Adhaesiebetuigingen zijn ingekomen van Neuzen en Zierikzee bij het adres van B. en AV. van Middelburg om niet aan te nemen het voorstel eener nieuwe regeling van de subsidie voor verple ging van armlastige "krankzinnigen Interpellatie mrAdriaanse. De voorzitter geeft, met toestem- ming der vergadering, mr Adriaanse ver lof tot het stellen der reeds gepubliceer de vragen. De heer D i e 1 e m a n beantwoordt die vragen, nadat de heer Adriaanse ze heeft voorgelezen, als volgt Ged. Staten zijn bereid, dadelijk op de gedane vragen te antwoorden. Toen Gedeputeerde Staten van de Ka- mer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch Vlaanderen te Neuzen een af druk outvingen van (een aan de leden van de Tweede Kamer der Staten Gene raal gericht schrijven betreffende het verdrag met België, hebben zij daarvan onder dagteekening van 15 Mei 1925 no 9, 3e afdceling, aan den Ministerraad mededeeling gedaan, onder bijvoeging van de volgende opmerking „Ofschoon wij tot ons leedwezen niet gehoord worden omtrent het in margine vermeld herzieningsverdrag, waarbij de Belangen van ons gewest in hooge mate geacht moeten worden betrokken te zijn, kunnen wij niet nalaten Uwe bijzon dere aandacht te vragen voor den inhoud dezer stukken. Behalve het door de Kamer van Koophandel geopperde be zwaar inzake het ontbreken eener rege ling voor de Neuzensche haven, worden er verschillende punten aangeroerd, waarmede wij niet kunnen instemmen. „Wij zouden het zeer op prijs stellen, wanneer door IJ mei een en ander alsnog rekening zou kunnen worden gehou den." Bij brief van 17 Juni 1925 zond de Minister van Waterstaat aan Gedeputeer de Staten een exemplaar van de gedrukte stukken betreffende het verdrag en een artikel van den heer Mussert te Baarn in het Algemeen Handelsblad van 23 Mei 'j.l. met verzoek omtrent de in hel Voor loop ig Verslag van de Tweede Kamer ten het artikel van den heer Mussert be handelde Waterstaatsondenverpen hun gevoelen te vernemen. Tegen mededeeling te zijner tijd aan de Staten, al of niet in geheime zitting, van den inhoud van het advies bestaat bij den Minister van Waterstaat bezwaar. Het antwoord wordl z. h. sl. voor kennisgeving aangenomen A f d e e 1 i n g e n. in de eerste afdeeling worden be noemd de heeren: v. Rompu en v. d'«\ Putte, Boogerd, v. Dixhoorn, v. Oeve- ren, Bolier, Timmerman, Laernoes, Wal- lien, Overhof, v. Zuijen, Moelker, Mes, Sonke. In de tweede de heeren v. d. Weijde en Fruijtier, Dumouleiju, Vienings, Jo- ziasse, Dominicus, mevr. Bergsma, Kos ten, Erasmus, v. d. Wart, v. Nieuwen- huijze, Welleman, Hendriks©. tn cie derde de heeren v. T)usseldorp en Dieleman, de Baare, Hartoog, Onder- dijk, Vogelaar, Geschiere, Kodde, Adri aanse, Braudsma, de Pauw, Kakebeeke, Boonman. Verdaging De vergadering wordt hierna verdaagd tot Donderdag 23 Juli a s., v.in. 10 uur, Hierna wordt de openingszüling gtfelo- ten. voor de nieuwe veerboot ten dienste van de veerverbinding Vlissingen—Breskons. Wanneer met het maken van de hier bedoelde aanlegplaats zal kunnen wor den begonnen, kan echter nog niet wor den medegedeeld." Ten slotte werd naar aanleiding van een verzoek van den voorzitter van Ged Stalen nog bericht ontvangen, dat hel maken van de aanlegplaats voor de nieu we veerboot in de verbeterde haven van Vlissingen op 's Rijks kosten zal worden voorgesteld. In de vergadering van 16 December 1924 deelden Ged. Staten mede, dat door hen, tot dekking van him eigen veranfi.- woordeüjkheid, besloten was, bij aanne ming van hun voorstel tot den bouw van een nieuwe boot, daaraan geen uitvoering te geven, alvorens een advies van een onpartijdig deskundige ten aanzien van hel ontworpen plan te hebben ingewon nen. Door tusschenkomst van den Mi nister van Waterstaat hebben Ged Sta ten de Scheepvaartinspectie te 's Gravcn- liagc bereid gevonden, de plannen te on derzoeken. Daar zij den uitslag van dat onderzoek nog niet mochten vernemen, hebben Ged Staten oj> spoedig bericht, in elk geval vóór 23 dezer, aangedrongen. STUKKEN \001l DE PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Bouw nieuwe boot enz. Voor het in de vaart brengen van grootcre booten voor het vervoer van auto's, andere groote voertuigen en pas sagiers op hel traject Vlissingen—Bres- kens moet verbetering van de aanleg plaatsen atdaar plaats hebben. Ged. Staten melden thans Prov. Sta ten, dat zij, na een onderhoud, en een gevoerde correspondentie van den Mi nister van Waterstaat een schrijven heb ben ontvangen, dat de Minister bereid is om te bevorderen, dat op het IXc Hoofd stuk der Staatsbegrooting voor hel dienst jaar 1926 een bedrag van f350.000 wordt uitgetrokken voor liet maken van een nieuwe aanlegplaats te Breskens ten dienste van de veerverbinding Vlissin gen- Breskens en geschikt voor de nieu we veerboot, welke de provincie voorne mens is op dit veer In de vaart te bren gen. De minister wees er echter op, da.fi hiermede nog niet vaststaat, dat bedoeld bedrag ook inderdaad op die begrooting zal voorkomen, omdat nog niet vaststaat welk aandeel de begrooting van zijn de parlement in verdere bezuiniging zal moeten dragen en welke posten alsdan daartoe voor schrapping or vermindering in aanmerking zouden komen, Terwijl uit den aard der zaak later de wetgjevende macht over deze gelden zal hebben te beslissen, voordat daarover zal kunnen worden beschikt." Ged. Staten hebben daarop den Mi nister verzocht hen alsnog te willen mee- deelen of de aanlegplaatsen le Vlissin gen zullen begrepen worden in de werken tot verbetering der haven aldaar, zonder dat daardoor afbreuk zal worden gedaan, aan de door den minister toegezegde wijze van uitvoering van de plannen voor die haven, en dat daarmede nog zoo mo gelijk in den loop van dit jaar zal worden aangevangen. De Minister antwoordde daarop dat het in het voornemen ligt, om bij de in uitvoering zijnde verbetering van de ha ven te Vlissingen rekening te houden met het maken van een aanlegplaats Een verweer der P Z E. M. Raad van Commissarissen van de P.Z.E.M. heeft een nader rapport gezonden aan Prov. Staten van Zeeland, waaraan liet volgende is ontleend. De Raad van Commissarissen der P. Z.E.M. heeft uit de gepubliceerde Staten stukken met belangstelling kennis geno men van bet rapport omtrent de P,Z.E,,\V uitgebracht aan het college van Ged. Staten dd 30 .Mei 1925 door dc heeren Beekman cn Lohr. De Raad waardeert in menig opzicht ten zeerste dat rapport, maar meent naar aanleiding wat in een gedeelte der aan u verstrekte stukken wordt gezegd, een krachtig protest te moeten laten hoo- ren. Het college van Ged. Staten heeft o.a. aan de heeren Beekman en Lohr ge vraagd sub 9: ,,ls er grond voor bet in Zeeuwsch Vlaanderen gekoesterde wantrouwen ten aanzien vim de taktiek en het beleid van den directeur Op deze vraag hebben de adviseurs geen rond en positief antwoord gegeven. Immers dat ware „ja" of „neen" met bewijsvoering Zij hebben daarentegen met eenige algemeene, zeer juiste be schouwingen, welke niemand zal tegen spreken. na eerst den president-commis saris te hebben gedesavoueerd, den in druk gewekt ,teu nadeele van onzen Raad, alsof deze de oorzaak was van wantrouwen en mindere acquisitie in Zeeuwsch Vlaanderen, inplaats van een oordeel uit te spreken over de vraag, directeur wel de noodige lac- tisclie en commereieele eigenschappen heeft om in die streek een dergelijk be drijf in den aanvang te leiden en er in brengen: lact en beleid, gelijk de ad viseurs terecht beweren, zijn daarvoor absoluut noodzakelijk. De raad protesteert er tegen dat de adviseurs geheel eenzijdig op dit punt iets hebben gerapporteerd. Konden zij de vraag niet zoo spoedig beantwoorden, dan hadden zij dit kunnen mededeelen, maar het gaat niet aan de kwestie, waar om het gaat, te verplaatsen. Zeker niet zonder met den Raad van Commissaris sen en evenmin met den president-com missaris, welke zelfs persoonlijk in het geding werd gebracht, te lvebbeu gecon fereerd. terwijl zij wel zich laten inlich ten door een dagbladverslag en zich la ten beïnvloeden door ongecontroleerde1 mededeelingen der directie. De getrokken cbnclusiên zijn dan ook geheel onjuist. De vergadering van 3 Maart 1924 van burgemeesters en secretarissen uit een deel van Zeeuwsch Vlaanderen le Ter- neuzen gehouden, heeft geen noodlot tige gevolgen gehad, en heeft den di recteur dan ook niet onmogelijk gemaakt Zij is gehouden, juist omgekeerd, omdat het optreden van deu directeur wantrou wen had gewekt, en naar veler oordeel door ontactisch optreden hij het zoo noodige vertrouwen, zij het ten onrechte, had verloren. De bedoeling der ver gadering was nader lot elkaar te komen en dit wantrouwen weg te nemen. Daar om werden ook tevoren naar de presi dent-commissaris, in een andere kwaliteit voorzitter van die vergadering, ons me dedeelde, de punten, waarover de ad viseur vau sommige gemeenten wilde spreken, den directeur tevoren medege deeld. Evenals de heeren Beekman en Lohr met enkele woorden, zij het ongedocu menteerd, de beweringen van dien ad viseur hebben weerlegd of gedisqualifi- ceerd, ware dit den directeur der P Z. E. M. in die vergadering gemakkelijk ge weest. Het geschokte vertrouwen zou daar door zijn hersteld Dat deze vergadering hef doel niet bereikte, is zeker niet te wijlen aan den Raad van Commissaris sen, die als zoodanig geheel buiten het houden dier vergadering stond en daar op geenerlei Invloed heeft uitgeoefend,- ook is het naar de meening van den Raad niet te wijten aan den president der vergadering, ook president van den Raad Immers deze deelde ons mede, dat hij juist in die vergadering de ver gaderde gemeente-autoriteiten heeft ^voorgehouden, dal het normaal contract evenals de geheele zaak iets nieuws was en men op alles wel kritiek kan uitoefenen, dus dat het geraden was i het te accepteeren en dan na eenigq jaren praktijk na te, gaan of in een of ander opzicht ook wijziging noodig was, waarloc dan immers altijd kon. worden besloten. Hetgeen de rapporteurs in hun ove rigens zoo voortreffelijk rapport hier over hebben meegedeeld, had beter ach terwege kunnen blijven. De Raad van C. heeft in geen enkel opzicht van wantrouwen in den direc teur blijk gegeven en stelt zich veeleer de vraag, of niet omgekeerd de directeur die heefl en had in den Raad, gezien de door hem aan deze zoo spaarzaam verstrekte gegevens en het le weinig raadplegen 'met den Raad over zaken der clectrificatie, zoodat samenwerken soms moeilijk is en de Raad niel dan moeizaam zijn verantwoordelijkheid te genover de P. Z. E. M. en dus tegen over de Provincie kan dragen. Mij de Raad meent, dat goede samenwer king volstrekt niet eischt, dat hij geen zelfstandig oordeel ook tegenover den directeur zal mogen hebben. Moge hij de Raad voor wat technische aan gelegenheden aangaat, zich gedragen, naar de inzichten van den directeur, wat economisch opzicht betreft en optreden in de betrokken streek, oordeelt hij dik wijls beter met land en volk en alle eigenaardigheden en behoeften daarvan op dc hoogte te zullen zijn dan de di recteur. Daarom' is een onderling ver trouwen zeer zeker noodig voor een vruchtbare samenwerking ten bate der streek en der P. Z. E. M. De Raad verwerpt verre van zich, wat uit het rapport der heeren Beekman en Lohr zou kunnen worden geconcludeerd, alsof de schuld der minder stroomat' name in Z Vlaanderen zou liggen aan de houding van Commissarissen. Het is hel College hekend, hoe om zoo te zeggen door dik en dun, it oulran- ce, dc directie der P. Z. E. M. in de Staten is verdedigd door Commissarissen tevens leden van Ged. Staten. Intusschen hebben de rapporteurs naar het oordeel vau den raad, ook le weinig nadruk gelegd op het feit, dal een oorzaak Wan het niet dadelijk aansluiten der industrie gelegen kan zijn in den toesland van malaise, waarin vele be drijven in Z. Vlaanderen bij het optre den der P. Z. E. M. verkeerden, zoo dat men het doen van uilgaven voor electrificeering van het bedrijft' ontzag. Niettemin is naar het oordeel van den Raad de toestand in geen enkel opzicht onrustbarend, spat. van ons Red. M. Crt.) De theoretische en technische opvat ting, evengoed als de practischc becij feringen van den directeur hebben het volle vertrouwen van den Raad, wat blijkl uit de voorstellen t. o. v midden- en Noordergroep. Ware dit niet zoo, dan zou immers ook niet langer kunnen wor den samengewerkt. Jlet rapport der ge raadpleegde deskundigen is overigens dan ook slechts een bevestiging van de meening van den raad, die, gelijk uit het verleden kan blijken, principieel steeds dezelfde lijn heeft willen trekken. Maar daarom is het des le ernstiger te betreuren, dat de adviseurs van Ged. Staten eenzijdig de houding van commis sarissen en zeker die van den president- commissaris iu een minder gunstig dag licht hebben geplaatst en geen oog heb ben gehad voor het gemis aan lact, dat zich soms openbaart by bet bestuur der vennootschap Het is noodzakelijk, dat uw college o, v. de elect ril'ica tic der Provincie een zoo moeilijke materie vertrou wen stelt in het college van Ged Staten en het is evenzeer noodzakelijk, dat dit college vertrouwen heeft in den Raad van Commissarissen, en deze laalste in den directeur. Dal vertrouwen kan de Raad vragen, omdat hij meer dan anderen en voortdu rend van den gang van zaken zich op de hoogte heeft kunnen stellen. Hadden de rapporteurs in hun ijver, om den direc teur huiten schot te houden, zich ge speend aan een aanval op de commis sarissen, voor zoover deze niet immer met het economisch beleid van don di recteur mede gaan, of dat niet commer cieel, n\et tactisch of niet practisch ach ten, hetgeen" hun toch zeker vrij slaat, het rapport zou vrijwel' onverdeeld hun instemming hebben gehad. De Raad laat het bij dit protest. Hij wilde zich niet onrechtmatig en zelfs ongehoord in een verkeerd daglicht plaatsen. De Raad spreekt ten slotte den wensch uit, dat dc voorstellen door Prov. Stalen uilen worden aangenomen. chinist J. M. uit Haarlem. Deze was be zweet en ging een wijle in een gang slaan, waar hij een flauwte kreeg en toen van een trap viel Hij kreeg een herschenschudding en werd per zieken auto naar Haarlem overgebracht, maar voor hij te Haarlem was aangekomen was de man reeds overleden. - In het Merwedekanaal te Amster dam is een 26-jarige man verdronken. Hij was met drie andere personen aan het roeien geweest en had zich le wa ter begeven zonder te kunnen zwemmen, Zijn lijk was gisteren nog niet gevonden. - Drie voegers uit de provincie Groningen, die te Delft op een bouw werk, waar een slaking is uitgebroken, wilden werken^ hebben, ten onrechte voorgewend lid van den Algem. Neder]. Bouwvakarbeidersbond te zijn en reis geld voor de terugreis van de afd. Delft los weten te krijgen, Tegen hen is pro- ces-verbaal opgemaakt ter zake van op lichting. - Terwijl zekere C. H. te Munsterge- leen bezig was dynamietbussen te vullen ontplofte het kruit, doordat een vonkje uit de pijp in het buskruit was terecht gekomen. II werd ernstig iu hot gezicht gewond. Er ontstond ecu begin van brand, dat men echter spoedig meester was. - Volgens een telegram uit Londen1 zijn tijdens een school-pic-nic zes kin deren en een vrouw verdronken, toen twee bootjes met 12 personen aan boord, omsloegen op het Artificialmeer. - Tijdens een hevigen storm is op een der terreinen van de Burmah Oil Com pany te Syriam, nabij Rangoon, een hoo ge muur omgewaaid, waarachter een groot aantal inlanders beschutting had gezocht. Door het ongeval werden 7 man gedood en ongeveer 50 anderen gewond. - Een Canadees heeft het stoute stuk je bestaan, om in een kano den Lachiue waterval (Quebec) af te gaan. Hoewel hij verscheidene malen in levensgevaar verkeerde, is hij heelhuids beneden aan gekomen. Hij is de eerste blanke, die dit waagstuk heeft volvoerd, waarmede hij deze eer aan de Indianen heeft ontno men. BUITENLAND. VERSCHILLENDE BERICHTEN. 'Op het Hofplein te Rotterdam is( gis teravond een 7-jarig jongetje door eer vrachtauto overreden en gedood, Het ventje wilde van den wagen sprin gen. viel daarbij en kwam met het hoofd ondere en der wielen. De dood trad bijna onmiddellijk in De identiteit kon in den loop van den avond nog niet worden vastgesteld. Zondagavond heeft op den Nieuwen Rijn te Leiden een ernstige Familietwist plaats gehad, waarbij de 19-jarige T. v. T. zijn 17-jarigen neef J. v. T. met een mes een diepen steek in den rug heeft toegebracht. Tegen den dader is proces verbaal opgemaakt. - Zondagmorgen had een excursie van spoorwegpersoneel uit Haarlem plaats naar het crematorium te Velsen, onder leiding van den 30-jarigen ma HET VREEMDELINGENVERKEER IN BELGIE. De correspondent van de R. Ol." te Brussel schrijft In tegenstelling met de vorige jaren sedert den oorlog wordt thans, door de fel geklaagd over hel wegblijven van een Belgische hotelhouders en restaurateurs deel hunner ponden-, dollars- en gulden- krachtige kliënteel, welke ditmaal in an-' derc oorden blijkt te zijn neergestreken. Terwijl het, in 1924, op hetzelfde tijdstip, een vrij gewaagde onderneming was 'haar Brussel, de Ardennen of de Vlaamsche kust te gaan zonder zijn kamers vooruit le hebben besproken, is nu, schier over al, nog meer dan plaats genoeg. Alleen op Zaterdag en Zondag is het, in de eer ste rangshotels, meestal vol, daar steeds meer Nederlanders er een gewoonte blij ken van te maken af e» toe van de week-end gebruik te maken om naar Brussel of Oostende over te wippen. Vermoedelijk is de tegeuslag door de Belgische hotel-industrie ondervonden de ongemeen groote toevloed van vreem delingen met de Paaschdagen had zeer hoopvolle vooruitzichten geopend, wat de huidige malaise nog wat pijnlijker maakt slechts van tijdelijlcen aard en zullen de ware vacautiemaanderi, Augustus en September, gepaard gaande met den la gen stand van den franc, nog heel wat weten te vergoeden. De ten loons fellifo- gen te Wembley en te Parijs, de feesten van het Anno Santo te Rome zijn dill jaar .echter punten van groote attractie voor den reis- en kijklustigen vreemdeling waarmede wel degelijk rekening moet worden gehouden Daarbij komt ook nog en hierop is, niet geheel ten onrechtte trouwens, in de Belgische pers dezer dagen gewezen dat sommige Belgische hotelhouders de kip met de gouden eieren wat al te zeer geweld willen aandoen en de pensionprijzen, in verge lijking met de vorige jaren, nogal hoog hebben opgedreven wat natuurlijk geens zins van aard is om de concurrentie met het buitenland makkelijker te maken. HET PROCES-AN GERSTKlN. Gisteren is te Limburg a. L. het pro ces tegen Angerslein, boekhouder eener mijnonderneming begonnen, die ervan wordt beschuldigd acht menschen ver moord te hebben, twee verduisteringen te hebben gepleegd, benevens valschheid in geschrifte, meineed en brandstichting. Men herinnert zich het geval. Zater dag 29 Nov. '24 werden malversaties ontdekt in de boekhouding. In den vroe gen morgen van Maandag heeft Anger- stein, waarschijnlijk onder invloed van den angst voor ontdekking, met een hartsvanger zijn zwaarzieke vrouw dood gestoken, met een bijl' zijln schoonmoeder afgiemaaktj een te hulp snellend dienst meisje onderging vervolgens hetzefclelot. Daarna was de beurt aan zijn schoonzus ter, twee knechts, twee bureaubedien den. Ten slotte stak Angerslein hetlieele huis in brand, waarbij hij zeer stelsel matig en doelbewust optrad om alle sporen van zijn misdaad le doen ver dwijnen en de brand niet te spoedig te doen uitbreken, 's Middags ging hij naar de stad om Zich een alibi te verschaffen. Op den terugweg bracht hij zich eenige steekwonden loe en viel in de nabijheid van een villa neer, een paar werklui toeroepende:, ,redt mijn vrouw'. Toen men bij het huis van Angerslein kwam. sloegen de vlammen uit en ontdekte men spoedig hoe de z.g. inbrekers hadden huisgehouden. Maar al spoedig rees het vermoeden, dat hel verhaal van Angerslein fantasie was, Al ras bekende hij, waarna hij naar de kliniek te Giessen werd gebracht voor de verzorging van zijn wonden. Na zijn genezing hield hij zich in de gevangenis bezig met het samenstellen van uitvoeri ge schrifturen en met bijbellozen. Dc man -toonde zich steeds uiterst koelbloe dig cn absoluut rustig, zonder ooit iels le laten merken van berousv. Het O. M. staat op het standpunt, dat Angerslein met voi besef van wal hij deed heeft gehandeld en dat hij, na de ontdekking van zijn bedriegerijen, allen, die hier iets van al wisten heeft ge dood. Er zijn 151 "getuigen en deskundigen w. 20 doktoren, die Angerstein en zijn gezin behandeld hebben, gedagvaard. Gisteren is het getuigenverhoor begon nen. Eerst kwamen zij aan de beurt die den zwaargewonden Angerslein hebben gevonden na zijn poging tot zelfmoord en het stichten van den brand. Tot enke len zeide hij wel twintigmaal: „Redt mijn vrouw." Dan vertelde hij, dat ecu bende van wel 20 roovers zijn huis was binnen gedrongen en hem met een bijl had ge wond. In de middagzitting verzocht de ver dediger Angerstein te laten onderzoeken door prof. Herbertz van de universiteit le Bern een specialist op het gebied van de psycho-aualvse. Het O.M, bestreed dit verzoek, daar een psychiater en geen psycholoog moei vaststellen in welke mate een beklaagde verantwoordelijk voor zjjn daden is. De rechtbank besloot prof. Herbertz als deskundige te Uooren maar niet loe le staan dat deze bekl. in de gevangenis onderzoekt. Daarna werden de geneeshfieren ge hoord, die de lijkschouwingen hebben gehouden Vervolgens legde de agent van jpolitie iiit Frankfort die het eerste onderzoek' ingesteld heefl, zijn verklaring af Hij zeide, dat de aanblik van de lijken zoo vreeselijk was, dat de agenten het nau-j welijks konden aanzien. Nergens waren sporen van de roovers, waarvan Anger stein gesproken had, te ontdekken. In de woning heerschte een pijnlijke orde. An gerstein hield echter zijn onschuld staan de. Bij de confrontatie met de lijken was hij in hel minst niet ontroerd. Ingezonden Stukken. APPLAUS BIJ DE ABDIJCONCERTEN. Mijnheer de Redacteur. Velen met mij zijn van meening, dat op deze concerten het handgeklap dient vermeden te worden. Zou dat niet mogelijk zijn? Het zal zonder bijvalsbetuigingen nog oneindig veel mooier zijn. Velen onthouden zich er ai van. Laai ons eens één keer pro- heeren niet ie klappen en dan eens zien of het nog niet veel indrukwekkender is. De klok staat stil, fietsen worden ge weerd en nu nog: verzoeke niet le klap pen. Met dank voor de plaatsing, K. G. W. Middelburg. (Stel, dat de proef zou te nemen zijn "Wie bepaalt dan het resultaat van zulk eeu maatregel? Er zijn in de con certzaal muziekstukken, die door hun aard genoopt hebben tot het verzoek niet te applaudiseercn, zooals de lijdens geschiedenis vau Christus in de Mat- thüuspassion. En er zijn ook bezoekers die in hun stemming bij andere stukken gehinderd worden door het h. i. leelijk lawaai van het handgeklap. Maar laten we niet vergeten, dat er heel velen, zijn, die na het hooren van een mooi stuk sterke behoefte gevoelen uiting te geven aan hun voldaanheid. F.n voor zoo iets hebben we nu eenmaal als middel het applaus. Herhaaldelijk is aan uit voerende kunstenaars gevraagd, hoe zij over het applaus denken. En telkens was de uilslag, dat de meesten hunner veel waarde aan applaus hechtten, omdat het hun het bewijs van medeleven met het publiek en een contact met de toe hoorders geeft, dat voor hen weer een aansporing is voor het zich geven aan hun voordracht. De zaak is dus niet Uitgemaakt met het verlangen van enkelen. Persoonlijk denken wij er zoo over, dat een uitvoering in de concertzaal' zoowel als buiten die niet een uitge sproken treurkarakter heeft, heel spoe dig een saaie stemming krijgt, wanneer het publiek zich van iedere uiting van bijval onthoudt. Ook al bepaalt men zich bijval onthoudt. Ook al bepaalt men zich tot ernstige muziek zooals op de Abdij concerten, dan behoeft er aan het eind van een stuk nog geen begrafenisstilte te heerscheu. Zelcer niet, wanneer het gespeelde dc toehoorders warm heeft gemaakt. Dat zuil een applaus de stem ming wegneemt roor hel luisteren naar een volgend nuurner, gelooven we niet Red.) Electrische Drikkerij G. \V. den Boe», Middelburg,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 6