nemen van de gevoerde correspondentie
over den onderhoudsplicht.
De Burgemeester acht dit niet noodig
en treedt in herhaling.
De heer Reepmaker zegt, daareven
noemde U den naam van mijn gestor
ven vader op een wijze,» die van Uw
kant getuigt van slechten smaak en wei
nig tact. De Burgemeester drukt zijn
spijt uit en biedt zijn excuses aan. U
maakt van een zakelijke kwestie een
persoonlijke. De heer Reepmaker zegt:
U komt er bij mij niet met een vloed
van woorden af. In neem het U hoogst
kwalijk. Het is buitengewoon onkiesch.
U durft maar alles te zeggen.
De heer Blondeel vraagt: Is het waar
dat B. en W. geweigerd hebben de helft
der rekening over 1924 te betalen?
Du Burgemeester: Ja. Er is niet vol
daan aan art. 2 der overeenkomst van
1884, waarin vermeld staat, dat er over
leg gepleegd moet worden voor het ver
richten van werkzaamheden. Wel be
weert St.-Kruis, dat dit gepleegd is met
Wethouders Martens, maar dit blijkt
niet uit notulen of geschriften. Met
Cuclenaere is nooit overleg gepleegd.
Omdat St.-Kruis krampachtig vast houdt
aan 1884, houden wij ons aan Art. 2.
De heer v. d. Hooft zegt, dat wel
degelijk overleg is gepleegd en wanneer
de Wethouder Ceulenaere daar niets
van af weet, is dat niet de schuld van
St.-Kruis. Deze zaak wordt gebruikt
om naam te maken. De woorden, die
U gebruikt hebt, zijn niet zakelijk, maar
zijn om iemand persoonlijk belachelijk
te maken. Hierop interruppeert de Bur
gemeester onverstaanbaar voor het
publiek, waarop de heer v. d. Hooft
zegt: „de toon maakt de muziek."
De Wispelaere zegt, dat de heer v.
d. Hooft, als ambtenaar der gemeente
St.-Kruis, de belofte heeft afgelegd en
in Aardenburg als Raadslid eveneens.
Het oude spreekwoord zegt: „Niemand
kan twee heeren dienen'
Hierop antwoord de heer v. d. Hooft:
Er is hier geen sprake van twee hee
ren dienen, er is slechts een Heer, en
Hem dien ik. En dat is de waarheid.
De heer de Wispelaere zegt, dat men
dan geen twee gemeenten kan dienen,
waarop v. d. Hooft antwoordt, dat zulks
best kan, door strikt eerlijk te handelen.
De Burgemeester sluit het debat en
zegt rondzending der stukken toe.
Als laatste punt der agenda volgt de
bespreking over het beëindigen van een
overeenkomst tusschen de gemeente
Aardenburg en de Kerkvoogden der
Ned. Herv. Kerk alhier, betreffende ge
bruik uurwerken en klokken in den
toren dier kerk. De Burgemeester ver
telt, dat het gebruik van het uurwerk
en de klokken kost aan de gemeente
f 200 plus f 80 voor den klokkenist. Hij
wil een andere verhouding trachten te
verkrijgen. Hij wil f50 betalen voor de
zorg van het uurwerk en het klokluiden
opheffen,
Mevr, v. d. Broecke zegt: We weten
er zoo weinig van.
De Burgemeester: 't Is een bespre
king.
De heer v. d. Hooft: Ik snap niet,
waarom er besprekingen moeten gehou
den worden over dingen, waarvan de
leden van den raad niets weten. Waar
om is het contract plus de correspon
dentie niet rond gezonden? In rond
zendingen zitten altijd kleine, niets be
duidende briefjes, terwijl de stukken van
belang er bij ontbreken. Ware dit zbo
wel, dan zou men de zaken behoorlijk
kunnen nagaan.
De Burgemeester: Het zijn inleiden
de besprekingen. U moest dat waardee-
ren in plaats van te trachten mij er
Oftn verwijt van te maken.
V. d. Hooft zegt, dat hij niet wenscht
een leerling van hem te worden.
De Burgemeester: Gelukkig niet, want
dan zou ik veel last van U hebben.
V. d. Hooft: U schijnt zich bijzonder
te interesseeren voor. contractbreuk.
De Burgemeester: Die breuk is niet
zoo groot. Is U voor luiden?
De heer v. d. Hooft: Ja, ik wel. Mevr.
v. d. Broecke eveneens.
De Burgemeester: Dan is het het
beste dat we het luiden aanbesteden
tusschen de Katholieke Kerk en de
Ned. Herv. Kerk, dan zal het in ieder
geval goedkooper zijn. Debat gesloten.
Het contract zal rondgezonden worden
met bijbehoorende correspondentie.
Pe heer Lannoye tracht nog iets voor
te lezen over de bezuiniging die v. d.
hooft voor eenigen tijd aanbeval en nu
schijnt vergeten te zijn. Maar het was
schijnbaar onduidelijk geschreven,want
hij bracht er niet veel van terecht, 't Was
voor ieder onbegrijpelijk, behalve schijn
baar voor den Burgemeester, die het na
der verklaarde.
De heer v. d. Hooft zegt voor bezui
niging te zijn, wanneer het niet ten koste
moet van contractbreuk.
De heer Lannoye: Moeten dan onze
kinderen aan die contracten vast blij
ven zitten?
De heer v. d. Hooft: De heer, Lannoye
heeft het steeds over bezuiniging, wan
neer het over bedragjes gaat, maar wan
neer het over een enorme som gaat, zoo
als onlangs, dan zegt de heer Lannoye
vergoelijkend, dat de boom is gevallen.
De Burgemeester zegt, geen oude
koelen uit de sloot te halen, waarop de
heer Reepmaker beweert, dat de be
wuste som volstrekt nog geen oude
koe is.
Op de vraag van v. d. Hooft, van wan
neer het contract is, wordt geantwoord,
dat het oudste is van 1818, gewijzigd in
1866 en het laatste van 1919, waarop
de heer v. d. Hooft meedeelt, dat men
dan ook wel een contract van 1923 kan
trachten te willen vernietigen. De Bur
gemeester is het ,er mee eens, als het
dan maar in het voordeel der gemeen
te is.
De heer v. d. Hooft: U gebruikt deze
zaken alleen met het doel om voor u
/elf naam te maken..
De Burgemeester: Heerlijk! What is a
name? Ik wil geen naam maken met
zulke kinderachtigheden, en vast en ze
ker niet door een contractje te verbre
ken. Ik wil naam maken, door de ar
beiders en minderen te laten genieten
van de armen-instellingen. Is me dit ge
lukt, dan zeg ik zoo spoedig mogelijk
vaarwel, want ik ben heusch niet voor
mijn pleizier naar hier gekomen-
Rondvraag:
Naar aanleiding der bewering van den
heer Cuelnaere als zou v. d. Hooft gezegd
hebben, dat de bewuste weide in publie
ke verpachting meer zou opbrengen, stelt
de Burgemeester voor, het genomen
raadsbesluit van voorlaatste vergadering
weder in te trekken.
De heer v. d. Hooft zegt dat het voor
deel voor de gemeente niet zoo groot
zou zijn en daar deze weide Stekeling's
rechterhand is, het jammer zou zijn, op
dat genomen besluit terug te komen.
Twijfelt men aan zijne bewering, dat een
publieke verpachting der weide niet
meer zal opbrengen dan den prijs, waar
voor onder de hand is verhuurd, dan
geeft hij den raad in overweging, alsnog
tot een openbare verpachting over te
gaan.
Na nog eenige discussie trekt de Voor
zitter zijn eerst gedane voorstel weer in.
Mevr. v, d. Broecke vraagt, de no
tulen voortaan direct te maken en den
leden van den raad een getypt afschrift
te zenden. De Burgemeester is tegen
rondzenden, maar wel voor dadelijk vast
stellen en inschrijven. Wie er belang bij
heeft, kan ze komen inzien. Het voorstel
van Mevr. v. d. Broecke wordt rechts
tegen links verworpen.
De heer Lannoye leest voor, waarom
er geen nieuwe subsidie voor de wijk
verpleging is aangevraagd, of dat het
misschien zoo zal gaan, als indertijd toen
het Gasthuis f 6000.subsidie aanvroeg
en het gemeentebestuur aantoonde, dat
er een batig slot was.
De Burgemeester weet hier niets van
en de Secretaris herinnert zich het geval
ook niet meer in bijzonderheden.
De heer v. d. Hooft zegt, dat de reke
ning en verantwoording van de wijkver
pleging nog moet plaats hebben. Vandaar
nog geen aanvraag eener hoogere sub
sidie, dan door den raad is toegestaan.
Verder meent hij, wanneer de regenten
geen f 6000.noodig hadden, zij die. ook
niet zouden hebben aangevraagd.
Blondeel vraagt, hoeveel zieken er
gratis worden verpleegd en hoeveel ver-
plegingskaarten er worden uitgereikt.
De Burgemeester kan hierop geen
antwoord geven.
De heer Blondeel verzoekt den secre
taris een voorstel van hem voor te lezen.
Het komt hierop neer, dat de besluiten
van 1857 en 1858 buiten werking, wor
den gesteld en de regenten van het
Burger-Gasthuis voortaan door den
Raad zullen worden benoemd.
De Burgemeester stelt voor, dit in
handen te stellen van B. en W. om prae-
advies. Hij zal ter gelegener tijd den
raad er op tracteeren. Ik ben zelf van
plan om met een totale reorganisatie
van het Gasthuis ter tafel te komen.
Daar wordt aan gewerkt.
De heer v. d. Hooft stelt voor, het
voor kennisgeving aan te nemen en
deelt tevens mede, dat hij niet gewoon
is zijn gevoelens onder stoelen of ban
ken te steken. Het bevreemt hem zeer,
dat dit voorstel van den kant van Blon
deel komt, want dat iemand van de
Secretarie zich uit den mond heeft la
ten vallen: „Onze Burgemeester is een
ijverig man, want hij gaat terug tot 1800
en in de vijftig. Hij gelooft dat hier een
groote komedie wordt gespeeld. Het
lijkt of alles omver geschopt moet wor
den. U bent hier gekomen om vrede te
stichten en U beoogt niets anders dan
«contractbreuk.
De burgemeester: Alleen in het be
lang der gemeente.
Na nog wat geharrewar sluit de Voor
zitter deze buitengewoon rumoerige
vergadering.
RECHTZAKEN.
Onbevoegd u»i toef enen der
geneeskunde
Voor het Kantongerecht le Goes
stond Maandag terecht de zich noe
mende dr. J. Lindenbergh, ,\vien ten
laste wcnjL gelegd het onbevoegd en bui
ten noodzaak uitoefenen van de genees
kunde.
Kantonrechter is mr. J. iW. Goed-
blocd \waarn.).
Behandeld wordt de zaak D'haen;die
van De Kam le Wissenkcrke is 14 dagen
uitgesteld, omdat dc man nog ziek is.
Lindenbergh zegt D'haon bij het vis-
schen te hebben leeren kennen. Deze
klaagde toen over een kwaal; op zijn
herhaaldelijk verzoek heeft spr. toen ten
slotte in een drogisterij geneesmiddelen
gekocht. Hij heeft daarvoor f 3.— ont
vangen, wat ze hem ook gekost hebben
D'haen erkent, op een hem gestelde
vrapg, dal Lindenbergh heeft gezegd, dat
hij dokter was. Hij verklaarde verder
de pillen te hebben ingenomen. L. ver
klaarde, dat hij in 14 dagen genezen
zou.
Lindenbergh beweert, dat getuige hem
verkeerd moet hebben verstaan.
Ilij heeft bij den drogist eenige ver
pakte geneesmiddelen gekocht. Hij is er
echter mee van z'u fiets gevallen, waar
door fleschje en doosjes stuk gingen
en alles mocsl worden overgegoten en
-gepakt.
Hierna wordt gehoord P. M. .van de
Vissc, huisvr. van F. D'haen. Deze ver
klaart, dat Lindenbergh inderdaad ge
zegd heeft, dat de man in 14 dagen zou
genezen. Ze heeft de groote flesch met
medicijnen zelf stukgegooid, omdat ze
zoo stonk. Zij heeft voorts f 3 voor de
geneesmiddelen betaald Voor de moeite
wilde Lindenbergh niets hebben
De volgende getuige is Joh. v. Hoorn,
buurman van F D'haen, welke heldoor
vorige getuige verklaarde bevestigt. Hij
zegt voorts, dat Lindenbergh den avond
van het proces-verbaal bij zijn buurman
is geweest. Get. v. d. V. verklaart, dat
Lindenbergh toen heeft gezegd. Is 't dat
ze komen met het papier van liet pro
ces, onderteeken dan niet.
Lindenbergh zegt, dat hij dagen met
D'haen bezig is geweest om hem het
a b c te leeren. Hij heeft dit proces
niet aan aen man verdiend, Hij was er
kwaad om. Ilij ontkent, toen gezegd te
hebben om niet te teekenen, dat heeft
hij later gezegd.
Get. v d. Visse- Den eersten en den
tweeden keer.
Lindenbergh Ik heb dal gevraagd,
omdat D'haen bij hel proces-verbaal on
juiste dingen gezegd had.
De ambtenaar bij het O. M. vraagt of
bekl. zich nog uitgeeft als> te zijn toe-
gelalen tot het beroep van genecskuu-
dïgc.
Lindenbergh zegt dit nooit te hebben
gedaan. Heel Zeeland weel dat.
De Kantonrechter. Beroept U u dus
dus niet meer op de papieren van den
vorigen keer? Ja oi' neen?
Lindenbergh wil hierop geen antwoord
geven. Hij heeft de papieren in handen
gesteld van den rechler. Dit is in on
derzoek.
De Kantonrechter: U beeft niets ge
steld. De rechter neemt.-
De Ambtenaar van liet O. M., mr. F.
M. Wilbrenninck, acht liet ten laste ge
legde voldoende bewezen. Daar Linden
bergh de vorige maal zcide- Ik ga kalm
met smeren door, heeft hij gemeend een
eind aan dit smerig bedrijf te moeten
maken. Was L. direct Zeeland uitgegaan,
dan zou hij hem niet meer voor het
Kantongerecht hebben gehaald. Spreker
noemt het beclrog, le doen alsof men
dokter is en met een zoel lijntje te
trachten in relatie te komen met on
ontwikkelde menschen. Er is ook veel
te veel betaald voor prullaria. Spr. eischt
op grond van art. 436 W. v. .S. f 100
boete subs. 90 dagen hechtenis.
Lindenbergh is gefrappeerd door de
woorden, door dien heer gebezigd. Hij
heeft voor D'haen maanden van z.ijn
tijd gegeven. Nee meneertje, f 200 was
nog te weinig geweest.
Wegens het doen plaatsen van een
advertentie in het X. Bcv. Adv. bfad
in welke zaak dc drüklccr-uitgever van
dit blad gehoord werd waarin hij zich
als dr. uitgeeft, werd tegen Lindenbergh
nog- f 50 subs 50 d. li. geëischt
Lindenbergh zegt, dat als de „niach-
telijke recht'' verklaard, dat hij volgens
de wet niet in zijn praktijk mag door
gaan en niet mag masseeren, dal hij dan
Zeeland zal verlaten. Het is hier een
scheldboel.
De Kantonrechter zegt hem, zich in
zijn uitdrukkingen te matigen.
Lindenbergh: Ik vraag u iéts.
De Kantonrechter. U hebt hier geen
vragen le slcllenalleen te antwoorden
en geen brutalen toon aan te slaan.
Uitspraak over 8 dagen.
Een smokkelaffaire.
Doordat een van de betrokkenen de
zer dagen tegenover de marechaussée
te Hulst een verklaring is gaan afleg
gen is gebleken dat ongeveer 14 dagen
geleden onder de gemeente C 1 i n g e
(Z.) een gevecht moet plaats hebben ge
had tusschen een drietal personen die
irachtten een groote hoeveelheid suiker
en andere waren welke zij bij een win
kelier te'Belgisch Clinge hadden gekocht,
over de grens te smokkelen, richting
Nederland en personen die het er blijk
baar op gezet hadden hun die waar met
geweld afhandig te maken. Op Hol-
landsch gebied gekomen, werd hun
„halt" toegeroepen, waarop zij, in den
waan verkec rende met kommiezen te
doen te hebben, op de klucht gingen,
met achterlating van de smokkelwaar.
Direct daarop evenwel werden er scho
ten gelost op de vluchtenden en werd
een hunner door een schot in den pols
en in de bors£ getroffen, waardoor hij
veel bloedverlies bekwam en zich on
der doktersbehandeling moest stellen.
Gebleken is nu, dat zij, die geschoten
hebben, geen kommiezen waren, doch
iemand die zich den avond van den in
koop eveneens te Clinge (B.) had be
vonden, de gangen der smokkelaars had
bespied en zich in hinderlaag had ge
legd om op die wijze de smokkelwaar
machtig tc worden, hetgeen hij dan ook
inderdaad nadat de smokkelaars op de
vlucht geslagen waren heeft gedaan door
het achterhaalde onder het gras te ver
bergen en den volgenden morgen weg
tc halen en aan een winkelier te Hulst
te verkoopen.
Het is thans gebleken, dat de z.g.n.
kommiezen zijn geweest zekere Th. A,
B., 24 jaUr, koopman en J. A. B., 24
jaar, werkman, beiden te Hulst, waar
van laatstgenoemde de schoten moet
hebben gelost. Beide zijn als verdacht
van diefstal met geweldpleging aange
houden en aan den Officier van Justitie
te Middelburg voorgeleid, en naar het
huis van bewaring aldaar overgebracht.
BUITENLAND.
VLIEGENDE PROPAGANDA.
(Van onzen Parijschen Correspondent).
(Nadruk verboden.)
Parijs, 3 Februari.
AI zijn wij, Parijzenaars, dan ook ver
wend, al kijken we niet meer op of om,
wanneer een vliegmachine boven de stad
cirkelt, in de provincie weet men nog wel
degelijk dit wonder want een wonder
blijft het toch te waardeeren, en het is
een ware feestdag, waarover de Fransche
provinciale bladen schrijven, wanneer
eens een vliegtuig zich vertoont in de
streken welke van de bekende luchtha
vens ver verwijderd zijn. Daar loopt iv.en
nog de straat op, en men volgt het toe
stel met het oog tot het aan den horizon
verdwijnt.
De mannen hadden volop gelegenheid
in de oorlogsjaren om vliegmachines te
zien, maar millioenen vrouwen en kin
deren hebben nog nooit het wonder aan
schouwd. En welk een vreugde,, wan
neer eens een vliegenier in zulke afge
legen streken een landing maakt, zoodat
men van dichtbij den vogel kan bezich
tigen.
In Frankrijk is een propagandist-avia-
teur: Ronserail. Het is een eigenaardig
vak, maar een ;dat zeer nuttig is en bij
tijd en wijle belangrijke diensten bewijst.
Daarom deed het mij genoegen, dat de
gelegenheid zich voor mij bood om de-
zen enthousiasten vlieger eens te ont
moeten en hem te vragen hoe hij werkt.
Het is vrij eenvoudig. Kapitaal heeft,
hij niet. In het leger gaan als militair
pilote v/il hij niet. Op het oogenblik heeft
rij een engagement bij het reizende cir
cus Zoo. In den namiddag komt hij boven
een provincie-stadje of dorp en verricht
daar enkele acrobatische toeren, loo
pings, enz. en daalt vervolgens zoo dicht
mogelijk bij de bebouwde kom. Het ge
ronk en gesnor van zijn motor heeft reeds
de nieuwsgierigen naar buiten gelokt, en
wanneer men ziet dat hij gaat landen,
loopt de geheele bevolking natuurlijk uit.
Ronserail, van zijn bestuurdersplaats af,
kondigt aan, dat bij den volgenden dag
op deze plaats een conferentie in de open
liicht zal houden over het vliegwezen
(gratis), en dat het circus Zoö den vol
genden avond voorstellingen za! geven.
Den dag daarop begint hij, op het af
gesproken uur, vluchten en buitelingen
ie maken. Dan daalt hij en houdt zijn
conferentie. Hij noodigt den burgemees
ter en enkele notabelen uit om gratis
met hem op te stijgenhet kost hun
alleen de belofte 's avonds de circus
voorstelling te zullen vereeren met hun
hooge tegenwoordigheid. Laatste vluch
ten, en de piloot vliegt heen naar een
volgend stadje of dorp.
Éonserail maakt aldus een schitterende
propaganda, niet alleen voor het circus,
doch metterdaad ook voor de aviatiek.
Een jaar geleden is, hij bij het circus in
dienst getreden, en twee weken geleden,
toen hij mij dit alles vertelde, had hij
280 gemeenten aldus bezocht. In Mar
seille begonnen, volgde hij het Rhone-
dal. In April was hij in Bourgogne, ,ging
vandaar naar den Elzas (Muhlhouse, Col-
mar en Straatsburg) en Lotharingen, ver
trok naar de Ardennen, kwam over
Rheims terug naar Chateau-Thierry,
Meaux, Versailles, dan naar Mantes,
Rouaan en Fecamp. In Augustus deed
hij de kusten van Normandië en Bretanje;
in September Chelle, Cognac, Angoulême,
Libourne, Bordeaux, Dax, Biarritz,
Bayonne, Pau en Agen. Het werd een
heele rondvlucht. In totaal hield hij 287
causerieën over het vliegwezen; dus iets
meer dan een per stad of dorp. En in
9 maanden (in December en Januari
heeft hij bijna niets uitgevoerd) vloog hij
830 uur, dus iets meer dan 3'/a uur ge
middeld per dag.
Ik geloof, dat ik daarmee een nuttige
propaganda gemaakt heb voor het vlie
gen als sp'ört, zei Ronserail. Want niet
alleen dat ik in mijn causerieën praat
over hetgeen op aviatisch gebied is be
reikt, ik laat me, zoodra ik ergens ge
land ben, den burgemeester aanwijzen,
en dan praat ik over het nut dat het
zou hebben in een allernaaste toekomst
indien zijn gemeente een landingster
rein kon aanwijzen. Overal heb ik toe
zegging gekregen, dat men het denk
beeld zal bestudeeren en' op verschil
lende plaatsen heelt men reeds een be
gin gemaakt om een terrein in orde te
brengen. Nergens stiet ik op onverschil
ligheid of onwil. U begrijpt, dat er al
tijd een massa menschen toestroomen
wanneer ik een landing maak. En' het
gevolg is steeds, dat velen me om een
luchtdoop komen vragen. Ik heb er he
laas niet zooveel kunnen geven als er
aanvragen waren, omdat ik voor het
circus verder moest. Maar toch heb ik
er heel wat gedoopt In La Fleche 15,
in Mont-de-Marsan 20, in Dax 40, in
Rxjssel80 in drie dagen, in Rouaan
20. Geen stad, geen dorp, hoe klein ook,
waar ik neerstreek, of ik heb er een
paar menschen mee de lucht in geno
men En de eerste was bijna immer
de burgemeester.
En wat zijn hu uw plannen?
Voortgaan. Deze maand begint ons
circus weer te reizen, 's Winters, met
de kou en het slechte weer, valt het
niet mee, de tent op te b.ouwen. Het
circus zou trouwens in den winter toch
geen zaken maken, en ook van de
lucht-propaganda zou waarschijnlijk niet
veel terechtkomen. Maar tegen het
voorjaar gaan we weer op stap, en wel
zullen we dan vaak in streken terug
komen waar de al geweest ben goed
beschouwd is dit geen bezwaar, ik moet
het zaakje warm houden en het kan
geen kwaad, dat ik mij eens persoonlijk
ga overtuigen of men woord gehouden
heeft en wat er in het afgeloopen jaar
voor de vliegsport gedaan is. Bovendien
gaan we weer nieuwe plaatsen ook be
zoeken. We zijn nog lang niet heel
Frankrijk door geweest. Allereerst komt
Auvergne nu aan de beurt
De heer Ronserail heeft van zijn va-
cantie gebruik gemaakt om eens een
bezoek af te leggen bij LaurentEynac,
den vooruitstrevenden minister van
Luchtvaart. Hij heeft van den minister
gedaan gekregen, dat hij een gedeelte
mag meenemen van den stand dien het
departement had ingericht op den Salon
de l'Aeronautique, foto's, kaarten enz.
Hij kan daarmee nu aspirant-vliegers
werven voor het leger, en ook overi
gens nuttig werk verrichten, terwijl het
belang zijner conferenties aanzienlijk er
door wordt verliopgd. Dan heeft hij ver
der ook nog met den minister afgespro
ken, dat hij een voor de regeering zeer
interessante documentatie zal samen
stellen van hetgeen hij op zijn reizen
ziet. Hij wil bijv. ergens dalen, en zoekt
daartoe het meest geschikte terrein uit.
Welnu, een beschrijving van dat lan
dingsterrein geven, erop aanteekenen
wat er gedaan moet worden om het tot
een prima vliegveld in te richten, het
is een kleine moeite waarmee deze
lucht-bohemien zich ten zeerste ver
dienstelijk maken kan. Menigmaal reeds
heeft hij zulke terreinen gevonden, wel
ke nog niet waren geklasseerd en waar
toch maar bitter weinig noodig was.
Een boom omgehakt, een greppeltje
dicht gegooid, hier en daar, en Frankrijk
zoii een uitstekend landingsterrein meer
hebben. Voorts zal Ronserail ook offi
cieel de terreinen waar hij landt mogen
fotografeeren.
Het idee is even sympathiek als nut
tig. Menigmaal hebben we, juist in de
zeer officieele kringen, hooren klagen,
dat er in deze richting nog zoo weinig
is gedaan'. Een uitbreiding van het aan
tal landingsterreinen is vóór alles noo
dig, wil het luchtverkeer zich kunnen
ontwikkelen. Dat er nog steden zijn, die
„uit loopen" om een vliegmachine te
zien, bewijst dat er nog heel veel werk
behoort te worden gedaan. Dit hoefde
niet zoo te zijn. Het aantal vliegtuigen
in Frankrijk is zoo groot, dat men er
eiken dag verschillende zou kunnen
zien, zelfs in het meest afgelegen hoekje.
Maar.... het blijft voorloopig bij de
centra: Clermond-Ferrand, Buc, Viroflay
Le Bourget. De burger-vliegenier Ron
serail toont ons, dat het anders kan, en
de heer Laurent Eynac, wiens helder
inzicht in de zaken algemeen wordt ge
roemd, heeft dan ook het aanbod met
beide handen aangenomen. Het is nut
tig werk, wat deze ondernemende, moe
dige kermis-reiziger dagelijks verricht,
negen maanden van het jaar achtereen,
misschien nog nuttiger dan het verbete
ren van snelheids- en hoogte-records
door de kranige aviateurs der officieele
kampen.
Juist aan mannen als Ronserail, die
geheel belangeloos zich in dienst stel
len van de aviatiek, heeft men behoefte.
Want iedereen zal 't toch wel met mij
eens zijn, dat het vliegtuigverkeer het
voornaamste is. Eu dit kon op geen ma
nier beter worden gevulgariseerd en
onder hel bereik gebracht van burgers
en buitenlui, dan gedaan wordt door
dezen aviatischenamateur hage-
preker.
LEO FAUST.
Ingezonden Stukken.
RE ELEKTRISCHE VERLICHTING EN
HET CONTRACT MET WE N.V.
A. Z. E. SI., TE DOMBURG.
M. de Redacteur,
De bedoeling van dit schrijven is, om
de inwoners van Domburg eens duidelijk
te inakcn, lioe menhier in Domburg, in
letterlijken zin, aan handen en voeten
gebonden is door het contract, dat met
de N.V. A. Z. E. M. (nu in staat van
faillissement) is afgesloten, inzake de
slroomlevering voor electrisch licht.
Ecu bepaling in bedoeld contract
schrijft onder meer voor, dat niemand
anders dan de N.V. A. Z. E. M. installa
ties mag aanleggen.
Wil men nu op Domburg een elec-
trïsche installatie laten aanleggen, dan
moet dat werk uitgevoerd worden door
de A Z E. 'M., want gebeurt dal niet,
dan wordt de slroomlevering gestaakt
of men kan geen aansluiting aan het
electrisch net verkrijgen, en dus geen
stroom.
De A. Z. E. M. was op Domburg dus
oppermachtig, want concurrentie was
uitgeschakeld Do 'A. Z. E, M. regelde
de prijzen voor hel maken van inslal-
laties. hetzij hoog of laag. maar daar
over wil inzender niet oordeelen.
Concurrentie wordt beschouwd hel al
gemeen belang te dienen, tenminste in
alle lakken van bedrijven en zaken is
concurrentie, maar op Domburg schijnt
dat inzake aanleg electrisch licht niet
noodig tc zijn.
Nu verkeert de N.V. A. Z. E M. ii<
slaat van faillissement; wanneer dal nu
geëindigd is en dc N.V. A. Z. E. M. staat
op de doodcnlijst, dan gelooft inzender,
dat het in het belang der gemeente Dom
burg zal zijn, dat er weer niet, met den
één of ander, een contract wordt afge
sloten, waarin genoemde bepaling is op
genomen.
Een Domburger.
Electrische Drukkerij G. Wi. den Boer,
Middelburg.