doen, al zal met deze daad het laatste woord over den Dam nog lang niet zijn gesproken. De Dain zal nu krijgen een versiering van bloemen en planten op de plaats waar eeuwen geleden water was en visch werd verkocht, bloemen en planten in een tuin, die een bijzonder karakter zal hebben, omdat hij in de diepte zal komen te liggen; het aspect zal krijgen van die oud-Hollandsche tuinen, zooals men die b.v. te Londen kan zien bij de paleizen, door onzen Stad houder-Koning Willem III daar bewoond; bij het Kensington Paleis en bij het paleis Hampton Court. Het denkbeeld is goed gevonden, omdat door dezen aanleg de noodzakelijkheid van het vol gooien van den smerigen put, die nu achter die schuttingen verborgen ligt verborgen althans voor den voorbijgan ger, de omwonenden hebben er uit de 'bovenverdiepingen hunner perceelen hl te lang den „mooien!" kijk op gehad niet bestaat en men dus niet meer zal behoeven te ontgraven, indien het later tot bebouwen van hot terrein zou komen. Heeft de Amsterdamsehe Dam al vóór deze plantsoen gekend? De oude prenten geven er niets van te 2ien, behalve die heele oude uil den tijd toen bij de Nieuwe Kerk nog een gedeelte van het kerkhof bestond: daarop ziet men nog boomaanplant; maar de Dam van de ,16e en volgende eeuwen, die de groole geschiedkundige jaren van deze voor naamste „plaats" dor hoofdstad heeft gehad, toonde geen hoornen en de eeni- ge boomenvcrsicriugen, die men er ge kend heeft óók daarvan hebben de oude prenten het bewijs bewaard, heeft men gekend in de dagen toen het „Vrij heid, "Gelijkheid, Broederschap" ook tot deze stad was doorgedrongen en de bur gers dansten om den getooiden Vrij heidsboom. Bloementooi beeft de Dam natuurlijk dikwerf gekend in dagen van nationale feesten, wanneer feest festoenen wer den geslingerd langs palen en bovenal in het inhuldigingsjaar onzer Koningin, toen „Naatje Eendracht" nog op den Dam stond en men zich over dit „kos telijk monument" zoodanig schaamde, dat men hel Ier versiering in dikken bloementooi had gestoken. En toen dat leelijke en uit-zijn-tijdsche monument ein delijk was verdwenen en men de gele genheid zou hebben gehad op het mid den van liet stadsplein een betere ver- Siering aan te leggen; het te tooien niet een Dij de omgeving, met name bij het hoofdgebouw Paleis pas sende fontein te midden van bloemen tooi, heeft men de gelegenheid verleden jaar weer laten voorbijgaan en dat mid dengedeelte kaal gelaten, beplaveid met kleine, voor den voetgauger alleronaan genaamste punt-keitjes, keurig gelegd in mozaiekvorm. Een geheel, dat misschien uit een vliegtuig bekeken „erg aardig an -doel", maar in de verkiezingsdagen al dadelijk flink bekalkt, bcklodderd werd, waarvan de sporen n u nog te zien zijn. Wie weet of het aan te leggen plant soentje in den put straks zóó zal vol doen, dat de Amsterdammers, als men op de nu te verbeteren plek heusch zal gaan bouwen, zoo verlekkerd zijn ge worden op groen en bloemen in die om geving, dat de zullen aandringen op den •tooi van het midden-stadsplein. Dat de Dam kleur kan velen, kan men ook op een der fraaiste schilderijen van dit plein, nu hangende in de zaal van het Rijksmuseum, waar zooveel schilderijen hangen van Rembrandt, Bol e. a., aanschouwen. Daar liangl een schil derij met het nieuwe stadhuis in aan bouw en op den voorgrond ziet men het woelige Damlcven der 16e eeuw; bur gers en vreemdelingen van allerlei lau den in "hun kleurige costumes van dien tijd. Aanschouwt dat stuk en durft dan beweren, dat de Dam-omgeving geen kleuren verdragen kan Zonder discussie is verleden week dat (voorstel van B en W. om hel plantsoen tje in den Damput aan te leggen en daarvoor een bedrag van f 27.000 toe te slaan, er hiel gekomen, ook al werd het ten slotte met nagenoeg algeméenc stemmen cr waren er maar vier tegen aangenomen. De Raad begreep in zijn groote meerderheid terecht, dat ippn nu niet langer op zien-komen van den een of anderen gegadigde voor be bouwing kon wachten en men zich te genover landgenoot en vreemdeling niet nóg langer belachelijk moest maken door in liet hart der stad te laten bestaan een goren poel, omgeven door een leelijke bercclaamde schutting. Maar hel Raadslid, de heer Gulden, 'de architect, hield vast aan zijn destijds gedaan voorstel, waarover ik u reeds vroeger schreef, om op het terrein te plaatsen een gebouw, geschikt voor re cepties, congressen, groote volksbijeen- konisten, e. d., met gelijkstraats een groot café-restaurant, en hij vreesde, dat Totaliseert men alle gedane uitgaven, dan bedragen deze een som van 75 pond 12 schel 8i/o gr. en 9 miten vlms., waar voor Vere zijn eerste stadhuis bezat Dit stadhuis is in 1473—'74 afgebro ken, zooals uit een post, 8e maand le week uit die stadsrekening blijkt: „item Clais de tegeldecker vant dack van der stede huijs te breken mit zijnen knecht, van 2 daghen tsamen, 13 gr. sdacgs, facit 2 schel 2 dgr." Dat evenwel in den loop der jaren tusschen 1403—1174 vele uitgaven voor dit stadhuis zijn gedaan, blijkt uit de rekeningen, waarvan eenige wel de ver melding waard zijn. Zoo treft men in 1450 in de stadsre kening de volgende gedane betalingen zijn voorstel voorgoed van de baan zou aan voor het 'stadhuis: „item voor het zijn als het plantsoen er eenmaal zal wezen, een vrees, die zeker getuigt vóór Publieke Werken, omdat men er uit kon maken, dat de heer Gulden het ter tafel liggende plan van dien plant- soenaanleg zóó mooi heeft gevonden, dat de Amsterdamsehe burgerij, het voor zich ziende, zal zeggen: „DAt moet niét meer weg," De wethouder van den betrokken tak van dienst heeft echter verklaard, dat men iets tijdelijks gaat maken en bebou wen van het terrein, zelfs volgens het denkbeeld des heeren Gulden, volstrekt niet van de baan is wat men nu gaat doen heeft alleen ten doel: „vernietigen van die schutting en dempen van den jioel", en daarmede moeten we voorloo- pig tevreden zijn en verder alwachlen. Op de trappen, die naar den oud-IIol- dandschen tuin 2ullen leiden, komen zelfs banken te staan; die toezegging is ge daan en dat zegt ook al iets, want banken zijn nog steeds het zwakke punt in deze stad, trouwens in tal van andere Hol landsche steden, zelfs in Hollandsche tuinsteden. Het is mij steeds opgevallen hoe weinig zin voor „comfort" op dit punt slads Openbare Werken steeds too- nen. Waarom er op het huidige mid- den-Damterrein niet een paar banken •kunnen staan of hier en daar tusschen de boomen langs onze grachten, waar op de vermoeide wandelaar een oogen- blik kan rusten, is mij nooit duidelijk. „Omdat dc Hollandsche straatjongen of lanterfant die dadelijk bevuilt en be vuilt en bekrast", zegt men. Maar een paar flinke politiestraffen tegen zulk wan bedrijf zouden hun uitwerking niet mis sen. Hoe het zij, men is voornemens ze aan het nieuwe Dam-plantsoen toe te voegen; wie weel hoe die proefneming slagen zal. En nu hebben we dan eerlang nog één groot open terrein in de binnenstad over, l w. dat, tusschen Vondelstraat en Over toom, hetwelk voor hel mislukte „At- lanta"-hotel bestemd is geweest en waar op zal verrijzen een ter plaatse gezet bord vermeldt het het groote gebouw voor de „Vereeniging van Am sterdamsehe Jongemannen", iets als het „Young .Men Christian Associatkm"-ge- "houw elders. Laten we maar hopen, dat zulks hcusch geen mislukking zal worden door gebrek aan de noodige bouw- en in-, richtingsrondsen, want we hebben aan de Dam terrein-lijdensgeschiedenis genoeg gehad. SINI SANA flngez. Med_) VARIA. HET VOORMALIGE STADHUIS TE VEERE, 1403—1474. IV. Dat Louwreijs Reijghcrs niet alleen metselaar was, maar ook het limrnervek verstond, blijkt uit de volgende posten der stadsrekeningen van 1403, 11e ■maand le week: „item Louws. Reij- gherssoen ghemetst (gemetseld) an der stede huijs 3 dagen, 8 gr. sdags, doet 2 schel", en 1405e, 9e maand le. week „item Louwreijs Reijghers soen van gewrocht 'op der slede huijs an die spenne (spinde) ende boven te beschieten 5 dagen 10 gr. sdages, doet 50 gr. vlms." Het betaalde arbeidsloon over 75Va dagen is geweest 1 pond 12 schel oVa gr. vlms. wordt. Maar er is natuurlijk geen zeker heid in je ambt, je kunt er niet op re kenen." 2e lachte in stilte. „De faam is alles liccl goed en, wel, maar ik denk dat Vivian zou zeggen: „Geef mij maar liever een vast in komen". Hij is hier Zondag, als je hem zou willen zien?" „Ja, dan kom ik ook In welke plaats is hij nu'?" „In Beckenhampton, aan het Theater Roval." „In Beckenhampton David keek haar aan met wijd-open oogen „Ken je heb?" „N-een, zei hij, neen, ik ken het niet goed. Iloe lang is hij daar al „O, twee of drie maanden Hij heeft er een heerlijken tijd geloof ik, hij is zoó populair waar hij komt; hij wordt cr op soupers gevraagd en zoo". Ze aarzelde, spelend mot den zegelring aan haar vinger, zooals hij zich uil zijn kindsheid herinnerde dat zij met ringen speelde, die schitterden maar nu zat het ding niet langer los om haar vinger. „Ik geloof, dat cr een attractief is" ging ze toen langzaam voort. „Ik hoop in 's hemelsnaam, dal het geen ernst wordt. Laat je niet uil in dien geest, of ik iets gezegd zou hebben, als je hem ziet; het was mijn plan niet, er melding van ie maken." maken van 2 cazinc 22 gr„ en voor kalk 16 schel 12 gr„ en voor 2000 stee- nen 5 schel. 3 gr.", en voor „item ghe- cocht jegens Rombout van Nielc drie leeuwen, de lijsten en de trappen, te weten de leeuwen 12 schell.; voor de lijsten 33 voette, 3 gr. den voet, ende 32 voet tot 2i/o gr. de voet, en de trappen 26 voette, U/2 gr. de voet, facit al teza- me 30 schel 2 gr. vlms." Nog werd betaald aan Adriaan Loijs en Pier van der Zee „van dat zij de trappen ende de pueije maeeten an der slede huijs ende voorts den scoorsteen vermaecten ende thuus binnen witten, van al te samen 8 schel", en Jitem betaald Pier Janssoen de Maelre in Mid- delborch van den driên leeuwen te vaer- wene 13 schel." In 1460 gaf men uit voor het dekken van hel stadhuis, voor ÏO*/® roede 11 schel 4i/g gr. en voor meten aan Claais Tservaeszoen 6 gr., aan Arent van Speele van der stede huis te maken, boven tge- nerent dat hij „wech heeft (lees. ontvan gen had) 18 schel en „item gegeven Domis boven de 2 pond gr. die hij wech heeft opt maken van de temerage van der stede huijs 2 pond", en ,^aan Ghijs de Smit van 50 ribnagels 10 gr., van 500 laschijzers 2 schel 6 gr., van 100 beschietnagelen, zonder hooft, lgr.; van 5 glaesroeden 5 gr., en van 50 ha ken om de hemers (emmers) aan te lianghene, 8 gr„ al opter stede huijs 4 schel 9 gr.", le zamen 3 pond 14 schel 71/; gr. vlms." In een post van die rekening staat ook nog „item Ghijs de Smit van an kers en van hangen, wegende 260 pond, en van nagelen, platen, ende anders an der slede huijs, 23 schel 24 gr.", als mede „item mr. Gueten theneghietcre in Middelburg van 351 pond plaatloods daar de gote afgelaat is an der stede huijs, de 100 pond gerekent tot 7 schel, 10 dgr„ facit 1 pond 7 schel 6 gr. vlms"; „item van der zeiver gote te doen leg- ghenc en vant lood te doen halen in Middelburg 2 schel", en „ilem ghe- cochl te Antwerpen 1000 laten elc 100 tot 22 gr„ van vrachte ende van tollc tezamen 19 schel 6 gr.", en „item ge- cocht te Antwerpen 8000 latijzers, elc 1000 om 9 gr. ft. 6schel", of te zamen 3 pond 17 schel 3 gr. vlms. Merkwaardig is een post van 1160, 11e aand 3e week, waar staat- „item ge geven den slootmaker van der bant (hand, die den tijd aanwees) opter stede huus gaende te makene an torloge 20 igr.". alsmede 1467, 12e maand 4e week „item betaald Cornelis de Slootmaker van der „onruste" te vermakene an dc huerclocke 12 gr.". Zeer sporadisch komen deze objecten cog voor. Ze hingen in den regel aan koorden om het uurwerk gaande le maken. Dat men te dier tijd onder het ver vullen- van zijn arbeid op het stadhuis ook aan het bijbelsche werd herinnerd, •blijkt uil de volgende posten der stads rekeningen, 1153'54, 11e maancf le week „item betaelt Robin de Maelre van dat hij tdoordeel" opter stede huus I schone maecte 20 gr." en 1460. 10e maand, 2c week „ilem gegeven Jooskin de beijldevaerwer van tordeel te voor ziene ende van den stantfijk (vermoede lijk schouwstuk) te vaerwe 2 schel 3 gr.", alsmede 11e maand le weelc „item tordeel opter stede huus te vervaerwe- 11e 6 gr." Ik meen door het gerelateerde vol doende bewezen te hebben de wording en verdwijning van dit voormalige stad huis van Veerc, hetwelk reeds in 1103 werd voorzien van uurwerk en klok kenspel. Dat ook die objecten bij de Borssel- sche Ileeren van Veerc, die hun verblijf op hel toen zoo schoone slot Zanden- burg hielden, aanwezig waren, leest men in ecu rekening van den Rentmeester Willem Claisz. van 1465—'66 „item die slotemaker van ringen ende krammeu ande clawiere an die clocke te stelle 5 schel 4 gr.; alsmede stadsrekening 1450'51 12e maand le week: „item eerst bethaald meester Heinric in Mid- delborcli van den huerclocken, te hove ende te Vere te bewaren van desen jare 8 schel gr." Over de samenstelling van klokken heeft „Bomménée" in zijn aanteelcenin- gen, 1750, het volgende geschreven „Alle luiklokken, als die werden ge- gooten, worden ordinair in ider 106 pond kooper 20, 22 a 24 pond Engels tin ingedaan. Speelklokken worden ge mengeld, ordinair in ider 100 pond rood kooper 30 A 31 pond Engels tin, dan ist sluijten toon, en al wat het in tin ver mindert, vergroft den toon beneevens de resonantie. Alle geel kooper word gemaakt van rood kooper en Callaniin- (haarden, die 't saamen vermengt, daar 't geel kooper zijn coleur van bekomt en ook zijn brosheijdt. Als er luiklokken zijn die vereijsen oni vergooien te worden, soo is ordi nair de prijs per pond 4i/s stuijver; maar als er speelklokken noodig zijn vergooien die Joopen wel tot 12 A 13 sluijvers per pond van vergieten, niet omdat daar sooveel meerder werk aan is. want 't formen, smelten, gieten en 't opreeden ien zuijveren van de braam is een en ihet selve, maar het bestaat alleen in dee- se meerderheijt om de selve op den toon te draaijen dat just geen swaar moeijten is, maar de konst moet be taalt worden." Op de vraag, of de door mij vermelde klokken ook uit de even vermelde stof fen waren samengesteld, moet ik het antwoord schuldig blijven. Ten slotte: in de Mid'd. Courant, no. 117 van 1924, heb ik over het klokken spel te Veere geschreven en daarin den naam Vincent Loosjes vermeld, wat had moeten zijn de Heer Mr. A. Loosjes te Amsterdam. J. W. PERREL& Agent van Politie „Een attractie?" Ongeduldig haalde zij de dikke schou ders op. „Het kan ook wel niets beduiden, maar jongelui zijn zoo weekhartig, ieder meisje weet den mcefet bij-de-liantcn van hen in te pakken. Het zou mij niks ver wonderen, dat hij vertelt hoe hiji verloofd is als hij komt. Ik had een sentjmen- leelen brief van hem, waarin hij schreef, dat hij het aardigste meisje had gezien dat hij ooit ontmoette. Ik weet wat dit beduidt. Hij zou niet zoo over haar geschreven hebben, als hij niet ver liefd op haar was. En hij antwoordde niet op mijn vragen. Hij stelt zich vrijwel dwaas aan" „Wie is zij?" vroeg David, op zachten toon. „Dat zei hij niet. En wat komt het cr ook eigenlijk op aan? Je kunt wel zeker zijn, dat ze geen hal ven cent bezit. Zoo kan hij zijn leven mooi verknoeien, als hij niet oppast. Een gelukkig iels voor jou, dat je niet licht zoo'n risico zult bcloopcn. „Een jonge man, die trouwt, is. een bedorven man," zooals Ouida zegt." ..Shakespeare", verbeterde hij op den zelfden gedemplen toon, „niet Ouida" „Is dat zoo? Het slaat aan het begin van een boek van Ouida, dat weet ik vast. Als je broer op zijn leeftijd trouw de» dan kon hij zich net zoo goed op hangen." GEMEENTEJIEINIGINGS- EN ONTSMET TINGSDIENST TE MIDDELBURG. Volgens het verslag van bovengenoem- den dienst over 1921 werden de werk zaamheden door de werklieden met lust en ijver uitgevoerd. Straffen behoefden niet - te worden opgelegd, daar bij na latigheid of begane fouten door een berisping goede resultaten werden ver kregen. De - geest onder de werklieden kan dan ook als zeer goed genoemd worden. De gegalvAniseerd ijzeren tonnenspoel- loods voldoet geheel aan de verwachtin gen en bleef in goeden staat. De ton- nenloods, tevens in gébruik voor het opbergen van rollend materieel, geraakt lin verval; herstellingen welke geld Zou- jégéven van der gordine. hangende voor den moeten bosten, werden niet ver- Zijn bloed bleef steeds sneller vloeien. Maar Beckenhampton was geen dorp, die samenloop zou dan al heel toevallig we zen, maar dat kon toch niet zijn, "her haalde hij steeds weer tegenover, zichzelf. „Als hij nu zoo'n goed salaris lieert en hij houdt van haar, bracht hij cr te gen in." „Zoo'n goed salaris?" Ja zeker", ze werd een beetje verlegen., ,'t Is goed voor hem, zooals hij nu leeft, maar met een vrouw en huisgezin zou hij er niet van komen. Bovendien, éen man is al tijd veel beter af, als hij niet getrouwd is, maar hij is zoo teerhartig, zoodra zich een aardig gezichtje vertoont. Een handig juffertje dat een eigen thuis ver langt, hoeft maar even wat vriendelijk tegen hem te zij'n of hij verbeeldt zich in eens dat hij zonder haar niet door hel leven kan! 'Goede hemel! Als een man eens wat dieper kon kijken bij een meisje, terwijl ze zoo lief en aardig doel en zich houdt of zij een engel is. Mannen zijn dadelijk het hoofd op hol gebracht door ieder meisje, dat ze ontmoeten, de gekken!" Haar verachting voor de gekken werd in geen enkel opzicht getemperd door het feit» dat zij zelf twee mannen had weten in te palmen. Ze dacht aan haar zoon, Als de vrouw -het nog bijwoont, dat de praktijken, die zij zelve aanwend de om haar echtgenoot te winnen, op haar zoon worden toegepast, kent de op richt, "doch door eigen personeel zoo veel mogelijk bijgehouden; binnen af- zienbaren lijd zal geheele vernieuwing niet kunnen uitblijven. De nieuwe paar denstal is keurig ingericht en voldoet goed. mede door dat op den zolder ge legenheid is voor het opbergen der win- terfourage. Hét betttérrein kreeg voor een groot gedeelte zijn afzetting, zoodat het aau een zijde geiieel van den openbaren rijweg is afgesloten, aan dc zijde van den ha- %-endijk kon zulks nog niet geheel plaats hebben, daar de hoop vuilnis door 'den vorigen beheerder achtergelaten nog niet geheel was opgeruimd, doch binnenkort 'zal oök Daarmede wordqn aangevangen. Hel is gebleken, dat door goeden toe gang naar en op het bcllterrein, de afzet der meststoffen aanzienlijk is ver meerderd Voordien één modderpoel, nu een behoorlijk begaanbaar terrein. Ook de verbrandingsoven, staande op het beltterrein, komt voor vernieuwing in aanmerking, daar brandgevaar voor de aangrenzende loods ontstaat en de naaste bewoners hinder van den rook onder vinden. Hel rollend matereel verkeert in goe den Slaat en werd geregeld onderhouden. 'De dienst moet beschikken over 9 paar den, maar beschikt thans over S paar den, die in goede conditie zijn en boven dien over 2 opgekweekte paarden, wel ke zeer spoedig voor lichten arbeid kun nen worden gebezigd. Het ligt in de be doeling niet ivweeken van paarden op kleine schaal door te gaan, daar het gebleken is Ioonend te zijn, temeer daar de prijzen der paarden hoog blijven. Het hooi voor de paarden was dit jaar ook niet hoog in prijs te noemen en tevens van prima kwaliteit. De onderhoudskos ten voor de paarden waren per paard en per dag f 1.49, alzoo f 0.05 minder dan vorig verslagjaar. Niettegenstaande het groot aantal nieu we woningen breidde de ophaaldienst (Zich niet uit. Opgehaald werd 9072 huisvuil of 392 M.3 meer dan in 1923. Aan het schoonhouden der urinoirs werd voortdurend veel zorg besteed en aanhoudend de aandacht gewijd; zij wer den gereinigd met creoline-oplossing j voor de 150 urinoirs was 150 L. creo- line noodig. 'Waterspoeling zou vooral in de zomermaanden van een groot hy giënisch belang zijn. De pompgebouwtjes der rioleering werden zeer goed on derhouden, als zij van een automatische installatie worden voorzien, zal één ar beider worden bespaard. De pompge- bouwen aan Heerengrachl en Vlissing- schc Brug brachten resp. 10.038 en 8740 ket§ls van 3000 liter in het hoofd riool naar Veere over. Het reinigen der straten bleef in twee ploegendienst geschieden. Het bietenver- voer eischte veel zorg aan de stralen. De veegmachine en sproeiwagens hebben daarbij goede diensten bewezen, eerst genoemde bespaart meerdere werkkrach ten en kost slechts f25 per jaar aan onderhoud. Om Maart werd begonnen de straten, waar noodig met Weedkiller (een bijlende stof om gras te verdel gen) te behandelen. Waar het niet Icon plaats hebben, geschiedde het wieden met de hand, met daarvoor gemaakte krauwers. In het voorjaar 1924 hadden veel sneeuwvallen plaats. Op 7 verschillende dagen werd met 22 lol 97 loss<^ werk lieden sneeuw geruimd. Het indeelen in ploegen ter sterkte van 8 losse werk lieden onder 1 vasten werkman blijkt dc juiste wijze van ruimen te zijn; zijn rechtheid geen grenzen. In de gebrek kig in-elkaar-gezette levenstragedie is er geen andere situatie die de dichterlijke gerechtigheid zoo Zeer nabij komt David vond 'dien middag den ver velendsten, dien hij ooit in Regent's Park had doorgebracht. Ofschoon hij zichzel- ven onverreedde dat zijn boos voorge voelen uit dc lucht gegrepen was, bleef het hem toch hinderen, en terwijl! hij met Ideine teugjes slappe thee dronk en on achtzame antwoorden gaf, trachtte hij tot een volledig begrip te komen van Hilda's gevoelen voor hem, zich afvra gende of het in de vrouwelijke natuur kon liggen» dat zij hem zóó schreef, als hij meende dat zij deed, en tegelijker tijd ontvankelijk kon zijn voor de hof makerijen van een anderen man. Vivian was knap van uiterlijk, gemak kelijk in den omgang, zoo populair, over al waar hij kwam. Ja, Vivian was altijd populair geweest, herinnerde hij zich, met bitterheid. iZou niet de vurigheid; van een man, die haar liefhad ,|apjn< haar zijde een sterker "nacht blijken, dan de stil zwijgende aanbidding van één waar ze mee (in briefwisseling stond' Kon ze niet zeggen, zou ze niet gelukkig zijn le kunnen zeggen, dat in haar brieven aan hem nooit een woord had gestaan, waardoor ze meer waren, dan de brieven van een vriend? Dus zou Vivian haar van hem afneirfén. 'Vivian, die zooals het hem nu leek, in een uitbarsting van jalousie altijd alles voor hem wegge kaapt had. zou hem nu nog van haiar berooven ook. Maar al weer, hel samen treffen was immers zoo onwaarschijnlijk Bovendien, zijn moeder kon zich wel vergist hebben, het kon wel een waan voorstelling van haar zijn, misschien ver langde Vivian in het geheel niet iemand te trouwen. Het was hem een verluchting toen de klok hem een excuus aan de hand deed, om op le staan. „Nu goedendag, moeder!" Hij vermeed het blanketsel en drukte een kus op haar geverfd ponnyhaar. „Moet je gaan?" vroeg zo. „Hoor eens, David, als je waarlijk een paar pond missen kunt, zou ik wel zeer met het geld geholpen zijn, om ecu nieuwe japon fe koopen. Ik heb niets fatsoenlijks meer oril 's middags aan te trekken. Deze blouse is zoo armoedig, dat ik mij schaam, om er aan tajfeil in te ver schijnen. Ilij beloofde, dat hij haar liet ver langde sturen zon en nam zijn hoed. Toen hij de hand al opi den knop: van de deur had, vroeg ze hem, of hij wilde blij ven soupeeren, maar hij sloeg de uilnoo- diging af. (Wordt vervolgd.)*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 2