rranmuimt.
FEöllLFTO*.
8IJV0EGSEI
.VAN DB
VAN
Wo8nsriag 25 Maart 92,5 No. 71.
BINNENLAND.
MINISTER VAN SWA AY OVER DE
VLISSINGSCHE HAVEN.
Met hel oog op het belang der kwestie
laten wij hierbij uit de handelingen der
Eerste Kamer woordelijk volgen, wat de
Minister van Waterstaat Vrijdag in deze
Kamer bij de algemeene beschouwingen
over zijn begrooting gezegd heeft over
de Vlissingschfe haven:
De heer Lindeijer, zoo zei de Minis
ter, heeft het noodig gevonden nog eens
een felle critiek op dezen Minister van
Waterstaat te doen hooren. Die be
windsman is eigenlijk de schuldige. Zijn
beleid is de oorzaak, dat de havenver-
betering nog niet is uitgevoerd. Hij heeft
het ook noodig geoordeeld om eenige
citaten voor tc lezen uit de bekende
brochure van den burgemeester van
Vlissingen. Maar ik wijs het verwijt ten
sterkste af. Ik heb volkomen eerlijk en
oprecht in deze zaak gehandeld en al
komen er 25 heeren Lindeijer hie1- stuk
ken voorlezen, dan blijf ik dat mg vol
houden. De omstandigheden, die mij
noodzaakten het bouwen van den kaai
muur liit te stellen, brengt men niet in
debat. Dat kan men ook niet, daarop
heeft men geen vat, maar den Minister
van Waterstaat kan men wel bij zijn
jasje trekken. Is het niet onmerkelijk?
In de Memorie van Antwoord op
hoofdstuk I van de Staatsbegrooting
heeft deze Regeering uitdrukkelijk ver
klaard, dat de haven te Vlissingen geen
zaak was, die den Minister van Water
staat alleen aanging, maar dat het een
Regeeringszaak was geworden. Nu zou
men hebben verwacht, dat in de Tweede
Kamer een der leden was opgestaan om
daarover de Regeering te interpelleeren,
maar neen, niemand heeft toen deze
zaak aangeroerd: men voelde blijkbaar,
dat men op glibberig terrein kwam.
Nauwelijks was echter de begrooting
van Waterstaat aan de orde of de Mi
nister van Waterstaat moest o. a van
den heer Van Voort van Zijp weer hoo
ren, dat hij alleen het zwarte schaap
was.
Ik trek mij van al deze beschu'digin-
gen niets aan, maar één ervaring, Mijn
heer de Voorzitter, ben ik rijker gewor
den door de onaangename behandeling,
die ik ten aanzien van de Vhssingsche
haven heb ondervonden. Ik ben namelijk
tot een beter inzicht gekomen van het
geen men verstaat onder hel begrip
„politiek". Ik moet eerlijk zeggen, dat
mijn oordeel er niet gunstiger op is ge
worden.
Ik stap hiermede van deze inleiding
af, om mij verder tot het zakelijk ge
deelte van de Vlissingsche haven te be
palen. Ik heb in de Tweede Kamer reeds
gezegd, dat men zich goed moet voor
stellen, wat oorspronkelijk met den aan
leg van deze haven in bedoeld, n 1. een
betere ligplaats voor de booten van de
Maatschappij Zeeland en van de provin
ciale booten. Dan zou er nog een enkele
maal een jacht vaneen of anderen
vreemden Vorst of ecnig ander schip
moeten kunnen aanleggen. Later is dat
in de verbeelding van den burgemeester
van Vlissingen uitgegroeid tot ik weet
niet watl
Ik heb aan de overzijde van het Bin-
Door VALENTINE WILLIAMS
Geautoriseerde vertaling van
W E. PONT
o
18).
Maar wat ben ik nu? De dochter van
den millionnair Garth. En ze zetten mijn
portret in de tijdschriften, omdat ik een
maal ontzettend veel geld zal bezitten,
dat Daddy zijn hoele leven heeft ver
diend. Ik heb nooit broers of zusters
gehatl en mijn moeder is al jaren geledon
gestorven, Ik heb mijn hoele leven moe
ten doorbrengen met mijn geld als cenig
gezelschap En geld is mets gezellig!"
Zij glimlachte weemoedig en keek toen
verstrooid naar het glanzende water dat
tegen hel schip aansloeg
Dit jacht"! ging zij voort. „Ik heb hier
alles wal een meisje maar zou kunnen
weuschen alles behalve mijn vrijheid!
„Goede hemel!" merkte ik op, „die zal
U ook krijgen, wanneer l' trouwt! Daar
heeft u nog genoeg tijd voor!"
Marjoric Garth lachte.
„Maar beste mijnheer Okewood," wierp
zij tegen, '/weet U dan niet, dal het mak
kelijker is con meisje zonder geld uit
nenhof gezegd, dat een kaaimuur van
•100 M. waarschijnlijk wel voldoende zou
zijn, maai dat ik mij aan dat cijfer niet
wilde binden, omdat ik eerst met de be
trokken autoriteiten en belanghebben
den moest overleggen. Ik heb dat over
leg gepleegd en ben tot de conclusie ge
komen, dat 400 M. inderdaad wel wat
le krap is en ben daarom bereid den
I..UU." op 500 M. le brengen.
Ik merk op, dal voor de provinciale
booten geen kaaimuur noodig is, maar
dat deze gebruik zullen blijven naken
van de ponton. Met de maatschappij
„Zeeland" heb ik persoonlijk overleg ge
pleegd en deze maatschappij heeft aan
230 M. genoeg. Er blijft dus nog genoeg
ruimte over ook voor een groote boot.
In dit verband is door een der sprekers
gezegd, dat -een schip als de Belgenland
er niet zou kunnen liggen. Dat derge
lijke groote schepen ooit aan den kaai
muur zullen liggen, is een denkbeeld,
dat wel nooit verwezenlijkt zal worden.
Men heelt het steeds voorgesteld alsof
de groote booten op Antwerpen eerst
naar Vlissingen zouden komen om daar
de passagiers aan wal tc zetten, zoo
dat dezen verder per spoor hun weg
konden vervolgen. Dat is tocii eigenlijk
dwaasheid. Niemand gelooft toch, dat die
booten daarom de haven van Vlissingen
zullen binnenvaren? Geen enkele gezag
voerder van zoo'p boot zal zich met
twee sleepbooten in de haven ia en uit
doen sleepen, terwijl hij veel gemakke
lijker die passagiers aan wal kan zetten
met een tenderboot, zooals dat ook in
Boulogne-sur-mcr en elders gebeurt.
Men moet ook niet vergeten, dat zoo'n
gezagvoerder doodsbenauwd is averij le
varen, want dan komt dat gedeeltelijk
voor eigen rekening; van een oud-ge
zagvoerder van de HollandAmerika-
lijn weet ik, dat geen gezagvoerder er
aan zal denken die haven binnen te
varen alleen om passagiers aan wal te
brengen. Wanneer men werkelijk tot de
bedoelde bescheiden afmetingen terug
keert ik ben voornemens tct 500 M.
le gaan geloof ik, dat Vlissingen al
zeer tevreden mag zijn.
De geachte afgevaardigde de heer De
Muralt liet een eenigszins ander geluid
hooren dan de heer Lindeijer. Ik ben
dien geachten afgevaardigd e zeer dank
baar, dat hij tenminste den moed heeft
gehad om te zeggen, dat men dezen
Minister onredelijk heeft behandeld. De
heer De Muralt heeft deze zaak van den
beginne af meegemaakt, hij kent de
heele discussie in de Tweede Kamer, hij
weet de heele geschiedenis en kan beter
dan anderen deze zaak beooraeelen Nu
heeft hij een rekensommetje opgezet en
gezegd: gij hadt aanvankelijk gerekend
op f 5000 per meter, nu zal hel f 4000
zijn of nog minder, nu moet gij dezelfde
som besteden en den kaaimuur zooveel
langer maken. Ja, Mijnheer de Voorzit
ter, een rekensom is gemakkelijk genoeg
gemaakt, inaar men zal begrijpen, na al
wat is voorgevallen, dat ik er meer dan
genoeg van heb. Ik meen op het oogen-
blik absoluut niet verder te kunnen en
te mogen gaan dan tot een kaaimuur van
500 M. De tijd zal leeren of dat vol
doende is.
Nu wil de heer Lindeijer een v erkla-
ring hebben, dat als het noodig blijkt
onmiddellijk tot verlenging zal worden
overgegaan, maar de geachte afgevaar-
digde houde mij ten goede, dat ik een
volgende Regeering niet wil, maar ook
niet kan binden. Wanneer de ontwikke
ling van de haven inderdaad een groo-
ten omvang neemt, is er gèen enkele
Regecring, die de verlenging zal tegen
houden. Nu zegt men: dan kost het meer
geld. Zeker, het bouwen in eens is goed-
kooper, doch het hangt er maar van af,
op welk tijdstip de verlenging zal moe
ten gebeuren. Als ik wist, dat er over
anderhalf jaar toch een stuk bijgebouwd
inoest worden, zou ik zeggen: doe het
dan nu in eens, maar het kan evengoed
pas over tien jaar noodig zijn. A rgezien
wij daaromtrent niets weten, acht ik het
het best, mij thans te bepalen tol de
500 M. waarmee, naar ik meen, ruim vol
daan wordt aan de eischen, die men bij
den opzet van het wetsontwerp heeft
gesteld.
tc huwelijken dan een, dal. zooveel geld
bezit als ik zal krijgen? In Daddv's oog
is iedere jonge man. dien ik ontmoet, een
lortuinjager. Wanneer ik een jongeman
van de golfclub naar huis rijd in mijn
aulo, word ik ondervraagd over zijn ..be
doelingen' wanneer een man mij 's mid
dags meeneemt om tc dansen volgt er
een scène En Daddv heeft zoo weinig
dunk van de mensehendal heeft niet
betrekking op U, hoor ik bedoel thuis!
Maar ik weel niet wat een tweede ge
neratic van millionnairs ooit voor nut
heeft en .jjc hel) het Daddy gezegd. Ik
zou liever met een bedelaar houwen dan
mei een van die rijke jongetjes, die hij
op mijn weg probeert tc gooien
Gelukkige bedelaar dachl ik.
„Ik weel niet, waarom ik L' dit alles
verleid heb,besloot het meisje. „Het
schijnt alsof 1' hel mij ontlokt Of mis
schien is hel de avond O zie eens'
Doe een wensch!"
Een vallende ster school door de lucht
„Ik heb een wensch gedaan," zei ik;
(het was een van die onbereikbare weu
schen, die een arm man zichzelf maar
niel eens inoest bekennen).
„Was hel over Uw tocht naar Cock
Island?"
„Mijn wensch gaal niet in vervulliug,
als ik hem vertel!" antwoordde ik „Eer
lijk gezegd ging het dèftr niet over!"
Plotseling legde zij haar warme, zach
Dat mijn ambtsvoorganger bij het op
maken van het project uitging van een
kademuur van 650 M., past geheel bij
de royale wijze, waarop men in dien tijd
dergelijke werken placht aan te grijpen,
maar leest men na, wat bij de behan
deling van het wetsontwerp is gezegd,
dan blijkt, dat 500 M. voor hetgeen men
toen verlangde meer dan voldoende is.
Ik geloof, dat ik met het instellen van
een commissie, die over eventueele ver
lenging van dien kademuur zou a 'visec-
en, en waarvoor de heer de Muralt in
alle bescheidenheid zich zelf beschikbaar
stelde, de zaak niet dien. Ik moet dat
van de hand wijzen, omdat ik daarvan
wel groote moeilijkheden, maar niet veel
succes verwacht.
Hiermee stap ik van die ongelukkige
haven van Vlissingen af.
DE WIJZIGING DER SUCCESSIEWET.
Hel Verbond van Ned I-'nbi ikanlenver-
eenigiugeh heeft een request aan den
Minister van Financiën l,©richt, ten ein
de een uitbreiding le verkrijgen van de
voorgestelde wijziging der Successic-wet
welke wel i n een nieuw artikel 70 ten
liggende, en 8?) ten achtste, onder
zekere beperking vrijstelling van schen
kingsrecht verleent voor schenkingen
die werkgevers of hun echtgcnooten
zouden willen doen ter pensiodnnce-
ring yan werklieden
Hel verhond dringt or nu bij den "Mi
nister op aan, deze vrijstelling ook te
doen gelden voor schenkingen dooi
den werkgever of diens echtgenoote ge
daan aan pensioenfondsen voor hun ar
beiders, voorzoover dit afzonderlijke
slichtingen of instellingen zijn. De re
geling toch die de Minister voorstelt
zou er toe leiden, dal pensioenen voor
taan slechts als e n uitkeering uit de
kas fier, vennootschap worden gegeven
en niet door middel van. het sociaal
zooveel wenschelijker onalhankeliik pen
sioenfonds.
Tevens v- r zoekt Del Verbond premie-
vrije pensioenen uit de floor tie werk
gevers te slichten pen doen fond-en vrij
te s!e!len van schenkingsrecht Volgen
de nieuwe regeling 'ot'h zou hiervan een
minimum van 28 pel. geheven moeten
worden.
STAAT GE OI» DE KIF.ZERSEI.RT?
Van gister af ligt op de secretarie van
elke Gemeente voor een ieder de kiezers
lijst ter inzage, zooals -die thans door hel
gemeentebestuur opnieuw is vastgesteld
Tot en met den loden April is elkeen be
voegd hij hel Gemeentebestuur verbe
tering in de lijst aan te vragen op grond
dal hij zelf of een ander in strijd met do
wet daarop voorkomt niet voorkomt
of niet behoorlijk voorkomt.
Zij die van oordeel zijn dat /.ij thans
voor de eerste maal op die lijst moeten
voorkomen doen verstandig zich daarvan
op het gemeentehuis le vergewissen De
altijd mogelijke vergissingen zijn na 13
April niet meer te herstellen
UIT DE PERS.
Nederlanden B e 1 g i e
In een artikel onder hel opschrift
„Naar een goed eind", wijdt het Hand
een beschouwing aan dc berichten over
het vlot en gunstig verloop van de Ne-
derl.-Belgische onderhandelingen
Daarin schrijft het o a het volgende
Men zegt in Den Haag dal dc prins
De Ligne zich had voorgenomen niet
te zullen rusten .voordal de Belgische
koninklijke familie aan Den Haag een of
ficieel bezoek zou hebben gebracht, om
aldus le Qoen blijken van de erkentelijk
beid der Belgische regeering voor het
geen in de dagen van België's diepste el
lende een deel van ons volk en de Ncdor-
landsche regeering hadden mogen doen
om hel leed van het Belgische volle al
thans eenigermate le verzachten
Wij veten niet, iii hoever dit gerucht
waar is, inaar wij hebben aanleiding
te gcloovcn, dal dc eerzucht van den Bel
gischen diplomaat inderdaad gericht was
te hand op de mijne Die aanraking deed
mijn hart sneller kloppen
„Heeft U een opdracht van den Ge
heimen Dienst'?'' vroeg zij.
Voorzichtigheid is een tweede natuur
voor een man. die zijn leeftijd in dat
beroep van zwijgen heeft doorgemaakt,
hl die zwoele, geurende lucht, in den
helderen maneschijn was hel moeilijk het
verzoek van een vrouw te weigeren, in 't
bijzonder van een jong meisje als Marjo-
rie, die zieli tol mij vooroverboog met
schitterende oogen ,de lippen even ge
opend, en zoo dicht bij mij dal ik den
geur van haar haar kon bemerken Haar
hand rustte op de mijne en ik legde mijn
tweede hand er over heen
,,U kunt mij vertrouwen, zei 7.e niet
iels smeekeuds in haar stem. „Ik geloof
zeker, dal er iels geheimzinnigs is aan
dien tochl van l' naar dal kleine eiland
Ik weel ,dal U niet gaat onder toezicht
van het Gouvernement .(dit was hel voor
wendsel dat Garlli had opgegeven voor
mijn bezoek aan Cock Island „want dat
soort van werk wordt altijd door de Ma
rine gedaan Vertel mij Uw geheim nu
maar!"
Ik moest mijzelf in bedwang houden-,
want zij was bijna onweerstaanbaar. Ik
wendde mijn blik van haar af en pro
beerde mij te stalen voor een weigering.
Wal ik even later gedaan zou hebben
kan ik niet zeggen .want wie kan ver
ap een herstel der normale heirekkingen
Die (aak is hem niet vergemakkelijkt
De leiding der buitenlandsche politiek le
Brussel, actie in de pers door een zij
ner voorgangers óók in een in Neder
land verschijnend blad gevoerd, de hou
ding van Brussel tegenover de stam- en
taalverwanten van liet Nederlandsche
volk binnen België's grenzen hebben het
werk van den Belgischen diplomaat ui
Den Jlaag schromelijk verzwaard
Wij willen in dil stadium der ontwik
keling van de Nederlandse!»-Belgische he
irekkingen, de feiten maar niet in de her
innering terugroepen Dal zou goeden
groei kunnen belemmering
Hel zij genoeg te conslalecren .dat.
toen de. onderhandelingen met België
over een ordening der zaken .die regeling
behoefden omdat België liet statuut van
1839, dal zijn onzijdigheid waarborgde,
als een te eng keurslijf' had verworpen,
werden lier val. in breedc kringen van
ons volk het vertrouwen in jlir. Van
Karaebeeks leiding eenigermate geschokt
werd Men vreesde, dat wellicht aan de
wonschelijkheid van een departemen
taal succes meer zou worden geofferd
dan voor hel volk een dergelijk succes
waard was.
IIcl feit, dal de Koningin vrijheid vond
weer door België te reizen .met de we
tenschap. dat de koninklijke familie haar
te Brussel zon komen begroeien is wel
zeer geschikt om deze vrees le.bescha
men Wie iets weel van Harer Majesteils
opvattingen op dil stuk. weet ook. .dat zij
daartoe niet zou hebben besloten, in
dien men aan de overzijde onzer Zuide
lijke grens nog steeds in ambtelijken
kring wenschcn koesterde, die door Ne
derland niel kunnen worden vervuld.
Men mag nu wel aannemen .dat hel o f-
fi c i e e 1 e anuexionisme dood is. dat
de Brusselsche regeering hel nu ver
loochent.
Dat is een groot voorloopig succes
voor de leiding onzer buitenlandsche
staatkunde en zeker ook in zekeren Zin
voor prins De Ligne liet geelt hoop. dat
een aannemelijke regeling lot stand komt
Dan zal er stellig ook niets meer m den
weg staan aan een oftieieel bezoek van
hel Belgische koninklijk paar dal na al
wal er geschied is van zelf sprak en
dat even natuurlijk wel achterwege
moest "blijven.
KUNST EN WETENSCHAPPEN
Hot „Afrikaanse li
Prof. J- J. Smith uit Stillenbosch, heeft
Maandagavond in de Aula dei Univer
siteit een rede gehouden over „Afri-
kaansch en HoJlandsch" Hij sprak daar
bij in het Afrikaansch.
Een 20 jaar geleden kon men nog niet
spreken van een Afrikaanschc taal,
maar sedert is zij gegroeid. Is zij een
Nederlandsche taal gebleven? Spreker
gebruikte dit beeld: Een man is gehuwd,
hij heeft zijn eigen vrouw gevonden,
maar toch is hij een kind gebleven van
zijn moeder. Het Afrikaanschc volk is
gehuwd met zijn taal, maar hel Neder-
landsch is nog altijd de moeder.
Prof, Smith stelde verder in het licht,
dat het Afrikaansche volk, al is het reeds
250 jaar geleden dal de Boeren uit Ne
derland trokken, in wezen Nederlnndsch
gebleven, ondanks vermenging met an
dere volken. Van het bloed is 53 pCt.
Hollandsch, 23 pCt. Nederdu'lsch, 16
pCt. Fransch. Vermenging met de kleur
lingen is er haast niet.
I)e Afrikaners zijn een volk geworden,
niet een zoo voorbeeldig volk als men
wel eens denkt. „Daarvoor zijn wij te
veel verwant aan de Europeanenzeide
spreker (gelach).
De band met de Hollandsche cultuur
bestaat nog altijd: bloed is dikker dan
water en niemand zal dien band kun-
vcnietigen, zoolang Zuid-Afrika blijft
beslaan. De beide talen, Nederlandsch
en Afrikaansch zijn geworteld i p één
stam. Er is thans een eigen schrijftaal,
maar de oer-cultuur is Nederlandsch ge
bleven.
Waarom nu die band van de taal ver-
verantwoordelijk zijn voor wal hij doet
onder de toovermacht van den mane
schijn in de tropen? Maar op dal oogen-
blik ontwaarde mijn neus den geur van
een sigaret in de nabijheid.
Snel keek ik rond. IIcl had er alles
van of wij alleen waren. Achter ons toe
kende zich de- witte rookpluim van de
„Naomi" af legen de lucht; aan beide
'zijden was hel dek verlaten, hel eenige
zichtbare mcnschelijke wezen was de
man aan het stuur die als een zwarte
silhouet legen den Hauwen lichtglans van
hel kompashuisje afstak Maar de scher
pe geur van Turksche tabak drong lot
mij door en de mogelijkheid van een luis
teraar binnen gehoorsafstand bracht mij
snel op aarde terug.
,.lk vrees, dal cr geen geheimzinnig
heid is aan mijn hoele Uitstapje," zei ik.
mij tol het meisje wendend. „U weet al
les wat er te weten valt!"
Ik sprak zoo -onverschillig mogelijk.
iMaar ik wilde den verwijlenden blik. dien
zij mij toezond niet zien Toen trok zij
haar hand snel terug.
„Ik denk. dal U mij hinderlijk nieuws
gierig vindt'1 was haar koele opmerking.
Nu klonk een voetstap op het dek Dr
Custrin stond achter ons Een sigaret
tusschen zijn vingers zond een klein spn
raaltje van blauwen rook omhoog; over
zijn arm droeg hij een glinsterende zil
veren shawl.
>roken? Was liet om los te geraken van
c!c Hollandsche cultuur? Neen. De Boe-
rc:i en hun voorzalen wonen als gezegd
sedert 230 jaren in Afrika, maar nog al-
lijd zeggen zij: ..Wij zijn Hollandsch.
Doch de taal, zooals de Nederlanders die
schrijven, is thans voor de Afrikaners te
■oeilijk. Srpeekt men een Boer in het
nolknds'ch aan, dan zegt hij: „Spreek
Afrikaansch".
Dat maakt moedeloos. Als in Neder
land iemand dialect spreekt, zegt men:
„Geef hun beter onderwijs en leer hem
Néöerlandsch". Maar als men den Boer
zcgl „Geen Afrikaansch", dan zegt hij:
„Dan spreek ik Engelsch".
De Engelschen zorgen voor goed on
derwijs, hun taal is veel gemakkelijker
dan het Nederlandsch. Wil men nu de
Dictsche cultuur redden, dan is liet noo
dig Afrikaansch te spreken en te schrij
ven Die taal is voor de Boeren gemak
kelijker dan het Engelsch.
Jn 1905 zijn bij art 137 van de grond
wet aan de Nederlandsche en de Engel-
sche taal gelijke rechten verleend. Maar.
dit was een papieren recht omdat het
oL:< leele Nederlandsch geen kar.s had.
Anders is het geworden, toen Ln 1914
wettelijk werd vastgelegd, dat onder
Nederlandsch ook werd verstaan Afri
kaansch. Sedert de laatste 15 jaien heeft
cle landstaal vesting na vesting veroverd.
Hoe komt het nu, dat het Afrikaan-
che zooveel afwijkt van bet officieele
Nederlandsch? Men denkt aan een
.brabbeltaal", aan invloeden van andere
talen, maar dat is allemaal onjuist,
meende spreker. Hel Afrikaansch is ont
staan uit het dialect der Boeren p hel
platteland. Spreker kon niet de con
ch Je declen, welke de Nederlandsche
h.oogleeraren over het ontstaan van het
Afrikaansch hebben getrokken. Hij wilde
daaiop niet dieper ingaan, maar wel zijn
e:gc:! inzicht mededeelen.
Dc meeste kolonisten kwamen uit
Zuid-Holland en Noord-Holland, In het
Afrikaansch nu vindt men de d'decten
van de beide Hollanders terug. Hel dub
bele in voor niet" komt in Amster
dam oor. Het weglaten van de t in
reg" „plig", enz, doet men ook in
Utrecht, hel Afrikaansche verkleinwoord
ie" is typisch Zuid-Hollandsch.
Het Afrikaansch „oolijk" in den zin
van „niet vioolijk", „katterig", treft men
aan in de „Camera Obscura".
Dit zijn slechts enkele voorbeelden,
maar bij diepeie studie was spieker ge
bleken, dat het Afrikaansch een regel
matige voortzetting is van Hollandsch.
Stichtsche en ook Zeeuwsche dia'ecten.
Uit die dialecten is het Afrikaansch ge
gloeid in vrije ontwikkeling. Remmende
invloeden, zooals zich in Nederland de
den gelden, als school en kerk ontbraken
in Zuid-Afrika, de spreektaal kon zich
\.ii ontwikkelen.
Daarbij kwam, dat het contact met de
moedertaal was verbroken. Reeds om
streeks 1750 had het Afrikaansche dia
lect den vorm van de tegenwoordige
taal, die volkstaal is geworden
Er is, zeide spreker ten slotte, bij ons
geen streven, om los tc geraken van
Nederland, maar wel om zelfstandig te
staan tegenover vreemde cultuur.
En die zelfstandigheid is alleen te be
reiken door 't Afrikaansch. De leuze van
spreker en zijn medestrijders is: „Schrijf
.Afrikaansch, lees Afrikaansch en Neder
landsch",
RECHTZAKEN.
A D 13 jaar. havenmeester te
Biervliet, gedetineerd, verdacht van
oplichting te Biervliet gepleegd in het
najaai van 1921, is in vrijheid gesteld.
o
Kantongerecht te Goes.
Door den kantonrechter le Goes zijn
veroordeeld wegens
liet op den openbaren weg met centen
spelen I P. P., lersekc f2 b. s 2d. h,
t H Icrseke. f2 b. s> 1 \v l overtr.
(gemeenteverordening lerseke v. S.',
lersekc f 5 b s. 2 w. t., niet voldoende
zorg dragen voor gevaarlijken hond O.
K Goes t'ö I» s. 3 d h overtreding
.Sir Alexander vroeg mij of ik U zeg-
gen wilde dil om Uw schouders te doen
zei hij lot Marjoric. terwijl hij de shawl
ontvouwde „De wind wordt frisschcr
liet meisje trok de shawl om dc schou
ders. Dc dokter keek ons beiden aan
„Wal een heerlijke avond'' merkte hij
op Op deze breedten schijnt de maan
ecu vreemden invloed op ons te hebben.
Uw vader heeft mij bijvoorbeeld de
heele geschiedenis van zijn jongensjaren
verteld, juffrouw Garth, en ik geloot', dat
ik hem ontboezemingen heb gedaan over
mijn streven en mijn ambities. Maar ver
trouwelijke mededeclingen bij maneschijn
is men geneigd den volgenden morgen te
betreuren niel waar. majoor?"
Hij sprak op zeer vriemlelyken toon.
geen spoor van onbeschaamdheid of aan
matiging in zijn manier van doen Maar
er lag een dubbelzinnige beteekems in
zijn woorden die duidelijk bewees, dal
hij in alle geval hel eind van ons. ge
sprek gehoord had het deed mij onaan
genaam aan
„U hoeft niet bang te zijn voor Ma
joor Okcwood." antwoordde Marjorie met
een nauwelijks merkbaar tikje boosheid
in haar stem. „Ik hen er zeker van. dat
hij een voorbeeld van bescheidenheid is
Ik geloof niet," voegde zij erbij, .dal ik
ook maar iets van kitte voel. I' heeft be
loofd voor mij le spelen, dokter Komt t'
niet in den salon9 Daar staat een piano"!