er echter slechts
24 stemmen voor bet afschaffingsamen-
ldement-Schokking en 61 daartegen en
ook in de vorige jaren was dat de stem
verhouding over dit onderwerp
"Nu zijn er echter volgens het afdee-
'lingsversrag nog leden geweest, die er
een argument bijvoegden van praclisch
standpunt uit. Het gezantschap is in
gesteld omdat het .Vaticaan heette te
zijn een diplomatiek milieu bij uitne
mendheid. Maar, zoo vroegen die leden,
kan het nog op dien titel aanspraak
Inaken, nu de bijeenkomsten te Genève
herhaaldelijk de voornaamste staatslie
den en diplomaten der verschillende
landen in die stad bijeen brengen?
En dan nog waren er leden die het
gezantschap wilden opheffen als bezui-
niging, terwijl er ook nog gewezen werd
op de verwarring door de aanwezigheid
van twee Nederlandsche gezanten in de
zelfde stad.
Het schijnt nu, dal de Katholieke
bladen de socialisten ervan verdenken
te zullen tegenstemmen, hoewel zij er
in '23 voor waren. Die bladen leiden
dit af uit de neiging die in die frac-
'tie zou bestaan om de coalitie haar
eigen geschillen onderling te laten uit
vechten nu de andere partijen zoo geheel
genegeerd zijn bij de oplossing vah de
regeeringscrisis.
Het Huisgezin schreef bijv.:
„Nu weten wij het, Nu zijn we gewaar
schuwd.
Nu kan de voorsteller van het amen
dement tot schrapping van den post
voor het gezantschap bij den H. Stoel
niet zeggen, dat hij de gevolgen van zijn
voorstel niet heeft voorzien.
Hij doet het voorstel, daarvan zijn we
overtuigd. Hij Iaat er zich niet van af
brengen.
Maar hij breekt willens en wetens
de regeering en de coalitie, laten we
dat vooraf vaststellen.
De sociaal-democraten zitten met 24
man in de Kamer, zijn begeerig naar de
macht, willen m,ee regeeren
Und' bist du nicht willig, so branch'
ich Gewalt.
Nu hun gejen plaats is gelaten, zullen
zij den toegang i'orceeren. Om redenen
van „hoog staatkundig belang". Zooals
de oorlog is gevoerd „om recht en be
schaving."
Maar de sleutel tot het geweld wordt
hun in handen gegeven door hun prin-
'cipieele tegenstanders.
En een deel der regeeringspartij, de
christelijk historischen, steunt en be
schermt, neen vormt de machtspositie
der sociaal-democraten."
We hebben echter van soc.-democrati-
Eche zijde nog geen besliste verklarin
gen in dien geest gelezen. Inderdaad
zou, wanneer zij met hun 24 stemmen
ditmaal tegen slemden, de schaal om
slaan. Maar we zullen hun eigen uit
spraak daarover moeten afwachten.
Inderdaad is het hierboven aangehaal
de echter reeds vermelding waard ?fls
eten eerste bewijs van de wrakheid der
coalitie op sommige punten, en van de
noodzakelijkheid voor de regeering om
ook te steunen op de stemmen van
de oppositiepartijen, wier oordeel na
de verkiezing vrijwel genegeerd werd.
Vraagt men ons hoe wij er zelf, te
genover staan, dan moeten we zeggen*
dat dit gezantschap ons tamelijk lauw
laat. We kunnen moeilijk het bezwaar
deelen dat een gezantschap bij den Paus
het „Protestantsch" karakter onzer na
tie krenkt, want een volk waarvan meer
dan één derde katholiek is, kan nu een
maal niet een zuiver Protestantsch volk
genoemd worden.
We hebben dan ook vroeger, zij 't zon
der geestdrift, verklaarbaar gevonden, dat
men in '16, dus in den oorlogstijd, toen
er vredespogingen gaande waren van uit
het Vaticaan, daar een gezantschap plaat
ste. Dat men daar vier jaar later een blij
vende luisterpost" van maakte omdat
het daar een diplomatiek centrum zou
wezen deed ons slechts de schouders
ophalen, want we jagen daarin voorna
melijk een tegemoetkoming aan een
wensch der Katholieken die de grootste
groep waren in de regeerïngsmeerderheid
Misschien waren in hel Vaticaan inder
daad voldoende belangen te behartigen
voor ons land. We konden dat echter
niet zelf uitmaken.
Maar we moeten zeggen daf we in de
bijna tien jaar van dat gezantschap niets,
letterlijk niets vernomen hebben van de
speciaal-Nederlandsche belangen die door
dit gezantschap zouden zijn gediend. We
erkennen dal er verscheidene gezant
schappen zijn, waarvan dat nut niet naar
buiten dringt. Maar voor dezen telkens
aangevochten diplomatieken post, waar
bij economische en staatsrechterlijke be
langen in 't geheel geen rol kunnen ver
vullen, zou dan toch wel door de voor
standers gemakkelijk het groote nut kun
nen zijn aangetoond. We hoorden of la
zen daar echter geen reëele voorbeelden
van.
Wel was het te constateeren, dat het
behoud er van een s p e c i a a I-k a t h o-
1 i e k-p o l i t i e k e eisch is geworden.
Als zoodanig beschouwd wordt het ge
zantschap echter inderdaad heel iets an
ders dan de luisterpost voor een vredes-
centrum of voor een diplomatiek milieu,
in welk karakter het is ingesteld en ge
handhaafd. Dan wordt dat gezantschap
een vertegenwoordiging onzer katholie
ken bij het Vaticaan, in den vorm vaö
een gezant van ons Rijk. En daar voeten
we niets voor.
Dat gemis aan gegevens over het nut
van dien post, gevoegd bij den twijfel
of er werkelijk nog zoo'n belangrijk cen
trum iu het Vaticaan te vinden is, nu de
belangrijke, geregelde bijeenkomsten te
Genève bestaan, doet ons zeggen schaf
diert post af. We hebben immers toch al
een gezant in Rome, die toch waarlijk
wel gelegenheid zal hebben zijn oor te
luisteren te leggen. Ook al heeft het Va
ticaan geen contact met het Quirinaal, de
diplomatieke wereld zal daar toch niet
in tweeën gesplitst zijn.
Na het schrijven van het bovenstaan
de zagen we in de N. R. Crt. van gister
avond een hooTdartikel over dit onder
werp, in denzelfden geest geschreven,
en waaruit we de volgende opmerkingen
aanhalen
„De eenige vraag, die in aanmerking
komt is: welk landsbelang de hand
having eischt of gewenschl doet zijn?
JiZoo de post er niet wasx niemand
zou er aan denken, hem thans in het
leven te roepen. Hij dankt zijn beslaan
aan lijdelijke behoeften, die thans niet
meer beslaan en waarvoor geen andere
in de plaats zijn gekomen. Waartoe dan
dezen post nog langer behouden'? Wij
weten het niet, en niemand, ook de
regeering niet, heeft het tot nu toe weten
te zéggen."
BINNENLAND.
DE SPELLING VAN AARDRIJKSKUN
DIGE NAMEN IN NEDERLAND.
De Ministers van Oorlog, van Rinnenl.
Zaken en Landbouw en van O., K. en
hebben, teneinde eenheid van spel
ling te brengen in de tot nu toe ge
volgde onderling zeer uiteenloopende
schrijfwijze van aardrijkskundige namen
in Nederland, bij gemeenschappelijke be
schikking, een interdepartementale com
missie benoemd, bestaande uit de heeren
dr. A. A. Beekman, oud-directeur eener
hoogere burgerschool te 's Gravenhage;
J. Kardux, secretaris der gemeente Hil
versum, en dr. A. Beets, redacteur van
het Woordenboek der Nederlandsche taal
te Leiden, aan welke commissie is toe-
gjevoegd als secretaris de heer J. T. L. 1W.
Rutgers, commies bfj liet departement
van oorlog.
Aan deze commissie is de opdracht
verstrekt na te gaan, of het beginsel,
neergelegd in den tweeden verbeterden
druk vau de in 1884 uitgegeven Woorden
lijst voor de spelling der 'Aardrijkskun
dige namen in Nederland, samengesteld
door de afdeeling Nederland van het
Nedcrlandsch Aardrijkskundig Genoot
schap, welke spelling op haar beurt het
resultaat is van de in 1864 beëindigjde
studie ter zake van de letterkundig(e
afdeeling van de Academie van Weten
schappen, in een bij de topographisclie
inrichting samengestelde „naamlijst van
bewoonde porden en huizengroepen in
Nederland" juist is toegepast.
De commissie zal te zijner tijd verslag
uitbrengen van liaar bevindingen, met
vermelding van de wijzigingen, welke
naar haar oordeel alsnog in de spelling,
gevolgd in bedoelde naamlijst, dienen te
worden aangebracht.
groote steden, de kleine steden en het
plattelaud.
Als voorloopige normen zijn genoemd
voor een huisarts f3 25; een apotheek
houdend geneeskundige f5 50, polikli
nisch specialistische liulp f0 90, polikli
nisch en klinisch specialistische hulp
f2; voor een apotheker f2
Het maximum-aantal verzekerden ten
name van één geneesheer, wordt be
paald op f3500 zielen; ten name vat»
één tandarts voorloopig op 12.000 zielen
De commissie acht liet noodzakelijk dat
zoowel het Rijk, de Provincie en de
gemeenten, alsmede de Rijksverzeke
ringsbank ruime subsidies aan de zieken
fondsen verstrekken
EENHEID IN HET ZIEKENFONDS
WEZEN.
In druk is verschenen het rapport
der commissie lot onderzoek vau cfe mo
gelijkheid meer eenheid te brengen in
het ziekenfondswezen in ons land. Deze
commissie werd in '22 benoemd door de
vijf vakbonden, de N. M. t. bevorder, der
Geneeskunst ,de Mij. t. l>evorder, der
Pliarmacie, en de Federatie voor het zïe-
kenfondswezen.
In 21 conclusies heeft de commissie
haar oordeel uitgesproken. Zij bepleit o.
a. de wenschelyklieid dat iedere plaats
van beteekenis als regel slechts één
ziekenfonds bestaal; in kleine gemeen
ten en op het platteland zullen de zie
kenfondsen zich over meerdere plaatsen
dienen uit te strekken. Ziekenfondsen als
•winstbeoogend bedrijf worden oi„
wenscht verklaard. De fondsen worden
vereenigd tot dislrictsfeó,er aliosaan een
Centralen Raad worde dp algemeene lei
ding van het ziekenfondswezeu gegeven,
en de verdeeling der event, subsidies.
De mogelijkheid moet worden over
gelaten dat iu de besturen ook huis
artsen, specialisten, apothekers en tand
artsen worden toegelaten; de meerder
heid kan echter bestaan uit leden van het
fonds indien de rechtspositie der genees-
heeren enz. voldoende verzekerd is. Voor
het lidmaatschap komen in aanmerking
arbeiders en zij die in welstand met ar
beiders gelijk te stellen zijn.
Den verzekerden worde de yrije keu
ze gelaten uit de aan het fonds verbon
den geneesheeren enz. Deze worden be
taald volgens 't abonnemeutensyslecm,
waarbij in liet algemeen geen groot ver
schil moet worden gemaakt voor de
DE REISGENOOT E.
Roman uit het Fransch
van GU.Y CHANTEPLEURE.
Geautoriseerde vertaling van W. H. O.
48.)
Beste Eerjean! Ik vind het zoo ,prel-
üg als hij mijn besparingen constateert:
hij kijkt dan zoo goed en zoo vriendeljjk
dat ik hem wel zou willen-kussen. Maar
al mijn besparingen kan hij niet consta
teeren. Als 't alleen maar ging om over
bodige dingen, waar ik vroeger niet aan
gedacht zou hebben er afstand van te
doen, omdat ze me zoo onontbeerlijk
toeschenen, maar er zijn andere, die ik
vroeger noodig had en waarvan Willem
onmogelijk kan zien dat ik er nu afstand
van gedaan heb, omdat ze hem zoo over
bodig schenen
Nog iets. Ik heb geen kamenier wil
len hebben, ten minste nu nog niet;
een huisnaaister is voor 't naaiwerk vol
doende We zien geen mcnschen en
toen ik onderwijzeres was, heb ik ge
leerd me zelf aan te kleedendat kan
ik best... en ik vind het amusant!
En nog iets. Ik koop nooit andere bloe
men dan bij de brave, oude bloemeu-
veakoopsters op straat. O ja, ze zijn!
wel veel minder goed voorzien dan de
bloemenwinkel, waar mijn pleegmoeder
altijd lcocht, maar ik kan goed bloemen
uitkiezen en schikken. Kerjean zegt al
tijd dat er iets „Japansch" is in mijn ma
nier van schikken Zoo slaat mijn salon
altijd heerlijk vol met bloemen, zonder
dat het me eigenlijk iets kost.
Mijn salon is "een wonder! Maar is
waar dat Willem een sleur-mensch is
en daarom was een van mijn eerste ver
richtingen, toen ik in de Rue Boursault
kwam, de schikking van de meuhels in
het salon heelemaal te veranderenDie
stumpers van mooie, heel mooie, oude
meubels schenen tegen de wanden te
zijn vastgesjord, net als op een schip,
zoodat ze zich niet konden bewegjen.
Ze schenen zich afschuwelijk te verve
len... en als ik ze aankeek werd ,ik
melancholiek.
'Natuurlijk heb ik er niet over gespro
Ken de fauteuils opnieuw te doen. Lckiee-
den, maar overigens ben ik aan 't werk
gegaan!... en het resultaat grensde aan
't wonderbaarlijke He heb er niets aan
toegevoegd en ook niets weggenomen
En toch is de kamer heelemaal anTïers
gewordenNu vervelen die mooie,
oude dingen zich niet meerer is
teven in gekomenen het Ticht en de
lucht om hen heen, leven nu ook
't Is een harmonieus geheel geworden,
beeldig!
Ik had me een feest voorgesteld, we
gens de verrassing en de vreugde, die
SOCIALISTEN EN ARBEIDSCON
FLICTEN VAN DOKTERS/
In een artikel over de positie, die de
overheid heelt in te nemen ten aanzien
van arbeidsconflicten vertelt het „Va
derland" het volgende:
Men weet, dat de doctoren van het
soc.-dem. Ziekenfonds van de coöperatie
„De Volharding" in Den Haag roet het
bestuur van dit fonds in conflict zijn ge
komen, vooral omdat zij er op stonden,
dat de dokters van dit fonds niet zonder
een recht op hooger beroep door het
bestuur van dit fonds ontslagen zouden
kunnen worden.
Dat was een eisch, die al zeer redelijk
klonk tegenover sociaal-democraten, die
bijv. ten aanzien van het personeel der
spoorwegen een dergelijken eisch steeds
stelden.
Dat heeft geleid tot een ontslag der
betrokken dokters en andere namen hun
werk over, die in het soc.-dem. jargon
dus onderkruipers moesten heeten
Een nieuwe fase in dit conflict is be
gonnen, toen eenige maanden geleden de
sociaal-democratische wethouder van de
Residentie, de heer Drees, in zijn quali-
teit van lid van de Provinciale Staten
Gedeputeerden trachtte te bewegen
de toekenning van de subsidie voor een
ziekenhuis de voorwaarde te verbinden,
dat de geneeskundigen verplicht zouden
worden alle patiënten, die zich zouden
aanmelden, te behandelen. De bedoeling
daarvan kon niet anders zijn dan dat ook
de leden der Volharding tegen het lage
tarief der poliklinieken zullen moeten
worden behandeld door die artsen, die
met genoemd ziekenfonds in conflict
staan. Zooals men weet zijn de polikli
nieken voor de zoogenaamde looppatiën
ten, en de overgroote meerderheid onzer
doktoren, die tegen de Volharding-tyran-
nie partij heeft gekozen, wenschen die
patiënten niet meer te behandelen, tenzij
in urgente gevallen of als patiënten in
een ziekenhuis.
Het is dus een strijd om de macht.
Nu is, naar men ons uit zeer vertrouw
bare bron heeft medegedeeld, de heer
Drees een stap verder gegaan. Enkele
pollklinieken worden hier geëxploiteerd
door inrichtingen, die door de gemeente
indirect gesubsidieerd worden. Welke
subsidie thans verleend wordt voor de
behandeling van „stadspatiënten", d.w.2.
voor patiënten, die vanwege Maatschap
pelijk Hulpbetoon geneeskundige hulp
krijgen. Voor de poliklinische behande
ling wordt niet gesubsidieerd, en terecht
omdat de Ziekenfondsen die zeer goed
zelve kunnen bekostigen. En nu schijnt
het plan van den heer Drees te zijn
om ook de poliklinieken te subsidieeren,
met den daaraan verbonden eisch, dat
alle patiënten, die zich aanmelden, zul
len worden behandeld. Is dit zoo, dan
kiest de sociaal-democratische wethou
der in een conflict tusschen socialistische
werkgevers en niet-socialistische werk
nemers tegen de laatsten partij.
Ie. dat het den raad bekend zal zijn,
dat nog steeds malaise in het bouwbe
drijf ter plaatse voort duurt en ook geen
andere werken van beteekenis worden
uitgevoerd;
2e. dat gezien hun verzoek van 8
Januari aan B. en W. gedaan, het daar
heen te willen leiden, de gemeentewer
ken ook worden aanbesteed, althans niet
in eigen beheer worden uitgevoerd;
3e. dat de stilstand van het bouw
bedrijf en zoogenaamd burgerwerk hen
noodzaakt den raad onder de aandacht
te brengen, dat het uitzicht op verbete
ring daarin zich nog niet afteekent en
als gevolg daarvan ook hun zoogenaamd
vaste werknemers ten slotte werkloos
zullen worden, althans een inkrimping
van inkomsten een eerste gevolg daar
van is.
Om deze redenen verzoeken zij be
leefd, alsnog met hun. noodzakelijke
wenschen rekening te willen houden,
door de gelegenheid voor hen te openen
de werken voor de gemeente door hen
hetzij bij aanbesteding, hetzij op andere
wijze te doen uitvoeren.
Nog meenen zij onder de aandacht te
moeten brengen, wat in andere gemeen
ten reeds te baat is genomen, de „werk
verruiming", nu door te doen uitvoeren
van werken als noodmaatregel, doch die
zeer zeker productief geacht kunnen
worden.
Zij vertrouwen dat hun verzoek door
den raad in ernstige overweging geno
men zal worden, ook bij de behandeling
der begrooting 1926.
Per circulaire is door den raad be
sloten het besluit van 10 Juli j.l. tot con
versie van geldleeningen in te trekken
en met de rijkspostspaarbank een defi
nitieve geldleening aan te gaan van
f 500.000 tegen een koers van 100 pCt.
bij een rente van 5 pCt., aflosbaar in ten
hoogste 40 jaar.
Eervol ontslag werd verleend aan den
heer H. J. Voorloop, als lid van de com
missie van toezicht op het M. O. en van
die op het N. O. en aan den heer J. F.
Schönfeld, als lid van de commissie M.
O. en ten slotte aan den heer J. Butler,
als hoofd van den velvolgcursus voor
jongens.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
De
raden
GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN.
In de hedenmiddag gehouden vergade
ring van den gemeenteraad van Vlissin-
gen was o.a. ingekomen een adres van
de patroonsvereeniging „Vlissings Bouw-
kring", waarin onder de aandacht wordt
gebracht-
rooi ijke leamer
P i s u i s s e.
Blijkens de mededeel in g in onze ad
vertentiekolommen, zal op Donderdag 5
November a.s. in den Schouwburg al
hier een avond van „Blijde Kunst" ge
geven worden door een achttal Neder
landsche kunstenaars, door Pisuisse, vóór
zijn vertrek naar Indiê speciaal met dit
doel bijeengebracht. Zij kondigen aan
diens werk gedurende zijn afwezigheid
in zijn geest voort te zullen zetten, door
solo- en samenzangen, dansen en snel
leekenen, en de opvoering van oen cos-
tuum-scène, getiteld „Uit lang vervlogen
Tijd", dat dezen zomer in het „Cabaret-
Pisuisse" te Scheveuingen met succes ten
tooneele werd gebracht
Het Neder 1. Paviljoen op de
Tentoonstelling te Par ij s.
Hoezeer het Nederlandsche paviljoen
op de "Parijsche tentoonstelling de aan
dacht getrokken heeft, blijkt uit een
brief, dien de commissaris-generaal heeft
ontvangen van den president der jury,
den heer Pontrémolly. De vertaling luidt-
Persoonlijk en uit naam van de
Fransche juryleden, die de prestaties van
klasse I (Bouwkunst) hebben nagegaan,
kom ik u de verzekering geven van de
hoogachting, die wij hebben voor wit
Nederland heeft gewrocht zoowel wal
de architectuur van zijn paviljoen betreft
als in de gansclie inrichting der tentoon
stelling.
„De jury heeft, op grond van het
regiement, geen onderscheidingen kunnen
verleenen aan officieele bouwsels en hun
architecten, doch wij verzoeken den com
missaris-generaal, onze tolk te willen zijn
en aan de scheppers onze levendige en
ik Willem hoopte bereid te hebben
Maar hij was eigenlijk meer verbaasd dan
verheugd
- Zoo, heb je 'l salon veranderd?
- Is 't nu niet veel en veel mooier?
- Ik weet nietJawelmis
schien Maar ik was altijd gewend het
te zien, zooals 't vroeger was.
Een oogenblik zweeg hij en zei toen
op een toon, Jtsof hij om genade smeek
te;
- Phyleke, wil je niet probeeren mijn
werkkamer te verfraaien
Maar waarom niet?
Omdat ik er, zooals ze nu is, jaren
achtereen in heb gewerkt en omdat ze
me zóó bevaltWe zijn aan elkaar ge
woon geraakt... Als je,de meubels en
de papieren .gaal verschikken .dan breng
je ook jnijn gedachten, mijn oude droom
beelden en een lioop andere dingen in
de war én ik zou ze niet meer weten
terug te vinden.
Ik was teleurgesteld, want 't was juist
mijn plan om alles in Willems kabinet
te veranderenIn mijn verbeelding had
ik er reeds een alleraanlokkelijkst ka
mertje van gemaakt, waarin hij zich zou
kunnen afzonderenmaar ik zag er
nu van afToen ben ik maar mijn;
eigen kamer gaan veranderen en ook
een beetje, een heel klein beetje, de
eetkamer en de voorkamer.
Ik vind het verbazend genoegelijk in
mijn nieuwe woning en ïk geloof heusch
dat ik eiken dag uitga, om het genot te
hebben weer thuis té komenDan ga
ik in mijn mooi salon zitten, dicht bij
het raam om er te handwerkenVan
't haardvuur, met zijn golvende, veel
kleurige vlammenlinten, dwaalt mijn blik
naar mijn bouquetjes, waarvan elke in
't bijzonder me boeit, wegens een kleur
een 'rijp, een geur, een detail of eeni
gedacfhïe, die nc er aan verbind; 't is
een intiem geluk, een terugroepen van
.■redige, krachtgevende herinneringen.
Ik heb een groot werk Tmdernomen
gordijnen voor de eetkamerik werd
geïnspireerd door een borduurpatroon,
dat ik in Brugge zag't Zal heel mooi
worden!
Ook lees ik, evenals op la Peuplière.
Willem zörgt voor boeken en bijna altijd
is zijn leeuze goed. De ochtenden en mid
dagen gaan zoo snel voorbij, dat het
avond is voor ik het weet.
Willem komt slechts bij uitzondering
thuis dejeuneeren, .maar tegen etenstijd
verwacht ik hem en het is zoo prettig
te wachten op iemand, van wien je houdt.
En dan zeg ik tot me zelf dat het toch
ook wel prettig is dat iemand je thuis
wacht, zelfs voor een sleurmensch.
Ik eisch echter van Willem niet de af
zondering van de wereld, die mijn rouw
me oplegt, te deelen. Een man, zei mijn
pleegmoeder en die sprak uit onder
vinding moet zich vrij gevoelen om
naar de comedie, naar zijn club en zijn
vrienden en kennissen te gaanEn ik
wil dal Willem zich ook vrij gevoelt.
Overal in huis slaat het middernacht.
Indien ik de leeuwen uit Brugge navolg
de, zou ik om 't verleden moeten huilen.
Maai- ik kijk in de richting van de toe
komst en in het nieuwe jaar wil ik ver
trouwen stellen.
1 Lot heeft vreemde speliugén. Eens,
toen ik daar zoo arm, verlaten en uil
mijn omgeving gerukt stond, geheel ver
loren in mijn dwazen droom, had ik
Iwee wenschen het liefelijke van een
eigen haardde steun van een hart
dat me geheel toebehoortHet wreed®
noodlot ontrukte de vleugels aan mijn
droom en vermoordde dienmaar
ironisch en goederlieren tevens, verhoor
de het mijn wenschen.
Terwijl ik schrijf en het uur van voor
spelling slaat, doorstroomt me een gevoel
van warmte en het is me of iets flels
over me waakt... Ik zit hier alleen en
toch zou ik, als ik bang was of verdriet
had, slechts twee deuren behoeven t©
openen, misschien een beetje hard moe
ten roepenen hulp zou ik hebben.
Het leven drukte zwaar op mijn schou
ders eu toen kwam er iemand, die een
deel van den last overnam
Iemand... de vriend uit mijn kinder
jaren, de beste, de edelste man ter we
reld l
Neen, ik ben niet bang voor 't nieuwe
jaar. (Wordt vervol^J),