i •toor van de Schelde om ook daar le leg etuigen van de groote belangstelling der eilandbewoners in het jubi.eum ook van deze Maatschappij. Onthumng nieuw vaandel. Maar ook „Ons Genoegen" zou niet wachten tot de algemeene huldiging al vorens bestuur en leden aan liet feest worden herinnert Des morgens sprak in het repetitielokaal de heer De Loolf, secretaris-penningmeester den voorzitter, den heer Van Hoorn toe, die nog liet' oude „Ons Genoegen" heeft gekend, en steecis lid van de thans jubileerendje ver- eoniging. was. Spr. bracht liem en ook den directeur, den heer Govaars dank voor wat zij voor het gezelschap steeds hebben gedaan. De heer v. Hoorn dankte voor de hulde .doch wees er op dat ook zijn me debestuurders medewerkten aan het in standhouden der vereeniging. Na deze huldiging trok het korps naar de tent in hei Bellamypark. Daar kwa men tegen 12 uur ook de burgemeester het bestuur van Vlissingen Vooruit, waar bij zich ook de eere-voorzitter de heer J. G. van Niftrik uit Dordrecht had ge voegd en de Eiland-commissie, allen inet het doel de onthulling van het door de vereeniging uit het vaandelfonds aange- kochle en door den lieer L. F. Dert ge leverde nieuwe vaandel van „Ons Ge noegen", bij le wonen. Dit vaandel is een vergroote reproduc tie van het oude der vereeniging. De voorzitter van het gezelschap, de heer v. Ho orn, bracht dankt aan allen voor hun aanwezigheid en speciaal aan den burgemeester voor zijn bereidwillig heid het nieuwe vaandel te onthullen. De burgemeester ,de heer C. van Woclderen, zeide gaarne gevolg te geven aan het tot heTn gericht verzoek, en van de gelegenheid gebruik te maken het gezelschap van harte geluk te wen- schen met het 35-jarig jubileum. Spr. wees er op ,dat het oude vaandel een grooten rol heeft gespeeld, het dateert uit f874 en heeft behoord aan een opge heven gezelschap van dezelfde naam. Bij de opleving na lijden van malaise is ook het gezelschap weer iu eere hersteld, die ook gebruik kreeg van het oude vaan del onder voorwaarde dat als het bui ten gebruik raakte het weer in te leve ren in het stedelijk museum, waar het destijds stond. Het korps is in die- jaren in bloei toegenomen onder de goede leiding van voorzitter en directeur. De leden hebben getoond hun vrijen tijd goed te kunnen besteden en sedert 1912 heeft het gezelschap dan ook het bre vet van uitnemendheid Spr onthult hier na het werkelijk mooie nieuwe vaandel. „Ons Genoegen" liet door de talrijke belangstellenden toegejuichte fanfares en den vaandelmarsch hooren, terwijl „Oefe ning kweekt Kunst" uit Westkapelle het „Lang zal hij leven" speelde. Dit gezel- zelschap stond naast de tent opgesteld. De heer v. Hoorn dankte den burge meester voor zijn waardeerende woorden De heer 1). L. H. v a n R a a 1 te, voor zitter van V. V. wenschte „Ons Genoe gen' namens die vereeniging geluk en verzocht toestemming om de eerste me daille aan het nieuwe vaandel te mo gen hechten al is dit dan geen medaille op een copcours behaald. De heer v. Hoorn dankte voor dK bewijs van medeJeven van de zijde van Vlissingen Vooruit. Vervolgens trad de heer L. Vis naar voren om ook namens het Eiland ge luk wen schen aan le bieden en een me daille aan het vaandel te hechten. Ook hiervoor bracht de heer van Hoorn dank. Voorafgegaan door een drietal jonge dames, waarvan twee een kussen met de vroeger behaalde medailles droegen en de derde een zilveren beker, werd nu met een kleinen omweg naar het Stede lijk museum gemarcheerd, waarbij beide vaandels werden medegevoerd. Hier was het weer de heer v. Hoorn, die zeide de eenige overgeblevene te zijn van hen, die destijds de verklaring teekenden, dat het oude vaandel weer zou worden afge staan aan het museum, als het buiten gebruik geraakte. Spr. is verheugd die belofte gestand te kunnen doen, nu zoo vele trouwe makkers van destijds reeds zijn heengegan. Maar ook is hij verheugd dat dit met geschiedt omdat de dood- acte van het gezelschap is geteekend, maar dat het juist aan de spits staat van de gezelschappen in Zeeland. De lieer v. Woeldcren thans spre kende als voorzitter van het Oudheidkun dig museum, wijst er op dat „Ons Genoe gen" trouwelijk zijn plicht heeft vervuld ou brengt hulde aan den vaandeldrager, die zooals de heer v. Hoorn nog had medegedeeld reeds bij het oude gezel schap heeft gediend. Spr. zeide dal het oude vaandel een goede plaats zal krijgen bij andere vaan dels uil oude tijden. Hierna werd het vaandel naar binnen gebracht en trokken de beide muziekge zelschappen al spelende verder. De Optocht. Het was inlusschen tijd geworden eens een kijkje le "gaan nemen op het plein bij de Arsenaalkarzerne, waar de Alle gorische optocht werd opgesteld. Te twee uur zou die optocht vertrekken, maar het werd half drie door het onverantwoor delijk te laat komen van enkele groepen wat bij ons de vraag deed opkomen of het bestuur niet beter had gedaan dan maar zonder deze weg te trekken, als waarschuwing in het vervolg op tijd te zijn. In de optocht werden verschillende keurige groepen waar genomen, en dan willen wij de volgorde van den stoet vol gende eerst wijzen op de groep van het EilandDeze groep bracht op pakken- wijze hulde aan de jubileerende lichamen en voerde o.a. mede een goed model van de mailboot „Prinses Juliana". De Noordstraat vertolkte „Vlissing's Welvaart". Boven op een grooten zegen wagen stond een vrouwenfiguur bij een horen des overvloeds, en gaf haar zegen de onder haar staande symbolisti sche figuren. Deze figuren waren vrouwenfiguren met bazuinen, verpersoonlijkend, de mu ziek,- verder hel opkomend geslacht rond het wapen van Vlissingen; en aan weers zijden daarvan werden de beide maat schappijen gehuldigd. De Schelde door arbeidende smeden, de Zeeland door ma trozen en stuurlieden. Verder rond den wagen loopen jongens voorstellende hul de te brengen aan het geheel. De Ver kuil Quakkelaarstra&t en omgeving had een aardige groep samengesteld van ouderen en kinderen, voorstellende de bevolking en de productie van onze Ko loniën, de in de Indische kleeding me- doloopende personen trokken ook zeer de aandacht. De roei vereeniging „Luctor Et Emer- i" kwam met haar groote oude sloep met talrijke roeiers in bijpassende klee ding al bijzonder goed voor den dag en had ook zeer veel werk gemaakt van deze groep. Een volgend nummer was in zijn >oort buitengewoon goed, wij bedoelen de keu rige bloemenhulde van den heer v. d. Meer waardoor deze zich deed kennen als een goed vakman op zijn terrein. De schikking der bloemen en planten was geheel „af". Na de kranige turnsters en turners van de „V. T. V." kwam weer 'n recla mewagen. namelijk die van de brouwerij „De .Meiboom", voorstellende Cambrinus tronende boven op een hoogen wagen, gezeten op een vat en drinkende uit een zeer groote pul met schuimend hier. Dat op een dag als deze de padvin ders niet zouden achterblijven was te begrijpen en de Welpen van de Raheft- troep maakten op den aardigen Kzbou- terwagen een zeer goed figuur. Van een heel anderen aard wss de eenige groep ,die op een door autotraclie voort bewogen wagen had plaats geno men ,wij bedoelen die, van het Marine Sanatoriumfonds. Op dezen wagen werd de goede verzorging der jeugdige lijders aan t. J>- c. op pakkende! wijze weergege ven, terwijl zusters ter zijde van den wagen gingen. Dit Fonds heeft weer een bewijs geleverd, dat zijn mensclilievend doel door het bestuur v )i komen begre pen wordt. Nu volgden de deelnemers aan het openluchtspel van Vrijdagavond en ookbetrekken, nu het zijn 7de lustrum viert, deze groep Indianen met zich voerende Spr brengt speciaal hulde aan de hceren het blanke bruidje maakte een goeden van Hoorn en Govaarts. indruk. Nog enkele vereenigingen met} Spr. eindigde met den wensch,jlat elk hun vaandels en wij zouden alles ge-;der jubilarissen, nog vele jaren onder noemd hebben ,als wij ook nog niet wil den wijzen op de drie muziekkorpsen die op verdienstelijke wijze den stoet ver; zelden namelijk Ons Genoegen, v Hei tijd aanj eers A, prac sebe En met een beweging van onbezorgd heid zei hij, terwijl zijn heel jonge, heel blauwe oogen lachten: - O, die verandert dikwijls van naam.. Nu is, terwijl in de restaurants de lich ten worden opgestoken, liet Vieux Pare verlaten. Het lauwe windje en geuren, die als gewiekte zielen voor bijz we veil, hebben er bezit van genomen; alleen zij bewegen zich langs «le lanen, onder de boomen waarvan het bladerdak plotseling dich ter lijkt, nu de avond valt. Kerjean verwijdert zich en zijn oogen blijven glimlachen, maar 't zjjn nu an dere gedachten ,die hem prettig nezig houden. Evenals zoo even, toen Lecoul- teux over Phyllis Boisjoli sprak, worden oude herinneringen in hem wakker. Die kleine PhylI 't Scheen hem of 't gisteren was, dat hij de manier, waar op ze belde altijd herkende en dat dan kwam gangeloopen, met een „Dag Kerjean" en allerlei vragen in school— terminologieI Zij deed Etienne na£f n{)fém de hem kortweg Kerjean en zei tegen haar grooten vriend zusterlijk jij en jou. De namen en bijnamen van allerlei school woorden, waarvan sommige ruwe in haar mond toch aardig klonken. Ze had een bekoorlijke stem, met een timbre als van kristal en liet lichte, nauwej lijks merkbare Engelsche accent dat als gevolg door een koppig atavisme ze "aeciliu uit Vlissingen en Euphonin u>t Goes. Ook dat hel bestuur van V. V in rij tuigen reed, mag niet onvermeld blijven Na eerst ornter groote belangstelling van bet publiek over het eiland le zijn getrokken werd tot voor hel kantoor van de Schelde gemarcheerd waar zou plaats hebben de eigenlijke Huldiging In de vestibule slonden de directiei van ,dc Schelde" en „Zeeland", de Com missaris der Koningin, het' volledige da- 'elijksch bestuur der gemeente, de heer van Niftrik en de inspecteur van het Ne der!. Loodswezen, vele met hun dames, den stoet af te wachten en werden daar- ook binnen genoodigd het bestuur van „Vlissingen Vooruil", en vertegenwoor digers van de verschillende vereeni gingen en groepen, die aan de optocht deelnamen. Toen alle binnen waren nain de heer L. H. v. Raai te, voorzitter van „Vlissingen Vooruit" het woord om al lereerst dank te brengen aan den com- msisaris der Koningin voor het aanvaar den van het eere-voorzitterschap van de ze huldebetooging, vervolgens aan de di recties der beide maatschappijen en liet bestuur van „Ons Genoegen" voor hun bereidheid de hulde in ontvangst le ne men, aan de leden van den Kunstkring het Zuiden ,en verder aan alle mede werkenden. Het is volgens spr. goed dat men zijn groote mannen eert en goed denkt aan het gezegde. „In het verleden ligt het heden, in het nu, wajt worden zal." Groote mannen wekken ons op him voorbeeld te volgen en steeds in de toe komst te zien, Spr. acht het dan ook goed gedenkdagen te vieren en dan is daarbij 50 jaar een afgerond geheel, waaraan men zelfs de gedachte van het edelmetaal bij uitnemendheid placht le verbinden. Daarom heeft het bestuur van V. V. de Vlissingsche bevolking uit- genoodigd deze jubilea feestelijk te vie ren. Spr. kan zich Vlissingen zonder Zeeland" en „Schelde" alleen indenken als iets kleins ,iets ineengeschrompelds, iets griezeligs en daarom is hij dankbaar voor het bestaan dier beide maatschap pijen, en tegenover hen, die haar hebben gesticht en groot gemaakt. Spr. noemt in het bijzonder Z. M. Koning Willem III, die een overwegen den invloed had op het ontstaan van de Mij. „de Schelde", en zijn- broeder Prins Hendrik, die het initiatief nam en grooten steun gaf voor de oprichting van de Mij. „Zeeland". Voor Vlissingens bevolkiing dus een reden om haar be kende aanhankelijkheid a mi ons Vorsten huis te bewaren en waar mogelijk te toonen. Ook de namen van Tak van Poortvliet voor de Zeeland en van Arie Smit voor de Schelde brengt spr. in herinnering evenals die van de beide eerste direc teuren, de heeren C. L. van Woelderen en Jos. van Raalte. Het heden vindt aan het hoofd van de „Zeeland" een direc tie, vertegenwoordigd door de hoeren Mulder en Waller, die in de laatste jaren getoond hebben de kunst te verstaan de enorme malaise het hoofd te bieden en hun maatschappij te brengen op een nieuwen weg van opbloei. De Schelde onder directie van de heeren rar. Jan Smit en Wesseling, bevindt zich in zulke goede handen, dat aan haar verderen opbloei niet kan worden, getwijfeld. Na nog gewezen te hebben op de ver wantschap tusschen beide maatschap pijen richt spr. zich tot den derden jubi laris, die in het leven van de bevolking naast het proza van den dagelijksehen arbeid, de pdëzie van de muziek komt brengen. Spr. wijst op de groote presta ties van „Ons Genoegen" en zegt dat liet voor het bestuur van- V. V. een genoegen was dit gezelschap, waarop de gemeente trotsch mag zijn in de hulde te kunnen leiding van zijn tegenwoordige bestuur- dcren ,zich verder harmonisch zal ont wikkelen tot heil van de Vlissingsche be volking. (Applaus.) De Iwecde spreker was de commis saris der Koningin, jhr. mr. J. W. Q u a r 1 c s v. U 1 f o r d ,die zeide reeds voor enkele maanden de Zeeland met haar jubileum te hebben gelüfcgewenseht en gewezen le hebben op het groote be lang dezer maatschappij voor geheel Zee land. Spr wil zich. daarom thans alleen aansluiten bij de beste wensehen voor de Maatschappij en de gemeente, wier belangen samengaan, maar daarbij zijn ook betrokken de belangen van geheel Zeeland vooral met het oog op den afzet van Landbouwproducten op de Londensche markt. Waar over een paar maanden „de Schelde" eerst jubileert wil spc uitvoe rige beschouwingen daarover uitstellen, maar thans toch reeds voorloopig zijn gelukwenschcn aanbieden. Ook aan het muziekgezelschap biedt spr. zijn welge meende gelulcwenschen aan, maar wil dil ook doen aan burgemeester en wet houders en aan alle inwoners van Vlis singen, omdat Vlissingen een halve eeuw beide maatschappijen in haar midden heeft. Vlissingen heeft veel tegenslagen gehad ,doch ging toch steeds weer voor uit en spr. hoopt, dat de nieuwe haven de gemeente tot nog meer bloei zal bren gen. Spr. hoopt dat men ook daarvoor later zal kunnen jubilceren. Maar men mag ook de oogen niet sluiten voor het goede van heden of van vroeger en dat heeft V. V., begrepen en iets goeds ge daan met het organiseeren van dit feest. Dankbaarheid is ook in dezen een goede deugd. Spr. brengt ten slotte dank voor het hem aangeboden eere-voorzit terschap en eindigt met den wensch, dat Vlissingen nog tal van jaren zal profi- teeren van de aanwezigheid der beide maatschappijen. (Applaus.) De derde spreker was de burge meester ,de heer C. A. v. Woelderen, die begon met woorden van dank aan den Commissaris der Koningin, wiens woorden een nieuw bewijs zijn voor zijn groote belangstelling in de Vlis singsche belangen en hoopt dat de Com missaris nog vele jaren in zijn ambt ge tuige zal kunnen zijn van de vervulling zijner goede wensehen voor Vlissingen. Spr. dankt V. V. voor het organiseeren van het feest ,en waar ljij 's morgens reeds „Ons Genoegen" complimenteer de, richt spr. zich thans tot de „Zeeland" en„ de Schelde", en wijst er op dat deze opgericht zijn na de uitbreiding van de haven in 1873 toen Vlissingen slechts 9900 inwoners telde. De beide maat schappijen zijn tweeling zusters, die vele tegenslagen hebben gehad en juist daar om vervult het spr. tot dankbaarheid over wat Vlissingen in die twee maat schappijen heeft' verkfègen en hij noemt de meest vitale en krachtigste belangen, die Vlissingen thans bezit. Na ook zijner zijds hulde" te hebben gébracht aan de beide vorstelijke personen en andere mannen, die de maatschappijen hebben groot gemaakt, meent spr. als hoofd der gemeente namens alle goede Vlissingers en alle rechtgeaarde Zeeuwen te spre ken, door de beide maatschappijen, die zoo krachtig in Vlissingens bodem wor telen, toe le wensehen een langen rusti- gen vooruitgang en blij venden bloei en verzoekt bij èn als een der opvolgers van burgemeester Arie Smit, den "Stichter van „de Schelde" en als zoon van hem, die bijna 27 jaren eerste directeur der Mij. „Zeeland" was, de aanwezigen een drie werf hoe rali uit te brengen op de beide maatschappijen. Aan dit verzoek werd spontaan vol daan. Namens de directie van „De Schelde" nam daarop de directeur, de heer mr. Jan Smit, het woord en zeide kort te willen zijn omdat buiten de menschen slonden te wachten om verder te trek ken. Spr. is dankbaar voor de goede woorden lot „De Schelde" gesproken en wenscht harerzijds ook „Ons Genoegen" geluk met zijn jubileum. Spr. brengt spe ciaal dank aan den Gomnibsaris der Ko ningin en vervolgens aan de burgerij van Vlissingen, d:e in al haar schakecriiigen aanwezig is Spr. wijsl op «le borstbeel den iu de vestibule geplaatst van «ie vier mannen, die „De Schelde" groot maakten en van wie 2 nog in 'even zijn en thans medeleven met deze huldiging. Spr. hoopt op een blijvende goede ver houding en verzekert „De Sell. It'e a les zal doen ter bevordering van den bloei van Vlissingen. Namens de „Zeclaml" voerde de lieer J W. A. Mulder het woord en zeide dat het voor hem een moei'ijke taak is de spreektrompet van de gedachten, die de „Zeeland" bij zijn juLi'.euin hel nnest naar voren wenscht te zien gebracht, te Zijn. Met Vlissingen sloot de „Zeeland een Mariage d'Aniour, met de Schelde een mariage de Raison Wal dit laals.e be treft is spr er trotsch op te kunnen ver klaren, dal de nieuwe, op de Schelde ge bouwde schepen, uilstekend hebben vol daan, en het zal aan de Schelde liggen of er voor de Zeeland voldoende raison beslaat om elkaar aan hel liarl te blijven drukken. Spr. verklapt geen geheimen, als hij zegt, dat die Zeeland ook nog naar verschillende zijden laisons onderhoudt. Van erg levenskrachtige menschen wordt dit wel eens door de vingers gez en Dank brengt spr. aan allen, die opgekomen zijn om aan deze hulde mede te werken. Wanneer deze jubileumviering den band tusschen de Zeeland en Vlissingen naar oren heeft gebracht en duidelijk heeft gemaakt, dat eendrachtig samenwerken leidt tot de beste toestanden, dan heb ben de deelnemers daardoor alleen reeds den dank van Vlissingen en het geheele Gewest verdiend. Na ieder dezer toespraken klonken, krachtige bewijzen van instemming. Spoe dig verzocht de heer van Raalte den deel nemers aan den optocht zich weer naar hunne plaatsen te begeven ©n zette deze zich weer in beweging, gadegeslagen en bewonderd door een steeds aangroeiende enigte. Na de ontbinding werden alle deel- nemenden op kosten van de Scheld© ge- tracteerd. nog had overgehouden van de eerste woorden .die ze op moeders schóót had gestameld ,gaf aan haar woorden een bijzondere kinderlijke, grappige en iet wat verfijnde bekoring. Wanneer de kleine ^hyl de deur van de werkkamer half open deed en haar rose neusje vertoonde, werd Etienne boos, maar Kerjean trachtte altijd de zaak weer in orde te brengen. Hij hield van kinderen, met van die opgetogen betuigingen van teederheid van een jon gen vader en de laakbare zwakheden van een ouden grootmoeder. De „Reuzen-Bizuth" Kerjean was onder dien naam verschenen in de alma nak van de School en van toen af had Phyllis, men weet niet waarom, hem dien voorgoed toegekend de „Reuzen- Bizuth" erkende de gehoorzame slaaf te zijn van het heel kleine prinsesje, dat hem in haar gevolg meenam in de beloo- verde wereld van vertelseltjes en spel letjes. Als een vertelseltje Phyllis be viel, liet ze nooit na om er gebruik van te maken bij het uilvinden van een spel letje, waarbij haar fantasie spotte met alle matprieele moeilijkheden en waarin zij prinses Grasieuse of Klein Duimpje, de Witte Kat. jie Blauwe Vogel of zelfs de Ezel Gadicnon was Aan Kerjean was maar één rol toebedeeld, die van „Reuzen-Bizuth", die hij niet steeds In persoon vervulde, maar die toch altijd Het avondfeest. Terwijl in de tent op den Boulevard hef Westkapelsche muziekgezelschap een goed gekozen programma op verdienste lijke wijze ten gehoore bracht, verzamel den zich bij de Arsenaalkazerne een zeer groot deel van de deelnemers aan den optocht om thans een lichtstoet te vor men. Ook nu maakte het geheel een zeer goeden indruk en omstuwd door hon derden, gadegeslagen door duizenden, werd eerst weer naar het eiland en ver volgens door -een deel der oude stad naar het einde van de Badhuisstraat ge trokken. "Waar thans ook de vrijwillige brand weer op haar plaats was, is het wellicht hier de plaats aan haar en aan de po litie hulde te brengen voor de goede re geling, waardoor alles ordelijk verliep. Op den Boulevard en het strand was een menigte van duizenden en nog eens duizenden bijeen het leek wel of ge heel Vlissingen en omgeving was uitge- loopen om getuige te zijn van het af steken van het vuurwerk, geleverd door den heer L. F. Dert. Het was geen groot vuurwerk, maar wat gegeven werd was goed, en dan noe men wij speciaal van de grootere stuk ken de Niagara-waterval, en het slotstuk de hulde aan de jubilarissen en als aar dige intermezzo «len gedresseerden oli fant In het bijzonder willen wij nog wijzen op de mooie weerkaatsing van het vuurwerk in de zacht voortgolvende zee. Na hel vuurwerk trok de lichtstoet weer stadswaarts en ook de duizenden keerden terug. Lang bleef het nog druk, dank zij hef goede weer, dat tegen den middag was opgeknapt en steeds' goed was gebleven. Vlissingen had op waardige wijze feest gevierd, Dat ook vele van buiten het mede maakten. Meek reeds uit de stampvolle trammen «lie nog zeer laat naar Middel burg vertrokken. werd gespeeld, hetzij door een pop, hetzij door een stoel. Als machtige en bescher mende genius, figuur uit een heldendicht en fabelachtig, levend voortgekomen uit de kinderlijke verbeelding van jjfe KlBine Phyl, zooals een legendarischfe held In een droom verschijnt., moest de ^Reuzen- Bizuth" altijd deel uitmaken van de ver halen die Kerjean vertelde, evenals van alle spelletjes, waaraan hij, al of niet tegenwoordig, deelnam. De werken, de heldendaden van den Reuzen-Bizuth wa ren verwonderlijk en ontelbaar. Mis schien zouden Charles Perrault en me vrouw d'Aulnojy} schimmen die er zich aan zouden ergeren dien ongeroe pene rustig en als in een hem toebehoo- rend domein te zien manoeuvreeren te midden van zoo vele avonturen, waarvan zij den hoofdpersoon hadden gekozen en wiens doen en laten zij hadden geregeld weigeren aan te nemen dat, zonder den Reuzen-Bizuth, de „Innemende Rid der" in al zijn handelingen, hem opgedra gen door de „Schoone met de Gouden Haren", 'n mislukking ware geweest of wel,,dal de Reuzen-Bizuth, als peet van Asschepoesler, 'n pompoen in 'n auto had veranderd en met zijn petekind «le meest sprookjesachtige zwerftochten had volbracht.... Maar de kleine Phyll vond al die dingen heel gewoon. De Reuzen-Bizuth wist alles en kon al- lles. Onder Zijn toovervingers werd kapot speelgoed weer levend, eenvoudige uit knipsels namen gestalten aan van kost bare voorwerpenprachtige molentjes, voorzien van zandloopers, konden draai en; een kastanje, een notedop, een stukje zilverpapier werden een bloem, een schuitje, een vlinder of een ster. O, die verrukte gezichten van de kleine Phil, haar lach van vroolijk, guitig, aan halig klein kind! Als Pliyllelce werd be knord wat ook wel eens gebeurde of, als zij veel verdriet had, dan zocht ze haar toevlucht bij haar grooten vriend: „Troost me, Reuzen-Bizuth, ik ben zoo stout! Jij bent nog de eenige, die van mij houdt", snikte ze dan. Op rustige oogenblikkèn verklaarde zij „Ik speel liever met een grooten man, dan met kleine meisjes".... of met een ernstig gezicht zeide zij tot haar pleeg; moeder „Kerjean is mijn beste en eenige vriend En de jaren volgden elkander op zon der dat Willem Kerjean op hield de bes te en zeer zeker de meest oprechte,, zooa! niet de eenige vriend te zijn. van Phyllis Boisjoli. Toen kwam er een tijd, dat ze elkaar door omstandigheden niet meer zoo dik wijls zagen; alleen nog maar van tijd tot toch behield hun vertrou- en een opgewekte kameraadschappelijk heid. Hun gesprekken bleven even vriendschappelijk even vroolijk, soms even dwaas als vroeger hun spelletjes. In de afgeloopen lente zag Kerjean Phyllis in Parijs terug. Ze was grooter geworden en mooier, zonder iets verlo ren le hebben van haar bijzondere gra tie ,met iets mysterieus, Iets uilheemsch ook was niets te loor gegaan van dat uiterst broze, dat bij haar geenszins een ziekelijke teerheid van gestel was, maar veeleer een moo-ie verfijning van een ras. Zij had haar kinderlijke stem behouden en ook haar nauwelijks merkbaar, aardig klinkend accent..De gansche jeugd van haar ziel lachte om haar onschuldige Ijppen en in haar verrukte oogen.... Kerjean vond haar bekoor)ijk, helder en frisch als de morgenstond.. Arme kleine Phyl! Daar beginnen reeds zelfzuchtige berekeningen, ver achtelijke ijverzucht, hebzucht der man nen zich om haar heen le bewegen als even zoovele kleingeestige slechte of ru we dingen waarvan ze niets vermoedt wat die cynicus van een Roro ook ervan zegge moge en die haar uit haar sfeer" van geluk willen halen.... Arme Phyl— (Wordt vervolgd). tijd. Maar welijke omgang in den loop der jaren niettegenstaande hun leven anders was warden, een trouwhartiqp genegenheidElectrische Drukkerij G 1 >P,w

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 6