Middefiinrgsebe Cnl BIJVOEGSEL FEOiüETM, ZONDERLINGE KAMERADEN I&N 101 VAN Donderdag 9 Juli 1925 no. 159. DE ZONDAGSDIENST OP DE PROV. BOOTEN. liet is iu d© Prov. Staten wel heel eigenaardig toegegaan met de beperking van den Zondagsdienst op de Provin ciale booten. In de najaarszitting werd een beslis sing der Staten over een verdere "be perking uitgesteld, omdal Ged. Staten,; eerst nog een nader rapport wilden af wachten. Toen ze dat rapport hadden, hebben Ged. Staten geen nieuwe be slissing van dp Prov. Staten afgewacht, maar in Maart bekend gemaakt, dat ze met ingang van 5 Juni den dienst Zonsdggs verder zouden beperken. En aan de Prov. Staten die eerst thans bijeen kwamen t, stelden zij voor deze meeóficling voor kennisgeving aan te ne men. Toen Dinsdagavond dit voorstel aan dp orde werd gesteld, deed de heer Ondjerdijk een poging om een verdere' bespreking mogelijk te maken door 't voorstel die meedeeling naar de afdeelin- gen te verzenden. Maar dat lukte niet. want met 23 tegen 16 slemmen (van rechts zoowel als van links) werd. het voorstel om haar voor kennisgeving aan te nemen aangenomen. Dat wil dus zeggen, dat die tusschen- tijds ingevoerde regeling is goedgekeurd. Menigeen zal met cenige verbazing djen gang van zaken vernemen, na de proles ten. die ook voornamelijk in Z.-Vlaande- ren zijn gehoord. Men kan nu alleen er nog maar op hopen dat de begrooting voor die dien sten een kapstok zal opleveren om er een discussie over dit onderwerp aan op te hangen. STUKKEN VOOR DE PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. De Eïectrifïcatie. Door den heer Onderdijk lid, dep Prov. Staten is aan zijn medeleden een schrij ven gezonden, waarin hij zegt zich inzake de aanhangige voorstellen en rapporten betreffende de electriciteitsvoorziening, tot een hem beleend deskundige om raad te hebben gewend- De heer O. acht diens opmerkingen en eoncllisies van zooveel belang, dat het hem wenschelijk voorkwam die in afschrifft aan zijn me deleden te doen toekomen, teneinde lien in staat te stellen ze rustig te overwegen. De deskundige door den heer O be doeld namelijk de heer Ir. J. Boelen te Middelburg zegft da|t z. i. de electrificatie door de P. Z. E. M. behoudens Zeeuwsch •Vlaanderen vooralsnog overbodig enon- gewonscht is. De bedoelde electrificatie is overbo dig aangezien- a. de rapporten de conclusie geven dat de stroomlevering voor de Noor- dergroep en Middengroep behoudens Walcheren moet geschieden vanuit N. Brabant en, waar volgens de rapporten blijkt, dal de producent de aangegeven persoon is om de stroom en détail le verknopen, het eenvoudiger zou zijn voor deze gedeelten van de provincie conces sie aan de Provinciale Noord-Brabant- sche Eleclriciteitsmaalschappij aan te bieden. Alle risico voor dc provincie zou alsdan kunnen worden uitgesloten en toch de controle over juiste eleeirifi catie gewaarborgd kunnen ziju. WU*. Naar het Engelsch van LEONARD MERRICK. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H. o 35). „Waar is dat? Toe, geef me het zout even aan, wil je?" „In Liverpool". „En doe je het?" „Ja natuurlek, ik denk van wel." „Waarom niet?" „De vracht zal toch heel wat kosten." „Neen, in het geheel niets. Zo zullen hel ook lalen halen en het mij terugstu ren, vrachtvrij, als het niet verkocht is. Ze klemde de lippen op elkaar terwijl ze uit het venster keek. Hoezeer ze ook door andere gedachten, in beslag geno men werd, viel liet haar op dat haar zuster niet zei: „Hoe prettig voor jon," maar „Zou de vracht niet veel kosten?" In den loop van den zomer zou Hilda nog wel eens op de uitnoodiging terug komen als- „De aardige brief, dien je uit Liverpool kreeg" en zelfs niet meer we ten, dat ze in het geheel geen blijk had gegeven van dc opvatting van „aardig", toen de brief kwam. „Waarom ontbijt je niet?" vroeg ze, na b. Waar het meest oeconomisch is de electrische stroom van de Centrale Vlis- singen te betrekken, de concessie voor de electrificatie van Walcheren aan de Société Anonyme als producent zou kun nen worden verleend. Blijkens de uit spraak van Prov. Stateen achtte men het niet gewenscht op liet aanbod van de Soc. An. in te gaan, alvorens overleg ge pleegd was met de P. N. E. M. Dat over leg leidde lot geheel andere plannen. De- Middengroep werd verdeeld in twee on afhankelijke deelen le Noord- en Zuid- Beveland; 2e Walcheren. Voor beide van elkaar onafhankelijke groepen moest een exploitant worden gezocht, welke de electrificatie oeconomisch kon lot stand brengen. Wat Walcheren betreft werd blijkbaar het gemeentebestuur van Mid delburg als overheidslichaam hiervoor aangezocht, daar dit overheidslicluaaxn reeds beschikt over een staf van deskun dig personeel en gebruik kon worden gemaakt van de reeds bestaande elek trische inrichtingen van dal overheids lichaam. Het risico bij deze concessiever- leening zou voor de provincie geen groo- ter zijn dan bij de exploitatie der P. Z. E. M. terwijl de controle een juiste elec trificatie zou kunnen waarborgen. c. Geen oeconomisch© voordeden af gescheiden van de eenheid van tarieven, waarover hieronder nader, kunnen wor den aangevoeiyl, welke de concessiever- leening aan de P.Z.E.M. gebiedend maakt. Hel argument van eenheid in materiaal voor de verschillende deelen der Provin cie zou eerst dan gebillijkt kunnen wor den, indien alle uitbreidingen in eens tot stand zouden kunnen worden ge bracht, hetgeen in strijd is met de meest oeoonomische ontwikkeling. Daarenboven geen rekening wordt gehouden mei de technische verbeteringen, welke nog da gelijks zijn te constateeren. B. Te besluiten de electrificatie aan de P.Z.E.M. op te dragen is ongewenscht: d. Zoolang geen eenheid in de inzichten van de wijze van electrificatie bestaat bij de verschillende deskundigen onder ling. Ten opzichte van het uitgebrachte advies der deskundigen Beekman en Lohr zij verwezen naar het verslag der Staats- commissie-1921, om van voorlichting te dienen omtrent de electriciteitsvoorzie ning van het land. De voorgestelde wijze van electrificatie voor Zeeland stemt slechts overeen met het minderheidsrap port, wat niet tot verwondering wekt aangezien de beer Lohr een der mede- onderteekenaars van dit minderheidsrap port is. e. Zoolang niet is aangetoond, dat, ge zien de tijdsomstandigheden, een directe algelieele electrificatie van het ge west financieel uitvoerbaar is. f. Daar de voorgestane wijze van. elec trificatie nooit tot een werkelijk oecono misch geheel kan worden, zoolang de adviseur van Ged. Staten directeur der P.Z.E.M. is, daar dit tot eenzijdige voor lichting moet leiden. g. Niet gebroken wordt met het voor gestane gelijkmaken der tarieven waar door moge dan ook dc tarieven voor de geheele provincie theoretisch gelijk zijn, de onbillijkheid niet wordt weggenomen, dat stroomafnemers in centra waar de stroom goedkooper geleverd zou kunnen worden, hoogere tarieven zullen moeten betalen, terwijl zij bovendien in gelijke .mate aan belastingpenningen de eventu- ecle tekorten helpen dekken. Is electrificatie een algemeen belang, dan kunnen beter zonder nivelleering der tarieven de noodzakelijke tekorten door een direct uitgesproken belasting wor den verkregen. Met de draagkracht dei- bevolking kan dan beter rekening wor den gehouden en gaat niet elk overzicht verloren. h. Zoolang aan het electrificatie-vraag- stuk de ten fop gevoerde stroomvoorzie ning aan grootverbruikers blijft gekop peld en de eigenlijke electriciteitsvoor ziening ten plattelande een ondergeschik te rol wordt toebedeeld. dat onderwerp van de schilderij. „Ik heb geen trek", zei Bee. „Je kunt dat ei ook krijgen als j© wilt." Toen de "lafel afgenomen was en zij weer alleen zat, begon ze haar taak. Nu ze dp pen in de hand hield, had haar ijver om te schrijven haar begeven en do gedachte, om zijn begoocheling te verstoren, deed haar andermaal terug schrikken. Haar argumenten van een oogenblik geleden kwamen bjj haar op, zonder dat ze het er nu mee eens kon zijn; ze was er zeker van dat hij zich haar voorstelde, zooals ze er graag zou uitzien, en ze wist ook zéker, dat leelijk- heid hem afstootte. Ze klemde de tanden op elkaar en doopte de pen in den ink f. Ze kon geen woorden vinden. Aller eerst schreef ze het adres op do enve loppe, maar het velletje postpapier was nog leeg. In de keuken hoorde ze moe der en dochter praten, ze kon duidelijk onderscheiden: „En vergeel het brood niet te halen, als je terugkomtZe wierp een blik op de klok en greep wan hopend de pen. „Ik kan niet voldoen aan uw verlan gen", krabbelde ze, „omdat ik nooit van mijn leven gefotografeerd werd. En er werd nooit een portret van mijn geno men, omdat ik mismaakt ben Neen, zoo niet. Ze kon bet zoo niet) zeggen. Zo zat al weer roerloos, hooide d© klok luide tikken en haatte zichzelve. VOORSTELLEN VOOR DEN GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG. REORGANISATIE LAGER ONDERWIJS. Oomm. v. Toezicht. De Oommissie van Toezicht op liet L. O. rapporteert te hebben besloten ad- haesie te betuigen aan dc voorstellen van B. en Wl Rapport C. v. Fin. De O. v. Fin. heeft B. en Wl het vol gende rapport gezonden, waarin zij B W'. mededeelt zich niet niet liet voorstel van B. en W. in zake reorganisatie van het openbaar 1. o. te kunnen vereenigen. Een lid der meerderheid is van mee ning dat bij dat voorstel meer is gelet op het bedrag dat de reorganisatie van hel L. O. voor de gemeente zal kosten, dan cr rekening is gehouden mét de deugde lijkheid van dat onderwijs Hij is te meer door het voorstel van B. en W. onaangenaam verrast, waar in de toelichting het College zelf verwijst naar de kosten die de gemeente draagt voor het Gymnasium en de H. B. S. en daarbij zelf betoogt, dat het belang van het onderwijs voor het schoolland, hetzij het .een openbare of bijzondere school bezoekt, de gemeente toch ook wel eenigé offers waard mag zijn. Van meening zijnde, dat in de eerste plaats voor het L. O. hier ter plaatse noodig is dat daarvoor een periode aan breekt waarbij voorloopig geen wijzigin gen van beleekenis noodig zullen zijn of scbool-opheffingen of omvormingen van 6- in 3-mansscholen of omgekeerd zullen plaats vinden, kon hij zich niet vereeni gen met de voorgestelde proefneming aan school 0. Een dergelijke proefneming als door B. en W. wordt voorgesteld, wordt door het college zelf voor alle openbare scho len gevaarlijk geacht en toch meent zij dil voor een dier scholen te moéten voorstellen. Is de splitsing in 3-mans scholen voor alle bestaande scholen niet zonder gevaar, dan geldt dit ook voor een groot deel wanneer alteen schoot 0 wordt omgewerkt in 2 drie-mansscholen. Wel zal dit gebeuren, bij wijze van proef, doch hoe lang zal die proef moe ten duren? Door het dagelijksch bestuur wordt in het voorstel zelf daaromtrent niets aangegeven. Een proefneming van één jaar, als door den Inspecteur van het L. 0. voor gesteld, lcomt hem voor veel te kort te zijn, om daaruit de resultaten te 'kun nen afleiden. Een veel langere duur zou noodig zijn, om te kunnen nagaan of inderdaad de resultaten van liet onder wijs aan 3-mansscholen even goed is als aan 6-mansscholen. Zeer zeker mogen de 200 leerlingen van de nieuw te vor men 3-mansscholen niet worden gewaagd aan een dergelijke proef, waardoor zijn de resultaten ongunstig door hen voor een groot deel van hun schooljaren minder goed onderwijs zou worden ge noten dan anders het geval zou zijn. De resultaten aan 3-mansscholen moe ten z.i. minder zijn, dan bij de gebruike lijke 6-manssc.holen, ook al krijgt de on derwijzeres) aan eerstgenoemde enkelé leerlingen minder dan aan de 'laatstge noemde scholen. Een leerkracht aan een S-mansschooI moet zijn tijd besteden aan 2 klassen die verschillend onderwijs moe ten krijgen. Uit den aard der zaak zal dus altjjd één der twee klassen zonder hulp moeten bezig zijn. Dit mag voor een enkel vak wellicht niet veel hinderen, toch wordt door hem zeer sterk betwij feld of dc lesrooster zoodanig kan wor den 1 samengesteld, dat het onderwijs daaronder niet zou lijden. Kinderen van 6, 7, 8 én/ 9 "jaar moeten zoowat bij' alle vakken regelmatig en goed toezicht en leiding en waar noodig, hulp hebben om hen het verwerken der leer stof goed mogelijk te ynaken en indien daaraan iets hapert, hen door een klei ne vingerwijzing op het goede spoor te brengen. Een onderwijzeres) die 2 klas sen krijgt kan dat niet ^geregeld doen. Een dergelijke leerkracht kan maar met één klas tegelijk bezig zijn en kan de leerlingen van de andere klas de noodige hulp niet verstrekken. Dit moet nadeeïig zijn voor de 'vorderingen der leerlingen Daar sloeg de klok met grooten nadruk. Ze schoof het velletje papier ter zijde en zocht een ander in haar vloeiboek. Ze vond er geen ander iu, dus ging ze naar do chiffonnière en schoof een lade open- Daar lagen nog heel wat meer dingen in behalve schrijfbehoeften: een schetsboek, enkele onopgeplakte fotografieën, die ze de vorige week in Penshurst had geno men en enkele onopgeplakte portretten, die ze eveneens in dc week daarvoor van Hilda nam. Werktuigelijk pakte zij ze een voor een op en bekeek ze, bleef even staan, bij een portret van haar zuster, een studie iu zonlicht en schaduw, droomende in een leunstoel, onder dc takken. Daar werd aan de deur geklopt en miss Kemp trad binnen. „Ik ga nu, miss. Heeft u uw brief soms klaar?" ,,»Wat?'' vroeg Bee, heesch, zonder zich om te koeren. Hk ga. Is uw brief klaar?" „Ja", mompelde Bee. Ze trad terug van do tafel, deed het portret in dc enveloppe en gaf die het meisje in de hand. Hoofdstuk xyi. David zat voorover gebogen in een stoel mét het portret op de knieën. Nu was hij vastberaden opgestaan en had het wel tweemaal opgesteld tegen een van de consoles op den schoorsteen mantel, maar na oogenblikken vim ver- Wordt dus de proefneming als B. en Wl voor school 0 voorstellen, door hprn ongewenscht geacht, zoo wenscht hij om trent de toelichting tot het voorstel van het dag. bestuur het volgende op te merken In de eerste plaats wordt daarin o.m. medegedeeld, dat wanneer hij tien door de adresseerende besturen enz. nieuw gedachten toestand aan school J vóór 1980 ©en vacature ontstaat, er 1 boven tallige onderwijzer meer zal zijn dan in het adres berekend. Dit zou inderdaad juist zijn, maar kan worden voorkomen door het aantal leer lingen voor school J op iets meer dan 193, Stel 196, le bepalen en deze te ne men van school 0 die er dan nog 206 zou houden en dus nog 13 boven het vereischte aantal. Bovendien, vvanneer het voorstel van B. en W. zou worden aangenomen en er vóór 1930 ook maar één vacature aan een der scholen ontstaat, zou men toch ook öf nog verder moeten doorgaan met het omvormen van 6-mans- in 3-mansi- scholcn öf (om niet te vee] leerlingen' in een klas te krijgen) een boventallige moeten aanstellen, waardoor volgens de cijfers der schoolbevolking van thans de gemeente toch nog 6 onderwijzers voor hare rekening krijgt. (1 voor de openbare en 5 voor de bijzondere scho len). Bij het voorstel van B. en W. worden ook de bijzondere scholen niel gebaat, want de opmerking in de toelichting van het voorstel dat ook dc Bijzondere scholen in kleinere scholen kunnen wor den gesplitst een en ander volgens advies inspecteur kan niet juist zijn, wat hij met een enkel voorbeeld wil toelichten. De bijzondere school op het Molenwater- telt 295 leerlingen en heeft volgens de onderwijswet (valt nog onder de bepalingen van 1923) recht öp 7 leer- ilcrachten; gaan ze splitsen, dan zouden ze volgens de wet b.v. 2 viermans-scliolen er van kunnen maken, samen dus 8 leer krachten. Er zijn echter in dit gebouw maar 1 leslokalen en men zal toch wel niet den toestand scheppen dat cr in één lokaal 2 onderwijzers voor meerdere klassen staan, daar er dan van het 'on derwijs weinig terecht borat. Zou men dergelijke scholen toch w'Bien splitsen, dan zou men bij de gemeente moeien aankloppen om gelden toe te staan voor aanbouw of nieuwbouw om het benoodigde aantal lokalen te maken. Wanneer dergelijke aanvragen van meer dere scholen zouden inkomen, dan zou voor de gemeente de zuinigheid vèr zoek zijn. Wat verder het in het advies van B en W. genoemde feit betreft, dat de gemeen te vooralsnog geen extra uitgaven te doen heeft voor leermiddelen enz. aan een nieuwe 3-mansschool merkt hij op, dat volgens het advies van B. en W. men wil trachten op een wijze die zeer zeker buiten de bedoeling van den wetgever heeft gelegen, het Rijk door middel van splitsing in 3-mansscholen, leerkrachten te doen betalen, waarvoor men anders, bij den tot nu toe gevolgden gang van zaken (6-mansscholen) geen vergoeding meer zou krijgen. Hij betwijfelt of een dergelijke uit legging der onderwijswet 'die ter wille van bezuiniging op de Staatsuitgaven is gewijzigd) lang zou worden geduld. Kan bij zich dus niet vereenigen met hel voorstel van B. en W., zoo meent hij. dat het in het belang is èn van het openbaar èn van liet bijzonder on derwijs, zoo er (op een kleine uitzonde ring. na) een beslissing wordt genomen als door do oudercommissies, de bestu ren der bijzondere scholen en volkson derwijs, wordt gevraagd. Die kleine uitzondering wil hij hier uit doen bestaan, dat school J om bo vengenoemde redenen een leerlingen aantal van iels boven 193 krijgt en deze meerdere te nemen van die van school C. In het rapport van den Onderwijs- Inspecteur wordt verder nog opgemerkt, dat hij het zeer zonderling vindt, dat er in Middelburg geen enkele U. L'. O. school (behalve dan de bijzondere) voor strooidiieid kwam hij tot de ontdekking, dat liij er al weer van zat te genieten. Hij wist zeer goed, dat al zette hij het) ook een half dozijn keeren weg het weer biijfien vijf minuten op zijn knie zou staan. Het overtrof al zijn droom-vo or stellin gen van haar. Hy werd er verlegen on der, met het portret voor zich kon hij nog den toestand niet vatten. Hij had een vriendin, dit mooie, jonge meisje. Ofschoon hij haar wel zoo vaag voor mooi gehouden had, was de waarheid nu toch verbijsterend. Zijn brieven leken hem op eenmaal onbeschaamd; er was iets ongelooflijks in dat hij die haar ge schreven hadl En dan de hare! De ge dachte daaraan was nog verwonderlijker. Zijn correspondentie was deze goden dochter, rein, vorstelijk, fier, het jonge meisje, dat hem schreef was zoo van uiterlijkl Hij had voor vriendin dit jonge, dit mooie meisje. Voor „vriendin". Zijn man nelijkheid kon het niet eens zijn met! dit woord. Bestond er niet een teeder en tegelijk toch hechter band tussclien ben dan vriendschap? Als die gemeen schap nu vriendschap werd genoemd, wat was dan liefde? Ze had zich gegeven aan hem, haar geestelijk-zijn, hem 'toever trouwd haar innigst© gedachten, nog hei liger dan haar lichaam. Hij smachtte om naar haar toe te gaan, en huiverde van vrees om uit te wisschen door zijrt jongens bestaat. B. en W. schijnen het niet ntJodig te hebben geacht om daar op in (e gaan. Het komt dat lid gewenscht voor, dat Inderdaad tot oprichting van een U L. O. school wordt overgegaan, waarvoor vanwege de beschikbare lokalen, school K wei geschikt zal zijn. Wordt liet idee-oprichting U L'. O. voor jongens door den Raad aangeno men, dau zou het z. i goed zijn om het 7e leerjaar voorloopig le handhaven, tot de opening van de U. L. O. schooi In zijn bedoeling ligt den Raad voor te stellen a. het maximum aantal leerlingen aan de zesklassige scholen (zcsmansscholen) te bepalen op 216, dat aan school J op 196 en school B als 4 mansschool te laten voortbestaan b B. en W. op te dragen een crustig onderzoek in te stellen naar de moge lijkheid van het oprichten van een U. L. O. school voor jongens; c. in verband met liet onder b ge noemde, de 7e klasseschool voorloopig te behouden; d. van een en ander aan adressan ten mededeeling te doen. Volgens de door de adresseerende be sturen en commissiën en den heer In specteur gegeven cijfers, zullen de kos ten voor inwilliging van het verzoek tusschen de 14 en de 19000 gulden per jaar bedragen. Hij meent, dat dan daarmede zijn ge baat 952 leerlingen van het openbaar en 1185 van het bijzonder onderwijs, totaal 'dus ruim 2100 schoolgaande kin deren, wat dus voor de gemeente een onderwijsuitgave van f7 a f9 per kind en per jaar zou worden. In aausluiting op hetgeen B. en W. zelf aanvoeren omtrent de bedragen, die van Öe gemeente worden gevorderd voor ons Ilooger- en Middelbaar onderwijs (en men kan er ook Nijverheidsonderwijs bij voegen), dan is een dergelijke verhoo ging, vooral voor die kinderen die geen verder onderwijs meer volgen, ook be schouwd uit het oogpunt voor den fi- nancieelen toestand der gemeente ze-k ker gemotiveerd. Op het Gymnasium gaan pl.m 63 leerlingen (jaarverslag ge meente Middelburg, laatstverschenen exemplaar) waaronder er ook nog zullen zijn van buiten Middelburg; de kosten voor de gemeente alleen worden daar voor geraamd op f35.000.—de Rijks II. B. S. kost voor de Middelburgsche leerlingen aan de gemeentekas ruim f 29 000. De meerdere kosten, die voort vloeien uit de aanneming van zijn voor stel, zouden, meent hij, daarbij vergele ken, toch ook niet overdreven lijken Hij wenscht voorts aan B. en W. te vragen hoe zij zich de regeling denken wanneer een leerkracht van een 3-mans- school korten tijd ongesteld is en daar door thuis moet blijven. Hij meent dat het toch niet de bedoeling zal' zijn dat een der andere onderwijzers dan zoolang 3 of '4 klassen krijgt. Verder zou hij gaarne vernemen of het de bedoeling van B. en W. is bij eventuecle aanneming van hun voorstel het nieuwe hoofd tij delijk te benoemen. Het andere lid der meerderheid is van gevoelen dat de richting die B. en V aangeven, geen oplossing brengt, omdat a. hel ontslaan van een vacature aan een der openbare scholen, wat mogelijk is, steeds weer een beslissing vraagt •- of doorgaan met de proef „3 mansscho- len" of toch den weg kiezen in liet adres der oudercommissiën en der schoolbesturen aangegeven; 1>. bel herhaaldelijk overplaatsen van leerlingen in strijd is met het belang van het onderwijs, bij de ouders ont stemming wekt en de verlangde rust, die hel onderwijs noodig heeft, tegen houdt c. bij een 3-mansschool de jonge kin deren van den middelmatigen aanleg het overgroote deel en ook die van minderen aanleg, die vooral in hun eer- slc leerjaren hulp en bijstand van hun onderwijzer zeer noodig hebben, deze hulp en hijstand veel minder zullen ge nieten; persoonlijkheid den indruk dien hij door zijn kunst had gemaakt. Hij zou dan door zijn blik de liefde vernietigen, die zijn ziel in liaar wekte. Neen, hij kon niet gaan, hij moest sterk wezen. Maar als hij het nu eens deed, wanneer het ten minste mogelijk was. Ze leefde, het was geen visioen, opgeroepen door zyn eenzaam heid; ze bestond. Ze lachte, praatte, dacht aan hem, nog geen. dertig mijlen ver. Hij kreeg een gevoel van koortsachtige vervoering bij de gedachte aan hun ont moeting, zooals die had kunnen zijn, als die ook zeker geweest was, als hij maar een blanke huid had gehad. Hij vond haar zooals zij daar zat, het zonlicht bescheen haar precies al hier. „Daar is jo vriend". De oogen op het portrel straalden hem tegen en hij las vreugde in haar blik. De boomen toeken den zich donker af en de sterren begon nen te schijnen. Hoeveel tijd was er nu al verloopen. In zijn verbeelding bestond er geen kalender, maar het portret bezat toovermaebt. Hij sprak' liaar van zijn liefde. De oogen keken teederdcr, de boe- zem zwol, de lippen. O, dwaas die hij was. Het was immers maar pa- pierHad de begoocheling nog een seconde langer geduurd. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 5