FEUILLETON.
ONTVOERD
56
den
eelen
E)
ten
W.
8 IJ VOEGSEL
SSAN DE
'ES»
1
Dinsdag 24 Febr. 1925, No. 46.
loonen), en bovendien kan liet voor ons
en voor alle bezoekers slechts winste
zijn, wanneer op de dan te houden kunst
tentoonstellingen ook andere landen met
l:e! beste komen, wat zij op kunstgebied
kunnen geven. De uitwerking zal slechts
te sterker zijn, naarmate ieder land zich
tot het allerbeste moet beperken.
Voor dat onderdeel voelen we meer
dan voor de sportwedstrijden, wier nut
voor de sport in het algemeen nog vra
gen doen rijzen.
En dus zeggen we laten de Staten
Generaal die viermaal 2% ton toeslaan.
Dat kan er nog wel af, en wat meer be
kendheid van ons land in andjere lan
den bij andere volken, kan zeker geen
kwaad.
EEN MILLIOEN
VOOR DE OLYMPISCHE SPELEN.
We vermoeden dat van dc volwassen
Nederlanders er zeker eenige millioenen
volkomen onberoerd zouden zijn geble
ven, wanneer de eerstvolgende beurt
voor de vijfjarige Olympische Spelen niét
aan Nederland ware toegewezen. En één
millioen uil de openbare kas voor dat
doel, klinkt onaangenaam in een lijd,
waarin de ambtenaren adergelaten wor
den, en allerlei nuttige dingen uit zuinig
heid moeten worden nagelaten.
Maarhet is een zaak van natio
nale eer geworden, zoo betoogt de regee
ring,
Eigenlijk is hel dal geworden, toen de
voorloopige toewijzing aan ons land van
de eer om de Olympische spelen in
1928 hier te krijgen, aanvaard werd door
de Nederlandsche vertegenwoordigers.
Die zullen dat wel niet op eigen houtje
hebben gedaan. Maar heeft toen de re
geering al een rekensommetje gemaakt?
In ieder geval zitten we nu daar nog al
stevig aan vast. Als Nederland nu wei
gerde zouden we een onbehaaglijk figuur
maken en voorbereid kunnen zijn op een
hoon in het buitenland, die vertaald kan
werden met krenterige krentenweger
Landen, die veel meer door cjjbn oorlog
geleder, hebben, zooals Frankrijk en Del
gichebben wèl de noodige gelden toege
staan. .Moet Nederland dan zeggen, dat
hel er geen geld voor heeft?
Zonder ook maar eenig enthousiasme
voorzien we dat dit voorstel zal moe
ten worden aangenomen. We erkennen,
dat er ook iets tegenover staal.
Dat de dan te houden wedstrijden van
sportlui van de geheele wereld méér
zullen bijdragen lot bevordering der
sport dan de nu reeds geregeld plaats
hebbende- internationale wedstrijden, dat
is iels waarvan de sportlui misschien be
ter begrip hebben dan wij. Ook de bcteeU
kenN van deze spelen als ideëele winst
voor de toenadering der volkeren,
ons niet heel duidelijk- Er wordt zoo
vaak gekibbeld bij die wedstrijden.
Maar we erkennen, dat er moreele
en ook malerieele wiust zit in liet feit
dat in die weken een groote stroom
vreemdelingen naar ons land zal trek
ken. Een malerieele winst als de belang
stelling even groot blijft als ze eerst was,
De jongste spelen in Parijs hebben een
groote teleurstelling voor dc belangheb
benden opgeleverd in materieel opzicht.
Enfin, laten we 2i/2 ton per jaar ge
durende vier uilgeven. Dal is nu ook niet
zoo verschrikkelijk voel op een slants-
begrooting van totaal 740 millioen.
Maar dan hopen we één ding:
De regeering legt er in haar toelich
ting den nadruk op, dat d,eze spelen niet
slechts de sport betreffen. Er is een
kunslafdeeling aan vast gehaakt, die
steeds grootere verhoudingen aannam,
en die tol resultaat had dat de landen
eikaars kunst heter leerden begrijpen
Vooral in Parijs was die kunst zeker niet
hel minst belangrijke onderdeel.
Onze hoop is nu, dat bij de voorberei
ding dier Olympiade In ons 'land hij
zonderc aandacht aan die afdeeling zal
worden gewijd. Wij zelf hebben op dal
gebied iets merkwaardigs en eigenaar
digs te laten zien (méér dan wij op die
Spelen op Sportgebied vermochten te
RO B ER® LOUIS STEVENSON.
Geautoriseerde vertaling van
J. C. L. B. PET.
47).
Maar je hebt ongetwijfeld gelijk, dat je
aan hem gehecht bent, want hij is ook
aan jou gehecht. Hij was je trouw ka
meraad, en 'niet minder, paribus curis
vestigia figil, want ik geloof, dal jullie
beiden hard over de galg dachten. Wel
wel, deze dagen zijn gelukkig voorbij,
en ik denk, dat je menschelykerwijze
gesproken nu aan het eind van je ellen
de bent."
En terwijl hij zoo moraliseerde over
mijn avonturen, keek hij mij aan met
zooveel humor en welwillendheid, dat
ik nauwelijks mijn voldoening kon ver
bergen.
Ik had zóó lang gezworven lusschen
buiten de wet geplaatsten en geslapen
op de heuvels, onder den blooten he
mel, dat het een heele vooruitgang was,
weer eens in een schoon, gemeubeld huis
le zitten en vriendelijk te praten met een
lieer in fijn zwart laken.
En juist, toen ik dat bedacht viel
mijn blik op mijn outoouhare lompen en
BINNENLAND.
DE PRINSES.
rinses Juliana heeft Zaterdagmiddag
in gezelschap van Jonlcvr. v <1 Poll
per auto een bezoek gebrachl aan de
Blocmendaalsche school ,,ITel Kopje".
Op den terugweg wérd een loer ge
maakt door Haarlem.
In een ander bericht lezen wé dat «le
Prinses Ihans fietsen leert,
HANDENARBEID
In ons nummer van Donderclag j 1.
kondigden wij aan eenigszins uitvoerig te
zullen terugkomen op de rede door den
heer J Vreeken uitgesproken voor de
Vereeniging voor Huisvrouwen over
„Handenarbeid' aan welke loeze.gginf
wij thans willen voldoen.
Na er op gewezen te hebben, dat
er op het gebied der opvoeding van liet
kind te weinig uilwsselng van gedachten
tusschen man en «touw wordt gezocht,
kwam spr. lot de vraag wal Handenar
beid is.
Spr. verstaat daar niet onder liet wer
ken door een timmerman, smid, of an
dere vakman, evenmin het maken van
een handwerkje door meisjes of van een
of ander Voorwerp bijv. uit een sigaren
kistje door een jongen in hun vrijen
lijd, maar hij bedoelt, dal een jongen of
meisje na geestelijk eenige uren inge
spannen werkzaam te zijn geweest oiid«
deskundige leiding <?enig voorwerp van
hout, karton, klei, dun metaal, raffia,
piti'iet e. d. maakt. Dit voorwerp voldoet
aan bepaalde eischen vjafn maat, vorm
afwerking, in overeenstemming met zijn
of haar leeftijd en vermogen t is en
blijft kinderwerk. Deze kinderen .ver
richten Handenarbeid.
Terwijl voor den arbeider iiet alge-
leverde werkstuk alleen beleekenl finan-
cieele bate, is voor den beoefenaar van
huisvlijt hel doel niet zijn tijd in geld
om le zetten, maar hel voorwerp is hem
lief geworden om de zorg, dc volharding
aan zijn werkstuk Besteed om den groei
van zijn kunnen, om hel belangstellende
medeleven van zijn Iiuisgenooten, om de
knusse gezelligheid, welke rondom hem
ïieersclite.
Wanneer men een kind zet aan dc
methodische beoefening van den Handen
arbeid dan is dat niet om iu 'l verschot
lachend geldelijk voordeel. Ook niet <>m
de vervulling van vrijen lijd mol aange
name» arbeid en als tegengif van den
lediggang maai- opdat oog en hand onder
de heerschappij van den wil zullen wor
den gebracht; opdat zuinigheid, orde.
netheid en bedachtzaamheid hem lol een
tweede natuur zullen worden; opdat ken
nis van lijnen, vlakken en meetkundige
lichamen langs den weg der ervaring zal
worden opgedaan; opdat hel kind or-
langc voor zoover dat in onze onvol
maakte samenleving mogelijk is, een op
voeding, in overeenstemming met zijn
bestemming, een harmonische op
voeding. Aan deze bedoelingen van spre
ker ligt een opvoedkundig plan ten
grondslag, een paedagogisch streven, dat
schaamde ik mij weer. Maar de advo
caat zag dat en begreep me. Hij stond
op, riep over de trap, voor een persoon
meer le dekken, en bracht me naar een
slaapkamer op de, bovenste Verdieping.
Hier zette hij water en zeep en een
kam voor me klaar, legde een stel klee-
ren van zijn zoon uit en liet me met nog
een toepasselijk citaat alleen voor mijn
toilet.
HOOFDSTUK XXVIII.
Ik ga op onderzoek naar mijn
erfenis.
Ik veranderde mijn uiterlijk zooveel ik
kon en toen ik in den spiegel keek, zag
ik met blijdschap, dat de bedelaar een
ding van het verleden was en David
Balfour weer in hel leven was geroe
pen. En toch schaamde ik mij over
de verandering en bovenal over de
leende kleereu, Toen ik klaar was, trof
ik mr. Ranheillor op de trap, die mij
zijn compliment maakte en me ween
naar hel kabinet bracht.
„Ga zitten mr, David", zei hij, „en
laat me. nu je weer een beeljc jezelf
boni, probeeren jc wat nieuws te vertel
len Je verbaast je ongetwijfeld over
je vader en je oom? Het is een wonder
lijke geschiedenis en het spijt me, dat
ik je de uitlegging moet geven, want",
zei hij, werkelijk verlegen, „dc zaak
draait om een liefdesgeschiedenis."
„Op mijn woord", zei ik, „dat kan
ik me bijna niet voorstellen van mijn
oom."
„Maar mr. David, je oom was niet
zich als doel stelt de vervolmaking van
hel heerlijkst goed, dal de Schepper
man en vrouw vermaakte hot kin<!
Spr. erkent dat in zijn desiderata het
weten slechts een ondergeschikte plaat»
in neemt, maar hij la ebt het ook een
vloek van onzen lijd, dat men d<> kin
deren volpropt met allerlei kennis, on?
dal zij door den rijstenbrijberg van talen,
wiskunde enz. heen moeten dit alles om
dat het "kind zoo gauw mogelijk zal gaan
verdienen en om hel' zelfstandig le
maken in financieel opzicht. Nu ontkent
spr. niet, dat men do dingen moet nemen
zoo zc zijn, maar hel is zeer onverstan
dig niet te streven naar verbetering van
het bestaande, als dat bestaande ons niet
voldoet. Waarom verzet men zich niet j
tegen de eenzijdigheid der leerplans op
welhaast alle scholen in Nederland. Heeft
een mensch dan geen anderen dan in-
telleclueelen aanleg? Wat komt er te
recht van de vorming van den aestheti-
schen smaak? Of heteekent dat soms
niets? Dal de jongelui zich zoo intens
wijden aan sport is een natuurlijke re
actie op de eenzijdig geestelijke cultuur
en als die sport tot excessen ontaardt en
de studie gaal schaden aan wie dan dc
schuld? Dit is aan hel stelsel, «lat alleen
aanstuurt op ontwikkeling naar eene
kant, naar de zijde van hel weten.
De laatste twee eeuwen is er herhaal
delijk voor gewaarschuwd, dal hel hui
dige onderwijsstelsel als opvoedingssy
steem onmogelijk kan bevredigen, en toch
in plaats van op hel aantal kennisvak
ken te besnoeien, hebben verschillende
wetgevingen dat aantal nog uitgebreid,
waarbij spr. o. a wijst op hel z i. ten
deze ongelukkige jaar 1857. En toch,
men moet niet alleen opvoeden een
ziel, niet alleen een lichaam, maar een
mensch. De hedendaagsche school maakt
zich schuldig aan geestesoverlading en
het kind is de dupe van de nalatigheid
der opvoeding ten aanzien des lichaams
Er is in ons onderwijssysteem geen'
plaats voor gezamenlijk en gelijkmatig
lciaen van ziel en lichaam Het gymnas
tiekonderwijs moet zeker worden uitge
breid, doch ait is niet voldoende, daar
door dc gymnastiek we] de gi-ootcre
spieren van romp en ledematen geoefend
en gestaald worden, maar niet de han
den, volgens Ilerbarl s m enschen vooi--
naamsle werktuigen, die van werken aan
werktuigen eer na- dan voordeel le wach
ten hebben Wie harmonische ontwik
keling van den jongen mensch wil, moet
niet alleen den geest, maar ook zijn li
chaam harmonisch ontwikkelen. Het ge-
ihcelc lichaam, dus ook de hand. Dc voor
standers van een opzettelijke oefening
der hand zien de gebreken van de uit
sluitend intellectueclc schoolsche ont
wikkeling in en schromen niet, dal te
zeggen. Ilun doel is cellier veeleer te
waardeeren dan le kleineeren Zij staan
de lichamelijke oefening, ook door spel
en sport voor, maar doelmatig geleid
lot sterking van hel organisme, lot ge
wen schle afwisseling, tot saneering niet
hel minst van dc ziel, aan wellce het le
ven zulke groole eischen stolt opdat het
noodzakelijk welen worde mogelijk ge
maakt.
„Nalura Artis Magislra" Natuur de
Leermeesteres der Kunsten verdient
een plaats hoven elke schooldeur, moest
gegrifd zijn in ieders geest. Ware dal
zoo, dan zou dc school niet langer de
duidelijk zich uitsprekende neiging van
het kind negeeren. Hot kind en de uitin
gen van zijn innerlijk leven moge het
voorwerp van veler gezette studie zijn
geweest, wc slaan nog maar aan het
begin van oen periode, welke de ver
vulling moet brengen van wat zich als
noodzakelijk manifesteerde. Men moet
zich afvragen «val leert ons het kind,
hoedanig is zijn aanleg, waarheen gaan
zijn neigingen? Wal zegt ons de na
tuur? En dan moet men zich daarnaar
richten.
Spr. «vees er vervolgens op, dal Han
denarbeid ook een uitmuntend tuchtmid
del is, en vraagt dan waai' te Middelburg
de ouders blijven, die «-oor hunne kinde
ren, die R. B. S H. S. of Gymnasium!
bezoeken, de stelselmatige beoefening
«•an den Handenarbeid «'erlangen. Men
mag zich daarbij niet laten leiden door
onwil der kinderen zel«re, geboren uit
onkunde, maar door zijn eigen redelijke
o «-er wegingen. Nog steeds blijft „ledig
heid des duivels oorkussen."
Spr. bezag «'er«-olgens een andere zijde
van de zaak in kwestie. Het valt z
niet te ontkennen, dat de arbeid der han
den in het algemeen niet e«'en hoog
wordt aangeslagen als die «'an den geest,
en het ge«'olg is jalouzie, wangunst, enz.
De arbeider kan zich «vellicht niet zoo
hoog op«verkcn. dat hij anderer geestes
arbeid op den juisten prijs weet te laxee-
ren, hel omgekeerde kan \«'el gebeuren
Hij, die met geestesarbeid in zijn onder-
houd^A'oorzict, kan zich door het aan-
leeren van een "bepaalden lichamelijker!
ai-beid een «oorslclling maken van de
«vaarde \rau dien arbeid in liet algemeen.
Wanneer alle «verkgevers in bun jeugd
als leerling, lïall'was en gezel hadden ge
arbeid, zooals dal in vroeger eeuwenge-
sclhecute, dan zonden zij op de juiste
«vijze hun werknemers kunnen «vaardee
ren en omgekeerd zouden dc werkne
mers in hun eischen worden geremd,
door de overweging, «lat de baas ,..'an
wanten weet". Door het verrichten van
lichamelijken arbeid leert men achting
krijgen voor dien arbeid en de kinderen-
worden behoed voor eenzijdig oordeeleu.
Dil kan ««orden bereikt door invoering
«•an handenarbeid Slöyd) op de lagere
scholen «mi op de inrichtingen «'oor
'voortgezet onderwijs. Na ern paar aanhor
iingen van ingenieur Tutein Noifhcnius-
en van Rousseau, die duidelijk hel «er-
keerde van laag neer zien op hnndcuar-
beid aantoonden, wijst spr. er op hoe bel
beoefenen van slöyd, de mannen handig
maakt en hun in staat stelt verschillen
de huilioudelijke werkzaamheden te ver
richten, -«val zeker ook «vel zonder slöyd
kan, maar slöyd zou dit algemeen ma
ken. Spr. kan zich niet hegrijpen, «lat
de voorstanders van huisvlijt al niet lang
krachtiger hebben gegrepen naar him
ideaal, door de beweging voor die iuvoc-
ring van den handenarbeid op dp scholen
te steunen. Spr. cilecrl dan uil een rede
«•an den lieer W. Jansen, destijds dis
trictsschoolopziener le Middelburg ge
houden in 1907 o«'er „De ethische betee-
kenis van den Handenarbeid", «vaarin
deze o a zeide. jtol '1(d evenwicht tus
schen ons kennen en ons kunnen moet
«vorden hersteld. Ons denken moet dpn-
kend handelen, ons handelen handelend
denken zijn
De heer Vreeken zegt, dal dat den
kend handelen, is denkend, «verken met
de hand, dat handelend denken niet le
verwerken is laugs den «veg van onthou
ding van den arbeid iljer handen. Dat
«vorcll verkregen door methodisch uitge
voerde oefeningen met ïïe hand. "mis
schien niet alleen, maar tqch zeker ook
door handenarbeid. Als er moeders zijn.
die bang zijn cioor te ijveren «-oor han
denarbeid le veel van hun kind te zuL
ten vergen, dan kan spr. die geruststel
len, want op reeds vele scholen heeft
men de beslissende slap gedaan én ner
gens «vordl die slap betreurd, die scho
len komen ten opzichte der gewone vak
ken «'olslrekl niet bij anderén ten ach
ter, waarbij spr. wijst op de rijksleer
school alhier. Dat er onderwijzers zijn
die te kortzichtig en rraag van geest
zijn om zoo iets aan le pakken, is geen
rede, liever «vijst spr. er op. dal mi
nister .De Visser hij de wet van 1920
handenarbeid onder «Ie leervakken dei-
lagere school heeft opgenomen. Zeker
hel geldelijk bez«vaar geldt in dezen tijd,
zeer, maar spr. verzet zich tegen bezuini
gingen, die schadelijk zijn voor ons volk.
Voor alles gaal bij hem de verplichting,
van de gemeenschap om het onderwijs
zoo goed mogelijk le maken. Met hel uit
spreken, dat hij overtuigd is niet Alle
toehoorsters tot voorstandsters te hebben
gemaakt, maar dat hij reeds tevreden
is als meerdere ernstig over dit vraag
stuk zullen gaan nadenken, eindigde spr.
Op de rede «'olgden enkele vragen uit
de vergadering, die door spr. beantwoord
werden en waaruit bleek, dal hij reeds
belangstelling had ge«vekt, die «vellicht
het begin zal kunnen zijn voor een her
nieuwd*? jjoging in de door spr. verde
digde richting.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
•altijd oud", antwoordde de ad«*ocaat, „en
«vat je misschien meer verwondert, niet
altijd leelijk. Hij Jiad een mooi, hoofsch
uiterlijk, de menschen ble«-en staan om
hem na te kijken, als hij op zijn vurig
paard voorbij kwam. Ik heb het met mijn
eigen oogen gezien en ik beken het rond
uit, niet altijd zonder afgunst, want ik
was zelf een eenvoudige jongen en de
zoon «'an ecu een«'oudig man, en in die
dagen «vas het een ge «'al «Tan Odi te,
qui bellus es, Sabelle."
„Hel klinkt als een droom", zei ik.
„Ja, ja", zei de ad«'ocaat, „zoo is het
als je jong bent of oud. Dat was nog
niet alles, maar hij had een geestdrift,
die groole dingen scheen te bekwen voor
de toekomst. Liep hij in 1715 niet weg
om zich aan dc zijde van de opstan
delingen te scharen? Hel was jou«v vader,
die hein achtervolgde, in een sloot vond
en hem multum gemeulem terug bracht,
tol vreugde «ran de heele streek. 'Echter,
majora canamus, de twee jongens «ver
den verliefd en «vel op hetzelfde meisje.
Mr. Ebenezer. die de bewonderde en dc
beminde en de ver«veude «vas, achtte
zich zonder twijfel zeker van de over
winning, en toen hij ontdekte, dat hij
zich «'ergist had, schreeu«vde hij moord
en brand. Het heele land liooi'de ervan,
nu eens lag hij ziek thuis, mei zijn dwaze
familie huilend om hel bed, dan reed
hij van dc eene herberg naai- de an
dere en schreeuwde zijn «'erdriet in de
ooren van Jan en alleman. Je vader, mr.
David, «vas een beste kerel, maar zwak,
Ter herinnering aan het feit, dat
vóór 850 jaren de beroemde Hugo de
Oroot zijn wereldvermaard werk „De
jure belli ac pacis" (Over het recht van
oorlog en vrede) deed verschijnen, zal,
op uilnoodiging der afdeeling Middel-
b u r g van de Vereeniging voor Volken
bond en Vrede, prof. jhr. mr dr Wi.' .T.
M. «'an Eysinga, hoogleeraar in bet Vol
kenrecht aan dc Lcidschc Universiteit,
Dinsdag 7 April in de koine Concertzaal
een rede houden, getiteld „Huig de
Groot".
treurig zwak, hij zette een lang gezicht
bij al die d«vaashcid en op een goeden
dag, denk even na, stond hij de dame
'af. Maar zij was niet gek, van haar moet
je je goede verstand hebben geërfd en
ze weigerde van den een naar den an
der gegooid te «vorden. Beiden lagen
„op hun knieën \'oor haar en het eind
van de zaak «vas voorloopig, dat ze lxun
beiden de deur «vees. Dat ««-as in Augus
tus, goede genade,, hetzelfde jaar, dat ik
«•an de universiteit kwam. Hel moet een
hoogst vermakelijke scène zijn geweest."
Ik vond zelf ook, dat het een gekke
geschiedenis «vas, maar ik kon niet «'er-
gelen, dat mijn vader erin heirokken
was geweest, „Maar er was toch ook iets
tragisch in", zei ïk.
„Wel neen, meneer, hcelemaal niet",
anhvoordde de ad«rocaal, „want hel tra
gische vereischt iets gewichtigs, eenige
dignus vindice iiodus, en dit alles ging
om de humeurigheid van een jongen
ezel, die verwend was en nergens meer
behoefte aan had, dan aan een flink pak
slaag. Maar, dal «vas niet de opinie «-an
je vader en hel eind. «vas, dat nu cxra-
cessie op concessie «*an den kant ^an
je vader en de eene uiting vaii hui
lerige, sentiinenlecle zelfzucht na de an
dere «-an den kant van je oom, ze tot
een soort besluit k«vameu, «vaarvan jij
de onaangename ge«'olgen hebt onder-
«•onden. De een nam de dame, de ander
het landgoed. Nu «vordl er «'eel o«'er
liefdadigheid en edelmoedigheid gepraat,
mr David, maar ik geloof, dat het in
VERKEERSWEZEN, POST EN
TELEGRAFIE.
D o r u s R ij k c r s-b r iefk a a r t
Do Doms Rijkers-briefkaart zal a.s.
Woensdag verschijnen. Het is, zooals
reeds gemeld is, de gewone rijksbrief
kaart van 7\ cent ««elke «'oor 5 cent
verkrijgbaar zal zijn hij hockverkoopers,
niet aan de postkantoren Het verschil
in prijs wordt «-oor het Dorus Rijkers
fonds meer dan gedekt door de op de
adreszijde \'an de kaart aangebrachte re
clame
RECHTZAKEN.
Onbevoegd uitoefenen van de
leiding van een a pot li eek.
Zooals wij reeds gisteren niet een en
kel woord onder Nagekomen Berichten
hebben gemeld, «verd gisteren voor liet
Kantongerecht le Goes behandeld de
zaak tegen den 23-jarigen A. C. v. d. R.
aldaar, die terecht stond ter zake dat-
hij in de maanden Januari en Februari
1925. althans op 6 Februari '1925, des
namiddags ten plus minuli 2 uur in de ge
meente Goes als apotheker-assistent
(hulp apotheker) in de apotheek van de
firma A 0. «'an de Rest, gelegen Groote
Markt 9, anders dan onder toezicht van
een apotheker of van een geneeskundige,
bevoegd tol liet leveren van geneesmid
delen, werkzaam is ge«vccst
De kantonrechter, mr. O. Lucasse, be
gon met ondervragen van bekldie zeide,
dat dc provisor, mevrouw Snijders-Peters
te Goes gedomicilieerd is, .waarop de
kantonrechter opmerkte, dat zij toch wel
bij haar man tc Fijnaart zal \«-onen en
vroeg Jiij of mevrouw geregeld te Goes
in de apotheek bomt, bij«'. een paar
uur op den dag.
Bekl. geeft toe dat dit niet het geval is,
dat de provisor builen Goes woont, maar
dit alles aan den inspecteur bekend is.
Deze inspecteur, A. H. van de Vel
de, als eerste getuige, levens deskun
dige, gehoord, zegt, dal een apotheker
kennis geeft als hij. of in dit ge«fal z<ij,
een apotheek wcnscht te vestigen en
daarbij de namen opgeeft van de assis
tenten, die er werkzaam zijn. De bedoe-
is we], dat de apotheker in de nabijheid
van de apotheek woont De grondstoffen
moeten gecontroleerd ««-orden om de
deugdelijkheid er van te onderzoeken.
Beklaagde zegt dal de inspecteur
de apotheek heeft bezocht en goed be
vonden, dal ook mevrouw Snijders kwam
en eveneens alles in orde bevond.
Getuige zegt, dat het niet tot zijn
taak behoort do apotheek te controlee-
ren. Hij heeft bekl. gevraagd, waar me
vrouw Snijders woonde en kreeg ten ant
woord te Goes
De kantonrechter vraagt of bekl.
zoo iets maar voetstoots aanneemt zon
der verder onderzoek.
Getuige zegt, dal hij alleen een na-
dergelijke betwistbare toestanden altijd
het beste is, ook voor de toekomst, als
dc man zijn advocaat raadpleegt, en
alles neemt, «vat de «vet hem toestaat
In ieder ge«'al bracht deze Don Quichot-
teric van je vader die op zichzelf al
onrechtvaardig «vas, een heele sl«?ep on
rechtvaardigheden mee. Jc vader en
moeder leefden en stierven als arme
lieden, je werd in armoede opgevoed en
bovendien, welk een tijd is het voor de
pachters van het landgoed Shaws ge
weest. En ik zou daaraan kunnen toe-
«'ocgen, als het een zaak «vas, die me
veel kon schelen, wat een tijd «'oor
mr. Ebenezer."
„Maar «vat ik hel wonderlijkst van
alles vindt" zei ik, „is dat iemands ka
rakter zoo kan veranderen."
„Ja", zei mr. Ranheillor, „en toch
geloof ik, dat 't heel natuurlijk «vas. Hij
kon niet meenen, dat hij een mooie
rol had gespeeld. Degenen, die de ge
schiedenis kenden, lieten hem links lig
gen, anderen, die haar niet kenden en
een broer zagen verdwijnen, praatten
van moord, zoodal hij door iedpreen ge
meden werd. Geld «vas alles «vat hij
door de zaak kreeg, wel tenslotte dacht
hij aan niets anders dan geld. Hij «vas
zelfzuchtig, toen hij jong was, hij is
zelfzuchtig nu hij oud is en hoever die
eigenschap kan gaan heb 'je zelf on
dervonden." -
(Wordt vervolgd).