doen, al zal met deze daad het laatste
woord over den Dam nog lang niet
zijn gesproken. De Dain zal nu krijgen
een versiering van bloemen en planten
op de plaats waar eeuwen geleden water
was en visch werd verkocht, bloemen en
planten in een tuin, die een bijzonder
karakter zal hebben, omdat hij in de
diepte zal komen te liggen; het aspect zal
krijgen van die oud-Hollandsche tuinen,
zooals men die b.v. te Londen kan
zien bij de paleizen, door onzen Stad
houder-Koning Willem III daar bewoond;
bij het Kensington Paleis en bij het
paleis Hampton Court. Het denkbeeld
is goed gevonden, omdat door dezen
aanleg de noodzakelijkheid van het vol
gooien van den smerigen put, die nu
achter die schuttingen verborgen ligt
verborgen althans voor den voorbijgan
ger, de omwonenden hebben er uit de
'bovenverdiepingen hunner perceelen hl
te lang den „mooien!" kijk op gehad
niet bestaat en men dus niet meer zal
behoeven te ontgraven, indien het later
tot bebouwen van hot terrein zou komen.
Heeft de Amsterdamsehe Dam al vóór
deze plantsoen gekend? De oude prenten
geven er niets van te 2ien, behalve die
heele oude uil den tijd toen bij de
Nieuwe Kerk nog een gedeelte van het
kerkhof bestond: daarop ziet men nog
boomaanplant; maar de Dam van de
,16e en volgende eeuwen, die de groole
geschiedkundige jaren van deze voor
naamste „plaats" dor hoofdstad heeft
gehad, toonde geen hoornen en de eeni-
ge boomenvcrsicriugen, die men er ge
kend heeft óók daarvan hebben de
oude prenten het bewijs bewaard, heeft
men gekend in de dagen toen het „Vrij
heid, "Gelijkheid, Broederschap" ook tot
deze stad was doorgedrongen en de bur
gers dansten om den getooiden Vrij
heidsboom.
Bloementooi beeft de Dam natuurlijk
dikwerf gekend in dagen van nationale
feesten, wanneer feest festoenen wer
den geslingerd langs palen en bovenal
in het inhuldigingsjaar onzer Koningin,
toen „Naatje Eendracht" nog op den
Dam stond en men zich over dit „kos
telijk monument" zoodanig schaamde,
dat men hel Ier versiering in dikken
bloementooi had gestoken. En toen dat
leelijke en uit-zijn-tijdsche monument ein
delijk was verdwenen en men de gele
genheid zou hebben gehad op het mid
den van liet stadsplein een betere ver-
Siering aan te leggen; het te tooien
niet een Dij de omgeving, met name
bij het hoofdgebouw Paleis pas
sende fontein te midden van bloemen
tooi, heeft men de gelegenheid verleden
jaar weer laten voorbijgaan en dat mid
dengedeelte kaal gelaten, beplaveid met
kleine, voor den voetgauger alleronaan
genaamste punt-keitjes, keurig gelegd in
mozaiekvorm. Een geheel, dat misschien
uit een vliegtuig bekeken „erg aardig
an -doel", maar in de verkiezingsdagen al
dadelijk flink bekalkt, bcklodderd werd,
waarvan de sporen n u nog te zien zijn.
Wie weet of het aan te leggen plant
soentje in den put straks zóó zal vol
doen, dat de Amsterdammers, als men
op de nu te verbeteren plek heusch zal
gaan bouwen, zoo verlekkerd zijn ge
worden op groen en bloemen in die om
geving, dat de zullen aandringen op den
•tooi van het midden-stadsplein.
Dat de Dam kleur kan velen, kan men
ook op een der fraaiste schilderijen
van dit plein, nu hangende in de zaal
van het Rijksmuseum, waar zooveel
schilderijen hangen van Rembrandt, Bol
e. a., aanschouwen. Daar liangl een schil
derij met het nieuwe stadhuis in aan
bouw en op den voorgrond ziet men het
woelige Damlcven der 16e eeuw; bur
gers en vreemdelingen van allerlei lau
den in "hun kleurige costumes van dien
tijd. Aanschouwt dat stuk en durft dan
beweren, dat de Dam-omgeving geen
kleuren verdragen kan
Zonder discussie is verleden week dat
(voorstel van B en W. om hel plantsoen
tje in den Damput aan te leggen en
daarvoor een bedrag van f 27.000 toe
te slaan, er hiel gekomen, ook al werd
het ten slotte met nagenoeg algeméenc
stemmen cr waren er maar vier
tegen aangenomen. De Raad begreep
in zijn groote meerderheid terecht, dat
ippn nu niet langer op zien-komen van
den een of anderen gegadigde voor be
bouwing kon wachten en men zich te
genover landgenoot en vreemdeling niet
nóg langer belachelijk moest maken door
in liet hart der stad te laten bestaan een
goren poel, omgeven door een leelijke
bercclaamde schutting.
Maar hel Raadslid, de heer Gulden,
'de architect, hield vast aan zijn destijds
gedaan voorstel, waarover ik u reeds
vroeger schreef, om op het terrein te
plaatsen een gebouw, geschikt voor re
cepties, congressen, groote volksbijeen-
konisten, e. d., met gelijkstraats een
groot café-restaurant, en hij vreesde, dat
Totaliseert men alle gedane uitgaven,
dan bedragen deze een som van 75 pond
12 schel 8i/o gr. en 9 miten vlms., waar
voor Vere zijn eerste stadhuis bezat
Dit stadhuis is in 1473—'74 afgebro
ken, zooals uit een post, 8e maand le
week uit die stadsrekening blijkt: „item
Clais de tegeldecker vant dack van der
stede huijs te breken mit zijnen knecht,
van 2 daghen tsamen, 13 gr. sdacgs,
facit 2 schel 2 dgr."
Dat evenwel in den loop der jaren
tusschen 1403—1174 vele uitgaven voor
dit stadhuis zijn gedaan, blijkt uit de
rekeningen, waarvan eenige wel de ver
melding waard zijn.
Zoo treft men in 1450 in de stadsre
kening de volgende gedane betalingen
zijn voorstel voorgoed van de baan zou aan voor het 'stadhuis: „item voor het
zijn als het plantsoen er eenmaal zal
wezen, een vrees, die zeker getuigt vóór
Publieke Werken, omdat men er uit
kon maken, dat de heer Gulden het
ter tafel liggende plan van dien plant-
soenaanleg zóó mooi heeft gevonden, dat
de Amsterdamsehe burgerij, het voor
zich ziende, zal zeggen: „DAt moet niét
meer weg,"
De wethouder van den betrokken tak
van dienst heeft echter verklaard, dat
men iets tijdelijks gaat maken en bebou
wen van het terrein, zelfs volgens het
denkbeeld des heeren Gulden, volstrekt
niet van de baan is wat men nu gaat
doen heeft alleen ten doel: „vernietigen
van die schutting en dempen van den
jioel", en daarmede moeten we voorloo-
pig tevreden zijn en verder alwachlen.
Op de trappen, die naar den oud-IIol-
dandschen tuin 2ullen leiden, komen zelfs
banken te staan; die toezegging is ge
daan en dat zegt ook al iets, want banken
zijn nog steeds het zwakke punt in deze
stad, trouwens in tal van andere Hol
landsche steden, zelfs in Hollandsche
tuinsteden. Het is mij steeds opgevallen
hoe weinig zin voor „comfort" op dit
punt slads Openbare Werken steeds too-
nen. Waarom er op het huidige mid-
den-Damterrein niet een paar banken
•kunnen staan of hier en daar tusschen
de boomen langs onze grachten, waar
op de vermoeide wandelaar een oogen-
blik kan rusten, is mij nooit duidelijk.
„Omdat dc Hollandsche straatjongen of
lanterfant die dadelijk bevuilt en be
vuilt en bekrast", zegt men. Maar een
paar flinke politiestraffen tegen zulk wan
bedrijf zouden hun uitwerking niet mis
sen. Hoe het zij, men is voornemens
ze aan het nieuwe Dam-plantsoen toe
te voegen; wie weel hoe die proefneming
slagen zal.
En nu hebben we dan eerlang nog één
groot open terrein in de binnenstad over,
l w. dat, tusschen Vondelstraat en Over
toom, hetwelk voor hel mislukte „At-
lanta"-hotel bestemd is geweest en waar
op zal verrijzen een ter plaatse
gezet bord vermeldt het het groote
gebouw voor de „Vereeniging van Am
sterdamsehe Jongemannen", iets als het
„Young .Men Christian Associatkm"-ge-
"houw elders. Laten we maar hopen, dat
zulks hcusch geen mislukking zal worden
door gebrek aan de noodige bouw- en in-,
richtingsrondsen, want we hebben aan
de Dam terrein-lijdensgeschiedenis genoeg
gehad. SINI SANA
flngez. Med_)
VARIA.
HET VOORMALIGE STADHUIS TE
VEERE, 1403—1474.
IV.
Dat Louwreijs Reijghcrs niet alleen
metselaar was, maar ook het limrnervek
verstond, blijkt uit de volgende posten
der stadsrekeningen van 1403, 11e
■maand le week: „item Louws. Reij-
gherssoen ghemetst (gemetseld) an der
stede huijs 3 dagen, 8 gr. sdags, doet 2
schel", en 1405e, 9e maand le. week „item
Louwreijs Reijghers soen van gewrocht
'op der slede huijs an die spenne (spinde)
ende boven te beschieten 5 dagen 10
gr. sdages, doet 50 gr. vlms."
Het betaalde arbeidsloon over 75Va
dagen is geweest 1 pond 12 schel oVa
gr. vlms.
wordt. Maar er is natuurlijk geen zeker
heid in je ambt, je kunt er niet op re
kenen."
2e lachte in stilte.
„De faam is alles liccl goed en, wel,
maar ik denk dat Vivian zou zeggen:
„Geef mij maar liever een vast in
komen". Hij is hier Zondag, als je hem
zou willen zien?"
„Ja, dan kom ik ook In welke plaats
is hij nu'?"
„In Beckenhampton, aan het Theater
Roval."
„In Beckenhampton
David keek haar aan met wijd-open
oogen
„Ken je heb?"
„N-een, zei hij, neen, ik ken het niet
goed. Iloe lang is hij daar al
„O, twee of drie maanden Hij heeft
er een heerlijken tijd geloof ik, hij is zoó
populair waar hij komt; hij wordt cr op
soupers gevraagd en zoo".
Ze aarzelde, spelend mot den zegelring
aan haar vinger, zooals hij zich uil zijn
kindsheid herinnerde dat zij met ringen
speelde, die schitterden maar nu zat het
ding niet langer los om haar vinger.
„Ik geloof, dat cr een attractief is" ging
ze toen langzaam voort. „Ik hoop in 's
hemelsnaam, dal het geen ernst wordt.
Laat je niet uil in dien geest, of ik iets
gezegd zou hebben, als je hem ziet;
het was mijn plan niet, er melding van
ie maken."
maken van 2 cazinc 22 gr„ en voor
kalk 16 schel 12 gr„ en voor 2000 stee-
nen 5 schel. 3 gr.", en voor „item ghe-
cocht jegens Rombout van Nielc drie
leeuwen, de lijsten en de trappen, te
weten de leeuwen 12 schell.; voor de
lijsten 33 voette, 3 gr. den voet, ende
32 voet tot 2i/o gr. de voet, en de trappen
26 voette, U/2 gr. de voet, facit al teza-
me 30 schel 2 gr. vlms."
Nog werd betaald aan Adriaan Loijs
en Pier van der Zee „van dat zij de
trappen ende de pueije maeeten an der
slede huijs ende voorts den scoorsteen
vermaecten ende thuus binnen witten,
van al te samen 8 schel", en Jitem
betaald Pier Janssoen de Maelre in Mid-
delborch van den driên leeuwen te vaer-
wene 13 schel."
In 1460 gaf men uit voor het dekken
van hel stadhuis, voor ÏO*/® roede 11
schel 4i/g gr. en voor meten aan Claais
Tservaeszoen 6 gr., aan Arent van Speele
van der stede huis te maken, boven tge-
nerent dat hij „wech heeft (lees. ontvan
gen had) 18 schel en „item gegeven
Domis boven de 2 pond gr. die hij
wech heeft opt maken van de temerage
van der stede huijs 2 pond", en ,^aan
Ghijs de Smit van 50 ribnagels 10 gr.,
van 500 laschijzers 2 schel 6 gr., van
100 beschietnagelen, zonder hooft, lgr.;
van 5 glaesroeden 5 gr., en van 50 ha
ken om de hemers (emmers) aan te
lianghene, 8 gr„ al opter stede huijs 4
schel 9 gr.", le zamen 3 pond 14 schel
71/; gr. vlms."
In een post van die rekening staat
ook nog „item Ghijs de Smit van an
kers en van hangen, wegende 260 pond,
en van nagelen, platen, ende anders an
der slede huijs, 23 schel 24 gr.", als
mede „item mr. Gueten theneghietcre in
Middelburg van 351 pond plaatloods
daar de gote afgelaat is an der stede
huijs, de 100 pond gerekent tot 7 schel,
10 dgr„ facit 1 pond 7 schel 6 gr. vlms";
„item van der zeiver gote te doen leg-
ghenc en vant lood te doen halen in
Middelburg 2 schel", en „ilem ghe-
cochl te Antwerpen 1000 laten elc 100
tot 22 gr„ van vrachte ende van tollc
tezamen 19 schel 6 gr.", en „item ge-
cocht te Antwerpen 8000 latijzers, elc
1000 om 9 gr. ft. 6schel", of te zamen
3 pond 17 schel 3 gr. vlms.
Merkwaardig is een post van 1160, 11e
aand 3e week, waar staat- „item ge
geven den slootmaker van der bant
(hand, die den tijd aanwees) opter stede
huus gaende te makene an torloge 20
igr.". alsmede 1467, 12e maand 4e week
„item betaald Cornelis de Slootmaker
van der „onruste" te vermakene an dc
huerclocke 12 gr.".
Zeer sporadisch komen deze objecten
cog voor. Ze hingen in den regel aan
koorden om het uurwerk gaande le
maken.
Dat men te dier tijd onder het ver
vullen- van zijn arbeid op het stadhuis
ook aan het bijbelsche werd herinnerd,
•blijkt uil de volgende posten der stads
rekeningen, 1153'54, 11e maancf le
week „item betaelt Robin de Maelre
van dat hij tdoordeel" opter stede huus
I schone maecte 20 gr." en 1460. 10e
maand, 2c week „ilem gegeven Jooskin
de beijldevaerwer van tordeel te voor
ziene ende van den stantfijk (vermoede
lijk schouwstuk) te vaerwe 2 schel 3
gr.", alsmede 11e maand le weelc „item
tordeel opter stede huus te vervaerwe-
11e 6 gr."
Ik meen door het gerelateerde vol
doende bewezen te hebben de wording
en verdwijning van dit voormalige stad
huis van Veerc, hetwelk reeds in 1103
werd voorzien van uurwerk en klok
kenspel.
Dat ook die objecten bij de Borssel-
sche Ileeren van Veerc, die hun verblijf
op hel toen zoo schoone slot Zanden-
burg hielden, aanwezig waren, leest men
in ecu rekening van den Rentmeester
Willem Claisz. van 1465—'66 „item die
slotemaker van ringen ende krammeu
ande clawiere an die clocke te stelle
5 schel 4 gr.; alsmede stadsrekening
1450'51 12e maand le week: „item
eerst bethaald meester Heinric in Mid-
delborcli van den huerclocken, te hove
ende te Vere te bewaren van desen jare
8 schel gr."
Over de samenstelling van klokken
heeft „Bomménée" in zijn aanteelcenin-
gen, 1750, het volgende geschreven
„Alle luiklokken, als die werden ge-
gooten, worden ordinair in ider 106
pond kooper 20, 22 a 24 pond Engels
tin ingedaan. Speelklokken worden ge
mengeld, ordinair in ider 100 pond rood
kooper 30 A 31 pond Engels tin, dan ist
sluijten toon, en al wat het in tin ver
mindert, vergroft den toon beneevens
de resonantie. Alle geel kooper word
gemaakt van rood kooper en Callaniin-
(haarden, die 't saamen vermengt, daar 't
geel kooper zijn coleur van bekomt en
ook zijn brosheijdt.
Als er luiklokken zijn die vereijsen
oni vergooien te worden, soo is ordi
nair de prijs per pond 4i/s stuijver; maar
als er speelklokken noodig zijn vergooien
die Joopen wel tot 12 A 13 sluijvers
per pond van vergieten, niet omdat daar
sooveel meerder werk aan is. want 't
formen, smelten, gieten en 't opreeden
ien zuijveren van de braam is een en
ihet selve, maar het bestaat alleen in dee-
se meerderheijt om de selve op den
toon te draaijen dat just geen swaar
moeijten is, maar de konst moet be
taalt worden."
Op de vraag, of de door mij vermelde
klokken ook uit de even vermelde stof
fen waren samengesteld, moet ik het
antwoord schuldig blijven.
Ten slotte: in de Mid'd. Courant, no.
117 van 1924, heb ik over het klokken
spel te Veere geschreven en daarin den
naam Vincent Loosjes vermeld, wat had
moeten zijn de Heer Mr. A. Loosjes te
Amsterdam.
J. W. PERREL&
Agent van Politie
„Een attractie?"
Ongeduldig haalde zij de dikke schou
ders op.
„Het kan ook wel niets beduiden,
maar jongelui zijn zoo weekhartig, ieder
meisje weet den mcefet bij-de-liantcn van
hen in te pakken. Het zou mij niks ver
wonderen, dat hij vertelt hoe hiji verloofd
is als hij komt. Ik had een sentjmen-
leelen brief van hem, waarin hij
schreef, dat hij het aardigste meisje had
gezien dat hij ooit ontmoette. Ik weet
wat dit beduidt. Hij zou niet zoo over
haar geschreven hebben, als hij niet ver
liefd op haar was. En hij antwoordde
niet op mijn vragen. Hij stelt zich vrijwel
dwaas aan"
„Wie is zij?" vroeg David, op zachten
toon.
„Dat zei hij niet. En wat komt het cr
ook eigenlijk op aan? Je kunt wel zeker
zijn, dat ze geen hal ven cent bezit. Zoo
kan hij zijn leven mooi verknoeien, als
hij niet oppast. Een gelukkig iels voor
jou, dat je niet licht zoo'n risico zult
bcloopcn. „Een jonge man, die trouwt,
is. een bedorven man," zooals Ouida
zegt."
..Shakespeare", verbeterde hij op den
zelfden gedemplen toon, „niet Ouida"
„Is dat zoo? Het slaat aan het begin
van een boek van Ouida, dat weet ik
vast. Als je broer op zijn leeftijd trouw
de» dan kon hij zich net zoo goed op
hangen."
GEMEENTEJIEINIGINGS- EN
ONTSMET TINGSDIENST
TE MIDDELBURG.
Volgens het verslag van bovengenoem-
den dienst over 1921 werden de werk
zaamheden door de werklieden met lust
en ijver uitgevoerd. Straffen behoefden
niet - te worden opgelegd, daar bij na
latigheid of begane fouten door een
berisping goede resultaten werden ver
kregen. De - geest onder de werklieden
kan dan ook als zeer goed genoemd
worden.
De gegalvAniseerd ijzeren tonnenspoel-
loods voldoet geheel aan de verwachtin
gen en bleef in goeden staat. De ton-
nenloods, tevens in gébruik voor het
opbergen van rollend materieel, geraakt
lin verval; herstellingen welke geld Zou-
jégéven van der gordine. hangende voor den moeten bosten, werden niet ver-
Zijn bloed bleef steeds sneller vloeien.
Maar Beckenhampton was geen dorp, die
samenloop zou dan al heel toevallig we
zen, maar dat kon toch niet zijn, "her
haalde hij steeds weer tegenover, zichzelf.
„Als hij nu zoo'n goed salaris lieert
en hij houdt van haar, bracht hij cr te
gen in."
„Zoo'n goed salaris?" Ja zeker", ze
werd een beetje verlegen., ,'t Is goed
voor hem, zooals hij nu leeft, maar met
een vrouw en huisgezin zou hij er niet
van komen. Bovendien, éen man is al
tijd veel beter af, als hij niet getrouwd
is, maar hij is zoo teerhartig, zoodra
zich een aardig gezichtje vertoont. Een
handig juffertje dat een eigen thuis ver
langt, hoeft maar even wat vriendelijk
tegen hem te zij'n of hij verbeeldt zich in
eens dat hij zonder haar niet door hel
leven kan!
'Goede hemel! Als een man eens wat
dieper kon kijken bij een meisje, terwijl
ze zoo lief en aardig doel en zich houdt
of zij een engel is. Mannen zijn dadelijk
het hoofd op hol gebracht door ieder
meisje, dat ze ontmoeten, de gekken!"
Haar verachting voor de gekken werd
in geen enkel opzicht getemperd door
het feit» dat zij zelf twee mannen had
weten in te palmen. Ze dacht aan haar
zoon, Als de vrouw -het nog bijwoont,
dat de praktijken, die zij zelve aanwend
de om haar echtgenoot te winnen, op
haar zoon worden toegepast, kent de op
richt, "doch door eigen personeel zoo
veel mogelijk bijgehouden; binnen af-
zienbaren lijd zal geheele vernieuwing
niet kunnen uitblijven. De nieuwe paar
denstal is keurig ingericht en voldoet
goed. mede door dat op den zolder ge
legenheid is voor het opbergen der win-
terfourage.
Hét betttérrein kreeg voor een groot
gedeelte zijn afzetting, zoodat het aau een
zijde geiieel van den openbaren rijweg
is afgesloten, aan dc zijde van den ha-
%-endijk kon zulks nog niet geheel plaats
hebben, daar de hoop vuilnis door 'den
vorigen beheerder achtergelaten nog niet
geheel was opgeruimd, doch binnenkort
'zal oök Daarmede wordqn aangevangen.
Hel is gebleken, dat door goeden toe
gang naar en op het bcllterrein, de
afzet der meststoffen aanzienlijk is ver
meerderd Voordien één modderpoel, nu
een behoorlijk begaanbaar terrein. Ook
de verbrandingsoven, staande op het
beltterrein, komt voor vernieuwing in
aanmerking, daar brandgevaar voor de
aangrenzende loods ontstaat en de naaste
bewoners hinder van den rook onder
vinden.
Hel rollend matereel verkeert in goe
den Slaat en werd geregeld onderhouden.
'De dienst moet beschikken over 9 paar
den, maar beschikt thans over S paar
den, die in goede conditie zijn en boven
dien over 2 opgekweekte paarden, wel
ke zeer spoedig voor lichten arbeid kun
nen worden gebezigd. Het ligt in de be
doeling niet ivweeken van paarden op
kleine schaal door te gaan, daar het
gebleken is Ioonend te zijn, temeer daar
de prijzen der paarden hoog blijven. Het
hooi voor de paarden was dit jaar ook
niet hoog in prijs te noemen en tevens
van prima kwaliteit. De onderhoudskos
ten voor de paarden waren per paard
en per dag f 1.49, alzoo f 0.05 minder
dan vorig verslagjaar.
Niettegenstaande het groot aantal nieu
we woningen breidde de ophaaldienst
(Zich niet uit. Opgehaald werd 9072
huisvuil of 392 M.3 meer dan in 1923.
Aan het schoonhouden der urinoirs
werd voortdurend veel zorg besteed en
aanhoudend de aandacht gewijd; zij wer
den gereinigd met creoline-oplossing j
voor de 150 urinoirs was 150 L. creo-
line noodig. 'Waterspoeling zou vooral
in de zomermaanden van een groot hy
giënisch belang zijn. De pompgebouwtjes
der rioleering werden zeer goed on
derhouden, als zij van een automatische
installatie worden voorzien, zal één ar
beider worden bespaard. De pompge-
bouwen aan Heerengrachl en Vlissing-
schc Brug brachten resp. 10.038 en
8740 ket§ls van 3000 liter in het hoofd
riool naar Veere over.
Het reinigen der straten bleef in twee
ploegendienst geschieden. Het bietenver-
voer eischte veel zorg aan de stralen.
De veegmachine en sproeiwagens hebben
daarbij goede diensten bewezen, eerst
genoemde bespaart meerdere werkkrach
ten en kost slechts f25 per jaar aan
onderhoud. Om Maart werd begonnen
de straten, waar noodig met Weedkiller
(een bijlende stof om gras te verdel
gen) te behandelen. Waar het niet Icon
plaats hebben, geschiedde het wieden
met de hand, met daarvoor gemaakte
krauwers.
In het voorjaar 1924 hadden veel
sneeuwvallen plaats. Op 7 verschillende
dagen werd met 22 lol 97 loss<^ werk
lieden sneeuw geruimd. Het indeelen
in ploegen ter sterkte van 8 losse werk
lieden onder 1 vasten werkman blijkt
dc juiste wijze van ruimen te zijn; zijn
rechtheid geen grenzen. In de gebrek
kig in-elkaar-gezette levenstragedie is er
geen andere situatie die de dichterlijke
gerechtigheid zoo Zeer nabij komt
David vond 'dien middag den ver
velendsten, dien hij ooit in Regent's Park
had doorgebracht. Ofschoon hij zichzel-
ven onverreedde dat zijn boos voorge
voelen uit dc lucht gegrepen was, bleef
het hem toch hinderen, en terwijl! hij met
Ideine teugjes slappe thee dronk en on
achtzame antwoorden gaf, trachtte hij
tot een volledig begrip te komen van
Hilda's gevoelen voor hem, zich afvra
gende of het in de vrouwelijke natuur
kon liggen» dat zij hem zóó schreef, als
hij meende dat zij deed, en tegelijker
tijd ontvankelijk kon zijn voor de hof
makerijen van een anderen man.
Vivian was knap van uiterlijk, gemak
kelijk in den omgang, zoo populair, over
al waar hij kwam. Ja, Vivian was altijd
populair geweest, herinnerde hij zich,
met bitterheid. iZou niet de vurigheid; van
een man, die haar liefhad ,|apjn< haar zijde
een sterker "nacht blijken, dan de stil
zwijgende aanbidding van één waar ze
mee (in briefwisseling stond' Kon ze
niet zeggen, zou ze niet gelukkig zijn
le kunnen zeggen, dat in haar brieven
aan hem nooit een woord had gestaan,
waardoor ze meer waren, dan de brieven
van een vriend? Dus zou Vivian haar
van hem afneirfén. 'Vivian, die zooals
het hem nu leek, in een uitbarsting van
jalousie altijd alles voor hem wegge
kaapt had. zou hem nu nog van haiar
berooven ook. Maar al weer, hel samen
treffen was immers zoo onwaarschijnlijk
Bovendien, zijn moeder kon zich wel
vergist hebben, het kon wel een waan
voorstelling van haar zijn, misschien ver
langde Vivian in het geheel niet iemand
te trouwen.
Het was hem een verluchting toen de
klok hem een excuus aan de hand deed,
om op le staan.
„Nu goedendag, moeder!"
Hij vermeed het blanketsel en drukte
een kus op haar geverfd ponnyhaar.
„Moet je gaan?" vroeg zo. „Hoor eens,
David, als je waarlijk een paar pond
missen kunt, zou ik wel zeer met het
geld geholpen zijn, om ecu nieuwe japon
fe koopen. Ik heb niets fatsoenlijks meer
oril 's middags aan te trekken. Deze
blouse is zoo armoedig, dat ik mij
schaam, om er aan tajfeil in te ver
schijnen.
Ilij beloofde, dat hij haar liet ver
langde sturen zon en nam zijn hoed.
Toen hij de hand al opi den knop: van de
deur had, vroeg ze hem, of hij wilde blij
ven soupeeren, maar hij sloeg de uilnoo-
diging af.
(Wordt vervolgd.)*