de boomen en bloemen en heesters voor de plantsoenen van de stad worden ge kweekt en een ieder, die deze stad kent, zal moeten erkennen op schitterende en deskundige wijze, want als er iels is, waaraan in Amsterdam waarlijk goede zorg wordt besteed, dan is het aan het bevorderen van het sladsschoon door fraaien bloemen tooi in parken en plant soenen er zou zelfs nog meer kun nen worden gedaan, want er zijn altijd nog genoeg open plekken, die om bloc" mensier vragen. Hoeveel aangenamer zou Amsterdam s toegang zich voordoen aan den vreemdeling als b.v. het middenplein vóór het Centraal-Staliou een bloemen- tooi was. instedec van een verzameling schreeuwende venters en ventertjes met chocolade, kranten en wat niet al; als er bloemen geurden op hel Beursplein; als het Damplein in plaats van een ge deeltelijken modderpoel, met bloemen was getooid, indien men het niet ver- koopen kan voor een of anderen bouw er is nog genoeg te doen in Amsterdam voor de kweekers van „Frarikendaal", die de Koningin heeft het kunnen zien hun vak goed genoeg verstaan. Wie wcöt wat nog gebeuren zal nu de hoofd stad aan den aanleg en de verfraaiing der groote verkeerswegen steeds meer zorg is gaan besteden SINI SANA. VOORSTELLEN VOOl! OEN GEMEEN TERAAD VAN MIDDELBURG. (Vervolg). School G Burg. en Weth. vervolgen: Wanneer de raad in den zin van het vorenstaande besluit, zal het leerplan en de rooster van lesuren aan school G worden gewijzigd, overeenkomstig het ad vies van den Inspecteur cn zal het aantal lesuren van de valdeerares mej. van der Fcen worden geregeld zooals daarin aangegeven, d w. z. dat het aan tal lesuren S blijft, doch de duur wordt ingekrompen lot 15 minuten In verband mot dit laatste stellen B. en W voor dc helooning van mej van der Feen nader te bepalen op f 750 (6 maal f 125) zulks gerekend te zijn in gegaan op 1 Mei 1925. Ten slotte dcelen zij mede, dat, ter wille van den goeden gang van het on derwijs. de hoeren De Roos en De Smidt, in afwachting van de beslissing van den raad, reeds sedert 1 Mei, datum, waarop mej. Van Konijnenburg haar les sen beëindigd heeft, les geven aan school G, resp. in wiskunde en in natuurkunde De C. van Fin. vercenigt zich met het voorstel. Zij vermeent echter te moeten opmer ken, dat volgens de bepalingen der L O. wet, wanneer het aantal leerlingen 71 tot en met 100 bedraagt, van af 1 Juni 1926 door het Rijk wordt vergoed de jaarwedde vau het hoofd en 3 leer krachten. De mededeeliug van B. en W., dat van af den genoemden datum bij een aantal van 71 tot en met 100 leerlin gen de jaarwedde van het hoofd en 4 leerkrachten vergoed wordt, moet op een misverstand berusten. Na het ontslag van mej. Van Konij nenburg beslaat het vaste personeel aan school G uit het hoofd en 3 leerkrach ten. De opmerking der commissie is juist B en W. verbeteren alsnog hunne toe lichting in den door haar bedoelden zin. Outa iór Gymnasium Ter voorziening in de vacature van lid van het college van curatoren over hel Gymnasium, ontstaan door de ontslag- nemiug van den heer J C. van der Harst J Jz., bieden B. en W. de navolgende nict-alphabelische aanbeveling aan 1 mr. H F. Lantsheer, voorzitter van den Polder Walcheren; 2 mr. A. Meerkamp van Embden, rijks- arclxivaris in Zeeland, beiden alhier Concierge Gymnasium Onder overlegging van een desbetref fend schrijven van het college van cura toren over het Gymnasium, stellen B. en W voor om den concierge-amanuensis wat ik eens voor je mee brengen kan?" Hij kwam dichter naar haar toe. Ze huiverde, toen ze besefte wat hij eigen lijk bedoelde. Ifaar physieke ingeving /ou hem haar doen terugstooten; haar ver stand gaf haar in, dat ze hem moest laten hopen. Ze draalde een oogenblik. „Breng dan wat bonbons mee", zei ze onzeker Maar nu moet ik' gaan; of ik hen te laat.' HOOFDSTUK IV. Toen het weer tijd werd voor Lee om in Londen te wonen, gingen de huurders van de eerste verdieping bij mrs. Trem- left weg en nam hij die appartementen. Ofschoon zijn hoofdkwartier in Londen bleef, sprak liet toch vanzeir, 'dat hij heel dikwijls, gedurende den winter, in Brighton zou komen en hij betuigde, dat hij dan veel liever particuliere apparte menten had dan dat hij zoo lang zijn in trek zou nemeni n een hotel Ora de pasr dagen kwamen er tele grammen van hem uit verschillende plaatsen en in Sunnyview House kwam de zin voor praal en vertoonmakcrij in zijn natuur eerst tot volle uitdrukking. Terwijl hij toch altijd overdadig was, overtrof hij nu zichzelven. Ilij was door het dolle heen. verblind voor alles, behalve voor die passie, die in hem ont brandde en hij Wilde de vrouw die hij verlangde te trouwen, eens tonnen, wat hij wel aan haar besteden kon. Het dienstmeisje, dat er toch zoo zeer van het gymnasium F, O. Hendriks, die in de vergadering van 16 Juli j.l. voor éón jaar, ingaande 1 September 1924, tij delijk werd benoemd, met ingang van 1 September 1925 definitief te benoemen. Vorderingen rijk en gemeente. B, en W deelden uen raad mede, dat met iugang van 1 Juni 1925 een aantal vorderingen en schulden tusschen het Rijk en de gemeente zullen worden ver effend door verrekening via de Bank voor Nederlandsche Gemeenten Aangezien moet worden rekening ge houden met de mogelijkheid, dat de ge meente te eeniger tijd een debetsaldo zal hebben al zal die mogelijkheid door B. en W. zooveel mogelijk worden be perkt - achten B en W. het dienstig, dat door de gemeente met voormelde Bank een rekening-courant-overeenkomst wordt aangegaan, waartoe zij voorstellen. N ij verheids on derw ij s. In de vergadering van 25 Maart j.l'. werd ter fine van advies in handen van B. en W. gesteld een adres van het be stuur der Federatie Zeeland van den Nederlandschen" Bond van leeraren en leerarcssen bij het Nijverheidsonderwijs, houdende verzoek van het personeel der gemeentelijke avondschool voor Nijver heidsonderwijs, die maatregelen te tref fen, waardoor genoemd personeel gelijk gesteld wordt met andere ambtenaren Naai- aanleiding nu van een op ver zoek van B en W. gegeven naderen uit leg dier maatregelen, melden B. en W. thans den raad, dat zij meenen in een der gedane verzoeken niet verder te moe ten treden, daar het voor B. en W. bui len twijfel staat, dat inwilliging zou mee brengen, dat aan dc gemeente geen sub sidie door het Rijk in de kosten der avondschool meer zou worden uitge keerd, terwijl daarin zelfs reeds wordt vóórondersteld, dat de gemeente van het Rijkssubsidie zou afzien Ook al vinden B. en W. de jongste Rijksregeling der salarieering niet bevre digend, zij gevoelen er anderzijds toch niet voor, dat de gemeente te dezen in ccnig opzicht het gelag zou betalen, en in den vervolge voor zeer hooge uitgaven ten behoeve van het Nijverheidsonder wijs zou komen te staan. Bovendien zou daarmede een bedenke lijk precedent worden geschapen Voor het overige deelen B. en Wi mede Tot 1 Januari 1925 gold, ingevolge Kon Besluit van 11 Juli 1921 (Stbl. 921) een jaarwedde-regeling, krachtens welke de volledig bevoegde leeraren per weke- iijksch lesuur f6912 zuiver genoten, in 10 jaar klimmende tot f 99.84, terwijl dienstjaren, in het bedrijfsleven doorge bracht boven den 23-jarigen leeftijd, me- delolden tot een maximum van 6 Nadien werden die éijfers belangrijk verlaagd, doch alleen voor de leeraren, welke op 31 December 1922 nog niet aan de avondschool verbonden waren. Voor alle anderen bleef de regeling van 11 Juli 1921 gehandhaafd, met dien verstan de, dat daarop per 1 Mei 1924 en per 1 October 1924 5 resp. 10 pet. werd gekort, zulks als overgangsmaatregel naar de nieuwe, met ingang van 1 Januari 1925 in gevoerde regeling. Waar, bij totstandkoming dier verla ging, ongevper alle toen fungeerende lee raren ook reeds op 31 December 1922 jian de school verbonden waren, kunnen B, en W. die verlaging gevoegelijk buiten beschouwing laten, Anders staaf hel met de verlaging inge volge K. B. van 31 Januari 1925 (Slbl. no 27), krachtens welke de volledig be voegde leeraren per wekelijksch lesuur van 1 Januari 1925 f -10 42 zuiver genieten, in 20 jaren klimmend tot f 58.85, terwijl dienstjaren, in het bedrijfsleven doorge bracht boven den 23-jarigen leeftijd, me detellen tot een maximum van 2 B en W. merken nog op, dat alle hier boven gegeven cijfers nog met 15 pet. verminderd moeten worden, wanneer de betrokkene niet volledig bevoegd is. Voorts teekeneu zij nog aan, dat de leearen van het Avond-Nijverheidson- derwijs niet vallen en ook nimmer ge- op gespitst was, of de fooi bij het weg galm nu ook een halve kroon of vijf shillings zou zijn,, werd verbluft door een souvereign haast niet iederen' keer dat hij haar belde; de uitstalling rozen op Siijn kamer deden het daar veel heb ben van een bloemententoonstelling; de kostbaarste perziken werden besteld;; enkele om op het buffet te prijken en dan weggegooid te worden; cn hij liet dagelijks twee flessclien champagne open trekken, die dan drie-kwart gevuld weer naai- de keuken gestuurd werden. De toezegging, om wèl bonbons te mogen geven, daar maakte hij een ruim gebruik van. Althans de stortvloed van bonbous en bouquelten, die neerdaalde op de onvoldane blondine in versleten rouwkrip, kon haast niet meer aanhou dend hebben voortdurend als zij'n prima donna was geweest; en zijn mildheid maakte de gewenschte opschudding in een huishouden, waai- de salons gewoon lijk geestelijke 'fotografieën namen van de stukken vleesch, eer ze weggehaald werden. Mrs*. Tremlett vond het benauwend, mdar haar dochter voelde zich als on der een betoovering een betoovering, die nog machtiger haar invloed deed gelden tegenover haar dan tegenover liet dienstpersoneel, dal immers tot de klas se hoort, waar ze toch altijd zoo zeer hetzij van eigen, hetzij van anderer buitensporigheid genieten. bracht zijn onder de werking van het Bezoldigingsbesluit voor Burgerlijke Rijks ambtenaren, zoodat zij althans gedurende het jaar 1925 niet kunnen gebruik ma ken van de bepaling, opgenomen in het gewijzigd art 27 van het Bezoldigings besluit 1925, krachtens welke aan de ge noemde ambtenaren 90 pet. van hun be looning op 31 December 1924 wordt ge garandeerd Dit blijkt trouwens reeds uit dc hierboven vermelde cijfers. Kennelijk werden bedoelde leeraren niet onder het Bezoldigingsbesluit ge bracht, omdat de Minister hun betrekking bij het avond-nijverheidsonderwijs geheel als bijbetrekking beschouwt Voor "liet grootste deel is dat intusschen niet het geval en vormt hun betrekking als zoo danig een integreerend deel van hun be staan. B en W. zouden er daarom op willen aandringen, dat in de regeling als nog een garantiebepaling, zooals boven aangeduid, wordt opgenomen. Tevens zouden zij er dan op willen wijzen, dat de nieuwe regeling er cene is, die, gelet op de 'tegenwoordige le vensomstandigheden, beslist te laag moei geacht worden En eindelijk zouden zij willen opmer ken, dat het geven van terugwerkende kracht aan de verlaging B. en W. tegen over de betrokkenen een zeer groote on billijkheid toeschijnt Resumecrende verzoeken zij machti ging om, in nader door B. en W. te redigeeren vorm en met aanvoering der vorenvcrmelde motieven, aan den Minis ter van OK. en W. te verzoeken alsnog to bevorderen, dat een nieuwe en meer bevredigende jaarwedde-regeüng voor de betrokkenen wordt vastgesteld. Ingekomen stukken. Voor de a.s. vergadering van den raad zijn o.a. de volgende stukken ingekomen. Huur tennisbanen. Een voorstel van Burg. en Weth. om niet te "voldoen aan het verzoek van de besturen der verschillende tennisclubs om vermindering van den huur der banen ophet gemeentelijk sportterrein, zulks naar aanleiding van adviezen van den di recteur en de commissie van toezicht. De directeur deelt medp, <lat in 1924 f 781.785 op de exploitatie \yerd overgehouden, zijnde ongeveer het bedrag, waarvoor een aantal ingezetenen garant zijn; in 1923 werd f 1192 overgehouden en voor 1925 wordt ook ongeveer f 1200 geraamd. Als de commissie besluit om de uitloo- pen der banen van tegels le voorzien, dan moet dit laatste bedrag met f700 worden verminderd,. Ook legt de directeur cijfers over van verschillende plaatsen waaruit blijkt dat Middelburg zoo wat het gemiddelde vraagt. Van verlaging verwacht de direc- in ieder geval verminderde opbrengst van de banen, daar nu reeds niet alle vereenigingen een door hen gewenscht uur kunnen krijgen. De commissie van toezicht wijst er op, dat uit de animo blijkt, d,at de tarieven niet le hoog zijn, dat de toeloop zoo groot is, dat binnenkort een derde baan zal blijken noodig te zijn, dat ond,er de uitgaven niets is berekend voor af schrijving, en de banen altijd uitstekend in orde zijn, wat geld kost, terwijl ook niets voor toezicht wordt berekend. Zoo wel directeur als commissie adviseeren daarom de tarieven niet te verlagen. Oude Mannen- en V r o u w en huis. Naar aanleiding van een vraag in den raad verzochten Burg en Weth aan het bestuur der Godshuizen te melden waar om geen gehuwde paren in het Oude mannen en vrouwenhuis kunnen samen worden ondergebracht. Het bestuur deelt mede. dat in 25 jaar in totaal 5 keer een gehuwd paar is opgenomen, in een dier gevallen was de man juist zeer blij niet meer met zjjn vrouw te moeten sa menwonen. De huidige inrichting van het gebouw laat niet toe anders te handelen, doch wel was bij een algemeen verbou wingsplan in 1915 opgemaakt, gerekend met de mogelijkheid ook paren samen onder te brengen. Nader door B en W. naar dat plan ge- En ze wist er zeer goed de moraal uil te trekken; zij zou ook een dergelijk weelderig leven kunnen genieten, als ze hem haar maar liet vragen? Deze gele genheid had zich zóó onverwacht voor- gedaen, dat ze er van was ontzet. Ze voelde zich vreemd tegenover zichzelvc begreep niet goed haar eigen standpunt; zijn bewondering voor haar had zijp eigen uiterlijk iu haar oogen zeer veel verbeterd, maar kon toch het rassen vooroordeel niet geheel onderdrukken. Ze wist dat als hij een nul was geweest, ze dan zijn hulde allerdwaast had ge acht; en hoe zeer ze er ook naar ver langde, de levenswijze te omhelzen, die hij Jiaar openen kon; om den'man zelven te omhelzen, daar schrikte ze geweldig Aran terug Ze begreep anders zeer goed dal het oogenblik steeds nader kwam, waarop zij noodzakelijk zou moeten we ten, welken weg ze nu wilde inslaan, en hel verwonderde haar niet, locn mrs. Tremlett op een goeden middag het on derwerp tegenover haEr aanroerde. De hospita was bezig geweest haar rekening op te maken, terwijl Ownie, boven, in de schemering, naar Lee had zitten luisteren, die voor haar gezongen had onder begeleiding van den vleugel, dien hij gehuurd had. zoodra hij daar geïnstalleerd was. 's Morgens studeerde hij zijn cadenza's en oefeningen alleen, maar 's middags zong hij en had hij haar verzocht boven vraagd, deelt het bestuur mede, dat dit zou bestaan iu uitbouw van een nieuwen vleugel, met gevolg een betere inrichting van de mannen- en vrouwenslaapzalen, beneden en boven, alsmede het verkrij gen van twee nieuwe kamers voor de beide zaaljuffrouws. In het bestaande ge deelte zou dan voor de mannen en vrou wenziekenzalen meer ruimte .vrij komen en levens een drietal nieuwe afzonder lijke kamertjes kunnen worden aange bracht, waarvan twee 2-persoons, in elk der bestaande kamertjes der zaaljuffrou wen zouden ook 2 personen kunnen wor den ondergebracht. Het blijft de wensch van het bestuur om dit of een dergelijk plan eens te kun nen uitvoeren. Verder zijn ingekomen de jaarverslagen van de Districtsarbeidsbeurs, de Gods huizen en den Keuringsdienst. Ged. Staten vragen of de gemeenteraad bezwaar heeft tegen wijziging van de dagen der kermis te Sas van Gent. Nog is ontvangen het reeds vroeger vermelde adres van de Miildelburgsche verceniging van sigarenwinkeliers inzake het verkoopen van sigaren enz. in café's na 8 uur. Het bestuur van de vereeniging voor Geref. onderwijs vraagt f265 uit de ge meentekas voor aanleg van electrische verlichting in de M.U.L.O school aan de Heerengracht en verzoekt een spoedige beslissing, opdat dit werk in de zomer- vacantie kan worden uitgevoerd. Ten slotte zijn er twee adressen van den heer J. H. v. d. Bel, het eerste waar in hij tegen 15 October ontslag vraagt als leeraar in de lichamelijke oefeningen aan het Gymnasium en het tweede tegen 1 September als onderwijzer aan de ge meentelijke gymnasliekschool (Ing. Med.) KUNST EN WETENSCHAPPEN. De a.s. uitvoer ing van de Zangvereeniging T. O. e n LT. Dinsdag a.s. zal de zangvereeniging "Tot Oefening en Uitspanning" alhier haai* seizoen besluiten met eon uitvoe ring van Mendelssohn's „Elias',' met me dewerking van mevr. Jo van IJzerVin cent, Amsterdam, sopraan; mej. Frida Boot ^Overveen, alt, Tjakko Kuiper, Stads kanaal, tenor, en Thom. Denijs, Den Haag, bas. Orgel de heer A. van Osj Met lusschenpoozen van ongeveer 10 jaar verscheen Mendelssohn's „Elias" op het programma onzer zangvereeniging. in '86, in '96, op 't groote muziekfeest van 1904, in 1914, en thans in 1925. Het is ook een werk dat door de koren een groote attractie heeft behouden, behalve dan nog verscheidene aria's waarvan en kele zullen blijven leven zoolang er aan muziek gedaan wordt. Mendelssohn, die aan de vergeten Mat- thüus Passion nieuw leven gaf, móest wel in zijn oratoriumwerlc door Bach's- groot voorbeeld geïnspireerd worden Ook hij heeft voor de „Elias een Bij- belsch verhaal tot grondslag genomen. De telcst bestaat zelfs geheel uit bijbelwoor den. En 'al geeft het verhaal van Elias niet de dramatische spanning der Golgo- tha-tragedie, er zit toch vëel levendig heid in, en ook veel overeenkomst met het verhaal van Christus. te komen, haar verzekerd, dat een zan ger bij dergelijke gelegenheden iemand bij zich moest hebben; hij had er echter niet bij gezegd, dat dit een echte musicus moest wezen Voor haar te zingen, had iets bcne- vclends voor hem. En, naar hem te luisteren prikkelde haar. Als zijn verbeelding hem meesleepte en iiij dacht, dat hij een voetval voor haar deed, (dit aan tiaar voelen vallen was zoo de voorstelling van zijn gecstes- oogen), gebeurde dit altijd op een uur, zooals dit. terwijl de schemering hem be gunstigde en hij, door zijn zingen, haar week had gestemd. „Ben je weer boven geweekt, Ownie?" „Ja", antwoordde zij, den schommel stoel bij het vuur schuivend. „Het was anders niet erg lang, vindt u wel? Hij zou graag hebben, dat wij de volgende week naar zijn concert in Albert Ilall gingen, dan zouden wij den nacht in hel hotel kunnen logeeren. Natuurlijk zouden wij zijn gasten zijn en het zou eens een aangename afwisseling wezen. Ik heb hem gezegd, dat ik er met u over spreken zou". „In de stad, in een hotel slapen? O, neen, kindlief, ik zou er niet aan deuken! Wa&.r om ook''" .Omdat hij ons gevraagd heeft, omdat hij zingt Ik zei al, hoe ik niet dacht dat u den nacht zoudt willen overblijven; maar misschien konden we ook nog vroeg Mendelssohn koos voor zijn muzikale- uitbeelding de belangrijkste perioden uit 't leven van den profeet Elias als den strengen boetprediker, straffend de van het geloof afgevallenen; als den vriend en trooster der bedroefden, als den ver heven Godsgezant, wien water en vuur gehoorzamen, en die hel aangezicht van Jehova mag aanschouwen, als den ban neling in den woestijn, en in zijn hemel vaart Die lafereelen staan los naast elkaar, hoewel er muzikaal verband is tusschen verschillende onderdeden En Mendels sohn heeft iuderdaad het bijzondere der verschillende gebeurtenissen zeer scherp geKara Kteriseera Er zit ook stijging in: de somberheid van het gestrafde volk; de liefde in liet tooneel van de opwekking van den ster venden zoon in Zarpath; de strijd tegen de Baaispriesters en het prachtig in span ning gehouden tafereel van hel smeken- om den regen met het overweldig/en^e- koor: Dank sei dir Gott. En dan in het tweede deel: de vergui zing door den tegenstand van de koningin die hel volk opzet; de vlucht naar den woestijn, met de overbekende aria's vrm berusting en godsvertrouwen, de mooi ste van het hcele werk De daarop volgende tocht naar den bergf des He eren ïs in muzikale schildering van bijzondere interesse Verschillende^ motieven uit vor7ge gedeelten herinneren aan de gebeurtenissen uit Eias' leven. En treffend "is de schildering: und ih den Siiuseln nahte sich der Herr. Het slot. de "hemelvaart, heeft zijn kracht vooral in het koor, dat Elias' op vaart in een vurige wagen met vurige paarden tot een muziekbeeld maakt. "Wij brengen nog in herinnering dat den avond te voren ,'dus Maandagavond de gerale repetitie (plaats heeft, en aan vangt te kwart over zeven. De uitvoering Dinsdag begint te half. acht. „W onderen der Oud heid". Uitg. Mij. Elsevier. In Aflevering 7 van deze uitgave geeft prof. W. R. Ilalliday een artikel over „De Goden van het oude Griekenland". Do nald A. Mackensie vertelt van „de reis der ziel naar het paradijs" volgens de voorstelling der oude Egyptenaren. JL A. Brendon tracht een beeld te geven van de hangende tuinen van Babyion, geholpen door een paar fanlasie-tceke- ■ningen. F. N. Price beschrijft de groote tempels van Sicilië. Alles natuurlijk met tal van afbeeldingen. „N i p p o n", door Louis Couperus. II. P. Leopold's. Uitg. Mij. In dit boek zijn de reisbrieven ver zameld door Louis Couperus voor de Haagsche Post geschreven van zijn reis naar Japan, de laatste groote reis di© hij maakte. Dit reisverhaal géén geleerde studie, maar een toeristenverhaal, vol van do zwierige elegance, waarover Couperus in zijn journalistiek werk zoo bij uitstek beschikte getuigt niét voortdurend van het enthousiasme, dat men bij den prachtlievenden Couperus zou verwach ten. Misschien werkte daartoe mee, dat hij in Japan een geduchten aanval van influenza heeft gehad. Maar hij geeft er toch ook nog tal van andere redenen voor aan. Hij heeft er prachtige dingen gezien van Japansche kunst, maar de Japanners en hun land vielen hem tegen. De manier waarop hij daarvan getuigt, is weer zoo eerlijk-persoonlijlc, dat we deze goede eigenschap in eens voelen als een van de redenen waarom zijn reis beschrijvingen zoo boeien. Hij vermomt zijn indrukken niet. Hij vertelt precies zooals hij het vond, met volledige mo tiveering. Wat op zich zelf al iets bij zonders is. Want men moet héél veel weten, en héél wat overdacht hebben, om de motieven van eigen indrukken te kunnen vertellen. Het is ook zeer begrijpelijk, dat een Westerling in Japan zich aan allerlei dingen stoot. En het is oolc heel goed in deze dagen van een mode van dwepen-met-Japan, dat dit genoeg wegkomen om den laatslen trein te halen ik heb er niet veel lust ha, om alleen te gaan als u niet wilt; of schoon hij er toch erg op gesteld zou zijn." „Dat je alleen ging?" Mrs. Tremlett maakte een inktvlek en legde de pen neer. „Dat je alleen ging, als zijn gast?" herhaalde ze. „Ja. waarom niet? Maar als u wilt meegaan?" „Hoe zou ik dat nu kunnen en zeker alles aan zijn lot overlaten? Bovendien zou het niet wezen zooals het hoorde. En als je alléén ging, dal zou nog erger zijnl Ik begrijp niet „Wat begrijpt u niet?" Mrs. Tremlett aarzelde „Dat je niet inziet, hoe dat gepraat geeft", mompelde ze. „Je bent al zoo véél boven en hij stuurt je zoo'n boeit Natuurlijk zou ik niet graag hebben, dat hij hier wegging, maar het is jammer, dat hij niet inziet, hoe Kijk, ik wéét zeker, dat de menschen pralen. Toen ik je net zoo even hebben wou, om over het uitgeven van de flessclien te spre- ken* zei Ada; ,,0, zij is bij mr. Lee, ma dam, het is beter, dat u 'haar maar niet roept 1"Ik kon zien, wat ze dacht,. al hield ik me dan ook of ik er niets van merkte." „Wat dacht ze dan?" CWordt vervolgd)..

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 2