Zaterdag 23 Mei 1925
108° Jaargang-
Tf
No. 120.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar
taal:
op (Je buitenwegen om Middelburg, en
voor de andere gemeenten p, post f 2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
lingen f 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertentiën worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentiën: 30
cent per regel.
Ingezonden Mededeelin-
g e n 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
van 17 regels 12.10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
is aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn,
Postcheque en Gironummer 43255.
ZONDAGSDIENST
PROV. STOOM It OOTEN.
Het verzet van de gemeentebesturen
in Z. Vlaanderen heeft aus ook niet ge
holpen. Op den deze week gepublïceerdcn,
5 Juni in werking tredenden stoomboot-
dienst op de Wester Schelde, wordt de
eerste dienst van de lijn VlissiugcnBres
kens afgeknepen; van de lijn Vlissingen
—Neuzen vervalt de laatste dienst en
wordt de tweede dienst twee 'uur later
gesteld dan nu; en van de \ijn Hans-
weertWalzoorden vervalt de tweede der
drie huidige Zondagsdiensten, n.l. die van
11.15 uit Walzoorden, en van £.30 uit
Hansweert. Allceu de lijn Ilansweerl-
Neuzen behoudt zijn twee Zondagsdien
sten, evenals de dienst op d,e Ooster-
Schelde.
Er is dus niet afgewacht wat de Prov.
Staten over de verdere beperkingsplan
nen hebben op te merken, Toch werd
verleden jaar in de zomerziUing met 21
20 stemmen verworpen een motie-
Brandsma om „den dienst met openbare
vervoermiddelen, welke dpor de provincie
worden gesubsidieerd, of geëxploiteerd,
tot het allernoodzakelijkste te beperken".
Toen we in Maart over de nu afge
kondigde plannen schreven hebben we
in het licht gesteld, dat nh dat besluit in
de Zomerzitting, de Prov. Staten geen
verder besluit hebben genomen. Slechts
werd in de najaarszilting een opgave ter
inzage gelegd van liet vervoer op Zondag
met verschillende der Zondagsdiensten.
Ged. Staten deelden in die vergadering
mee een rapport van de bootcommissie
af te wachten. En de zaak bleef toen rus
ten.
Men zou zoo zeggen dat dan eerst
aan de Prov. Staten zou moeten worden
voorgelegd wat Ged. Stalen adviseerden
naar aanleiding van dit rapport, zoodot
dan de Prov. Staten een beslissing zou
den kunnen nemen. Maar dat is niet ge
schied. Zonder eenige verdere beslissing
van de Prov. Staten af te wachten, heb
ben Ged. Staten een verdere beperking4
afgekondigd.
We hopen dat dit een onderwerp van
discussie zal vormen in de a.s. Stalenzit-
liog, al is dan ook de beperking reeds'
werkelijkheid.
Wat we in Maart opmerkten over de
Uit deze beslissing sprekendë negeering
der wenschen van het groote deel der
Zeeuwsche belastingbetalers, die wèlop
Zondag wenschen te reizen, zullen we
niet herhalen. We willen ook slechts kort
weer aanstippen, dat or in deze nieuwe
beperking van den Zondagsdienst op de
provinciale booten, een bedreiging schuilt
voor verdere beperking van den Zondags
dienst ook op de door de provincie ge
subsidieerde diensten (al zal dit minder
makkelijk zijn door den invloed van de
rijksregeling voor trams).
We willen echter uitdrukkelijk wijzen
op de verwerping door de Staten in het
vorig jaar van een beperking tot de uiter
ste noodzakelijkheid. En op liet verzet
van de gemeentebesturen in Zeeuwsch
Vlaanderen.
De organen die als vertegenwoordigers
der bevolking van de naast betrokken
streek kunnen worden beschouwd, bleken
prijs te stellen op het behoud der nu
geschrapte diensten. Toch wordt bun
wensch te zij geschoven ter wille van
ja, ter willé van wal? Niét van eenj uit
spraak der P.rov. Staten. Hoogstens ter
te geraoelkoming van den wensch van
eenigen, die in hun streven naar Zondags
rust steeds een sterke negatie hebben
voor de meening van andersd,enkcnd,en.
We naderen de verkiezingen Zouden
die er soms iets mee te maken hebben,
dat men nu op provinciaal gebied eenig
resultaat van dat programma-punt aan de
kiezers wenseht voor te leggen, daar men
in de landspoliliek daartoe onmachtig is
gebleken?
Als Ged. Stalen zich voor het genomen
besluit beroepen op de overgelegde ge
middelde vervoercijfers, dan ligt het ant
woord voor de hand, dat het schrappen
van één dienst Vlissingen—-Breskens v.v
met 36 passagiers gemiddeld per boot,
dus 72 per d ienst, niet gelijk gesteld kan
worden met hel schrappen van één dienst
WalzoordenHansweert v.v. met 9 pas
sagiers'per boot, dus 18 per dienst En
het malsle is dat men die beperking op
den dienst VlissingenBreskens gaat in
voeren juist tegen den zomer, waarin
dat gemiddelde zeker grooter zal zijn dan
36, ook omdal er meer en meer animo
blijkt te beslaan voor uitstapjes naai- de
Belgische badplaatsen, op één dag heen
en terug. En ook omgekeerd van België
naar Walcheren.
Zoo n uitstapje is nu onmogelijk ge
worden.
„Dat past ook niet op Zondag!" zullen
de Zondagsrusters zeggen.
Ja, dal gaat hén niet aan. Evenmin als
als dal ev op een mooien Zondag zoove-
len naar hel Vlissingsche strand trekken.
En daarom is hel ergerlijk, dal een kleine
minderheid er door eeu combinatie van
machtsposities in slaagt die zeilde be
zoekers van Vlissingen Ie beletten bij af
wisseling aan de Belgische kust ontspan
ning te zoeken.
Dat voorbeeld is teekeuend voor de
verhouding.
Maar in hoofdzaak is het toch overal
hetzelfde. De provincie heeft door haar
stoombooldiensleu een monopolie gescha
pen. Andere reisgelegenheid over het wa
ter is er niet. Maar dan heeft de provin
cie ook niet tot het uiterste te beknibbe
len op de reisgelegenheden voor hen, die
geen principieel bezwaar hebben tegen
en reis op Zondag.
En minst genomen dient dan toch een
besluil van de Provinciale Stalen daaraan
ten grondslag te liggen.
ZONDERLINGE KAMERADEN,
Naar hel Engelsch van
LEONARD MERRICK.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H.
o—
6).
„U gebruikt te veel kracht daar, om
den toon van uw slem te laten zwellen
Dat zijn uw zwakke noten; de mijne ook.
Het zijn de zwakke noten van alle tenors
en sopranen. Na G is de crescendo ge
makkelijk genoeg, maar E, F en Fis blij
ven ontzettend lastig."
„Noemt u mijn slem een sopraan?"
vroeg zij. „De omvang...."
„Omvang....? Heeft uw meester u ge
leerd, dat de omvang de stem lot alt of
sopraan maakt? Het is bet timbre; niet de
omvang...
Hij bleef steeds die noten aanslaan on
nog eens aanslaan, zonder opkijken, Met
benijdenden blik zag ze dè diamanten
aan zijn hand.
....„Wilt »i 7..., gaaf u. mij vertellen,
dat ik hel niet goed dpe?" hijgde zij.
„U heeft slecht les gehad, bar slecht 1
Ik verwachtte het wel. Uw stem is nooit
geplaatst."
„Dank u", antwoordde zij. „Het is maar
goed, dat u oprecht is." Ze was nu zeer
8 I NMENLAN 0.
IN EN OM DE HOOFDSTAD.
CXXXI.
NAAR AANLEIDING VAN HET
KONINKLIJK BEZOEK.
,,'s Werelds achtste wonderis weder
gedurende eenige dagen vol levendigheid
en beweging geweest de Koningin
heeft met hasr gezin het jaarlijksche of-
ïicieele bezoek aan de hoofdstad van
haar rijk gebracht. Thans is dat weder
om voor een jaar voorbij; de schild-
waclilhuizen aan voor- en achterzijde
van hel Paleis op den Dam geplaatst,
verdwijnen weer; de gordijnen achter
de ramen worden neergelaten; af en toe
zullen aan den achter-ingang weder rij
tuigen stilhouden, aanbrengende de
vreemdelingen, die het gebouw komen
bezichtigen voor zoover het voor land
genoot eu vreemdeling le bezichtigen is.
Overigens slaat het daar dan weder ge
durende eenige maanden doodsch en ver
laten gelukkig dat er althans nog
nog eenig leven van uit gsat door het
klokkenspel in den koepel.
Ik ben niet voornemens, lezer, in de
volgende regelen nog een Dam-Paleis-
geschiedenis te gaan neerschrijven; de
gcheele lijdensgeschiedenis van het
groote huis aan j den Amsterdam-
scherf Dam sedert 1808, toen, ongelukkig
geuoeg, Lodcwijk Napoleon er zijn zetel
koos, mag hij eiken Nederlander wel als
bekend worden verondersteld, maar
toch, als men Amsterdammer is en iels
voelt voor de merkwaardige- geschiedenis
dezer stad, vraagt men zich elk jaar
weer af waarom dat uit Amsterdam's
grootheid en bloei opgetrokken gebouw,
bestemd voor der slcie-regeering, in den
regel slechts eenmaal 's jaars voor de
stedelijke vroedschap open komt; voor
de vroedschap, die er dan uiet ontvangt,
wat zijn recht behoorde le zijn, doch Ier
audiëntie ontvangen wordt, omdat de rc-
gecring des lands er nooit toe is kunnen
komen voor hel vorstelijk Huis een pas
send verblijf in te richten in de hoofd
stad van haar land. In stede te hebben
gezorgd, dal in die hoofdstad een paleis
zou bestaan, voor het hoofd van den
slaat, heeft meu nu reeds jaren en jaren
geduld dat de vorstelijke personen bij
1 hun bezoeken aan Amsterdam hun intrek
moesten nemen in een gebouw, drie
eeuwen ongeveer geleden door Am
sterdam's burgerij -opgericht als zetel
van haar stadsbestuur.
Er is in onze dagen natuurlijk geen
denken aan, dat uit de schatkist des lands
te Amsterdam een paleis voor de re-
geerende vorstin zal worden gebouwd; er
is niet de minste kijk op, dat in afzie u-
baren tijd het oude stadhuis weder ter
vrije beschikking komt van de vroed
schap en deze daar haar officiecleu zetel
zal terugkrijgen al ware het slechts om
bij officieele gelegenheden, der oude stad
waardig, te kunnen recipiecren. maar
liet blijft toch een feit, dat ras-echlc Am
sterdammers steeds den bcstaanden toe
stand blijven betreuren, al doet zulks
natuurlijk niet in 't minst af lot de har-
bleek. „En er is zeker niets aan le doen
om.... de stem weer in orde te maken?"
„Ik vrees van niet," zei Lee.
„En dat allemaal omdat ik slecht les
heb gehad?"
„Neen ,dat zeg ik niet; het natuurlijke
timbre in de jlern ontbreekt maar ik ge
loof niet als u wilt dal ik u de waar
heid zeg ik geloof niet, dat u ooit kon
hebben gedaan wat u hoopte, onder wel
ke omstandigheden dan ook!"
Er volgde een lange stilte. Toen. dwong
ze zich tot een glimlach en slak de hand
uit.
„Goeden dag", zei ze
„U gaat zoo toch niet? O, maar <lan
krijg ik een gevoel of ik een beul hen!...;
Heeft n het nu ook zoo erg noodig? Denk
aan alle narigheid, die u vooraf moet
doormaken. Kom. Troost u. ?oo erg is
het toch nog niet."
„Niet?" prevelde ze en liet zich in
een stoel vallen. „Waarom dan niet?"
„U hoeft niet i n uw onderhoud Ie voor
zien; u heeft in ieder geval een huis
Vele vrouwen hebben dat niet; heel wat
zijn er slechter af, dat verzeker ik u!"
„Neen toch niet! Niemand is slechter
af dan ik. Sommigen berusten er in om
hun Ueele leven te sukkelen en nooit ge
noeg le hebben van iets. Maar ik kan dal
niet Ik haat al dat geschraap cu ge-
schraaf ,dat gebel van de huurders, en
1 dat gebrutaliseer van de dienstboden die
't er voor schijnen te houden ,dat ze
maar vrij onbeschoft tegen je kunnen
zijn, omdat je kamers verhuurt. Ik heb er
meer, méér ,mcer dan genoeg van! Ik
ben al eens weggegaan cn nu zit ik weer
in een achterkamer zonder ooit iemand
om legen te spreken 1.... Hoe zou u dat
vinden9 Maar u weel niet wat een
zaamheid beteeként. Hoe kunt u nu be
grijpen, wat ik voel u.!"
„Waarom denkt u. dal ik dit niet be-,
grijpen zou?" was- zijn antwoord, „omdat
mijn naam in groote letters op de aan
plakbiljetten staat en ik heb, al wat uw
hart begeert? Daarom heb ik niet ah wat
ik begeer Treft het n niet ,dat ik"hier,
van binnen, alles kan voplen wat een
blanke voelt ofschoon geen blankeivrouw
ooit hetzelfde zal voelen voor mij? Dat is
wat nieuws voor u, hè? Maar '1 is waar
De menschen zeggen van lui, zooals ik
O, hij zal zijn gezelschap wel vinden,
hij zoekt het niet hoog! Eeu leugen is
dat. Sommigen van ons nemen waar wat
ze krijgen kunnen ,dat is alles. De man,
die we gunnen willen ,is boven onze hoof
den, maar we behelpen ons dan maar
met den weerschijn in de goot. Ik weet
wat eenzaamheid beduidt de keeren
dat ik er mij in verdiep. En gebeurt dat
dikwijls9 Neen ,zóó dwaas ben ik niet. Ik
geniet het leven. Maar ik ben or mij toclv
van bewust en mijn eenzaamheid is er
ger dan de uwe. Geld?... Ik maakte hoo«
lelijkheid, waarmede Amsterdam steeds
weer de Koningin cn haar gezin welkom
heet.
Want de verknochtheid van de ovcv-
groote meerderheid der Amsterdamsche
bevolking voor de Koningin en hasr
Huis is in de vorige week op ondubbel
zinnige wijze gebleken. Het is anders wel
een eigenaardige „plechtigheid", daf
jaarlijksch bezoek door de landsvrouwe
aan de hoofdstad des lands gebracht.
Vreemdelingen, die in zulk een week
toevallig le Amsterdam loeven, kunnen
er vaak moeilijk hoogte van krijgen,
„waarom dat toch zoo is", aangezien zij
in den regel Den Haag, als zijnde de stad
waar de vorstelijke familie haar residen
tie heeft; tvaar de regeering zetelt en
het Nederlandsche parlement vergadert,
als de hoofdstad des lands .beschouwen
Als men hen dan levens vertelt, dat de
kroning, of beter gezegd de inhuldiging,
van een tot den troon geroepen vorsl
of vorstin moet plaats hebben te Am
sterdam, staan zij meestal nóg meer ver
baasd t is dan ook altijd iets eigen
aardigs in ons land ,dat bezit van een
hoofdstad, die geen residentie en ven 'u
residentie, die geen hoofdstad is. Maai
de beslaande toestand heeft dan toch dit
gevolg, dal de Amsterdammers de Ko-
ninginne-week des te meer op prijs stel
len en de gelegenheid, hun gedurende
die bezoekdagen geschonken, gaarne aan
grijpen om de vorstin bij haar rijtoeren
door de stad hartelijk toe le juichen.
Gelegenheid daartoe wordl hun iu die
week in ruime male geboden, want de
programma's der rijtoeren van Hare Ma
jesteit worden steeds zóódanig opgesteld,
dal bijksns geen stadskwartier onbezocht
blijft, maar bij de geweldige uitbreiding
die Amsterdam in de laatste jaren heeft
ondergaan, moet het, dunkt me, aar-
burgemeester en hoofdcommissaris van
politie heel wat hoofdbrekens gsan
kosten om alle burgers der hoofdstad
in deze ter wille te kunnen zijn
Over het algemeen hebben de pro
gramma's van het Koninklijk bezoek na
genoeg hetzelfde karakter: audiënties der
vorstin in de morgenuren; bezoeken aan
openbare instellingen waaraan rijtoeren
verbonden zijn in den namiddag; bijkans
steeds een bezoek der Koningin aan de
kuustzalen van „Arti el Amicitia", dik
werf ook aan Rijks- en Stedelijk Museum
steeds het bijwonen van een voorstelling
in den Stadsschouwburg Menigmaal staat
op het programma een vaartocht op het
IJ ter bezichtiging van haven- cn
scheepsbouwwerken.
Zóó is liet jaren achtereen geweest,
maar in den laleren tijd is er toch wel
éénige wijziging in de programma's ge
bracht. Ik heb de jaren gekend, dal bijna
altijd de aanvang van hel Koninklijk be
zoek begon op een Dinsdag of Woens
dag en de vorstin dan den Zondag O'
bleef. Op dien dag ontbrak dan nooit hot
bijwonen van een godsdienstoefening i»
de Nieuwe Kerk, gevolgd door eeu be
zoek aan de tuinen van „Natura Artis Ma
gistra", waarna de groote Zondagnamid
dag-rijtoer volgde. Die godsdienstoefening
was altijd druk bezocht, omdat niet out-
keud kan worden dat velen, die opgegaan
waren naar het bedehuis, zulks allereerst
gedaan hadden om de Koningin le zien.
en „Artis" telde op zulk een middag hel
aantal der leden met hun gezinnen en
geintroduceerden bij honderden en nog
een,s honderden.
Maar later is er verandering gekomen,
doordal in de laatste jaren het Koninklijk
bezoek begon op een Maandag of Dins
dag eu op den laatstcn dag der week een
einde nam, de "Zondag was dus ,,v
DE ft
yne p^jpiabaL
26 - 50 ets per ons
(Ing. Med.)
vallen". Ditmaal heeft de vorstin weder
den Zondag in de hoofdstad doorge
bracht, maar van de tradilioneele bezoe
ken werd afgeweken De Koningin be
zocht in den ochtend de godsdienst
oefening niet in de Nieuwe Kerk, doch in
de Westerkerk, zonder dat vooraf rucht
baarheid was gegeven van haar voor
nemen Gevolg is dan ook geweest, dat
liet kerkgebouw niet geheel gevuld was
door degenen, die gekomen zouden zijn
om de Koningin le zien, doch alleen zij
aanwezig waren, ter kerke opgegaan om-
dal zij zich daartoe geroepen haddon
gevoeld en wij mogen veilig aannemen,
dal de Koningin zicli Zondagochtend j.l.
gelukkiger zal gevoeld hebben aan de ge
wijde plek te midden der kleine schare,
opgegaan om uil de prediking stichting
mede te nemen, dan vroeger lusschen
<le „nieuwsgierigen", die. haar m de
Nieuwe Kerk plachten le omringen
Een andere afwijking van hel Zon
dags-programma is geweest, dal eeu be
zoek aan „Artis" ditmaal niet werd ge
bracht, doch instede daarvan de ge
meentelijke kweekerij ..Frankend'-iaf" ver
eerd met een vorstelijk bezoek. Deze
kweekerij, waaruit de gemeente Vinster-
dam al haar plantsoenen in liloem- en
kleurenpracht zet, is gelegen in de Meer,
in oen gedeelte van Amsterdam dat
vroeger lol de de gemeente Wlatergrsafs-
umer behoord heeft.
Tot voor weinige jaren zou een Ko
ninklijke rijtoer zich niet dien kant heb
ben „uitgestrekt", maar nu Watergraafs
meer een deel der hoofdstad is geworden
nu aan de overzijde van de ceintuur-
spoorbaan allengs is opgekomen ecu lang
onbelangrijk stadskwartier; nu daar is
ontstaan «ie Transvaalbiiurl. oen kleine
stad op zich zelf, was er alle reden voor
de "Koningin om haar Zondagmiddag-rij
toer ook naar hel nieuwe gedeelte der
gemeente uil te breiden, waarmede zij
ongetwijfeld tallooze burgers aan zich
heeft verplicht En .Frankendaal" was
ook zeker even zeer de moeite van eeu
bezoek wasrd als „Artis". fn vroegere
eeuwen vormde „Frankendaal" met „Ro-
senburgh" een belangrijk gedeelte ve n de
Meer: het waren grootsdie buitenplaat
sen met schitterenden tuinaanleg, maar
in den loop der tijden, toen degenen, die
zich de weelde van buitenverblijven Icon
den veroorloven ,niet meer hij voorkeur
zochten de oevers van de Vecht >f van
de Meer, geraakten deze buitenplaatsen
in verval „Rosenburgh" ging na allerlei
„wederwaardigheden" 1c hebben beleeEd
geheel le uiet en werd ten slotte door de
gemeente gekocht tot uitbreiding der
aangrenzende Oosterbegraafplaats; Fran
ke ndasl werd mede Amsterdam's eigen
dom, doch i s nu al sedert jaren cn jaren
de „hoofdluin" van Amsterdam, waar
pen geld; ik zing nooit onder de tachtig
pond; maar geld is uiel allcsl U ziel deze
ringen. Ze kosten?.. De hemel weiet! Drie
honderd pond... Ik wil ze u met genoegen
geven, allemaal hier, één, twee, drie,
ar."
Hij wierp ze tiaar in den schoot.
„Nu zijn ze van u. Is u gelukkig? Neen,
zeker niét; u verlangt nog iets. Nu met
mij is het precies hetzelfde Ik verlang
ook nog iels en ik zal blijven verlan
gen mijn leven lang."
„Ik ook!" antwoordde zij
Ze aam de ringen op, een voor een, en
lak ze hem toe.
„Wat wilt u ze niet behouden?" vroeg
hij. Ofschoon zijn uitbarsting nu een tliea-
tralen vorm had aangenomen was ze toch
oprecht gemeend.
„Ze behouden?" Ze keek limp verbaasd
aan. „Meent u heusch ,dat u ze nfij gaf
om ze te behouden?"
„Waarom, zou ik ze u uiet geven?
U kunt van mij krijgen wat u hebben
wilt. Pas ze eens aan tjvek ze aan, of
als ze te wjjd zijn steek ze dan in
uw zak. Ja ik meen het, ze zijn van u."
„O" ,riop ze. „Ik kan uiet zoo dingen
van u aannemen ,of Maar u meent liet
zeker ook niet?" Gewis meen ik het. Mijn
hemel waarom niet! Ik wil graag dat
dat u ze heeft, Ze zijn een geschenk
„Hoe komt uer bij?" aarzelde zij.
„Ik kau geen cadeaus van u aannemen.
't Is heel vriendelijk van u, heel vriende
lijk Cn eflelmoedig, maar het is niet mo
gelijk."
Hij slak op dat oogenblik zijn hand een
udje uil. Zij legde ze in de geelachtige
palm Ai zag. lice h ij ze over de vinger
toppen e u do nagels schoof, die wel ge
kneusd leken.
Ze voelde zich erg tcneergeslageu.
„Het was toch niet grol van mij, ze u
aan te bieden?" vroeg hij. „Ik wilde u
niet beleedigen, a11ex-minst 1"
„Ilc ben niet beleedigd," zei ze. j.Maar
maar dames kunnen geen geschen-
ken aannemen van heeren; geen kostbare
geschenken, honderden ponden waarde
aan ringenl"
„Mag ik u niets geven?"
De ringen betooverden haar; ze kon-
er <len blik maar niet afhouden.
„Waarom ook? Spijt hel u zoozeer
voor mij idioot die ik was om te den
ken ,dat ik zingen kon."
„Neen zeker niet, het heeft niets le
maken met uw ringen."
Bonbons? Mag ik u bonbons ge
ven?"
„Ja," antwoordde ze, met neergeslagen
oogen. „Dat geloof ik wel.'
^.En wat meer?"
..Maar waarom zoudt n mij eigenlijk
wat geven?"
..Omdat ik dat zoo graag wou doen;
omdat... "'U je liefheb Ownie Zeg mair,