i
•toor van de Schelde om ook daar le
leg etuigen van de groote belangstelling
der eilandbewoners in het jubi.eum ook
van deze Maatschappij.
Onthumng nieuw
vaandel.
Maar ook „Ons Genoegen" zou niet
wachten tot de algemeene huldiging al
vorens bestuur en leden aan liet feest
worden herinnert Des morgens sprak in
het repetitielokaal de heer De Loolf,
secretaris-penningmeester den voorzitter,
den heer Van Hoorn toe, die nog liet'
oude „Ons Genoegen" heeft gekend, en
steecis lid van de thans jubileerendje ver-
eoniging. was. Spr. bracht liem en ook
den directeur, den heer Govaars dank
voor wat zij voor het gezelschap steeds
hebben gedaan.
De heer v. Hoorn dankte voor de
hulde .doch wees er op dat ook zijn me
debestuurders medewerkten aan het in
standhouden der vereeniging.
Na deze huldiging trok het korps naar
de tent in hei Bellamypark. Daar kwa
men tegen 12 uur ook de burgemeester
het bestuur van Vlissingen Vooruit, waar
bij zich ook de eere-voorzitter de heer
J. G. van Niftrik uit Dordrecht had ge
voegd en de Eiland-commissie, allen inet
het doel de onthulling van het door de
vereeniging uit het vaandelfonds aange-
kochle en door den lieer L. F. Dert ge
leverde nieuwe vaandel van „Ons Ge
noegen", bij le wonen.
Dit vaandel is een vergroote reproduc
tie van het oude der vereeniging.
De voorzitter van het gezelschap, de
heer v. Ho orn, bracht dankt aan allen
voor hun aanwezigheid en speciaal aan
den burgemeester voor zijn bereidwillig
heid het nieuwe vaandel te onthullen.
De burgemeester ,de heer C. van
Woclderen, zeide gaarne gevolg te
geven aan het tot heTn gericht verzoek,
en van de gelegenheid gebruik te maken
het gezelschap van harte geluk te wen-
schen met het 35-jarig jubileum. Spr.
wees er op ,dat het oude vaandel een
grooten rol heeft gespeeld, het dateert
uit f874 en heeft behoord aan een opge
heven gezelschap van dezelfde naam. Bij
de opleving na lijden van malaise is ook
het gezelschap weer iu eere hersteld, die
ook gebruik kreeg van het oude vaan
del onder voorwaarde dat als het bui
ten gebruik raakte het weer in te leve
ren in het stedelijk museum, waar het
destijds stond. Het korps is in die- jaren
in bloei toegenomen onder de goede
leiding van voorzitter en directeur. De
leden hebben getoond hun vrijen tijd
goed te kunnen besteden en sedert 1912
heeft het gezelschap dan ook het bre
vet van uitnemendheid Spr onthult hier
na het werkelijk mooie nieuwe vaandel.
„Ons Genoegen" liet door de talrijke
belangstellenden toegejuichte fanfares en
den vaandelmarsch hooren, terwijl „Oefe
ning kweekt Kunst" uit Westkapelle het
„Lang zal hij leven" speelde. Dit gezel-
zelschap stond naast de tent opgesteld.
De heer v. Hoorn dankte den burge
meester voor zijn waardeerende woorden
De heer 1). L. H. v a n R a a 1 te, voor
zitter van V. V. wenschte „Ons Genoe
gen' namens die vereeniging geluk en
verzocht toestemming om de eerste me
daille aan het nieuwe vaandel te mo
gen hechten al is dit dan geen medaille
op een copcours behaald.
De heer v. Hoorn dankte voor dK
bewijs van medeJeven van de zijde van
Vlissingen Vooruit.
Vervolgens trad de heer L. Vis naar
voren om ook namens het Eiland ge
luk wen schen aan le bieden en een me
daille aan het vaandel te hechten.
Ook hiervoor bracht de heer van
Hoorn dank.
Voorafgegaan door een drietal jonge
dames, waarvan twee een kussen met
de vroeger behaalde medailles droegen
en de derde een zilveren beker, werd nu
met een kleinen omweg naar het Stede
lijk museum gemarcheerd, waarbij beide
vaandels werden medegevoerd. Hier was
het weer de heer v. Hoorn, die zeide
de eenige overgeblevene te zijn van hen,
die destijds de verklaring teekenden, dat
het oude vaandel weer zou worden afge
staan aan het museum, als het buiten
gebruik geraakte. Spr. is verheugd die
belofte gestand te kunnen doen, nu zoo
vele trouwe makkers van destijds reeds
zijn heengegan. Maar ook is hij verheugd
dat dit met geschiedt omdat de dood-
acte van het gezelschap is geteekend,
maar dat het juist aan de spits staat
van de gezelschappen in Zeeland.
De lieer v. Woeldcren thans spre
kende als voorzitter van het Oudheidkun
dig museum, wijst er op dat „Ons Genoe
gen" trouwelijk zijn plicht heeft vervuld
ou brengt hulde aan den vaandeldrager,
die zooals de heer v. Hoorn nog had
medegedeeld reeds bij het oude gezel
schap heeft gediend.
Spr. zeide dal het oude vaandel een
goede plaats zal krijgen bij andere vaan
dels uil oude tijden.
Hierna werd het vaandel naar binnen
gebracht en trokken de beide muziekge
zelschappen al spelende verder.
De Optocht.
Het was inlusschen tijd geworden eens
een kijkje le "gaan nemen op het plein
bij de Arsenaalkarzerne, waar de Alle
gorische optocht werd opgesteld. Te twee
uur zou die optocht vertrekken, maar het
werd half drie door het onverantwoor
delijk te laat komen van enkele groepen
wat bij ons de vraag deed opkomen of
het bestuur niet beter had gedaan dan
maar zonder deze weg te trekken, als
waarschuwing in het vervolg op tijd te
zijn.
In de optocht werden verschillende
keurige groepen waar genomen, en dan
willen wij de volgorde van den stoet vol
gende eerst wijzen op de groep van het
EilandDeze groep bracht op pakken-
wijze hulde aan de jubileerende lichamen
en voerde o.a. mede een goed model
van de mailboot „Prinses Juliana".
De Noordstraat vertolkte „Vlissing's
Welvaart". Boven op een grooten zegen
wagen stond een vrouwenfiguur bij een
horen des overvloeds, en gaf haar zegen
de onder haar staande symbolisti
sche figuren.
Deze figuren waren vrouwenfiguren
met bazuinen, verpersoonlijkend, de mu
ziek,- verder hel opkomend geslacht rond
het wapen van Vlissingen; en aan weers
zijden daarvan werden de beide maat
schappijen gehuldigd. De Schelde door
arbeidende smeden, de Zeeland door ma
trozen en stuurlieden. Verder rond den
wagen loopen jongens voorstellende hul
de te brengen aan het geheel. De Ver
kuil Quakkelaarstra&t en omgeving had
een aardige groep samengesteld van
ouderen en kinderen, voorstellende de
bevolking en de productie van onze Ko
loniën, de in de Indische kleeding me-
doloopende personen trokken ook zeer
de aandacht.
De roei vereeniging „Luctor Et Emer-
i" kwam met haar groote oude sloep
met talrijke roeiers in bijpassende klee
ding al bijzonder goed voor den dag en
had ook zeer veel werk gemaakt van
deze groep.
Een volgend nummer was in zijn >oort
buitengewoon goed, wij bedoelen de keu
rige bloemenhulde van den heer v. d.
Meer waardoor deze zich deed kennen
als een goed vakman op zijn terrein. De
schikking der bloemen en planten was
geheel „af".
Na de kranige turnsters en turners
van de „V. T. V." kwam weer 'n recla
mewagen. namelijk die van de brouwerij
„De .Meiboom", voorstellende Cambrinus
tronende boven op een hoogen wagen,
gezeten op een vat en drinkende uit een
zeer groote pul met schuimend hier.
Dat op een dag als deze de padvin
ders niet zouden achterblijven was te
begrijpen en de Welpen van de Raheft-
troep maakten op den aardigen Kzbou-
terwagen een zeer goed figuur.
Van een heel anderen aard wss de
eenige groep ,die op een door autotraclie
voort bewogen wagen had plaats geno
men ,wij bedoelen die, van het Marine
Sanatoriumfonds. Op dezen wagen werd
de goede verzorging der jeugdige lijders
aan t. J>- c. op pakkende! wijze weergege
ven, terwijl zusters ter zijde van den
wagen gingen. Dit Fonds heeft weer een
bewijs geleverd, dat zijn mensclilievend
doel door het bestuur v )i komen begre
pen wordt.
Nu volgden de deelnemers aan het
openluchtspel van Vrijdagavond en ookbetrekken, nu het zijn 7de lustrum viert,
deze groep Indianen met zich voerende Spr brengt speciaal hulde aan de hceren
het blanke bruidje maakte een goeden van Hoorn en Govaarts.
indruk. Nog enkele vereenigingen met} Spr. eindigde met den wensch,jlat elk
hun vaandels en wij zouden alles ge-;der jubilarissen, nog vele jaren onder
noemd hebben ,als wij ook nog niet wil
den wijzen op de drie muziekkorpsen die
op verdienstelijke wijze den stoet ver;
zelden namelijk Ons Genoegen,
v
Hei
tijd
aanj
eers
A,
prac
sebe
En met een beweging van onbezorgd
heid zei hij, terwijl zijn heel jonge, heel
blauwe oogen lachten:
- O, die verandert dikwijls van naam..
Nu is, terwijl in de restaurants de lich
ten worden opgestoken, liet Vieux Pare
verlaten.
Het lauwe windje en geuren, die als
gewiekte zielen voor bijz we veil, hebben er
bezit van genomen; alleen zij bewegen
zich langs «le lanen, onder de boomen
waarvan het bladerdak plotseling dich
ter lijkt, nu de avond valt.
Kerjean verwijdert zich en zijn oogen
blijven glimlachen, maar 't zjjn nu an
dere gedachten ,die hem prettig nezig
houden. Evenals zoo even, toen Lecoul-
teux over Phyllis Boisjoli sprak, worden
oude herinneringen in hem wakker. Die
kleine PhylI 't Scheen hem of 't
gisteren was, dat hij de manier, waar
op ze belde altijd herkende en dat
dan kwam gangeloopen, met een „Dag
Kerjean" en allerlei vragen in school—
terminologieI Zij deed Etienne na£f n{)fém
de hem kortweg Kerjean en zei tegen
haar grooten vriend zusterlijk jij en jou.
De namen en bijnamen van allerlei
school woorden, waarvan sommige ruwe
in haar mond toch aardig klonken. Ze
had een bekoorlijke stem, met een timbre
als van kristal en liet lichte, nauwej
lijks merkbare Engelsche accent dat
als gevolg door een koppig atavisme ze
"aeciliu uit Vlissingen en Euphonin u>t
Goes.
Ook dat hel bestuur van V. V in rij
tuigen reed, mag niet onvermeld blijven
Na eerst ornter groote belangstelling
van bet publiek over het eiland le zijn
getrokken werd tot voor hel kantoor van
de Schelde gemarcheerd waar zou plaats
hebben de eigenlijke
Huldiging
In de vestibule slonden de directiei van
,dc Schelde" en „Zeeland", de Com
missaris der Koningin, het' volledige da-
'elijksch bestuur der gemeente, de heer
van Niftrik en de inspecteur van het Ne
der!. Loodswezen, vele met hun dames,
den stoet af te wachten en werden daar-
ook binnen genoodigd het bestuur van
„Vlissingen Vooruil", en vertegenwoor
digers van de verschillende vereeni
gingen en groepen, die aan de optocht
deelnamen.
Toen alle binnen waren nain de heer
L. H. v. Raai te, voorzitter van
„Vlissingen Vooruit" het woord om al
lereerst dank te brengen aan den com-
msisaris der Koningin voor het aanvaar
den van het eere-voorzitterschap van de
ze huldebetooging, vervolgens aan de di
recties der beide maatschappijen en liet
bestuur van „Ons Genoegen" voor hun
bereidheid de hulde in ontvangst le ne
men, aan de leden van den Kunstkring
het Zuiden ,en verder aan alle mede
werkenden. Het is volgens spr. goed dat
men zijn groote mannen eert en goed
denkt aan het gezegde. „In het verleden
ligt het heden, in het nu, wajt worden
zal." Groote mannen wekken ons op him
voorbeeld te volgen en steeds in de toe
komst te zien, Spr. acht het dan ook
goed gedenkdagen te vieren en dan is
daarbij 50 jaar een afgerond geheel,
waaraan men zelfs de gedachte van het
edelmetaal bij uitnemendheid placht le
verbinden. Daarom heeft het bestuur
van V. V. de Vlissingsche bevolking uit-
genoodigd deze jubilea feestelijk te vie
ren. Spr. kan zich Vlissingen zonder
Zeeland" en „Schelde" alleen indenken
als iets kleins ,iets ineengeschrompelds,
iets griezeligs en daarom is hij dankbaar
voor het bestaan dier beide maatschap
pijen, en tegenover hen, die haar hebben
gesticht en groot gemaakt.
Spr. noemt in het bijzonder Z. M.
Koning Willem III, die een overwegen
den invloed had op het ontstaan van
de Mij. „de Schelde", en zijn- broeder
Prins Hendrik, die het initiatief nam en
grooten steun gaf voor de oprichting
van de Mij. „Zeeland". Voor Vlissingens
bevolkiing dus een reden om haar be
kende aanhankelijkheid a mi ons Vorsten
huis te bewaren en waar mogelijk te
toonen.
Ook de namen van Tak van Poortvliet
voor de Zeeland en van Arie Smit voor
de Schelde brengt spr. in herinnering
evenals die van de beide eerste direc
teuren, de heeren C. L. van Woelderen
en Jos. van Raalte. Het heden vindt aan
het hoofd van de „Zeeland" een direc
tie, vertegenwoordigd door de hoeren
Mulder en Waller, die in de laatste jaren
getoond hebben de kunst te verstaan de
enorme malaise het hoofd te bieden en
hun maatschappij te brengen op een
nieuwen weg van opbloei. De Schelde
onder directie van de heeren rar. Jan
Smit en Wesseling, bevindt zich in zulke
goede handen, dat aan haar verderen
opbloei niet kan worden, getwijfeld.
Na nog gewezen te hebben op de ver
wantschap tusschen beide maatschap
pijen richt spr. zich tot den derden jubi
laris, die in het leven van de bevolking
naast het proza van den dagelijksehen
arbeid, de pdëzie van de muziek komt
brengen. Spr. wijst op de groote presta
ties van „Ons Genoegen" en zegt dat liet
voor het bestuur van- V. V. een genoegen
was dit gezelschap, waarop de gemeente
trotsch mag zijn in de hulde te kunnen
leiding van zijn tegenwoordige bestuur-
dcren ,zich verder harmonisch zal ont
wikkelen tot heil van de Vlissingsche be
volking. (Applaus.)
De Iwecde spreker was de commis
saris der Koningin, jhr. mr. J. W.
Q u a r 1 c s v. U 1 f o r d ,die zeide reeds
voor enkele maanden de Zeeland met
haar jubileum te hebben gelüfcgewenseht
en gewezen le hebben op het groote be
lang dezer maatschappij voor geheel Zee
land. Spr wil zich. daarom thans alleen
aansluiten bij de beste wensehen voor
de Maatschappij en de gemeente, wier
belangen samengaan, maar daarbij zijn
ook betrokken de belangen van geheel
Zeeland vooral met het oog op den
afzet van Landbouwproducten op de
Londensche markt.
Waar over een paar maanden „de
Schelde" eerst jubileert wil spc uitvoe
rige beschouwingen daarover uitstellen,
maar thans toch reeds voorloopig zijn
gelukwenschcn aanbieden. Ook aan het
muziekgezelschap biedt spr. zijn welge
meende gelulcwenschen aan, maar wil
dil ook doen aan burgemeester en wet
houders en aan alle inwoners van Vlis
singen, omdat Vlissingen een halve eeuw
beide maatschappijen in haar midden
heeft. Vlissingen heeft veel tegenslagen
gehad ,doch ging toch steeds weer voor
uit en spr. hoopt, dat de nieuwe haven
de gemeente tot nog meer bloei zal bren
gen. Spr. hoopt dat men ook daarvoor
later zal kunnen jubilceren. Maar men
mag ook de oogen niet sluiten voor het
goede van heden of van vroeger en dat
heeft V. V., begrepen en iets goeds ge
daan met het organiseeren van dit feest.
Dankbaarheid is ook in dezen een
goede deugd. Spr. brengt ten slotte dank
voor het hem aangeboden eere-voorzit
terschap en eindigt met den wensch, dat
Vlissingen nog tal van jaren zal profi-
teeren van de aanwezigheid der beide
maatschappijen. (Applaus.)
De derde spreker was de burge
meester ,de heer C. A. v. Woelderen,
die begon met woorden van dank aan
den Commissaris der Koningin, wiens
woorden een nieuw bewijs zijn voor
zijn groote belangstelling in de Vlis
singsche belangen en hoopt dat de Com
missaris nog vele jaren in zijn ambt ge
tuige zal kunnen zijn van de vervulling
zijner goede wensehen voor Vlissingen.
Spr. dankt V. V. voor het organiseeren
van het feest ,en waar ljij 's morgens
reeds „Ons Genoegen" complimenteer
de, richt spr. zich thans tot de „Zeeland"
en„ de Schelde", en wijst er op dat deze
opgericht zijn na de uitbreiding van de
haven in 1873 toen Vlissingen slechts
9900 inwoners telde. De beide maat
schappijen zijn tweeling zusters, die vele
tegenslagen hebben gehad en juist daar
om vervult het spr. tot dankbaarheid
over wat Vlissingen in die twee maat
schappijen heeft' verkfègen en hij noemt
de meest vitale en krachtigste belangen,
die Vlissingen thans bezit. Na ook zijner
zijds hulde" te hebben gébracht aan de
beide vorstelijke personen en andere
mannen, die de maatschappijen hebben
groot gemaakt, meent spr. als hoofd der
gemeente namens alle goede Vlissingers
en alle rechtgeaarde Zeeuwen te spre
ken, door de beide maatschappijen, die
zoo krachtig in Vlissingens bodem wor
telen, toe le wensehen een langen rusti-
gen vooruitgang en blij venden bloei en
verzoekt bij èn als een der opvolgers van
burgemeester Arie Smit, den "Stichter van
„de Schelde" en als zoon van hem, die
bijna 27 jaren eerste directeur der Mij.
„Zeeland" was, de aanwezigen een drie
werf hoe rali uit te brengen op de beide
maatschappijen.
Aan dit verzoek werd spontaan vol
daan.
Namens de directie van „De Schelde"
nam daarop de directeur, de heer mr.
Jan Smit, het woord en zeide kort te
willen zijn omdat buiten de menschen
slonden te wachten om verder te trek
ken. Spr. is dankbaar voor de goede
woorden lot „De Schelde" gesproken en
wenscht harerzijds ook „Ons Genoegen"
geluk met zijn jubileum. Spr. brengt spe
ciaal dank aan den Gomnibsaris der Ko
ningin en vervolgens aan de burgerij van
Vlissingen, d:e in al haar schakecriiigen
aanwezig is Spr. wijsl op «le borstbeel
den iu de vestibule geplaatst van «ie
vier mannen, die „De Schelde" groot
maakten en van wie 2 nog in 'even zijn
en thans medeleven met deze huldiging.
Spr. hoopt op een blijvende goede ver
houding en verzekert „De Sell. It'e a les
zal doen ter bevordering van den bloei
van Vlissingen.
Namens de „Zeclaml" voerde de lieer
J W. A. Mulder het woord en zeide
dat het voor hem een moei'ijke taak is
de spreektrompet van de gedachten, die
de „Zeeland" bij zijn juLi'.euin hel nnest
naar voren wenscht te zien gebracht, te
Zijn. Met Vlissingen sloot de „Zeeland een
Mariage d'Aniour, met de Schelde een
mariage de Raison Wal dit laals.e be
treft is spr er trotsch op te kunnen ver
klaren, dal de nieuwe, op de Schelde ge
bouwde schepen, uilstekend hebben vol
daan, en het zal aan de Schelde liggen
of er voor de Zeeland voldoende raison
beslaat om elkaar aan hel liarl te blijven
drukken. Spr. verklapt geen geheimen,
als hij zegt, dat die Zeeland ook nog naar
verschillende zijden laisons onderhoudt.
Van erg levenskrachtige menschen wordt
dit wel eens door de vingers gez en Dank
brengt spr. aan allen, die opgekomen
zijn om aan deze hulde mede te werken.
Wanneer deze jubileumviering den band
tusschen de Zeeland en Vlissingen naar
oren heeft gebracht en duidelijk heeft
gemaakt, dat eendrachtig samenwerken
leidt tot de beste toestanden, dan heb
ben de deelnemers daardoor alleen reeds
den dank van Vlissingen en het geheele
Gewest verdiend.
Na ieder dezer toespraken klonken,
krachtige bewijzen van instemming. Spoe
dig verzocht de heer van Raalte den deel
nemers aan den optocht zich weer naar
hunne plaatsen te begeven ©n zette deze
zich weer in beweging, gadegeslagen en
bewonderd door een steeds aangroeiende
enigte.
Na de ontbinding werden alle deel-
nemenden op kosten van de Scheld© ge-
tracteerd.
nog had overgehouden van de eerste
woorden .die ze op moeders schóót had
gestameld ,gaf aan haar woorden een
bijzondere kinderlijke, grappige en iet
wat verfijnde bekoring.
Wanneer de kleine ^hyl de deur van
de werkkamer half open deed en haar
rose neusje vertoonde, werd Etienne
boos, maar Kerjean trachtte altijd de
zaak weer in orde te brengen. Hij hield
van kinderen, met van die opgetogen
betuigingen van teederheid van een jon
gen vader en de laakbare zwakheden
van een ouden grootmoeder.
De „Reuzen-Bizuth" Kerjean was
onder dien naam verschenen in de alma
nak van de School en van toen af had
Phyllis, men weet niet waarom, hem
dien voorgoed toegekend de „Reuzen-
Bizuth" erkende de gehoorzame slaaf te
zijn van het heel kleine prinsesje, dat
hem in haar gevolg meenam in de beloo-
verde wereld van vertelseltjes en spel
letjes. Als een vertelseltje Phyllis be
viel, liet ze nooit na om er gebruik van
te maken bij het uilvinden van een spel
letje, waarbij haar fantasie spotte met
alle matprieele moeilijkheden en waarin
zij prinses Grasieuse of Klein Duimpje,
de Witte Kat. jie Blauwe Vogel of zelfs
de Ezel Gadicnon was Aan Kerjean
was maar één rol toebedeeld, die van
„Reuzen-Bizuth", die hij niet steeds In
persoon vervulde, maar die toch altijd
Het avondfeest.
Terwijl in de tent op den Boulevard
hef Westkapelsche muziekgezelschap een
goed gekozen programma op verdienste
lijke wijze ten gehoore bracht, verzamel
den zich bij de Arsenaalkazerne een zeer
groot deel van de deelnemers aan den
optocht om thans een lichtstoet te vor
men. Ook nu maakte het geheel een zeer
goeden indruk en omstuwd door hon
derden, gadegeslagen door duizenden,
werd eerst weer naar het eiland en ver
volgens door -een deel der oude stad
naar het einde van de Badhuisstraat ge
trokken.
"Waar thans ook de vrijwillige brand
weer op haar plaats was, is het wellicht
hier de plaats aan haar en aan de po
litie hulde te brengen voor de goede re
geling, waardoor alles ordelijk verliep.
Op den Boulevard en het strand was
een menigte van duizenden en nog eens
duizenden bijeen het leek wel of ge
heel Vlissingen en omgeving was uitge-
loopen om getuige te zijn van het af
steken van het vuurwerk, geleverd door
den heer L. F. Dert.
Het was geen groot vuurwerk, maar
wat gegeven werd was goed, en dan noe
men wij speciaal van de grootere stuk
ken de Niagara-waterval, en het slotstuk
de hulde aan de jubilarissen en als aar
dige intermezzo «len gedresseerden oli
fant In het bijzonder willen wij nog
wijzen op de mooie weerkaatsing van het
vuurwerk in de zacht voortgolvende zee.
Na hel vuurwerk trok de lichtstoet
weer stadswaarts en ook de duizenden
keerden terug. Lang bleef het nog druk,
dank zij hef goede weer, dat tegen den
middag was opgeknapt en steeds' goed
was gebleven. Vlissingen had op waardige
wijze feest gevierd,
Dat ook vele van buiten het mede
maakten. Meek reeds uit de stampvolle
trammen «lie nog zeer laat naar Middel
burg vertrokken.
werd gespeeld, hetzij door een pop, hetzij
door een stoel. Als machtige en bescher
mende genius, figuur uit een heldendicht
en fabelachtig, levend voortgekomen uit
de kinderlijke verbeelding van jjfe KlBine
Phyl, zooals een legendarischfe held In
een droom verschijnt., moest de ^Reuzen-
Bizuth" altijd deel uitmaken van de ver
halen die Kerjean vertelde, evenals van
alle spelletjes, waaraan hij, al of niet
tegenwoordig, deelnam. De werken, de
heldendaden van den Reuzen-Bizuth wa
ren verwonderlijk en ontelbaar. Mis
schien zouden Charles Perrault en me
vrouw d'Aulnojy} schimmen die er
zich aan zouden ergeren dien ongeroe
pene rustig en als in een hem toebehoo-
rend domein te zien manoeuvreeren te
midden van zoo vele avonturen, waarvan
zij den hoofdpersoon hadden gekozen en
wiens doen en laten zij hadden geregeld
weigeren aan te nemen dat, zonder
den Reuzen-Bizuth, de „Innemende Rid
der" in al zijn handelingen, hem opgedra
gen door de „Schoone met de Gouden
Haren", 'n mislukking ware geweest of
wel,,dal de Reuzen-Bizuth, als peet van
Asschepoesler, 'n pompoen in 'n auto
had veranderd en met zijn petekind «le
meest sprookjesachtige zwerftochten had
volbracht.... Maar de kleine Phyll vond al
die dingen heel gewoon.
De Reuzen-Bizuth wist alles en kon al-
lles. Onder Zijn toovervingers werd kapot
speelgoed weer levend, eenvoudige uit
knipsels namen gestalten aan van kost
bare voorwerpenprachtige molentjes,
voorzien van zandloopers, konden draai
en; een kastanje, een notedop, een stukje
zilverpapier werden een bloem, een
schuitje, een vlinder of een ster.
O, die verrukte gezichten van de kleine
Phil, haar lach van vroolijk, guitig, aan
halig klein kind! Als Pliyllelce werd be
knord wat ook wel eens gebeurde
of, als zij veel verdriet had, dan zocht ze
haar toevlucht bij haar grooten vriend:
„Troost me, Reuzen-Bizuth, ik ben zoo
stout! Jij bent nog de eenige, die van mij
houdt", snikte ze dan.
Op rustige oogenblikkèn verklaarde zij
„Ik speel liever met een grooten man,
dan met kleine meisjes".... of met een
ernstig gezicht zeide zij tot haar pleeg;
moeder „Kerjean is mijn beste en eenige
vriend
En de jaren volgden elkander op zon
der dat Willem Kerjean op hield de bes
te en zeer zeker de meest oprechte,,
zooa! niet de eenige vriend te zijn. van
Phyllis Boisjoli.
Toen kwam er een tijd, dat ze elkaar
door omstandigheden niet meer zoo dik
wijls zagen; alleen nog maar van tijd tot
toch behield hun vertrou-
en een opgewekte kameraadschappelijk
heid. Hun gesprekken bleven even
vriendschappelijk even vroolijk, soms
even dwaas als vroeger hun spelletjes.
In de afgeloopen lente zag Kerjean
Phyllis in Parijs terug. Ze was grooter
geworden en mooier, zonder iets verlo
ren le hebben van haar bijzondere gra
tie ,met iets mysterieus, Iets uilheemsch
ook was niets te loor gegaan van dat
uiterst broze, dat bij haar geenszins een
ziekelijke teerheid van gestel was, maar
veeleer een moo-ie verfijning van een ras.
Zij had haar kinderlijke stem behouden
en ook haar nauwelijks merkbaar, aardig
klinkend accent..De gansche jeugd van
haar ziel lachte om haar onschuldige
Ijppen en in haar verrukte oogen....
Kerjean vond haar bekoor)ijk, helder
en frisch als de morgenstond..
Arme kleine Phyl! Daar beginnen
reeds zelfzuchtige berekeningen, ver
achtelijke ijverzucht, hebzucht der man
nen zich om haar heen le bewegen als
even zoovele kleingeestige slechte of ru
we dingen waarvan ze niets vermoedt
wat die cynicus van een Roro ook ervan
zegge moge en die haar uit haar sfeer"
van geluk willen halen.... Arme Phyl—
(Wordt vervolgd).
tijd. Maar
welijke omgang in den loop der jaren
niettegenstaande hun leven anders was
warden, een trouwhartiqp genegenheidElectrische Drukkerij G
1 >P,w