Middefiinrgsebe Cnl
BIJVOEGSEL
FEOiüETM,
ZONDERLINGE KAMERADEN
I&N 101
VAN
Donderdag 9 Juli 1925 no. 159.
DE ZONDAGSDIENST
OP DE PROV. BOOTEN.
liet is iu d© Prov. Staten wel heel
eigenaardig toegegaan met de beperking
van den Zondagsdienst op de Provin
ciale booten.
In de najaarszitting werd een beslis
sing der Staten over een verdere "be
perking uitgesteld, omdal Ged. Staten,;
eerst nog een nader rapport wilden af
wachten. Toen ze dat rapport hadden,
hebben Ged. Staten geen nieuwe be
slissing van dp Prov. Staten afgewacht,
maar in Maart bekend gemaakt, dat
ze met ingang van 5 Juni den dienst
Zonsdggs verder zouden beperken. En
aan de Prov. Staten die eerst thans
bijeen kwamen t, stelden zij voor deze
meeóficling voor kennisgeving aan te ne
men.
Toen Dinsdagavond dit voorstel aan
dp orde werd gesteld, deed de heer
Ondjerdijk een poging om een verdere'
bespreking mogelijk te maken door 't
voorstel die meedeeling naar de afdeelin-
gen te verzenden. Maar dat lukte niet.
want met 23 tegen 16 slemmen (van
rechts zoowel als van links) werd. het
voorstel om haar voor kennisgeving aan
te nemen aangenomen.
Dat wil dus zeggen, dat die tusschen-
tijds ingevoerde regeling is goedgekeurd.
Menigeen zal met cenige verbazing djen
gang van zaken vernemen, na de proles
ten. die ook voornamelijk in Z.-Vlaande-
ren zijn gehoord.
Men kan nu alleen er nog maar op
hopen dat de begrooting voor die dien
sten een kapstok zal opleveren om er
een discussie over dit onderwerp aan op
te hangen.
STUKKEN VOOR DE PROVINCIALE
STATEN VAN ZEELAND.
De Eïectrifïcatie.
Door den heer Onderdijk lid, dep Prov.
Staten is aan zijn medeleden een schrij
ven gezonden, waarin hij zegt zich inzake
de aanhangige voorstellen en rapporten
betreffende de electriciteitsvoorziening,
tot een hem beleend deskundige om raad
te hebben gewend- De heer O. acht
diens opmerkingen en eoncllisies van
zooveel belang, dat het hem wenschelijk
voorkwam die in afschrifft aan zijn me
deleden te doen toekomen, teneinde lien
in staat te stellen ze rustig te overwegen.
De deskundige door den heer O be
doeld namelijk de heer Ir. J. Boelen te
Middelburg zegft da|t z. i. de electrificatie
door de P. Z. E. M. behoudens Zeeuwsch
•Vlaanderen vooralsnog overbodig enon-
gewonscht is.
De bedoelde electrificatie is overbo
dig aangezien-
a. de rapporten de conclusie geven
dat de stroomlevering voor de Noor-
dergroep en Middengroep behoudens
Walcheren moet geschieden vanuit N.
Brabant en, waar volgens de rapporten
blijkt, dal de producent de aangegeven
persoon is om de stroom en détail le
verknopen, het eenvoudiger zou zijn voor
deze gedeelten van de provincie conces
sie aan de Provinciale Noord-Brabant-
sche Eleclriciteitsmaalschappij aan te
bieden. Alle risico voor dc provincie zou
alsdan kunnen worden uitgesloten en
toch de controle over juiste eleeirifi
catie gewaarborgd kunnen ziju.
WU*.
Naar het Engelsch van
LEONARD MERRICK.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H.
o
35).
„Waar is dat? Toe, geef me het zout
even aan, wil je?"
„In Liverpool".
„En doe je het?"
„Ja natuurlek, ik denk van wel."
„Waarom niet?"
„De vracht zal toch heel wat kosten."
„Neen, in het geheel niets. Zo zullen
hel ook lalen halen en het mij terugstu
ren, vrachtvrij, als het niet verkocht is.
Ze klemde de lippen op elkaar terwijl
ze uit het venster keek. Hoezeer ze ook
door andere gedachten, in beslag geno
men werd, viel liet haar op dat haar
zuster niet zei: „Hoe prettig voor jon,"
maar „Zou de vracht niet veel kosten?"
In den loop van den zomer zou Hilda
nog wel eens op de uitnoodiging terug
komen als- „De aardige brief, dien je uit
Liverpool kreeg" en zelfs niet meer we
ten, dat ze in het geheel geen blijk had
gegeven van dc opvatting van „aardig",
toen de brief kwam.
„Waarom ontbijt je niet?" vroeg ze, na
b. Waar het meest oeconomisch is de
electrische stroom van de Centrale Vlis-
singen te betrekken, de concessie voor
de electrificatie van Walcheren aan de
Société Anonyme als producent zou kun
nen worden verleend. Blijkens de uit
spraak van Prov. Stateen achtte men het
niet gewenscht op liet aanbod van de
Soc. An. in te gaan, alvorens overleg ge
pleegd was met de P. N. E. M. Dat over
leg leidde lot geheel andere plannen. De-
Middengroep werd verdeeld in twee on
afhankelijke deelen le Noord- en Zuid-
Beveland; 2e Walcheren. Voor beide van
elkaar onafhankelijke groepen moest een
exploitant worden gezocht, welke de
electrificatie oeconomisch kon lot stand
brengen. Wat Walcheren betreft werd
blijkbaar het gemeentebestuur van Mid
delburg als overheidslichaam hiervoor
aangezocht, daar dit overheidslicluaaxn
reeds beschikt over een staf van deskun
dig personeel en gebruik kon worden
gemaakt van de reeds bestaande elek
trische inrichtingen van dal overheids
lichaam. Het risico bij deze concessiever-
leening zou voor de provincie geen groo-
ter zijn dan bij de exploitatie der P. Z.
E. M. terwijl de controle een juiste elec
trificatie zou kunnen waarborgen.
c. Geen oeconomisch© voordeden af
gescheiden van de eenheid van tarieven,
waarover hieronder nader, kunnen wor
den aangevoeiyl, welke de concessiever-
leening aan de P.Z.E.M. gebiedend maakt.
Hel argument van eenheid in materiaal
voor de verschillende deelen der Provin
cie zou eerst dan gebillijkt kunnen wor
den, indien alle uitbreidingen in eens
tot stand zouden kunnen worden ge
bracht, hetgeen in strijd is met de meest
oeoonomische ontwikkeling. Daarenboven
geen rekening wordt gehouden mei de
technische verbeteringen, welke nog da
gelijks zijn te constateeren.
B. Te besluiten de electrificatie aan de
P.Z.E.M. op te dragen is ongewenscht:
d. Zoolang geen eenheid in de inzichten
van de wijze van electrificatie bestaat
bij de verschillende deskundigen onder
ling. Ten opzichte van het uitgebrachte
advies der deskundigen Beekman en Lohr
zij verwezen naar het verslag der Staats-
commissie-1921, om van voorlichting te
dienen omtrent de electriciteitsvoorzie
ning van het land. De voorgestelde wijze
van electrificatie voor Zeeland stemt
slechts overeen met het minderheidsrap
port, wat niet tot verwondering wekt
aangezien de beer Lohr een der mede-
onderteekenaars van dit minderheidsrap
port is.
e. Zoolang niet is aangetoond, dat, ge
zien de tijdsomstandigheden, een directe
algelieele electrificatie van het ge
west financieel uitvoerbaar is.
f. Daar de voorgestane wijze van. elec
trificatie nooit tot een werkelijk oecono
misch geheel kan worden, zoolang de
adviseur van Ged. Staten directeur der
P.Z.E.M. is, daar dit tot eenzijdige voor
lichting moet leiden.
g. Niet gebroken wordt met het voor
gestane gelijkmaken der tarieven waar
door moge dan ook dc tarieven voor de
geheele provincie theoretisch gelijk zijn,
de onbillijkheid niet wordt weggenomen,
dat stroomafnemers in centra waar de
stroom goedkooper geleverd zou kunnen
worden, hoogere tarieven zullen moeten
betalen, terwijl zij bovendien in gelijke
.mate aan belastingpenningen de eventu-
ecle tekorten helpen dekken.
Is electrificatie een algemeen belang,
dan kunnen beter zonder nivelleering der
tarieven de noodzakelijke tekorten door
een direct uitgesproken belasting wor
den verkregen. Met de draagkracht dei-
bevolking kan dan beter rekening wor
den gehouden en gaat niet elk overzicht
verloren.
h. Zoolang aan het electrificatie-vraag-
stuk de ten fop gevoerde stroomvoorzie
ning aan grootverbruikers blijft gekop
peld en de eigenlijke electriciteitsvoor
ziening ten plattelande een ondergeschik
te rol wordt toebedeeld.
dat onderwerp van de schilderij.
„Ik heb geen trek", zei Bee. „Je kunt
dat ei ook krijgen als j© wilt."
Toen de "lafel afgenomen was en zij
weer alleen zat, begon ze haar taak. Nu
ze dp pen in de hand hield, had haar
ijver om te schrijven haar begeven en
do gedachte, om zijn begoocheling te
verstoren, deed haar andermaal terug
schrikken. Haar argumenten van een
oogenblik geleden kwamen bjj haar op,
zonder dat ze het er nu mee eens kon
zijn; ze was er zeker van dat hij zich
haar voorstelde, zooals ze er graag zou
uitzien, en ze wist ook zéker, dat leelijk-
heid hem afstootte.
Ze klemde de tanden op elkaar en
doopte de pen in den ink f.
Ze kon geen woorden vinden. Aller
eerst schreef ze het adres op do enve
loppe, maar het velletje postpapier was
nog leeg. In de keuken hoorde ze moe
der en dochter praten, ze kon duidelijk
onderscheiden: „En vergeel het brood
niet te halen, als je terugkomtZe
wierp een blik op de klok en greep wan
hopend de pen.
„Ik kan niet voldoen aan uw verlan
gen", krabbelde ze, „omdat ik nooit van
mijn leven gefotografeerd werd. En er
werd nooit een portret van mijn geno
men, omdat ik mismaakt ben
Neen, zoo niet. Ze kon bet zoo niet)
zeggen. Zo zat al weer roerloos, hooide
d© klok luide tikken en haatte zichzelve.
VOORSTELLEN VOOR DEN
GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG.
REORGANISATIE LAGER ONDERWIJS.
Oomm. v. Toezicht.
De Oommissie van Toezicht op liet L.
O. rapporteert te hebben besloten ad-
haesie te betuigen aan dc voorstellen
van B. en Wl
Rapport C. v. Fin.
De O. v. Fin. heeft B. en Wl het vol
gende rapport gezonden, waarin zij B
W'. mededeelt zich niet niet liet voorstel
van B. en W. in zake reorganisatie van
het openbaar 1. o. te kunnen vereenigen.
Een lid der meerderheid is van mee
ning dat bij dat voorstel meer is gelet op
het bedrag dat de reorganisatie van hel
L. O. voor de gemeente zal kosten, dan
cr rekening is gehouden mét de deugde
lijkheid van dat onderwijs
Hij is te meer door het voorstel van
B. en W. onaangenaam verrast, waar in
de toelichting het College zelf verwijst
naar de kosten die de gemeente draagt
voor het Gymnasium en de H. B. S. en
daarbij zelf betoogt, dat het belang van
het onderwijs voor het schoolland, hetzij
het .een openbare of bijzondere school
bezoekt, de gemeente toch ook wel eenigé
offers waard mag zijn.
Van meening zijnde, dat in de eerste
plaats voor het L. O. hier ter plaatse
noodig is dat daarvoor een periode aan
breekt waarbij voorloopig geen wijzigin
gen van beleekenis noodig zullen zijn of
scbool-opheffingen of omvormingen van
6- in 3-mansscholen of omgekeerd zullen
plaats vinden, kon hij zich niet vereeni
gen met de voorgestelde proefneming aan
school 0.
Een dergelijke proefneming als door
B. en W. wordt voorgesteld, wordt door
het college zelf voor alle openbare scho
len gevaarlijk geacht en toch meent zij
dil voor een dier scholen te moéten
voorstellen. Is de splitsing in 3-mans
scholen voor alle bestaande scholen niet
zonder gevaar, dan geldt dit ook voor
een groot deel wanneer alteen schoot 0
wordt omgewerkt in 2 drie-mansscholen.
Wel zal dit gebeuren, bij wijze van
proef, doch hoe lang zal die proef moe
ten duren? Door het dagelijksch bestuur
wordt in het voorstel zelf daaromtrent
niets aangegeven.
Een proefneming van één jaar, als
door den Inspecteur van het L. 0. voor
gesteld, lcomt hem voor veel te kort te
zijn, om daaruit de resultaten te 'kun
nen afleiden. Een veel langere duur zou
noodig zijn, om te kunnen nagaan of
inderdaad de resultaten van liet onder
wijs aan 3-mansscholen even goed is als
aan 6-mansscholen. Zeer zeker mogen
de 200 leerlingen van de nieuw te vor
men 3-mansscholen niet worden gewaagd
aan een dergelijke proef, waardoor
zijn de resultaten ongunstig door hen
voor een groot deel van hun schooljaren
minder goed onderwijs zou worden ge
noten dan anders het geval zou zijn.
De resultaten aan 3-mansscholen moe
ten z.i. minder zijn, dan bij de gebruike
lijke 6-manssc.holen, ook al krijgt de on
derwijzeres) aan eerstgenoemde enkelé
leerlingen minder dan aan de 'laatstge
noemde scholen. Een leerkracht aan een
S-mansschooI moet zijn tijd besteden aan
2 klassen die verschillend onderwijs moe
ten krijgen. Uit den aard der zaak zal
dus altjjd één der twee klassen zonder
hulp moeten bezig zijn. Dit mag voor een
enkel vak wellicht niet veel hinderen,
toch wordt door hem zeer sterk betwij
feld of dc lesrooster zoodanig kan wor
den 1 samengesteld, dat het onderwijs
daaronder niet zou lijden.
Kinderen van 6, 7, 8 én/ 9 "jaar moeten
zoowat bij' alle vakken regelmatig en goed
toezicht en leiding en waar noodig, hulp
hebben om hen het verwerken der leer
stof goed mogelijk te ynaken en indien
daaraan iets hapert, hen door een klei
ne vingerwijzing op het goede spoor te
brengen. Een onderwijzeres) die 2 klas
sen krijgt kan dat niet ^geregeld doen.
Een dergelijke leerkracht kan maar met
één klas tegelijk bezig zijn en kan de
leerlingen van de andere klas de noodige
hulp niet verstrekken. Dit moet nadeeïig
zijn voor de 'vorderingen der leerlingen
Daar sloeg de klok met grooten nadruk.
Ze schoof het velletje papier ter zijde en
zocht een ander in haar vloeiboek. Ze
vond er geen ander iu, dus ging ze naar
do chiffonnière en schoof een lade open-
Daar lagen nog heel wat meer dingen in
behalve schrijfbehoeften: een schetsboek,
enkele onopgeplakte fotografieën, die ze
de vorige week in Penshurst had geno
men en enkele onopgeplakte portretten,
die ze eveneens in dc week daarvoor
van Hilda nam.
Werktuigelijk pakte zij ze een voor een
op en bekeek ze, bleef even staan, bij
een portret van haar zuster, een studie
iu zonlicht en schaduw, droomende in
een leunstoel, onder dc takken.
Daar werd aan de deur geklopt en
miss Kemp trad binnen.
„Ik ga nu, miss. Heeft u uw brief
soms klaar?"
,,»Wat?'' vroeg Bee, heesch, zonder zich
om te koeren.
Hk ga. Is uw brief klaar?"
„Ja", mompelde Bee.
Ze trad terug van do tafel, deed het
portret in dc enveloppe en gaf die het
meisje in de hand.
Hoofdstuk xyi.
David zat voorover gebogen in een
stoel mét het portret op de knieën.
Nu was hij vastberaden opgestaan en
had het wel tweemaal opgesteld tegen
een van de consoles op den schoorsteen
mantel, maar na oogenblikken vim ver-
Wordt dus de proefneming als B. en
Wl voor school 0 voorstellen, door hprn
ongewenscht geacht, zoo wenscht hij om
trent de toelichting tot het voorstel van
het dag. bestuur het volgende op te
merken
In de eerste plaats wordt daarin o.m.
medegedeeld, dat wanneer hij tien door
de adresseerende besturen enz. nieuw
gedachten toestand aan school J vóór
1980 ©en vacature ontstaat, er 1 boven
tallige onderwijzer meer zal zijn dan in
het adres berekend.
Dit zou inderdaad juist zijn, maar kan
worden voorkomen door het aantal leer
lingen voor school J op iets meer dan
193, Stel 196, le bepalen en deze te ne
men van school 0 die er dan nog 206
zou houden en dus nog 13 boven het
vereischte aantal.
Bovendien, vvanneer het voorstel van
B. en W. zou worden aangenomen en er
vóór 1930 ook maar één vacature aan
een der scholen ontstaat, zou men toch
ook öf nog verder moeten doorgaan met
het omvormen van 6-mans- in 3-mansi-
scholcn öf (om niet te vee] leerlingen'
in een klas te krijgen) een boventallige
moeten aanstellen, waardoor volgens de
cijfers der schoolbevolking van thans
de gemeente toch nog 6 onderwijzers
voor hare rekening krijgt. (1 voor de
openbare en 5 voor de bijzondere scho
len).
Bij het voorstel van B. en W. worden
ook de bijzondere scholen niel gebaat,
want de opmerking in de toelichting
van het voorstel dat ook dc Bijzondere
scholen in kleinere scholen kunnen wor
den gesplitst een en ander volgens
advies inspecteur kan niet juist zijn,
wat hij met een enkel voorbeeld wil
toelichten. De bijzondere school op het
Molenwater- telt 295 leerlingen en heeft
volgens de onderwijswet (valt nog onder
de bepalingen van 1923) recht öp 7 leer-
ilcrachten; gaan ze splitsen, dan zouden ze
volgens de wet b.v. 2 viermans-scliolen
er van kunnen maken, samen dus 8 leer
krachten. Er zijn echter in dit gebouw
maar 1 leslokalen en men zal toch wel
niet den toestand scheppen dat cr in
één lokaal 2 onderwijzers voor meerdere
klassen staan, daar er dan van het 'on
derwijs weinig terecht borat.
Zou men dergelijke scholen toch w'Bien
splitsen, dan zou men bij de gemeente
moeien aankloppen om gelden toe te
staan voor aanbouw of nieuwbouw om
het benoodigde aantal lokalen te maken.
Wanneer dergelijke aanvragen van meer
dere scholen zouden inkomen, dan zou
voor de gemeente de zuinigheid vèr zoek
zijn.
Wat verder het in het advies van B en
W. genoemde feit betreft, dat de gemeen
te vooralsnog geen extra uitgaven te
doen heeft voor leermiddelen enz. aan
een nieuwe 3-mansschool merkt hij op,
dat volgens het advies van B. en W. men
wil trachten op een wijze die zeer zeker
buiten de bedoeling van den wetgever
heeft gelegen, het Rijk door middel van
splitsing in 3-mansscholen, leerkrachten
te doen betalen, waarvoor men anders,
bij den tot nu toe gevolgden gang van
zaken (6-mansscholen) geen vergoeding
meer zou krijgen.
Hij betwijfelt of een dergelijke uit
legging der onderwijswet 'die ter wille
van bezuiniging op de Staatsuitgaven is
gewijzigd) lang zou worden geduld.
Kan bij zich dus niet vereenigen met
hel voorstel van B. en W., zoo meent
hij. dat het in het belang is èn van
het openbaar èn van liet bijzonder on
derwijs, zoo er (op een kleine uitzonde
ring. na) een beslissing wordt genomen
als door do oudercommissies, de bestu
ren der bijzondere scholen en volkson
derwijs, wordt gevraagd.
Die kleine uitzondering wil hij hier
uit doen bestaan, dat school J om bo
vengenoemde redenen een leerlingen
aantal van iels boven 193 krijgt en deze
meerdere te nemen van die van school C.
In het rapport van den Onderwijs-
Inspecteur wordt verder nog opgemerkt,
dat hij het zeer zonderling vindt, dat er
in Middelburg geen enkele U. L'. O.
school (behalve dan de bijzondere) voor
strooidiieid kwam hij tot de ontdekking,
dat liij er al weer van zat te genieten.
Hij wist zeer goed, dat al zette hij het)
ook een half dozijn keeren weg het weer
biijfien vijf minuten op zijn knie zou
staan.
Het overtrof al zijn droom-vo or stellin
gen van haar. Hy werd er verlegen on
der, met het portret voor zich kon hij
nog den toestand niet vatten. Hij had
een vriendin, dit mooie, jonge meisje.
Ofschoon hij haar wel zoo vaag voor
mooi gehouden had, was de waarheid
nu toch verbijsterend. Zijn brieven leken
hem op eenmaal onbeschaamd; er was
iets ongelooflijks in dat hij die haar ge
schreven hadl En dan de hare! De ge
dachte daaraan was nog verwonderlijker.
Zijn correspondentie was deze goden
dochter, rein, vorstelijk, fier, het jonge
meisje, dat hem schreef was zoo van
uiterlijkl
Hij had voor vriendin dit jonge, dit
mooie meisje. Voor „vriendin". Zijn man
nelijkheid kon het niet eens zijn met!
dit woord. Bestond er niet een teeder
en tegelijk toch hechter band tussclien
ben dan vriendschap? Als die gemeen
schap nu vriendschap werd genoemd, wat
was dan liefde? Ze had zich gegeven aan
hem, haar geestelijk-zijn, hem 'toever
trouwd haar innigst© gedachten, nog hei
liger dan haar lichaam. Hij smachtte om
naar haar toe te gaan, en huiverde
van vrees om uit te wisschen door zijrt
jongens bestaat. B. en W. schijnen het
niet ntJodig te hebben geacht om daar
op in (e gaan.
Het komt dat lid gewenscht voor, dat
Inderdaad tot oprichting van een U L.
O. school wordt overgegaan, waarvoor
vanwege de beschikbare lokalen, school
K wei geschikt zal zijn.
Wordt liet idee-oprichting U L'. O.
voor jongens door den Raad aangeno
men, dau zou het z. i goed zijn om het
7e leerjaar voorloopig le handhaven, tot
de opening van de U. L. O. schooi
In zijn bedoeling ligt den Raad voor
te stellen
a. het maximum aantal leerlingen aan
de zesklassige scholen (zcsmansscholen)
te bepalen op 216, dat aan school J op
196 en school B als 4 mansschool te
laten voortbestaan
b B. en W. op te dragen een crustig
onderzoek in te stellen naar de moge
lijkheid van het oprichten van een U.
L. O. school voor jongens;
c. in verband met liet onder b ge
noemde, de 7e klasseschool voorloopig te
behouden;
d. van een en ander aan adressan
ten mededeeling te doen.
Volgens de door de adresseerende be
sturen en commissiën en den heer In
specteur gegeven cijfers, zullen de kos
ten voor inwilliging van het verzoek
tusschen de 14 en de 19000 gulden per
jaar bedragen.
Hij meent, dat dan daarmede zijn ge
baat 952 leerlingen van het openbaar
en 1185 van het bijzonder onderwijs,
totaal 'dus ruim 2100 schoolgaande kin
deren, wat dus voor de gemeente een
onderwijsuitgave van f7 a f9 per kind
en per jaar zou worden.
In aausluiting op hetgeen B. en W.
zelf aanvoeren omtrent de bedragen, die
van Öe gemeente worden gevorderd voor
ons Ilooger- en Middelbaar onderwijs (en
men kan er ook Nijverheidsonderwijs bij
voegen), dan is een dergelijke verhoo
ging, vooral voor die kinderen die geen
verder onderwijs meer volgen, ook be
schouwd uit het oogpunt voor den fi-
nancieelen toestand der gemeente ze-k
ker gemotiveerd. Op het Gymnasium
gaan pl.m 63 leerlingen (jaarverslag ge
meente Middelburg, laatstverschenen
exemplaar) waaronder er ook nog zullen
zijn van buiten Middelburg; de kosten
voor de gemeente alleen worden daar
voor geraamd op f35.000.—de Rijks
II. B. S. kost voor de Middelburgsche
leerlingen aan de gemeentekas ruim
f 29 000. De meerdere kosten, die voort
vloeien uit de aanneming van zijn voor
stel, zouden, meent hij, daarbij vergele
ken, toch ook niet overdreven lijken
Hij wenscht voorts aan B. en W. te
vragen hoe zij zich de regeling denken
wanneer een leerkracht van een 3-mans-
school korten tijd ongesteld is en daar
door thuis moet blijven. Hij meent dat
het toch niet de bedoeling zal' zijn dat
een der andere onderwijzers dan zoolang
3 of '4 klassen krijgt. Verder zou hij
gaarne vernemen of het de bedoeling van
B. en W. is bij eventuecle aanneming
van hun voorstel het nieuwe hoofd tij
delijk te benoemen.
Het andere lid der meerderheid is
van gevoelen dat de richting die B.
en V aangeven, geen oplossing brengt,
omdat
a. hel ontslaan van een vacature aan
een der openbare scholen, wat mogelijk
is, steeds weer een beslissing vraagt •-
of doorgaan met de proef „3 mansscho-
len" of toch den weg kiezen in liet
adres der oudercommissiën en der
schoolbesturen aangegeven;
1>. bel herhaaldelijk overplaatsen van
leerlingen in strijd is met het belang
van het onderwijs, bij de ouders ont
stemming wekt en de verlangde rust,
die hel onderwijs noodig heeft, tegen
houdt
c. bij een 3-mansschool de jonge kin
deren van den middelmatigen aanleg
het overgroote deel en ook die van
minderen aanleg, die vooral in hun eer-
slc leerjaren hulp en bijstand van hun
onderwijzer zeer noodig hebben, deze
hulp en hijstand veel minder zullen ge
nieten;
persoonlijkheid den indruk dien hij door
zijn kunst had gemaakt. Hij zou dan door
zijn blik de liefde vernietigen, die zijn
ziel in liaar wekte. Neen, hij kon niet
gaan, hij moest sterk wezen. Maar als hij
het nu eens deed, wanneer het ten minste
mogelijk was. Ze leefde, het was geen
visioen, opgeroepen door zyn eenzaam
heid; ze bestond. Ze lachte, praatte,
dacht aan hem, nog geen. dertig mijlen
ver.
Hij kreeg een gevoel van koortsachtige
vervoering bij de gedachte aan hun ont
moeting, zooals die had kunnen zijn, als
die ook zeker geweest was, als hij maar
een blanke huid had gehad.
Hij vond haar zooals zij daar zat, het
zonlicht bescheen haar precies al hier.
„Daar is jo vriend". De oogen op het
portrel straalden hem tegen en hij las
vreugde in haar blik. De boomen toeken
den zich donker af en de sterren begon
nen te schijnen. Hoeveel tijd was er nu
al verloopen. In zijn verbeelding bestond
er geen kalender, maar het portret bezat
toovermaebt. Hij sprak' liaar van zijn
liefde. De oogen keken teederdcr, de boe-
zem zwol, de lippen. O, dwaas die
hij was. Het was immers maar pa-
pierHad de begoocheling nog een
seconde langer geduurd.
(Wordt vervolgd).