KEES HELDER F0TÜ6RAFISCH-ATELIER LANGE DELFT 34, iodero Portretwerk in iedere gewensohfe uitvoering. minima, iniitraum? No. 86. Zaterdag 11 April 1925 168' Jaargang. MDDEJLBURGSCHE COURANT. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. MAANDAG, TWEEDEN PAASCHDAG, ZAL DE MIDDELRURGSCIIE COURANT NIET VERSCHIJNEN. Abonnementsprijs per kwar taal: op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p. post f 2.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- singen f 2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Advertentiën worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden Mededeelin- gen: 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels f2.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij is aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. Postcheque en Gironummer 43255. BINDEN LAN®. IN EN OM DE HOOFDSTAD. oxxv. -De crisis. Dr. Eoyaards en M. de Kondt. Verwend publiek. Ik heb tot dusverre niet kunnen be merken, dat de Amsterdamsche burgerij zich bijster veel antrekt van de wethou derscrisis, die op dit oogenblik over haar woonplaats is gekomen, 't Is zeer wel mogelijk, aannemelijk zelfs, dat men zich in de kringen der gemeenteraadsleden en onder de stadhuis-ambtenaren aan de zaak veel gelegen laat liggen, eenerzijds omdat het de taak der Raadsleden strides wezen zal uit hun midden wederom de zetels om den burgemeestersstoel te be zetten, anderdeels omdat het den ambte naren ten stadhuize niet onverschillig kan zijn wie het hoofd hunner afdeeling zal worden, maar onder het Amsterdam sche publiek hoort men bitter weinig over de geschiedenis reppen. Tot den 14en, dus gedurende „deze stille week" vóór Raschen, blijven we hier in de crisis zitten en de heene.n en dames, die Amsterdam besturen, heb ben dus nog ecnige dagen om voor Zich zeiven uit te maken, wie zij de volgende week als hun „uitverkorenen" zullen aan wijzen. Er wordt natuurlijk achter det schermen heel wat bepraat en nog eens bepraat en d,e Raadsfracties schrijven el kander deftige ook minder vriendelijke brieven, die de kranten publiceeren, precies als in de „boogo politiek" het wérkelijk belang der groole handels stad aan Amstel en IJ volgt later wel eerst moet elke partij probecren hoeveel „stoelen der eere" zij voor zich kan ver overen, want. „leve de politiek!" die* vóór alles gaat! En nog eens, het publiek verbeidt kalm, onverschillig, hetgeen de volgende week brengen zal. Blijkbaar heeft veel meer aandacht ge trokken hetgeen in deze laatste dagen op kunstgebied is gebeurd. Allereerst de bekend geworden mededeel ing, dal Dr Willem Royaards er de brui van geeft langer in den tfollandschen Schouwburg in de Middellaan op te treden en dat de Kon. Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel" in het volgend speelseizoen bij gebrek aan een behoorlijk schouw burg-gebouw geen nieuwe speelcontrac- ten zal afsluiten. Die mededeeling is feitelijk ernstiger dan een gehcele wet houderscrisis over melkdistributie, om dat zij, helaas! het bewijs levert, dat het Amsterdamsche publiek en het Amster damsche gemeentebestuur ten opzichte van het. tooneel nog altijd niet op den goeden weg zijn. Want was zulks wel het geval, dan zouden noch dat bestuur, noch hel publiek het langer kunnen dulden, dat de vereeniging, die hetprae- ,dicaal „Koninklijke" mag voeren en die sedert haar beslaan van bijkans een halve eeuw ontegenzeggelijk zooveel tot bevordering van de tooneelspeelkunst in Nederland heeft bijgedragen, niet alleen uit den Stadsschouwburg, waar zij fei telijk -haar zetel behoorde te hebben, is moeten heengaan, doch sedert geen behoorlijk gebouw heeft kunnen krij gen. 't Is waarlijk te hopen, dat in het volgend jaar, als de Koninklijke Vereeniging vijftig jaren zal hebben be staan dat feit zal kunnen worden her dacht in een schouwbut-g der vereeni ging en een' man als Dr. Royaards' waardig. Maar dón zal men zich dienen te haasten om hem dc beschikking te doen krijgenover een behoorlijk bouw terrein want ecu schouwburg ,.up-lo- dalc" stampt men niet even uit den grond. Waarlijk, deze crisis is zeker „acuut" voor de hoofdstad des lands. Daarnevens is ook het overlijden van den heer De Houdt de „Cavaliere", zooals hij zich gaarne liet noemen de jaren lang bekend gewezen directeur der Ilaliaansche opera-gezelschappen, die men hier zag optreden, niet onopgemerkt gebleven. Naast wijlen den heer De Groot van den Parkschouwburg-zaliger, heeft de heer De Ilondt in het leven der Amsterdammers een belangrijke plaats ingenomen. Beide opera-directeu ren hadden dit gemeen, dal zij geen kunstenaars waren, doch zij slemden hierin overeen, dal zij een bijzonder goeden kijk hadden op het publiek en tevens zakcn-menschen waren. Zij wisten de beste krachten voor het samenstellen van opera-gezelschappen tot zich te ha len en begrepen wat het publiek trek ken kon. In de goede dagen van den Park schouwburg stroomde het naar de Ne- derlandsche Opera om een Albers, een Orelio, een Pauwels te hooren en toen de heer De Ilondt met zijn Ilaliaansche opera kwam, heeft hij herhaaldelijk te nors en baritons, sopranen en' alten doen optreden, die de Amsterdammers in duizenden deden opgaan naar het Paleis voor Volksvlijt. De décors bij het gezelschap van Dc Groot of bij dat van Dc Ilondt mochten dan al dikwerf niet van dc mooiste zijn; de „omgeving der sterren" mocht te kort schieten het publiek kwam om de sterren en in de keuze dadrvan waren de beide di recteuren gelukkig. Men weel het, de Nederlandsche Opera heeft het na een lange lijdensgeschiedenis moeten opge ven; het Ilaliaansche opera-gezelschap kan zich onder De Houdt langer staande houden, nog maar enkele maanden ge leden hadden de Italianen in het Paleis hun succes. De lijd zal leeren of er een ander zal komen, die de ledige plaats van den „Cavaliere" zal kunnen inne men en de Italianen brengen naar Am sterdam. Maar bijaldien zulks niet ge beuren mocht, dan zal De Hondt's naam, evenals die van De Groot, hier te Am sterdam nog lang onthouden wordendoor de duizenden, die van hun opera-gezel schappen genoten hebben. Wij zullen hebben ar le wachten of er van de hangende operagebouw-plannen der Wag- ner-vereeniging werkelijk iets verwezen lijkt zal worden en nóg meer, of dan dié opera zich zal kunnen verheugen in ae populariteit, die De Groot en De Hondt onder vaak moeilijke omstandig heden en lel wel zonder eenige gemeentelijke subsidie, wisten te ver werven. Zoo héél gemakkelijk zal dat niet gaan in een stad als deze. waar het uitgaand publiek hoe langer, hoe meer veel- eischend is geworden, verwend als het werd door gelegenheid lot vermaak voor betrekkelijk weinig geld in weelderige omgéving. »In de dagen toen De Groot's opera-gezelschap zijn triumfeu vierde, was de oude Parkschouwburg met al zijn „goud'-geschilter en Awould-be" Chince- schen opschik; met al dat groote-spie- gels-gedpe op de promenade, iets waarop de Amsterdammers wil IrotSCh waren ik geloof, dat ze in dien tijd soms dachten, dat er 'nergens ter wereld iets mooiers bestond dan die, in verband met de wereldtentoonstelling van 18S3 opgerichlen Parkschouwburg. En toch, wal was al dat „fraais" van toen, eigen lijk in vergelijking met een Tuschinski- gebouw van onze dagen? De Amster dammers zijn door een gebouw als dat in de Reguliersbreeslraal verwend ge worden. In een omgeving met al het „comfort" van een stichting voor pu blieke vermakelijkheden van dezen tijd, kunnen zij tegenwoordig voor betrek- lijk weinig geld uit zijn. Op dit oogenblik wordt er vertoond een film, ..gehaald" uit den bekenden Svengali-roman van Du Mauricr, „Tril by", en toen ik den vorigen Zaterdag avond het afdraaien van dien film zat aan te zien en had kunnen opmerken, dat de groote ruimte op één avond door twee elkaar opvolgende voorstel lingen telkens gevuld was, moest ik mij wel afvragen of hel wel ooit mogelijk zal wezen voor dat verwende groole- stad-publielc een schouwburg of opera gebouw te doen verrijzen, dat èn door zijn aankleeding èrt door de best ver zorgde kunst, die cr gegeven wordt, de Amsterdammers meer zal welen te trekken dan bioscoop-voorstellingen of openbare danszalen. Het geheel naar de eischen des tijds ingerichte is Paasch-NIAAffiAG en -DINSDAG gedpend - van 10 uur v.m. tot 4 uur nam. Billijke Ppijzen. b* Gp meerdere Vaktentoonsteiiingen bekroond. (Ing. Med.) In alles is het publick trouwens veel- eischend geworden, men lette in deze stad maar eens op hetgeen tot stand is gekomen met betrekking tot restaurants Daar is een tijd geweest en die ligt we zijn geworden Oók degelijker'' Op die vraag moet de lezer zelf maar het antwoord geven. Mogelijk zullen velen uit de proviucie-steden zulks kunnen doen als. zij op de aanslaande Paasch* Door VALENTINE WILLIAMS. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. —o 33). Toen wij de richting naar hel strand insloegen, vroeg ik „Maar hoe ter wereld kunt U hier ge komen zijn? Wsat is er met de „Naomi" gebeurd Een blos steeg het meisje naar de wangen en zij beet zich op de lippen. „Ik was niet van plan achter te blij ven. Dat zei ik tegen kapitein Lawless, Ik stond er op naar Daddv le gaan. Dat gaf een heele herrie, maar" op triom fantelijken toon „ik" kreeg tenslotte mijn zin. Hel was eigenlijk Dr. Cuslrin, die het voor mij in orde maakte. Hij zei, dat hij wel de verantwoording op zich zou nemen aan Daddy te vertellen, dal ik absoluut wilde komen. En daar de ka pitein er op' gesteld was verder tc varen zei htf, dat wij de sloep dan maar moesten houden. De „Naomi" ging door naar Alcedo „Maar," zei ik, „waar is U dan sinds gisteren geweest?" iMarjorie lachte ondeugend. „Daddy zal buiten zich zelf zijn, wan- wanneer ik het hem vertel," antwoordde zij. „Ik heb den nacht doorgebracht in een kamp van ontdekkingsreizigers Dr. Custrin ontdekte, dat hij sommigen van die menschen daar kende Ik staarde haar in de grootste verba zing aan. „Was de leider een man, die mank liep?" vroeg ik. „Ja!" antwoordde het meisje proes tend van het lachen. „Zoo'n grappige oude man. een Duitscher. Er waren een heeleboel Duitscliers daar. Hét was heel merkwaardignet een droom!" „Maar," 'wierp ik legen, „waarom is U niet in de baai geland, waar wij wa ren' Waarom was liet noodig, dat U den heelen nacht bij die menschen bleef? Een meisje geheel alleen'" „O," lachte zij lot antwoord, „U hoeft het niet zoo vreeselijk te vinden. Ik kan best op mijzelf passen. Ik wilde eerst Yvonne, mijn kamenier meebrengen, maar dal dwaze schepsel verloor den moed al, toen zij in de sloep moest stap pen en wilde toen niet meer mee. Juist toen wij over de zandbank heen* waren, werden we overvallen door dat geweldige onweer en we moesten recht op de kust aansturen. Wij bonden de sloep vast en liepen het bosch in. Toen kwamen we die troep ontdekkingsreizigers tegen Dr. Custrin scheen heel verbaasd hen daar te vinden Hij zei, dat het onmogelijk zou zijn Uw kamp in donker te vinden en dat wij daar dus maar moesten blijven tot hel dag werd. Ze waren allemaal heel aardig tegen mij en ik kreeg een kamer werkelijk nog niet zoo héél ver achter]dagen eens in de hoofdstad komen kij- ons toen „Krasnapolsky" in de War-ken -- van „de groote crisis" zullen ze moestraat en de „Poort van Clevc' naast i „niet veel" bemerken, het postkantoor beroemdheden waren, j SINI SANA. Het eerstgenoemde gebouw, in 1860 j voortgekomen uit het toen onaanzienlijk 1111 1,1 i,Nieuwe Poolscho Koffiehuis' en dal! ,;UNST £N VPETEN'SCHAPPF.N zijn roem tc danken had aan zijn vermaar- j de pannenkoeken, het andere, opgericht j als bierhuis van de aangrenzende, toenHet bezoek van Prof. Smith beroemde bierbrouwerij „De Hooiberg i aan West Zecuwsch- in 1S70 en dat zijn naam kreeg door de j "Vlaanderen, onvolprezen biefstukken met gebakken Nadat Prof. Smith uit Stellenboscli een aardappelen zij waren de plaatsen bezoek had gebracht aan Vlissingen, waar de Amsterdammers tegenovei werd zijn tocht door onze provincie vreemdelingen trotsch op waren en die voortgezet met een bezoek aan West zij zich niet beter konden denken Beidei j Zeeuwsch Vlaanderen, alwaar hij te hebben hun goeden naam nog, ook al' Oostburg werd ontvangen door het be- hebben zij in vele opzichten verandering' stuur der Afd. West Zeeuwsch Vlaande- ondergaan, maar wanneer we nu daar- i ren van het Algemeen Nederlandsch nevens zien de restaurants van onzen' Verbond- Een bezoek werd gebracht aan tijd een Winkel in dc Kal vors traat; een] de Rijks Hoogere Burgerschool aldaar, Kempinski en Dicker-ThijS in de Leid waarin de Prof werd rondgeleid door sclie straat; een Trianon op hel Leid-', den Directeur dier inrichting, den heer sche Plein; een Reserve op liet Rem Ir. J. A. Spruyt. Daarna werd met ge- bra'ndtplein, om het hij deze enkele maar. noemd bestuur een autotocht gemaakt te laten en we vergelijken de weelde- 3 naar Sluis, alwaar de ontvangst ten ge- rige wijze, waarop deze inrichtingen zijn] meentehuize plaats had door den Bur- opgezet, met de eenvoudige omgevinggemeester. Een bezoek werd in Sluis van die oude eethuizen der hoofdstad 5 gebracht aan de Kantwerkschool en aan waar men tevreden was met hel fijn- hel monument van den Groot-Nederlan- \yitte zand gestrooid over de vloeren der van Dale, waarna verder werd ge en niet dacht over de dikke tapijten, i reden naar Sint Anna ter Muiden met waarop thans de bezoeker treedt, dan j herinneringen aan het grijs verleden. Na- beseffen we eerst goed, hoe Amsterdam j dat in dit nederig plaatsje de inwendi- zich veranderd heeft, hoeveel deftiger i in een soort houten hut even boven het strand. In mijn gedachten nam ik mijn hoed af voor Custrin. Niet alleen was hij erin geslaagd aan laad le komen zonder arg waan te wekken, maar hij had een zeer waarde vollen borgtocht meegebracht. Grundt had ervan gesproken, dat hij „wel middelen had om ons lot rede le bren gen". Nu wist ik waarop hij doelde „Toen ik wakker werd vanmorgen," vervolgde Marjorie, „zag ik, dat iedereen, ook dr. Cujstrin, weggegaan was. Een af schuwelijk leelijke neger was als bewa ker overgebleven. Ook lag er een man ziek in een van de hutten. De neger scheen mij den heelen tijd maar aan te kijken en ik werd vreeselijk bang. Toen ik dus een heelen tijd gewacht had, of de dokter terug zou komen, besloot ik weg te loopen en zelf Daddy en U te gaan zoeken. De zielce man riep deu neger voor een oogenblik binnen en ik snapte weg. Toen kwam ik Dr. Cuslrin in hel bosch tjegen en die wilde mij vasthou den Hij wilde mij ook kussen Zij zweeg en keek mij met een eigen- aardigen blik aan. „U heeft hem hard getroffen, is het niet?" vroeg zij. „Ik zou hem vierkant zijn nek hebben omgedraaid," antwoordde ik woest „wan neer ik had geweten, wat ik nu weet!" „Ik dacht', dat U hem ging dooden," zei het meisje. „U moet geweldig driftig van natuur zijn," voegde rij er kalmpjes aan toe. Na alles wat ik dien dag ai doorge maakt had, was de gedachte dat wij bei- den daar gemoedelijk zaten te praten, j alsof we op liet tennisveld waren, mij hoogst onaangenaam. Geen enkel man, s dat geef ik toe, kon aantrekkelijker ge- zclscliap hebben gehad dan Marjorie v Garth en zij zag er uit om te steleu in haar eenvoudig tussor rijkostuum mei 1 een leuk bruin vilthoedje. Maar ik was niet in een stemming om le babbelen. Ik was mij bet onmid dellijke gevaar van onzen toestand zeer goed bewust en de verantwoording voor de veilighekl van dit meisje drukte mij zwaar. Dus vertelde ik haar ronduit want mijn zenuwen waren hevig geprik keld en iedere bloeiende struik scheen mij toe een vijand le verbergen hoe de zaken stonden. Zij lustorde heel kalm maar toen ik mijn verhaal geëindigd had, bemerkte ik,dat de uitdrukking van vroolijkc scherts van liaar gelaat ver dwenen was. „Wanneer U eens wist", besloot ik, „hoe bitter ik mijzelven verwijt U in deze ellende gebracht te hebben... „Toen U aan boord kwam van de „Na omi", zei Marjorie vriendelijk, „kon U toch niet weten, dal U achtervolgd zoudt worden." Ik antwoordde op mismoedigen toon; „Dal is dan ook mijn eenige verontschul- Wij hielden halt in het bosch, toen wij in het gezicht van de zee kwamen. Het strand was verlaten, zooals toen ik weg ging; de zeemeeuwen cirkelden onophou delijk over de baai en het water kabbelde zacht legen het witte zand. Het licht werd minder fel. Mijn hor loge wees vijf uur aan. „Wij zullen ons moeten haasten," waar schuwde ik. „want wij moeien in onze nieuwe schulplaals zijn eer het donker wordt." Ik vroeg haar daar te wachten, terwijl ik den rugzak, dien ik gepakt had. en mijn revolver ging halen Voorzichtig ging ik naar de kust. Ik rocg mij af, wal Grundt nu wel zou uit voeren. Hoe drukkend was de stille op het eiland! Het maakte mij bepaald on rustig. Ik dacht aan de vreemde, onna tuurlijke stilte, die naar men zegt aan n aardbeving voorafgaat Ik boog mij voorover en lichtte het net werk van groene klimplanten op, die den ingang van de grot overschaduwden. Toen ilfi binnenkwam stond een reus achtige gedaante op van een van do bedden. Ik kon mij niet vergissen in die massieve gestalte, en die langzame, vast beraden bewegingen. Ik sprong terug, maar de planten belemmerden mij en eer ik de open lucht bereiken kon, wer den mijn schouders stevig vastgegrepen, mijn armen stijf omklemd. Ik trachtte mij los le wringen, maar ik werd vastgehou den door handen, die dat meer gedaan moesten hebben en ik kon me haast niet verweren in dien ijzeren greep. Toen ik daar hulpeloos stond, hoorde ik Marjorie een schreeuw uitstooten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 1