Adhaesiebetuigingen zijn ingekomen
van Neuzen en Zierikzee bij het adres
van B. en AV. van Middelburg om niet
aan te nemen het voorstel eener nieuwe
regeling van de subsidie voor verple
ging van armlastige "krankzinnigen
Interpellatie
mrAdriaanse.
De voorzitter geeft, met toestem-
ming der vergadering, mr Adriaanse ver
lof tot het stellen der reeds gepubliceer
de vragen.
De heer D i e 1 e m a n beantwoordt die
vragen, nadat de heer Adriaanse ze heeft
voorgelezen, als volgt
Ged. Staten zijn bereid, dadelijk op
de gedane vragen te antwoorden.
Toen Gedeputeerde Staten van de Ka-
mer van Koophandel en Fabrieken voor
Zeeuwsch Vlaanderen te Neuzen een af
druk outvingen van (een aan de leden
van de Tweede Kamer der Staten Gene
raal gericht schrijven betreffende het
verdrag met België, hebben zij daarvan
onder dagteekening van 15 Mei 1925 no
9, 3e afdceling, aan den Ministerraad
mededeeling gedaan, onder bijvoeging
van de volgende opmerking
„Ofschoon wij tot ons leedwezen niet
gehoord worden omtrent het in margine
vermeld herzieningsverdrag, waarbij de
Belangen van ons gewest in hooge mate
geacht moeten worden betrokken te zijn,
kunnen wij niet nalaten Uwe bijzon
dere aandacht te vragen voor den inhoud
dezer stukken. Behalve het door de
Kamer van Koophandel geopperde be
zwaar inzake het ontbreken eener rege
ling voor de Neuzensche haven, worden
er verschillende punten aangeroerd,
waarmede wij niet kunnen instemmen.
„Wij zouden het zeer op prijs stellen,
wanneer door IJ mei een en ander alsnog
rekening zou kunnen worden gehou
den."
Bij brief van 17 Juni 1925 zond de
Minister van Waterstaat aan Gedeputeer
de Staten een exemplaar van de gedrukte
stukken betreffende het verdrag en een
artikel van den heer Mussert te Baarn in
het Algemeen Handelsblad van 23 Mei
'j.l. met verzoek omtrent de in hel Voor
loop ig Verslag van de Tweede Kamer
ten het artikel van den heer Mussert be
handelde Waterstaatsondenverpen hun
gevoelen te vernemen.
Tegen mededeeling te zijner tijd aan
de Staten, al of niet in geheime zitting,
van den inhoud van het advies bestaat
bij den Minister van Waterstaat bezwaar.
Het antwoord wordl z. h. sl. voor
kennisgeving aangenomen
A f d e e 1 i n g e n.
in de eerste afdeeling worden be
noemd de heeren: v. Rompu en v. d'«\
Putte, Boogerd, v. Dixhoorn, v. Oeve-
ren, Bolier, Timmerman, Laernoes, Wal-
lien, Overhof, v. Zuijen, Moelker, Mes,
Sonke.
In de tweede de heeren v. d. Weijde
en Fruijtier, Dumouleiju, Vienings, Jo-
ziasse, Dominicus, mevr. Bergsma, Kos
ten, Erasmus, v. d. Wart, v. Nieuwen-
huijze, Welleman, Hendriks©.
tn cie derde de heeren v. T)usseldorp
en Dieleman, de Baare, Hartoog, Onder-
dijk, Vogelaar, Geschiere, Kodde, Adri
aanse, Braudsma, de Pauw, Kakebeeke,
Boonman.
Verdaging
De vergadering wordt hierna verdaagd
tot Donderdag 23 Juli a s., v.in. 10 uur,
Hierna wordt de openingszüling gtfelo-
ten.
voor de nieuwe veerboot ten dienste van
de veerverbinding Vlissingen—Breskons.
Wanneer met het maken van de hier
bedoelde aanlegplaats zal kunnen wor
den begonnen, kan echter nog niet wor
den medegedeeld."
Ten slotte werd naar aanleiding van
een verzoek van den voorzitter van Ged
Stalen nog bericht ontvangen, dat hel
maken van de aanlegplaats voor de nieu
we veerboot in de verbeterde haven van
Vlissingen op 's Rijks kosten zal worden
voorgesteld.
In de vergadering van 16 December
1924 deelden Ged. Staten mede, dat door
hen, tot dekking van him eigen veranfi.-
woordeüjkheid, besloten was, bij aanne
ming van hun voorstel tot den bouw van
een nieuwe boot, daaraan geen uitvoering
te geven, alvorens een advies van een
onpartijdig deskundige ten aanzien van
hel ontworpen plan te hebben ingewon
nen. Door tusschenkomst van den Mi
nister van Waterstaat hebben Ged Sta
ten de Scheepvaartinspectie te 's Gravcn-
liagc bereid gevonden, de plannen te on
derzoeken. Daar zij den uitslag van dat
onderzoek nog niet mochten vernemen,
hebben Ged Staten oj> spoedig bericht,
in elk geval vóór 23 dezer, aangedrongen.
STUKKEN \001l DE PROVINCIALE
STATEN VAN ZEELAND.
Bouw nieuwe boot enz.
Voor het in de vaart brengen van
grootcre booten voor het vervoer van
auto's, andere groote voertuigen en pas
sagiers op hel traject Vlissingen—Bres-
kens moet verbetering van de aanleg
plaatsen atdaar plaats hebben.
Ged. Staten melden thans Prov. Sta
ten, dat zij, na een onderhoud, en een
gevoerde correspondentie van den Mi
nister van Waterstaat een schrijven heb
ben ontvangen, dat de Minister bereid is
om te bevorderen, dat op het IXc Hoofd
stuk der Staatsbegrooting voor hel dienst
jaar 1926 een bedrag van f350.000 wordt
uitgetrokken voor liet maken van een
nieuwe aanlegplaats te Breskens ten
dienste van de veerverbinding Vlissin
gen- Breskens en geschikt voor de nieu
we veerboot, welke de provincie voorne
mens is op dit veer In de vaart te bren
gen.
De minister wees er echter op, da.fi
hiermede nog niet vaststaat, dat bedoeld
bedrag ook inderdaad op die begrooting
zal voorkomen, omdat nog niet vaststaat
welk aandeel de begrooting van zijn de
parlement in verdere bezuiniging zal
moeten dragen en welke posten alsdan
daartoe voor schrapping or vermindering
in aanmerking zouden komen, Terwijl uit
den aard der zaak later de wetgjevende
macht over deze gelden zal hebben te
beslissen, voordat daarover zal kunnen
worden beschikt."
Ged. Staten hebben daarop den Mi
nister verzocht hen alsnog te willen mee-
deelen of de aanlegplaatsen le Vlissin
gen zullen begrepen worden in de werken
tot verbetering der haven aldaar, zonder
dat daardoor afbreuk zal worden gedaan,
aan de door den minister toegezegde
wijze van uitvoering van de plannen voor
die haven, en dat daarmede nog zoo mo
gelijk in den loop van dit jaar zal worden
aangevangen.
De Minister antwoordde daarop dat
het in het voornemen ligt, om bij de in
uitvoering zijnde verbetering van de ha
ven te Vlissingen rekening te houden
met het maken van een aanlegplaats
Een verweer der
P Z E. M.
Raad van Commissarissen van
de P.Z.E.M. heeft een nader rapport
gezonden aan Prov. Staten van Zeeland,
waaraan liet volgende is ontleend.
De Raad van Commissarissen der P.
Z.E.M. heeft uit de gepubliceerde Staten
stukken met belangstelling kennis geno
men van bet rapport omtrent de P,Z.E,,\V
uitgebracht aan het college van Ged.
Staten dd 30 .Mei 1925 door dc heeren
Beekman cn Lohr.
De Raad waardeert in menig opzicht
ten zeerste dat rapport, maar meent
naar aanleiding wat in een gedeelte der
aan u verstrekte stukken wordt gezegd,
een krachtig protest te moeten laten hoo-
ren.
Het college van Ged. Staten heeft o.a.
aan de heeren Beekman en Lohr ge
vraagd sub 9:
,,ls er grond voor bet in Zeeuwsch
Vlaanderen gekoesterde wantrouwen ten
aanzien vim de taktiek en het beleid van
den directeur
Op deze vraag hebben de adviseurs
geen rond en positief antwoord gegeven.
Immers dat ware „ja" of „neen" met
bewijsvoering Zij hebben daarentegen
met eenige algemeene, zeer juiste be
schouwingen, welke niemand zal tegen
spreken. na eerst den president-commis
saris te hebben gedesavoueerd, den in
druk gewekt ,teu nadeele van onzen
Raad, alsof deze de oorzaak was van
wantrouwen en mindere acquisitie in
Zeeuwsch Vlaanderen, inplaats van een
oordeel uit te spreken over de vraag,
directeur wel de noodige lac-
tisclie en commereieele eigenschappen
heeft om in die streek een dergelijk be
drijf in den aanvang te leiden en er in
brengen: lact en beleid, gelijk de ad
viseurs terecht beweren, zijn daarvoor
absoluut noodzakelijk.
De raad protesteert er tegen dat de
adviseurs geheel eenzijdig op dit punt
iets hebben gerapporteerd. Konden zij
de vraag niet zoo spoedig beantwoorden,
dan hadden zij dit kunnen mededeelen,
maar het gaat niet aan de kwestie, waar
om het gaat, te verplaatsen. Zeker niet
zonder met den Raad van Commissaris
sen en evenmin met den president-com
missaris, welke zelfs persoonlijk in het
geding werd gebracht, te lvebbeu gecon
fereerd. terwijl zij wel zich laten inlich
ten door een dagbladverslag en zich la
ten beïnvloeden door ongecontroleerde1
mededeelingen der directie.
De getrokken cbnclusiên zijn dan ook
geheel onjuist.
De vergadering van 3 Maart 1924 van
burgemeesters en secretarissen uit een
deel van Zeeuwsch Vlaanderen le Ter-
neuzen gehouden, heeft geen noodlot
tige gevolgen gehad, en heeft den di
recteur dan ook niet onmogelijk gemaakt
Zij is gehouden, juist omgekeerd, omdat
het optreden van deu directeur wantrou
wen had gewekt, en naar veler oordeel
door ontactisch optreden hij het zoo
noodige vertrouwen, zij het ten onrechte,
had verloren. De bedoeling der ver
gadering was nader lot elkaar te komen
en dit wantrouwen weg te nemen. Daar
om werden ook tevoren naar de presi
dent-commissaris, in een andere kwaliteit
voorzitter van die vergadering, ons me
dedeelde, de punten, waarover de ad
viseur vau sommige gemeenten wilde
spreken, den directeur tevoren medege
deeld.
Evenals de heeren Beekman en Lohr
met enkele woorden, zij het ongedocu
menteerd, de beweringen van dien ad
viseur hebben weerlegd of gedisqualifi-
ceerd, ware dit den directeur der P Z.
E. M. in die vergadering gemakkelijk ge
weest.
Het geschokte vertrouwen zou daar
door zijn hersteld Dat deze vergadering
hef doel niet bereikte, is zeker niet te
wijlen aan den Raad van Commissaris
sen, die als zoodanig geheel buiten het
houden dier vergadering stond en daar
op geenerlei Invloed heeft uitgeoefend,-
ook is het naar de meening van den
Raad niet te wijten aan den president
der vergadering, ook president van den
Raad Immers deze deelde ons mede,
dat hij juist in die vergadering de ver
gaderde gemeente-autoriteiten heeft
^voorgehouden, dal het normaal contract
evenals de geheele zaak iets nieuws
was en men op alles wel kritiek kan
uitoefenen, dus dat het geraden was
i het te accepteeren en dan na eenigq
jaren praktijk na te, gaan of in een of
ander opzicht ook wijziging noodig was,
waarloc dan immers altijd kon. worden
besloten.
Hetgeen de rapporteurs in hun ove
rigens zoo voortreffelijk rapport hier
over hebben meegedeeld, had beter ach
terwege kunnen blijven.
De Raad van C. heeft in geen enkel
opzicht van wantrouwen in den direc
teur blijk gegeven en stelt zich veeleer
de vraag, of niet omgekeerd de directeur
die heefl en had in den Raad, gezien
de door hem aan deze zoo spaarzaam
verstrekte gegevens en het le weinig
raadplegen 'met den Raad over zaken
der clectrificatie, zoodat samenwerken
soms moeilijk is en de Raad niel dan
moeizaam zijn verantwoordelijkheid te
genover de P. Z. E. M. en dus tegen
over de Provincie kan dragen. Mij de
Raad meent, dat goede samenwer
king volstrekt niet eischt, dat hij geen
zelfstandig oordeel ook tegenover den
directeur zal mogen hebben. Moge hij
de Raad voor wat technische aan
gelegenheden aangaat, zich gedragen,
naar de inzichten van den directeur, wat
economisch opzicht betreft en optreden
in de betrokken streek, oordeelt hij dik
wijls beter met land en volk en alle
eigenaardigheden en behoeften daarvan
op dc hoogte te zullen zijn dan de di
recteur. Daarom' is een onderling ver
trouwen zeer zeker noodig voor een
vruchtbare samenwerking ten bate der
streek en der P. Z. E. M.
De Raad verwerpt verre van zich, wat
uit het rapport der heeren Beekman en
Lohr zou kunnen worden geconcludeerd,
alsof de schuld der minder stroomat'
name in Z Vlaanderen zou liggen aan
de houding van Commissarissen.
Het is hel College hekend, hoe om
zoo te zeggen door dik en dun, it oulran-
ce, dc directie der P. Z. E. M. in de
Staten is verdedigd door Commissarissen
tevens leden van Ged. Staten.
Intusschen hebben de rapporteurs
naar het oordeel vau den raad, ook le
weinig nadruk gelegd op het feit, dal een
oorzaak Wan het niet dadelijk aansluiten
der industrie gelegen kan zijn in den
toesland van malaise, waarin vele be
drijven in Z. Vlaanderen bij het optre
den der P. Z. E. M. verkeerden, zoo
dat men het doen van uilgaven voor
electrificeering van het bedrijft' ontzag.
Niettemin is naar het oordeel van den
Raad de toestand in geen enkel
opzicht onrustbarend, spat. van
ons Red. M. Crt.)
De theoretische en technische opvat
ting, evengoed als de practischc becij
feringen van den directeur hebben het
volle vertrouwen van den Raad, wat
blijkl uit de voorstellen t. o. v midden-
en Noordergroep. Ware dit niet zoo, dan
zou immers ook niet langer kunnen wor
den samengewerkt. Jlet rapport der ge
raadpleegde deskundigen is overigens
dan ook slechts een bevestiging van de
meening van den raad, die, gelijk uit het
verleden kan blijken, principieel steeds
dezelfde lijn heeft willen trekken.
Maar daarom is het des le ernstiger
te betreuren, dat de adviseurs van Ged.
Staten eenzijdig de houding van commis
sarissen en zeker die van den president-
commissaris iu een minder gunstig dag
licht hebben geplaatst en geen oog heb
ben gehad voor het gemis aan lact, dat
zich soms openbaart by bet bestuur der
vennootschap
Het is noodzakelijk, dat uw college
o, v. de elect ril'ica tic der Provincie
een zoo moeilijke materie vertrou
wen stelt in het college van Ged Staten
en het is evenzeer noodzakelijk, dat dit
college vertrouwen heeft in den Raad van
Commissarissen, en deze laalste in den
directeur.
Dal vertrouwen kan de Raad vragen,
omdat hij meer dan anderen en voortdu
rend van den gang van zaken zich op de
hoogte heeft kunnen stellen. Hadden de
rapporteurs in hun ijver, om den direc
teur huiten schot te houden, zich ge
speend aan een aanval op de commis
sarissen, voor zoover deze niet immer
met het economisch beleid van don di
recteur mede gaan, of dat niet commer
cieel, n\et tactisch of niet practisch ach
ten, hetgeen" hun toch zeker vrij slaat,
het rapport zou vrijwel' onverdeeld hun
instemming hebben gehad.
De Raad laat het bij dit protest. Hij
wilde zich niet onrechtmatig en zelfs
ongehoord in een verkeerd daglicht
plaatsen.
De Raad spreekt ten slotte den wensch
uit, dat dc voorstellen door Prov. Stalen
uilen worden aangenomen.
chinist J. M. uit Haarlem. Deze was be
zweet en ging een wijle in een gang
slaan, waar hij een flauwte kreeg en
toen van een trap viel Hij kreeg een
herschenschudding en werd per zieken
auto naar Haarlem overgebracht, maar
voor hij te Haarlem was aangekomen
was de man reeds overleden.
- In het Merwedekanaal te Amster
dam is een 26-jarige man verdronken.
Hij was met drie andere personen aan
het roeien geweest en had zich le wa
ter begeven zonder te kunnen zwemmen,
Zijn lijk was gisteren nog niet gevonden.
- Drie voegers uit de provincie
Groningen, die te Delft op een bouw
werk, waar een slaking is uitgebroken,
wilden werken^ hebben, ten onrechte
voorgewend lid van den Algem. Neder].
Bouwvakarbeidersbond te zijn en reis
geld voor de terugreis van de afd. Delft
los weten te krijgen, Tegen hen is pro-
ces-verbaal opgemaakt ter zake van op
lichting.
- Terwijl zekere C. H. te Munsterge-
leen bezig was dynamietbussen te vullen
ontplofte het kruit, doordat een vonkje
uit de pijp in het buskruit was terecht
gekomen.
II werd ernstig iu hot gezicht gewond.
Er ontstond ecu begin van brand, dat
men echter spoedig meester was.
- Volgens een telegram uit Londen1
zijn tijdens een school-pic-nic zes kin
deren en een vrouw verdronken, toen
twee bootjes met 12 personen aan boord,
omsloegen op het Artificialmeer.
- Tijdens een hevigen storm is op een
der terreinen van de Burmah Oil Com
pany te Syriam, nabij Rangoon, een hoo
ge muur omgewaaid, waarachter een
groot aantal inlanders beschutting had
gezocht. Door het ongeval werden 7 man
gedood en ongeveer 50 anderen gewond.
- Een Canadees heeft het stoute stuk
je bestaan, om in een kano den Lachiue
waterval (Quebec) af te gaan. Hoewel
hij verscheidene malen in levensgevaar
verkeerde, is hij heelhuids beneden aan
gekomen. Hij is de eerste blanke, die dit
waagstuk heeft volvoerd, waarmede hij
deze eer aan de Indianen heeft ontno
men.
BUITENLAND.
VERSCHILLENDE BERICHTEN.
'Op het Hofplein te Rotterdam is( gis
teravond een 7-jarig jongetje door eer
vrachtauto overreden en gedood,
Het ventje wilde van den wagen sprin
gen. viel daarbij en kwam met het hoofd
ondere en der wielen. De dood trad bijna
onmiddellijk in
De identiteit kon in den loop van den
avond nog niet worden vastgesteld.
Zondagavond heeft op den Nieuwen
Rijn te Leiden een ernstige Familietwist
plaats gehad, waarbij de 19-jarige T. v.
T. zijn 17-jarigen neef J. v. T. met een
mes een diepen steek in den rug heeft
toegebracht. Tegen den dader is proces
verbaal opgemaakt.
- Zondagmorgen had een excursie
van spoorwegpersoneel uit Haarlem
plaats naar het crematorium te Velsen,
onder leiding van den 30-jarigen ma
HET VREEMDELINGENVERKEER IN
BELGIE.
De correspondent van de R. Ol."
te Brussel schrijft
In tegenstelling met de vorige jaren
sedert den oorlog wordt thans, door de
fel geklaagd over hel wegblijven van een
Belgische hotelhouders en restaurateurs
deel hunner ponden-, dollars- en gulden-
krachtige kliënteel, welke ditmaal in an-'
derc oorden blijkt te zijn neergestreken.
Terwijl het, in 1924, op hetzelfde tijdstip,
een vrij gewaagde onderneming was 'haar
Brussel, de Ardennen of de Vlaamsche
kust te gaan zonder zijn kamers vooruit
le hebben besproken, is nu, schier over
al, nog meer dan plaats genoeg. Alleen
op Zaterdag en Zondag is het, in de eer
ste rangshotels, meestal vol, daar steeds
meer Nederlanders er een gewoonte blij
ken van te maken af e» toe van de
week-end gebruik te maken om naar
Brussel of Oostende over te wippen.
Vermoedelijk is de tegeuslag door de
Belgische hotel-industrie ondervonden
de ongemeen groote toevloed van vreem
delingen met de Paaschdagen had zeer
hoopvolle vooruitzichten geopend, wat de
huidige malaise nog wat pijnlijker maakt
slechts van tijdelijlcen aard en zullen
de ware vacautiemaanderi, Augustus en
September, gepaard gaande met den la
gen stand van den franc, nog heel wat
weten te vergoeden. De ten loons fellifo-
gen te Wembley en te Parijs, de feesten
van het Anno Santo te Rome zijn dill jaar
.echter punten van groote attractie voor
den reis- en kijklustigen vreemdeling
waarmede wel degelijk rekening moet
worden gehouden Daarbij komt ook nog
en hierop is, niet geheel ten onrechtte
trouwens, in de Belgische pers dezer
dagen gewezen dat sommige Belgische
hotelhouders de kip met de gouden
eieren wat al te zeer geweld willen
aandoen en de pensionprijzen, in verge
lijking met de vorige jaren, nogal hoog
hebben opgedreven wat natuurlijk geens
zins van aard is om de concurrentie
met het buitenland makkelijker te maken.
HET PROCES-AN GERSTKlN.
Gisteren is te Limburg a. L. het pro
ces tegen Angerslein, boekhouder eener
mijnonderneming begonnen, die ervan
wordt beschuldigd acht menschen ver
moord te hebben, twee verduisteringen
te hebben gepleegd, benevens valschheid
in geschrifte, meineed en brandstichting.
Men herinnert zich het geval. Zater
dag 29 Nov. '24 werden malversaties
ontdekt in de boekhouding. In den vroe
gen morgen van Maandag heeft Anger-
stein, waarschijnlijk onder invloed van
den angst voor ontdekking, met een
hartsvanger zijn zwaarzieke vrouw dood
gestoken, met een bijl' zijln schoonmoeder
afgiemaaktj een te hulp snellend dienst
meisje onderging vervolgens hetzefclelot.
Daarna was de beurt aan zijn schoonzus
ter, twee knechts, twee bureaubedien
den. Ten slotte stak Angerslein hetlieele
huis in brand, waarbij hij zeer stelsel
matig en doelbewust optrad om alle
sporen van zijn misdaad le doen ver
dwijnen en de brand niet te spoedig te
doen uitbreken, 's Middags ging hij naar
de stad om Zich een alibi te verschaffen.
Op den terugweg bracht hij zich eenige
steekwonden loe en viel in de nabijheid
van een villa neer, een paar werklui
toeroepende:, ,redt mijn vrouw'. Toen
men bij het huis van Angerslein kwam.
sloegen de vlammen uit en ontdekte men
spoedig hoe de z.g. inbrekers hadden
huisgehouden.
Maar al spoedig rees het vermoeden,
dat hel verhaal van Angerslein fantasie
was, Al ras bekende hij, waarna hij naar
de kliniek te Giessen werd gebracht voor
de verzorging van zijn wonden. Na zijn
genezing hield hij zich in de gevangenis
bezig met het samenstellen van uitvoeri
ge schrifturen en met bijbellozen. Dc
man -toonde zich steeds uiterst koelbloe
dig cn absoluut rustig, zonder ooit iels
le laten merken van berousv.
Het O. M. staat op het standpunt, dat
Angerslein met voi besef van wal hij
deed heeft gehandeld en dat hij, na de
ontdekking van zijn bedriegerijen, allen,
die hier iets van al wisten heeft ge
dood.
Er zijn 151 "getuigen en deskundigen
w. 20 doktoren, die Angerstein en zijn
gezin behandeld hebben, gedagvaard.
Gisteren is het getuigenverhoor begon
nen. Eerst kwamen zij aan de beurt die
den zwaargewonden Angerslein hebben
gevonden na zijn poging tot zelfmoord
en het stichten van den brand. Tot enke
len zeide hij wel twintigmaal: „Redt mijn
vrouw." Dan vertelde hij, dat ecu bende
van wel 20 roovers zijn huis was binnen
gedrongen en hem met een bijl had ge
wond.
In de middagzitting verzocht de ver
dediger Angerstein te laten onderzoeken
door prof. Herbertz van de universiteit le
Bern een specialist op het gebied van de
psycho-aualvse. Het O.M, bestreed dit
verzoek, daar een psychiater en geen
psycholoog moei vaststellen in welke
mate een beklaagde verantwoordelijk
voor zjjn daden is. De rechtbank besloot
prof. Herbertz als deskundige te Uooren
maar niet loe le staan dat deze bekl.
in de gevangenis onderzoekt.
Daarna werden de geneeshfieren ge
hoord, die de lijkschouwingen hebben
gehouden
Vervolgens legde de agent van jpolitie
iiit Frankfort die het eerste onderzoek'
ingesteld heefl, zijn verklaring af Hij
zeide, dat de aanblik van de lijken zoo
vreeselijk was, dat de agenten het nau-j
welijks konden aanzien. Nergens waren
sporen van de roovers, waarvan Anger
stein gesproken had, te ontdekken. In de
woning heerschte een pijnlijke orde. An
gerstein hield echter zijn onschuld staan
de. Bij de confrontatie met de lijken was
hij in hel minst niet ontroerd.
Ingezonden Stukken.
APPLAUS BIJ DE ABDIJCONCERTEN.
Mijnheer de Redacteur.
Velen met mij zijn van meening, dat
op deze concerten het handgeklap dient
vermeden te worden.
Zou dat niet mogelijk zijn? Het zal
zonder bijvalsbetuigingen nog oneindig
veel mooier zijn. Velen onthouden zich
er ai van. Laai ons eens één keer pro-
heeren niet ie klappen en dan eens zien
of het nog niet veel indrukwekkender is.
De klok staat stil, fietsen worden ge
weerd en nu nog: verzoeke niet le klap
pen.
Met dank voor de plaatsing,
K. G. W.
Middelburg.
(Stel, dat de proef zou te nemen
zijn "Wie bepaalt dan het resultaat van
zulk eeu maatregel? Er zijn in de con
certzaal muziekstukken, die door hun
aard genoopt hebben tot het verzoek
niet te applaudiseercn, zooals de lijdens
geschiedenis vau Christus in de Mat-
thüuspassion. En er zijn ook bezoekers
die in hun stemming bij andere stukken
gehinderd worden door het h. i. leelijk
lawaai van het handgeklap. Maar laten
we niet vergeten, dat er heel velen,
zijn, die na het hooren van een mooi
stuk sterke behoefte gevoelen uiting te
geven aan hun voldaanheid. F.n voor zoo
iets hebben we nu eenmaal als middel
het applaus. Herhaaldelijk is aan uit
voerende kunstenaars gevraagd, hoe zij
over het applaus denken. En telkens
was de uilslag, dat de meesten hunner
veel waarde aan applaus hechtten, omdat
het hun het bewijs van medeleven met
het publiek en een contact met de toe
hoorders geeft, dat voor hen weer
een aansporing is voor het zich geven
aan hun voordracht. De zaak is dus
niet Uitgemaakt met het verlangen van
enkelen.
Persoonlijk denken wij er zoo over,
dat een uitvoering in de concertzaal'
zoowel als buiten die niet een uitge
sproken treurkarakter heeft, heel spoe
dig een saaie stemming krijgt, wanneer
het publiek zich van iedere uiting van
bijval onthoudt. Ook al bepaalt men zich
bijval onthoudt. Ook al bepaalt men zich
tot ernstige muziek zooals op de Abdij
concerten, dan behoeft er aan het eind
van een stuk nog geen begrafenisstilte
te heerscheu. Zelcer niet, wanneer het
gespeelde dc toehoorders warm heeft
gemaakt. Dat zuil een applaus de stem
ming wegneemt roor hel luisteren naar
een volgend nuurner, gelooven we niet
Red.)
Electrische Drikkerij G. \V. den Boe»,
Middelburg,