Zaterdag 23 Mei 1925 108° Jaargang- Tf No. 120. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal: op (Je buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p, post f 2.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- lingen f 2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Advertentiën worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden Mededeelin- g e n 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels 12.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij is aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn, Postcheque en Gironummer 43255. ZONDAGSDIENST PROV. STOOM It OOTEN. Het verzet van de gemeentebesturen in Z. Vlaanderen heeft aus ook niet ge holpen. Op den deze week gepublïceerdcn, 5 Juni in werking tredenden stoomboot- dienst op de Wester Schelde, wordt de eerste dienst van de lijn VlissiugcnBres kens afgeknepen; van de lijn Vlissingen —Neuzen vervalt de laatste dienst en wordt de tweede dienst twee 'uur later gesteld dan nu; en van de \ijn Hans- weertWalzoorden vervalt de tweede der drie huidige Zondagsdiensten, n.l. die van 11.15 uit Walzoorden, en van £.30 uit Hansweert. Allceu de lijn Ilansweerl- Neuzen behoudt zijn twee Zondagsdien sten, evenals de dienst op d,e Ooster- Schelde. Er is dus niet afgewacht wat de Prov. Staten over de verdere beperkingsplan nen hebben op te merken, Toch werd verleden jaar in de zomerziUing met 21 20 stemmen verworpen een motie- Brandsma om „den dienst met openbare vervoermiddelen, welke dpor de provincie worden gesubsidieerd, of geëxploiteerd, tot het allernoodzakelijkste te beperken". Toen we in Maart over de nu afge kondigde plannen schreven hebben we in het licht gesteld, dat nh dat besluit in de Zomerzitting, de Prov. Staten geen verder besluit hebben genomen. Slechts werd in de najaarszilting een opgave ter inzage gelegd van liet vervoer op Zondag met verschillende der Zondagsdiensten. Ged. Staten deelden in die vergadering mee een rapport van de bootcommissie af te wachten. En de zaak bleef toen rus ten. Men zou zoo zeggen dat dan eerst aan de Prov. Staten zou moeten worden voorgelegd wat Ged. Stalen adviseerden naar aanleiding van dit rapport, zoodot dan de Prov. Staten een beslissing zou den kunnen nemen. Maar dat is niet ge schied. Zonder eenige verdere beslissing van de Prov. Staten af te wachten, heb ben Ged. Staten een verdere beperking4 afgekondigd. We hopen dat dit een onderwerp van discussie zal vormen in de a.s. Stalenzit- liog, al is dan ook de beperking reeds' werkelijkheid. Wat we in Maart opmerkten over de Uit deze beslissing sprekendë negeering der wenschen van het groote deel der Zeeuwsche belastingbetalers, die wèlop Zondag wenschen te reizen, zullen we niet herhalen. We willen ook slechts kort weer aanstippen, dat or in deze nieuwe beperking van den Zondagsdienst op de provinciale booten, een bedreiging schuilt voor verdere beperking van den Zondags dienst ook op de door de provincie ge subsidieerde diensten (al zal dit minder makkelijk zijn door den invloed van de rijksregeling voor trams). We willen echter uitdrukkelijk wijzen op de verwerping door de Staten in het vorig jaar van een beperking tot de uiter ste noodzakelijkheid. En op liet verzet van de gemeentebesturen in Zeeuwsch Vlaanderen. De organen die als vertegenwoordigers der bevolking van de naast betrokken streek kunnen worden beschouwd, bleken prijs te stellen op het behoud der nu geschrapte diensten. Toch wordt bun wensch te zij geschoven ter wille van ja, ter willé van wal? Niét van eenj uit spraak der P.rov. Staten. Hoogstens ter te geraoelkoming van den wensch van eenigen, die in hun streven naar Zondags rust steeds een sterke negatie hebben voor de meening van andersd,enkcnd,en. We naderen de verkiezingen Zouden die er soms iets mee te maken hebben, dat men nu op provinciaal gebied eenig resultaat van dat programma-punt aan de kiezers wenseht voor te leggen, daar men in de landspoliliek daartoe onmachtig is gebleken? Als Ged. Stalen zich voor het genomen besluit beroepen op de overgelegde ge middelde vervoercijfers, dan ligt het ant woord voor de hand, dat het schrappen van één dienst Vlissingen—-Breskens v.v met 36 passagiers gemiddeld per boot, dus 72 per d ienst, niet gelijk gesteld kan worden met hel schrappen van één dienst WalzoordenHansweert v.v. met 9 pas sagiers'per boot, dus 18 per dienst En het malsle is dat men die beperking op den dienst VlissingenBreskens gaat in voeren juist tegen den zomer, waarin dat gemiddelde zeker grooter zal zijn dan 36, ook omdal er meer en meer animo blijkt te beslaan voor uitstapjes naai- de Belgische badplaatsen, op één dag heen en terug. En ook omgekeerd van België naar Walcheren. Zoo n uitstapje is nu onmogelijk ge worden. „Dat past ook niet op Zondag!" zullen de Zondagsrusters zeggen. Ja, dal gaat hén niet aan. Evenmin als als dal ev op een mooien Zondag zoove- len naar hel Vlissingsche strand trekken. En daarom is hel ergerlijk, dal een kleine minderheid er door eeu combinatie van machtsposities in slaagt die zeilde be zoekers van Vlissingen Ie beletten bij af wisseling aan de Belgische kust ontspan ning te zoeken. Dat voorbeeld is teekeuend voor de verhouding. Maar in hoofdzaak is het toch overal hetzelfde. De provincie heeft door haar stoombooldiensleu een monopolie gescha pen. Andere reisgelegenheid over het wa ter is er niet. Maar dan heeft de provin cie ook niet tot het uiterste te beknibbe len op de reisgelegenheden voor hen, die geen principieel bezwaar hebben tegen en reis op Zondag. En minst genomen dient dan toch een besluil van de Provinciale Stalen daaraan ten grondslag te liggen. ZONDERLINGE KAMERADEN, Naar hel Engelsch van LEONARD MERRICK. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H. o— 6). „U gebruikt te veel kracht daar, om den toon van uw slem te laten zwellen Dat zijn uw zwakke noten; de mijne ook. Het zijn de zwakke noten van alle tenors en sopranen. Na G is de crescendo ge makkelijk genoeg, maar E, F en Fis blij ven ontzettend lastig." „Noemt u mijn slem een sopraan?" vroeg zij. „De omvang...." „Omvang....? Heeft uw meester u ge leerd, dat de omvang de stem lot alt of sopraan maakt? Het is bet timbre; niet de omvang... Hij bleef steeds die noten aanslaan on nog eens aanslaan, zonder opkijken, Met benijdenden blik zag ze dè diamanten aan zijn hand. ....„Wilt »i 7..., gaaf u. mij vertellen, dat ik hel niet goed dpe?" hijgde zij. „U heeft slecht les gehad, bar slecht 1 Ik verwachtte het wel. Uw stem is nooit geplaatst." „Dank u", antwoordde zij. „Het is maar goed, dat u oprecht is." Ze was nu zeer 8 I NMENLAN 0. IN EN OM DE HOOFDSTAD. CXXXI. NAAR AANLEIDING VAN HET KONINKLIJK BEZOEK. ,,'s Werelds achtste wonderis weder gedurende eenige dagen vol levendigheid en beweging geweest de Koningin heeft met hasr gezin het jaarlijksche of- ïicieele bezoek aan de hoofdstad van haar rijk gebracht. Thans is dat weder om voor een jaar voorbij; de schild- waclilhuizen aan voor- en achterzijde van hel Paleis op den Dam geplaatst, verdwijnen weer; de gordijnen achter de ramen worden neergelaten; af en toe zullen aan den achter-ingang weder rij tuigen stilhouden, aanbrengende de vreemdelingen, die het gebouw komen bezichtigen voor zoover het voor land genoot eu vreemdeling le bezichtigen is. Overigens slaat het daar dan weder ge durende eenige maanden doodsch en ver laten gelukkig dat er althans nog nog eenig leven van uit gsat door het klokkenspel in den koepel. Ik ben niet voornemens, lezer, in de volgende regelen nog een Dam-Paleis- geschiedenis te gaan neerschrijven; de gcheele lijdensgeschiedenis van het groote huis aan j den Amsterdam- scherf Dam sedert 1808, toen, ongelukkig geuoeg, Lodcwijk Napoleon er zijn zetel koos, mag hij eiken Nederlander wel als bekend worden verondersteld, maar toch, als men Amsterdammer is en iels voelt voor de merkwaardige- geschiedenis dezer stad, vraagt men zich elk jaar weer af waarom dat uit Amsterdam's grootheid en bloei opgetrokken gebouw, bestemd voor der slcie-regeering, in den regel slechts eenmaal 's jaars voor de stedelijke vroedschap open komt; voor de vroedschap, die er dan uiet ontvangt, wat zijn recht behoorde le zijn, doch Ier audiëntie ontvangen wordt, omdat de rc- gecring des lands er nooit toe is kunnen komen voor hel vorstelijk Huis een pas send verblijf in te richten in de hoofd stad van haar land. In stede te hebben gezorgd, dal in die hoofdstad een paleis zou bestaan, voor het hoofd van den slaat, heeft meu nu reeds jaren en jaren geduld dat de vorstelijke personen bij 1 hun bezoeken aan Amsterdam hun intrek moesten nemen in een gebouw, drie eeuwen ongeveer geleden door Am sterdam's burgerij -opgericht als zetel van haar stadsbestuur. Er is in onze dagen natuurlijk geen denken aan, dat uit de schatkist des lands te Amsterdam een paleis voor de re- geerende vorstin zal worden gebouwd; er is niet de minste kijk op, dat in afzie u- baren tijd het oude stadhuis weder ter vrije beschikking komt van de vroed schap en deze daar haar officiecleu zetel zal terugkrijgen al ware het slechts om bij officieele gelegenheden, der oude stad waardig, te kunnen recipiecren. maar liet blijft toch een feit, dat ras-echlc Am sterdammers steeds den bcstaanden toe stand blijven betreuren, al doet zulks natuurlijk niet in 't minst af lot de har- bleek. „En er is zeker niets aan le doen om.... de stem weer in orde te maken?" „Ik vrees van niet," zei Lee. „En dat allemaal omdat ik slecht les heb gehad?" „Neen ,dat zeg ik niet; het natuurlijke timbre in de jlern ontbreekt maar ik ge loof niet als u wilt dal ik u de waar heid zeg ik geloof niet, dat u ooit kon hebben gedaan wat u hoopte, onder wel ke omstandigheden dan ook!" Er volgde een lange stilte. Toen. dwong ze zich tot een glimlach en slak de hand uit. „Goeden dag", zei ze „U gaat zoo toch niet? O, maar <lan krijg ik een gevoel of ik een beul hen!...; Heeft n het nu ook zoo erg noodig? Denk aan alle narigheid, die u vooraf moet doormaken. Kom. Troost u. ?oo erg is het toch nog niet." „Niet?" prevelde ze en liet zich in een stoel vallen. „Waarom dan niet?" „U hoeft niet i n uw onderhoud Ie voor zien; u heeft in ieder geval een huis Vele vrouwen hebben dat niet; heel wat zijn er slechter af, dat verzeker ik u!" „Neen toch niet! Niemand is slechter af dan ik. Sommigen berusten er in om hun Ueele leven te sukkelen en nooit ge noeg le hebben van iets. Maar ik kan dal niet Ik haat al dat geschraap cu ge- schraaf ,dat gebel van de huurders, en 1 dat gebrutaliseer van de dienstboden die 't er voor schijnen te houden ,dat ze maar vrij onbeschoft tegen je kunnen zijn, omdat je kamers verhuurt. Ik heb er meer, méér ,mcer dan genoeg van! Ik ben al eens weggegaan cn nu zit ik weer in een achterkamer zonder ooit iemand om legen te spreken 1.... Hoe zou u dat vinden9 Maar u weel niet wat een zaamheid beteeként. Hoe kunt u nu be grijpen, wat ik voel u.!" „Waarom denkt u. dal ik dit niet be-, grijpen zou?" was- zijn antwoord, „omdat mijn naam in groote letters op de aan plakbiljetten staat en ik heb, al wat uw hart begeert? Daarom heb ik niet ah wat ik begeer Treft het n niet ,dat ik"hier, van binnen, alles kan voplen wat een blanke voelt ofschoon geen blankeivrouw ooit hetzelfde zal voelen voor mij? Dat is wat nieuws voor u, hè? Maar '1 is waar De menschen zeggen van lui, zooals ik O, hij zal zijn gezelschap wel vinden, hij zoekt het niet hoog! Eeu leugen is dat. Sommigen van ons nemen waar wat ze krijgen kunnen ,dat is alles. De man, die we gunnen willen ,is boven onze hoof den, maar we behelpen ons dan maar met den weerschijn in de goot. Ik weet wat eenzaamheid beduidt de keeren dat ik er mij in verdiep. En gebeurt dat dikwijls9 Neen ,zóó dwaas ben ik niet. Ik geniet het leven. Maar ik ben or mij toclv van bewust en mijn eenzaamheid is er ger dan de uwe. Geld?... Ik maakte hoo« lelijkheid, waarmede Amsterdam steeds weer de Koningin cn haar gezin welkom heet. Want de verknochtheid van de ovcv- groote meerderheid der Amsterdamsche bevolking voor de Koningin en hasr Huis is in de vorige week op ondubbel zinnige wijze gebleken. Het is anders wel een eigenaardige „plechtigheid", daf jaarlijksch bezoek door de landsvrouwe aan de hoofdstad des lands gebracht. Vreemdelingen, die in zulk een week toevallig le Amsterdam loeven, kunnen er vaak moeilijk hoogte van krijgen, „waarom dat toch zoo is", aangezien zij in den regel Den Haag, als zijnde de stad waar de vorstelijke familie haar residen tie heeft; tvaar de regeering zetelt en het Nederlandsche parlement vergadert, als de hoofdstad des lands .beschouwen Als men hen dan levens vertelt, dat de kroning, of beter gezegd de inhuldiging, van een tot den troon geroepen vorsl of vorstin moet plaats hebben te Am sterdam, staan zij meestal nóg meer ver baasd t is dan ook altijd iets eigen aardigs in ons land ,dat bezit van een hoofdstad, die geen residentie en ven 'u residentie, die geen hoofdstad is. Maai de beslaande toestand heeft dan toch dit gevolg, dal de Amsterdammers de Ko- ninginne-week des te meer op prijs stel len en de gelegenheid, hun gedurende die bezoekdagen geschonken, gaarne aan grijpen om de vorstin bij haar rijtoeren door de stad hartelijk toe le juichen. Gelegenheid daartoe wordl hun iu die week in ruime male geboden, want de programma's der rijtoeren van Hare Ma jesteit worden steeds zóódanig opgesteld, dal bijksns geen stadskwartier onbezocht blijft, maar bij de geweldige uitbreiding die Amsterdam in de laatste jaren heeft ondergaan, moet het, dunkt me, aar- burgemeester en hoofdcommissaris van politie heel wat hoofdbrekens gsan kosten om alle burgers der hoofdstad in deze ter wille te kunnen zijn Over het algemeen hebben de pro gramma's van het Koninklijk bezoek na genoeg hetzelfde karakter: audiënties der vorstin in de morgenuren; bezoeken aan openbare instellingen waaraan rijtoeren verbonden zijn in den namiddag; bijkans steeds een bezoek der Koningin aan de kuustzalen van „Arti el Amicitia", dik werf ook aan Rijks- en Stedelijk Museum steeds het bijwonen van een voorstelling in den Stadsschouwburg Menigmaal staat op het programma een vaartocht op het IJ ter bezichtiging van haven- cn scheepsbouwwerken. Zóó is liet jaren achtereen geweest, maar in den laleren tijd is er toch wel éénige wijziging in de programma's ge bracht. Ik heb de jaren gekend, dal bijna altijd de aanvang van hel Koninklijk be zoek begon op een Dinsdag of Woens dag en de vorstin dan den Zondag O' bleef. Op dien dag ontbrak dan nooit hot bijwonen van een godsdienstoefening i» de Nieuwe Kerk, gevolgd door eeu be zoek aan de tuinen van „Natura Artis Ma gistra", waarna de groote Zondagnamid dag-rijtoer volgde. Die godsdienstoefening was altijd druk bezocht, omdat niet out- keud kan worden dat velen, die opgegaan waren naar het bedehuis, zulks allereerst gedaan hadden om de Koningin le zien. en „Artis" telde op zulk een middag hel aantal der leden met hun gezinnen en geintroduceerden bij honderden en nog een,s honderden. Maar later is er verandering gekomen, doordal in de laatste jaren het Koninklijk bezoek begon op een Maandag of Dins dag eu op den laatstcn dag der week een einde nam, de "Zondag was dus ,,v DE ft yne p^jpiabaL 26 - 50 ets per ons (Ing. Med.) vallen". Ditmaal heeft de vorstin weder den Zondag in de hoofdstad doorge bracht, maar van de tradilioneele bezoe ken werd afgeweken De Koningin be zocht in den ochtend de godsdienst oefening niet in de Nieuwe Kerk, doch in de Westerkerk, zonder dat vooraf rucht baarheid was gegeven van haar voor nemen Gevolg is dan ook geweest, dat liet kerkgebouw niet geheel gevuld was door degenen, die gekomen zouden zijn om de Koningin le zien, doch alleen zij aanwezig waren, ter kerke opgegaan om- dal zij zich daartoe geroepen haddon gevoeld en wij mogen veilig aannemen, dal de Koningin zicli Zondagochtend j.l. gelukkiger zal gevoeld hebben aan de ge wijde plek te midden der kleine schare, opgegaan om uil de prediking stichting mede te nemen, dan vroeger lusschen <le „nieuwsgierigen", die. haar m de Nieuwe Kerk plachten le omringen Een andere afwijking van hel Zon dags-programma is geweest, dal eeu be zoek aan „Artis" ditmaal niet werd ge bracht, doch instede daarvan de ge meentelijke kweekerij ..Frankend'-iaf" ver eerd met een vorstelijk bezoek. Deze kweekerij, waaruit de gemeente Vinster- dam al haar plantsoenen in liloem- en kleurenpracht zet, is gelegen in de Meer, in oen gedeelte van Amsterdam dat vroeger lol de de gemeente Wlatergrsafs- umer behoord heeft. Tot voor weinige jaren zou een Ko ninklijke rijtoer zich niet dien kant heb ben „uitgestrekt", maar nu Watergraafs meer een deel der hoofdstad is geworden nu aan de overzijde van de ceintuur- spoorbaan allengs is opgekomen ecu lang onbelangrijk stadskwartier; nu daar is ontstaan «ie Transvaalbiiurl. oen kleine stad op zich zelf, was er alle reden voor de "Koningin om haar Zondagmiddag-rij toer ook naar hel nieuwe gedeelte der gemeente uil te breiden, waarmede zij ongetwijfeld tallooze burgers aan zich heeft verplicht En .Frankendaal" was ook zeker even zeer de moeite van eeu bezoek wasrd als „Artis". fn vroegere eeuwen vormde „Frankendaal" met „Ro- senburgh" een belangrijk gedeelte ve n de Meer: het waren grootsdie buitenplaat sen met schitterenden tuinaanleg, maar in den loop der tijden, toen degenen, die zich de weelde van buitenverblijven Icon den veroorloven ,niet meer hij voorkeur zochten de oevers van de Vecht >f van de Meer, geraakten deze buitenplaatsen in verval „Rosenburgh" ging na allerlei „wederwaardigheden" 1c hebben beleeEd geheel le uiet en werd ten slotte door de gemeente gekocht tot uitbreiding der aangrenzende Oosterbegraafplaats; Fran ke ndasl werd mede Amsterdam's eigen dom, doch i s nu al sedert jaren cn jaren de „hoofdluin" van Amsterdam, waar pen geld; ik zing nooit onder de tachtig pond; maar geld is uiel allcsl U ziel deze ringen. Ze kosten?.. De hemel weiet! Drie honderd pond... Ik wil ze u met genoegen geven, allemaal hier, één, twee, drie, ar." Hij wierp ze tiaar in den schoot. „Nu zijn ze van u. Is u gelukkig? Neen, zeker niét; u verlangt nog iets. Nu met mij is het precies hetzelfde Ik verlang ook nog iels en ik zal blijven verlan gen mijn leven lang." „Ik ook!" antwoordde zij Ze aam de ringen op, een voor een, en lak ze hem toe. „Wat wilt u ze niet behouden?" vroeg hij. Ofschoon zijn uitbarsting nu een tliea- tralen vorm had aangenomen was ze toch oprecht gemeend. „Ze behouden?" Ze keek limp verbaasd aan. „Meent u heusch ,dat u ze nfij gaf om ze te behouden?" „Waarom, zou ik ze u uiet geven? U kunt van mij krijgen wat u hebben wilt. Pas ze eens aan tjvek ze aan, of als ze te wjjd zijn steek ze dan in uw zak. Ja ik meen het, ze zijn van u." „O" ,riop ze. „Ik kan uiet zoo dingen van u aannemen ,of Maar u meent liet zeker ook niet?" Gewis meen ik het. Mijn hemel waarom niet! Ik wil graag dat dat u ze heeft, Ze zijn een geschenk „Hoe komt uer bij?" aarzelde zij. „Ik kau geen cadeaus van u aannemen. 't Is heel vriendelijk van u, heel vriende lijk Cn eflelmoedig, maar het is niet mo gelijk." Hij slak op dat oogenblik zijn hand een udje uil. Zij legde ze in de geelachtige palm Ai zag. lice h ij ze over de vinger toppen e u do nagels schoof, die wel ge kneusd leken. Ze voelde zich erg tcneergeslageu. „Het was toch niet grol van mij, ze u aan te bieden?" vroeg hij. „Ik wilde u niet beleedigen, a11ex-minst 1" „Ilc ben niet beleedigd," zei ze. j.Maar maar dames kunnen geen geschen- ken aannemen van heeren; geen kostbare geschenken, honderden ponden waarde aan ringenl" „Mag ik u niets geven?" De ringen betooverden haar; ze kon- er <len blik maar niet afhouden. „Waarom ook? Spijt hel u zoozeer voor mij idioot die ik was om te den ken ,dat ik zingen kon." „Neen zeker niet, het heeft niets le maken met uw ringen." Bonbons? Mag ik u bonbons ge ven?" „Ja," antwoordde ze, met neergeslagen oogen. „Dat geloof ik wel.' ^.En wat meer?" ..Maar waarom zoudt n mij eigenlijk wat geven?" ..Omdat ik dat zoo graag wou doen; omdat... "'U je liefheb Ownie Zeg mair,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 1