FEUILLETON,
ONTVOERD
fto. 38,
Zaterdag 14 Februari 1925
168" Jaargang.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar
taal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
voor de andere gemeenten p. post f 2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
singen f 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertentiën worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentiën: 30
cent per regel.
Ingezonden Mededeelin-
g e n 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
van 17 regels f2.10, elkë regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
is aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
Postcheque en Gironummer 43255.
DIJ LOKSTEM
DER ENTENTE.
Het schijnt dat Nederland weer be
voorrecht wordt met lieflijk lokkende
uilnoodigingen om een nauwere vriend
schap te sluiten met de overheerschende
groep van West Europa
In het begin dezer week klonken
oude bekende Manken in een betoog van
den militairen schrijver kolonel Reping-
ton in de Daily Telegraph, die moludcer-
de op het thema Nederland behoort
voor de veiligheid van Europa toe te tre
den tot de Engelsch-Fransch-Belgische
militaire combinatie, in het bijzonder ter
wille van de verdediging onzer oostelijke
grens
Nu hechten we niet al te veel waarde
aan dergelijke Ibetoogeu van een enkelin:
Vooral niet als deze bekend staat om zijn
anli-Duitsche gevoelens. Er is voor Ne
derland geen enkel nieuw feit te zien
waarom het zou afwijken van het, ter-
wille van zijn eigen belang ingenomen,
en door 99 pet. der bevolking goedge
keurde standpunt van onzijdigheid tegen
over de verschillende machten in Euro
pa. En bovendien vraagt men zich hier
dadelijk af of zoo iets niet volkomen in
strijd zou zij-n met de gedachte van het
protocol van Genève, dat alleen aan den
Volkenbond bij speciale gelegenheden het
recht toekent om militaire combinaties te
vormen.
Maar Donderdag zijn er in het Fngel-
schc Lagerhuis meedeelingen gedaan
over dat protocol, en naar aanleiding
daarvan weer beweringen verschenen in
de Engelsche pers, die ook aan ons, Ne
derlanders, te denken geven, niet het
minst in verband met die aanbevelingen
van Kol. Repington.
Uit al die gegevens, gister door ons
onder Buitenland vermeld, is gebleken
dal hel protocol niet veel kans heeft in
Engeland aangenomen te worden. De En
gelsche koloniale regeeringen hebben in
antwoord op een vraag naar hun
mecning geantwoord, dat de Engelsche
regcering mam* eerst haar oordeel moest
zeggen, hel was hun te ingewikkeld. Eu
het bleek ook dat weliswaar nog geen
onderhandelingen door de Engelsche re
geering geopend zijn nopens 'n afzonder
lijk verdrag, maar de bladen beweren
dat er in den boezem der regeering wel
degelijk is gesproken over een Engelsch-
Fransch-Bclgische militaire overeenkomst
waarover men het echter in liet kabinet
niet eens is geworden.
liet'spreekt vanzelf dat zulk een over
eenkomst lijnrecht in strijd zou zijn met
het Protocol. En de mogelijkheid om zulk
een afspraak te maken tot een onder
werp van ernstige discussie in do En
gelsche kabinetsvergaderingen, toont wel
heel duidelijk aan, dat men daar heel
weinig vertrouwen in het lol slandko-
men van dat" protocol heeft.
En in zulke omstandigheden lijkt het
ons lofwaardig-voorzichlig van onze re
geering om eeen beslissing over toe
treding tot het protocol niet te overhaas
ten. Er blijken nog te sterke tegen
stellingen te leven in de Europeesglie
politieke wereld, dan dat wij met een
gerust hart door toetreding tot dal pro
locol ons onzijdigheidsbeginsel kunnen
opgeven, met een vooruitzicht op een
gedwongen deelneming aan ccn militaire
expeditie tegen een of andere mogend
heid, die wellicht ons zelf niet direct
misdaan heeft, doch wier straffing is
voorgeschreven door een Volkenbond,
die helaas ook nog niet neutraal is'.
Wc hebben het volle vertrouwen, dat
gqcn machthebber in Nederland er op
het oogenblik aan denken zou op gefluit
als dat van kol. Repington in te gaan.
We voelen ons in Nederland niet ge
roepen om mee te werken aan maatre
gelen, die regelrecht zijn gericht tegen
Duitscliland. Maar we voelen ons ook
niét geroepen om ons te binden aan een
afspraak, die wel eens kon leiden lot
een gedwongen politiek in denzelfden
geest.
BINNENLAND.
ROBERT LOUIS STEÏENSON.
Geautoriseerd© vertaling van
f. C. B. H. SEffl.
42).
De soldaten lieten ons met rust, of
schoon een troep van twee compagnieën
en eenige dragonders voorbij kwam in
het dal, waar ik ze kou zien uit het
venster, toen ik in bed lag. Wat veel ver
bazingwekkender was, er kwam ook geen
magistraat en er werd mij niet gevraagd
van waar ik kwam en waarheen ik
ging, en in dien opwindenden tijd, werd
ik even weinig lastig gevallen als wan
neer ik in een woestijn had gelegen.
Toch was mijn tegenwoordigheid aan al
le inwoners van Balguhidder en aanlig
gende landen bekend, voor ik wegging,
daar velen aan huis kwamen om bezoe
ken te brengen, en het nieuws naar d©
gewoonte van het land, te verspreiden
onder de buren. De plakkaten waren
nu ook gedrukt. Er was één aan het
voeteneind van mijn bed gespeld, zoodat
ik mijn eigen niet erg vleiend portret
IN EN OM DE HOOFDSTAD.
CXVII.
Een week vol incidenten.
Ik heb me niet vergist, toen ik veer
tien dagen geleden durfde voorspellen,
dat liet met een beslissing over die
melkmonopolie-voordracht zoo gauw
niet zou gelultfcen de zaak waar het
omgaat is er véél te belangrijk v
ei hangt te véél van af voor de geheele
burgerij. Ik ben overtuigd en degenen,
die er den moed toe hadden de lange
verslagen over de tot dusverre gevoerde
debatten te volgen, zullen misschien die
overtuiging deelen dat, gelijk ik reeds
als mijn meeningneerschreef, hier een
volksbelang aan de orde is, waarover
een gemeenteraad, en- allerminst een ge
meenteraad als die van Amsterdam,
moest mogen beslissen.
Men begrijpe me wél. 'Ik beweer vol
strekt niet, dat en in den Raad dezer
stad geen leden zijn aan te wijzen, die
de volle begaafdheid bezitten om de
aan hun toevertrouwde belangen der
burgerij ernstig te bekijken, maar het
staat nu toch wél vast, dat de gemeente
raad der hoofdstad zoo dóór en dóór
„verpolitiekt" is, dat hij niet kan hee-
ten .onbevooroordeeld te zullen oordee-
len over een dergelijke zaak, als die,
welke ons nu bezig houdt. Zulk een li
chaam moest niet mogen beslissen over
een zóó belangrijke kwestie, waarover
de meest hoogstaande mannen der we
tenschap nog lang niet eenstemmig den
ken. In een tijd als de onze, waarin in
het stadsbestuur menschen zitten, die
zich feitelijk geen lor aantrekken van
de belangen van hel algemeen, doch al
lee n vragen of zij door hun stem in het
gevlei komen van één bepaald deel der
bevolking, is het bijna misdadig, dat om
trent een voor de volksgezondheid van
zoo groote beteekenis zijnd artikel, in
grijpende beslissingen zullen genomen'
worden „langs de wegen der politiek".
Voor de hoofdstad moet men, dunkt me,
nog steeds hopen, dat tot geen mono-
poliseeren van de melkvoorziening be
slist zal worden vóór en aleer de we
tenschappelijke wereld haar eind-oordeel
zal hebben gegeven.
Van die ellendige „verpolitieking" van
ons stadsbestuur; van die ongelukkige
neiging, die men daarin kan opmerken,
om als 't wg.re „te spelen voor de ga
lerij", heeft de afgeloopen week ons we
der sprekende staaltjes gebracht, door
de twee incidenten, die in den Raad
plaats hadden. We hebben werkelijk
een „incidenten-week" in de Amster-
damsche geschiedenis gekregen.
't Begon eerst met een beschuldiging
van den kant der communisten, op ge
zag -van inlichtingen, hun door eenige
werklieden verstrekt, waarin het ge
meenteraadslid Overst, het sociaal-de
mocratische lid, die tevens is secretaris
van den Centralen Bond van Transport
arbeiders, werd aangewreven, dat hij
de werklieden bij een der grootste ver
voerders van het gcmeentc-mecl zou
hebben aangeraden lid van den Bond te
worden. Déden zij zulks, dan zou hij, de
lieer Overst, kunnen beïnvloeden, dat
de bedoelde vervoerder te zijner tijd ge
meentelijk- transporteur zou worden, m.
a. w. dat de werklieden in dien dienst
zouden worden gemeente-ambtenaren.
En op grond van die beschuldiging
meenden de communistische Raadsleden,
dat deze door den Raad moesten wor
den onderzocht en f'aande dat onder
zoek de verdere behandeling der melk-
voordracht diende te worden geschorst,
„want", zoo redeneerden zij, „een
Raadslid, dat een zóódanig misbruik
maakt van dat ambt, heeft niét het
recht te stemmen over melkvoordi acht,
waaraan, zou zij worden aangenomen,
een belangrijk melktransport verbonden
zou worden."
Ziedaar een prachtige knuppel in een
„hoenderhok" groot kabaal, veel dis
cussie, vooral omdat de logica vrijwel
zoek scheen. Immers, wat had die zaak
te maken met een voordracht, die ten
eerste nog niet was aangenomen en die,
al was zij een uur daarna rijp geacht
voor het Gemeenteblad, nog bij lange
niet het gemeentelijk melktransport zou
brengen?
Over die vraag is weder een heerlij
ken boom opgezet met het gevolg, dat
Raadscommissie, waarin alle fracties,
dat wil zeggen niet minder dan acht
hoe aardig wordt tegenwoordig toch een
stad, die vóór alles handelsstad is, be
stuurd! werd aangewezen om die be
schuldiging, tegen haar collega inge
bracht te onderzoeken. Overigens zou
mèt dien collega het gekout over de
melk worden voortgezet, tot er den dag
daarna weder een incident kwam, dit
maal van geheel anderen aard, ook we
der een communistisch kabaaltje.
Zoo pardoes, te midden der melk-de-
balten, kwam de communistische ka
kon lezen en in grooter letters liet be
drag van het bloedgeld, dat op mijn
leven was gesteld Duncan Dhu en de
anderen, die wisten dat ik in Alans ge
zelschap was gekomen, waren natuur
lijk overtuigd, dal ik het was en vele
anderen moeten hel hebben vermoed
Want, niettegenstaande ik mijn kleeren
had verwisseld, kou ik mijn leeftijd en
mijn uiterlijk niet veranderen en Laag-
landsche jongens van achttien jaar wa
ren niet zoo overvloedig in dit deel van
de wereld en bovendien konden ze liet
een bij 't ander voegen, en vergelijken
met liet plakkaat. Zoo was hel tenminste.
Andere menschen hebben een geheim
met twee of drie goede vrienden en op
een of andere manier lekt het uit, maar
tusschen deze clanmcnsclien wordl liet
verteld aan een hecle landstreek en ze
zullen het een eeuw bewaren. Er ge
beurde maar iets noemenswaardigs en
dat is het bezoek, dat ik kreeg val*
Robin Oig, cén van de zoons van den
beruchtenRob Roy. Hij werd overal
gezocht, omdat hij een jonge vrouw
had ontvoerd uit Balfron en haar, naar
beweerd werd, tegen haar zin had ge
huwd; toch stapte hij door Balguhid
der als een edelman in zijn eigen om
muurd park. Hij was het ook, die James
Maclarcn achter zijn ploeg had dood
geschoten, een veete, die nooit beslecht
meraad" der andere sekse, die de Am-
sterdamsche rijk is, binnen stuiven,
schande roepende over de gemeente
lijke Kindervoeding. Zoo juist was daar
buiten het „Kapitool" een vader van
twee kinderen op haar toegekomen en
had haar van die gemeentelijke voed-
selverschaffing een potje eten getoond,
dat slecht en bedorven was. Daarover
riep ze ach en wee riep schande over
jegens den wethouder voor de levens
middelen-voorziening; jegens den wet
houder voor de Openbare Gezondheid.
Bedorven eten voor de arme kinderen!
en de „edelachtbare dame" wond
zich zóó op, dat de zitting eenige oogen-
blikken moest worden geschorst om
haar weder tot zich zelve te doen ko
men. Voor zoover ik weet bezit de ge
meente Amsterdam een aantal gemeen
telijke badhuizen, doch de wachtkamer
der Raadsleden nog géén aangrenzende
douche om over-stuur-geraakte leden,
door de warmte of wat dan ook bevan
gen, wat te kunnen afkoelen. Misschien
dat men bij volgenden bouw van nieuwe
Raadhuizen, waar dan ook in deze leem
te zal voorzien, gezien dit Amster-
damsche incident.
Maar 't lijkt toch wel, dat ons be-
stuurs-college op weg is zich met der
gelijke dingen in het oog van het land
danig te compromitteeren. Dat een ge
meentelijke gaarkeuken ondeugdelijk
voedsel aflevert is natuurlijk af te keu
ren; dat een man, die zulks voor zijn
kinderen inderdaad zou hebben gekre
gen, deswege bij het gemeentebestuur
klaagt, begrijpelijk en zijn recht; dat hij,
misschien niet den weg wetende waar
met zijn klacht te gaan, zich tot een
bevriend gemeenteraadslid wendt,
óók al weer begrijpelijk, maar dat zulk
een Raadslid zoo'n geval dadelijk aan
grijpt als een mooie gelegenheid om er
een prachtige reclame-incident uit te
slaan voor degenen, die haar partij-ge-
noolen zijn, is zeker belachelijk erger
dan dat: een bespotting van het ambt,
dat zij der openbare zaak ter wille be
kleedt. Met een variant op Hildebrand
zou men kunnen zeggen: „Die Amsler-
damsche Raad heeft alevel altijd wat
raars!" Het na-bedrijf is natuurlijk we
der een interpellatie, liefst zoo breed
mogelijk uit te spinnen, en daarmede is
dan weder een gratis-advertentie voor
de communistische partij bij de aan
staande gemeenteraads-verkiezingen ge
maakt. Waarom eigenlijk niet de
voorstanders van socialisatie doen het
met meel en melk, waarom zouden de
communisten niet handig van een fout
of vergissing of wat dan ook van de
gemeentelijke niet communistische
Kindervoeding gebruik maken?
Het derde „incident" der laatste da
gen is van geheel anderen aard. Het
kwam uit den Haag, maar het raakt al
lereerst Amsterdam ik bedoel het be
drag dat de regeering aan de wetgeven
de macht wil aanvragen voor de Olym
pische Spelen het millioen gulden.
Over de vraag of het toestaan van een
dergelijk kapitaal onder de omstandig
heden, waarin wij hier te lande verkee-
ren, al dan niet gewettigd kan heeten,
.hier geen woord. De „pro en contra"-
stemmen beginnen zich al tc doen hoo-
ren en zullen nog genoeg klinken, over
al in het land. Voor ons, Amsterdam
mers, is het Haagsche gebaar van be
teekenis, omdat het onze stad geldt,
waar men de sport-beoefenaars der gan-
sche wereld over drie jaar hoopt te zien
kampen om zóóvele eere-palmen. Want
de groote steun van rijkswege zal in
elk geval beduiden, dat Amsterdam niet
achter zal kunnen blijven en niet schriel
Rheumafek, Gewrichtspijn,
Verkoudheid.
Totaal van rhcumatiek bevrijd gebleven.
Pastoor J. Beelcn. Geysteren (L.) bericht oas:
„Ik schreef U verleden |aar Ik heb Tcgal-
tabletten gebruikt, resu'taat wezenlijk prachtig en
verrassend. Ik was sedert
jaren Rhcumatlekjijdr en
kon niet meer knielen of
i loopen. Ik voelde pijn en
stramheid in de rechter
knie cn na het gebruik
'f' VJ'1 e('nl9e Bacons Togal-
tablcttcn was zonder de
minste maagstoornis de
pijn en stramheid geheel
verdwenen. Ik werd leni
ger en soepeler in ai mijn
ledematen en kon gelijk
vroeger weer knielen en
indelen Nu is het geheele
herfst, winter en vocr;aars-seizoen voorbij en
door doelmatig gebn. ven Togal-tabletten ben
ik totaal var Rheum, aek lievrijd gebleven, waar
door ik alle Rhcumatiek lijders met veel vertrouwen
de Togal-tablcirrn kan aanbevelen Dagelijks
bereiken ons dergelijk, dankbetuigingen, cn alle
bevestigen de goede en snelle resultaten van
Togal-tabletten bi; 'jMeirheumatiek. zenuwrheu-
matick, gewricbtsi1 - .<-k. rbeumatischc knob
bels, Jicht ischias. hl- en zenuwpij:;, verkoud
heid, influence. en slapeloosheid Centring
en onschadelijkheid gegarandeerd. Verkrijgb. bij
alle Apothekers en Diogistceri fO.SOcn f2
pastoor j.ateurw
uren in de bosschcn
flngez. Med.)
was, en toch wandelde hij liet huis
van zijn doodsvijanden binnen als een
handelsreiziger een herberg.
Duncan had lijd, mij tc vertellen, wie
het was en we keken elkaar bezorgd
aan Men moet begrijpcu, dat het toen
ongeveer de lijd was van Alan's komst,
en het was weinig waarschijnlijk, dat die
twee het goed zouden kunnen vinden
en toch was het zeker, dat een zoo
bedreigd man als de Macgregor arg
waan zou koesteren, wanneer we bericht
zonden of een sein gaven.
"Hij kwam binnen met veel vertoon
van beleefdheid, maar als een man te
genover zijn minderen, nam zijn muts
af voor mrs. Maclaren, maar zette hem
weer op zjjn hoofd, toen hij tot Duncan
sprak en nadat hij aldus, naar hij zal
hebben gedacht, behoorlijk had te ken
nen gegeven, waar hij stond, kwam hij
naast mijn bed en boog.
„Ik heb "gehoord, mijnheer", zei hij,
„dal u Balfour heet."
„Tot uw dienst", zei ik, „mijn naam
is David Balfour".
„Ik zou u mijn naam wel willen noe
men, mijnheer", antwoordde hij, „maar
die is den laalsten tijd belasterd, en het
is misschien voldoende, als ik u zeg,
dat ik een eigen broer ben van James
More Drummond of Macgregor, van wien
u zeker zult hebben gehoord."
„Zeker mijnheer^" zei ik, een beelje
verschrikt, „evenais van uw vader, Mac
gregor Campbell". En ik ging zitten en
boog in bed. want ik meende dat liet
best deed hem ter wille te zijn, voor het
geval hij er trotsch op was een vogelvrij
verklaarde tot vader te hebben.
Hij boog terug „Maar waarvoor ikge-
konjqn hen mijnheer." vervolgde hij, ..is
liet volgende In het jaar vijf en veertig
riep mijn broer een deel van de JGre-
jara" tc wapen en voerde zes compag-
niön aan, om te strijden voor de goede
zaak en de dokter die met onze clan med-
Irok en mijn brooder's been genas, toen
toen het in het gevecht bij Preston Pans
was gebroken, was een heer, die denzelf
den naam droeg als u. ITij was een broer
van Balfour van Baith, en als u familie
van hem bent, al is het in de verte,
ben ik bereid u de diensten van mij
en mijn lieden te verleenen."
Nu moet men bedenken, dat ik niet
meer van mijn afstamming wist dan een
trekhond, mijn oom had zeker over onze
hooge bloedverwanten gepraat, maar
niets gezegd, waar ik nu iets aan had
cn er schoot mij niets over dan met
schaamte te bekennen, dat ik het niet
wist.
Robin zei kortaf, dat het hem speet
mij lastig te hebben gevallen, draaide mij
den rug toe, zonder iets dat op een groet
zal kunnen zijnen daarover zullen wij
dan te zijner tijd in den gemeenteraad
ook het noodigc te hooren krijgen. De
communisten zullen dan natuurlijk wel
beweren, dat het ongeoorloofd is gelden
toe te staan voor zulke door „kapitalis
ten uitgevonden internationale sport-
fcesien", zoolang er gee^i gelden be
schikbaar zijn vo'ór al datgene wat zij
noodig oordeelen in hel belang van de
arbeiders Dat alles komt nog als ver
volg om dit „millioen-incident".
En onderlusschen wordt hier gemop
perd over de maatregelen, die reeds ge
nomen worden om over een paar maan
den een nationaal welkom te geven aan
de drie deelnemers aan den Neder
land— Indië-vluchl. Men is jaloersch op
de residentie die met de eer van die
ontvangst zal gaan ..strijken", en de
mopperaars meenen dat, aangezieó de
vliegtocht te Schiphol, het Amsterdam-
sche vliegpark, begonnen werd en het
dus een vliegtocht geweest is Amster
damBatavia, deze stad ook de eer van
de ontvangst der drie wakkere landge-
nooten dient te hebben, zoodra zij in het
vaderland zullen zijn teruggekeerd.
Zoo oppervlakkig lijkt de redeneering
Zoo oppervlakkig lijkt de rede-
neering £en „fond" van juistheid te
bezitten, maar men vergeet toch. ge
loof ik, dat het terrein van Hout-
rust tc Den Haag gemakkelijker
voor een betooging te bereiken zou zijn
dan Schiphol. Nu hebben we hier na
tuurlijk voor een dergelijke ontvangst
het Stadion, maar we leven nu een
maal in een vaderland dat al ecuwen
lang naast de hoofdstad, de residentie
stad heeft gehad en wanneer men nu
aanecmt en zulks mag men wél aan
nemen dat vertegenwoordigers der
Regecring bij de huldiging zullen willen
zijn, is het verklaarbaar, dat men Den
Haag voor de plechtigheid heeft geko
zen. Het feit echter, dat over een zaak
als deze nog door sommigen veronge
lijking der hoofdstad wordt gevoeld, is
merkwaardig genoeg als een bewijs, dat
jle jaloerschheid, die in vroegere eeuwen
leek en toen hij naar de deur ging, kou ik
hem tot Duncan hooren zeggen, dat ik
„maar een alleenstaande lummel was, die
zijn eigen vader niet kendeBoos als
ik was over deze woorden en beschaamd
over mijn eigen onwetendheid, kon ik
toch wiet nalaten te glimlachen omdat
omdat de man die door dp wet werd
vervolgd en werkelijk ongeveer drie jaar
later werd gehangen, zoo teergevoelig
was op hel punt van afstamming van zijn
kennissen.
Juist toen hij bij de deur was, kwam
Alan binnen en beide deinsden terug en
kelten elkaar aan als vreemde honden. Ze
waren geen van beiden groot, maar ze
schenen op te zwellen van trots. Beiden
droegen een zwaard, en brachten met
een beweging van de dij hot gevest naar
voren, zoodat het gauwer kon worden
gegrepen en de kling getrokken.
„Mr Stewart, als ik het wel heb," zei
Robin
„Op mijn woord, mr. Macgregor, dat
is geen naam om beschaamd voor le
zijn", antwoordde Alan.
„Ik wist niet, dat u in mijn land wa$,
mijnheer," zei Robin
„Ik dacht, dat ik in het land was van
mijn vrienden."
„Dat is een lastig geval", zei de ander,
„daar zou nog over te praten zijn. Maar
ik meen te hebben gehoord, dat u kondt