lÉlbupliG Snul
FEUILLETON.
TWEEDE BLAD
VAN DB
TAN
Woensdag 31 Dec. 1924 no. 308.
OP DEN LAATSTEN DAG
VAN HET JAAR
Eeq scheurkalender op den 31sten De
cember is als een leeg erwtenpelletje:
waarde genoten, behalve dat een
erwtenpelletje nog dienst kan doen voor
varkensvoer, en eèn kalenderblad niet.
De afgescheurde kalenderblaadjes heb
ben we dag voor dag genoten. Hebben
we er dit jaar veel van genoten?
Het jaar 1924 zal niet als een histo
risch jaar staan geboekt, Bijzonder be
langrijke dingen zijn er niet in gebeurd.
De wereld is zoon beetje doorgeziekt.
Haar oorlogskwaal is ze nog lang niet
kwijt. Ze is misschien wel een beetje
beter geworden, maar de herstellingskuur
brengt allerlei andere onbehaaglijke ge
volgen. En in zoover was de bewering,
dat het jaar 1924 niet als een bijzonder
jaar zal staan geboekt, tè algemeen; de
ambtenaren bijvoorbeeld hebben dit jaar
in ons land een salarisvermindering on
dergaan, die in menig gezin te zwaarder
gevoeld werd, omdat de eerste jaren na>
den oorlog een stijging van het inkomen
hadden gebracht, die een ruimer bestaan
mogelijk maakte dan ooit vóór den oor
log was gekend. En vóór de'ambtenaren
zich een pluim uit hun staart zagen ge
trokken, hadden reeds in de meeste be
drijven de loonen een vermindering on
dergaan, En de daaruit vanzelf volgende
vermindering van koopkracht was ge
ducht merkbaar in de winkels.
De flauwe, maar toch constateerbare
verbetering in den economischen toe
stand in het tweede halfjaar is dan ook
slechts voor enkelen voelbaar geworden.
Die bovengenoemde nawerking vaji de
herstellingskuur werd voor de meesten
niet gecompenseerd. En het zal nog wel
een poosje duren, eer de verbetering zoo
groot is geworden, dat velen haar be
merken, Ook al omdat de belastingen
nog verzwaard zijn. We zullen niet meer
met cijfers aankomen. Maar iedereen
zal zelf wel weten uit eigen ervaring (en
anders zal die ervaring wel spoedig ko
men), dat het evenwicht in onze rijks
financiën slechts is verkregen door een
nieuw stel belastingen. En nu is men wel
voornemens om als de vermeerdering der
opbrengst van de Rijksmiddelen aan
houdt, dan eens te denken aan verzach
ting van een klein deel der meest druk
kende oude belastingen, maar die nieu
we belastingen (rijwielbelasting, hoogere
inverrechten, vermeerdering van den ta
baksaccijns), zullen de eerstvolgende ja
ren blijven meetellen.
Tegenover die geschenken van 1924:
lagere loonen en hooger belasting, staat
niet heel veel goeds. We weten geen en
kel feit te noemen, waarvan men nu
eens zeggen kan: kijk, dat heeft '24 tot
heil van het algemeen gewrocht. We
kunnen niet eens zeggen: daar heb je
iets, dal wel niet onze instemming heeft,
maar dat toch van algemeene beteekenis
is. Ook al weer als een gevolg van de
herstellingskuur heeft een groot deel van
het werk der regeering bestaan in het
weer afbreken van wat in vorige jaren
was opgebouwd. En in het spoor van
die maatregelen vindt men een reeks
verwaarloosde plannen enwacht
gelders.
Wat op politiek gebied gebeurde in
ons land, is typeerend voor den kleur-
loozen algemeenen toestand. Toen het
jaar begon, hadden we geen ministerie.
Het was een paar maanden tevoren ge
OMTVOIRD
door
ROBERT, LOUIS STEVENSON.
Geautoriseerde vertaling van
J. C. L. B. PET.
12).
Toen we laugzij waren gekQpien eii ik
stom verbaasd was over <(e hoogte van
het schip, het sterke gemurmel van
het getij langs de zijden, en de kreten
van hetf werkende scheepsvolk, liet IIo-
season, die verklaarde dat hij en ik,
het eerst aan boord moesten zijn, een
takel omlaag komen van de groote ra.
Hier werd ik ingezet, dpor dp lucht ge
trokken en weer op het dek geplaatst,
waar de kapitein al op mij wachtte en
direct zijn arm dpor den mijnen stak.
Daar stond ik een poosje een wéinig dui
zelig door dp onvastheid! om mij heen,
misschien een beetje bang, en toch ont
zaglijk belangstellend voor dp ze nieuwe
dingen waarvan de kapileinmij de vreemd
ste aanwees en "hun naam en gebruik
noemde.
„Maar waar is mijn oom?" vroeg ik
plotseling.
„Ja", zei Hoseason met onverwachte
grimmigheid, „dpt is de kwestie."
Ik gevoelde dat ik verloren was. Met
vallen over de Vlootwet. Maar het jaar
was een week oüd, toen het bericht ver
scheen: het ministerie-Ruijs blijft, want
er wordt geen kflös gezien een ander te
vormen. We kregen toen een coalitie
ministerie zonder Coalitie, En dat zal ons
blijven leiden tot de volgende verkiezin
gen, Sterker bewijs van de politieke on
macht van ons parlement is wel niet te
leveren geweest. Wat tevoren door velen
al was aangewezen als een groeiend
symptoom, was nu in eens een voor
ieder duidelijke en overheerschende
eigenschap geworden. Als niet alle Ka
merleden beseft hadden, dat men dit
ministerie tóch fliet weg kon jagen, om
dat er geen plaatsvervanger voer aan te
wijzen was, dan zou het nooit zoo rustig
zijn afgeloopen met een fel aangevallen
minister als dien van Waterstaat; en zou
ook minister Colijn niet zoo makkelijk
geslaagd zijn met zijn diep ingrijpende
voorstellen. Maar zelfs de voor katho
lieken ongewoon heftige actie der ka
tholieke ambtenaren tegen de behande
ling der salarisregeling heeft de katho
lieke Kamerleden niet kunnen bewégen
tot een verzet.
We beweren niet dat het beter ware
geweest als het anders was geloopen met
de plannen van minister Colijn. We heb
ben altijd gemeend dat het onmogelijk
zou zijn de verhoogingen van '19 en '20
te handhaven. Maar om dat te verande
ren, moest een sterke man zich beschik
baar stellen. En de heer Colijn heeft die
moeilijke Wak aanvaard en uitgevoerd
met een moed, die erkenning verdient,
al was het te bemerken dat hij, precies
als andere sterke mannen, een gebrek
aan tact had.
Maar in ieder geval heeft de politieke
machteloosheid van het parlement het
hem vergemakkelijkt te doen wat hij ge
daan heeft.
Of de verkiezingen van het volgend
jaar daarin verbetering zullen brengen?
De kwaal lijkt ons te ver doorgewerkt,
dan dat daarin zoo in eens verandering
kan worden gebracht. Een feit is het
echter, dat er in sommige kampen een
stemming heerscht, die veel op een mui
terij gaat lijken. Het duidelijkst is dat
bij de katholieken. Ook daar was in de
partijleiding tempering gekomen in de
democratie die daar in de eerste jaren
na den oorlog hoogtij had gevierd, met
grooten invloed van de vakvereenigings-
leiders. Die democratische richting was
er zoo s(erk, dat bij de verkiezingen in
zich 'eeh muiterij in den conservatie
ven hoek deed voelen, door de N. Kath.
Partij. Op bisschoppelijk bevel werd die
partij opgedoekt, en dacht de groote
partij ook wat meer aan de werkgevers-
belangen. Ze steldé een heele reorgani
satie voor. Maar nog vóór die volledig
in werking kon tüeden, openbaarde zich
alweer de ontevredenheid der democra
tische richting, door de oprichting van
St. Michael. Hoe het verder zal gaan
met de grootste partij in ons land, wordt
ook door de anderen met groote belang
stelling afgewacht.
Ook in de tweede partij, naar getal
sterkte, gist het. Sedert de S. D. A. P.
overheidspartij is geworden door de be
zetting van tal van wethouderszetels, is
ze herhaaldelijk in botsing gekomen met
de vakvereenigingen van overheidsper
soneel, maar daardoor ook met haar
eigen tweelingbroeder, het N. V. V. De
zeer scherpe brochure van den Amstef-
damschen wethouder de Miranda is daar
voor veel zeggend geweest. Nog is het
niet tot een openlijke breuk gekomen.
Maar de polemieken tusschen de politici
en de vakvereenigingsleiders der moder
nen zijn giftig-scherp en als de S. D. A. P.
het volgend jaar niet meer onder den
gezag-hebbenden leider Troelstra staat,
is het gevaar van een verbreeding van
de breuk verre van denkbeeldig.
Misschien was het al tot grooter te
genstelling gekomen, als niet de vakver
eenigingen (van alle richtingen) zulk een
zwaren tijd doormaakten wegens leden
verlies door bedanken. De toeloop was
groot, toen de vakvereenigingen slag op
slag voordeelen voor haar leden wisten
af te dwingen. Maar nu dat voorbij is,
en de vakvereenigingen geen kans meer
hebben alle verslechteringen tegen te
alle macht rukte ik mij los van hem en
rende naar de verschansing. Het was
duidelijk dpar dreef de boot naar de
stad, mei mijn oom in dpn achtersteven,
Ik gaf een doordringenden kreet „Help
help! Moordt" zóó dgt beide oevers
van de ankerplaats weergalmden en mijn
oom rondkeek waar hij zal en mij een
gelaal vol wreedheid en afgrijnzen toe
keerde.
Het was het laatste wat ik zag. Reeds
hadden krachtige handen mij van de ver
schansing gelrokkentoen scheen een
bliksemslag mij te treffen, ik zag een
groote vuurstraal en viel in onmacht.
HOOFDSTUK VII.
Ik ga naar zee in de brik Covenant
van Dysart.
Ilc kwam tot bewustzijn in duisternis
in groote pijn, gebonden aan hand,en
en voeten en verdoofd, door vele onbe
kende geluiden. In mijn ooren klonk
hel brullen van het water, qjs van een
een reusachligen watermolen, het slaan
van het schuim, het donderen van de zei
len en de schrille kreten der zeelieden.
De heele wereld deinde nu eens duizelig
naar boven en gleed d,an weer duizelig
naar omlaag, en zoo ziek en pijnlijk was
ik van lichaam en zoo verward van
geest ,dat het een heelen tijd duurde,
voor mijn op en neer gejaagde gedach
ten, nu %n dan venhoofd door een vlaag
van pijn, beseften, dat ik ergens gebon-
houden, in weerwil van inspanning van
alle krachten (Twenthe), nu is de toe
loop veranderd in een afvloeiing. En
bovendien lijdt de vakbeweging in ons
land aan een verdeeldheid over commu
nisten en federalisten, modernen, neutra
len, protestantsch-christelijken en ka
tholieken, die hun actie in deze malaise-
fijden wel moet verzwakken.
Maar hoe dan ook, al of niet verzwakt,
de moderne of socialistische vakvereeni
gingen voelen de belangen-tegenstelling,
als zij met de socialistische wethouders
in botsing komen
Bij de anti-revolutionairen is ook, maar
minder sterk uitgesproken, een ontstem
ming merkbaar, vooral bij de ambtena
ren en onderwijzers, over de wijze waar
op hun partijleider moest optreden, zon
der dat er iets speciaals van hun partij
programma tot stand kwam Bij de Chr.
Historischen en Vrijheidsbonders is uit
den aard van hun samenstelling minder
van zulk een gisting merkbaar en ook
niet bij de Vrijz. Democraten.
Dwars door alle partijen heen is ech
ter de ontwapeningsstrooming gevloeid.
Sommigen heeft ze geheel meegevoerd.
We zullen er nu niet veel meer over
zeggen na hetgeen we er reeds over
schreven. Maar bij een terugblik op 1924
behoort ook een vermelding van dat ver
schijnsel. De woorden, gesproken, en de
besluiten genomen te Genève hebben
grooter verwachtingen gewekt dan ze
o, i. verdienden, en als we ons nog her
inneren, welke dingen er al gezegd en
geschreven werden naar aanleiding van
onbeteekenende relletjes bij de herha
lingsoefeningen, woorden die de mees
ten nu wel als voorbarig zullen erken
nen dan gelooven we, dat we het
hoogtepunt al voorbij zijn.
In al die dingen is 1924 meer een jaar
van voorbereiding dan van beslissingen
geweest.
En gewestelijk, in onze eigen omge
ving, heeft daar het afgeloopen jaar iets
positiefs opgeleverd?
Als landbouwgewest van kleigrond
heeft het evenals andere kleistreken vrij
gunstige resultaten voor den landbouw
te boeken gehad, zij het ook met tegen
vallers. Maar overigens bleef hier ook
de malaise doorwerken, getuige de lijst
van faillissementen, en de gevallen van
inzinking van omvangrijke ondernemin-
gen.
De meest emotioneele ervaringen had
wederom Vlissingen. Een opzienbarende
wethouderscrisis, een geweldige brand in
de N.E.D.P,ArM., een schokkende vis-
schersramp, een teleurstellend verloop
van de havenuitbreiding,die ten slotte
een voortzetting kreeg, welke maar half
bevredigt; het wegtrekken van verschil
lende diensten, waarvan de verplaatsing
van een groot deel van het Belgische
loodswezen wel de ernstigste was,
dat zijn gebeurtenissen die in het leven
van een stad hun sporen nalaten.
Maar overigens verliep de geschiedenis
van Zeeland rustig. De provinciale voor
ziening van electriciteit kreeg geen uit
breiding en de plannen blijven onzeker;
de waterleidingplannen op Schouwen en
in Z. Vlaanderen blijven in voorberei
ding. Wat 1924 ook voor Zeeland merk
waardig maakte, was de ongelooflijke
uitbreiding van het autobus-verkeer, dat
speciaal voor een provincie als deze met
haar moeilijk verkeer, van groote betee
kenis is. Dat eindelijk dit jaar begonnen
kon worden met den aanleg van den Z.-
Bevelandschen locaalspoorweg, verdient
ook aangestipt te worden.
Een groot deel van de eerste helft
van dit jaar heeft men te Middelburg
geleefd in de herinnering aan het Mid
delburg tiit den Spaanschen tijd. De her
denking van Middelburg's overgang in
1574, ingeleid door bijeenkomsten in de
Nieuwe Kerk en in de Noorderkerk, vond
haar hoogtepunt in het Openluchtspel op
de Groote Markt, dat nog lang in de
gedachten van deelnemers en toeschou
wers zal blijven leven, als een indruk
wekkend voorbeeld van op hoog peil ge
steld volksfeest.
En die herdenking werd tevens de aan
leiding tot het Koninklijk bezoek in Au
gustus, dat tot heel Zeeland werd uit-
flen moest liggen in hel binnenste van
dat ongelukkige schip en dat de wind
moest zijn aangewakkerd tot een storm
Toen ik den toestand geheel dporzag
overviel mij een zwarte wanhoop en een
gruwelijke spijt over mijn eigen dwaas
heid en een vlaag van woede tegen mijn
oom, dio mij weer beroofde van mijn be
wustzijn.
Toen ik weer bij kennis kwam, het
zelfde gebulder, dezelfde onregelmatige
en hevige beweging, die mij schokten
en verdoofden; waarbij een poosje later
loL vermeerdering van mijn pijn en el
lende, nog d,e onpasselijkheid, kwam van
een landman, dje niet op zee is gewend,.
In die period? van mijn avontuurlijke
jeugd dporstond ik veel beproevingen,
maar geen was zoo vernietigend voor
mijn geest en lichaam en getroost door
zoo weinig hoop als die eerste uren
aan boord van d? brik. Ik hoorde een ka
non afvuren en dacht dat de storm te
hevig Voor ons werd en wij noodsignalen
gaven. Dc gedachte aan bevrijding zelfs
door den dood in de diepe zee was mij
welkom. Toch was mijn veronderstelling
niet juist, maar zooals ik later hoor
de was het een gewoonte van den
kapitein, die ik hier noem, om te loonen
dal zelfs de slechtste mensch een be
tere kant heeft. Wij passeerden toen,
naar het schijnt, op een paar mtjlen af
stand Dysart, waar d,e brik was gebouwd
gestrekt. De lange rondreis die de Ko
ninklijke familie door deze provincie
heeft gemaakt, heeft zulke merkwaardige
bewijzen gegeven van de aanhankelijk
heid aan ons vorstenhuis, dat ze zeker
ook daarom, vooral in deze tijden, als
een bijzonder feit uit 1924 mag worden
vermeld.
We gaan 1925 in met de belangstel
lende aandacht van iemand die allerlei
dingen ziet groeien en vervormen, zon
der dat hij kan zeggen, waar dat alles
heen zal leiden. We wachten af. De laat
ste tien jaar hebben ons geleerd ons niet
spoedig te verbazen over iets nieuws.
We passen ons heel gauw aan. En de
raad om de ziel in lijdzaamheid te be
zitten, en van de dingen het beste te
maken dat er van te maken is, is in
ieder geval een practische nieuwjears-
wensch.
B U I T E N L A N 0.
ENKELE GREPEN IN 1924.
Wij eindigden het vorig jaar ons over
zicht vaa belangrijke gebeurtenissen in
het buitenland gedurende 1923, met
hoopvolle verwachtingen.
En met alle scepticisme mèg toch
wel worden gezegd het is niet erger
geworden, het is wel iets beter, er is
vooral een algemeene drang naar ver
betering. Er kwam dit heele jaar door
een besef lot uiting: zóó kan het niet
langer. 1923 had blijkbaar de crisis ge
bracht.
Zóó kon het niet langer. Die onzeker
heid, die voortdurende antithese van hen
die vroeger zij aan zij streden. Er werd
geroepen om oplossing, en spoedige op
lossing ook. De aloude leuzen van we
reldvrede en ontwapening zijn weer in
zwang. Zeker, de feiten van het oogen-
blik zijn er allesbehalve naar. Er is nog
veel, nog te veel „Rührung". Maar
toch
Tóch was het een schoon oogenblik,
toen in de Septemberdagen van de Vijfde
Volkenbondsvergadering Mac Donald, na
mens Engeland, en Herriot, naméns
Frankrijk, vlak nè elkaar op het spreek
gestoelte te Genève hel woord voerden,
en ontdekten dat zij beiden waren vóór
toetreding van Duitschland, vóór arbi
trage (aanvaller is hij, die weigert zijn
zaak voor de arbitrage-commissie uit
een te zetten), vóór een conferentie over
de ontwapening 1
En nog schooner moment was het,
toen alle 46 delegaties zich van hun ze
tels verhieven bij de aanneming eener
Fransch-Engelsche x-esolutie, waarbij de
Volkenbondsvergadering besloot vraag
stukken van veiligheid en ontwapening
te verwijzen naar de desbetreffende com
missie, om de nog bestaande geschillen
te overbruggen en daarna zoo spoedig
mogelijk tot een ontwapeningsconferen
tie te kunnen overgaan
Wij schreven toen ook: hel is een
mooi oogenblik in de geschiedenis van
den Volkenbond. Doch nu vragen wij
ons daar wel bij af Is 't dat ook ge
weest voor de geschiedenis der mensch-
heid? 1924 is het antwoord op die vraag
schuldig gebleven.
De beide heeren togen huiswaarts. Er
is uit dien lijd een foto: beiden uilkij
kend uit hetzelfde wagonraampje bij het
vertrek. Doch tusschen beide hoofden
is een dun schot
De zaak waar hel om ging, de drie
begrippen: arbitrage, veiligheid en ont
wapening zijn door de verschillende
commissies ijverig bestudeerd. Over de
arbitrage-commissie was nog het meeste
mik-mak, doch eindelijk werd men het
er over eens, wat hel werk is geweest
eener subcommissie-Benesj.
En ten slotte waren er dan resul
taten bereikt. Resultaten op papier,
maar, zooals onze gedelegeerde jhr. Lou
don het toen uitdrukte: de Vijfde Vol
kenbondsvergadering "zal toch altijd ge
kenmerkt blijven door den meest be-
teekenenden vooruitgang ooit bereikt om
den oorlog te verhinderen.
En terecht.
en waar de oude mrs. Hoseason, de moe
der van d,en kapitein, een paar jaren
tevoren was gaan wonen, en of de brik
uitzeilde of binnenliep, dp Covenant voer
nooit bij dag die plaats voorbij, zonder
dat een kanonschot werd gelost en dp
vlag geheschen.
Ik had geen begrip van lijd; dag en
nacht waren gelijk in dat kwalijk rie
kende hok in het binnenste van het
schip, waar ik lag, en door d,e ellende
van mijn toestand kropen de uren voor
bij. Hoe lang ik daar dps lag te wachten
om hel schip le hooren splijten op een
rots, oi' om liet voorover fe voelen kan
telen in de diepten van de zee, kan ik
niet berekenen. Maar de "s'laap ofttnam
tenslotte mij hel bewustzijn van mijn
raiSère.
Ik ontwaakte doordal hel licht van
een lantaarn in mijn gezicht scheen.
Een kleine man van ongeveer dertig jaar.
met groene oogen en ipen klit blond
haar, stond naai' mij te kijken.
„Wel9" zei hij, „hoe gaat het"
Ilc antwoordde met een snik en mijn
Bezoeker voelde mijn pofs(en en slapen
en begon toen de wond op mijn schedpl
te wasschen en te verbindpn.
„Nou," zei liij, „een leelijke slag. Wat
is er jongen? Houd je flink. De wereld, is
niet vergaan, je bent slecht bpgonnen,
maar kunt opnieuw aanvangen. Heb je
wat te eten gehad?,,
Gaan wij de beginselen van „het pro
tocol van Genève" nog even na, dan
zien wijverbod van aanvalsoorlog; uit
breiding der verplichte bevoegdheid van
het Internationale Gerechtshof; verplich
te onderwerping van een geschil aan
arbitrage, op straffe van economische,
financieele en militaire maatregelen door
den Volkenbond, duidelijke formuleering
der omstandigheden op grond waarvan
kan worden uitgemaakt welke staat de
aanvaller is; voorbereiding eener con
ferentie voor de bewapeningsbeperking
op 15 Juni a.s.
Tien staten hebben dit protocol direct
onderteekend. Meerdere zijn er bijge
komen. Doch nog niet is er bij Engeland.
Dat houdt nog een slag om den arm,
wil eerst de dominions raadplegen, enz.
Zal het met zooveel hoop opgezette
werk door de zeer weinig enthousiaste
houding der conservatieve Engelsche re
geering, die de Labourregeering opvolg
de, en van die der Dominions, in duigen
vallen'
Wat te Genève is tot stand gekomen,
is nog illusoir. De praktijk volgt later.
Doch ook, practisch gesproken, zijn er
goede dingen gebeurd in 1924. En dan
dienst gewezen op het zgn. Dawcs-plan,
dat in April van het afgeloopen jaar
uitkwam.
De beteekenis ervan is wel dit, dal
eindelijk door de deskundigen werd in
gezien de onuitvoerbaarheid van het ver
drag van Versailles, zooals het daar ligt.
D. w. z., dat Duitschland, dal zeker
aan de overwinnaars groote bedragen
schuldig is, in staat moet worden
gesteld, daaraan te voldoen. Vier jaar
heelt men er voor noodig gehad om dit
te leeren; dat het niet aangaat (een
vrede le dicleeren, zonder te letten op
de capaciteit van een land.
Hel is heel mooi in een overwinnings-
hoerastemming, zonder eenig raadplegen
van den schuldenaar, eischen op te leg
gen; doch wat komt er in de praktijk
van terecht? Dat hebben de jaren na den
oorlog goed geleerd!
En de eerste conclusie, waartoe de
Dawes-eommissie kwam, was dan ook;
ontruimt de Roer. Want de Rocrbezel-
ting, die door Frankrijk's ex-vijand, zoo
wel als door Frankrijk's grootste hond-
genoot onrechtmatig werd geacht, gaf
niets dan ellen,de yoor bezetters en bo-
vblMü'g;'vbtdèhï 'iftets in het Ffünsche
laadje, en maakte ten slotte Duitschland
absoluut incapabel tot eenige vergoeding.
Alzoo: maak Duitschland belaliugsfa-
liig, herstel de fiscale en de economische
eenheid. Daar kwam het op neer Dit
was voor de herstelpolitick van zeer
grcole beteekenis, al mocht men dan aan
hel oud gezegde denken—beter laat. dan
nooit.
Men weet, dal, eenmaal het hooge
woord er uit, de zaak verder zich fliuk
en vlug afwikkelde. Met het rapport
kwam een uitgebreid betalingsplan, zoo-
Wel in contanten als in natura. De com
missie van herstel nam heel spoedig
daarop een resolutie aan, waarin werd
gezegd, daj de deskundigen-rapporten
een practische grondslag vormden voor
een snelle oplossing van het schade-
vergoedingsvraagstuk.
De besluiten zouden dienen als grond
slag voor de onderhandelingen, die dan
later over de zaak gevoerd zouden moe
ten worden
Dit is geschied in Augustus, met de
conferentie van Londen. Toen dan ein
delijk zaten de geallieerden aan de con
ferentietafel, met Duitschland erbij als
gelijkgerechtigde natie, d. w. z. als natie,
die mee kon spreken.
En die conferentie heelt ook eindelijk
overeenstemming bereikt Nu eens een
samenzijn, met practisch resultaat, waar
wat geschiedde.
Het gevolg was de aanvaarding van
het plan-Dawes en het beroemde schrij
ven der Fransche en Belgische pre
miers aan den Duitschen rijkskanselier,
dat zij besloten hebben na de ondertee-
keniug van het Verdrag van Londen de
zóne Dortmund- Hoerde—Lünen te ont
ruimen en tevens op denzelfden dag
alle plaatsen en gebieden, die huilen nel
Ik antwoordde dat Tic geen honger had
en daarop gaf hij mij wat "brandewijn en
water in een blikken pannetje enfïct me
Weer alleen.
Toen hij mij de volgende maal kwam
bezoeken, Lag ik tusschen waken en sla
pen, mijn oogen wijd open in de duister
nis, de misselijkheid geheel verdwenen/
maar vervangen door een verschrikke
lijke duizeligheid en draaierigheid, die
bijna nog zwaarder te dragen viel Bo
vendien deden al mijn leden pijn en
de louwen waarmee ik gebonden was,
schenen van vuur te zijn. De stank van
hel hok waar ik lag, scheen deel van mij
le zijn geworden en gedurende den tus-
sehenlijd sinds zijn laatste bezoek had
ik martelende angst geleden, nu dpor
het gewemeld van de scheepsraden, die
soms over mijn gezicht trippelden, dan
weer door de ziekelijke Fantasieën die
om e en koortsbed zweven.
Het schijnsel van de lantaarn scheen
toen het luik werd geopend, als dag
licht naar binnen en ofschoon ik alleen
de sterke zwarte balken van vUet schip
zag, dat mijn gevangenis was. kon ik
hebben gehuild van vreugde. Dc man
met de groene oogen daalde het eerst
de laddpr af en ik merkte op. dat hij
onzeker liep. Hij werd gevolgd dpor den
kapitein.
(Wordt vervolgd.)