Zaterdag 9 Mei 1926 FEUILLETON llilll fill®'li. No. 109. 168° Jaargang. MIDDELBURGSCHE COURANT, BIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kw*r- Saak op de buitenwegen om Middelburg, en 70oc de andere gemeenten p. post f 2.50; ▼oor Middelburg en agentschap Vlis- glagen f2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 aent per week. Advertentiëa worden berekend ,per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiëa: 30 sent per regel. Ingezonden Mededeelin- if eo: 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels f 2.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiëa niet drooler dan vijf regels druks en waarbij Js aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. Postcheque en Gironummer 43255. BINNENLAND. HET FBANSCII OP DE LAGERE SCHOOL. In de Memorie van Antwoord, be treffende het voorstel van wel van raej. We sterman lot wijziging van art. 3 der Lager-onderwijswet 1920, zegt de voor- stelster, dat het haar onaangenaam heeft getroffen, dat weer door verscheidene le den de moeilijkheden, die met betrekking tot het Fransch in de scholen zijn on dervonden, worden toegeschreven aan den onwil van de leeraren aan middel bare scholen en gymnasia.. Te veel wordt vergelen, dat niet op aandrang der ouders het onderwijs in een vreemde taal uit het leerplan der lagere school werd geschrapt. Dat die ouders de fout niet zoeken bij het voort gezet onderwijs, maar bij het lager, is alleszins begrijpelijk. Door verscheidene leden werd ge we zen op het in de Lageronder wijs wet '20 ingenomen standpunt, dal het middel baar onderwijs zich heeft te richten naar het lager onderwijs en niet omgekeerd. Is dat standpunt juist dan moet in Ne derland het peil van het middelbaar on derwijs onverbiddellijk dalen. Geen enkele vreemde taal kan met vrucht worden onderwezen wanneer niet elementaire begrippen uit de grammatica van eigen taal zijn bijgebracht en het is, volgens voorstelster, in achter ons lig gende jaren gebleken, dat op een zeer groot aantal scholen het bijbrengen van die begrippen overbodig wordt geacht. Het ontbreken van die kennis maakt Door VALENTINE WILLIAMS. Geautoriseerd» vertaling van W. E. PONT 53.) „Toen ze mij vertelden, dat je niet in de grot was," zei Marjorie „kon ik mijn ooren niet gelooven. Hoe ter wereld legde je het aan om d;iar uit te ont snappen?" „Wel", antwoordde ik, „je herinnert je die sleenen tafel waarop de mum mies lagen? Onder één daarvan vond ik, ingelegd in de tafel, een platten steien waarop een schildpad gebeiteld was. Ik weet niet of je de beteekenis van dat leeken kent. De schildpad was het teeken van dien beruchten zoeroover ka pitein Roberts, die in vroeger dagen, de groote man was op deze zeeën. Het is bekend, dat de zceroovcrs Cock Island, gebruikten om Ier voorraden versch vleesch en water op te doen je kunt daarover lezen in de „Zeilaanwijzingen'" en dat teeken van die schildpad bracht mij aan het nadenken. Ik trachtte den steen op te heffen, £naar die was stevig in de tafel vastge- metseld. Maar bij mijn duwen en stom pen leunde ik tegen den rand van d,< een vfteeinde taal op de scholen voor voortgezet onderwijs onmogelijk voordat eerst vele lessen aan de elementaire begrippen zijn gewijd. Wie gemeend had, dat het onderwijs in de moedertaal zou gewonnen hebben door het afschaffen van dat in een vreemde taal, is bedro gen uitgekomen. Als men meent, dat het grootste deel van ons volk die eenvoudige taalkun dige begrippen en benamingen kan ont beren, welnu men onderwijze ze aSö dat deel niet, maar verstrekke het onderwijs daarin aan hen, voor wie liet noodzake lijk is voor hun voortgezet onderwijs. ST. MICHAEL. In een vergadering van St. Michael' in Den Haag werd medegedeeld,, dat het Comilé-Nijmegeu besloten heeft, zich aan te sluiten bij de R.-K. Volkspartij. Prof. Veraart merkte nog op, dat hij de houding van de Nijmeegsche Michaè- listen als verraderlijk beschouwde; zij hebben blijk gegeven van gemis aan eenig politiek inzicht. Prof. Veraart stelde hierna de vol gende motie voor: „De vergadering, overwegende, dat 't de taak is van de St. Michaël-clubs, krachtig en stelselmatig voort te werken aan de doorwerking der democratische gedachte in de R. K. Staatspartij, besluit dat haar leden zich op 1 Juli a.s. zul len gedragen als van leden van de R.-K. Staatspartij moet worden verwacht." Deze motie werd aangenomen met zeer groote meerderheid, waarop de ver gadering gesloten werd. De stemming te Utrecht. In de vergadering van de club St. Michaël te Utrecht bleek, nadat voorge steld was door een lid bij dip a.s. ver kiezingen met een eigen lijst uit te ko men, welk voorstel echter niet onder steund werd, dat er een sterke stroo- ming bestond, om het landelijk verband van de club St. Michaël weder te her stellen. Aan het bestuur werd voorgesteld in deze richting werkzaam te zijn. Bij de stemming over dit voorstel staakten de stemmen. BesLoten werd aan de gewezen landelijke bestuurders om advies te vragen. IN EN OM DE HOOFDSTAD. CXXIX. Bonmuccster's verscheiden. Overheid en publiek en kunst. Het spreekt wel van zelf, dal het (Onderwerp van gesprek overal, waar men de vorige week le Amsterdam kwam, het overlijden van Louis Bouwmeester is geweest. Amsterdam en de Amster dammers kunnen er zich voor het oogen- blik nog maar moeilijk in denkeu, dat de groote tooncelspeler voor goed uit hun midden is verdwenen. Waaróm dat zoo is, is niet zoo dui delijk te zeggen, want er waren er onder de jongeren zeker velen en zéér velen, die hem nooit achter de voetlichten hadden gezien, die hem nimmer hadden zien gaan door Amsterdam's straten of hadden zien zitten op hel terras van een of ander café, kalm genielende van de hoofdstad om zich heen, waar mede hij sedert zijn jonge jaren één was geworden, ook al had 'zijn wieg (e Middelharuis geslaan, en waar hij zijn grootste triomfen had gevierd. En tóch. was Louis Bouwmeester voor die jongeren een onbekende; al trad hij in de latere jaren zelden meer op en al heeft dat nog maar eenige keeren meer plaats gehad na het auto-ongeluk, dat hem in het einde van 1923 had getroffen, toch wordt hij thans te Am sterdam door iedereen gemist. Hij was geworden een dier met de hoofdstad „saamgegroeide" burgers, die door zijn medeburgers op zijn gebied gekend werd als een der allergrootsten; een dier genen, diê bijdroegen om Amsterdam m te geven vêr over 's lands gren zen Louis Bouwmeester behóórde bij Amsterdam. En thans, nu hij onder den eerbied en de belangstelling van de duizenden en nog eens duizenden is uitgedragen r zijn laatste rustplaats, weet men, dat er voor altijd één wordt gemist, wiens naam in alle kringen der burgerij werd gekend en geëerd. Hij had de zelfde populariteit, die vóór hem, nog niet zoo heel veel jaren geleden, een A. C. Wertheim heeft gehad, de man, wiens naam overal met eerbied en eere werd genoemd als van een, die steeds gereed stond te steunen, als het gold een belang van Amsterdam, of hulp te verleenen aan den nooddruftige, wie het ook wezen mocht, die hulp waardig was. En Bouwmeesler's verscheiden, Bouw- meester's uitvaart, deden mij dadelijk terugdenken aan wijlen A. C. Wertheim, ook omdat laatstgenoemde steeds een steun was geweest voor het tooncel te Amsterdam. Eigenaardig loch die liefde, die eer bied door de groote massa in de dagen, die juist achter ons liggen, algemeen getoond voor den grootsten onder Ne- derland's looneelspelers en als tegen stelling dadelijk de weinige belangstelling dezen tijd voor het tooneel. De overheid van Amsterdam heeft, hel zij tol haar eer .gezegd, beseft -wat Bouwmeester geweest is hel toeken nen van het jaargeld; de rouwkapel in de voorhal van den Stadsschouwburg, vanwaar hij tot zijn laatste rustplaats is uitgedragen, dat alles heeft getoond, dat men in de oude stad van een Von del van overheidswege de beteekenis van het tooncel en de grootheid van degenen, die daarop vooraan staan, heeft weten te eeren. De vraag is maar zal het heengaan van dezen afgestorvene, zoo spoedig na het -crlies van dien groote onder de schrijvers voor het Ne- derlandsche tooneel, Herman Hcijer- nians, bij de massa verlevendigen het besef, dal hun nagedachtenis niet beter kan worden geëerd dan door zooveel mogelijk mede te werken om de loo- neelspeelkuust in ons land te steunen, niet alleen materieel, doch bovenal door daarvoor meer belangstelling le schen ken dan thans het geval is. Louis Bouwmeester werd uitgedragen uit den Schouwburg op het Leidsche Plein, van de plek, waar hijin vroe gere jaren geschitlerd heeft, maar waar hij geen blijvende plaats heeft kunhen behouden. Wanneer wij in onze dagen hebben zien gebeuren, dat de Koninklij ke Vereeniging „Het Nederlandsch Too neel" zich in dien Stadsschouwburg niet alleen niet heeft kunnen handhaven, doch den leider van dat gezelschap dwongen elders een IJiuis le kiezen, niet de mogelijkheid zag dóór die kunst te brengen, die hij in dezen (ijd als de bcsle wilde geven, dan welen wij maar al te goed, dat er nog veel, zéér veel hapert aan ons vadcrlandsch too -neel. tafel en plotseling week het tafelblad in zijn geheel op zij, terwijl een holle van ongeveer vijf voet diep zichtbaar werd. Die holle wa«s het uiteinde van een gang, die eenige honderden meters lang was en naar de open lucht voerde.' „Maar hoe kreeg je de opening ach ter je weer dicht?" „Heel eenvoudig. Ik legde de mum mies weer zooals ze eerst gelegen had den, zoodat de steen met dfe schildpad weer bedekt was; toen trok ik, staande in de holte, hel heele tafelblad boven mijn. hoofd weer op zijn plaats. Het is massief en liet klinkt niet hol, het een voudigste en aardigste in zijn soort, dat ik ooit zag. Roberts en zijn mannen moef lon dc grafkamer voor een soort geheime bijeenkomsten gebruikt hebben, denk ik. Misschien was in him dagen Cock Is land bewoond..." Er was zooveel, dat ik had willen vragen, zooveel, dat ik had willen zeg gen. Maar de tegenwoordigheid van haar vader, norsch en onhandelbaar maakte een onzichtbaren scheidsmuur tussclien ons. Ik voelde mij verlegen en ongeluk kig, omdat ik begreep dat onze eiland- droom ten einde liep. „Het wordt donker," zei Garth op staande. „Kom Marjorie, het is tijd om weer aan boord te gaan!" Dc uitnoodiging gold niet mij Toch zou ik weer met hem moeten terug varen. Hij kon mij daar toch niet ach terhalen. „Ga je mee?" zei mijn lieve Marjorie met haar gewonen tact, die haar nooit in den steek liet. „Alleen maar tot aan 'het strand," antwoordde ik „Wc zullen moeten be sluiten wat er met onzen vriend ginds moet gebeuren.A' Het probleem vau Grundt begon zicli aan mijn geest öp te dringen. Ik kom wat later aan boord," zei ik, „wanneer Sir Alexander mij dat wil toe staan. „Wij moeten natuurlijk Majoor Olce- wood mee terug nemen tot Rodriguez," was Garth's koele opmerking. Marjorie vloog op bij deze woorden. „Vaderf" riep ze verontwaardigd. Zwijgend liepen wij naar het strand. Toen wij het Bosch uitkwamen, kwam John Bard met groote stappen over hel strand aanloopen HOOFDSTUK XXV. Het einde Van een droom. Ik geloof niet, dat ik ooit vroeger in mijn leven zóó blij was geweest iemand te zien. Daar was hij in levenden lijve, die goede, oude John, slank en statig en hoffelijk, zooals een Spaansch edel man, in een brandschoon tussor pak en de onvermijdelijke sigaar in den raond,- hoek. „John!" riep ik uit. „Hoe ter we reld kom jij hier?" Hij staarde mij ver-* baasd aan. Hij herkende mij blijkbaar 't eerste oogenblik niet. Geen wonder dat hij zich afvroeg, wie deze smerige vage jgll5ll»ll®llëllëll®i5il»||Q|lêii®ll«1l»il»IWIfeia[»il^i«ll«>ll»ll»ll«llëii®nai AMSTERDAMSGHE SPAARKAS HEERENGRACHT AMSTERDAM 3 41172 ,1 Commissarissen Jhr. Mr. W. H. DE SAVORNIN LOHMAN, President van den Hoogen Raad der Nederlanden, 's-Gravenhage, Voorzitter. Mr. E. J. EVERWIJN LANGE, Voorzitter van den Raad van Be heer v. d. „Holland Bank", Am sterdam. F. M. L. Baron VAN GEEN, Ka merheer en Particulier Secretaris van H.M. de Koningin, Het Loo. A. G. Baron QUARLES DE QUARLES, Cand. Notaris, Direc teur „Hollandsche Hypotheekbank" Amsterdam. Jhr. Mr. F. X. A. VERHEYEN, Lid van de Eerste Kamer der Sta- ten-Generaal, Raadsheer in het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, 's-Hertogenbosch. GERARD VOORHOEVE, Lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, Rotterdam. Directie TH. G. VAN HOOGENHUYZE. Adj.-Dir.: G. A. GERRITSEN. Wisk. Adviseur: Dr, H. EKAMA. ONDERLING SPAARSYSTEEM VOOR PERSONEN VAN IEDEREN STAND ÏN GE SCHIKT VOOR IEDER DOKLBINDE SPAREN EN BELEGGEN ALGEHEELE OPENBAARHEID REfïHT VAN CONTROLE STORTINGEN ranaf f 2 50 tot f 50.per maand Vanaf de oprichting zijn alle stortingen belegd Beslists veiligheid binnenlandsche leeningen onder eerst-hypo- thecair verband. Inschrijvingen loopen dus niet van Deiegging. ]jet risico, voortspruitende uit belegging in effecten. Hoofd-Vertegenwoordiger voor Zeeland: A. TEM HARMSEN VAN DER BEEK, Oud-Commissaris van Politie, wonende en kantoorhoudende aan de HEERENSTRAAT H 147 TE MIDDELBURG. De krachten zijn er voor in onze goede stad en in het vaderland, die, oordeel kundig samengebracht, het beste zou den kunnen geven en samen zouden kunnen werken onder de hoogstslaande leiding, wanneer slechts zekerheid voor hen zou bestaan, dat zij zonder vrees voor hun levensonderhoud en voor hun ouden dag, zich geheel aan de opvoe dende taak, die van het tooneel behoort uil te gaan, zouden kunnen wijden Amsterdam behoort zich te herinne ren, dat een Louis Bouwmeester, even als zoovele zoovele anderen, die naast hem hun leven aan het tooneel geven, vaak moeilijke lijden heefl doorgemaakt. Dal men van overheidswege inzag, dal men zijn laatste levensmaanden althans vrij behoorde te maken van financieele zorgen, strekte die overheid en de stad tot eere, doch daarmede mag bij zijn dood niet alles gedaan zijn. De vraag dient onder de oogen te worden gezien of het niet plicht is van Nederland, en van Amsterdam in de eerste plaats, om zijn nagedachtenis ter eere, bijeen te brengen een stamkapitaal, waaruit men de beste krachten, die men zal (Ingez. MedO kunnen samen brengen om een toonecl- gezelschap te vormen, dal den eersten schomvburg van Nederland tot zijn zetel zal hebben, bestaanszekerheid le waar borgen Mij dunkt, zoo iets moet mo gelijk zijn in een stad, waar dagelijks duizenden en duizenden voor vermaké- j lijkheden worden uitgegeven, j Hel aantal bioscopen, cabarets e. d. is in de laatste jaren steeds toegenomen I en schallen gelds worden er gebracht, maar alle tooncelgezelschappen hebben een zwaren strijd om het bestaan te voeren; zonder gemeentelijke subsidie gerechtvaardigd geworden, aldus re deneeren velen, omdat van overheids wege belasting op publieke vermakelijk heden wordt geheven zouden de mees te niet kunnen voortbestaan. Die be lasting heeft hel uitgaand publiek niet afgeschrikt, maar de vraag kan zeker 'rijzen of het billijk is, dat uit de op- j brengst dier belastingen de subsidies slechts tol ecu zeker aantal kunstinstel lingen beperkt blijven. Wanneer men de belasting op" de toegangsprijzen tot schouwburgen zou gaan heffen met het uitsluitend doel, daaruit het stamkapi- bond kon zijn, die hem zoo familiaar groet te. Maar toen met een uitroep herkende hij mij en klopte mij op den rug. „Desmond, alle goden, ben jij het! Man, je hebt ons een angstigen tijd be zorgd! Wat heb jc uitgevoerd, dal je er zoo uitziet?" „Het is een heel verhaal, dat nu ten einde is," zei ik eenvoudig, „en 't zal lang duren, dat alles le vertellen! Voor 't oogenblik kan ik er niet overheen, dal jij hier opeens voor me slaat!...." „Ik deed navraag naar El Cojo en zijn bende, nadat jij was weggegaan en toen werd ik hevig bezorgd over je," zei deze eerlijke, trouwe vriend. „Maar toen ik hoorde, dat de rijksbool van de kustver dediging, het snelste, schip in deze wa teren, vermist werd besloot ik, dal hel tijd werd om eens naar je le gaan kijken. Een van mijn fruitschepen, «le Cristobal, was toevallig in de haven en daarmee hen ik hier gekomen. Hel schip ligt nu hier voor anker, Voordal wij verder pra ten stel ik voor, dat je aan boord komt en je eens even opknapt. En je ziet eruit alsof je wel een hartversterking gebrui ken kondt ook Ik legde hem uit, hoe ik in moei lijkheid zal. wat le doen met Grundt „El Cojo, hé?" zei Bard en floot even. „Dat is een vangst, die je daar gedaan hebt, zeg! We .zullen hem meenemen naar Rodriguez. Hij is koek en ei mef den President .geloof ik, en ik zou Zijn Excellentie wel eens een lesje willen geven Zoo spraken wij af. Barlh beval dat er een boot aan land gezonden zou worden om Clubfooi te halen en aan boord van de Cristobal te brengen. Hij beloofde te zullen zorgen, dat mijn vijand veilig opgesloten werd. Dus keerde ik Cock Island den rug toe, dat daar droomerig lag onder den sterrenhemel, met zijn terrasvormige rot sen en hel groote beeld en hel kleine dal, waar Von Hagel rustte. Ik ging aan boord van de Cristobal en hield mij een ruim half uur bezig met in een gloeiend heet bad de stijfheid uit mijn ledematen te s toornen, een heerlijken borrel binnen het bereik van mijn hand Johu had in dien tusschentijd een boot naar de „Naomi" gezonden om I mijn bagage te halen; want ik had hem i verteld hoe de zaken stonden tusschen mij en Garth en hij vond liet heel begrij- pelijk, dat ik liever op de „Cristobal" I wilde blijven Ik had een oogenblik gc- aarzeld, eer ik antwoorddewant ik ver langde wanhopig Marjorie weer le zien. Maar. overlegde ik, een millionnairs- doehter pasle niet bij mij en het was beter ,dat wij zóó zouden scheiden. Ik krabbelde dus een briefje, dat dezwar- i te hofmeester voor haar zou meeuemëfi alleen maar enkele regels om haar vaar- l wel te zeggen en haar te bedanken voor I haar moedige daad, die mij het leven gered had. Er werden mij enkele ververschingen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 1