No. 97.
Zaterdag 25 April 1925
168° Jaargang.
MIDDELBUR6SCHE COURANT.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar
taal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
.voor de andere gemeenten p. post f 2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
aingen f2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
sent per week,
Advertentiën worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
«Hnranding.
Gewone advertentiën: 30
*ent per regel.
Ingezonden Mededeelin-
|en: 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
van 17 regels f2.10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
is aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent b;^
vooruitbetaling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons ^blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
Postcheque en Gironummer 43255.
BINNENLAND.
WIJZIGING VAN DE KIESWET.
Door den heer Dresselhuijs c.s. is een
wetsontwerp ingediend tot wijziging van
de Kieswet.
In de Mem van Toel. wordt uiteenge
zet dat de evenr. vertegenwoordiging in
den vorm waarin zij in ons land is in
gevoerd, tot drieërlei euvel leidt
lo. het stemmen op een lijst en niet op
een persoon;
2o. de gecentraliseerde vaststelling der
candidalenlijslen;
;to. het ontbreken van een localen band
tusschen afgevaardigde en kiezer.
Men zou aan deze bezwaren tegemoet
kunnen komen hetzij door terugkeer tot
het oude stelsel algeheele afschaffing
der evenredige vertegenwoordiging dus
hetzij door, gelijk in het buitenland veelal
geschiedt en thans in ons land voor de
verkiezingen van de Eerste Kamer is
ingevoerd, het land in een aantal ^geheel
zelfstandige districten te verdeelen, bin
nen den kring waarvan dam de uilslag der
verkiezingen naar liet evenredig stelsel
zou worden opgemaakt.*"
Tot het eerste zouden de voorstellers
vooralsnog niet willen advisee ren. De er
varing, met de evenredige vertegenwoor
diging opgedaan, schijnt nog niet van zoo
langen duur, dat reeds tot veroordceliHg
van dit stelsel in het algemeen zou mo
gen worden overgegaan Buitendien had
ook het oude kiesstelsel groote bezwa
ren, nogs terk in het geheugen van al
len, die aan de toepassing hadden mede
te werken.
Door VALENTINE WILLIAMS.
Gcautpriseerdo vertaling v.nn
W. E PONT
'42).
Als door een wonder had ik de kaars
in mijn hand gehouden tijdens mijn val
Toen Marjorie zich eindelijk uit mijn
omarming losmaakte, haalde ik mijn lu
cifers te voorschijn en stak het eindje
(kaars weer aan.
Wij stonden in een lange, smalle ruim
te waarvan het dak, aan het begih al
Jaag, afhelde tot hel niet meer dan vier
voet van den grond af was. Het rook
er vochtig en muf en hier en daar, wan
neer het schijnsel van de kaars er op
viel, glinsterden de wanden van nat.
J-angs één zijde van de grot was een
soort platte steen.
Juist achter de plek, waar wij ston
den, was de nauwe schacht, waardoor
wij afgedaald waren en aan den voet
daarvan een hoop puin. Ik hief de kaars
omhoog en spande mijn oogen in om
in de schacht naar boven te zien. Ik
staarde in de duisternis; maar ik merk-
tb wel op, dat waar de trap ingestort
was, er niets overbleef dan de lood-
De ^reede oplossing is bij het beperkt
aantal leden dal de Tweede Kamer telt,
niet zónder bezwaar uitvoerbaar.
De beide genoemde oplossingen om
die redenen verwerpend, hebben de
voorstellers daarom gezocht naar een
tusschenweg, waarlangs, met behoud van
de volkomen evenredigheid, de euvelen
van den bestaanden toestand worden ont
gaan, zonder dat in de fouten van het
oude kiesstelsel vervallen wordt, zij mee-
nen dat het ontwerp, dat zij hierbij de
Kamer aanbieden, dien tusschenweg
opent.
Het stelsel, in het aangeboden wets
voorstel uitgewerkt, verdeelt het land in
evenveel kiesdistricten als er zetels te
bezetten zijn. (Voor de verkiezingen van
Provinciale Staten en gemeenteraden be
hoeft het nog aanvulling door wijziging
van de desbetreffende wetten. Het hui
dige wetsvoorstel bepaalt zich in hoofd
zaak tot de'verkiezingen voor de Tweede
Kamer).
Daarvoor wordt het land verdeeld in
100 districten. Vijf-en-twintig kiezers in
elk district hebben het recht een opgave
in te leveren, waarbij één en niet meer
dan één candidaat wordt gesteld.
Iedere partij zal dus in elk district een
candidaat hebben te stellen. Dezelfde
candidaat mag in niet meer dan 5 dis
tricten worden gesteld, die buitendien
aaneen moeten grenzen. Wordt liij ge
kozen, dan zal hij aldus steeds vertegen
woordiger voor een bepaald cieel van
hel land zijn.
De opgaven van candidaten voor het
geheele land kunnen door een partij met
elkaar worden verbonden, in welk geval
zij een groep van candidaten vormen
De stemmen van de candidaten dezer
groep worden voor hel opmaken van den
uitslag der verkiezing bij elkaar geteld
De stemming in een district geschiedt
alléén over de candidaten, in dat district
gesteld. Vermoedelijk dus over een zéér
beperkt aantal en niet meer, gelijk thans,
over eeflige honderden.
De uitslag wordt nu in <len eigenlijken
zin juist bepaald als thans. Door het
bijeentellen van de stemmen van alle
groepen wordt het totaal aantal stemmen,
en door dceling met 100, de kiesdeeler
vastgesteld. Gelijk thans voor de lijslen-
groepen, wordt in liet nieuwe stelsel
ir de groepen van candidaten bepaald
op hoeveel zetels iedere groep aanspraak
heeft.
De toewijzing van de zetels aan de can
didaten eener groep gaat dan veel" een
voudiger dan thans. Gekozen zijn name
lijk de candidaten der groep, die de
meeste stemmen kregen
Bij een lusschentijdsche vacature valt
die candidaat in van dezelfde groep, die
na de onmiddellijk gekozenen hel groot
ste aantal stemmen had
IN EN OM DE HOOFDSTAD,
CXXVII.
Crisis en „business".
Natuurlijk is het eerste waarop ik dit
maal te wijzen heb de oplossing van de
wethouders-crisis in deze stad. Laten we
het maar een oplossing noemen, ofschoon
het feitelijk niet anders dan een gedeel
telijke is de zaak waarom het ging is
van de baan, ook al weer gedeeltelijk,
en de werkelijke oplossing zullen we
eerst dan krijgen, als we weder gemeen
teraadsverkiezingen beleven. Als het
zóó ver is in 1927, zal eerst blijken of
de burgerij der hoofdstad uit deze
rechte rotswand.
Ik nam Marjorie's arm cn wees naar
de natte glinstering op de wanden.
„Laten wij eerst drinken!" zei ik.
Mijn slem klonk vreemd hol in die
gewelfde ruimte. Ik wendde mij om en
bracht haar naar de rots Het water
was ijskoud en heerlijk frisch Hel meis
je bracht haar lippen naar den rotswand
en dronk. Ik volgde haar voorbeeld
'L\\ liield op voordat ik nog. hall Iclaar
was, want het scheen wel alsof de
zon op dat rotsplateau daarbuiten lede
ren droppel1 vocht in mijn heele lichaam
had opgedroogd en 'ilc dronk nog eens
en nog eens. Maar plotseling trok zij
aan mijn mouw en fluisterde verschrikt:
„Wat.... wat is dat?"
Zij wees op den groolen platten steen
waarvan ik reeds gesproken heb. Het
scheen een ruw altaar opgebouwd van
groote steenen, die als een Iersche muur
op elkaar gelegd waren. En daar boven
op lagen drie of vier lange, verschrom
pelde pakken. Het schijnsel van mijn
kaars viel op iels ronds dat helder
glinsterde door het omhulsel van het
naastbijzijnde" ingepakte voorwerp heen
Zelfs nog voordat ik naar de stee
nen tafel toestapte om de dingeir van na
derbij te bekijken ,wist ik waf hef waren.
Hier lagen de beenderen van dat ver
had, de beeldhouwers van het'beeld, dat
geten ras dat eens Cock-Island bewoond
ons van over het dal tegengrijnsde. Wij
melk-geschiedenis en wat er uit voort
vloeide, geleerd zal hebben, dat het be
stuur eener groote koopstad niet afhan
kelijk moet zijn van allerlei partij-ge-
konkel, doch in handen behoort gelegd
van mannen- èn vrouwen, die zon
der allereerst naar partij-belangen en
klasse-belangen te kijken vragen wat
gedaan moet worden om den bloei en
de welvaart eener gemeente als Amster
dam te behartigen.
Er is thans niet véél veranderd, maar
toch wel iets de toestand zooals hij
was in het Dagelijksch Bestuur der
hoofdstad was ongezond. Wat toch was
het geval. Wij hadden een anti-revolu
tionairen burgemeester, één christelijk-
historische-, een vrijheidsbond-, een
roomsch-katholieken- en drie sociaal
democratische wethouders. De groote
kwestie, de melkvoorziening, waardoor
de crisis ontstond, was in handen van
den wethouder voor Levensmiddelen
voorziening, den sociaal-democratischen
heer De Miranda. Natuurlijk dat zijn
beide partijgenooten hem steunden, maar
hun meerderheid over de zaak, waar het
om ging, was te danken aan den Katho
lieken wethouder Wierdels, die aan hun
zijde stond en, het is bekend, het was
een ander Katholiek Raadslid, de heer
von Freytag Drabbe, aan wiens energiek
optreden het zeker voor het grootste
deel te danken is geweest, dat van een
melkvoorziening van gemeentewege niets
gekomen is
Nu is het niet noodig, dat ik hier nog
eens in alle bijzonderheden het verloop
der wethouders-crisis neerschrijf, ik mag
die bij de lezers van dit blad als bekend
veronderstellen, doch wél is het goed er
nadruk op te leggen, dat het einde der
geschiedenis is geweest, dat wethouder
Wierdels heeft moeten plaats maken
voor zijn Katholiek medelid, den heer
Drabbe. Dat is de eenige wijziging, die
heeft plaats gehad en zij is van groot
belang. Niet alleen met betrekking tot
den verderen gang van zaken in de
melkvoorziening der stad, doch bovenal
omdat de kansen dat een meerderheid
uit het Dagelijksch Bestuur met zuivere
rood-op-de-graat-voordrachten bij den
Raad zal komen, verminderd zijn het
zwaartepunt is verlegd en dat zegt reeds
veel. We hebben nu ten minste de kans
dat geen besliste politieke-partij-voor-
sfellen aan den Raad zullen worden
voorgelegd en er gelegenheid zal bestaan
„business" te doen in het belang der ge
heele gemeenschap, en dan mogen de
kiezers en kiezeressen in 1927 uitmaken
wat ze het best achten dan zal deze
melkgeschiedenis zeker nog eens in alle
geuren en kleuren op den voorgrond
worden gehaald. Tot zóó lang zal het
de moeite waard zijn te zien wat de ge
volgen zullen zijn van dit „stuivertje-wis
selen" der twee Roomsch-Katholieke, in
hun sociale opvattingen tegenover elkan
der staande, Raadsleden.
Ik schreef daar even neer het woord
„business" en dat woord brengt mij tot
het bezoek, dat in de vorige week aan
de drie grootste steden des land gebracht
is door een groot aantal Engelschen, le
den van den „National Housing and
Town Planning Council". Ongeveer hon
derd twintig dames en heeren vormden
het gezelschap, dat ons land bezocht
heeft om te bestudecren wat hier in de
laatste jaren ten opzichte van den wo
ningbouw en de volkshuisvesting is tot
stand gebracht. Er bevonden zich onder
deze vreemdelingen van den anderen
kant der Noordzee architecten, aanne
mers, ambtenaren bij het woningtoezicht.
waren per ongeluk terechtgekomen in
een van de begraafplaatsen van het
eiland, die in het hart van de rots uitge
houden waren. De lichte plek, die mijn
kaars had beschenen ,was een heupbeen
dal door hel zwarte omhulsel heen was
gedrongen. Het meisje zag het, herkende
wal hel was en kromp ineen.
„Laten we gauw hier vandaan gaan,"
zei Marjorie zenuwachtig. „Diedie
mummies maken me Zoo bang. Des-
mond, breng mij weer naar buiten in
den zonneschijn.
Ilaar slem klonk smeekend en het
ging mij door de ziel. Want ik vroeg
mi] af...,.
„Goede hemel!" zei ik. „ze zijn niet
meer dan een handvol stof. Er is lieusch
niets om hang voor te zijn! Kom hier
maar op den bodem van de schacht zit
ten .terwijl ik probeer een weg naar
boven te vindenI"
Ik liet haar zitten op een stapel puin
en gal' haar de kaars om vast te houden,
terwijl ik zoo hoog mogelijk klimmend
op den stapel steenen en blokken, een
middel zocht om de schacht op te klim
men. Maar dde rotswand, waaraan de
trap .die o nder mijn gewicht was bezwe
ken, geleund was geweest, hing over en
was zoo hoog, dat ik er het uiteinde niet
van zien kon. De rest van de schacht
was glad en hard, en hoe ik ook pro
beerde ik kon nergens een houvast voor
hand of voet vinden.
leden van gemeenteraden, onder welke
laatsten een aantal werklieden-afgevaar
digden.
De bezoekers en bezoeksters hebben
in de week, gedurende welke zij in Ne
derland toefden, werkelijk „business" ge
daan. Het was niet in de eerste plaats
een pleizier-tochtje, dat zij in hun
Paasch-vacantie deden, ook al bleven
bezoeken aan de bloemenvelden om
Haarlem; aan. de internationale tentoon
stelling te Heemstede en aan Volendam
niet achterwege, doch het was voorna
melijk een studiereis. De nieuw gebouw
de „kwartieren" van Amsterdam, Den
Haag en Rotterdam werden bezocht, be
keken en bestudeerd de Engelschen
waren werkelijk van 's morgens vroeg
tot laat in den middag „en route" en hun
hoofdkwartier hadden zij te Den Haag.
Ik heb de gelegenheid gehad eenige
uren in hun gezelschap door te brengen
en daardoor van verschillende kanten
kunnen vernemen, met welke indrukken
zij naar hun land zijn terugekeerd. Als
hun totaal-indruk gaven zij te kennen,
dat zij de grootste bewondering hadden
voor de energieke wijze, waarop men in
ons land het vraagstuk van den nieuw
bouw en de volkshuisvesting heeft aan
gepakt. De secretaris van den Council,
de heer Henry R. Aldridge, die vóór deze
herhaalde malen als bouwkundige en
deskundige op het gebied van steden-
uitleg en woningbouw verschillende dee-
len van ons land bezocht, en die thans
de hoofdleider der excursie was, aar
zelde niet als zijn overtuiging uit te spre
ken, dat Nederland ontegenzeggelijk in
de wereld aan de spits stond met be
trekking tot de wijze, waarop men de
oplossing van het woning-vraagstuk had
aangepakt.
Verder waren al deze vreemdelingen
het er over eens, dat men door den aan
leg onzer tuinsteden toonde een open
oog te hebben voor het feit, dat het
bouwen van woningen voor den werk
man en den kleinen burger moest in zich
sluiten het begrip, dat de mensch, en
het meest de vrouw, 't grootste deel van
zijn leven in zijn huis doorbrengt, zoo
dat de inrichting der woningen allereerst
behoort gericht te zijn op het aanbren
gen van al die huiselijkheid en practische
inlichting, die de Engelschen zoo kern
achtig weten aan te duiden door het en
kele woord „comfort". En dién vonden
zij niet voldoende naar hun Engelsche
opvattingen terug in de geweldige bouw
blokken, die in onze groote steden, met
name te Amsterdam, verrezen waren.
Bij het bezoek van al die nieuwe wijken
der hoofdstad hadden zij bewonderend
gestaan voor het vele dat was gebouwd,
niaar al die hoogbouw en kazerne-achtige
blokkij haddij hun bewondering niet ver
kregen, ook al kónden zij begrijpen, dat
de kostbaarheid van den bouw in Am-
slerdamschen bodem, door het noodza
kelijke heiwerk, tot dien hoogbouw ge
dreven had.
Met belangstelling hadden zij o.a. ge
zien dien nieuwerwetschen bouw van de
woning-complexen in de Amstellaan en
omgeving, ginder bij den Amsteldijk,
maar met allen eerbied voor de nieuwe
denkbeelden der jongere architecten,
konden zij daar meestal niet in zien een
oplossing van het woningvraagstuk. Het
metselwerk als zoodanig had bij deze
Engelsche deskundigen alle bewondering
ook in dat opzicht stond naar hun
meening Holland ver vooraan. Maar
de groote meerderheid dezer vreemde
lingen was van oordeel, dat op veel van
den bouw, te Amsterdam vooral, moest
Mijn eerste veronderstelling bleek
maar al te juist. Terug te kecren langs
den weg, waarlangs wij gekomen waren
was onmogelijk. Om den top le bereiken
zouden wij met een touw opgeheschen
moeten worden. Maar om het meisje niet
angstig te maken .deed ik nog maar
alsof ik een weg zoclit om naar boven
te klimmen. En al dien tijd dacht ik er
aan dat, wanneer er geen andere uitweg
was, die zwartgeworden mummies onze
metgezellen zouden zijn, totdat..
Ten laatste klom ik mei geschramde
handen en groote scheuren in mijnschoe
neh terug naar de plek waar zij zat.
„Er is niets," zei ik.
Zij staarde mij als wezenloos aan
„O," riep ze toen ontmoedigd uil „er
moet een weg zijn naar boven! We kun
nen hier toch niet blijven!"
Zij sprong overeind, klom op de puin-
hoopen cn tuurde naar boven. Ik klom
haar na en nam haar hand.
„"We zullen de grot eens gaan onder
zoeken en zien of er geen andere uitgang
is", zei ik sussend.
Marjorie wendde zich om en keek
naar mij.
„En wanneer er geen is. begon
zij. „O", voegde ze er haastig bij, „denk
niet. dat ik zoo laf ben, maar ik heb een
afschrik van ingesloten ruimten. En je
bent zoo veranderd, sinds wij hier bene
den zijn, Je stem is zoo ernstig, het
maakt mij bezorgd. O, Desmond, we
Een lichte griep heeft zware
gevolgen.
Gij moet niet zeggen: „Ik heb een
beetje griep, maar dat beteekent niet
veel". Verlies niet uit het oog, dat een
beetje griep altijd veel nadeel aan uwe
gezondheid kan doen.
Er is geen ziekte die zoo in het gestel
doordringt en dit verzwakt, als de griep.
Het duurt weken voordat men van de
griep verlost is. Daarom is het noodig
zoodra de ziekte begint af te nemen, zich
cenigen tijd flink met de Pink Pillen te
behandelen. Hierdoor worden de krach
ten spoedig en volmaakt hersteld.
De Pink Pillen geven nieuw en zuiver
bloed, waarvan zij den rijkdom doen toe
nemen. Tevens bezorgen zij nieuw leven
aan de zenuwkrachten, die door den
griep zoo erg hadden geleden, en wer
ken in de hoogste mate opwekkend op
alle lichaamsfuncties. Het eerste ver
schijnsel van den heilzamen invloed der
Pink Pillen, is wel dat de eetlust terug
komt. De terugkomst der eetlust is het
bewijs van herstel, en dit geven de Pink
Pillen altijd.
De Pink Pillen zijn het middel bij uit
nemendheid tegen bloedarmoede, bleek
zucht, neurasthenie, algemeene verzwak
king, storingen door den groei en den
kritieken Jeeftijd veroorzaakt, maag
pijnen, hoofdpijn, onregelmatigheid der
maandelijksche zuiveringen.
De prijs der Pink Pillen bedraagt f 1,75
de flacon, f 9.de zes flacons. Zij wor
den verkocht in het Hoofddepot Jac.
Marisplein 23 te Amsterdam. Eisch dit
adres en de Hollandsche-gebruiksaanwij
zing. De Pink Pillen zijn ook te verkrij
gen bij alle goede apothekers en drogis
ten o.a. bij P. v, d. SLUIS Co. en N.V.
C. A. SCHULTE Co.
(Ingez. Med.)
toegepast worden het „penny wise
pound foolish", waarmede zij willen uit
gedrukt zien, dat ongetwijfeld veel geld
was besteed voor het architectonisch
doel, voor het aanbrengen der moderne
lijnen, maar dat daaronder in vele geval
len de „comfort" der woningen veel te
veel geleden had. „Niet in de straten",
zeiden zij, „leven de menschen, doch in
hun huizen," daar was over het geheel
naar hun begrip geen rekening genoeg
mede gehouden. En verbaasd waren zij
dan ook, Hat in een land als Holland,
waar zij zóóveel bloemenpracht hadden
ontwaard, blijkbaar door de aanstaande
bewoners van de nieuwe woningen niet
voldoende als eisch werd gesteld een
stukje grond voor bloementeelt. Zij kon
den zich, dit bleek mij telkens, er niet
indenken, dat de Hollandsche werkman
en de Hollandsche kleine burger, nog
niet is gelijk diezelven in Engeland, die
in den lente- en zomertijd niets liever
doen dan op hun vrije Zaterdagmiddagen
en Zondagen bezig te zijn in hun tuintjes
zóó ver is de Hollandsche stedeling
nog niet gekomen. Zij konden zich ook
maar niet begrijpen hoe het mogelijk is,
dat op een Zondag of Zaterdagmiddag
zoo vele Amsterdammers er behagen in
scheppen le slenteren door de winkel
straten, zelfs al zijn de winkels geslo
ten, in plaats die vrije uren door te bren
gen in hun tuinen of tuintjes.
Het is altijd belangwekkend te ver
nemen hoe anderen ons zien en dus
zeker niet onbelangrijk te hooren hoe
deze vreemdelingen onzen wonigbouw
en de pogingen het woningvraagstuk op
zijn hier toch niet voorgoed opgesloten!
Ik glimlachte haar toe.
„Wat ben je aan het doordraven!" zei
ik zoo opgewekt als ik kon ,.I)e hemel
beware me, we zijn nog niet aan het
eind van onze pogingen. Er is vast en
zeker een andere uilgang aan het verste
niteiude vau de grot."
Er was een soort van opening, dat
wist ik; want een van de eerste dingen,
die ik gedaan had, toen ik inditonder-
aardsche vertrek belandde, was le lijken
welke andere gelegenheid tot ontsnappen
hel bood behalve degene, waardoor wij
waren binnengekomen. Maar hel was
een spleet, niet meer dan een luchtgat
in de rots ,dat o pperylakkig gezien, nau
welijks wijd genoeg was om een hond
door te laten.
Ik heb indertijd menig hachelijk uur
doorgemaakt, en ik heb altijd gevonden^
dat hel meest vreesdijke van den dood
ni§t hel vooruitzicht zelf is, maar meer
nog en dat komt meestal plotseling
en zonder voorafgaande waarschuwing
over iemand het besef van de on
verbiddelijkheid van het noodlot, de vol
slagen onmacht van dén mensch om aan
zijn noodlot le ontkomen. En heel spoe
dig nadat ik naar beneden gevallen was
in de grot, had ik begrepen, dat onze
kansen om te ontkomen al heel gering
waren
(Wordt vervolgd.)