nemen van de gevoerde correspondentie over den onderhoudsplicht. De Burgemeester acht dit niet noodig en treedt in herhaling. De heer Reepmaker zegt, daareven noemde U den naam van mijn gestor ven vader op een wijze,» die van Uw kant getuigt van slechten smaak en wei nig tact. De Burgemeester drukt zijn spijt uit en biedt zijn excuses aan. U maakt van een zakelijke kwestie een persoonlijke. De heer Reepmaker zegt: U komt er bij mij niet met een vloed van woorden af. In neem het U hoogst kwalijk. Het is buitengewoon onkiesch. U durft maar alles te zeggen. De heer Blondeel vraagt: Is het waar dat B. en W. geweigerd hebben de helft der rekening over 1924 te betalen? Du Burgemeester: Ja. Er is niet vol daan aan art. 2 der overeenkomst van 1884, waarin vermeld staat, dat er over leg gepleegd moet worden voor het ver richten van werkzaamheden. Wel be weert St.-Kruis, dat dit gepleegd is met Wethouders Martens, maar dit blijkt niet uit notulen of geschriften. Met Cuclenaere is nooit overleg gepleegd. Omdat St.-Kruis krampachtig vast houdt aan 1884, houden wij ons aan Art. 2. De heer v. d. Hooft zegt, dat wel degelijk overleg is gepleegd en wanneer de Wethouder Ceulenaere daar niets van af weet, is dat niet de schuld van St.-Kruis. Deze zaak wordt gebruikt om naam te maken. De woorden, die U gebruikt hebt, zijn niet zakelijk, maar zijn om iemand persoonlijk belachelijk te maken. Hierop interruppeert de Bur gemeester onverstaanbaar voor het publiek, waarop de heer v. d. Hooft zegt: „de toon maakt de muziek." De Wispelaere zegt, dat de heer v. d. Hooft, als ambtenaar der gemeente St.-Kruis, de belofte heeft afgelegd en in Aardenburg als Raadslid eveneens. Het oude spreekwoord zegt: „Niemand kan twee heeren dienen' Hierop antwoord de heer v. d. Hooft: Er is hier geen sprake van twee hee ren dienen, er is slechts een Heer, en Hem dien ik. En dat is de waarheid. De heer de Wispelaere zegt, dat men dan geen twee gemeenten kan dienen, waarop v. d. Hooft antwoordt, dat zulks best kan, door strikt eerlijk te handelen. De Burgemeester sluit het debat en zegt rondzending der stukken toe. Als laatste punt der agenda volgt de bespreking over het beëindigen van een overeenkomst tusschen de gemeente Aardenburg en de Kerkvoogden der Ned. Herv. Kerk alhier, betreffende ge bruik uurwerken en klokken in den toren dier kerk. De Burgemeester ver telt, dat het gebruik van het uurwerk en de klokken kost aan de gemeente f 200 plus f 80 voor den klokkenist. Hij wil een andere verhouding trachten te verkrijgen. Hij wil f50 betalen voor de zorg van het uurwerk en het klokluiden opheffen, Mevr, v. d. Broecke zegt: We weten er zoo weinig van. De Burgemeester: 't Is een bespre king. De heer v. d. Hooft: Ik snap niet, waarom er besprekingen moeten gehou den worden over dingen, waarvan de leden van den raad niets weten. Waar om is het contract plus de correspon dentie niet rond gezonden? In rond zendingen zitten altijd kleine, niets be duidende briefjes, terwijl de stukken van belang er bij ontbreken. Ware dit zbo wel, dan zou men de zaken behoorlijk kunnen nagaan. De Burgemeester: Het zijn inleiden de besprekingen. U moest dat waardee- ren in plaats van te trachten mij er Oftn verwijt van te maken. V. d. Hooft zegt, dat hij niet wenscht een leerling van hem te worden. De Burgemeester: Gelukkig niet, want dan zou ik veel last van U hebben. V. d. Hooft: U schijnt zich bijzonder te interesseeren voor. contractbreuk. De Burgemeester: Die breuk is niet zoo groot. Is U voor luiden? De heer v. d. Hooft: Ja, ik wel. Mevr. v. d. Broecke eveneens. De Burgemeester: Dan is het het beste dat we het luiden aanbesteden tusschen de Katholieke Kerk en de Ned. Herv. Kerk, dan zal het in ieder geval goedkooper zijn. Debat gesloten. Het contract zal rondgezonden worden met bijbehoorende correspondentie. Pe heer Lannoye tracht nog iets voor te lezen over de bezuiniging die v. d. hooft voor eenigen tijd aanbeval en nu schijnt vergeten te zijn. Maar het was schijnbaar onduidelijk geschreven,want hij bracht er niet veel van terecht, 't Was voor ieder onbegrijpelijk, behalve schijn baar voor den Burgemeester, die het na der verklaarde. De heer v. d. Hooft zegt voor bezui niging te zijn, wanneer het niet ten koste moet van contractbreuk. De heer Lannoye: Moeten dan onze kinderen aan die contracten vast blij ven zitten? De heer v. d. Hooft: De heer, Lannoye heeft het steeds over bezuiniging, wan neer het over bedragjes gaat, maar wan neer het over een enorme som gaat, zoo als onlangs, dan zegt de heer Lannoye vergoelijkend, dat de boom is gevallen. De Burgemeester zegt, geen oude koelen uit de sloot te halen, waarop de heer Reepmaker beweert, dat de be wuste som volstrekt nog geen oude koe is. Op de vraag van v. d. Hooft, van wan neer het contract is, wordt geantwoord, dat het oudste is van 1818, gewijzigd in 1866 en het laatste van 1919, waarop de heer v. d. Hooft meedeelt, dat men dan ook wel een contract van 1923 kan trachten te willen vernietigen. De Bur gemeester is het ,er mee eens, als het dan maar in het voordeel der gemeen te is. De heer v. d. Hooft: U gebruikt deze zaken alleen met het doel om voor u /elf naam te maken.. De Burgemeester: Heerlijk! What is a name? Ik wil geen naam maken met zulke kinderachtigheden, en vast en ze ker niet door een contractje te verbre ken. Ik wil naam maken, door de ar beiders en minderen te laten genieten van de armen-instellingen. Is me dit ge lukt, dan zeg ik zoo spoedig mogelijk vaarwel, want ik ben heusch niet voor mijn pleizier naar hier gekomen- Rondvraag: Naar aanleiding der bewering van den heer Cuelnaere als zou v. d. Hooft gezegd hebben, dat de bewuste weide in publie ke verpachting meer zou opbrengen, stelt de Burgemeester voor, het genomen raadsbesluit van voorlaatste vergadering weder in te trekken. De heer v. d. Hooft zegt dat het voor deel voor de gemeente niet zoo groot zou zijn en daar deze weide Stekeling's rechterhand is, het jammer zou zijn, op dat genomen besluit terug te komen. Twijfelt men aan zijne bewering, dat een publieke verpachting der weide niet meer zal opbrengen dan den prijs, waar voor onder de hand is verhuurd, dan geeft hij den raad in overweging, alsnog tot een openbare verpachting over te gaan. Na nog eenige discussie trekt de Voor zitter zijn eerst gedane voorstel weer in. Mevr. v, d. Broecke vraagt, de no tulen voortaan direct te maken en den leden van den raad een getypt afschrift te zenden. De Burgemeester is tegen rondzenden, maar wel voor dadelijk vast stellen en inschrijven. Wie er belang bij heeft, kan ze komen inzien. Het voorstel van Mevr. v. d. Broecke wordt rechts tegen links verworpen. De heer Lannoye leest voor, waarom er geen nieuwe subsidie voor de wijk verpleging is aangevraagd, of dat het misschien zoo zal gaan, als indertijd toen het Gasthuis f 6000.subsidie aanvroeg en het gemeentebestuur aantoonde, dat er een batig slot was. De Burgemeester weet hier niets van en de Secretaris herinnert zich het geval ook niet meer in bijzonderheden. De heer v. d. Hooft zegt, dat de reke ning en verantwoording van de wijkver pleging nog moet plaats hebben. Vandaar nog geen aanvraag eener hoogere sub sidie, dan door den raad is toegestaan. Verder meent hij, wanneer de regenten geen f 6000.noodig hadden, zij die. ook niet zouden hebben aangevraagd. Blondeel vraagt, hoeveel zieken er gratis worden verpleegd en hoeveel ver- plegingskaarten er worden uitgereikt. De Burgemeester kan hierop geen antwoord geven. De heer Blondeel verzoekt den secre taris een voorstel van hem voor te lezen. Het komt hierop neer, dat de besluiten van 1857 en 1858 buiten werking, wor den gesteld en de regenten van het Burger-Gasthuis voortaan door den Raad zullen worden benoemd. De Burgemeester stelt voor, dit in handen te stellen van B. en W. om prae- advies. Hij zal ter gelegener tijd den raad er op tracteeren. Ik ben zelf van plan om met een totale reorganisatie van het Gasthuis ter tafel te komen. Daar wordt aan gewerkt. De heer v. d. Hooft stelt voor, het voor kennisgeving aan te nemen en deelt tevens mede, dat hij niet gewoon is zijn gevoelens onder stoelen of ban ken te steken. Het bevreemt hem zeer, dat dit voorstel van den kant van Blon deel komt, want dat iemand van de Secretarie zich uit den mond heeft la ten vallen: „Onze Burgemeester is een ijverig man, want hij gaat terug tot 1800 en in de vijftig. Hij gelooft dat hier een groote komedie wordt gespeeld. Het lijkt of alles omver geschopt moet wor den. U bent hier gekomen om vrede te stichten en U beoogt niets anders dan «contractbreuk. De burgemeester: Alleen in het be lang der gemeente. Na nog wat geharrewar sluit de Voor zitter deze buitengewoon rumoerige vergadering. RECHTZAKEN. Onbevoegd u»i toef enen der geneeskunde Voor het Kantongerecht le Goes stond Maandag terecht de zich noe mende dr. J. Lindenbergh, ,\vien ten laste wcnjL gelegd het onbevoegd en bui ten noodzaak uitoefenen van de genees kunde. Kantonrechter is mr. J. iW. Goed- blocd \waarn.). Behandeld wordt de zaak D'haen;die van De Kam le Wissenkcrke is 14 dagen uitgesteld, omdat dc man nog ziek is. Lindenbergh zegt D'haon bij het vis- schen te hebben leeren kennen. Deze klaagde toen over een kwaal; op zijn herhaaldelijk verzoek heeft spr. toen ten slotte in een drogisterij geneesmiddelen gekocht. Hij heeft daarvoor f 3.— ont vangen, wat ze hem ook gekost hebben D'haen erkent, op een hem gestelde vrapg, dal Lindenbergh heeft gezegd, dat hij dokter was. Hij verklaarde verder de pillen te hebben ingenomen. L. ver klaarde, dat hij in 14 dagen genezen zou. Lindenbergh beweert, dat getuige hem verkeerd moet hebben verstaan. Ilij heeft bij den drogist eenige ver pakte geneesmiddelen gekocht. Hij is er echter mee van z'u fiets gevallen, waar door fleschje en doosjes stuk gingen en alles mocsl worden overgegoten en -gepakt. Hierna wordt gehoord P. M. .van de Vissc, huisvr. van F. D'haen. Deze ver klaart, dat Lindenbergh inderdaad ge zegd heeft, dat de man in 14 dagen zou genezen. Ze heeft de groote flesch met medicijnen zelf stukgegooid, omdat ze zoo stonk. Zij heeft voorts f 3 voor de geneesmiddelen betaald Voor de moeite wilde Lindenbergh niets hebben De volgende getuige is Joh. v. Hoorn, buurman van F D'haen, welke heldoor vorige getuige verklaarde bevestigt. Hij zegt voorts, dat Lindenbergh den avond van het proces-verbaal bij zijn buurman is geweest. Get. v. d. V. verklaart, dat Lindenbergh toen heeft gezegd. Is 't dat ze komen met het papier van liet pro ces, onderteeken dan niet. Lindenbergh zegt, dat hij dagen met D'haen bezig is geweest om hem het a b c te leeren. Hij heeft dit proces niet aan aen man verdiend, Hij was er kwaad om. Ilij ontkent, toen gezegd te hebben om niet te teekenen, dat heeft hij later gezegd. Get. v d. Visse- Den eersten en den tweeden keer. Lindenbergh Ik heb dal gevraagd, omdat D'haen bij hel proces-verbaal on juiste dingen gezegd had. De ambtenaar bij het O. M. vraagt of bekl. zich nog uitgeeft als> te zijn toe- gelalen tot het beroep van genecskuu- dïgc. Lindenbergh zegt dit nooit te hebben gedaan. Heel Zeeland weel dat. De Kantonrechter. Beroept U u dus dus niet meer op de papieren van den vorigen keer? Ja oi' neen? Lindenbergh wil hierop geen antwoord geven. Hij heeft de papieren in handen gesteld van den rechler. Dit is in on derzoek. De Kantonrechter: U beeft niets ge steld. De rechter neemt.- De Ambtenaar van liet O. M., mr. F. M. Wilbrenninck, acht liet ten laste ge legde voldoende bewezen. Daar Linden bergh de vorige maal zcide- Ik ga kalm met smeren door, heeft hij gemeend een eind aan dit smerig bedrijf te moeten maken. Was L. direct Zeeland uitgegaan, dan zou hij hem niet meer voor het Kantongerecht hebben gehaald. Spreker noemt het beclrog, le doen alsof men dokter is en met een zoel lijntje te trachten in relatie te komen met on ontwikkelde menschen. Er is ook veel te veel betaald voor prullaria. Spr. eischt op grond van art. 436 W. v. .S. f 100 boete subs. 90 dagen hechtenis. Lindenbergh is gefrappeerd door de woorden, door dien heer gebezigd. Hij heeft voor D'haen maanden van z.ijn tijd gegeven. Nee meneertje, f 200 was nog te weinig geweest. Wegens het doen plaatsen van een advertentie in het X. Bcv. Adv. bfad in welke zaak dc drüklccr-uitgever van dit blad gehoord werd waarin hij zich als dr. uitgeeft, werd tegen Lindenbergh nog- f 50 subs 50 d. li. geëischt Lindenbergh zegt, dat als de „niach- telijke recht'' verklaard, dat hij volgens de wet niet in zijn praktijk mag door gaan en niet mag masseeren, dal hij dan Zeeland zal verlaten. Het is hier een scheldboel. De Kantonrechter zegt hem, zich in zijn uitdrukkingen te matigen. Lindenbergh: Ik vraag u iéts. De Kantonrechter. U hebt hier geen vragen le slcllenalleen te antwoorden en geen brutalen toon aan te slaan. Uitspraak over 8 dagen. Een smokkelaffaire. Doordat een van de betrokkenen de zer dagen tegenover de marechaussée te Hulst een verklaring is gaan afleg gen is gebleken dat ongeveer 14 dagen geleden onder de gemeente C 1 i n g e (Z.) een gevecht moet plaats hebben ge had tusschen een drietal personen die irachtten een groote hoeveelheid suiker en andere waren welke zij bij een win kelier te'Belgisch Clinge hadden gekocht, over de grens te smokkelen, richting Nederland en personen die het er blijk baar op gezet hadden hun die waar met geweld afhandig te maken. Op Hol- landsch gebied gekomen, werd hun „halt" toegeroepen, waarop zij, in den waan verkec rende met kommiezen te doen te hebben, op de klucht gingen, met achterlating van de smokkelwaar. Direct daarop evenwel werden er scho ten gelost op de vluchtenden en werd een hunner door een schot in den pols en in de bors£ getroffen, waardoor hij veel bloedverlies bekwam en zich on der doktersbehandeling moest stellen. Gebleken is nu, dat zij, die geschoten hebben, geen kommiezen waren, doch iemand die zich den avond van den in koop eveneens te Clinge (B.) had be vonden, de gangen der smokkelaars had bespied en zich in hinderlaag had ge legd om op die wijze de smokkelwaar machtig tc worden, hetgeen hij dan ook inderdaad nadat de smokkelaars op de vlucht geslagen waren heeft gedaan door het achterhaalde onder het gras te ver bergen en den volgenden morgen weg tc halen en aan een winkelier te Hulst te verkoopen. Het is thans gebleken, dat de z.g.n. kommiezen zijn geweest zekere Th. A, B., 24 jaUr, koopman en J. A. B., 24 jaar, werkman, beiden te Hulst, waar van laatstgenoemde de schoten moet hebben gelost. Beide zijn als verdacht van diefstal met geweldpleging aange houden en aan den Officier van Justitie te Middelburg voorgeleid, en naar het huis van bewaring aldaar overgebracht. BUITENLAND. VLIEGENDE PROPAGANDA. (Van onzen Parijschen Correspondent). (Nadruk verboden.) Parijs, 3 Februari. AI zijn wij, Parijzenaars, dan ook ver wend, al kijken we niet meer op of om, wanneer een vliegmachine boven de stad cirkelt, in de provincie weet men nog wel degelijk dit wonder want een wonder blijft het toch te waardeeren, en het is een ware feestdag, waarover de Fransche provinciale bladen schrijven, wanneer eens een vliegtuig zich vertoont in de streken welke van de bekende luchtha vens ver verwijderd zijn. Daar loopt iv.en nog de straat op, en men volgt het toe stel met het oog tot het aan den horizon verdwijnt. De mannen hadden volop gelegenheid in de oorlogsjaren om vliegmachines te zien, maar millioenen vrouwen en kin deren hebben nog nooit het wonder aan schouwd. En welk een vreugde,, wan neer eens een vliegenier in zulke afge legen streken een landing maakt, zoodat men van dichtbij den vogel kan bezich tigen. In Frankrijk is een propagandist-avia- teur: Ronserail. Het is een eigenaardig vak, maar een ;dat zeer nuttig is en bij tijd en wijle belangrijke diensten bewijst. Daarom deed het mij genoegen, dat de gelegenheid zich voor mij bood om de- zen enthousiasten vlieger eens te ont moeten en hem te vragen hoe hij werkt. Het is vrij eenvoudig. Kapitaal heeft, hij niet. In het leger gaan als militair pilote v/il hij niet. Op het oogenblik heeft rij een engagement bij het reizende cir cus Zoo. In den namiddag komt hij boven een provincie-stadje of dorp en verricht daar enkele acrobatische toeren, loo pings, enz. en daalt vervolgens zoo dicht mogelijk bij de bebouwde kom. Het ge ronk en gesnor van zijn motor heeft reeds de nieuwsgierigen naar buiten gelokt, en wanneer men ziet dat hij gaat landen, loopt de geheele bevolking natuurlijk uit. Ronserail, van zijn bestuurdersplaats af, kondigt aan, dat bij den volgenden dag op deze plaats een conferentie in de open liicht zal houden over het vliegwezen (gratis), en dat het circus Zoö den vol genden avond voorstellingen za! geven. Den dag daarop begint hij, op het af gesproken uur, vluchten en buitelingen ie maken. Dan daalt hij en houdt zijn conferentie. Hij noodigt den burgemees ter en enkele notabelen uit om gratis met hem op te stijgenhet kost hun alleen de belofte 's avonds de circus voorstelling te zullen vereeren met hun hooge tegenwoordigheid. Laatste vluch ten, en de piloot vliegt heen naar een volgend stadje of dorp. Éonserail maakt aldus een schitterende propaganda, niet alleen voor het circus, doch metterdaad ook voor de aviatiek. Een jaar geleden is, hij bij het circus in dienst getreden, en twee weken geleden, toen hij mij dit alles vertelde, had hij 280 gemeenten aldus bezocht. In Mar seille begonnen, volgde hij het Rhone- dal. In April was hij in Bourgogne, ,ging vandaar naar den Elzas (Muhlhouse, Col- mar en Straatsburg) en Lotharingen, ver trok naar de Ardennen, kwam over Rheims terug naar Chateau-Thierry, Meaux, Versailles, dan naar Mantes, Rouaan en Fecamp. In Augustus deed hij de kusten van Normandië en Bretanje; in September Chelle, Cognac, Angoulême, Libourne, Bordeaux, Dax, Biarritz, Bayonne, Pau en Agen. Het werd een heele rondvlucht. In totaal hield hij 287 causerieën over het vliegwezen; dus iets meer dan een per stad of dorp. En in 9 maanden (in December en Januari heeft hij bijna niets uitgevoerd) vloog hij 830 uur, dus iets meer dan 3'/a uur ge middeld per dag. Ik geloof, dat ik daarmee een nuttige propaganda gemaakt heb voor het vlie gen als sp'ört, zei Ronserail. Want niet alleen dat ik in mijn causerieën praat over hetgeen op aviatisch gebied is be reikt, ik laat me, zoodra ik ergens ge land ben, den burgemeester aanwijzen, en dan praat ik over het nut dat het zou hebben in een allernaaste toekomst indien zijn gemeente een landingster rein kon aanwijzen. Overal heb ik toe zegging gekregen, dat men het denk beeld zal bestudeeren en' op verschil lende plaatsen heelt men reeds een be gin gemaakt om een terrein in orde te brengen. Nergens stiet ik op onverschil ligheid of onwil. U begrijpt, dat er al tijd een massa menschen toestroomen wanneer ik een landing maak. En' het gevolg is steeds, dat velen me om een luchtdoop komen vragen. Ik heb er he laas niet zooveel kunnen geven als er aanvragen waren, omdat ik voor het circus verder moest. Maar toch heb ik er heel wat gedoopt In La Fleche 15, in Mont-de-Marsan 20, in Dax 40, in Rxjssel80 in drie dagen, in Rouaan 20. Geen stad, geen dorp, hoe klein ook, waar ik neerstreek, of ik heb er een paar menschen mee de lucht in geno men En de eerste was bijna immer de burgemeester. En wat zijn hu uw plannen? Voortgaan. Deze maand begint ons circus weer te reizen, 's Winters, met de kou en het slechte weer, valt het niet mee, de tent op te b.ouwen. Het circus zou trouwens in den winter toch geen zaken maken, en ook van de lucht-propaganda zou waarschijnlijk niet veel terechtkomen. Maar tegen het voorjaar gaan we weer op stap, en wel zullen we dan vaak in streken terug komen waar de al geweest ben goed beschouwd is dit geen bezwaar, ik moet het zaakje warm houden en het kan geen kwaad, dat ik mij eens persoonlijk ga overtuigen of men woord gehouden heeft en wat er in het afgeloopen jaar voor de vliegsport gedaan is. Bovendien gaan we weer nieuwe plaatsen ook be zoeken. We zijn nog lang niet heel Frankrijk door geweest. Allereerst komt Auvergne nu aan de beurt De heer Ronserail heeft van zijn va- cantie gebruik gemaakt om eens een bezoek af te leggen bij LaurentEynac, den vooruitstrevenden minister van Luchtvaart. Hij heeft van den minister gedaan gekregen, dat hij een gedeelte mag meenemen van den stand dien het departement had ingericht op den Salon de l'Aeronautique, foto's, kaarten enz. Hij kan daarmee nu aspirant-vliegers werven voor het leger, en ook overi gens nuttig werk verrichten, terwijl het belang zijner conferenties aanzienlijk er door wordt verliopgd. Dan heeft hij ver der ook nog met den minister afgespro ken, dat hij een voor de regeering zeer interessante documentatie zal samen stellen van hetgeen hij op zijn reizen ziet. Hij wil bijv. ergens dalen, en zoekt daartoe het meest geschikte terrein uit. Welnu, een beschrijving van dat lan dingsterrein geven, erop aanteekenen wat er gedaan moet worden om het tot een prima vliegveld in te richten, het is een kleine moeite waarmee deze lucht-bohemien zich ten zeerste ver dienstelijk maken kan. Menigmaal reeds heeft hij zulke terreinen gevonden, wel ke nog niet waren geklasseerd en waar toch maar bitter weinig noodig was. Een boom omgehakt, een greppeltje dicht gegooid, hier en daar, en Frankrijk zoii een uitstekend landingsterrein meer hebben. Voorts zal Ronserail ook offi cieel de terreinen waar hij landt mogen fotografeeren. Het idee is even sympathiek als nut tig. Menigmaal hebben we, juist in de zeer officieele kringen, hooren klagen, dat er in deze richting nog zoo weinig is gedaan'. Een uitbreiding van het aan tal landingsterreinen is vóór alles noo dig, wil het luchtverkeer zich kunnen ontwikkelen. Dat er nog steden zijn, die „uit loopen" om een vliegmachine te zien, bewijst dat er nog heel veel werk behoort te worden gedaan. Dit hoefde niet zoo te zijn. Het aantal vliegtuigen in Frankrijk is zoo groot, dat men er eiken dag verschillende zou kunnen zien, zelfs in het meest afgelegen hoekje. Maar.... het blijft voorloopig bij de centra: Clermond-Ferrand, Buc, Viroflay Le Bourget. De burger-vliegenier Ron serail toont ons, dat het anders kan, en de heer Laurent Eynac, wiens helder inzicht in de zaken algemeen wordt ge roemd, heeft dan ook het aanbod met beide handen aangenomen. Het is nut tig werk, wat deze ondernemende, moe dige kermis-reiziger dagelijks verricht, negen maanden van het jaar achtereen, misschien nog nuttiger dan het verbete ren van snelheids- en hoogte-records door de kranige aviateurs der officieele kampen. Juist aan mannen als Ronserail, die geheel belangeloos zich in dienst stel len van de aviatiek, heeft men behoefte. Want iedereen zal 't toch wel met mij eens zijn, dat het vliegtuigverkeer het voornaamste is. Eu dit kon op geen ma nier beter worden gevulgariseerd en onder hel bereik gebracht van burgers en buitenlui, dan gedaan wordt door dezen aviatischenamateur hage- preker. LEO FAUST. Ingezonden Stukken. RE ELEKTRISCHE VERLICHTING EN HET CONTRACT MET WE N.V. A. Z. E. SI., TE DOMBURG. M. de Redacteur, De bedoeling van dit schrijven is, om de inwoners van Domburg eens duidelijk te inakcn, lioe menhier in Domburg, in letterlijken zin, aan handen en voeten gebonden is door het contract, dat met de N.V. A. Z. E. M. (nu in staat van faillissement) is afgesloten, inzake de slroomlevering voor electrisch licht. Ecu bepaling in bedoeld contract schrijft onder meer voor, dat niemand anders dan de N.V. A. Z. E. M. installa ties mag aanleggen. Wil men nu op Domburg een elec- trïsche installatie laten aanleggen, dan moet dat werk uitgevoerd worden door de A Z E. 'M., want gebeurt dal niet, dan wordt de slroomlevering gestaakt of men kan geen aansluiting aan het electrisch net verkrijgen, en dus geen stroom. De A. Z. E. M. was op Domburg dus oppermachtig, want concurrentie was uitgeschakeld Do 'A. Z. E, M. regelde de prijzen voor hel maken van inslal- laties. hetzij hoog of laag. maar daar over wil inzender niet oordeelen. Concurrentie wordt beschouwd hel al gemeen belang te dienen, tenminste in alle lakken van bedrijven en zaken is concurrentie, maar op Domburg schijnt dat inzake aanleg electrisch licht niet noodig tc zijn. Nu verkeert de N.V. A. Z. E M. ii< slaat van faillissement; wanneer dal nu geëindigd is en dc N.V. A. Z. E. M. staat op de doodcnlijst, dan gelooft inzender, dat het in het belang der gemeente Dom burg zal zijn, dat er weer niet, met den één of ander, een contract wordt afge sloten, waarin genoemde bepaling is op genomen. Een Domburger. Electrische Drukkerij G. Wi. den Boer, Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1925 | | pagina 6