FEUILLETON,
HEERLUK
EEN SIGARET 15
8 IJ VOEGSEL
VAN
Vrijdag 12 Juni 1925, M. 136.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
Kunst en Perscritiek.
Op een algemeens vergadering van den
Haagschen Kunstkring van November '24,
werd, in verband mei de kunstcritiek in
de Nederlandsche Pers met gropte meer
derheid een motie aangenomen, waarbij
aan het bestuur werd opgedragen om,
zoo mogelijk in samenwerking met de
besturen van andere kunslvereenigingejx
voorstellen te doen tot mogelijk verweer
tegen onbevoegde en oneerlijke kunst-
critiek in de Pers.
Hiertoe Werden door een benoemde
cojmmissie een aantal voorname vereeni-
gingen op kunstgebied tot bespreking uit-
genoodigd, aan welke uitnoodiging de vol
gende vereenigingen gevolg gaven:
Bond van Nederl. Tooneelschrijvers te
's Gravenhage; Nederl. verg. voor Am-
bachts- en Nijverheidskunst, Rotterdam;
Verg-, van Beeldende Kunstenaars, De
Onafhankelijken, Haarlem; Nederl. Kring
van Beeldhouwers, Haarlem; De Haag-
scho Kunstkring, 's Gravenhage; Pulckri
Studio, 's Gravenhage, en de Coöperatie;
's Gravenhage.
In deze vergadering, gehouden op het
Binnenhof te 's Gravenhage, onder lei-'
ding van den voorzitter van den Haag
schen Kunstkring, den heer Ir. A. Broese
van Gropnou, bleek men hel er vrijwel
over eens te zijn, dat de hedendaagsche
kunslcritiek èn in bevoegdheid èn in eer
lijkheid te kort schoot.
Met groote meerderheid besloot de ver
gadering, alvorens een keuze te doen
uit middelen ter verbetering van den
toestand, prae-adviezen daaromtrent uit
te lokken van ter zake kundig geachte
personen.
De vergadering vereenigde zich nadat
bij stemming over de kwestie, als prae-
adviseurs alleen kunstenaars of wel ver
tegenwoordigers van do pers in het alge
meen en van de kunstcritiek in het bij
zonder uit te noodigen, de stemmen had
den gestaakt, met een bemiddelingsvopr-
stel van deze strekking, dat voor het stel
len van de prae-adviezen alleen kunste
naars zouden worden uitgenoodigd en
men zich zelfs niet zal richten tot die
kunstenaars, welke tevens kimstcritieken
schrijven, maar dat, na het ontvangen
van de prae-adviezen ruime gelegenheid
zal wo,rdeu gegeven aan vertegenwoordi
gers van de pers de prae-adviezen te
beantwoprden.
In een voegende openbare vergadering
van de verschillende hij de zaak der
kunstcritiek betrokken groepen, zullen
dan prae-adviezen en eventueele ant
woorden tegelijkertijd worden behandeld.
Daarna hield de vergadering zich bezig
met de keuze der personen die tot hel)
leveren van prae-advies zullen worden
uitgenoodigd, doch wier namen eerst na
aanvaarding der uitnopdigingen zullen
wordeu openbaar gemaakt.
Van verschillende vereenigingen zal
no,g medewerking worden gevraagd.
„Van Peking naar Mos-
k o u", door Sven Hedin.
TJitg. W. de Haan.
De ontdekkingsreiziger van hel geheim-
zinnige en moeilijk te bereizen Tibet,
geeft in dit lijvige bock een verhaal
van een reis, die niets geheimzi^aijgs
had, en voor een reiziger als hij zelfs
geen buitengewone moeilijkheden ople
verde. Hij reisde ïn den herfst van '28
per auto dwars door den Gobiwoestijn
naar Oedinsk in Siberië en spoorde toen
per Siberisehen express naar Moskou.
Den 13den November vertrok hij uit Pe
king, en 9 December kwam hij te Moskou
aan. Er loopen nog wel altijd karavanen'
van kameelen langzaam door de Gobi
maar de auto's loopen er ook. En nu
heeft Sven Hedin wel kunnen vertellen
van een hevigen sneeuwstorm dien hij in
de Gobi beleefde, en van de ontzettende
kou die hejn op die reis in een open auto
verkleumde, maar dat levert nog niet
het bijzondere dat een reisverhaal waard
maakt gedrukt te worden.
Dat bijzondere zit in de reisindrukken
van de bijzondere persoonlijkheid van
Hedin, die land en volk reeds door en
door kende, er op die snelle reis er dan
ook veel van wist op te merken, en dij
weet te vertellen op een onderhoudende
manier. Een diepgaande studie is dit boek
zeker niet. Men vindt er zelfs veel klei^
nigheden in vermeld, die ons heusch niet
veel kunnen schelen, onbeteekencnde toe
ristenervaringen.
Maar wie dit hoek doorgelezen heeft,
ziet langs die reisroute de na-oorlogsche
toestanden van maatschappij, staat en
volk helder voor zich open liggen. Euro
pa heeft in en na den grooten oorjbjg
zooveel met zich zelf te doen gehad, dat
het "bitter weinig van Midden-Azië weet,
en eigenlijk ook heel weinig van Rusland
en vooral van de Russische actie naar
het Oosten.
Wat hel boek daarover vertelt, is voor
ons het Interessantste geweest. En juist
nu in deze dagen in "de berichten uit
China zoo herhaaldelijk van den invloed
der Sovjets gewaagd wordt,. leest men die
reismededeelingen met te sterker aan
dacht. Dat hij bij zijn kort verblijf te
Moskou zeer gevierd werd als geleerde,
en vqpgjamelijk veel te hooren kreeg van
de wetenschappelijke kringen, stelde hem
in staat veel te vertellen van wal in die
kringen gedacht en verwacht wordt. Men
zal echter goed doen steeds voor oogen
te houden, dat de werkelijkheid wel eens
anders is.
Wat dit reisboek ons leerde kwam ons
van zelf in gedachten toen we dezer
dagen lazen dat in voorbereiding is een
vliegdienst van Moskou naar Peking.
De in dit boek opgenomen foto's zijn
wel talrijk, maar moereudeels niet van
bijzondere beteekenis.
ZONDERLINGE KAMERADEN
Naar het Engelsch van
LEONARD MERRICK.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H.
16).
Eens vroeg zij hem of hij ook hield
van -gedichten. Hij dacht daarbij aan en
kele verzen, waarvan hij heelemaal niet
hield, maar hij zou om geen lief ding'in
haar achting willen dalen en zei dus
ja. Ze leende hem toen „Tennyson",
een oud exemplaar al, waar haar gelier-
koosde passages waren 'aangehaald. De
potlood-streepjes stonden daar heel
schools en heel precies en de passages
waren heel droef en sentimenteel. "Arme
miss Pugh. De moeilijkste (aak van de
onderwijzeres was nog haar eigen vrouw
zijn te bedwingen.
Maar David was nog te jong om de
poëzie te lezen in de kanleekeningen. En
hij was ook te jong om het boek te be
grijpen, maar deelen van „Maud" las
li ij weer eens en nog eens over en ze
klonken in liem na Ze vertolkten wat ér
in hem omging als zijn vader zong en \vat
de schaduwen beduiden in «den tuin. Het
was of hij 'gewacht had op een klank,
die samenklonk met zijn ziel en die nu
„Over Land en Zee",
door dr. Herman ten Kate.
Ui,tg. W. J. Thieme en
Oie.
Een zwerversnatuur. Een geleerde, die
reisde voor wetenschappelijk onderzoek,
maar die misschien het meest hield van
het reizen. Hij heeft langer tijd buiten
Europa vertoefd dan daarbinnen. In een
tijdperk van 35 jaar, n.l. van 1883—1917
zat hij: onder de Indianen van N. Ame
rika, bij de Laplanders, in Zuid-Amerika,
in Indië, in Australië, weer in de Andes,
in Argentinië, op Hawai, aan. de Oliinee-
sche kust, op Ceylon, in Japan (waar
hij eenige jaren geneesheer was).
Het wetenschappelijke resultaat van
die reizen werd reeds (soms lang ge
leden) verwerkt in wetenschappelijke tijd
schriften. Maar wat hij op die reizen, in
zijn dagboek aanteekende als reiziger,
wal hij zag en overpeinsde, heeft hij
eindelijk in |dit boek verzameld als
„schetsen en stemmingen van een we
reldreiziger". Van een deel van het ver
telde is dus de actualiteit verdwenen,
want het werd zooveel jaar geleden opge
schreven. Maar van andere deelen is het
verhaalde nog geldend omdat de streken
buiten het wereldverkeer liggen.
Uit den aard der zaak is het boek frag
mentarisch geworden. Men springt van
het eene werelddeel naar het andere,
en vaak heeft men slechts korte opmer
kingen voor zich. Maar in weerwil daar
van houdt het boek de aandacht vast
omdat de opmerkingen getuigen van een
gelcomen was. Die melodie van liet ge
voel overweldigde hem.
Niet lang daarna trof een van de on
derwijzers hem aan, .gebogen qver een
door hem zelf gemaakt vroeg-rijp gedicht,
terwijl hij verdiept liad moeten zijn in
verbuigingen. Hij werd er over onder
houden, waarna de dichter in tranen uit
barstte.
„Ik zie niet graag een jongen huilen,
als hij gestraft w-ordt, Lee, dat is 'niet
Engelsch," zei de 'Engclschman daar
mee bedoelende, dat het m'et trapper
was.
David keek naar hem, beleedigd.
„Ik huil", zei hij, „omdat ik niet kan
zeggen, wat ik meende."
Maar voortaan zorgde hij er wel voor,
dat hij ongezien zijn papier verknoeide.
Toen Vivian dertien was, meende Ow-
nie, dat hij nu eigenlijk op een openbare
school moest zijn, in plaats van op Bel-
size Manor. Dit waren ze aan hem ver
plicht, meende zij, en Elisha, die haar
nooit in iets weerstreefde, opdat ze toch
vooral niet meer flirtte, antwoordde dood
kalm:
„Best, lieve kind. Waarom heb je dit
nl niet eerder gezegd. Laaf hem dan naar
Eton of Harrow gaan met de groote
lui's zoontjes. Je kunt hem heen sturen,
waar je wilt."
Vivan zelf verlangde enkel maar om
tegelijk niet een kameraadje naar een
kostschool aan de Zuidkust te gaan, en
WETEN
Ga/3"fo£fam)e
Succes
ÖWAacFtiiS
(Ingez. Med.)
persoonlijke en wel overdachte waarne
ming.
Joh. F. Snellemans schreef in een
voorwoord een karakteriseering van deze
eigenaardige persoonlijkheid.
Het Bosch der Gestor
venen, door Ivans. Geill.
Uiig S.. L. v. Looy, Amster
dam.
Een mysterieus boek, spelend in een
mysterieus niet genoemd land op den
Balkan. En hoewel het onderwerp wat
te fantastisch is een vorstin die in
een bosch door aanhangers en wolfs
honden wordt bewaakt is de intrige
goed verwerkt. Een knappe beschrij
ving van de lugubere omgeving en de
onvermijdelijke invloed van een algemeen
Oostersch bijgeloof op een Westersch
intellectueel.
Toch is ons inziens met de oplossing
van het raadsel wat te lang gewacht,
zoodat hel logisch verband tusschen de
verschillende handelingen pas later blijkt.
Edie de Droomster, door
A. A. M. Horsliug—Boerma.
IJitg. W. de Haan, Utrecht.
Een bijzonder goed kinderboek, waar
in het familieleven van een aardig ge
zin wordt afgebeeld. Edie, het droom
stertje, is, als het er op aan komt, wat
een flinke meid; de broertjes zijn echte
Hollandsche jongens.
De schrijfster heeft een suggstieven
niiaaltrant, en moet bovendien de jeugd
wel goed kennen
In een naschrift stelt de schrijfster
een vervolgdeel in het vooruitzicht, wat
wij niet «anders dan kunnen toejuichen
Goede kinderlectuur is er nooit» ge
noeg. De aardige illustraties zijn van Rie
Cramer.
ONDERWIJS.
(Vereen, voor Ilandelsonder-
wijs te Middelburg.
Aan de Handelsschool van bovenge
noemde vereeniging zijn bevorderd:
van de eerste naar de tweede klasse: S.
v. d. Berg, P» Castenimiller, C. Faber, A,
Lorier, L. van Liere, J. Minderhout, G.
Reijers, H. Zegers, G. de Witte, J. Jozias-
se, A. Louws, W. Mervel, KJ. J. Net, W, C
Schalz, W. Outermans, J. A., de Pagter,
A. Pluijmers, J. J. Smil,W. de*Wolff, Niet
bevorderd 1.
Van de tweede naar de djerde klasseJ.
Adriaansen, J. Gabriëlsc, M. Hansen, J.
Janse, F. J. de Munck, M. van Oosten,'K.
Villee, C. Vreeke, D. do Vos, A. Zeeveld,
J. Mervel. Niet bevorderd 4.,
Van de derde naar dje vierde klasse
J. Akkermans, Ca. Dekker, J. de Ironing,
D. de Munck, J. Watlel, A. Janse, J. An-
theunisse, J. DekkerM. Meulenberg, C.
Valkhoff, J. Verhage, P. de Vos. Niet be
vorderd 6.
De leerlingen der vierde klasse, aan
wie een diploma kon worden uitgereikt,
zijn in volgorde van de behaalde cijfers
Aa. van Dalen, A. S. Rotli, C. J, Iloofl-
man, A. J. Bouman, J. Adriaanse, C. J,
Wisse, H. Karei, Pa. Jo. Vlijherge, C. H,
Net, W. M. J. Meeuse, H. Hendrikse en
A. van der Driest. Niet geslaagd voor het
eindexamen zijn 10 leerlingen, terwijl
1 niet was opgekomen.
Deze mededeeling der behaalde diplo-
a's geschiedde, zooals gebruikelijk, in
bijzijn van bestuur, directeur, leeraren
leden en genoodigden.
De heer M. 0. B o a s s o n, vice-voorzit-
ter der vereeniging heette in het bijzon
der welkom den burgemeester en verte
genwoordigers van vereenigingen en cor
poraties en zeide dat de aanwezigheid
poralies en zeide dat de aanwezigheid
van velen het hewijs geeft van eene on
verflauwde belangstelling in het handels
onderwijs, een verschijnsel hetwelk trou
wens door het geheele land is waar te
nemen. Deze belangstelling is voor het
bestuur een prikkel om voort te gaan met
hun taak en voor directeur en de dames
en heeren leeraren een aanmoediging te
meer om met onverflauwden ijver hun
zeer zware taak te vervolgen, waarvoor
spr. hen hartelijk dank brengt. Hel is
thans aan ieder, die eenigszins in de we
reld rond kijkt duidelijk geworden, dat
men het in den handel alleen met zien,
doen en afzien, niet ver brengt, dit kon
in vroegere lijden het geval zijn, thans
is dit "standpunt verouderd.
De verhoudingen zijn ingewikkelder, de
concurrentie is scherper geworden. We
tenschappelijke vorming is noodig, al is
dit ook met aansluiting aan de praktijk.
De theorie, heeft een geleerde gezégd,
heeft ten doel de juiste methode en den
ruimeren blik te geven ,di§ het maken
van groote fouten voorkomen.
Op dien grond geeft het bestuur aan
de geslaagden den raacLom voort te gaan
met de wetenschappelijke studie desnood-s
aan de hand van de praktijk en aan de*
niet geslaagden zij een zoete troost gege
ven, dal zij in een volgenden cursus met
meer ijver en harder wierken het einddoel
kunnen bereiken.
Hierna reikte de burgemeester de di
ploma's uit. om er vervolgens op te wij
zen, dat het de dure plicht van liet ge
meentebestuur is te herha'en de groote
dankbaarheid tegenover den voorzitter,
het hestuur, den directeur en de leeraren
Spr. hoopt dat de toenemende bloei der
school evenredig is aan het werk er aan
besteed. Spr. hoopt dat de geslaagden
spoedig een werkkring zullen vinden. Er
is hen nu theoretische kennis genoeg
mede gegeven om zich pracfisch (c be
kwamen. Voor wat betreft de niet ge
slaagden merkt spr. op, dat het niet ze
ker is dat dit hun eigen schuld is, hij
roept hen toe komt terug en tracht t
volgend jaar het diploma te behalen.
Namens de leerlingen, die een di
ploma verwierven, voerde de heer R P.
v. Miert het woord en bracht dank
aan den burgemeester voor zijn tegen
woordigheid bij het examen en de uit-
^reiking der diploma's, ook aan bestuur
ofschoon Ownic lang niet gemakkelijk
(afzag - van dat idee van Eton of Harrow,
waar de groote lui's zoontjes gaan, gaf
ze hem ten slotte zijn zin. Ze zorgde,
dat 't jongmensch van alles ruim voor
zien was en zijn stiefvader gaf hem
nog een biljet van vijf pond mee op
reis.
Vol blijde verwachting nam Vivian af
scheid. David zou hem een paar jaar
later volgen. Tegen den tijd dat David
dan ook op de kostschool zou komen,
begon Vivian zijn hart" te luchten tegen
over Ownie. Die vertrouwelijke bui
duurde nu niet zoo heel lang, maar ge
durende de Paaschvacantie, als ze samen
den tuin op en neer wandelden, spraken
ze minder aardig over den man, die
hen beiden onderhield. In eens zei Vi
vian heftig
„Ik wou maar, dat David ergens an
ders heen gestuurd werd, moedjer. Ik zal
verschrikkelijk geplaagd worden! 't Is
een ware plaag om er zoo'n broer op na
te houden. Waarom kan hij niet op „the
(Manor" blijven?"
Ze zuchtte.
„Is 't zoo naar voor je, vent?"
„Och, kijk, ik zal vreeselijk geplaagd
worden. Hij zit natuurlijk wel niet in
mijn klas, maar iedereen weet toch,
wie hij is. Ja, 't is een ware bezoeking,
om zoo'n zwarten stiefbroer te hebben 1"
„Stil! Zie het nu maar zoo goed mo
gelijk te dragen", en ze gaf hem een
bemoedigend kneepje in den arm. „Ik
en directeur en leeraren bracht spr
dank en wenschte de school bloei toe.
Met een ïeve de vereeniging en de
avondschoo 1 eindigde spr.
De heer Boas son sloot de bijeen
komst met dank namens hef bestuur aan
directeur en leeraren.
Jaar vergader ingf.
Hierna werd de jaarvergadering der
vereeniging gehouden, waarin de be
stuursleden mr. Dieleman, den Boer, v.
d. Wee jl'cn Snijders met kennisgeving
afwezig waren.
Nadat na het lezen der notulen en
kele opmerkingen waren gemaakt, werd
door den secretaris, den heer J. W. K ö-
geler, lUitgebracht het jaarverslag,
waaraan hel volgende is ontleend
Het onderwijs had een normaal en re
gelmatig verloop, en*"ook in financieel
opzicht gaf het afgeloopen jaar «alleszins
reden tot tevredenheid. Dank zij de tege
moetkomende houding van het Rijk. kon
den namelijk de tekorten van 1922 en
1923 worden gedekt, terwijl op grond
van door den minister gedane toezegging
een mildere subsidie regeling voor 1924
en de daarop volgende jaren mag wor
den verwacht.
Begin 1924 werd de Hoogere Handels
school bezocht door 55 leerlingen, tegen
54 hel vorige jaar. Van de 31 candidaten
slaagden er 27 voor het eindexamen., van
hen gingen er twee naar de Handels-
hoogeschool te Rotterdam!, 3 gingen slu-
deeren voor het nolariaait, 2 werden ge
plaatst op een cargadoorskantoor, 4 'wer
den geplaatst op een kantoor te .Middel
burg, 5 (gingen bij hun vader in da zaak,
2 moesten in militairen dienst, 1 ging
naar de Nederlandsche Handelmaat
schappij, 1 slaagde voor hel examen, sur
numerair bij de belastingen, 1 eindigde
de studie cd, 1 ging studeeren voor de
acte Boekhouden M. O..
De nieuwe cursus begon in September
met 4S leerliugen, legen 55 in 1923 Van
de 48 kwamen er 17 van huiten Middel
burg en weft 3 uit Goes, twee uil Vlis-
singen, Wolfaartsdijk en Breda en één
uit Arnemuiden, Hansweerl, Ierscke
Koudekerlcc, Kruiningen, Souburg, Veere
en Wcmeldinge.
De Middelbare Handelsdagscliopl werd
begin 1924 bezocht door 90 leerlingen,
legen 104 begin 1923. Van de 10 leerlingen
der vierde klasse slaagden 8 voor liet!
eindexamen, de beide niet vo.or het eind
examen geslaagden kwamen terug.
De nieuwe cursus ving in September
aan met 79 leerlingen van wie. 26 van bui
ten Middelburg, namelijk 4 uit Goes, 3 uit
Oostkapelle en Vrouwenpolder, 2 (uit 's H.
Arendskerkc, Ierseke en Vlissingen en 1
uil Arnemuiden, Domburg, Hansweert,
Hoedckenskerke, Kruiningen, Schore,
Souburg, Veere, Wolfertsdijk en Utrecht
De beide scholen samen lelden op 1'
September 1924 totaal 127 leerlingen, to
gen 146 op 1 Sept. 1923, en 158 op J
Sept. 1922. Deze achteruitgang is een ge
volg van de geringe aanmelding van leer
lingen in vorige jaren, doch thans nam
•vrees, dat het te laat is om hem nu
nog ergens anders heen te zenden. We
hebben allemaal van die dingen, waar
•we ons in schikken moeten, Vivie, ik
net zoo goed als jij."
„J-a-a, dat weet ik wel. Enfin, hij
teit gelukkig niet in mijn klas, dat is ten
minste een ding' Ep den eersten den
besten keer, dat ze er mij mee lastig
vallen, zal ik ze geducht op den kop
geven. O, ik weet heel best, dat u din
gen te dragen hebt, ik begrijp zoo waar
niet, hoe u 't soms uithoudt met den
ouden heer!"
.Naarmate we ouder worden, Vivie,
leeren we de dingen wel dragen. In
het onvermijdelijke moeten we eenmaal
berusten."
„Hij is zoo'n nu zullen we er
maar niets van zeggen, dat hij een neger
is, maar hij is zoo'n poen! Ilc snap nog
niet, hoe u 't hebt kunnen doen, moe
der 1"
„Waf kunnen doen?" prevelde ze, ter
wijl haar hart een oogenblik stil stond.
„Wel, hem trouwen. U heeft het nooit
ïnet hem kunnen vinden. Ik begrijp ook
niet, hoe u dit met mogelijkheid hadt
kunnen verwachten? Ik herinner me nu
nog hoe u al oneenigheid hadt en tel
kens overhoop lag, toeb. ik nog een
kleine jongen was. Ik begrijp niet hoe u
het doen kon, ik ben een boon als ik
het snap!"
Ze kreunde; er kwam zelfs wat kleur
op haar gelaat. Een oogenblik stond ze
beschaamd. Haar zoon leek haar heel
groot en haar koop min..1 Maar toen
ze antwoordde, sprak ze op den toon als
van een heilige- „Ik had met heel wat
rekening te houden, beste jongen, met
meer dan je nu nog vatten kunt. Om
te beginnen met jou! En dan nog iets,
ik was heel jong en je grootmoeder
In ieder geval: ik deed het Vivie, en
we moeten nu zien, het zoo goed mo
gelijk te dragen voor zoo lang als het
duurt."
Ze sloeg zijn arm om haar middel en
het was voor haar geen verrassing, dat
die daar roerloos liggen bleef.
Een minuut lang liepen ze zwijgend
naast elkaar, beiden vervuld van die
laatste woorden, die haar ontsnapt wa
ren.
,,'t Is zoo afschuwelijk om met hem
uit te gaan. Gisteren bijvoorbeeld, kwa
men we een paar jongens in Regent
Street legen, het waren er een paar uit
de vierde, ik zag hoe ze grinnikten, toen
ze ons voorbij liepen. Hij zag het niet
Hij bleef zoo koud als ijs, nam me
mee in een winkel en tractoerde me.
Hij zou die lui ook getracteerd hebben
als Ik hem maar even in de gelegenheid
had gesteld. U zoudt veel gelukkiger zijn
geweest als u hem niet genomen hadt;
dat zou veel beter zijn geweest voor
ons beidenl"
(Wordt TOTTOlgd).