KAHREL'S THEE
No. 189
Donderdag 13 Augustus 1926
168° Jaargang.
BINNENLAND.
BE STORMRAMP.
De stounvcrleening.
Naar de Haagsche redacteur van de
„Maasb." verneemt, wordt overwogen om
van rijkswege steun te verleenen. Daar
de Minister van Financiën zich buitens
lands bevindt, .kan hieromtrent evenwel
nog geen beslissing worden genomen.
Door bemiddeling van den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw is
opgericht een Nationaal Steun-comité tot
leniging van den nood in de geteisterde
streken.
Het bezoek der
Ko nin gin.
Nadat gisteren de Koningin met Prin
ses Juliana een bezoek aan Borculo bad
gebracht, waar de Koningin zich met ver
schillende bewoners onderhield, en waar
zij de familie van de drie gedooden toe
sprak, heeft de Koningin zonder de Prin
ses nog eenige gewonden bezocht die in
de ziekenhuizen te Deventer worden
verpleegd. Een 12-jarig meisje bleek heel
dankbaar Voor de Koninklijke deelne
ming, doch een 9-jarig jongetje besefte
niet dat de Koningin aan zijn bed stond.
Zijn bleeke hoofdje zakte dadelijk weer
in het kussen.
In bet eere-comité, dat gevormd wordt
naast het door Bemiddeling van den mi
nister van binnenlandsche zaken en land
bouw opgericht nationaal steuncomité,
zullen zitting nemen de ministers De
Geer en Bongaerts, de Commissarissen
der Koningin in de provincies Gelder
land, Z Holland, N. Holland, Utrecht},
Friesland, Overijssel, Groningen, Lim
burg en Noord-Brabant en de burge
meesters van 's Gravenhage en Ito tier-
dam. Enkele andere uitgenoodigde. auto
riteiten hebben tengevolge van afwe
zigheid nog geen antwoord kunnen ge
ven. Aanvulling van het eere-comité is
alsnog te wachten. De Koningin heeft
van den Koning en de Koningin van
België een telegram ontvangen met be
tuiging van hun leedwezen over de ramp,
die verschillende plaatsen trof en van
hun deelnemingmet de slachtoffers. De
Koningin heeft hiervoor telegrafisch dank
betuigd.
S. D. A. P. EN N. V. V.
Het dagelijksch bestuur van de S.
D. A. P. merkt, naar aanleiding van
een mededeeling van het dagelijksch be
stuur van het Ned. Verb. v. Vakver-
eenigingen, volgens welke mededeeling
dit laatste bestuur zijn standpunt in de
bekende congreskwestie „volkomen hand
haaft", in Het Volk op, dat het thans
in September te houden gemeenschap
pelijk congres, niet is „het" congres,
dat eerst door het N. V. V. was uitge
schreven en waaraan het bestuur der
S. D. A. P. de deelneming had moeten
afwijzen.
In het nu te houden gemeenschappe
lijk congres, vervolgt het dagelijksch be
stuur der S. JD. A. P., zal immers geen
sprake zijn van een nieuw op te stellen
„Program van den Arbeid", doch alleen
'yan ondersteuning en ouderslreeping van
eenige voorname gemeenschappelijke
eischen, die alle reeds stonden op het
verkiezingsprogram van de S. D. A. P.
De mededeeling, dat het dagelijksch be
stuur van het N. V. V. zijn standpunt
handhaaft, is dus practisch niet juist
VAKVEREENIG1NG EN OVERWERK-
VERGUNNING.
De Metaalbond (werkgeversorganisatie)
heeft aan de metaalbewerkersbonden een
schrijven gericht, waarin hij naar aan
leiding van liet conflict te Rotterdam
uiteen zet, welk standpunt de Metaalbond
inneemt ten opzichte van de overwerk-
vergunningeu.
De vakvereenigingen hadden, als voor
waarde voor hare medewerking aan de
oplossing van hel conflict, aan den Me
taalbond als principieclcn eisch gesteld-
dat de beslissingen van de regeering
inzake algemeene overwerkvergunningen
niet doorslaggevend zouden zijn.
De Metaalhond verklaart nu, dat dé
vakvereenigingen zich niet mogen verzet
ten tegen het uitvoeren van algemeene
overwerkvergunningen, langs volkomen
wettelijken weg verkregen.
Indien de werkgever een algemeene
overwerkvergunning voor zijn bedrijf
noodig acht, is hij gehouden, deze aan
de regeering door bemiddeling van "de
daartoe aangewezen ambtenaren aan te
vragen, en heeft hij de gelegenheid, de
noodzakelijkheid vau deze overwerkver
gunning niet mondelinge en schriftelijke
argumenten te bepleiten.
Dc vakvereenigingen hebben, indien
zij de overwerkvergunning ongewenscht
achten, blijkens de ervaring, harerzijds
de gelegenheid, haar zienswijze en tegen
argumenten mondeling of schriftelijk
voor den betrokken regeeimgsambtcnaar
te bi-engen.
De beslissing Inzake het al of niet
verleenen der vergunning berust dan
bij de regcering.
Valt deze beslissing in hoogste -in
stantie voor den werkgever ongunstig uit,
dan is deze verplicht en genoodzaakt,
daarin te berusten. Valt deze beslissing
echter ten gunste van den werkgever,
doch tegen de wenschen van de v^uts
eenigingen uit, dan zijn deze laalste'cveu-
zeer gehouden, in deze beslissing te be
rusten, hoe zwaar haar dit ook moge
vallen.
De Metaalbond acht het ontoelaatbaar,
dat dc vakvereenigingen tegen een der
gelijke beslissing in verzet komen door
bij "den betreffenden werkgever actie te
voeren, op deze wijze een macht willende
vormen, die boven de regeering staat;
hij zal met alle mfddelen, die hem, Me
taalbond, ten dienste staan, een derge
lijke machtsontwikkeling tegengaan
Als de vakvereenigingen hiermee in
stemmen, is de Metaalbond bereid het
conflict te Rotterdam te helpen oplos
sen. Antwoord wordt binnen 8 dagen
verwacht.
UIT DE PERS.
De Sabbathsviering in
de Prov. Stalen.
Dezer dagen was in de N. R. Crt.
in een correspondentie een uiteenzetting
gegeven van de debatten in de Stalen
van Zeeland over Zondagsrust in ver
band met de subsidie aan die Tuinbouw
tentoonstelling te Breskens.
Naar aanleiding schreef een mede
werker van dat blad het volgende over
bet sabbathsgebod.
Het is niet zoo verwonderlijk dat in
Zeeland in de jongste Statenvergadering
;r eens over de Zondagrust on -hei
liging is gedeballeei'd en gestemd. Im
mers Zeeland is de bakermat van den
Sabbatlistrijd in de 17e eeuw en het wa-'
ren Zeeuwsche predikanten, die onder
invloed der Engelsche puriteinen, met
gravamina betreffende den Sabbath aan
kwamen en zoo den strijd ontketenden;
Het lijkt wel verwonderlijk, dat bij
do debatten allerlei zonderlinge combi
naties te voorschijn kwamen, en de C.-H.
zich kantten tegen de openstelling van
een tentoonstelling op Zondag na 12 uur
als Roomsche praclijk, terwijl omgekeerd
Calvijn tegenover de A.R. werd uitge
speeld. Toch is ook dat niet zoo ver
wonderlijk. Inderdaad is er een punda-
menteel onderscheid tusscheu de be
schouwing van den Zondag bij de Room
sche kerk, bij Lulher en Calvijn, en
bij de latere Puriteinsche Gereformeerde
theologen.
Volgens de gezaghebbende Roomsche
theologen w. o. vooral Bonaventina en
Thomas Aguinasisde Zondag in de plaats
van den Sabbath gekomen niet krach
tens Goddelijk gebod, maar uit autori
teit der kerk. Omdat echter een ge
bod der kerk even goed absoluut gehoor
zaamd moet worden als een goddelijk
gebod, zijn alle geloovigen gehouden niet
alleen den Zondag, maar ook alle ande
ren door de kerk ingestelde feestdagen
te onderhouden, op gevaar van dood
zonde.
Hierdoor is alle mogelijkheid op een
sabbalhskwestie in de Roomsche kerk af
gesneden. De kerk wou bovendien aan
haar eigen gebod dispenseeren, zooals
feitelijk nog wel gebeurt in den oogst,
als deze gevaar loopt verloren te gaan
<mz.
Verboden is „slafelijk werk", gedaan
om „aardsch gewin"; de „vrije werken"
als zingen, musiceeren, lezen, reizen ^spe
len, waren niet verboden indien ze niet
tot doodzonde leid,den. Zoo werd b.v. in
1912 op het gymnasium te Rolduc blij
kens den Rooster der lesuren op Zon
dag lesgegeven in handelsrekenen en En-
gelscli. De beroemde theoloog Gerzon
zegt dan ook (openb. T. I. p. 132) dat
een mensch op Zon- en feestdagen zich
eenige ontspanning of een eerlijk spel
ter afleiding mag veroorloven, als God
maar niet wordt beleedigd door dood
zonde als dronkenschap, brasserij en
dans. Het is dus naar Roomsche klas
sieke kerkleer volkomen in orde als na
het volbrengen van de godsdienstplichten
en na den kerkdienst de ontspanning en
het „erelijk spel" aan het woord komt.
Maar om de hervormers! Ja, die zijn
eigenlijk op dit punt zeer vrij, d.w.z. in
hun leer, niet in de praktijk. Luther zegt
uitdrukkelijk dat het derd,e gebod bewijst
„dat Mozes de heidenen en Christe
nen niets aangaat". „Wanneer u nu
iemand Mozes voorhoudt met zijn gebo
den en wil u dwingen die te houden zoo
spreekt Ga naar de Joden met uw Mo
zes, ik ben geen Jood, laat mij met rust
met Mozes" (Erl. Augs. XXXIII 3, 10, 13,
14). Hij besluit dan ook dat als iemand
zich op het 3e (4e) gebod beroept, hij
Zaterdag moet houden en niet Zondag.
Positief sluit hij zich bij de Oud-Chr.
opvatting aan dat de ware christelijke
sabbathviering is, der wet te sterven, met
Chr. gekruisigd te zijn. Wij houden
„FJierlug" zegt hij, en vat daaronder Zon
dag en andere feestdagen samen, „om-
de lichamelijk nooddruft, welk§_ de na
tuur leert 'e!n eischt", ook om yGottest
dienste zu warte".
Dat moest eigenlijk alle dagen gebeu
ren, maar omdat het de groote hoop niet
wachten kan," moet men één dag daar
voor nemen, en omdat van ouds her de
Zondag daartoe bestemd is, moei men het
daarbij laten blijven opdat niemand door
olhioodige nieuwigheden wanorde stich-
tc." Om de liefde en de noodzakelijkheid
is de Zondag gebleven, niet om iiet gebod
van Mozes.
Ook de Augsburgsche Consessie rekent
(art. 28) den Zondag tot de „Kirchen
Ordnung" die door de Ohr. Kerk is inge
steld op dezelfde wijze als dc Kerst- en
Paaschfeesten.
Het rusten van den Zondag van den
arbeid heeft op zichzelf geen godsdien
stige waarde, zonder de heiliging.
Mag men sommige Calvinistische schrij
vers over dit onderwerp gcloovcn (zoo
mr. T. de Vries, 'Overheid en Zondags
viering, p. 217) dan is bij Calvijn „een
meer fundamenteel© opvatting van deze
zaak boven Lutlier'' aan te treffen, waar
door bij Calvijn „de zevendaagsche rust
dag als scheppingsordmanlie wordt ge
kend en geëerbiedigd."
Calvijn's uitspraken zijn nu niet on
duidelijk. du de Institutie (II, 8, 28)
noemt hij als doel van het Sabballisg^-
bod, „dat wij onze eigen -gezindheden en
werken afstervende, zullen het rijk Gods
bedenken, en daarnaar staan en geoefend
worden, door al zulke middelen als Hij
heeft ingezet." Alle bijgeloovige onder
houdingen van dien dag moet van de
Christenen verre blijven. „Dit heeft nog
plaats ouder ons," zegt hij verder, „dat
wij op zekere gezette dagen vergaderen
om het woord te liooren, en het heilige
brood ie breken en de gemeene gebe
den te doen, bovendien opdat de werk
lieden en dienstboden van hunnen ar
beid rusten" (Inst. II, 8, 32) „Wij on
derhouden dien dag niet als een cere
monie met zeer benauwde religie, alsof
wij meenden dat daardoor een geestelijke
verborgenheid afgebeeld werd, maar wij
nemen hem aan als een noodzakelijk mid
del om de orde nn de gemeente te be
houden. (Inst. II, 8, 33). Calvijn hecht
dan ook niet zoo sterk aan het getal
zeven. Hij zegt verder „Want ik zou de
gemeenten niet veroordeelcn, die andere
gewone dagen hadden voor hun vergade
ringen, zooverre zij zonder bijgeloof wa
ren." Ook in zijn commentaren Iaat Cal
vijn geen ander geluid hooren, nergens
beroept hij zich op het -1de gebod om op
de viering van den Zondag aan te drin
gen; hij was trouwens veel te scherp
zinnig exegeet om niet te welen, dat hij
dan onvermijdelijk vast zou loopen op
den 7en dag.
Ook volgens Calvijn is dus dc Zondag
een instelling ter wille der kerkelijke
orde, een tegemoetkoming aan de zwak
heid der menschelijke natuur, bestemd
voor de samenkomsten der gemeente, de
verhouding van Gods woorden de be
diening der sacramenten. Terwille van
dit doel en tot verlichting van den druk
der ondergeschilde arbeiders is de rust
gewen scht.
Ook al handhaafde Calvijn in Genève
deze Zondagsrust zeer streng', toch ver
viel hij nooit tot de kleingeestige haar
kloverijen der latere Nederlandsche the
ologen, hij stond ook aan dc jongelieden
lichaamsoefeningen en balspel op Zon
dag loe, toen Jolrn Kuon hem eens op
een Zondagavond bezocht, vond hij Cal
vijn zelf daarmee bezig (Stanley. Hist,
of the church of Scotland, p. 113).
Doch hij beroept zicli bij de handha
ving van den Zondag niet op een overal
en voor alle mensclien geldende schep
pingsordinantie, maar op de christelijke
liefde en de noodzakelijkheid en de goede
orde in de christelijke gemeente, die de
instelling en de onderhouding van een
bepaalden dag voor den christelijken
eeredienst eischen.
De gelijkstelling van den Zondag met
den oud-lestamentischcn Sabbath, is dan
ook niet Calvinistisch, maar Engelsch-
Puriteinscb. De stelling dat de Zondags
rust op het 4e gebod en in alles op ge
lijke wijze moet worden gevierd als de
Sabbath zelf, werd liet eerst in Engeland
verkondigd door Richard Bowerd, in 1606,
en daar overgenomen door verschillende
Puriteinsche schrijvers, en door de
Zeeuwsche predikanten Udmans, Tceliucli
en anderen hier te lande gepropageerd.
Daaruit ontstond de Sabbalhstrijd der
17g eeuw, die te gereeder voedsel vond
fn de buitengewone slechte Zondagsvie
ring dier dagen, die alle plakkaten en
verordeningen ten spijt, oneindig slecht
ter was dan in onze dagen, ondanks voet-
balmatches en Zondagstreinen, die nu de
plaats innemen van de „kaatsbanen" en
„brasserijen" onzer vaderen. Bij een ver
nieuwde Zondagswelgo.ving zal wel de
gelijk moeten worden uitgegaan van be
ginselen, doch eerst moeten 'die goed
en scherp worden omlijnd en onder
scheiden. En op geen gebied heerscht
zooveel misverstand en verwarring om
trent deze principia, als juist op hel
punt van den Zondag. Daarom leek hot
ons niet zonder belang, naar aanleiding
van het Zeeuwsche debat eens te wijzen
op liet standpunt der reformatoren dal
weinig gekend, maar dos te meer mis
verstaan wordt.
Uit Stad en Provincie.
Uit Middelburg.
Hier ter stede hebben de leden
van den Armenraad zich gevormd lot
een voorloopig comité om gelden in te
zamelen tot steun aan de door het nood
weer getroffenen, en deze gelden af te
dragen aan het Landelijk of Provinciaal
Comité.
In een advertentie in dit nummer rich
ten zij zich met een oproep tot de inge
zetenen.
Bij de boekhandelaren liggen lijsten ter
teekening.
Dit comité heeft voorts het initiatief
gjenomen om lieden op de Markt onder (de
vreemdelingen te collecteeren.
- Gisterenavond heeft wederom een
beiaardconcert op den Langen Jan al
hier plaats gehad en behalve de hon
derden die van uit hun huis or tuin die
bespeling van ons klokkenspel volgen,
waren er nog veel' meer dan de eerste
keeren, die in de -Uitlij van de.muziek
kwamen genieten, en1 werkelijk, deze rus
tige omgeving werkt nog ten zeerste mee
om dc muziek tot zijn recht le doen
men.
Het bezoek aan onze stad was ook
heden weer zeer groot. Niet alleen dat
ditmaal weer een trein, trammen en
auto's vreemdelingen aanbrachten, maar
ook kwamen twee proiinciale booten met
te samen 1100 passagiers naar hier door
gevaren en kon het aantal bezoekers wel-
op een 2500 worden geraamd.
Te Oostburg werden heden 250 auto's
geteld.
(Bij het droevig ongeluk in den
zweefmolen alhier- .verleden week
Woensdagavond, moeten gelijk met (liet
slachtoffer, een paar kinderen in don mo
len hebben gezeten. De commissaris van
politie verzoekt ons langs dezen weg, die
kinderen te verzoeken zich aan zijn bu
reau le melden.
Met de kermis bad een heer de aar
digheid een jonge dame een ijswafel in
het gezicht te wrijven. De jonge dame
weerde zich en verloor hierdoor haar
beurs inhoudende haar weekgeld. Zij be
gaf zich naar de politie om aan televen
dat ze haar beurs verloren had. Nadat ze
verteld had hoe of het gebeurd was, be
gaf de inspecteur met een beambte zich
met haar naar den persoon, die het
grapje op zijn geweten bad. Deze was
zoo welwillend om een gedeelle van
het geld terug le geven. Was het nu
zoo gebleven, dan was alles gezond ge
weest. Doch het publiek had de dame
met inspecteur en beambte zien loopen,
dat was voldoende om te zeggen, dat ze
werd opgebracht wegens diefstal. En nu
verzocht men ons om in de courant
te vertellen hoe de zaak zich Werkelijk
heeft toegedragen.
Uit Vlissingen.
Te Vlissingen worden door den
burgemeester maatregelen voorbereid om
in samenwerking met de commissie voor
Nooden en Rampen, hel Roode Kruis en
de padvinders, reeds a.s. Zaterdag een
collecte te houden voor leniging van den
nood in Gelderland en Brabant.
Uit Walcheren.
Toen gisterenmiddag te O o s t k a-
pelle een rijtuig met drie passagiers
langs een stilstaanden bodewagen reed,
kwamen er een drietal touringcars uit
Vlissingen aan. Hoewel wagen en rijtuig
zooveel mogelijk rechts van den weg'
stonden, wrong de eerste touringcar zich
lusschen beiden door. De tweede car
wilde dit voorbeeld volgen, maar reed
tegen wagen en rijtuig aan, waardoor
deze eenige matcrieele schade kregen.
Het rijtuig werd tegen een boom aan
den slootkant geduwd.
Een voorbijkomende timmerman die 'n
emmer leer droeg, maakte eenige opmer
kingen over onvoorzichtig doorrijden tot
den chauffeur. Deze maakte zich daar
over zoo boosdat hij den emmer teer
beetpakte en den inhoud over den tim
merman wierp Daarna klom hij weer
op zijn wagen en reed verder. De zaak
is echter in handen der politie gesteld.
Dinsdagavond hield te N. en St.
J o o.sl a nd de Oranjebond de jaarverga
dering, onder presidium van den ccre-
voorziller, den burgemeester. Een 12-tal
leden waren tegenwoordig. De secretaris
deelde mede dat hier in Walcheren en
ook niet in Zuid- of Noord-Beveland een
DE BESTE
Verkrijgbaar voor engros en detail bf
de firma Gebr. STEENLAND, Station
straat MIDDELBURG.
(Ing. Med.)
Oranjebond bestaal, zoodat hij geen re
glement heeft kunnen krijgen om als leid
draad te dienen voor een voor d,ezen
bond.
De penningmeester deed rekening en
verantwoording over 1924. Ontvangen was
f 13.45, uitgegeven f6, batig saldo f7.45.
Door liet vertrek van den heer A van
Iloute, voorz was een vacature onlstaan-
in hel bestuur. Als bestuurslid werd ge
kozen de heer C. Dingemansedie ook
door het bestuur werd gekozen als voor
zitter, De Oranjebond zal optreden als
comité voor de inzameling van gelden
voor hel huldeblijk voor II. M de Ko
ningin en den Prins der Nederlanden.
liet ledental bedraagt thans 45. Het
vorige jaar 21 Deze vermeerdering is
le danken aan de propaganda door den
heer L. Waltel.
o
Uit Zuid-Beveland
In allen eenvoud werd gisterenmid
dag te Ka pelle het stoffelijk over
schot van wijlen den heer L. Vreeke,
aan den schoot der aarde toebetrouwd.
De kerkeraad der Ned. Herv. Iferk gjlng
mee achter de baar Ook merkten we
op den pres.-kerkvoogd, den heer J. van
Wingen.
Aan de groeve werd allereerst liet
woord gevoerd door dr J. D Schmidt,
die met den overledene van de 25 jaar
die hij als onderling diende, .er 15 met
hem mocht werken, Hij was iemand die
veel heeft gedaan in het belang van Gods
Koninkrijk, veel in liet belang van de
kerk, iemand met een ruim hart en die
pen christenzin.
De Zondagschoolonderwijzer Korslan-
je sprak over hoogcre banden die hen
samenbonden.
Namens den kerkeraad voerde ouder
ling A. Bakker het woord, die hem prees
als een trouwe dienstknecht in 's Hoe
ren dienst.
o
Uit Tholen.
Een 14-jarige jongen, zekere Jan
sen, te Tholen, was buiten de ge
meente bezig de koeien voor een land
bouwer te laten grazen aan wegen en
dijken. Woensdagmorgen zagen voorbij
gangers hem aan den berm van een dijk
liggen, maar dachten niet anders, dan dat
hij, door de drukkende warmte bevangen,
lag te slapen, een gewoon verschijnsel bij
het koehoeden. Maar toen hij 's avonds
niet thuis kwam en men hem ging zoe
ken, werd hij op dezelfde plaats gevon
den, dood, gedeeltelijk geschroeid en het
gelaat zwart. (Telg.)
Uit Schouwen-Duive 1 and.
In de Woensdag gehouden spoed-
eischende vergadering van den gemeen
teraad van Z i r i k z e e, kwam in be
handeling een voorstel van B. en W, tot
schorsing van het raadslid I.
dc Broekert. De voorzitter, mr. A. J.
F. Fokker, deelde mede, dat genoemd
raadslid hout had geleverd aan den aan
nemer J. van Almkerk, voor verwerking
bij den bouw der Kweekschool, welke
handeling bij aan de band van dc arlt.
24 en 26 der Gemeentewet ontoelaatbaar
achlte, waarom dan ook het voorstel tof
schorsing aan den raad werd voorgelegd.
De heer De Broekert merkte op, dat
hij pas door de convocatie kennis kreeg
van het voorstel tot schorsing en vroeg
waarom ook hij niel gehoord was, daar
zi. dgn dit voorstel misschien niet was
gekomen. Hij betwistte voorts, dal hij in
strijd had gehandeld met dc Gemeentewet
en zoo ja, dan onbewust, daar hij van
meening was, aan een gewonen klant
te hebben geleverd en er bovendien geen
opgave was gedaan waarvoor dit hout
moest dienen.
Do heer Fanny kon niet met het voor
stel medegaan, zich beroepende op een
artikel in „De Gids".
De heer Doeleman kon evenmin mee
werken tot schorsing. Hij was van mee
ning dat men tegenover den heer De
Broekert anders had moeten handelen,
daar hij het beter vond, dat de levering
van het hout aan een inwoner ten goede
kwam, van wien men wist., dat hjj in jiet
voordeel der gemeente zqu handelen.
De heer Koopman, weth., verklaarde
zich eveneens tegen het voorstel. Hij
vond het tegenover een mede-raadslid'
zulk een beroerde kwestie, dat hij het
liever aan Ged. Staten overliet, overtuigd,
dat de heer De Broekert onbewust had1
gehandeld.
De heer Versteeg verklaarde zich vóór