iAspirfei
iüVOEGSEL
Vrijdag 26 Juni 1925, fféo. 148.
STUKKEN VOOR DE PROVINCIALE
STATEN VAN ZEELAND.
Electrificatie Midden-
groe p.
G. St. deelen Prov. SL mede, na de
conclusies van liet rapport-Wellemanen
van de commissarissen der P. Z. E. M.
fweergeigevten te b<ebbe\u (bpiid/e reedg
d/oor ons gepubliceerd) hierover o.m. het
volgende
Wanneer Gedt Stalen gezien de beide
rapporten, tot het bepalen van hun eigen
'sUvnÜpunt in zake het strootmvooï»-
zieningsvraagstuk der middengroep ko
men dan moge d at, op het voetspoor der
beide adviezen, geschieden door de
voorziening van Walcheren afzonderlijk
van die der Bevelanden te behandelen.
Zoowel de commissie-Welleman als
vooralsnog commissarissen der P.ZE.
M. slaan een oplossing voor van het
electrificatie vraagstuk! van het plattlfc-
land van Walcheren, waarbij dit eiland
zal worden voorzien van de centrale der
iVlissingsche Société Anonyme uit en
zulks door aan de gemeente Middelburg
tot zoodanige voorziening concessie le
verleenen.
Omtrent de voorwaarden, aan zulk een
concessie te verbinden, bestaan evenwol
graote verschillen lusschen de adviseurs
van Ged,. Staten; zij scharen zich te dezen
opzichte aan de zijde van Commissaris
sen en hebben alzoo met hen ernstig
bezwaar tegen d£ door de commis ;ie-
Welleman, na overleg met het gemeente
bestuur van Middelburg, voorgedragen
concessievoorwaarden. In het bijzonder
ontmoet de voorwaarde sub IV bij G. St.
grootelijks bedenking; aan den eisch, om
een opbrengst wegens stroomverkoop
van ten minste 20 pet. der kosten van
aanleg onvoorwaardelijk te garandeeren,
kan zeer waarschijnlijk geen enkele ge
meente op Walcheren voldpen zoodat
zoo goed als altoos ,zal er iets van de
electrificatie terecht komen, de provincie
zal moeten bijspringen en dat tot niet-
geringe bedragen en over een niet-af-
zienbaren lijd,; de bepaling zou boven
dien voor de door het bedrijf noodig ge
oordeelde versterkingen van het net gel
den, terwijl de Provincie builen de vast-,
stelling van tarieven en voorwaarden
zou staan ,wijl deze aan den raad der
gemeente Middelburg zou toekomen.
Niet minder bedenkelijk is de voor
waarde sub VII, waar zij bepaalt, dat de
provincie bij naasting het in het be
drijf gestoken e n daarin nog aanwezige
kapitaal zal hebben te betalen, ver
meerderd met eene vergoeding voor de
commercieele waarde van het bedrijf.
Van zulk een „bonus" aan de gemeente
Middelburg kan geen sprake zijn, daar
zij immers bij het door de commissie
ontwikkelde garantie-systeem, geenerlei
risico hoegenaamd draagt; en wat de
uitkeering van het nog in het bedrijf
aanwezige kapitaal aangaat ddiirtoe zou
alleen kunnen worden overgegaan,
wanneer van d,en aanvang af het ge-
heele bedrijf, met zijn gefourneerd kapi
taal en dc uitbreiding daarvan, afschrij
vingen, tarievenpolitiek, personeelregelin-
gen enz., aan de controle van Ged. Stalen
was onderworpen; zelfs zou de techni
sche gestie van het bedrijf dan niet vrij
kunnen zijn.
Zijn er alzoo overwegende bedenkin
gen tegen het concessieplan, zooals d,e
gemeente Middelburg dat ten slotte blijk
baar heeft geweuschl, Ged. Staten zijn
niettemin bereid om het belang der zaak,
pogingen aan te wenden, ten einde met
de gemeente alsnog lot overeenstem
ming omtrent de voorwaarden eener
concessie te geraken cn hunne priuci-
pieele bereidverklaring, haar eene con
cessie te verleenen, na te komen. Mocht
alsdan de gemeente Middelburg de door
Ged. #Stalen haar voor te stellen con
cessievoorwaarden niet kunnen aan
vaarden en zij aarzelen niet hel uit
te spreken, d,at het uitzicht daarop bij
zonder groot is dan zouden zij hunne
mededeeling aan het gemeentebestuur
dpt zij, behoudens de medewerking der
Prov. Stalen voor zooveel noodig,
beginsel bereid waren aan de gemeente
een concessie voor de electrificatie van
het platteland, van Walcheren te verlee
nen, moeten terugnemen.
Naar hunne meening zij zijn daarin
nog versterkt door het rapport van de
lieeren Beekman en Lolir. ep door het
schrijven van eer commissie uit d,e v^r-
eeniging van burgemeesters' en secretaris
sen van plattelandsgemeenten in Walche
ren d-d. 3 Juni 1925 ware dan de elec
trificatie van Walcheren over te laten
aan de P.Z.E.M. zulks onder nader door
Prov. Staten goed te keuren conditiën en
overigens in den trant als commissa
rissen dier venoolschap blijkens het slot
van hun rapport zich zulk een stroom
voorziening hebben gedacht.
Ook wat d,e electrificatie van de Beve
landen aangaat kunnen Ged. Staten
geenszins medegaan met de commissie-
Welleman, doch sluiten zij zich aan by
de gezichtspunten en beschouwingen,
welke zijn neergelegd in het rapport van
commissarissen der P.Z.E.M., al wil
daarmee niet gezegd zijn, dat zij dit in
zijn geheel onderschrijven.
Dc kosten van aanleg van alles, wat
voor de electrificatie der twee eilan
den noodig zal zijn, daaronder begre
pen de laagspanningsnetten, worden door
commissarissen geraamd op f 1.160 000
met een zeer groot bedrag 156.638
voor onvoorzien en afronding, terwijl de
uitgaven wegens kapitaallastcn en be
drijfskosten zullen bedragen, naar een
eer te hooge dan te 'lage schatting,
f 209.865, waartegenover aan ontvangsten
een bedrag van f211.671 geraamd wordt,
zoodat nog een kleiq overschot zou aan
wezig ^ijn.
Daarbij "slaat dan voorop, dat de
stroom van de provinciale Noordhm-*
bantsche eleclriciteits maatschappij (P.N.
E.M.) wordt ingekocht en dat door afne
mers een stroomverbruik wordt gegaran
deerd door de Noordergroep.
Wanneer inderdaad de bevolking de
eieclr-eitc ftsvoorzicning begeert, dan zal
dat moeten en dus kunnen blijken uil de
bereidvaardigheid tot aansluiten aller-
wege. Het algemeen en het provinciaal
belang vorderen, naar Ged. Stalen mee-
nen niet alleen, dal garantie voor vol-
dpend verbruik te voren vaststaat, maar
ook, dat de electrificatie, zooveel maar
eenigszins mogelijk is, geschiedt in ge
heel de provincie door een en hetzelf
de bedrijf ,d. i. door de Prov. Zeeuwsche
Electriciteiis-maatschappijhet rapport
van de heeren Beekman en Lolir is te
dezen opzichte zeer leerzaam.
Het nog bij de vergadering aanhangige
voorstel tot electrificatie der midden
groep door of vanwege de Vlissingsche
Société Anonyme trekken Ged. Staten
heirbij in.
Zij vinden vrijheid, aan Prov. Sta
ten alzoo voor te stellen onder dankbe
tuiging aan de commissie-Welleman voor
haar prijzenswaardigen arbeid, Jiun op
te dragen, haar zoo spoedig mogelijk
overeenkomstig hunne hiervoren uiteen
gezette inzichten voorstellen te doen
voor de electrificatie der beide Beve
landen en eventueel 'van 'Walcheren.
I Electrificatie
Noordgroep.
Ged. Stalen wijzen Prov. Staten op 3
plannen betreffende de electrificatie van
de Noordgroep n.l.:
lo. het plan der P.ZE.M.: de geheele
noordgroep te voorzien door de P.Z.E.M.
met stroom uit de Noordbrabantschc cen
trale en met verkoop door de P.Z.E.M.
en détail;
2o. liet plan-Van Ittersum: Schouwen
en Duiveland te voorzien uit eigen cen
trale; Tholen en St. Philipsland te voor
zien door de P.Z.E.M. met stroom uit de
Noordbrabantsche centrale en
3o. een plan: Schouwen en Duiveland
en gros te voorzien door de P.Z.E.M.
met stroom uit de Noordbrabantsche
centrale en en détail door 'een com
binatie van gemeenten; Tholen en St.
Philipsland te voorzien met stroom uit
de Noordbrabantsche centrale met ver
koop door de P.Z.E.M. en détail.
Ged. Staten achten het meest aanbe
velenswaardig het plan der P.Z.E.M.
Proefnemingen met een eigen cen
trale voor een klein gebied', die in »casu
in elk geval geen succes beloven te wor
den, zullen daarbij achterwege blijven.
Voorts zal dan aan den eisch, dat de
bevolking door het stellen van een ga
rantie zal hebben blijk te geven van
haar duidelijk uitgesproken verlangen,
in het genot van electriciteitsvoorzienng
gesteld te worden, voldaan zijn. Voor de
afnemers is aan dezen garantie-eisch
geen bezwaar verbonden, evenmin als
dat in Zeeuwsch Vlaanderen, zooals de
uitkomst heeft aangetoond, het geval
was. Omgekeerd heeft de provincie in
dit plan geen risico wegens kapitaallas-
ten, omdat het garantiestelsel haar dekt.
Het algemeen belang, dat is hier dat
der provincie en dat der gezamenlijke af
neming. is met de toepassing dezer we-
derkeerigheidsgedachte, naar 'Ged. Staten
meenen, het meest gebaat en hel is dit
algemeen belang waarop Prov. Staten in
de eerste plaats zal willen letten.
De vrees, dat sympathieën of anti
pathieën in een of andere richting bij
de uitvoering van dit plan moeilijkheden
of teleurstellingen van beteekênis zul
len brengen, meenen Ged Stalen niet al
te zwaar te moeten opvatten; wanneer
de "belanghebbenden inderdaad elecdri-
schen stroom begeeren, en dat schijnt
vast te staan, zullen zij er ten slotte
niet naar vragen, vanwaar die stroom
komt, en wie dien levert, als maar de
geheele voorziening zoo economisch mo
gelijk is; dal de lasten per hoofd voor
de bevolking in het plan der P.Z.E.M.
verreweg het geringste zullen zijn, zal
ook voor hen een omstandigheid ?ijn,
waaraan groole beteekenis is toe te ken
nen.
Ged. Stalen rekenen dan ook, wanneer
eenmaal Prov. Staten, wat zij e rustig
wenschen, zich met hunne zienswijzen
heeft vereenigd, op de k>yale medewer-i
king der gemeentelijke 'autoriteiten in
Schouwen en Duiveland, al hebbende
burgemeesters der gemeenten zich
een tot hen gericht schrijven van Juni
1924 uilgesproken voor de voorziening
dier eilanden volgens het project-Van
Ittersum.
Wordt de P.Z.E.M. gevolgd, dan zal bo
vendien eenheid in de geheele provin
ciale stroomvoorziening verkregen wor
den, een omstandigheid, die ook door de
heeren Beekman en Lohfr, in hun rapport
op bijzondere wijze naar voren is ge
bracht.
Ged. Staten wijzen ten slotte nog op
tweeërlei.
In de eerste plaats op de in het plan
der P.Z.E.M. noodzakelijke kruising van
het Zijpe, Men zal wellicht vragen, of
aan de zijde der P.Z.E.M. voldoende des
kundigheid aanwezig is, om zulk een
werk in zijn geheelen omvang te beoor-
deelen.
Een onderzoek daarnaar leverde be
vredigende resultaten op.
In de tweede plaats is naar aanlei
ding van de opmerking, dat in de na
bijheid van de plaats, waar de hoogspan
ningskabel in het Zijpe ^al worden ge
legd, dikwijls geankerd wordt, zoodat de
kans op beschadiging van den kabel
geenszins uitgesloten scheen, hel advies
gevraagd, van den inspecteur van het
loodswezen le Vlissingen; deze heeft to
kennen gegeven dat op die plaats, force
majeure uitgesloten, nimmer geankerd
wordt.
Ook te dezen aanzien behoeft alzoo
generlei vrees te bestaan.
Op grond van de voorgaande beschou
wingen stellen Ged. Staten aan Prov,
Staten voor hen op te dragen haar zoo
spoedig mogelijk voorstellen voor de elee-'
trificatie der noordgroep, overeenkomstig
het plan der P.ZE.M., te doen toekomen
s Griep
[Neuralgie
[Rheumaiiek
IVerkoudfeeF'
[Hoofd- en
[Kiespijn
verdwijnen snel en zeker
door
1 tabletten JBrnpthZs
(Ingez. Med.)
worden geschaad
De heer de Priester kan zich niet
vereenigen met een toelichting als zooda
nig. Het artikel kan altijd letterlijk op
gevat worden. Spr. stelt voor aan het
artikel een alinea toe te voegen waar
in een beroep op den raad wordt toege-
sstaan
Hel voorstel wordt aangenomen met
6—4 sl. (tegen de heeren Kodde, Cysouw,
Suurmond en Melis).
De heer de Priester stelt voor om
dezelfde toevoeging te geven aan het ar
tikel van de inslruclie van den secretaris
waarin dezelfde bepaling is opgcuomen.
Het voorstel de Priester wordt bij
staking der stemmen aangehouden.
De beide instructies worden met alg
stemmen goedgekeurd, (er zij op altent
gemaakt, dat dit in strijd is met liet tan-
gehouden voorstel ae Priester. Red.)
In de rondvraag zegt de heer d e
P a g t e r dat in de vergadering van 29
October 1924 besloten is een instructie
vast te stellen inzake de politieveror
dening.
De voorz. zegt dat dit is aangehou
den met het oog op de benoeming van
een nieuwen burgemeester
De heer Kodde kan zich niet inden
ken dat de burgemeester op dien tijd al
ontslag had aangevraagd.
De Voorz. zegt dat de burgemeester
reeds lang het plan had ontslag aan te
vragen.
De heer de Priester zegt dat tij
dens de werkverschaffing een opgraving
van de rioleering in de Ritlhemsche
straat heeft plasts gehad, Men heeft éch
ter de zaak niet kunnen vinden(?) Deze
zaak moet voo,r 1 Oct. in orde gebracht
worden, ingevolge een schrijven van den
polder Walcheren.
De heer M a r ij s beklaagt zich over
slechte rioleering in genoemde straat.
Spr. vraagt of de gemeente hiertegen
geen maatregelen moet nemen. Anders
worden de bewoners op hooge kosten
GEMEENTERAAD VAN OOST- EN
WEST SOURURG.
Gisterenmiddag kwam de raad van
Souburg in vergadering bijeen. Voor
zitter de heer Jobse. Afwezig met ken
nisgeving de heer Lasoe.
De Voorz. stelt voor een tijdelijk
wethouder te benoemen tijdens het lij
delijke voorzitterschap van weth. Job»c.
De heer de Priester betwijfelt het
noodzakelijke liiervan.
De Voorz. zegt dat het Dagelijksch
Bestuur z. i. uit 3 personen moet be
staan.
Weth Melis sluit zich hier bij aan.
De heer de Priester stelt voor
geen tijdelijken wethouder te benoemen
Bij staking der stemmen wordt het
voorstel de Priester aangehouden tot een
volgende vergadering.
B. en W. gaan accoord met het voor
stel van het Burgerlijk Armbestuur om
den te benoemen secretaris-penning
meester van het B. A. een jaarwedde
van f 25 te verleenen. Dit in verband met
de rente van de te storten zekerheids
stelling, welke ongeveer f400 zal be
dragen.
secretaris zegt, dat er dan
nog op wordt toegegeven.
De heer de Priester vindt dat deze
wedde gegeven moet worden als be
looning voor het werk, en niet omdat hel
B. A. een zekerheidsstelling vraagt.
Spr. vindt het vreemd dat dit geen
voorstel van B. en Wi., doch van het B
A. is Spr. begrijpt niet, waarom nu plot
seling een zekerheidsstelling geeischt
wordt. Als salaris vindt spr. f 25 veel te
laag. De heer Brouwer gaat hiermee
accoord.
De heer Cysouw licht toe dat er
een verordening is, welke een zeker
heidsstelling eischt,vroeger was dit nie|
bekend.
Hel voorstel B. A. wordt aangenomen
met 7—3 st. (tegen de heeren de Priester,
Brouwer en Marijs.)
Overgegaan werd lot de benoeming
van een secretaris-penningmeester van
hel B. Armbestuur. Benoemd werd de
heer J. C. Gabriëlse, mej 8 st. vóór en 2
blanco, welke benoeming door den heer
Gabriëlse wera aangenomen.
B. en W. hebben een outwerp-inslruc-
tie voor den gemeente-secretaris en ge
meente-ontvanger aan den raad voor
gelegd.
De heer de Priester vraagt of in
verband hiermede overleg met de be
trokken ambtenaren is gepleegd. Dit lijkt
spr. gewenscht.
De voorz. zegt dit met den secre
taris het geval is.
De gemeente-ontvanger maakt be
denking tegen het artikel van de inslruc-
tie waarin gezegd wordt, dat de ont
vanger geen nevenbetrekkingen mag be-
kleeden zonder toestemming van B. en
Wi.
Spr. licht dit artikel nader toe, het
welk niet zal worden toegepast, wan
neer de belangen van do gemeente niet
Weth. Melis zegt dat het Polderbe
stuur en het gemeentebestuur hier el
kaar in den weg zitten. Spr. vraagt be
sloten zitting.
Dhr. de Pries ter is gebleken dat
in het contract inzake het aanplakken
van verkiezingspapieren niet van ver
goeding wordt gesproken. Echter is hem
tevens gebleken dat tegen degenen, wel
ke hun muren of schuttingen hiervoor
beschikbaar stelden is gezegd, wel voor
een vergoeding in aanmerking te komen.
Weth. Melis ontkent het bestaan van
een contract.
De voorz. zegt oat deze kwestie op
een misverstand berust, n.l. door de aan
kondiging van den veldwachter, welke
een belooning in het vooruitzicht stelde.
Er is echter geen contract gemaakt.
De heer de Priester begrijpt niet
dat het gemeenteverslag dat tot deze
vergadering zou worden aangehouden
niet behandeld is.
De Voorz. zegt dat dit punt in de
volgende vergadering zal worden behan
deld.
Den heer de Pries ter is Ier oorc
komen ,dat door het publiek in ze
kere richting wordt gewerkt, inzake hel
vervullen van het burgemeestersambt.
Spr. vindt dat ook de raad zich hierover
zal uitspreken.
De Voorz. kan zich over het ge-
wenschte hiervan niet uitlaten Spr. stelt
voor deze zaak uit te stellen tot een vol-
nde vergadering.
Weth. Melis zegt dat de burge
meester zijn ontslag nog niet officieel
ontvangen heeft. Hij is dus nog betrok
ken in zijn dienst.
De voorz. zegt dat hem gebleken is
dat de burgemeester zijn ontslag heeft.
Dat het hem nog niet is toegezonden is
een gevolg van de afwezigheid van de
Koningin.
De heer de Priester
meening dat de burgemeester zijn ontslag
nog niet heeft.
De heer M a r ij s klaagt over de ver
zakkingen van gooien die in de Burg. v
Teijlingenslraat plaats hebben.
De Voorz. zegt dat hierin voorzien
zal worden.
Daarna ging de raad in besloten zit
ting over.
GEMEENTERAAD VAN GOES.
Woensdagavond vergaderde de gemeen
teraad onder voorzitterschap van burge
meester Hajenius. Alle leden zijn aan
wezig.
De ingekomen stukken worden voor
kennisgeving aangenomen.
Aankoop grond
Wijngaardstraat.
De heer Vienings protesteert er te
gen, dat een gedeelte der werken al is
uitgevoerd alvorens de Raad hierin is
gekend
De heer v. d. Bo u t antwoordt dat men
niét wachten kon, anders zou de verbe
tering niet hebben kunnen geschieden.
OóntroTe Woning-
bouwver.
Een uitvoerige discussie ontstaat over
do vraag, of de geyieente, dan wel de
woningbouwvereeniglngen de kosten der
controle moeten dragen. De leden der
fin. comm. verdedigen het laatste, dc
wethouders en de s. d. a. p.'ers het
eerste.
Ten slotte wordt het voorstel der fin.
comm om de kosten ten laste der be
langhebbende vereenigingen te brengen,
verworpen met 7—6 stemmen (vóór La
brijn, Eckhardt, Goedbloed, v. Vloten,
Potter en van Melle).
Het voorstel van B. en W. wordt hierna
z. h. st. aangenomen.
Bezwaarschrift
Verhoeven.
Besloten wordt op voorstel van B. en
W., om den aanslag van den heer Ver
hoeven i, z. het vergunningsrecht met
f 25 te verminderen.
Verzoek schadevergoe
ding mej. Rooze—Nagel-
kerke.
Op verzoek van den heer v. Poelgeest
hierover besloten vergadering.
Stortings- en Op
haaldienst.
'Op verzoek van den heer Crucq wordt
dit punt aangehouden tot een volgende
vergadering.
Verordening mo
torrijtuigen.
De heeren L a b r ij n en Vienings
ontwikkelen verschillende bezwaren De
bepalingen zijn voor een deel niet na te
komen.
De voorz. en de heer Goedbloed
zijn voor aanneming. Wanneer alle ge
meenten in Zeeland dit doen, kan het
practisch wel wat goeds uitwerken.
De heer L a b r ij n acht de verordening
pure willekeur.
De heer Stieger verklaart ook niet
voor de verordening te zijn. Er zijn reeds
verschillende gemeenten, die ze naast
zich neer hebben gelegd.
Het voorstel van B en W. wordt hier
na verworpen met 121 st (de heer
d. Bout voor).
Salarieering ge-
meentepersoneel.
De heer L a b r ij n zegt dat de fin.
comm. nog op hetzelfde standpunt van
vroeger slaat. Een salariscommissie zoo
als zij die voorstelt, zal het eenige mid
del zijn om op het stuk van salarisher
ziening tot een bevredigend resultaat te
komen.
De heer Vienings is van oordeel,
dat deze commissie er alleen een van
informatie zal kunnen zijn. De fin. comm.
en niet de salariscomm. moet met voor
stellen komen.
De heer Orucq bestrijdt den lieer La
brijn. De loonen zijn hier niet hoog en
vermindering niet noodzakelijk. Spr. wijst
er op dat het gemeentepersoneel reéds
langer werkt.
Spr. becritiseert de samenstelling der
commissie. Daar zou ook een vertegen
woordiger der s. d. a. p. in moeten zitten.
De heer Vienings acht een com
missie niet ongewenscht, door een be
noeming in deze commissie, bindt men
zich tot niets.
Tusschen de heeren Orucq en La
brijn ontstaat een eenigszins vinnige dis
cussie.
De voorz. en de heer Vienings
merken op dat de fin. comm. zich steeds
eenige keeren kan assumeeren tot onder
linge bespreking.
De heer v. Vloten zegt dat het voor
stel der fin. comm. eenvoudig bedoelt
om tot een compromis-voorstel der ver
schillende opvattingen.
De heer Goedbloed licht de sa
menstelling der comm. nader toe. De
wethouders waren tegenstanders, de fin.
comm. voorstanders van verlaging, terwijl
de heeren Vienings cn v. Poelgeest er
lusschenin stonden.
De heer v. Poelgeest is op het
oogenblik niet overtuigd van de noodzaak
van salarisverlaging. Spr. ziet in 't voor
stel der fin. comm. een voorstel om een
heid te bereiken. Dit staat echter niet
vast en dus kan men de comm. geen op
dracht geven om met voorstellen te ko
men.
De heer v. Vlo ten meent dat er toch
een meerderheids- en 'n minderheidsrap
port kan komen.
De heer L a b r ij n meent dat het voor
stel der fin comm. aansluit bij de jong
ste opdracht van den Raad aan B en W.
om een salarisschema samen te stellen.
Het voorstel van B en W. wordt hierna
in stemming gebracht en aangenomen met
9—4 st. (Tegen Labrijn, Goedbloed, v.
Poelgeest en v.i Vloten).
De heer v. Vloten meent dat thans
het voorstel der fin. comm. aan de orde
moet komen.
De voorz. is het hiermee niet eens.
Ook de heer Vienings meent dat
salarisverlaging thans van de baan is.
De heer L a b r ij n vindt de instelling
van een salariscomm. niet in strijd met
het zoo juist gevallen besluit.
De heer v. d. Bout zegt dat het op
hem den indruk maakt dat de fin. comm.
nog eens wil probeeren om tot salaris
vermindering te komen.
De heer Eckhardt heeft voor het
voorstel van B. en W. gestemd in de mee
ning, dat het voorstel der fin. comm.
nog in behandeling zal komen.
De heer v. Poelgeest zegt, dat hy
nog nooit heeft gekregen, wat hij ge
waagd heeft, n.l. een schema hoe de sa
larissen er uit zouden zien, wanneer ze
in het algemeen met 10 en 20 procent
werden verlaagd Over het tijdstip daar
toe hoeven we ons niet uit te spreken.
Spr. begrijpt het bezwaar niet een com
missie te benoemen, die een en ander
eens bekijkt.
De heer Goedbloed meent dat B.
en W. met zulk een schema hadden moe
ten komen.
De heer v. d. Bout zegt dat het col
lege geen onregelmatigheden in de re
geling kon ontdekken.
Ten slotte besluit de Raad om na
dat de opdracht om met voorstellen te
komen, geschrapt is een commissie
door den Raad te doen benoemen Zulks
met 7—6 st (tegen Orucq, Buijs, v. Melle,
de Looff, Stieger en v. d. Bout).
Er ontstaat hierna een druk dooreen-