iAspirfei iüVOEGSEL Vrijdag 26 Juni 1925, fféo. 148. STUKKEN VOOR DE PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Electrificatie Midden- groe p. G. St. deelen Prov. SL mede, na de conclusies van liet rapport-Wellemanen van de commissarissen der P. Z. E. M. fweergeigevten te b<ebbe\u (bpiid/e reedg d/oor ons gepubliceerd) hierover o.m. het volgende Wanneer Gedt Stalen gezien de beide rapporten, tot het bepalen van hun eigen 'sUvnÜpunt in zake het strootmvooï»- zieningsvraagstuk der middengroep ko men dan moge d at, op het voetspoor der beide adviezen, geschieden door de voorziening van Walcheren afzonderlijk van die der Bevelanden te behandelen. Zoowel de commissie-Welleman als vooralsnog commissarissen der P.ZE. M. slaan een oplossing voor van het electrificatie vraagstuk! van het plattlfc- land van Walcheren, waarbij dit eiland zal worden voorzien van de centrale der iVlissingsche Société Anonyme uit en zulks door aan de gemeente Middelburg tot zoodanige voorziening concessie le verleenen. Omtrent de voorwaarden, aan zulk een concessie te verbinden, bestaan evenwol graote verschillen lusschen de adviseurs van Ged,. Staten; zij scharen zich te dezen opzichte aan de zijde van Commissaris sen en hebben alzoo met hen ernstig bezwaar tegen d£ door de commis ;ie- Welleman, na overleg met het gemeente bestuur van Middelburg, voorgedragen concessievoorwaarden. In het bijzonder ontmoet de voorwaarde sub IV bij G. St. grootelijks bedenking; aan den eisch, om een opbrengst wegens stroomverkoop van ten minste 20 pet. der kosten van aanleg onvoorwaardelijk te garandeeren, kan zeer waarschijnlijk geen enkele ge meente op Walcheren voldpen zoodat zoo goed als altoos ,zal er iets van de electrificatie terecht komen, de provincie zal moeten bijspringen en dat tot niet- geringe bedragen en over een niet-af- zienbaren lijd,; de bepaling zou boven dien voor de door het bedrijf noodig ge oordeelde versterkingen van het net gel den, terwijl de Provincie builen de vast-, stelling van tarieven en voorwaarden zou staan ,wijl deze aan den raad der gemeente Middelburg zou toekomen. Niet minder bedenkelijk is de voor waarde sub VII, waar zij bepaalt, dat de provincie bij naasting het in het be drijf gestoken e n daarin nog aanwezige kapitaal zal hebben te betalen, ver meerderd met eene vergoeding voor de commercieele waarde van het bedrijf. Van zulk een „bonus" aan de gemeente Middelburg kan geen sprake zijn, daar zij immers bij het door de commissie ontwikkelde garantie-systeem, geenerlei risico hoegenaamd draagt; en wat de uitkeering van het nog in het bedrijf aanwezige kapitaal aangaat ddiirtoe zou alleen kunnen worden overgegaan, wanneer van d,en aanvang af het ge- heele bedrijf, met zijn gefourneerd kapi taal en dc uitbreiding daarvan, afschrij vingen, tarievenpolitiek, personeelregelin- gen enz., aan de controle van Ged. Stalen was onderworpen; zelfs zou de techni sche gestie van het bedrijf dan niet vrij kunnen zijn. Zijn er alzoo overwegende bedenkin gen tegen het concessieplan, zooals d,e gemeente Middelburg dat ten slotte blijk baar heeft geweuschl, Ged. Staten zijn niettemin bereid om het belang der zaak, pogingen aan te wenden, ten einde met de gemeente alsnog lot overeenstem ming omtrent de voorwaarden eener concessie te geraken cn hunne priuci- pieele bereidverklaring, haar eene con cessie te verleenen, na te komen. Mocht alsdan de gemeente Middelburg de door Ged. #Stalen haar voor te stellen con cessievoorwaarden niet kunnen aan vaarden en zij aarzelen niet hel uit te spreken, d,at het uitzicht daarop bij zonder groot is dan zouden zij hunne mededeeling aan het gemeentebestuur dpt zij, behoudens de medewerking der Prov. Stalen voor zooveel noodig, beginsel bereid waren aan de gemeente een concessie voor de electrificatie van het platteland, van Walcheren te verlee nen, moeten terugnemen. Naar hunne meening zij zijn daarin nog versterkt door het rapport van de lieeren Beekman en Lolir. ep door het schrijven van eer commissie uit d,e v^r- eeniging van burgemeesters' en secretaris sen van plattelandsgemeenten in Walche ren d-d. 3 Juni 1925 ware dan de elec trificatie van Walcheren over te laten aan de P.Z.E.M. zulks onder nader door Prov. Staten goed te keuren conditiën en overigens in den trant als commissa rissen dier venoolschap blijkens het slot van hun rapport zich zulk een stroom voorziening hebben gedacht. Ook wat d,e electrificatie van de Beve landen aangaat kunnen Ged. Staten geenszins medegaan met de commissie- Welleman, doch sluiten zij zich aan by de gezichtspunten en beschouwingen, welke zijn neergelegd in het rapport van commissarissen der P.Z.E.M., al wil daarmee niet gezegd zijn, dat zij dit in zijn geheel onderschrijven. Dc kosten van aanleg van alles, wat voor de electrificatie der twee eilan den noodig zal zijn, daaronder begre pen de laagspanningsnetten, worden door commissarissen geraamd op f 1.160 000 met een zeer groot bedrag 156.638 voor onvoorzien en afronding, terwijl de uitgaven wegens kapitaallastcn en be drijfskosten zullen bedragen, naar een eer te hooge dan te 'lage schatting, f 209.865, waartegenover aan ontvangsten een bedrag van f211.671 geraamd wordt, zoodat nog een kleiq overschot zou aan wezig ^ijn. Daarbij "slaat dan voorop, dat de stroom van de provinciale Noordhm-* bantsche eleclriciteits maatschappij (P.N. E.M.) wordt ingekocht en dat door afne mers een stroomverbruik wordt gegaran deerd door de Noordergroep. Wanneer inderdaad de bevolking de eieclr-eitc ftsvoorzicning begeert, dan zal dat moeten en dus kunnen blijken uil de bereidvaardigheid tot aansluiten aller- wege. Het algemeen en het provinciaal belang vorderen, naar Ged. Stalen mee- nen niet alleen, dal garantie voor vol- dpend verbruik te voren vaststaat, maar ook, dat de electrificatie, zooveel maar eenigszins mogelijk is, geschiedt in ge heel de provincie door een en hetzelf de bedrijf ,d. i. door de Prov. Zeeuwsche Electriciteiis-maatschappijhet rapport van de heeren Beekman en Lolir is te dezen opzichte zeer leerzaam. Het nog bij de vergadering aanhangige voorstel tot electrificatie der midden groep door of vanwege de Vlissingsche Société Anonyme trekken Ged. Staten heirbij in. Zij vinden vrijheid, aan Prov. Sta ten alzoo voor te stellen onder dankbe tuiging aan de commissie-Welleman voor haar prijzenswaardigen arbeid, Jiun op te dragen, haar zoo spoedig mogelijk overeenkomstig hunne hiervoren uiteen gezette inzichten voorstellen te doen voor de electrificatie der beide Beve landen en eventueel 'van 'Walcheren. I Electrificatie Noordgroep. Ged. Stalen wijzen Prov. Staten op 3 plannen betreffende de electrificatie van de Noordgroep n.l.: lo. het plan der P.ZE.M.: de geheele noordgroep te voorzien door de P.Z.E.M. met stroom uit de Noordbrabantschc cen trale en met verkoop door de P.Z.E.M. en détail; 2o. liet plan-Van Ittersum: Schouwen en Duiveland te voorzien uit eigen cen trale; Tholen en St. Philipsland te voor zien door de P.Z.E.M. met stroom uit de Noordbrabantsche centrale en 3o. een plan: Schouwen en Duiveland en gros te voorzien door de P.Z.E.M. met stroom uit de Noordbrabantsche centrale en en détail door 'een com binatie van gemeenten; Tholen en St. Philipsland te voorzien met stroom uit de Noordbrabantsche centrale met ver koop door de P.Z.E.M. en détail. Ged. Staten achten het meest aanbe velenswaardig het plan der P.Z.E.M. Proefnemingen met een eigen cen trale voor een klein gebied', die in »casu in elk geval geen succes beloven te wor den, zullen daarbij achterwege blijven. Voorts zal dan aan den eisch, dat de bevolking door het stellen van een ga rantie zal hebben blijk te geven van haar duidelijk uitgesproken verlangen, in het genot van electriciteitsvoorzienng gesteld te worden, voldaan zijn. Voor de afnemers is aan dezen garantie-eisch geen bezwaar verbonden, evenmin als dat in Zeeuwsch Vlaanderen, zooals de uitkomst heeft aangetoond, het geval was. Omgekeerd heeft de provincie in dit plan geen risico wegens kapitaallas- ten, omdat het garantiestelsel haar dekt. Het algemeen belang, dat is hier dat der provincie en dat der gezamenlijke af neming. is met de toepassing dezer we- derkeerigheidsgedachte, naar 'Ged. Staten meenen, het meest gebaat en hel is dit algemeen belang waarop Prov. Staten in de eerste plaats zal willen letten. De vrees, dat sympathieën of anti pathieën in een of andere richting bij de uitvoering van dit plan moeilijkheden of teleurstellingen van beteekênis zul len brengen, meenen Ged Stalen niet al te zwaar te moeten opvatten; wanneer de "belanghebbenden inderdaad elecdri- schen stroom begeeren, en dat schijnt vast te staan, zullen zij er ten slotte niet naar vragen, vanwaar die stroom komt, en wie dien levert, als maar de geheele voorziening zoo economisch mo gelijk is; dal de lasten per hoofd voor de bevolking in het plan der P.Z.E.M. verreweg het geringste zullen zijn, zal ook voor hen een omstandigheid ?ijn, waaraan groole beteekenis is toe te ken nen. Ged. Stalen rekenen dan ook, wanneer eenmaal Prov. Staten, wat zij e rustig wenschen, zich met hunne zienswijzen heeft vereenigd, op de k>yale medewer-i king der gemeentelijke 'autoriteiten in Schouwen en Duiveland, al hebbende burgemeesters der gemeenten zich een tot hen gericht schrijven van Juni 1924 uilgesproken voor de voorziening dier eilanden volgens het project-Van Ittersum. Wordt de P.Z.E.M. gevolgd, dan zal bo vendien eenheid in de geheele provin ciale stroomvoorziening verkregen wor den, een omstandigheid, die ook door de heeren Beekman en Lohfr, in hun rapport op bijzondere wijze naar voren is ge bracht. Ged. Staten wijzen ten slotte nog op tweeërlei. In de eerste plaats op de in het plan der P.Z.E.M. noodzakelijke kruising van het Zijpe, Men zal wellicht vragen, of aan de zijde der P.Z.E.M. voldoende des kundigheid aanwezig is, om zulk een werk in zijn geheelen omvang te beoor- deelen. Een onderzoek daarnaar leverde be vredigende resultaten op. In de tweede plaats is naar aanlei ding van de opmerking, dat in de na bijheid van de plaats, waar de hoogspan ningskabel in het Zijpe ^al worden ge legd, dikwijls geankerd wordt, zoodat de kans op beschadiging van den kabel geenszins uitgesloten scheen, hel advies gevraagd, van den inspecteur van het loodswezen le Vlissingen; deze heeft to kennen gegeven dat op die plaats, force majeure uitgesloten, nimmer geankerd wordt. Ook te dezen aanzien behoeft alzoo generlei vrees te bestaan. Op grond van de voorgaande beschou wingen stellen Ged. Staten aan Prov, Staten voor hen op te dragen haar zoo spoedig mogelijk voorstellen voor de elee-' trificatie der noordgroep, overeenkomstig het plan der P.ZE.M., te doen toekomen s Griep [Neuralgie [Rheumaiiek IVerkoudfeeF' [Hoofd- en [Kiespijn verdwijnen snel en zeker door 1 tabletten JBrnpthZs (Ingez. Med.) worden geschaad De heer de Priester kan zich niet vereenigen met een toelichting als zooda nig. Het artikel kan altijd letterlijk op gevat worden. Spr. stelt voor aan het artikel een alinea toe te voegen waar in een beroep op den raad wordt toege- sstaan Hel voorstel wordt aangenomen met 6—4 sl. (tegen de heeren Kodde, Cysouw, Suurmond en Melis). De heer de Priester stelt voor om dezelfde toevoeging te geven aan het ar tikel van de inslruclie van den secretaris waarin dezelfde bepaling is opgcuomen. Het voorstel de Priester wordt bij staking der stemmen aangehouden. De beide instructies worden met alg stemmen goedgekeurd, (er zij op altent gemaakt, dat dit in strijd is met liet tan- gehouden voorstel ae Priester. Red.) In de rondvraag zegt de heer d e P a g t e r dat in de vergadering van 29 October 1924 besloten is een instructie vast te stellen inzake de politieveror dening. De voorz. zegt dat dit is aangehou den met het oog op de benoeming van een nieuwen burgemeester De heer Kodde kan zich niet inden ken dat de burgemeester op dien tijd al ontslag had aangevraagd. De Voorz. zegt dat de burgemeester reeds lang het plan had ontslag aan te vragen. De heer de Priester zegt dat tij dens de werkverschaffing een opgraving van de rioleering in de Ritlhemsche straat heeft plasts gehad, Men heeft éch ter de zaak niet kunnen vinden(?) Deze zaak moet voo,r 1 Oct. in orde gebracht worden, ingevolge een schrijven van den polder Walcheren. De heer M a r ij s beklaagt zich over slechte rioleering in genoemde straat. Spr. vraagt of de gemeente hiertegen geen maatregelen moet nemen. Anders worden de bewoners op hooge kosten GEMEENTERAAD VAN OOST- EN WEST SOURURG. Gisterenmiddag kwam de raad van Souburg in vergadering bijeen. Voor zitter de heer Jobse. Afwezig met ken nisgeving de heer Lasoe. De Voorz. stelt voor een tijdelijk wethouder te benoemen tijdens het lij delijke voorzitterschap van weth. Job»c. De heer de Priester betwijfelt het noodzakelijke liiervan. De Voorz. zegt dat het Dagelijksch Bestuur z. i. uit 3 personen moet be staan. Weth Melis sluit zich hier bij aan. De heer de Priester stelt voor geen tijdelijken wethouder te benoemen Bij staking der stemmen wordt het voorstel de Priester aangehouden tot een volgende vergadering. B. en W. gaan accoord met het voor stel van het Burgerlijk Armbestuur om den te benoemen secretaris-penning meester van het B. A. een jaarwedde van f 25 te verleenen. Dit in verband met de rente van de te storten zekerheids stelling, welke ongeveer f400 zal be dragen. secretaris zegt, dat er dan nog op wordt toegegeven. De heer de Priester vindt dat deze wedde gegeven moet worden als be looning voor het werk, en niet omdat hel B. A. een zekerheidsstelling vraagt. Spr. vindt het vreemd dat dit geen voorstel van B. en Wi., doch van het B A. is Spr. begrijpt niet, waarom nu plot seling een zekerheidsstelling geeischt wordt. Als salaris vindt spr. f 25 veel te laag. De heer Brouwer gaat hiermee accoord. De heer Cysouw licht toe dat er een verordening is, welke een zeker heidsstelling eischt,vroeger was dit nie| bekend. Hel voorstel B. A. wordt aangenomen met 7—3 st. (tegen de heeren de Priester, Brouwer en Marijs.) Overgegaan werd lot de benoeming van een secretaris-penningmeester van hel B. Armbestuur. Benoemd werd de heer J. C. Gabriëlse, mej 8 st. vóór en 2 blanco, welke benoeming door den heer Gabriëlse wera aangenomen. B. en W. hebben een outwerp-inslruc- tie voor den gemeente-secretaris en ge meente-ontvanger aan den raad voor gelegd. De heer de Priester vraagt of in verband hiermede overleg met de be trokken ambtenaren is gepleegd. Dit lijkt spr. gewenscht. De voorz. zegt dit met den secre taris het geval is. De gemeente-ontvanger maakt be denking tegen het artikel van de inslruc- tie waarin gezegd wordt, dat de ont vanger geen nevenbetrekkingen mag be- kleeden zonder toestemming van B. en Wi. Spr. licht dit artikel nader toe, het welk niet zal worden toegepast, wan neer de belangen van do gemeente niet Weth. Melis zegt dat het Polderbe stuur en het gemeentebestuur hier el kaar in den weg zitten. Spr. vraagt be sloten zitting. Dhr. de Pries ter is gebleken dat in het contract inzake het aanplakken van verkiezingspapieren niet van ver goeding wordt gesproken. Echter is hem tevens gebleken dat tegen degenen, wel ke hun muren of schuttingen hiervoor beschikbaar stelden is gezegd, wel voor een vergoeding in aanmerking te komen. Weth. Melis ontkent het bestaan van een contract. De voorz. zegt oat deze kwestie op een misverstand berust, n.l. door de aan kondiging van den veldwachter, welke een belooning in het vooruitzicht stelde. Er is echter geen contract gemaakt. De heer de Priester begrijpt niet dat het gemeenteverslag dat tot deze vergadering zou worden aangehouden niet behandeld is. De Voorz. zegt dat dit punt in de volgende vergadering zal worden behan deld. Den heer de Pries ter is Ier oorc komen ,dat door het publiek in ze kere richting wordt gewerkt, inzake hel vervullen van het burgemeestersambt. Spr. vindt dat ook de raad zich hierover zal uitspreken. De Voorz. kan zich over het ge- wenschte hiervan niet uitlaten Spr. stelt voor deze zaak uit te stellen tot een vol- nde vergadering. Weth. Melis zegt dat de burge meester zijn ontslag nog niet officieel ontvangen heeft. Hij is dus nog betrok ken in zijn dienst. De voorz. zegt dat hem gebleken is dat de burgemeester zijn ontslag heeft. Dat het hem nog niet is toegezonden is een gevolg van de afwezigheid van de Koningin. De heer de Priester meening dat de burgemeester zijn ontslag nog niet heeft. De heer M a r ij s klaagt over de ver zakkingen van gooien die in de Burg. v Teijlingenslraat plaats hebben. De Voorz. zegt dat hierin voorzien zal worden. Daarna ging de raad in besloten zit ting over. GEMEENTERAAD VAN GOES. Woensdagavond vergaderde de gemeen teraad onder voorzitterschap van burge meester Hajenius. Alle leden zijn aan wezig. De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Aankoop grond Wijngaardstraat. De heer Vienings protesteert er te gen, dat een gedeelte der werken al is uitgevoerd alvorens de Raad hierin is gekend De heer v. d. Bo u t antwoordt dat men niét wachten kon, anders zou de verbe tering niet hebben kunnen geschieden. OóntroTe Woning- bouwver. Een uitvoerige discussie ontstaat over do vraag, of de geyieente, dan wel de woningbouwvereeniglngen de kosten der controle moeten dragen. De leden der fin. comm. verdedigen het laatste, dc wethouders en de s. d. a. p.'ers het eerste. Ten slotte wordt het voorstel der fin. comm om de kosten ten laste der be langhebbende vereenigingen te brengen, verworpen met 7—6 stemmen (vóór La brijn, Eckhardt, Goedbloed, v. Vloten, Potter en van Melle). Het voorstel van B. en W. wordt hierna z. h. st. aangenomen. Bezwaarschrift Verhoeven. Besloten wordt op voorstel van B. en W., om den aanslag van den heer Ver hoeven i, z. het vergunningsrecht met f 25 te verminderen. Verzoek schadevergoe ding mej. Rooze—Nagel- kerke. Op verzoek van den heer v. Poelgeest hierover besloten vergadering. Stortings- en Op haaldienst. 'Op verzoek van den heer Crucq wordt dit punt aangehouden tot een volgende vergadering. Verordening mo torrijtuigen. De heeren L a b r ij n en Vienings ontwikkelen verschillende bezwaren De bepalingen zijn voor een deel niet na te komen. De voorz. en de heer Goedbloed zijn voor aanneming. Wanneer alle ge meenten in Zeeland dit doen, kan het practisch wel wat goeds uitwerken. De heer L a b r ij n acht de verordening pure willekeur. De heer Stieger verklaart ook niet voor de verordening te zijn. Er zijn reeds verschillende gemeenten, die ze naast zich neer hebben gelegd. Het voorstel van B en W. wordt hier na verworpen met 121 st (de heer d. Bout voor). Salarieering ge- meentepersoneel. De heer L a b r ij n zegt dat de fin. comm. nog op hetzelfde standpunt van vroeger slaat. Een salariscommissie zoo als zij die voorstelt, zal het eenige mid del zijn om op het stuk van salarisher ziening tot een bevredigend resultaat te komen. De heer Vienings is van oordeel, dat deze commissie er alleen een van informatie zal kunnen zijn. De fin. comm. en niet de salariscomm. moet met voor stellen komen. De heer Orucq bestrijdt den lieer La brijn. De loonen zijn hier niet hoog en vermindering niet noodzakelijk. Spr. wijst er op dat het gemeentepersoneel reéds langer werkt. Spr. becritiseert de samenstelling der commissie. Daar zou ook een vertegen woordiger der s. d. a. p. in moeten zitten. De heer Vienings acht een com missie niet ongewenscht, door een be noeming in deze commissie, bindt men zich tot niets. Tusschen de heeren Orucq en La brijn ontstaat een eenigszins vinnige dis cussie. De voorz. en de heer Vienings merken op dat de fin. comm. zich steeds eenige keeren kan assumeeren tot onder linge bespreking. De heer v. Vloten zegt dat het voor stel der fin. comm. eenvoudig bedoelt om tot een compromis-voorstel der ver schillende opvattingen. De heer Goedbloed licht de sa menstelling der comm. nader toe. De wethouders waren tegenstanders, de fin. comm. voorstanders van verlaging, terwijl de heeren Vienings cn v. Poelgeest er lusschenin stonden. De heer v. Poelgeest is op het oogenblik niet overtuigd van de noodzaak van salarisverlaging. Spr. ziet in 't voor stel der fin. comm. een voorstel om een heid te bereiken. Dit staat echter niet vast en dus kan men de comm. geen op dracht geven om met voorstellen te ko men. De heer v. Vlo ten meent dat er toch een meerderheids- en 'n minderheidsrap port kan komen. De heer L a b r ij n meent dat het voor stel der fin comm. aansluit bij de jong ste opdracht van den Raad aan B en W. om een salarisschema samen te stellen. Het voorstel van B en W. wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met 9—4 st. (Tegen Labrijn, Goedbloed, v. Poelgeest en v.i Vloten). De heer v. Vloten meent dat thans het voorstel der fin. comm. aan de orde moet komen. De voorz. is het hiermee niet eens. Ook de heer Vienings meent dat salarisverlaging thans van de baan is. De heer L a b r ij n vindt de instelling van een salariscomm. niet in strijd met het zoo juist gevallen besluit. De heer v. d. Bout zegt dat het op hem den indruk maakt dat de fin. comm. nog eens wil probeeren om tot salaris vermindering te komen. De heer Eckhardt heeft voor het voorstel van B. en W. gestemd in de mee ning, dat het voorstel der fin. comm. nog in behandeling zal komen. De heer v. Poelgeest zegt, dat hy nog nooit heeft gekregen, wat hij ge waagd heeft, n.l. een schema hoe de sa larissen er uit zouden zien, wanneer ze in het algemeen met 10 en 20 procent werden verlaagd Over het tijdstip daar toe hoeven we ons niet uit te spreken. Spr. begrijpt het bezwaar niet een com missie te benoemen, die een en ander eens bekijkt. De heer Goedbloed meent dat B. en W. met zulk een schema hadden moe ten komen. De heer v. d. Bout zegt dat het col lege geen onregelmatigheden in de re geling kon ontdekken. Ten slotte besluit de Raad om na dat de opdracht om met voorstellen te komen, geschrapt is een commissie door den Raad te doen benoemen Zulks met 7—6 st (tegen Orucq, Buijs, v. Melle, de Looff, Stieger en v. d. Bout). Er ontstaat hierna een druk dooreen-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 5