de boomen en bloemen en heesters voor
de plantsoenen van de stad worden ge
kweekt en een ieder, die deze stad kent,
zal moeten erkennen op schitterende en
deskundige wijze, want als er iels is,
waaraan in Amsterdam waarlijk goede
zorg wordt besteed, dan is het aan het
bevorderen van het sladsschoon door
fraaien bloemen tooi in parken en plant
soenen er zou zelfs nog meer kun
nen worden gedaan, want er zijn altijd
nog genoeg open plekken, die om bloc"
mensier vragen. Hoeveel aangenamer zou
Amsterdam s toegang zich voordoen aan
den vreemdeling als b.v. het middenplein
vóór het Centraal-Staliou een bloemen-
tooi was. instedec van een verzameling
schreeuwende venters en ventertjes met
chocolade, kranten en wat niet al; als
er bloemen geurden op hel Beursplein;
als het Damplein in plaats van een ge
deeltelijken modderpoel, met bloemen
was getooid, indien men het niet ver-
koopen kan voor een of anderen bouw
er is nog genoeg te doen in Amsterdam
voor de kweekers van „Frarikendaal",
die de Koningin heeft het kunnen zien
hun vak goed genoeg verstaan. Wie
wcöt wat nog gebeuren zal nu de hoofd
stad aan den aanleg en de verfraaiing
der groote verkeerswegen steeds meer
zorg is gaan besteden
SINI SANA.
VOORSTELLEN VOOl! OEN GEMEEN
TERAAD VAN MIDDELBURG.
(Vervolg).
School G
Burg. en Weth. vervolgen:
Wanneer de raad in den zin van het
vorenstaande besluit, zal het leerplan
en de rooster van lesuren aan school G
worden gewijzigd, overeenkomstig het ad
vies van den Inspecteur cn zal het
aantal lesuren van de valdeerares mej.
van der Fcen worden geregeld zooals
daarin aangegeven, d w. z. dat het aan
tal lesuren S blijft, doch de duur wordt
ingekrompen lot 15 minuten
In verband mot dit laatste stellen B.
en W voor dc helooning van mej van
der Feen nader te bepalen op f 750 (6
maal f 125) zulks gerekend te zijn in
gegaan op 1 Mei 1925.
Ten slotte dcelen zij mede, dat, ter
wille van den goeden gang van het on
derwijs. de hoeren De Roos en De
Smidt, in afwachting van de beslissing
van den raad, reeds sedert 1 Mei, datum,
waarop mej. Van Konijnenburg haar les
sen beëindigd heeft, les geven aan school
G, resp. in wiskunde en in natuurkunde
De C. van Fin. vercenigt zich met
het voorstel.
Zij vermeent echter te moeten opmer
ken, dat volgens de bepalingen der L
O. wet, wanneer het aantal leerlingen
71 tot en met 100 bedraagt, van af 1
Juni 1926 door het Rijk wordt vergoed
de jaarwedde vau het hoofd en 3 leer
krachten.
De mededeeliug van B. en W., dat
van af den genoemden datum bij een
aantal van 71 tot en met 100 leerlin
gen de jaarwedde van het hoofd en 4
leerkrachten vergoed wordt, moet op
een misverstand berusten.
Na het ontslag van mej. Van Konij
nenburg beslaat het vaste personeel aan
school G uit het hoofd en 3 leerkrach
ten.
De opmerking der commissie is juist
B en W. verbeteren alsnog hunne toe
lichting in den door haar bedoelden zin.
Outa iór Gymnasium
Ter voorziening in de vacature van lid
van het college van curatoren over hel
Gymnasium, ontstaan door de ontslag-
nemiug van den heer J C. van der Harst
J Jz., bieden B. en W. de navolgende
nict-alphabelische aanbeveling aan
1 mr. H F. Lantsheer, voorzitter van
den Polder Walcheren;
2 mr. A. Meerkamp van Embden, rijks-
arclxivaris in Zeeland, beiden alhier
Concierge Gymnasium
Onder overlegging van een desbetref
fend schrijven van het college van cura
toren over het Gymnasium, stellen B. en
W voor om den concierge-amanuensis
wat ik eens voor je mee brengen kan?"
Hij kwam dichter naar haar toe. Ze
huiverde, toen ze besefte wat hij eigen
lijk bedoelde. Ifaar physieke ingeving /ou
hem haar doen terugstooten; haar ver
stand gaf haar in, dat ze hem moest laten
hopen. Ze draalde een oogenblik.
„Breng dan wat bonbons mee", zei ze
onzeker Maar nu moet ik' gaan; of
ik hen te laat.'
HOOFDSTUK IV.
Toen het weer tijd werd voor Lee om
in Londen te wonen, gingen de huurders
van de eerste verdieping bij mrs. Trem-
left weg en nam hij die appartementen.
Ofschoon zijn hoofdkwartier in Londen
bleef, sprak liet toch vanzeir, 'dat hij
heel dikwijls, gedurende den winter, in
Brighton zou komen en hij betuigde, dat
hij dan veel liever particuliere apparte
menten had dan dat hij zoo lang zijn in
trek zou nemeni n een hotel
Ora de pasr dagen kwamen er tele
grammen van hem uit verschillende
plaatsen en in Sunnyview House kwam
de zin voor praal en vertoonmakcrij in
zijn natuur eerst tot volle uitdrukking.
Terwijl hij toch altijd overdadig was,
overtrof hij nu zichzelven. Ilij was door
het dolle heen. verblind voor alles,
behalve voor die passie, die in hem ont
brandde en hij Wilde de vrouw die hij
verlangde te trouwen, eens tonnen, wat
hij wel aan haar besteden kon. Het
dienstmeisje, dat er toch zoo zeer
van het gymnasium F, O. Hendriks, die
in de vergadering van 16 Juli j.l. voor
éón jaar, ingaande 1 September 1924, tij
delijk werd benoemd, met ingang van 1
September 1925 definitief te benoemen.
Vorderingen rijk
en gemeente.
B, en W deelden uen raad mede, dat
met iugang van 1 Juni 1925 een aantal
vorderingen en schulden tusschen het
Rijk en de gemeente zullen worden ver
effend door verrekening via de Bank voor
Nederlandsche Gemeenten
Aangezien moet worden rekening ge
houden met de mogelijkheid, dat de ge
meente te eeniger tijd een debetsaldo zal
hebben al zal die mogelijkheid door
B. en W. zooveel mogelijk worden be
perkt - achten B en W. het dienstig,
dat door de gemeente met voormelde
Bank een rekening-courant-overeenkomst
wordt aangegaan, waartoe zij voorstellen.
N ij verheids on derw ij s.
In de vergadering van 25 Maart j.l'.
werd ter fine van advies in handen van
B. en W. gesteld een adres van het be
stuur der Federatie Zeeland van den
Nederlandschen" Bond van leeraren en
leerarcssen bij het Nijverheidsonderwijs,
houdende verzoek van het personeel der
gemeentelijke avondschool voor Nijver
heidsonderwijs, die maatregelen te tref
fen, waardoor genoemd personeel gelijk
gesteld wordt met andere ambtenaren
Naai- aanleiding nu van een op ver
zoek van B en W. gegeven naderen uit
leg dier maatregelen, melden B. en W.
thans den raad, dat zij meenen in een
der gedane verzoeken niet verder te moe
ten treden, daar het voor B. en W. bui
len twijfel staat, dat inwilliging zou mee
brengen, dat aan dc gemeente geen sub
sidie door het Rijk in de kosten der
avondschool meer zou worden uitge
keerd, terwijl daarin zelfs reeds wordt
vóórondersteld, dat de gemeente van het
Rijkssubsidie zou afzien
Ook al vinden B. en W. de jongste
Rijksregeling der salarieering niet bevre
digend, zij gevoelen er anderzijds toch
niet voor, dat de gemeente te dezen in
ccnig opzicht het gelag zou betalen, en
in den vervolge voor zeer hooge uitgaven
ten behoeve van het Nijverheidsonder
wijs zou komen te staan.
Bovendien zou daarmede een bedenke
lijk precedent worden geschapen
Voor het overige deelen B. en Wi
mede
Tot 1 Januari 1925 gold, ingevolge Kon
Besluit van 11 Juli 1921 (Stbl. 921) een
jaarwedde-regeling, krachtens welke de
volledig bevoegde leeraren per weke-
iijksch lesuur f6912 zuiver genoten, in
10 jaar klimmende tot f 99.84, terwijl
dienstjaren, in het bedrijfsleven doorge
bracht boven den 23-jarigen leeftijd, me-
delolden tot een maximum van 6
Nadien werden die éijfers belangrijk
verlaagd, doch alleen voor de leeraren,
welke op 31 December 1922 nog niet aan
de avondschool verbonden waren. Voor
alle anderen bleef de regeling van 11
Juli 1921 gehandhaafd, met dien verstan
de, dat daarop per 1 Mei 1924 en per 1
October 1924 5 resp. 10 pet. werd gekort,
zulks als overgangsmaatregel naar de
nieuwe, met ingang van 1 Januari 1925 in
gevoerde regeling.
Waar, bij totstandkoming dier verla
ging, ongevper alle toen fungeerende lee
raren ook reeds op 31 December 1922
jian de school verbonden waren, kunnen
B, en W. die verlaging gevoegelijk buiten
beschouwing laten,
Anders staaf hel met de verlaging inge
volge K. B. van 31 Januari 1925 (Slbl.
no 27), krachtens welke de volledig be
voegde leeraren per wekelijksch lesuur
van 1 Januari 1925 f -10 42 zuiver genieten,
in 20 jaren klimmend tot f 58.85, terwijl
dienstjaren, in het bedrijfsleven doorge
bracht boven den 23-jarigen leeftijd, me
detellen tot een maximum van 2
B en W. merken nog op, dat alle hier
boven gegeven cijfers nog met 15 pet.
verminderd moeten worden, wanneer de
betrokkene niet volledig bevoegd is.
Voorts teekeneu zij nog aan, dat de
leearen van het Avond-Nijverheidson-
derwijs niet vallen en ook nimmer ge-
op gespitst was, of de fooi bij het weg
galm nu ook een halve kroon of vijf
shillings zou zijn,, werd verbluft door
een souvereign haast niet iederen' keer
dat hij haar belde; de uitstalling rozen
op Siijn kamer deden het daar veel heb
ben van een bloemententoonstelling; de
kostbaarste perziken werden besteld;;
enkele om op het buffet te prijken en
dan weggegooid te worden; cn hij liet
dagelijks twee flessclien champagne open
trekken, die dan drie-kwart gevuld weer
naai- de keuken gestuurd werden.
De toezegging, om wèl bonbons te
mogen geven, daar maakte hij een ruim
gebruik van. Althans de stortvloed van
bonbous en bouquelten, die neerdaalde
op de onvoldane blondine in versleten
rouwkrip, kon haast niet meer aanhou
dend hebben voortdurend als zij'n prima
donna was geweest; en zijn mildheid
maakte de gewenschte opschudding in
een huishouden, waai- de salons gewoon
lijk geestelijke 'fotografieën namen van
de stukken vleesch, eer ze weggehaald
werden.
Mrs*. Tremlett vond het benauwend,
mdar haar dochter voelde zich als on
der een betoovering een betoovering,
die nog machtiger haar invloed deed
gelden tegenover haar dan tegenover liet
dienstpersoneel, dal immers tot de klas
se hoort, waar ze toch altijd zoo zeer
hetzij van eigen, hetzij van anderer
buitensporigheid genieten.
bracht zijn onder de werking van het
Bezoldigingsbesluit voor Burgerlijke Rijks
ambtenaren, zoodat zij althans gedurende
het jaar 1925 niet kunnen gebruik ma
ken van de bepaling, opgenomen in het
gewijzigd art 27 van het Bezoldigings
besluit 1925, krachtens welke aan de ge
noemde ambtenaren 90 pet. van hun be
looning op 31 December 1924 wordt ge
garandeerd Dit blijkt trouwens reeds uit
dc hierboven vermelde cijfers.
Kennelijk werden bedoelde leeraren
niet onder het Bezoldigingsbesluit ge
bracht, omdat de Minister hun betrekking
bij het avond-nijverheidsonderwijs geheel
als bijbetrekking beschouwt Voor "liet
grootste deel is dat intusschen niet het
geval en vormt hun betrekking als zoo
danig een integreerend deel van hun be
staan. B en W. zouden er daarom op
willen aandringen, dat in de regeling als
nog een garantiebepaling, zooals boven
aangeduid, wordt opgenomen.
Tevens zouden zij er dan op willen
wijzen, dat de nieuwe regeling er cene
is, die, gelet op de 'tegenwoordige le
vensomstandigheden, beslist te laag moei
geacht worden
En eindelijk zouden zij willen opmer
ken, dat het geven van terugwerkende
kracht aan de verlaging B. en W. tegen
over de betrokkenen een zeer groote on
billijkheid toeschijnt
Resumecrende verzoeken zij machti
ging om, in nader door B. en W. te
redigeeren vorm en met aanvoering der
vorenvcrmelde motieven, aan den Minis
ter van OK. en W. te verzoeken alsnog
to bevorderen, dat een nieuwe en meer
bevredigende jaarwedde-regeüng voor de
betrokkenen wordt vastgesteld.
Ingekomen stukken.
Voor de a.s. vergadering van den raad
zijn o.a. de volgende stukken ingekomen.
Huur tennisbanen.
Een voorstel van Burg. en Weth. om
niet te "voldoen aan het verzoek van
de besturen der verschillende tennisclubs
om vermindering van den huur der banen
ophet gemeentelijk sportterrein, zulks
naar aanleiding van adviezen van den di
recteur en de commissie van toezicht. De
directeur deelt medp, <lat in 1924 f 781.785
op de exploitatie \yerd overgehouden,
zijnde ongeveer het bedrag, waarvoor
een aantal ingezetenen garant zijn; in
1923 werd f 1192 overgehouden en voor
1925 wordt ook ongeveer f 1200 geraamd.
Als de commissie besluit om de uitloo-
pen der banen van tegels le voorzien,
dan moet dit laatste bedrag met f700
worden verminderd,.
Ook legt de directeur cijfers over van
verschillende plaatsen waaruit blijkt dat
Middelburg zoo wat het gemiddelde
vraagt. Van verlaging verwacht de direc-
in ieder geval verminderde opbrengst
van de banen, daar nu reeds niet alle
vereenigingen een door hen gewenscht
uur kunnen krijgen.
De commissie van toezicht wijst er op,
dat uit de animo blijkt, d,at de tarieven
niet le hoog zijn, dat de toeloop zoo
groot is, dat binnenkort een derde baan
zal blijken noodig te zijn, dat ond,er
de uitgaven niets is berekend voor af
schrijving, en de banen altijd uitstekend
in orde zijn, wat geld kost, terwijl ook
niets voor toezicht wordt berekend. Zoo
wel directeur als commissie adviseeren
daarom de tarieven niet te verlagen.
Oude Mannen- en
V r o u w en huis.
Naar aanleiding van een vraag in den
raad verzochten Burg en Weth aan het
bestuur der Godshuizen te melden waar
om geen gehuwde paren in het Oude
mannen en vrouwenhuis kunnen samen
worden ondergebracht. Het bestuur deelt
mede. dat in 25 jaar in totaal 5 keer
een gehuwd paar is opgenomen, in een
dier gevallen was de man juist zeer blij
niet meer met zjjn vrouw te moeten sa
menwonen. De huidige inrichting van het
gebouw laat niet toe anders te handelen,
doch wel was bij een algemeen verbou
wingsplan in 1915 opgemaakt, gerekend
met de mogelijkheid ook paren samen
onder te brengen.
Nader door B en W. naar dat plan ge-
En ze wist er zeer goed de moraal uil
te trekken; zij zou ook een dergelijk
weelderig leven kunnen genieten, als ze
hem haar maar liet vragen? Deze gele
genheid had zich zóó onverwacht voor-
gedaen, dat ze er van was ontzet. Ze
voelde zich vreemd tegenover zichzelvc
begreep niet goed haar eigen standpunt;
zijn bewondering voor haar had zijp
eigen uiterlijk iu haar oogen zeer veel
verbeterd, maar kon toch het rassen
vooroordeel niet geheel onderdrukken.
Ze wist dat als hij een nul was geweest,
ze dan zijn hulde allerdwaast had ge
acht; en hoe zeer ze er ook naar ver
langde, de levenswijze te omhelzen, die
hij Jiaar openen kon; om den'man zelven
te omhelzen, daar schrikte ze geweldig
Aran terug Ze begreep anders zeer goed
dal het oogenblik steeds nader kwam,
waarop zij noodzakelijk zou moeten we
ten, welken weg ze nu wilde inslaan, en
hel verwonderde haar niet, locn mrs.
Tremlett op een goeden middag het on
derwerp tegenover haEr aanroerde.
De hospita was bezig geweest haar
rekening op te maken, terwijl Ownie,
boven, in de schemering, naar Lee had
zitten luisteren, die voor haar gezongen
had onder begeleiding van den vleugel,
dien hij gehuurd had. zoodra hij daar
geïnstalleerd was.
's Morgens studeerde hij zijn cadenza's
en oefeningen alleen, maar 's middags
zong hij en had hij haar verzocht boven
vraagd, deelt het bestuur mede, dat dit
zou bestaan iu uitbouw van een nieuwen
vleugel, met gevolg een betere inrichting
van de mannen- en vrouwenslaapzalen,
beneden en boven, alsmede het verkrij
gen van twee nieuwe kamers voor de
beide zaaljuffrouws. In het bestaande ge
deelte zou dan voor de mannen en vrou
wenziekenzalen meer ruimte .vrij komen
en levens een drietal nieuwe afzonder
lijke kamertjes kunnen worden aange
bracht, waarvan twee 2-persoons, in elk
der bestaande kamertjes der zaaljuffrou
wen zouden ook 2 personen kunnen wor
den ondergebracht.
Het blijft de wensch van het bestuur
om dit of een dergelijk plan eens te kun
nen uitvoeren.
Verder zijn ingekomen de jaarverslagen
van de Districtsarbeidsbeurs, de Gods
huizen en den Keuringsdienst.
Ged. Staten vragen of de gemeenteraad
bezwaar heeft tegen wijziging van de
dagen der kermis te Sas van Gent.
Nog is ontvangen het reeds vroeger
vermelde adres van de Miildelburgsche
verceniging van sigarenwinkeliers inzake
het verkoopen van sigaren enz. in café's
na 8 uur.
Het bestuur van de vereeniging voor
Geref. onderwijs vraagt f265 uit de ge
meentekas voor aanleg van electrische
verlichting in de M.U.L.O school aan de
Heerengracht en verzoekt een spoedige
beslissing, opdat dit werk in de zomer-
vacantie kan worden uitgevoerd.
Ten slotte zijn er twee adressen van
den heer J. H. v. d. Bel, het eerste waar
in hij tegen 15 October ontslag vraagt als
leeraar in de lichamelijke oefeningen aan
het Gymnasium en het tweede tegen 1
September als onderwijzer aan de ge
meentelijke gymnasliekschool
(Ing. Med.)
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
De a.s. uitvoer ing van de
Zangvereeniging T. O.
e n LT.
Dinsdag a.s. zal de zangvereeniging
"Tot Oefening en Uitspanning" alhier
haai* seizoen besluiten met eon uitvoe
ring van Mendelssohn's „Elias',' met me
dewerking van mevr. Jo van IJzerVin
cent, Amsterdam, sopraan; mej. Frida
Boot ^Overveen, alt, Tjakko Kuiper, Stads
kanaal, tenor, en Thom. Denijs, Den
Haag, bas. Orgel de heer A. van Osj
Met lusschenpoozen van ongeveer 10
jaar verscheen Mendelssohn's „Elias" op
het programma onzer zangvereeniging. in
'86, in '96, op 't groote muziekfeest van
1904, in 1914, en thans in 1925. Het is
ook een werk dat door de koren een
groote attractie heeft behouden, behalve
dan nog verscheidene aria's waarvan en
kele zullen blijven leven zoolang er aan
muziek gedaan wordt.
Mendelssohn, die aan de vergeten Mat-
thüus Passion nieuw leven gaf, móest wel
in zijn oratoriumwerlc door Bach's- groot
voorbeeld geïnspireerd worden Ook
hij heeft voor de „Elias een Bij-
belsch verhaal tot grondslag genomen. De
telcst bestaat zelfs geheel uit bijbelwoor
den.
En 'al geeft het verhaal van Elias
niet de dramatische spanning der Golgo-
tha-tragedie, er zit toch vëel levendig
heid in, en ook veel overeenkomst met
het verhaal van Christus.
te komen, haar verzekerd, dat een zan
ger bij dergelijke gelegenheden iemand
bij zich moest hebben; hij had er echter
niet bij gezegd, dat dit een echte musicus
moest wezen
Voor haar te zingen, had iets bcne-
vclends voor hem. En, naar hem te
luisteren prikkelde haar.
Als zijn verbeelding hem meesleepte
en iiij dacht, dat hij een voetval voor
haar deed, (dit aan tiaar voelen vallen
was zoo de voorstelling van zijn gecstes-
oogen), gebeurde dit altijd op een uur,
zooals dit. terwijl de schemering hem be
gunstigde en hij, door zijn zingen, haar
week had gestemd.
„Ben je weer boven geweekt, Ownie?"
„Ja", antwoordde zij, den schommel
stoel bij het vuur schuivend. „Het was
anders niet erg lang, vindt u wel? Hij
zou graag hebben, dat wij de volgende
week naar zijn concert in Albert Ilall
gingen, dan zouden wij den nacht in
hel hotel kunnen logeeren. Natuurlijk
zouden wij zijn gasten zijn en het zou
eens een aangename afwisseling wezen.
Ik heb hem gezegd, dat ik er met u over
spreken zou".
„In de stad, in een hotel slapen? O,
neen, kindlief, ik zou er niet aan deuken!
Wa&.r om ook''"
.Omdat hij ons gevraagd heeft, omdat
hij zingt Ik zei al, hoe ik niet dacht dat
u den nacht zoudt willen overblijven;
maar misschien konden we ook nog vroeg
Mendelssohn koos voor zijn muzikale-
uitbeelding de belangrijkste perioden uit 't
leven van den profeet Elias als den
strengen boetprediker, straffend de van
het geloof afgevallenen; als den vriend
en trooster der bedroefden, als den ver
heven Godsgezant, wien water en vuur
gehoorzamen, en die hel aangezicht van
Jehova mag aanschouwen, als den ban
neling in den woestijn, en in zijn hemel
vaart
Die lafereelen staan los naast elkaar,
hoewel er muzikaal verband is tusschen
verschillende onderdeden En Mendels
sohn heeft iuderdaad het bijzondere der
verschillende gebeurtenissen zeer scherp
geKara Kteriseera
Er zit ook stijging in: de somberheid
van het gestrafde volk; de liefde in liet
tooneel van de opwekking van den ster
venden zoon in Zarpath; de strijd tegen
de Baaispriesters en het prachtig in span
ning gehouden tafereel van hel smeken-
om den regen met het overweldig/en^e-
koor: Dank sei dir Gott.
En dan in het tweede deel: de vergui
zing door den tegenstand van de koningin
die hel volk opzet; de vlucht naar den
woestijn, met de overbekende aria's vrm
berusting en godsvertrouwen, de mooi
ste van het hcele werk
De daarop volgende tocht naar den bergf
des He eren ïs in muzikale schildering
van bijzondere interesse Verschillende^
motieven uit vor7ge gedeelten herinneren
aan de gebeurtenissen uit Eias' leven.
En treffend "is de schildering: und ih
den Siiuseln nahte sich der Herr.
Het slot. de "hemelvaart, heeft zijn
kracht vooral in het koor, dat Elias' op
vaart in een vurige wagen met vurige
paarden tot een muziekbeeld maakt.
"Wij brengen nog in herinnering dat den
avond te voren ,'dus Maandagavond de
gerale repetitie (plaats heeft, en aan
vangt te kwart over zeven.
De uitvoering Dinsdag begint te half.
acht.
„W onderen der Oud
heid". Uitg. Mij. Elsevier.
In Aflevering 7 van deze uitgave geeft
prof. W. R. Ilalliday een artikel over „De
Goden van het oude Griekenland". Do
nald A. Mackensie vertelt van „de reis
der ziel naar het paradijs" volgens de
voorstelling der oude Egyptenaren. JL
A. Brendon tracht een beeld te geven
van de hangende tuinen van Babyion,
geholpen door een paar fanlasie-tceke-
■ningen. F. N. Price beschrijft de groote
tempels van Sicilië. Alles natuurlijk met
tal van afbeeldingen.
„N i p p o n", door Louis
Couperus. II. P. Leopold's.
Uitg. Mij.
In dit boek zijn de reisbrieven ver
zameld door Louis Couperus voor de
Haagsche Post geschreven van zijn reis
naar Japan, de laatste groote reis di©
hij maakte.
Dit reisverhaal géén geleerde studie,
maar een toeristenverhaal, vol van do
zwierige elegance, waarover Couperus
in zijn journalistiek werk zoo bij uitstek
beschikte getuigt niét voortdurend van
het enthousiasme, dat men bij den
prachtlievenden Couperus zou verwach
ten. Misschien werkte daartoe mee, dat
hij in Japan een geduchten aanval van
influenza heeft gehad. Maar hij geeft
er toch ook nog tal van andere redenen
voor aan. Hij heeft er prachtige dingen
gezien van Japansche kunst, maar de
Japanners en hun land vielen hem tegen.
De manier waarop hij daarvan getuigt,
is weer zoo eerlijk-persoonlijlc, dat we
deze goede eigenschap in eens voelen als
een van de redenen waarom zijn reis
beschrijvingen zoo boeien. Hij vermomt
zijn indrukken niet. Hij vertelt precies
zooals hij het vond, met volledige mo
tiveering. Wat op zich zelf al iets bij
zonders is. Want men moet héél veel
weten, en héél wat overdacht hebben,
om de motieven van eigen indrukken
te kunnen vertellen. Het is ook zeer
begrijpelijk, dat een Westerling in Japan
zich aan allerlei dingen stoot. En het
is oolc heel goed in deze dagen van een
mode van dwepen-met-Japan, dat dit
genoeg wegkomen om den laatslen trein
te halen ik heb er niet veel lust ha,
om alleen te gaan als u niet wilt; of
schoon hij er toch erg op gesteld zou
zijn."
„Dat je alleen ging?" Mrs. Tremlett
maakte een inktvlek en legde de pen
neer. „Dat je alleen ging, als zijn gast?"
herhaalde ze.
„Ja. waarom niet? Maar als u wilt
meegaan?"
„Hoe zou ik dat nu kunnen en zeker
alles aan zijn lot overlaten? Bovendien
zou het niet wezen zooals het hoorde.
En als je alléén ging, dal zou nog erger
zijnl Ik begrijp niet
„Wat begrijpt u niet?"
Mrs. Tremlett aarzelde
„Dat je niet inziet, hoe dat gepraat
geeft", mompelde ze. „Je bent al zoo
véél boven en hij stuurt je zoo'n boeit
Natuurlijk zou ik niet graag hebben, dat
hij hier wegging, maar het is jammer,
dat hij niet inziet, hoe Kijk, ik wéét
zeker, dat de menschen pralen. Toen
ik je net zoo even hebben wou, om over
het uitgeven van de flessclien te spre-
ken* zei Ada; ,,0, zij is bij mr. Lee, ma
dam, het is beter, dat u 'haar maar niet
roept 1"Ik kon zien, wat ze dacht,.
al hield ik me dan ook of ik er niets van
merkte."
„Wat dacht ze dan?"
CWordt vervolgd)..