rranmuimt. FEöllLFTO*. 8IJV0EGSEI .VAN DB VAN Wo8nsriag 25 Maart 92,5 No. 71. BINNENLAND. MINISTER VAN SWA AY OVER DE VLISSINGSCHE HAVEN. Met hel oog op het belang der kwestie laten wij hierbij uit de handelingen der Eerste Kamer woordelijk volgen, wat de Minister van Waterstaat Vrijdag in deze Kamer bij de algemeene beschouwingen over zijn begrooting gezegd heeft over de Vlissingschfe haven: De heer Lindeijer, zoo zei de Minis ter, heeft het noodig gevonden nog eens een felle critiek op dezen Minister van Waterstaat te doen hooren. Die be windsman is eigenlijk de schuldige. Zijn beleid is de oorzaak, dat de havenver- betering nog niet is uitgevoerd. Hij heeft het ook noodig geoordeeld om eenige citaten voor tc lezen uit de bekende brochure van den burgemeester van Vlissingen. Maar ik wijs het verwijt ten sterkste af. Ik heb volkomen eerlijk en oprecht in deze zaak gehandeld en al komen er 25 heeren Lindeijer hie1- stuk ken voorlezen, dan blijf ik dat mg vol houden. De omstandigheden, die mij noodzaakten het bouwen van den kaai muur liit te stellen, brengt men niet in debat. Dat kan men ook niet, daarop heeft men geen vat, maar den Minister van Waterstaat kan men wel bij zijn jasje trekken. Is het niet onmerkelijk? In de Memorie van Antwoord op hoofdstuk I van de Staatsbegrooting heeft deze Regeering uitdrukkelijk ver klaard, dat de haven te Vlissingen geen zaak was, die den Minister van Water staat alleen aanging, maar dat het een Regeeringszaak was geworden. Nu zou men hebben verwacht, dat in de Tweede Kamer een der leden was opgestaan om daarover de Regeering te interpelleeren, maar neen, niemand heeft toen deze zaak aangeroerd: men voelde blijkbaar, dat men op glibberig terrein kwam. Nauwelijks was echter de begrooting van Waterstaat aan de orde of de Mi nister van Waterstaat moest o. a van den heer Van Voort van Zijp weer hoo ren, dat hij alleen het zwarte schaap was. Ik trek mij van al deze beschu'digin- gen niets aan, maar één ervaring, Mijn heer de Voorzitter, ben ik rijker gewor den door de onaangename behandeling, die ik ten aanzien van de Vhssingsche haven heb ondervonden. Ik ben namelijk tot een beter inzicht gekomen van het geen men verstaat onder hel begrip „politiek". Ik moet eerlijk zeggen, dat mijn oordeel er niet gunstiger op is ge worden. Ik stap hiermede van deze inleiding af, om mij verder tot het zakelijk ge deelte van de Vlissingsche haven te be palen. Ik heb in de Tweede Kamer reeds gezegd, dat men zich goed moet voor stellen, wat oorspronkelijk met den aan leg van deze haven in bedoeld, n 1. een betere ligplaats voor de booten van de Maatschappij Zeeland en van de provin ciale booten. Dan zou er nog een enkele maal een jacht vaneen of anderen vreemden Vorst of ecnig ander schip moeten kunnen aanleggen. Later is dat in de verbeelding van den burgemeester van Vlissingen uitgegroeid tot ik weet niet watl Ik heb aan de overzijde van het Bin- Door VALENTINE WILLIAMS Geautoriseerde vertaling van W E. PONT o 18). Maar wat ben ik nu? De dochter van den millionnair Garth. En ze zetten mijn portret in de tijdschriften, omdat ik een maal ontzettend veel geld zal bezitten, dat Daddy zijn hoele leven heeft ver diend. Ik heb nooit broers of zusters gehatl en mijn moeder is al jaren geledon gestorven, Ik heb mijn hoele leven moe ten doorbrengen met mijn geld als cenig gezelschap En geld is mets gezellig!" Zij glimlachte weemoedig en keek toen verstrooid naar het glanzende water dat tegen hel schip aansloeg Dit jacht"! ging zij voort. „Ik heb hier alles wal een meisje maar zou kunnen weuschen alles behalve mijn vrijheid! „Goede hemel!" merkte ik op, „die zal U ook krijgen, wanneer l' trouwt! Daar heeft u nog genoeg tijd voor!" Marjoric Garth lachte. „Maar beste mijnheer Okewood," wierp zij tegen, '/weet U dan niet, dal het mak kelijker is con meisje zonder geld uit nenhof gezegd, dat een kaaimuur van •100 M. waarschijnlijk wel voldoende zou zijn, maai dat ik mij aan dat cijfer niet wilde binden, omdat ik eerst met de be trokken autoriteiten en belanghebben den moest overleggen. Ik heb dat over leg gepleegd en ben tot de conclusie ge komen, dat 400 M. inderdaad wel wat le krap is en ben daarom bereid den I..UU." op 500 M. le brengen. Ik merk op, dal voor de provinciale booten geen kaaimuur noodig is, maar dat deze gebruik zullen blijven naken van de ponton. Met de maatschappij „Zeeland" heb ik persoonlijk overleg ge pleegd en deze maatschappij heeft aan 230 M. genoeg. Er blijft dus nog genoeg ruimte over ook voor een groote boot. In dit verband is door een der sprekers gezegd, dat -een schip als de Belgenland er niet zou kunnen liggen. Dat derge lijke groote schepen ooit aan den kaai muur zullen liggen, is een denkbeeld, dat wel nooit verwezenlijkt zal worden. Men heelt het steeds voorgesteld alsof de groote booten op Antwerpen eerst naar Vlissingen zouden komen om daar de passagiers aan wal tc zetten, zoo dat dezen verder per spoor hun weg konden vervolgen. Dat is tocii eigenlijk dwaasheid. Niemand gelooft toch, dat die booten daarom de haven van Vlissingen zullen binnenvaren? Geen enkele gezag voerder van zoo'p boot zal zich met twee sleepbooten in de haven ia en uit doen sleepen, terwijl hij veel gemakke lijker die passagiers aan wal kan zetten met een tenderboot, zooals dat ook in Boulogne-sur-mcr en elders gebeurt. Men moet ook niet vergeten, dat zoo'n gezagvoerder doodsbenauwd is averij le varen, want dan komt dat gedeeltelijk voor eigen rekening; van een oud-ge zagvoerder van de HollandAmerika- lijn weet ik, dat geen gezagvoerder er aan zal denken die haven binnen te varen alleen om passagiers aan wal te brengen. Wanneer men werkelijk tot de bedoelde bescheiden afmetingen terug keert ik ben voornemens tct 500 M. le gaan geloof ik, dat Vlissingen al zeer tevreden mag zijn. De geachte afgevaardigde de heer De Muralt liet een eenigszins ander geluid hooren dan de heer Lindeijer. Ik ben dien geachten afgevaardigd e zeer dank baar, dat hij tenminste den moed heeft gehad om te zeggen, dat men dezen Minister onredelijk heeft behandeld. De heer De Muralt heeft deze zaak van den beginne af meegemaakt, hij kent de heele discussie in de Tweede Kamer, hij weet de heele geschiedenis en kan beter dan anderen deze zaak beooraeelen Nu heeft hij een rekensommetje opgezet en gezegd: gij hadt aanvankelijk gerekend op f 5000 per meter, nu zal hel f 4000 zijn of nog minder, nu moet gij dezelfde som besteden en den kaaimuur zooveel langer maken. Ja, Mijnheer de Voorzit ter, een rekensom is gemakkelijk genoeg gemaakt, inaar men zal begrijpen, na al wat is voorgevallen, dat ik er meer dan genoeg van heb. Ik meen op het oogen- blik absoluut niet verder te kunnen en te mogen gaan dan tot een kaaimuur van 500 M. De tijd zal leeren of dat vol doende is. Nu wil de heer Lindeijer een v erkla- ring hebben, dat als het noodig blijkt onmiddellijk tot verlenging zal worden overgegaan, maar de geachte afgevaar- digde houde mij ten goede, dat ik een volgende Regeering niet wil, maar ook niet kan binden. Wanneer de ontwikke ling van de haven inderdaad een groo- ten omvang neemt, is er gèen enkele Regecring, die de verlenging zal tegen houden. Nu zegt men: dan kost het meer geld. Zeker, het bouwen in eens is goed- kooper, doch het hangt er maar van af, op welk tijdstip de verlenging zal moe ten gebeuren. Als ik wist, dat er over anderhalf jaar toch een stuk bijgebouwd inoest worden, zou ik zeggen: doe het dan nu in eens, maar het kan evengoed pas over tien jaar noodig zijn. A rgezien wij daaromtrent niets weten, acht ik het het best, mij thans te bepalen tol de 500 M. waarmee, naar ik meen, ruim vol daan wordt aan de eischen, die men bij den opzet van het wetsontwerp heeft gesteld. tc huwelijken dan een, dal. zooveel geld bezit als ik zal krijgen? In Daddv's oog is iedere jonge man. dien ik ontmoet, een lortuinjager. Wanneer ik een jongeman van de golfclub naar huis rijd in mijn aulo, word ik ondervraagd over zijn ..be doelingen' wanneer een man mij 's mid dags meeneemt om tc dansen volgt er een scène En Daddv heeft zoo weinig dunk van de mensehendal heeft niet betrekking op U, hoor ik bedoel thuis! Maar ik weel niet wat een tweede ge neratic van millionnairs ooit voor nut heeft en .jjc hel) het Daddy gezegd. Ik zou liever met een bedelaar houwen dan mei een van die rijke jongetjes, die hij op mijn weg probeert tc gooien Gelukkige bedelaar dachl ik. „Ik weel niet, waarom ik L' dit alles verleid heb,besloot het meisje. „Het schijnt alsof 1' hel mij ontlokt Of mis schien is hel de avond O zie eens' Doe een wensch!" Een vallende ster school door de lucht „Ik heb een wensch gedaan," zei ik; (het was een van die onbereikbare weu schen, die een arm man zichzelf maar niel eens inoest bekennen). „Was hel over Uw tocht naar Cock Island?" „Mijn wensch gaal niet in vervulliug, als ik hem vertel!" antwoordde ik „Eer lijk gezegd ging het dèftr niet over!" Plotseling legde zij haar warme, zach Dat mijn ambtsvoorganger bij het op maken van het project uitging van een kademuur van 650 M., past geheel bij de royale wijze, waarop men in dien tijd dergelijke werken placht aan te grijpen, maar leest men na, wat bij de behan deling van het wetsontwerp is gezegd, dan blijkt, dat 500 M. voor hetgeen men toen verlangde meer dan voldoende is. Ik geloof, dat ik met het instellen van een commissie, die over eventueele ver lenging van dien kademuur zou a 'visec- en, en waarvoor de heer de Muralt in alle bescheidenheid zich zelf beschikbaar stelde, de zaak niet dien. Ik moet dat van de hand wijzen, omdat ik daarvan wel groote moeilijkheden, maar niet veel succes verwacht. Hiermee stap ik van die ongelukkige haven van Vlissingen af. DE WIJZIGING DER SUCCESSIEWET. Hel Verbond van Ned I-'nbi ikanlenver- eenigiugeh heeft een request aan den Minister van Financiën l,©richt, ten ein de een uitbreiding le verkrijgen van de voorgestelde wijziging der Successic-wet welke wel i n een nieuw artikel 70 ten liggende, en 8?) ten achtste, onder zekere beperking vrijstelling van schen kingsrecht verleent voor schenkingen die werkgevers of hun echtgcnooten zouden willen doen ter pensiodnnce- ring yan werklieden Hel verhond dringt or nu bij den "Mi nister op aan, deze vrijstelling ook te doen gelden voor schenkingen dooi den werkgever of diens echtgenoote ge daan aan pensioenfondsen voor hun ar beiders, voorzoover dit afzonderlijke slichtingen of instellingen zijn. De re geling toch die de Minister voorstelt zou er toe leiden, dal pensioenen voor taan slechts als e n uitkeering uit de kas fier, vennootschap worden gegeven en niet door middel van. het sociaal zooveel wenschelijker onalhankeliik pen sioenfonds. Tevens v- r zoekt Del Verbond premie- vrije pensioenen uit de floor tie werk gevers te slichten pen doen fond-en vrij te s!e!len van schenkingsrecht Volgen de nieuwe regeling 'ot'h zou hiervan een minimum van 28 pel. geheven moeten worden. STAAT GE OI» DE KIF.ZERSEI.RT? Van gister af ligt op de secretarie van elke Gemeente voor een ieder de kiezers lijst ter inzage, zooals -die thans door hel gemeentebestuur opnieuw is vastgesteld Tot en met den loden April is elkeen be voegd hij hel Gemeentebestuur verbe tering in de lijst aan te vragen op grond dal hij zelf of een ander in strijd met do wet daarop voorkomt niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt. Zij die van oordeel zijn dat /.ij thans voor de eerste maal op die lijst moeten voorkomen doen verstandig zich daarvan op het gemeentehuis le vergewissen De altijd mogelijke vergissingen zijn na 13 April niet meer te herstellen UIT DE PERS. Nederlanden B e 1 g i e In een artikel onder hel opschrift „Naar een goed eind", wijdt het Hand een beschouwing aan dc berichten over het vlot en gunstig verloop van de Ne- derl.-Belgische onderhandelingen Daarin schrijft het o a het volgende Men zegt in Den Haag dal dc prins De Ligne zich had voorgenomen niet te zullen rusten .voordal de Belgische koninklijke familie aan Den Haag een of ficieel bezoek zou hebben gebracht, om aldus le Qoen blijken van de erkentelijk beid der Belgische regeering voor het geen in de dagen van België's diepste el lende een deel van ons volk en de Ncdor- landsche regeering hadden mogen doen om hel leed van het Belgische volle al thans eenigermate le verzachten Wij veten niet, iii hoever dit gerucht waar is, inaar wij hebben aanleiding te gcloovcn, dal dc eerzucht van den Bel gischen diplomaat inderdaad gericht was te hand op de mijne Die aanraking deed mijn hart sneller kloppen „Heeft U een opdracht van den Ge heimen Dienst'?'' vroeg zij. Voorzichtigheid is een tweede natuur voor een man. die zijn leeftijd in dat beroep van zwijgen heeft doorgemaakt, hl die zwoele, geurende lucht, in den helderen maneschijn was hel moeilijk het verzoek van een vrouw te weigeren, in 't bijzonder van een jong meisje als Marjo- rie, die zieli tol mij vooroverboog met schitterende oogen ,de lippen even ge opend, en zoo dicht bij mij dal ik den geur van haar haar kon bemerken Haar hand rustte op de mijne en ik legde mijn tweede hand er over heen ,,U kunt mij vertrouwen, zei 7.e niet iels smeekeuds in haar stem. „Ik geloof zeker, dal er iels geheimzinnigs is aan dien tochl van l' naar dal kleine eiland Ik weel ,dal U niet gaat onder toezicht van het Gouvernement .(dit was hel voor wendsel dat Garlli had opgegeven voor mijn bezoek aan Cock Island „want dat soort van werk wordt altijd door de Ma rine gedaan Vertel mij Uw geheim nu maar!" Ik moest mijzelf in bedwang houden-, want zij was bijna onweerstaanbaar. Ik wendde mijn blik van haar af en pro beerde mij te stalen voor een weigering. Wal ik even later gedaan zou hebben kan ik niet zeggen .want wie kan ver ap een herstel der normale heirekkingen Die (aak is hem niet vergemakkelijkt De leiding der buitenlandsche politiek le Brussel, actie in de pers door een zij ner voorgangers óók in een in Neder land verschijnend blad gevoerd, de hou ding van Brussel tegenover de stam- en taalverwanten van liet Nederlandsche volk binnen België's grenzen hebben het werk van den Belgischen diplomaat ui Den Jlaag schromelijk verzwaard Wij willen in dil stadium der ontwik keling van de Nederlandse!»-Belgische he irekkingen, de feiten maar niet in de her innering terugroepen Dal zou goeden groei kunnen belemmering Hel zij genoeg te conslalecren .dat. toen de. onderhandelingen met België over een ordening der zaken .die regeling behoefden omdat België liet statuut van 1839, dal zijn onzijdigheid waarborgde, als een te eng keurslijf' had verworpen, werden lier val. in breedc kringen van ons volk het vertrouwen in jlir. Van Karaebeeks leiding eenigermate geschokt werd Men vreesde, dat wellicht aan de wonschelijkheid van een departemen taal succes meer zou worden geofferd dan voor hel volk een dergelijk succes waard was. IIcl feit, dal de Koningin vrijheid vond weer door België te reizen .met de we tenschap. dat de koninklijke familie haar te Brussel zon komen begroeien is wel zeer geschikt om deze vrees le.bescha men Wie iets weel van Harer Majesteils opvattingen op dil stuk. weet ook. .dat zij daartoe niet zou hebben besloten, in dien men aan de overzijde onzer Zuide lijke grens nog steeds in ambtelijken kring wenschcn koesterde, die door Ne derland niel kunnen worden vervuld. Men mag nu wel aannemen .dat hel o f- fi c i e e 1 e anuexionisme dood is. dat de Brusselsche regeering hel nu ver loochent. Dat is een groot voorloopig succes voor de leiding onzer buitenlandsche staatkunde en zeker ook in zekeren Zin voor prins De Ligne liet geelt hoop. dat een aannemelijke regeling lot stand komt Dan zal er stellig ook niets meer m den weg staan aan een oftieieel bezoek van hel Belgische koninklijk paar dal na al wal er geschied is van zelf sprak en dat even natuurlijk wel achterwege moest "blijven. KUNST EN WETENSCHAPPEN Hot „Afrikaanse li Prof. J- J. Smith uit Stillenbosch, heeft Maandagavond in de Aula dei Univer siteit een rede gehouden over „Afri- kaansch en HoJlandsch" Hij sprak daar bij in het Afrikaansch. Een 20 jaar geleden kon men nog niet spreken van een Afrikaanschc taal, maar sedert is zij gegroeid. Is zij een Nederlandsche taal gebleven? Spreker gebruikte dit beeld: Een man is gehuwd, hij heeft zijn eigen vrouw gevonden, maar toch is hij een kind gebleven van zijn moeder. Het Afrikaanschc volk is gehuwd met zijn taal, maar hel Neder- landsch is nog altijd de moeder. Prof, Smith stelde verder in het licht, dat het Afrikaansche volk, al is het reeds 250 jaar geleden dal de Boeren uit Ne derland trokken, in wezen Nederlnndsch gebleven, ondanks vermenging met an dere volken. Van het bloed is 53 pCt. Hollandsch, 23 pCt. Nederdu'lsch, 16 pCt. Fransch. Vermenging met de kleur lingen is er haast niet. I)e Afrikaners zijn een volk geworden, niet een zoo voorbeeldig volk als men wel eens denkt. „Daarvoor zijn wij te veel verwant aan de Europeanenzeide spreker (gelach). De band met de Hollandsche cultuur bestaat nog altijd: bloed is dikker dan water en niemand zal dien band kun- vcnietigen, zoolang Zuid-Afrika blijft beslaan. De beide talen, Nederlandsch en Afrikaansch zijn geworteld i p één stam. Er is thans een eigen schrijftaal, maar de oer-cultuur is Nederlandsch ge bleven. Waarom nu die band van de taal ver- verantwoordelijk zijn voor wal hij doet onder de toovermacht van den mane schijn in de tropen? Maar op dal oogen- blik ontwaarde mijn neus den geur van een sigaret in de nabijheid. Snel keek ik rond. IIcl had er alles van of wij alleen waren. Achter ons toe kende zich de- witte rookpluim van de „Naomi" af legen de lucht; aan beide 'zijden was hel dek verlaten, hel eenige zichtbare mcnschelijke wezen was de man aan het stuur die als een zwarte silhouet legen den Hauwen lichtglans van hel kompashuisje afstak Maar de scher pe geur van Turksche tabak drong lot mij door en de mogelijkheid van een luis teraar binnen gehoorsafstand bracht mij snel op aarde terug. ,.lk vrees, dal cr geen geheimzinnig heid is aan mijn hoele Uitstapje," zei ik. mij tol het meisje wendend. „U weet al les wat er te weten valt!" Ik sprak zoo -onverschillig mogelijk. iMaar ik wilde den verwijlenden blik. dien zij mij toezond niet zien Toen trok zij haar hand snel terug. „Ik denk. dal U mij hinderlijk nieuws gierig vindt'1 was haar koele opmerking. Nu klonk een voetstap op het dek Dr Custrin stond achter ons Een sigaret tusschen zijn vingers zond een klein spn raaltje van blauwen rook omhoog; over zijn arm droeg hij een glinsterende zil veren shawl. >roken? Was liet om los te geraken van c!c Hollandsche cultuur? Neen. De Boe- rc:i en hun voorzalen wonen als gezegd sedert 230 jaren in Afrika, maar nog al- lijd zeggen zij: ..Wij zijn Hollandsch. Doch de taal, zooals de Nederlanders die schrijven, is thans voor de Afrikaners te ■oeilijk. Srpeekt men een Boer in het nolknds'ch aan, dan zegt hij: „Spreek Afrikaansch". Dat maakt moedeloos. Als in Neder land iemand dialect spreekt, zegt men: „Geef hun beter onderwijs en leer hem Néöerlandsch". Maar als men den Boer zcgl „Geen Afrikaansch", dan zegt hij: „Dan spreek ik Engelsch". De Engelschen zorgen voor goed on derwijs, hun taal is veel gemakkelijker dan het Nederlandsch. Wil men nu de Dictsche cultuur redden, dan is liet noo dig Afrikaansch te spreken en te schrij ven Die taal is voor de Boeren gemak kelijker dan het Engelsch. Jn 1905 zijn bij art 137 van de grond wet aan de Nederlandsche en de Engel- sche taal gelijke rechten verleend. Maar. dit was een papieren recht omdat het oL:< leele Nederlandsch geen kar.s had. Anders is het geworden, toen Ln 1914 wettelijk werd vastgelegd, dat onder Nederlandsch ook werd verstaan Afri kaansch. Sedert de laatste 15 jaien heeft cle landstaal vesting na vesting veroverd. Hoe komt het nu, dat het Afrikaan- che zooveel afwijkt van bet officieele Nederlandsch? Men denkt aan een .brabbeltaal", aan invloeden van andere talen, maar dat is allemaal onjuist, meende spreker. Hel Afrikaansch is ont staan uit het dialect der Boeren p hel platteland. Spreker kon niet de con ch Je declen, welke de Nederlandsche h.oogleeraren over het ontstaan van het Afrikaansch hebben getrokken. Hij wilde daaiop niet dieper ingaan, maar wel zijn e:gc:! inzicht mededeelen. Dc meeste kolonisten kwamen uit Zuid-Holland en Noord-Holland, In het Afrikaansch nu vindt men de d'decten van de beide Hollanders terug. Hel dub bele in voor niet" komt in Amster dam oor. Het weglaten van de t in reg" „plig", enz, doet men ook in Utrecht, hel Afrikaansche verkleinwoord ie" is typisch Zuid-Hollandsch. Het Afrikaansch „oolijk" in den zin van „niet vioolijk", „katterig", treft men aan in de „Camera Obscura". Dit zijn slechts enkele voorbeelden, maar bij diepeie studie was spieker ge bleken, dat het Afrikaansch een regel matige voortzetting is van Hollandsch. Stichtsche en ook Zeeuwsche dia'ecten. Uit die dialecten is het Afrikaansch ge gloeid in vrije ontwikkeling. Remmende invloeden, zooals zich in Nederland de den gelden, als school en kerk ontbraken in Zuid-Afrika, de spreektaal kon zich \.ii ontwikkelen. Daarbij kwam, dat het contact met de moedertaal was verbroken. Reeds om streeks 1750 had het Afrikaansche dia lect den vorm van de tegenwoordige taal, die volkstaal is geworden Er is, zeide spreker ten slotte, bij ons geen streven, om los tc geraken van Nederland, maar wel om zelfstandig te staan tegenover vreemde cultuur. En die zelfstandigheid is alleen te be reiken door 't Afrikaansch. De leuze van spreker en zijn medestrijders is: „Schrijf .Afrikaansch, lees Afrikaansch en Neder landsch", RECHTZAKEN. A D 13 jaar. havenmeester te Biervliet, gedetineerd, verdacht van oplichting te Biervliet gepleegd in het najaai van 1921, is in vrijheid gesteld. o Kantongerecht te Goes. Door den kantonrechter le Goes zijn veroordeeld wegens liet op den openbaren weg met centen spelen I P. P., lersekc f2 b. s 2d. h, t H Icrseke. f2 b. s> 1 \v l overtr. (gemeenteverordening lerseke v. S.', lersekc f 5 b s. 2 w. t., niet voldoende zorg dragen voor gevaarlijken hond O. K Goes t'ö I» s. 3 d h overtreding .Sir Alexander vroeg mij of ik U zeg- gen wilde dil om Uw schouders te doen zei hij lot Marjoric. terwijl hij de shawl ontvouwde „De wind wordt frisschcr liet meisje trok de shawl om dc schou ders. Dc dokter keek ons beiden aan „Wal een heerlijke avond'' merkte hij op Op deze breedten schijnt de maan ecu vreemden invloed op ons te hebben. Uw vader heeft mij bijvoorbeeld de heele geschiedenis van zijn jongensjaren verteld, juffrouw Garth, en ik geloot', dat ik hem ontboezemingen heb gedaan over mijn streven en mijn ambities. Maar ver trouwelijke mededeclingen bij maneschijn is men geneigd den volgenden morgen te betreuren niel waar. majoor?" Hij sprak op zeer vriemlelyken toon. geen spoor van onbeschaamdheid of aan matiging in zijn manier van doen Maar er lag een dubbelzinnige beteekems in zijn woorden die duidelijk bewees, dal hij in alle geval hel eind van ons. ge sprek gehoord had het deed mij onaan genaam aan „U hoeft niet bang te zijn voor Ma joor Okcwood." antwoordde Marjorie met een nauwelijks merkbaar tikje boosheid in haar stem. „Ik hen er zeker van. dat hij een voorbeeld van bescheidenheid is Ik geloof niet," voegde zij erbij, .dal ik ook maar iets van kitte voel. I' heeft be loofd voor mij le spelen, dokter Komt t' niet in den salon9 Daar staat een piano"!

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 5