Ié1ifj8é Coarani
FEUILLETON
sz
TWEEDE BLAD;
VAN DB
VAN
Vrijdag 18 Sept. 1925, No. 220.
BETER DAN DE
VERWACHTING.
Dat '23 een 25 taillioen minder te
kort kwam dan geraamd was; dat '24
niet minder dan 34 millioen minder te
kort had dan de raming; dat '25 hoogst
waarschijnlijk een bate zal hebben in-
plaats van het geraamde tekort van 6
millioen in dat alles ligt een bevesti
ging van het meermalen door mr. Van
Gijn en anderen gehouden betoog, dat
dat Minister Colijn bij de twee vorige be-
jgrootingen den financieelen toestand te
zwart schilderde. "We bedoelen deze op
merking niet als een verwijt, want twee
jaar geleden kon niemand voorspellen of
,^de weg door het diepe dal" niet nég la
ger zoii gaan. En er wis een kras woord
noodig om de meerderheid der Staten
Generaal te doen voelen dat er een zwén-
king noodzakelijk was.
We willen ook niet vergeten dat de da
ling der uitgaven ,die naast een stijging
der geraamde inkomsten, den toestand;,
verberde, ook veroorzaakt werd door de
salarisverlagingen. De vermindering van
de werkelijke uitgaven over '24 wordt
in de millioenennota voojr de meeste
departementen of hoofdstukken voorna
melijk toegeschreven aan minder uilga
ven voor tractementen.
Maar aan den anderen kant is dan
toch het pessimisme over de opbrengst
der Rijksmiddelen tè zwart gebleken. De
periode van inzinking was spoediger
voorbij dan verwacht werd ,en dat heeft
sterk meegeholpen er weer bovenop te ko
men, méér dan de werkelijke bezuiniging
bezuiniging door inkrimping van de staats
zorg.
En dat geldt ook nog voor de nieuwe
bcgrooi.ng.
Want hoewel we in ons vorig nummer
in het vergelijkend staatje konden -mel
den dat het totaal der gewone uitgaven
van 610 millioen in '25 daalde tot 583
millioen op de begrooting '26, hebben we
daarop een verklaring van dat verschil
laten volgen waaruit bleek dat een groot
deel daarvan veroorzaakt wordt dooreen
andere boeking, speciaal bij het mijnbe
drijf. Aan den anderen kant staat, dat
men nu begonnen is om geleidelijk weer
verschillende uitgaven die in de sombere
jaren noodgedwongen op de buitenge
wone uitgaven waren geplaatst, weer
terug te brengen naar de gewone uitga
ven waaronder ze behooren ,omdat er
geen onmiddellijke inkomsten tegenover
staan.
Zoo zijn nu weer op „gewoon" ge-
boekl een deel der kosten voor vloot-
bouw, voor sommige waterstaatswerken
en de bouwpremies.
Dat is een zeer gezonde methode, die
mogelijk werd geoordeeld nu de begroo
ting weer sluitend is. Maar ze maakt een
vergelijking met vorige jaren, wat het
eindcijfer betreft, bezwaarlijk.
De nieuwe begrooting, op zich zelf
beschouwd, heeft het goede, dat ze
klopt. Er zou zelfs een voordeeltje zijn,
maar dat is dadelijk alweer bestem^ voor
de salarissen, de Zuiderzee en het wegen
fonds.
En dat ze klopt is voornamelijk te dan
ken aan de hoogere raming van de op
brengst der Rijksmiddelen, n.l. een 40
millioen hooger. Daarvan is echter de
helft op rekening te zetten van niéuwe
lasten: tariefwet en verhooging van den
DE REISGENOOTE.
Roman uit het Fransch
van GUY CHANTEPLEURE.
Geautoriseerde vertaling van W. H. C,
x—
18).
Met een beklemd hart dacht Kerjean
aan den tijd, toen Phyllis nog heel klein
•was en men haar zoo innig liefhad, en
toen ze hem wel eens heizelfde zeide.
Mijn lieve Phyl, nu is 't mijn
beurt je te antwoorden. Laten we niet
overdrijven
De „Reuzen-Bizuth" wenscht wel je
„beste en eenige vriend" te blijven, maar
je hebt toch nog andere vrienden, Phyl
lis
Ze schudde haar hoofd.
Praat daar niet over; je gelooft
't zelf evenminMijn pleegmoeder
had eenige vrienden, jaheel wei
nig trouwens, want ons kluizenaarsleven
op la Peuplière of ons heen en weer
getrek van de eene casinostad naar de
andere, was weinig geschikt om vriend
schapsbanden aan te knoopen. Maar
ik... wat ben ikx thans? En op wien
kan ik rekenen?
Kerjean wilde spreken, maar een klein
nerveus gebaar van Phyllis belette het
hem; toen keek ze hem aan.
Kerjean, als jij een meisje liefhad
tabaksaccijns. Bovendien zijn alle mid
delen van het bekende staatje hooger ge
raamd, de opbrengst der Inkomstenbe
lasting zelfs met 7 millioen, de div. en
tant. belasting met 4 millioen.
Dat komt ook van het belastingbeta
lend publiek.
Het is dus grootendeels deze stijging
van de belastingopbrengst, die het klop
pen mogelijk heeft gemaakt.
En dat feit doet weer de gedachten
teruggaan naar de herhaaldelijk uilge
sproken mecning, dat de Staat op minder
kostbaren voet geschoeid moet worden,
dat, om de termen van de jongste
Troonrede te gebruiken, „vereenvoudi
ging van den Staatsdienst, waar mogelijk
bekrimping van de Staatsbemoeiing en
betrachting van de uiterste soberheid
fin het beheer der publieke middelen,
dringend geboden blijft."
We hooren het. We hebben het al
meer gehoord. Maar in deze begrooling
zien we het nog niet uitgewerkt.
Komt dal doordat het de eerste be-
grooting van een nieuwe regeering is?
Het is mogelijk. Maar verleden jaar
en voor-verleden jaar werd hetzelfde
gezegd.
We vreezen, dat het nog lang zal du
ren vóór een verlaging der belastingen
zal' kunnen worden ingevoerd als gevolg
van een Andere ïnki-imping der staatsuit
gaven dan salarisverlaging.
Te meer vreezen we dit, omdat er
uitgaven zijn die automatisch bedenkelijk
groeien.
De stijging der pensioenen neemt
steeds grooter afmetingen aan: in '24
vroegen ze 4 millioen méér dan in '23,
in '25 vroegen ze nog 5 millioen méér
dan in '24, en voor '26 worden ze weer
op 6 millioen hooger geraamd dan in '25.
Dat is in drie jaar samen 15 millioen
méér!
Maar degeen die probeert om aan
dien 'tastbaar-ongezonden toéstand een
eind te maken, zal ervaren, dat in deze
Kamer en ook in de huidige maatschap
pij een inkrimping op dat punt een sterk,
al is het dan ook geen verstandig verzet
zal vinden.
BINNENLAND.
DE DINDENDuVERKLARING.
Het secretariaat der Vereeniging van
Nederlandsche Werkgevers meldt ons,
dat het communiqué „Verbindendverkla
ring collective arbeidsovereenkomst"
den onjuisten indruk maakt, als zouden
de Nederlandsche werkgevers zich met
het nog door Minister Aalberse inge
diende ontwerp tot verbindendverklaring
der collectieve arbeidsovereenkomst krui
nen vereenigen. De commissie, in het be
richt genoemd, vertegenwoordigt over't
algemeen slechts kleine vereenigingen uit
bedrijven die welhaast uitsluitend voor
het binnenland werken, en in de ge
zindheid, waaraan het bericht uiting
geeft, spreekt, naar de mecning van de
besturen der grootste werkgeverscenlra-
len in ons land, zeker niet de stem van
de overgroole meerderheid van het be
drijfsleven in Nederland.
DE WEDEROPBOUW VAN BORCULO.
Woensdagavond zijn te Borculo een
honderd belanghebbenden bijeengeko
men om de maatregelen le bespreken,
die voor den opbouw van het stadje
getroffen worden. De heeren J. te Riet
en Wennink Meule gaven verslag van
een onderhoud met het provinciaal steun
comité en liet bouwbureau, ten einde de
ongerustheid, die bij velen op het punt
van schade-uilkeerïngen bestond, weg te
nemen.
Ook werden maatregelen van het
bouwbureau besproken en aan critiek
(onderworpen. Een commissie van vijf
personen uit de vergadering zal nu voor
het contact lusschen autoriteiten en be
langhebbenden trachten te zorgen.
Voldoening werd geuit over het lier
en dal geraakte in den droevigen, in den
afschuwelijken toestand, waarin ik ben...
zou je dan meer dan een week laten
voorbij gaan zonder haar een woord te
schrijven?.Zou je haar dan niet ko
men opzoekenZou je, zeg eens,
Kerjean?
Phyllis zweeg, opnieuw haar tranen
terugdringend. En Kerjean begreep het
vurig verlangen naar vertrouwelijkheid,
dat door die vage woorden heen sche
merde.
Wat ik zou doen, ik, die mij nooit
bezig houd met 't geen „men" doet...
beteekent in deze zaak niets, Phylleka
Want er zijn kwesties van welvoegelijk-
heid, van correctheid, die al hebben
ze den wilde, die ik ben, altijd nog al
koud gelaten toch van 't grootste
belang zijn in de oogen van zekere per
sonen. En misschien is 't ten slotte
van 3e zijde van een man, die liefheeft,
discreter, fijngevoeliger om niet over
zijn liefde te spreken op een oogenblik,
waarop
Phyllis viel hem in de rede:
01 Kerjean, zou 't dan een misken
ning zijn van den eerbied, die men
verschuldigd is aan het leed, als men
aan een arm meisje zeide of schreef:
„Je slaat niet- alleen in 'l leven; ik heb
je liefEén woorden ik ben
bij jeKerjean, voel je niet dat
jij voor die woorden juist dat oogen
blik zoudt hebben gekozen?
Maar Phylleke, zei Kerjean zacht
Stel en den terugkeer van den burgc-
ïneester en besloten werd hem namens
de ingezetenen geluk te wenschen.
DE VACANTIE-TOESLAG TE
ZAANDAM.
De begrooting 1925 van Zaandam is
nog altijd niet goedgekeurd. Gedepu
teerde Staten hebben thans aan het ge
meentebestuur bericht, dat zij hun be
slissing zullen nemen als de Kroon op
het beroep van Haarlem heeft beslist. Zij
geven het gemeentebestuur in overweging
te bevorderen, dat de kosten voor vacan-
tie-toeslag voorloopig van de begrooling
worden geschrapt, waarna goedkeuring
der begrooting zou kunnen volgen.
B. en W. zullen dezen wenk niet op
volgen, omdat daardoor de positie der
gemeenten zou worden verzwakt. Dit is
aan Gedeputeerde Staten medegedeeld.
IIET VERDRAG MET BELGIË.
Gisteren had in de matig bezette groo-
te zaal van het Schuttershof eene ver
gadering plaats, uitgaande van den Zeeuw
schen Polder- en "V^aterschapsbond,
waarin het verdrag met België werd be7
sproken, evenals dit reeds is geschied
in enkele plaatsen van Zeeland cn nog in
enkele andere zal geschieden, door den
heer ir. J. C. Ramaer.
Wegens uitlandigheid van den voor
zitter van den Bond, den heer mr. P.
Dieleman, werd de vergadering gepresi
deerd door den vice-voorzitter, den heer
P. Dumon Tak, die dank bracht aan
den lieer Ramaer voor zijn komst en hem
bij de vergadering inleidde.
De heer Ramaer wees ten eerste op
de commissie, die de Schelde zal be
sturen en waarvan de voorzitter geen
beslissende slem zal hebben. De com
missie, die voor de helft zal bestaan uit
Nederlanders en voor de andere helft
uil Belgeu ,zal een groote macht heb
ben. Inzake de Schelde is te veel alléén
gedacht aan de belangen van_de scheep
vaart en te weinig aan andere, aan de
vitale belangen van Zeeland.
Spr. gaat nu de wordingsgeschiedenis
van Zeeland na en wijst er op hoe oor
spronkelijk de eilanden er uitzagen en
zich onderling verhielden. Ook deed, hij
dit ten opzichte van Zeeuwsch Vlaan
deren, waar reeds in 1200 de Braakman
moet hebben bestaan. Door de groote
overstrooming van 1404 werden groote
wijzigingen aangebracht en overstroom
den o.a. groote deelen van Zeeuwsch
Vlaanderen, die echter later bij gedeel
ten weer werden ingepolderd. Ook wijst
hij op de latere overslroomingen, die
o. a. deelen van Zuid Beveland deden
verdwijnen.
Oorspronkelijk was de huidige Ooster
Schelde eigenlijk de mond van dg Schel
de cn de vroegere .Iiont was slechts een
smal watertje Na 1100 kreeg de Settel
de eerst twee armen naar zee. In 1867
werd de Schelde afgedamd ten behoeve
van den spoorweg. Voor dien tijd stroom^
de het meeste water door de Ooster-
Schelde, naar berekening wel 32 mil
lioen M» in een getij In het contract
van 1839 was o.a. bepaald, dat Als een
der waterwegen onbruikbaar, werd ge
maakt Nederland op andere wijze daarin
moest voorzien. Daarom werd in 1867
hel kanaal door Zuid Beveland gegra
ven ,wat voor Antwerpen veel voordcel
bracht. Nederland voldeed daardoor aan
de gestelde voorwaarde.
Toen in 1871 ook het Sloe werd af
gedamd, werd ook het kanaal door Wal
cheren gegraven wat voor Antwerpen
eigenlijk geen beteekenis had. Maar Ne-,
derland had aan zijne verplichtingen vol
daan. Er is in den loop de tijden veel
verandering gekomen in den loop van het
water. In Zeeland heeft men vallen zoo
als nergens anders voorkomen en dit
veelal bij goed weer tengevolge van niet
meer voldoenden tegenstand van bet wa
ter. De gevaarlijke plaatsen moeten ver
sterkt worden zooals bijv. de door
ingenieur Hoogerwaard aangebrachte ver
en quasi vaderlijk, had iemand werkelijk
't - recht om die woorden tot je te
spreken?
De bleekheid van 't jonge meisje
week voor een blos.
Ik geloof niet, dat de vraag te
vermetel isJe hebt me bijna 't recht
gegeven haar te stellen, ging Willem
vo.ort. Maar je moet cr niet op antwoor
den, als je niet wilt
Je zwijgen zou mij noch aan je vriend
schap noch aan je vertrouwen doen
twijfelen.
Phyllis zuchtte.
Waarom zou ik zwijgen, Kerjean
Je weet reeds dat het om mijnheer de
Mauve gaat. Ik heb hem in de afgeloopeu
lente le Parijs bij de Mauriceaus leeren
kennen We zagen hem te Vichy terug.
Hij beviel mij zeer goed. Er waren oogen-
blücken dat ik bedroefd en terneerge
slagen was, omdat ik dacht: „(Hij heeft
me niet lief." Er waren andere oogen-
blikken veel talrijker! waarop de
heele wereld er zoo feestelijk uitzags
omdat ik dacht: „Hij heeft me lief'.
Vooral de laatste dagen was dit 't geval..
Ilc was zoo gelukkig! Hij bemoeide zich
alleen met mij.Hij zag mij alleen
maar! Je weet, Kerjean, geldzaken, die
begreep ik nietIk zei tot mezelf:
„Ik ben rijk, omdat mijn pleegmoe
der rijk is.Misschien is 't wegens
dien rijkdom, dat mijnbeer de Mauve,
die ongefortuneerd is, aarzelt me te
wagen zijn vrouw te worden... Ik moet
beteringen aan de Noordkust van Noord-
Beveland.
Spr. komt terug op de macht! der com
missie, die een gevaar kan worden o.a.
voor de werken der calamiteuze polders.
Daarbij komt. dat door haar samenstel
ling de comissie dikwijls verdeeld zal zijn
in baar meening. Dan wordt de betrok
ken kwestie onderworpen aan een abri-
tage comissie. waarvan twee leden wor
den benoemd door Nederland en twee
door België, maar resp. mogen daaron
der maar een Nederlander en een Belg
zijn. België zal als tweede wel een
Fransclnnan kiezen terwijl hel vijfde lid
om de 3 jaar benoemd moet worden
door den Koning van Denemarken en dien
van Spanje. Spr. vraagt nu wat Spanje
vau onze zeewerken af weel en meent,
dat waar ook de ontwikkelde Spanjaar
den Fransch spreken het Fransch spre-.
kende element in zulkeen commissie de
overhand zal hebben, waar bij dan nog
komt dat de Belgen over nicer Flu. de
bouclie beschikken dan de Nederlanders.
Al kan in vele gevallen abritage goed
zijn, in dit' geval keurt spr. bet sterk af.
Door het bovenstaande zal België altijd
de baas blijven. Gedeputeerde Staten zul
len ook op zijde worden geschoven en
dat waar de regeering zooveel te danken
heeft aan Ged. Staten en de polderbe
sturen, die de belangen van Zeeland
steeds zoo goed hebben behartigd Ver
geten mag ook "niet worden, dal het
Nederlandsch gedeelte van de Wesler-
Schelde 60.000 M. lang is en het Bel
gische slechts 25000 M. Spr. wijst er nu
op dat België bij Bath in 1921 6 mil
lioen M® zand heeft doen weghalen wat
1,5 millioen gulden kostte. Dit was bij
zonder veel, maar de.kosten aan bagger-
werk voor het bevaarbaar houden van
de Schelde lcunncn toch op 2 ton per
jaar worden geraamd. Spr. ineenl dat
het op den duur met de Schelde zal
gaan als met het oude Zwin en dal
zij geheel dicht zal slippen, dit zal het
eerst wel het geval worden mol do Braak
man, die dan geheel kan worden inge
polderd; daarna zal de geleidelijke ver-
ondieping der Wester-Schelde volgen.
Nederland heeft nu de verplichting de
Schelde op diepte te houden volgens een
bij hel verdrag behoorende kaart, die
niet aan de Staten Generaal is overge
legd, en waarvan spr. ook na herhaalde
pogingen^ geen inzage kon krijgen. De
geul langs Walcheren was in 1850 nog
500 M. breed, nu maar 100 NT. meer,
wel een bewijs dat de toestand zich
steeds wijzigt. Het behoud van de
Wielingen acht spr. dringend noodig. De
Belgen hebben altijd overvraagd, ook
bijv. in 1919 toen zij zeiden, „Wij moeten
Zeeuwsch Vlaanderen hebben". Maar de
Zeeuwsch Vlamingenzijn goede Ne
derlanders en willen bij Nederland blij
ven. Ook is dit zoo met de Limburgers.
Bij de jongste verkiezing kregen de ean-
didaten. die afscheiding wilden, 1009
stemmen en de andere samen i 50.000.
Vergeten mag ook niet worden, dal het
hier een contract voor altijd betreft
De lieer mr. Fokker, oud-lid der Eerste.
Kamer heeft in de N. R. Crl. ook hel
licht laten vallen op de schade, die
aan de belangen van de visseberij wordt
toegebracht door het verdrag.
Spr. meent hiermede aangetoond le
hebben, wat het verdrag voor Zeeland
zal brengen en wijst dan nog even op liet
voorgeschreven kanaal als verbinding van
Antwerpen met den Moerdijk, en op he!
Kanaal dat in de'hoogte over Venlo zal
loopen en groot gevaar voor over
stroomingen met zich zal brengen.
Spr. meent dan ook dat ieder moet
medewerken om aanneming van het ver
drag te voorkomen, omdat z.i. ook amen
dementen niet kunnen helpen. Met een
opwekking om te teekenen op het adres
aan de Tweede Kamer verzoekende ver
werping, eindigde spr. onder applaus.
De voorzitter gaf daarna gelegenheid
'om naar aanleiding van het -gesprokene
'vragen te stellen of opmerkingen te ma
ken.
De heer M. G. B o a s s o n vroeg of er
hem wat aanmoedigen." Den dag voor
onze scheiding te Vichy, toen hij met
zijn ietwat spotlende en toch zoo lieve
stem fluisterde: „Wat moet er van mij
worden, als u weg bent?" antwoordde
ik, ook een beetje lachende: .jGaat u
ook naar Aix?"... Toen nam hij mijn
hand en raakte die even met zqn lippen
aan Onauwelijks.Maar hij heeft
,me nooit een woord over liefde ge
sproken.
En heb je hem te Aix terugge
zien?
Neen! Hij had zijn aankomst
aangekondigd, toen toen mijn pleeg
moeder Ik heb hem alleen maar on
langs in de Saint-Francois kerk gezien..,
Ik was getroffen dat hij kwam Van
toen af heeft hij me nog niet het min
ste teeken van leven gegeven Hij heeft
Parijs zeker verlaten.
De blik. waarmede ze in de oogen van
Kerjean keek, was dermate gespannen,
dat hij, ontroerd door die stomme smeek
bede, zeide:
Ik herhaal, dat de Mauve misschien
bevreemd was onbescheiden te zijn.
Soms schept men zich gewetensbe
zwaren.
-- Owat zou ik dat graag gelooven
En hoewel ik er niets aan kon doen
heusch, Kerjean, is de Mauve een intiem
vriend geworden van de Mauriceaus en
voor dat hij weg ging, hebben die ge-
welen, dat ik arm ben... heel arm...
Dus....
geen politieke motieven van internatio
nalen aard tot aanneming van het ver
drag nopen.
Dc heer Ramaer wees in zijn ant
woord op het verschil in den intern,
toestand in 1839 en nu. Toen had men
de Heilige Alliantie, waartoe Koning Wil
lem I ook behoorde en die beheerscht
werd door vijf mogendheden: Engeland,
Frankrijk, Rusland, Oostenrijk en Pruisen.
Die hadden toen belang hij de goede
scheiding van 't door hen gevormde ko
ninkrijk van België en Nederland. Daar
bij "hebben ze de grenzen gelalen ten
onzen gunste, maar in andere opzichten
België bevoordeeld. Thans zijn de vijf
heerscliondc mogendheden Frankrijk,
Engeland, Italië, de Vereenigde Staten
en Japan. Spr. kan zich niet voorstel
len, dat de drie laatstgenoemde stalen
zulk een belang stellen in deze rege
ling van zaken lusschen Nederland en
België, dal zij ons zouden willen dwiiir
gen.
De heer II van Oordl, hoofdiu-
'genieur-directeur van den Rijkswater
staat, zei, dat hij hel verdrag niet zou
verdedigen. Dat kan gerust overgelaten
worden aan de Ministers Van Ivarnebeek
en Bongaerls. Maar hij wilde opkomen
tegen een zin in de brochure van den
heer Ramaer, luidend „Al hetgeen thans
tol de redding van Zeeland uit de klau
wen van den waterwolf geschiedt, wordt
niet alleen op losse schroeven gezet,
maar liet wordt eenvoudig ongedaqn ge
maakt." Dit ontkent spr. Wanneer er
ten behoeve van de scheepvaart wer
ken van waterschappen zouden moeten
worden weggenomen, bijv de krib van
Klooslerzande, dan zullen er andere wer
ken moeten worden gemaakt, die op
even afdoende wijze die belangen ver
zorgen. Voorts is onjuist, dat Neder
land, zooals in de brochure staat, de
kosten van doorgravingen en afsnijdin
gen zal hebben te betalen De verdeeliug
dier kosten zal nader vastgesteld worden.
En eindelijk noemde spr. de door den
he,er Ramaer vermelde cijfers over het
in '14 en '24 in de Schelde door België
verrichte baggcrwerk te hoog.
De lieer Ramaer antwoordde, dat
hij die cijfers had uit niet tegengespro
ken berichten in de N. R. Crt. Ten
opzichte van het betalen van de kosten
voor doorgravingen en afsnijdingen had
hij zic.li in de brochure inderdaad ver
gist, en die fout is bij dc correctie blij
ven staan door de haast, omdat men
eerst zei, dal het verdrag in Juni in be
handeling zou komen Ten opzichte van
hetgeen er zal moeten gebcurèn wanneer
een werk op tast der Commissie van
Scheldebeheer moet worden weggeno
men, zei de heer Ramaer niet zoo op
de hoogte le zijn als de heer Van
Oordt, die de besprekingen le Parijs
bijwoonde. Ilij weet daar niets van.
Maar hij blijft bij zijn mecning. dat dit
verdrag bedenkelijk zal zijn voor Ne
derland liet past eigenlijk in het geheel
niet meer, nu de Volkenbond beslaat,
«om nu zulk een afzonderlijke overeen
komst le sluiten, onder leiding van vijf
mogendheden, die samengaan omdat zij
tegen Duitschland hebben gevochten
Spr. is van mecning dat onze afge
vaardigden te Parijs zich hebben laten
overbluffen. De groote fout is trouwens
geweest dat Nederland alleen ambtenaren
in die onderhandelingen gemengd heeft,
en dat bijv. Ged Staten van Zeeland in
het geheel niet daarbij gehoord zijn
De. voorzitter vroeg of het juist
{is, dat bij de tot standkoming van het
verdrag een macht zal worden gesteld
bóven de waterschapsbesturen. Ged. Sta
ten en onze regeering.
De heer Ramaer antwoordde, dal z.
i. inderdaad ondervonden zal worden
'dat inzake waterschapswerken de Com
missie van Scheldebeheer machtig zal
blijven boven onze overheidslichamen.
Ook de heer Van Oordt verklaarde,
dat dc Commissie macht heeft om beslis
singen van die colleges te niet te doen,
wanneer zij ze schadelijk acht voor de
scheepvaart.
Voorts vroeg de voorzitter of het
Phyllis viel zichzelf in de rede, mis
schien om 'een protest uit te lokken^
dat Willem ditmaal niet over zijn lippen
kon brengen.
De zin bleef onvoltooid
Als ik mij zóó smartelijk vergist
zou hebben in Fabrice de Mauve, her
nam het jonge meisje, dan zou ik hem
niet meer kunnen liefhebben, omdat ik._
hem zou verachtenMaar er zou in
mij iets zijn gebroken gestorven
Kerjean zag haar met een grenzeloos
medelijden aan.
Je moet niet zoo wanhopen, Phyl
leke, zei Kerjean, zonder precies aan te
geven of dit gezegde betrekking had op
het tegenwoordige en of hij rekende op
een njpgelijke terugkomst vau Fabrice
de Mauve, of wel niet meer was dan
een kleine troostreden, een van 'die vage
beloften voor de toekomst, die men aan
jonge menschen schenkt, als ze verdriet
hebben.
Het bleef Kerjean onbekend, hoe Phyl
lis zijn woorden had uitgelegd. Ze ant
woordde er "niet dadelijk op.
Juist omdat ik een bezoek of een
brief verwachtte, had ik den moed hier
té blijven, zei ze. Nu moet ik wegj
binnen drie dagen!
Zal je me schrijven?
Oheel dikwijlsIk zal je van alles
vertellen Misschien is 't wel een lief
meisje.
Kent juffrouw Ribes de ouders?
(Ing. Med.)