Ié1ifj8é Coarani FEUILLETON sz TWEEDE BLAD; VAN DB VAN Vrijdag 18 Sept. 1925, No. 220. BETER DAN DE VERWACHTING. Dat '23 een 25 taillioen minder te kort kwam dan geraamd was; dat '24 niet minder dan 34 millioen minder te kort had dan de raming; dat '25 hoogst waarschijnlijk een bate zal hebben in- plaats van het geraamde tekort van 6 millioen in dat alles ligt een bevesti ging van het meermalen door mr. Van Gijn en anderen gehouden betoog, dat dat Minister Colijn bij de twee vorige be- jgrootingen den financieelen toestand te zwart schilderde. "We bedoelen deze op merking niet als een verwijt, want twee jaar geleden kon niemand voorspellen of ,^de weg door het diepe dal" niet nég la ger zoii gaan. En er wis een kras woord noodig om de meerderheid der Staten Generaal te doen voelen dat er een zwén- king noodzakelijk was. We willen ook niet vergeten dat de da ling der uitgaven ,die naast een stijging der geraamde inkomsten, den toestand;, verberde, ook veroorzaakt werd door de salarisverlagingen. De vermindering van de werkelijke uitgaven over '24 wordt in de millioenennota voojr de meeste departementen of hoofdstukken voorna melijk toegeschreven aan minder uilga ven voor tractementen. Maar aan den anderen kant is dan toch het pessimisme over de opbrengst der Rijksmiddelen tè zwart gebleken. De periode van inzinking was spoediger voorbij dan verwacht werd ,en dat heeft sterk meegeholpen er weer bovenop te ko men, méér dan de werkelijke bezuiniging bezuiniging door inkrimping van de staats zorg. En dat geldt ook nog voor de nieuwe bcgrooi.ng. Want hoewel we in ons vorig nummer in het vergelijkend staatje konden -mel den dat het totaal der gewone uitgaven van 610 millioen in '25 daalde tot 583 millioen op de begrooting '26, hebben we daarop een verklaring van dat verschil laten volgen waaruit bleek dat een groot deel daarvan veroorzaakt wordt dooreen andere boeking, speciaal bij het mijnbe drijf. Aan den anderen kant staat, dat men nu begonnen is om geleidelijk weer verschillende uitgaven die in de sombere jaren noodgedwongen op de buitenge wone uitgaven waren geplaatst, weer terug te brengen naar de gewone uitga ven waaronder ze behooren ,omdat er geen onmiddellijke inkomsten tegenover staan. Zoo zijn nu weer op „gewoon" ge- boekl een deel der kosten voor vloot- bouw, voor sommige waterstaatswerken en de bouwpremies. Dat is een zeer gezonde methode, die mogelijk werd geoordeeld nu de begroo ting weer sluitend is. Maar ze maakt een vergelijking met vorige jaren, wat het eindcijfer betreft, bezwaarlijk. De nieuwe begrooting, op zich zelf beschouwd, heeft het goede, dat ze klopt. Er zou zelfs een voordeeltje zijn, maar dat is dadelijk alweer bestem^ voor de salarissen, de Zuiderzee en het wegen fonds. En dat ze klopt is voornamelijk te dan ken aan de hoogere raming van de op brengst der Rijksmiddelen, n.l. een 40 millioen hooger. Daarvan is echter de helft op rekening te zetten van niéuwe lasten: tariefwet en verhooging van den DE REISGENOOTE. Roman uit het Fransch van GUY CHANTEPLEURE. Geautoriseerde vertaling van W. H. C, x— 18). Met een beklemd hart dacht Kerjean aan den tijd, toen Phyllis nog heel klein •was en men haar zoo innig liefhad, en toen ze hem wel eens heizelfde zeide. Mijn lieve Phyl, nu is 't mijn beurt je te antwoorden. Laten we niet overdrijven De „Reuzen-Bizuth" wenscht wel je „beste en eenige vriend" te blijven, maar je hebt toch nog andere vrienden, Phyl lis Ze schudde haar hoofd. Praat daar niet over; je gelooft 't zelf evenminMijn pleegmoeder had eenige vrienden, jaheel wei nig trouwens, want ons kluizenaarsleven op la Peuplière of ons heen en weer getrek van de eene casinostad naar de andere, was weinig geschikt om vriend schapsbanden aan te knoopen. Maar ik... wat ben ikx thans? En op wien kan ik rekenen? Kerjean wilde spreken, maar een klein nerveus gebaar van Phyllis belette het hem; toen keek ze hem aan. Kerjean, als jij een meisje liefhad tabaksaccijns. Bovendien zijn alle mid delen van het bekende staatje hooger ge raamd, de opbrengst der Inkomstenbe lasting zelfs met 7 millioen, de div. en tant. belasting met 4 millioen. Dat komt ook van het belastingbeta lend publiek. Het is dus grootendeels deze stijging van de belastingopbrengst, die het klop pen mogelijk heeft gemaakt. En dat feit doet weer de gedachten teruggaan naar de herhaaldelijk uilge sproken mecning, dat de Staat op minder kostbaren voet geschoeid moet worden, dat, om de termen van de jongste Troonrede te gebruiken, „vereenvoudi ging van den Staatsdienst, waar mogelijk bekrimping van de Staatsbemoeiing en betrachting van de uiterste soberheid fin het beheer der publieke middelen, dringend geboden blijft." We hooren het. We hebben het al meer gehoord. Maar in deze begrooling zien we het nog niet uitgewerkt. Komt dal doordat het de eerste be- grooting van een nieuwe regeering is? Het is mogelijk. Maar verleden jaar en voor-verleden jaar werd hetzelfde gezegd. We vreezen, dat het nog lang zal du ren vóór een verlaging der belastingen zal' kunnen worden ingevoerd als gevolg van een Andere ïnki-imping der staatsuit gaven dan salarisverlaging. Te meer vreezen we dit, omdat er uitgaven zijn die automatisch bedenkelijk groeien. De stijging der pensioenen neemt steeds grooter afmetingen aan: in '24 vroegen ze 4 millioen méér dan in '23, in '25 vroegen ze nog 5 millioen méér dan in '24, en voor '26 worden ze weer op 6 millioen hooger geraamd dan in '25. Dat is in drie jaar samen 15 millioen méér! Maar degeen die probeert om aan dien 'tastbaar-ongezonden toéstand een eind te maken, zal ervaren, dat in deze Kamer en ook in de huidige maatschap pij een inkrimping op dat punt een sterk, al is het dan ook geen verstandig verzet zal vinden. BINNENLAND. DE DINDENDuVERKLARING. Het secretariaat der Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers meldt ons, dat het communiqué „Verbindendverkla ring collective arbeidsovereenkomst" den onjuisten indruk maakt, als zouden de Nederlandsche werkgevers zich met het nog door Minister Aalberse inge diende ontwerp tot verbindendverklaring der collectieve arbeidsovereenkomst krui nen vereenigen. De commissie, in het be richt genoemd, vertegenwoordigt over't algemeen slechts kleine vereenigingen uit bedrijven die welhaast uitsluitend voor het binnenland werken, en in de ge zindheid, waaraan het bericht uiting geeft, spreekt, naar de mecning van de besturen der grootste werkgeverscenlra- len in ons land, zeker niet de stem van de overgroole meerderheid van het be drijfsleven in Nederland. DE WEDEROPBOUW VAN BORCULO. Woensdagavond zijn te Borculo een honderd belanghebbenden bijeengeko men om de maatregelen le bespreken, die voor den opbouw van het stadje getroffen worden. De heeren J. te Riet en Wennink Meule gaven verslag van een onderhoud met het provinciaal steun comité en liet bouwbureau, ten einde de ongerustheid, die bij velen op het punt van schade-uilkeerïngen bestond, weg te nemen. Ook werden maatregelen van het bouwbureau besproken en aan critiek (onderworpen. Een commissie van vijf personen uit de vergadering zal nu voor het contact lusschen autoriteiten en be langhebbenden trachten te zorgen. Voldoening werd geuit over het lier en dal geraakte in den droevigen, in den afschuwelijken toestand, waarin ik ben... zou je dan meer dan een week laten voorbij gaan zonder haar een woord te schrijven?.Zou je haar dan niet ko men opzoekenZou je, zeg eens, Kerjean? Phyllis zweeg, opnieuw haar tranen terugdringend. En Kerjean begreep het vurig verlangen naar vertrouwelijkheid, dat door die vage woorden heen sche merde. Wat ik zou doen, ik, die mij nooit bezig houd met 't geen „men" doet... beteekent in deze zaak niets, Phylleka Want er zijn kwesties van welvoegelijk- heid, van correctheid, die al hebben ze den wilde, die ik ben, altijd nog al koud gelaten toch van 't grootste belang zijn in de oogen van zekere per sonen. En misschien is 't ten slotte van 3e zijde van een man, die liefheeft, discreter, fijngevoeliger om niet over zijn liefde te spreken op een oogenblik, waarop Phyllis viel hem in de rede: 01 Kerjean, zou 't dan een misken ning zijn van den eerbied, die men verschuldigd is aan het leed, als men aan een arm meisje zeide of schreef: „Je slaat niet- alleen in 'l leven; ik heb je liefEén woorden ik ben bij jeKerjean, voel je niet dat jij voor die woorden juist dat oogen blik zoudt hebben gekozen? Maar Phylleke, zei Kerjean zacht Stel en den terugkeer van den burgc- ïneester en besloten werd hem namens de ingezetenen geluk te wenschen. DE VACANTIE-TOESLAG TE ZAANDAM. De begrooting 1925 van Zaandam is nog altijd niet goedgekeurd. Gedepu teerde Staten hebben thans aan het ge meentebestuur bericht, dat zij hun be slissing zullen nemen als de Kroon op het beroep van Haarlem heeft beslist. Zij geven het gemeentebestuur in overweging te bevorderen, dat de kosten voor vacan- tie-toeslag voorloopig van de begrooling worden geschrapt, waarna goedkeuring der begrooting zou kunnen volgen. B. en W. zullen dezen wenk niet op volgen, omdat daardoor de positie der gemeenten zou worden verzwakt. Dit is aan Gedeputeerde Staten medegedeeld. IIET VERDRAG MET BELGIË. Gisteren had in de matig bezette groo- te zaal van het Schuttershof eene ver gadering plaats, uitgaande van den Zeeuw schen Polder- en "V^aterschapsbond, waarin het verdrag met België werd be7 sproken, evenals dit reeds is geschied in enkele plaatsen van Zeeland cn nog in enkele andere zal geschieden, door den heer ir. J. C. Ramaer. Wegens uitlandigheid van den voor zitter van den Bond, den heer mr. P. Dieleman, werd de vergadering gepresi deerd door den vice-voorzitter, den heer P. Dumon Tak, die dank bracht aan den lieer Ramaer voor zijn komst en hem bij de vergadering inleidde. De heer Ramaer wees ten eerste op de commissie, die de Schelde zal be sturen en waarvan de voorzitter geen beslissende slem zal hebben. De com missie, die voor de helft zal bestaan uit Nederlanders en voor de andere helft uil Belgeu ,zal een groote macht heb ben. Inzake de Schelde is te veel alléén gedacht aan de belangen van_de scheep vaart en te weinig aan andere, aan de vitale belangen van Zeeland. Spr. gaat nu de wordingsgeschiedenis van Zeeland na en wijst er op hoe oor spronkelijk de eilanden er uitzagen en zich onderling verhielden. Ook deed, hij dit ten opzichte van Zeeuwsch Vlaan deren, waar reeds in 1200 de Braakman moet hebben bestaan. Door de groote overstrooming van 1404 werden groote wijzigingen aangebracht en overstroom den o.a. groote deelen van Zeeuwsch Vlaanderen, die echter later bij gedeel ten weer werden ingepolderd. Ook wijst hij op de latere overslroomingen, die o. a. deelen van Zuid Beveland deden verdwijnen. Oorspronkelijk was de huidige Ooster Schelde eigenlijk de mond van dg Schel de cn de vroegere .Iiont was slechts een smal watertje Na 1100 kreeg de Settel de eerst twee armen naar zee. In 1867 werd de Schelde afgedamd ten behoeve van den spoorweg. Voor dien tijd stroom^ de het meeste water door de Ooster- Schelde, naar berekening wel 32 mil lioen M» in een getij In het contract van 1839 was o.a. bepaald, dat Als een der waterwegen onbruikbaar, werd ge maakt Nederland op andere wijze daarin moest voorzien. Daarom werd in 1867 hel kanaal door Zuid Beveland gegra ven ,wat voor Antwerpen veel voordcel bracht. Nederland voldeed daardoor aan de gestelde voorwaarde. Toen in 1871 ook het Sloe werd af gedamd, werd ook het kanaal door Wal cheren gegraven wat voor Antwerpen eigenlijk geen beteekenis had. Maar Ne-, derland had aan zijne verplichtingen vol daan. Er is in den loop de tijden veel verandering gekomen in den loop van het water. In Zeeland heeft men vallen zoo als nergens anders voorkomen en dit veelal bij goed weer tengevolge van niet meer voldoenden tegenstand van bet wa ter. De gevaarlijke plaatsen moeten ver sterkt worden zooals bijv. de door ingenieur Hoogerwaard aangebrachte ver en quasi vaderlijk, had iemand werkelijk 't - recht om die woorden tot je te spreken? De bleekheid van 't jonge meisje week voor een blos. Ik geloof niet, dat de vraag te vermetel isJe hebt me bijna 't recht gegeven haar te stellen, ging Willem vo.ort. Maar je moet cr niet op antwoor den, als je niet wilt Je zwijgen zou mij noch aan je vriend schap noch aan je vertrouwen doen twijfelen. Phyllis zuchtte. Waarom zou ik zwijgen, Kerjean Je weet reeds dat het om mijnheer de Mauve gaat. Ik heb hem in de afgeloopeu lente le Parijs bij de Mauriceaus leeren kennen We zagen hem te Vichy terug. Hij beviel mij zeer goed. Er waren oogen- blücken dat ik bedroefd en terneerge slagen was, omdat ik dacht: „(Hij heeft me niet lief." Er waren andere oogen- blikken veel talrijker! waarop de heele wereld er zoo feestelijk uitzags omdat ik dacht: „Hij heeft me lief'. Vooral de laatste dagen was dit 't geval.. Ilc was zoo gelukkig! Hij bemoeide zich alleen met mij.Hij zag mij alleen maar! Je weet, Kerjean, geldzaken, die begreep ik nietIk zei tot mezelf: „Ik ben rijk, omdat mijn pleegmoe der rijk is.Misschien is 't wegens dien rijkdom, dat mijnbeer de Mauve, die ongefortuneerd is, aarzelt me te wagen zijn vrouw te worden... Ik moet beteringen aan de Noordkust van Noord- Beveland. Spr. komt terug op de macht! der com missie, die een gevaar kan worden o.a. voor de werken der calamiteuze polders. Daarbij komt. dat door haar samenstel ling de comissie dikwijls verdeeld zal zijn in baar meening. Dan wordt de betrok ken kwestie onderworpen aan een abri- tage comissie. waarvan twee leden wor den benoemd door Nederland en twee door België, maar resp. mogen daaron der maar een Nederlander en een Belg zijn. België zal als tweede wel een Fransclnnan kiezen terwijl hel vijfde lid om de 3 jaar benoemd moet worden door den Koning van Denemarken en dien van Spanje. Spr. vraagt nu wat Spanje vau onze zeewerken af weel en meent, dat waar ook de ontwikkelde Spanjaar den Fransch spreken het Fransch spre-. kende element in zulkeen commissie de overhand zal hebben, waar bij dan nog komt dat de Belgen over nicer Flu. de bouclie beschikken dan de Nederlanders. Al kan in vele gevallen abritage goed zijn, in dit' geval keurt spr. bet sterk af. Door het bovenstaande zal België altijd de baas blijven. Gedeputeerde Staten zul len ook op zijde worden geschoven en dat waar de regeering zooveel te danken heeft aan Ged. Staten en de polderbe sturen, die de belangen van Zeeland steeds zoo goed hebben behartigd Ver geten mag ook "niet worden, dal het Nederlandsch gedeelte van de Wesler- Schelde 60.000 M. lang is en het Bel gische slechts 25000 M. Spr. wijst er nu op dat België bij Bath in 1921 6 mil lioen M® zand heeft doen weghalen wat 1,5 millioen gulden kostte. Dit was bij zonder veel, maar de.kosten aan bagger- werk voor het bevaarbaar houden van de Schelde lcunncn toch op 2 ton per jaar worden geraamd. Spr. ineenl dat het op den duur met de Schelde zal gaan als met het oude Zwin en dal zij geheel dicht zal slippen, dit zal het eerst wel het geval worden mol do Braak man, die dan geheel kan worden inge polderd; daarna zal de geleidelijke ver- ondieping der Wester-Schelde volgen. Nederland heeft nu de verplichting de Schelde op diepte te houden volgens een bij hel verdrag behoorende kaart, die niet aan de Staten Generaal is overge legd, en waarvan spr. ook na herhaalde pogingen^ geen inzage kon krijgen. De geul langs Walcheren was in 1850 nog 500 M. breed, nu maar 100 NT. meer, wel een bewijs dat de toestand zich steeds wijzigt. Het behoud van de Wielingen acht spr. dringend noodig. De Belgen hebben altijd overvraagd, ook bijv. in 1919 toen zij zeiden, „Wij moeten Zeeuwsch Vlaanderen hebben". Maar de Zeeuwsch Vlamingenzijn goede Ne derlanders en willen bij Nederland blij ven. Ook is dit zoo met de Limburgers. Bij de jongste verkiezing kregen de ean- didaten. die afscheiding wilden, 1009 stemmen en de andere samen i 50.000. Vergeten mag ook niet worden, dal het hier een contract voor altijd betreft De lieer mr. Fokker, oud-lid der Eerste. Kamer heeft in de N. R. Crl. ook hel licht laten vallen op de schade, die aan de belangen van de visseberij wordt toegebracht door het verdrag. Spr. meent hiermede aangetoond le hebben, wat het verdrag voor Zeeland zal brengen en wijst dan nog even op liet voorgeschreven kanaal als verbinding van Antwerpen met den Moerdijk, en op he! Kanaal dat in de'hoogte over Venlo zal loopen en groot gevaar voor over stroomingen met zich zal brengen. Spr. meent dan ook dat ieder moet medewerken om aanneming van het ver drag te voorkomen, omdat z.i. ook amen dementen niet kunnen helpen. Met een opwekking om te teekenen op het adres aan de Tweede Kamer verzoekende ver werping, eindigde spr. onder applaus. De voorzitter gaf daarna gelegenheid 'om naar aanleiding van het -gesprokene 'vragen te stellen of opmerkingen te ma ken. De heer M. G. B o a s s o n vroeg of er hem wat aanmoedigen." Den dag voor onze scheiding te Vichy, toen hij met zijn ietwat spotlende en toch zoo lieve stem fluisterde: „Wat moet er van mij worden, als u weg bent?" antwoordde ik, ook een beetje lachende: .jGaat u ook naar Aix?"... Toen nam hij mijn hand en raakte die even met zqn lippen aan Onauwelijks.Maar hij heeft ,me nooit een woord over liefde ge sproken. En heb je hem te Aix terugge zien? Neen! Hij had zijn aankomst aangekondigd, toen toen mijn pleeg moeder Ik heb hem alleen maar on langs in de Saint-Francois kerk gezien.., Ik was getroffen dat hij kwam Van toen af heeft hij me nog niet het min ste teeken van leven gegeven Hij heeft Parijs zeker verlaten. De blik. waarmede ze in de oogen van Kerjean keek, was dermate gespannen, dat hij, ontroerd door die stomme smeek bede, zeide: Ik herhaal, dat de Mauve misschien bevreemd was onbescheiden te zijn. Soms schept men zich gewetensbe zwaren. -- Owat zou ik dat graag gelooven En hoewel ik er niets aan kon doen heusch, Kerjean, is de Mauve een intiem vriend geworden van de Mauriceaus en voor dat hij weg ging, hebben die ge- welen, dat ik arm ben... heel arm... Dus.... geen politieke motieven van internatio nalen aard tot aanneming van het ver drag nopen. Dc heer Ramaer wees in zijn ant woord op het verschil in den intern, toestand in 1839 en nu. Toen had men de Heilige Alliantie, waartoe Koning Wil lem I ook behoorde en die beheerscht werd door vijf mogendheden: Engeland, Frankrijk, Rusland, Oostenrijk en Pruisen. Die hadden toen belang hij de goede scheiding van 't door hen gevormde ko ninkrijk van België en Nederland. Daar bij "hebben ze de grenzen gelalen ten onzen gunste, maar in andere opzichten België bevoordeeld. Thans zijn de vijf heerscliondc mogendheden Frankrijk, Engeland, Italië, de Vereenigde Staten en Japan. Spr. kan zich niet voorstel len, dat de drie laatstgenoemde stalen zulk een belang stellen in deze rege ling van zaken lusschen Nederland en België, dal zij ons zouden willen dwiiir gen. De heer II van Oordl, hoofdiu- 'genieur-directeur van den Rijkswater staat, zei, dat hij hel verdrag niet zou verdedigen. Dat kan gerust overgelaten worden aan de Ministers Van Ivarnebeek en Bongaerls. Maar hij wilde opkomen tegen een zin in de brochure van den heer Ramaer, luidend „Al hetgeen thans tol de redding van Zeeland uit de klau wen van den waterwolf geschiedt, wordt niet alleen op losse schroeven gezet, maar liet wordt eenvoudig ongedaqn ge maakt." Dit ontkent spr. Wanneer er ten behoeve van de scheepvaart wer ken van waterschappen zouden moeten worden weggenomen, bijv de krib van Klooslerzande, dan zullen er andere wer ken moeten worden gemaakt, die op even afdoende wijze die belangen ver zorgen. Voorts is onjuist, dat Neder land, zooals in de brochure staat, de kosten van doorgravingen en afsnijdin gen zal hebben te betalen De verdeeliug dier kosten zal nader vastgesteld worden. En eindelijk noemde spr. de door den he,er Ramaer vermelde cijfers over het in '14 en '24 in de Schelde door België verrichte baggcrwerk te hoog. De lieer Ramaer antwoordde, dat hij die cijfers had uit niet tegengespro ken berichten in de N. R. Crt. Ten opzichte van het betalen van de kosten voor doorgravingen en afsnijdingen had hij zic.li in de brochure inderdaad ver gist, en die fout is bij dc correctie blij ven staan door de haast, omdat men eerst zei, dal het verdrag in Juni in be handeling zou komen Ten opzichte van hetgeen er zal moeten gebcurèn wanneer een werk op tast der Commissie van Scheldebeheer moet worden weggeno men, zei de heer Ramaer niet zoo op de hoogte le zijn als de heer Van Oordt, die de besprekingen le Parijs bijwoonde. Ilij weet daar niets van. Maar hij blijft bij zijn mecning. dat dit verdrag bedenkelijk zal zijn voor Ne derland liet past eigenlijk in het geheel niet meer, nu de Volkenbond beslaat, «om nu zulk een afzonderlijke overeen komst le sluiten, onder leiding van vijf mogendheden, die samengaan omdat zij tegen Duitschland hebben gevochten Spr. is van mecning dat onze afge vaardigden te Parijs zich hebben laten overbluffen. De groote fout is trouwens geweest dat Nederland alleen ambtenaren in die onderhandelingen gemengd heeft, en dat bijv. Ged Staten van Zeeland in het geheel niet daarbij gehoord zijn De. voorzitter vroeg of het juist {is, dat bij de tot standkoming van het verdrag een macht zal worden gesteld bóven de waterschapsbesturen. Ged. Sta ten en onze regeering. De heer Ramaer antwoordde, dal z. i. inderdaad ondervonden zal worden 'dat inzake waterschapswerken de Com missie van Scheldebeheer machtig zal blijven boven onze overheidslichamen. Ook de heer Van Oordt verklaarde, dat dc Commissie macht heeft om beslis singen van die colleges te niet te doen, wanneer zij ze schadelijk acht voor de scheepvaart. Voorts vroeg de voorzitter of het Phyllis viel zichzelf in de rede, mis schien om 'een protest uit te lokken^ dat Willem ditmaal niet over zijn lippen kon brengen. De zin bleef onvoltooid Als ik mij zóó smartelijk vergist zou hebben in Fabrice de Mauve, her nam het jonge meisje, dan zou ik hem niet meer kunnen liefhebben, omdat ik._ hem zou verachtenMaar er zou in mij iets zijn gebroken gestorven Kerjean zag haar met een grenzeloos medelijden aan. Je moet niet zoo wanhopen, Phyl leke, zei Kerjean, zonder precies aan te geven of dit gezegde betrekking had op het tegenwoordige en of hij rekende op een njpgelijke terugkomst vau Fabrice de Mauve, of wel niet meer was dan een kleine troostreden, een van 'die vage beloften voor de toekomst, die men aan jonge menschen schenkt, als ze verdriet hebben. Het bleef Kerjean onbekend, hoe Phyl lis zijn woorden had uitgelegd. Ze ant woordde er "niet dadelijk op. Juist omdat ik een bezoek of een brief verwachtte, had ik den moed hier té blijven, zei ze. Nu moet ik wegj binnen drie dagen! Zal je me schrijven? Oheel dikwijlsIk zal je van alles vertellen Misschien is 't wel een lief meisje. Kent juffrouw Ribes de ouders? (Ing. Med.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 5