FEUILLETON. 3 iJ VOEGSEL Vrijdag 30 Oct. 1925 no. 256. HET GEZANTSCHAP BH DEN PAUS. Loopt het gezantschap bij den Paus (ditmaal meer gevaar dan de vorige ja ren'? Mjen zou het vermoeden door de bezorgdheid in sommige Roomsche bla den, al spreekt ook het afdeelingsverslag üér Tweede Kamer slechts van „ver scheidene" leden die er zich tegen ver klaarden, tegenover „vele andere leden", Wie (ervóór bleken. Zooals altijd zullen van die ooalitie de Chr. Historischen zich ertegen ver klaren. Men zal hen wel moeten verstaan onder de leden die volgens dat afdee lingsverslag het gezantschap bij bet Va- Ticaan „krenkend achten voor "het Pro- testanlsche volksdeel". Ditmaal 'zullen ze in die mfeenlng niet slechts den heer Kersten naast zich hebben, maar ook diens partijgenoot en ds. Lingbeek. 1 In '23 (in '24 is er niiet over dezen post gestemd) waren er echter slechts 24 stemmen voor bet afschaffingsamen- ldement-Schokking en 61 daartegen en ook in de vorige jaren was dat de stem verhouding over dit onderwerp "Nu zijn er echter volgens het afdee- 'lingsversrag nog leden geweest, die er een argument bijvoegden van praclisch standpunt uit. Het gezantschap is in gesteld omdat het .Vaticaan heette te zijn een diplomatiek milieu bij uitne mendheid. Maar, zoo vroegen die leden, kan het nog op dien titel aanspraak Inaken, nu de bijeenkomsten te Genève herhaaldelijk de voornaamste staatslie den en diplomaten der verschillende landen in die stad bijeen brengen? En dan nog waren er leden die het gezantschap wilden opheffen als bezui- niging, terwijl er ook nog gewezen werd op de verwarring door de aanwezigheid van twee Nederlandsche gezanten in de zelfde stad. Het schijnt nu, dal de Katholieke bladen de socialisten ervan verdenken te zullen tegenstemmen, hoewel zij er in '23 voor waren. Die bladen leiden dit af uit de neiging die in die frac- 'tie zou bestaan om de coalitie haar eigen geschillen onderling te laten uit vechten nu de andere partijen zoo geheel genegeerd zijn bij de oplossing vah de regeeringscrisis. Het Huisgezin schreef bijv.: „Nu weten wij het, Nu zijn we gewaar schuwd. Nu kan de voorsteller van het amen dement tot schrapping van den post voor het gezantschap bij den H. Stoel niet zeggen, dat hij de gevolgen van zijn voorstel niet heeft voorzien. Hij doet het voorstel, daarvan zijn we overtuigd. Hij Iaat er zich niet van af brengen. Maar hij breekt willens en wetens de regeering en de coalitie, laten we dat vooraf vaststellen. De sociaal-democraten zitten met 24 man in de Kamer, zijn begeerig naar de macht, willen m,ee regeeren Und' bist du nicht willig, so branch' ich Gewalt. Nu hun gejen plaats is gelaten, zullen zij den toegang i'orceeren. Om redenen van „hoog staatkundig belang". Zooals de oorlog is gevoerd „om recht en be schaving." Maar de sleutel tot het geweld wordt hun in handen gegeven door hun prin- 'cipieele tegenstanders. En een deel der regeeringspartij, de christelijk historischen, steunt en be schermt, neen vormt de machtspositie der sociaal-democraten." We hebben echter van soc.-democrati- Eche zijde nog geen besliste verklarin gen in dien geest gelezen. Inderdaad zou, wanneer zij met hun 24 stemmen ditmaal tegen slemden, de schaal om slaan. Maar we zullen hun eigen uit spraak daarover moeten afwachten. Inderdaad is het hierboven aangehaal de echter reeds vermelding waard ?fls eten eerste bewijs van de wrakheid der coalitie op sommige punten, en van de noodzakelijkheid voor de regeering om ook te steunen op de stemmen van de oppositiepartijen, wier oordeel na de verkiezing vrijwel genegeerd werd. Vraagt men ons hoe wij er zelf, te genover staan, dan moeten we zeggen* dat dit gezantschap ons tamelijk lauw laat. We kunnen moeilijk het bezwaar deelen dat een gezantschap bij den Paus het „Protestantsch" karakter onzer na tie krenkt, want een volk waarvan meer dan één derde katholiek is, kan nu een maal niet een zuiver Protestantsch volk genoemd worden. We hebben dan ook vroeger, zij 't zon der geestdrift, verklaarbaar gevonden, dat men in '16, dus in den oorlogstijd, toen er vredespogingen gaande waren van uit het Vaticaan, daar een gezantschap plaat ste. Dat men daar vier jaar later een blij vende luisterpost" van maakte omdat het daar een diplomatiek centrum zou wezen deed ons slechts de schouders ophalen, want we jagen daarin voorna melijk een tegemoetkoming aan een wensch der Katholieken die de grootste groep waren in de regeerïngsmeerderheid Misschien waren in hel Vaticaan inder daad voldoende belangen te behartigen voor ons land. We konden dat echter niet zelf uitmaken. Maar we moeten zeggen daf we in de bijna tien jaar van dat gezantschap niets, letterlijk niets vernomen hebben van de speciaal-Nederlandsche belangen die door dit gezantschap zouden zijn gediend. We erkennen dal er verscheidene gezant schappen zijn, waarvan dat nut niet naar buiten dringt. Maar voor dezen telkens aangevochten diplomatieken post, waar bij economische en staatsrechterlijke be langen in 't geheel geen rol kunnen ver vullen, zou dan toch wel door de voor standers gemakkelijk het groote nut kun nen zijn aangetoond. We hoorden of la zen daar echter geen reëele voorbeelden van. Wel was het te constateeren, dat het behoud er van een s p e c i a a I-k a t h o- 1 i e k-p o l i t i e k e eisch is geworden. Als zoodanig beschouwd wordt het ge zantschap echter inderdaad heel iets an ders dan de luisterpost voor een vredes- centrum of voor een diplomatiek milieu, in welk karakter het is ingesteld en ge handhaafd. Dan wordt dat gezantschap een vertegenwoordiging onzer katholie ken bij het Vaticaan, in den vorm vaö een gezant van ons Rijk. En daar voeten we niets voor. Dat gemis aan gegevens over het nut van dien post, gevoegd bij den twijfel of er werkelijk nog zoo'n belangrijk cen trum iu het Vaticaan te vinden is, nu de belangrijke, geregelde bijeenkomsten te Genève bestaan, doet ons zeggen schaf diert post af. We hebben immers toch al een gezant in Rome, die toch waarlijk wel gelegenheid zal hebben zijn oor te luisteren te leggen. Ook al heeft het Va ticaan geen contact met het Quirinaal, de diplomatieke wereld zal daar toch niet in tweeën gesplitst zijn. Na het schrijven van het bovenstaan de zagen we in de N. R. Crt. van gister avond een hooTdartikel over dit onder werp, in denzelfden geest geschreven, en waaruit we de volgende opmerkingen aanhalen „De eenige vraag, die in aanmerking komt is: welk landsbelang de hand having eischt of gewenschl doet zijn? JiZoo de post er niet wasx niemand zou er aan denken, hem thans in het leven te roepen. Hij dankt zijn beslaan aan lijdelijke behoeften, die thans niet meer beslaan en waarvoor geen andere in de plaats zijn gekomen. Waartoe dan dezen post nog langer behouden'? Wij weten het niet, en niemand, ook de regeering niet, heeft het tot nu toe weten te zéggen." BINNENLAND. DE SPELLING VAN AARDRIJKSKUN DIGE NAMEN IN NEDERLAND. De Ministers van Oorlog, van Rinnenl. Zaken en Landbouw en van O., K. en hebben, teneinde eenheid van spel ling te brengen in de tot nu toe ge volgde onderling zeer uiteenloopende schrijfwijze van aardrijkskundige namen in Nederland, bij gemeenschappelijke be schikking, een interdepartementale com missie benoemd, bestaande uit de heeren dr. A. A. Beekman, oud-directeur eener hoogere burgerschool te 's Gravenhage; J. Kardux, secretaris der gemeente Hil versum, en dr. A. Beets, redacteur van het Woordenboek der Nederlandsche taal te Leiden, aan welke commissie is toe- gjevoegd als secretaris de heer J. T. L. 1W. Rutgers, commies bfj liet departement van oorlog. Aan deze commissie is de opdracht verstrekt na te gaan, of het beginsel, neergelegd in den tweeden verbeterden druk vau de in 1884 uitgegeven Woorden lijst voor de spelling der 'Aardrijkskun dige namen in Nederland, samengesteld door de afdeeling Nederland van het Nedcrlandsch Aardrijkskundig Genoot schap, welke spelling op haar beurt het resultaat is van de in 1864 beëindigjde studie ter zake van de letterkundig(e afdeeling van de Academie van Weten schappen, in een bij de topographisclie inrichting samengestelde „naamlijst van bewoonde porden en huizengroepen in Nederland" juist is toegepast. De commissie zal te zijner tijd verslag uitbrengen van liaar bevindingen, met vermelding van de wijzigingen, welke naar haar oordeel alsnog in de spelling, gevolgd in bedoelde naamlijst, dienen te worden aangebracht. groote steden, de kleine steden en het plattelaud. Als voorloopige normen zijn genoemd voor een huisarts f3 25; een apotheek houdend geneeskundige f5 50, polikli nisch specialistische liulp f0 90, polikli nisch en klinisch specialistische hulp f2; voor een apotheker f2 Het maximum-aantal verzekerden ten name van één geneesheer, wordt be paald op f3500 zielen; ten name vat» één tandarts voorloopig op 12.000 zielen De commissie acht liet noodzakelijk dat zoowel het Rijk, de Provincie en de gemeenten, alsmede de Rijksverzeke ringsbank ruime subsidies aan de zieken fondsen verstrekken EENHEID IN HET ZIEKENFONDS WEZEN. In druk is verschenen het rapport der commissie lot onderzoek vau cfe mo gelijkheid meer eenheid te brengen in het ziekenfondswezen in ons land. Deze commissie werd in '22 benoemd door de vijf vakbonden, de N. M. t. bevorder, der Geneeskunst ,de Mij. t. l>evorder, der Pliarmacie, en de Federatie voor het zïe- kenfondswezen. In 21 conclusies heeft de commissie haar oordeel uitgesproken. Zij bepleit o. a. de wenschelyklieid dat iedere plaats van beteekenis als regel slechts één ziekenfonds bestaal; in kleine gemeen ten en op het platteland zullen de zie kenfondsen zich over meerdere plaatsen dienen uit te strekken. Ziekenfondsen als •winstbeoogend bedrijf worden oi„ wenscht verklaard. De fondsen worden vereenigd tot dislrictsfeó,er aliosaan een Centralen Raad worde dp algemeene lei ding van het ziekenfondswezeu gegeven, en de verdeeling der event, subsidies. De mogelijkheid moet worden over gelaten dat iu de besturen ook huis artsen, specialisten, apothekers en tand artsen worden toegelaten; de meerder heid kan echter bestaan uit leden van het fonds indien de rechtspositie der genees- heeren enz. voldoende verzekerd is. Voor het lidmaatschap komen in aanmerking arbeiders en zij die in welstand met ar beiders gelijk te stellen zijn. Den verzekerden worde de yrije keu ze gelaten uit de aan het fonds verbon den geneesheeren enz. Deze worden be taald volgens 't abonnemeutensyslecm, waarbij in liet algemeen geen groot ver schil moet worden gemaakt voor de DE REISGENOOT E. Roman uit het Fransch van GU.Y CHANTEPLEURE. Geautoriseerde vertaling van W. H. O. 48.) Beste Eerjean! Ik vind het zoo ,prel- üg als hij mijn besparingen constateert: hij kijkt dan zoo goed en zoo vriendeljjk dat ik hem wel zou willen-kussen. Maar al mijn besparingen kan hij niet consta teeren. Als 't alleen maar ging om over bodige dingen, waar ik vroeger niet aan gedacht zou hebben er afstand van te doen, omdat ze me zoo onontbeerlijk toeschenen, maar er zijn andere, die ik vroeger noodig had en waarvan Willem onmogelijk kan zien dat ik er nu afstand van gedaan heb, omdat ze hem zoo over bodig schenen Nog iets. Ik heb geen kamenier wil len hebben, ten minste nu nog niet; een huisnaaister is voor 't naaiwerk vol doende We zien geen mcnschen en toen ik onderwijzeres was, heb ik ge leerd me zelf aan te kleedendat kan ik best... en ik vind het amusant! En nog iets. Ik koop nooit andere bloe men dan bij de brave, oude bloemeu- veakoopsters op straat. O ja, ze zijn! wel veel minder goed voorzien dan de bloemenwinkel, waar mijn pleegmoeder altijd lcocht, maar ik kan goed bloemen uitkiezen en schikken. Kerjean zegt al tijd dat er iets „Japansch" is in mijn ma nier van schikken Zoo slaat mijn salon altijd heerlijk vol met bloemen, zonder dat het me eigenlijk iets kost. Mijn salon is "een wonder! Maar is waar dat Willem een sleur-mensch is en daarom was een van mijn eerste ver richtingen, toen ik in de Rue Boursault kwam, de schikking van de meuhels in het salon heelemaal te veranderenDie stumpers van mooie, heel mooie, oude meubels schenen tegen de wanden te zijn vastgesjord, net als op een schip, zoodat ze zich niet konden bewegjen. Ze schenen zich afschuwelijk te verve len... en als ik ze aankeek werd ,ik melancholiek. 'Natuurlijk heb ik er niet over gespro Ken de fauteuils opnieuw te doen. Lckiee- den, maar overigens ben ik aan 't werk gegaan!... en het resultaat grensde aan 't wonderbaarlijke He heb er niets aan toegevoegd en ook niets weggenomen En toch is de kamer heelemaal anTïers gewordenNu vervelen die mooie, oude dingen zich niet meerer is teven in gekomenen het Ticht en de lucht om hen heen, leven nu ook 't Is een harmonieus geheel geworden, beeldig! Ik had me een feest voorgesteld, we gens de verrassing en de vreugde, die SOCIALISTEN EN ARBEIDSCON FLICTEN VAN DOKTERS/ In een artikel over de positie, die de overheid heelt in te nemen ten aanzien van arbeidsconflicten vertelt het „Va derland" het volgende: Men weet, dat de doctoren van het soc.-dem. Ziekenfonds van de coöperatie „De Volharding" in Den Haag roet het bestuur van dit fonds in conflict zijn ge komen, vooral omdat zij er op stonden, dat de dokters van dit fonds niet zonder een recht op hooger beroep door het bestuur van dit fonds ontslagen zouden kunnen worden. Dat was een eisch, die al zeer redelijk klonk tegenover sociaal-democraten, die bijv. ten aanzien van het personeel der spoorwegen een dergelijken eisch steeds stelden. Dat heeft geleid tot een ontslag der betrokken dokters en andere namen hun werk over, die in het soc.-dem. jargon dus onderkruipers moesten heeten Een nieuwe fase in dit conflict is be gonnen, toen eenige maanden geleden de sociaal-democratische wethouder van de Residentie, de heer Drees, in zijn quali- teit van lid van de Provinciale Staten Gedeputeerden trachtte te bewegen de toekenning van de subsidie voor een ziekenhuis de voorwaarde te verbinden, dat de geneeskundigen verplicht zouden worden alle patiënten, die zich zouden aanmelden, te behandelen. De bedoeling daarvan kon niet anders zijn dan dat ook de leden der Volharding tegen het lage tarief der poliklinieken zullen moeten worden behandeld door die artsen, die met genoemd ziekenfonds in conflict staan. Zooals men weet zijn de polikli nieken voor de zoogenaamde looppatiën ten, en de overgroote meerderheid onzer doktoren, die tegen de Volharding-tyran- nie partij heeft gekozen, wenschen die patiënten niet meer te behandelen, tenzij in urgente gevallen of als patiënten in een ziekenhuis. Het is dus een strijd om de macht. Nu is, naar men ons uit zeer vertrouw bare bron heeft medegedeeld, de heer Drees een stap verder gegaan. Enkele pollklinieken worden hier geëxploiteerd door inrichtingen, die door de gemeente indirect gesubsidieerd worden. Welke subsidie thans verleend wordt voor de behandeling van „stadspatiënten", d.w.2. voor patiënten, die vanwege Maatschap pelijk Hulpbetoon geneeskundige hulp krijgen. Voor de poliklinische behande ling wordt niet gesubsidieerd, en terecht omdat de Ziekenfondsen die zeer goed zelve kunnen bekostigen. En nu schijnt het plan van den heer Drees te zijn om ook de poliklinieken te subsidieeren, met den daaraan verbonden eisch, dat alle patiënten, die zich aanmelden, zul len worden behandeld. Is dit zoo, dan kiest de sociaal-democratische wethou der in een conflict tusschen socialistische werkgevers en niet-socialistische werk nemers tegen de laatsten partij. Ie. dat het den raad bekend zal zijn, dat nog steeds malaise in het bouwbe drijf ter plaatse voort duurt en ook geen andere werken van beteekenis worden uitgevoerd; 2e. dat gezien hun verzoek van 8 Januari aan B. en W. gedaan, het daar heen te willen leiden, de gemeentewer ken ook worden aanbesteed, althans niet in eigen beheer worden uitgevoerd; 3e. dat de stilstand van het bouw bedrijf en zoogenaamd burgerwerk hen noodzaakt den raad onder de aandacht te brengen, dat het uitzicht op verbete ring daarin zich nog niet afteekent en als gevolg daarvan ook hun zoogenaamd vaste werknemers ten slotte werkloos zullen worden, althans een inkrimping van inkomsten een eerste gevolg daar van is. Om deze redenen verzoeken zij be leefd, alsnog met hun. noodzakelijke wenschen rekening te willen houden, door de gelegenheid voor hen te openen de werken voor de gemeente door hen hetzij bij aanbesteding, hetzij op andere wijze te doen uitvoeren. Nog meenen zij onder de aandacht te moeten brengen, wat in andere gemeen ten reeds te baat is genomen, de „werk verruiming", nu door te doen uitvoeren van werken als noodmaatregel, doch die zeer zeker productief geacht kunnen worden. Zij vertrouwen dat hun verzoek door den raad in ernstige overweging geno men zal worden, ook bij de behandeling der begrooting 1926. Per circulaire is door den raad be sloten het besluit van 10 Juli j.l. tot con versie van geldleeningen in te trekken en met de rijkspostspaarbank een defi nitieve geldleening aan te gaan van f 500.000 tegen een koers van 100 pCt. bij een rente van 5 pCt., aflosbaar in ten hoogste 40 jaar. Eervol ontslag werd verleend aan den heer H. J. Voorloop, als lid van de com missie van toezicht op het M. O. en van die op het N. O. en aan den heer J. F. Schönfeld, als lid van de commissie M. O. en ten slotte aan den heer J. Butler, als hoofd van den velvolgcursus voor jongens. KUNST EN WETENSCHAPPEN. De raden GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN. In de hedenmiddag gehouden vergade ring van den gemeenteraad van Vlissin- gen was o.a. ingekomen een adres van de patroonsvereeniging „Vlissings Bouw- kring", waarin onder de aandacht wordt gebracht- rooi ijke leamer P i s u i s s e. Blijkens de mededeel in g in onze ad vertentiekolommen, zal op Donderdag 5 November a.s. in den Schouwburg al hier een avond van „Blijde Kunst" ge geven worden door een achttal Neder landsche kunstenaars, door Pisuisse, vóór zijn vertrek naar Indiê speciaal met dit doel bijeengebracht. Zij kondigen aan diens werk gedurende zijn afwezigheid in zijn geest voort te zullen zetten, door solo- en samenzangen, dansen en snel leekenen, en de opvoering van oen cos- tuum-scène, getiteld „Uit lang vervlogen Tijd", dat dezen zomer in het „Cabaret- Pisuisse" te Scheveuingen met succes ten tooneele werd gebracht Het Neder 1. Paviljoen op de Tentoonstelling te Par ij s. Hoezeer het Nederlandsche paviljoen op de "Parijsche tentoonstelling de aan dacht getrokken heeft, blijkt uit een brief, dien de commissaris-generaal heeft ontvangen van den president der jury, den heer Pontrémolly. De vertaling luidt- Persoonlijk en uit naam van de Fransche juryleden, die de prestaties van klasse I (Bouwkunst) hebben nagegaan, kom ik u de verzekering geven van de hoogachting, die wij hebben voor wit Nederland heeft gewrocht zoowel wal de architectuur van zijn paviljoen betreft als in de gansclie inrichting der tentoon stelling. „De jury heeft, op grond van het regiement, geen onderscheidingen kunnen verleenen aan officieele bouwsels en hun architecten, doch wij verzoeken den com missaris-generaal, onze tolk te willen zijn en aan de scheppers onze levendige en ik Willem hoopte bereid te hebben Maar hij was eigenlijk meer verbaasd dan verheugd - Zoo, heb je 'l salon veranderd? - Is 't nu niet veel en veel mooier? - Ik weet nietJawelmis schien Maar ik was altijd gewend het te zien, zooals 't vroeger was. Een oogenblik zweeg hij en zei toen op een toon, Jtsof hij om genade smeek te; - Phyleke, wil je niet probeeren mijn werkkamer te verfraaien Maar waarom niet? Omdat ik er, zooals ze nu is, jaren achtereen in heb gewerkt en omdat ze me zóó bevaltWe zijn aan elkaar ge woon geraakt... Als je,de meubels en de papieren .gaal verschikken .dan breng je ook jnijn gedachten, mijn oude droom beelden en een lioop andere dingen in de war én ik zou ze niet meer weten terug te vinden. Ik was teleurgesteld, want 't was juist mijn plan om alles in Willems kabinet te veranderenIn mijn verbeelding had ik er reeds een alleraanlokkelijkst ka mertje van gemaakt, waarin hij zich zou kunnen afzonderenmaar ik zag er nu van afToen ben ik maar mijn; eigen kamer gaan veranderen en ook een beetje, een heel klein beetje, de eetkamer en de voorkamer. Ik vind het verbazend genoegelijk in mijn nieuwe woning en ïk geloof heusch dat ik eiken dag uitga, om het genot te hebben weer thuis té komenDan ga ik in mijn mooi salon zitten, dicht bij het raam om er te handwerkenVan 't haardvuur, met zijn golvende, veel kleurige vlammenlinten, dwaalt mijn blik naar mijn bouquetjes, waarvan elke in 't bijzonder me boeit, wegens een kleur een 'rijp, een geur, een detail of eeni gedacfhïe, die nc er aan verbind; 't is een intiem geluk, een terugroepen van .■redige, krachtgevende herinneringen. Ik heb een groot werk Tmdernomen gordijnen voor de eetkamerik werd geïnspireerd door een borduurpatroon, dat ik in Brugge zag't Zal heel mooi worden! Ook lees ik, evenals op la Peuplière. Willem zörgt voor boeken en bijna altijd is zijn leeuze goed. De ochtenden en mid dagen gaan zoo snel voorbij, dat het avond is voor ik het weet. Willem komt slechts bij uitzondering thuis dejeuneeren, .maar tegen etenstijd verwacht ik hem en het is zoo prettig te wachten op iemand, van wien je houdt. En dan zeg ik tot me zelf dat het toch ook wel prettig is dat iemand je thuis wacht, zelfs voor een sleurmensch. Ik eisch echter van Willem niet de af zondering van de wereld, die mijn rouw me oplegt, te deelen. Een man, zei mijn pleegmoeder en die sprak uit onder vinding moet zich vrij gevoelen om naar de comedie, naar zijn club en zijn vrienden en kennissen te gaanEn ik wil dal Willem zich ook vrij gevoelt. Overal in huis slaat het middernacht. Indien ik de leeuwen uit Brugge navolg de, zou ik om 't verleden moeten huilen. Maai- ik kijk in de richting van de toe komst en in het nieuwe jaar wil ik ver trouwen stellen. 1 Lot heeft vreemde speliugén. Eens, toen ik daar zoo arm, verlaten en uil mijn omgeving gerukt stond, geheel ver loren in mijn dwazen droom, had ik Iwee wenschen het liefelijke van een eigen haardde steun van een hart dat me geheel toebehoortHet wreed® noodlot ontrukte de vleugels aan mijn droom en vermoordde dienmaar ironisch en goederlieren tevens, verhoor de het mijn wenschen. Terwijl ik schrijf en het uur van voor spelling slaat, doorstroomt me een gevoel van warmte en het is me of iets flels over me waakt... Ik zit hier alleen en toch zou ik, als ik bang was of verdriet had, slechts twee deuren behoeven t© openen, misschien een beetje hard moe ten roepenen hulp zou ik hebben. Het leven drukte zwaar op mijn schou ders eu toen kwam er iemand, die een deel van den last overnam Iemand... de vriend uit mijn kinder jaren, de beste, de edelste man ter we reld l Neen, ik ben niet bang voor 't nieuwe jaar. (Wordt vervol^J),

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 5