lÉlbupliG Snul FEUILLETON. TWEEDE BLAD VAN DB TAN Woensdag 31 Dec. 1924 no. 308. OP DEN LAATSTEN DAG VAN HET JAAR Eeq scheurkalender op den 31sten De cember is als een leeg erwtenpelletje: waarde genoten, behalve dat een erwtenpelletje nog dienst kan doen voor varkensvoer, en eèn kalenderblad niet. De afgescheurde kalenderblaadjes heb ben we dag voor dag genoten. Hebben we er dit jaar veel van genoten? Het jaar 1924 zal niet als een histo risch jaar staan geboekt, Bijzonder be langrijke dingen zijn er niet in gebeurd. De wereld is zoon beetje doorgeziekt. Haar oorlogskwaal is ze nog lang niet kwijt. Ze is misschien wel een beetje beter geworden, maar de herstellingskuur brengt allerlei andere onbehaaglijke ge volgen. En in zoover was de bewering, dat het jaar 1924 niet als een bijzonder jaar zal staan geboekt, tè algemeen; de ambtenaren bijvoorbeeld hebben dit jaar in ons land een salarisvermindering on dergaan, die in menig gezin te zwaarder gevoeld werd, omdat de eerste jaren na> den oorlog een stijging van het inkomen hadden gebracht, die een ruimer bestaan mogelijk maakte dan ooit vóór den oor log was gekend. En vóór de'ambtenaren zich een pluim uit hun staart zagen ge trokken, hadden reeds in de meeste be drijven de loonen een vermindering on dergaan, En de daaruit vanzelf volgende vermindering van koopkracht was ge ducht merkbaar in de winkels. De flauwe, maar toch constateerbare verbetering in den economischen toe stand in het tweede halfjaar is dan ook slechts voor enkelen voelbaar geworden. Die bovengenoemde nawerking vaji de herstellingskuur werd voor de meesten niet gecompenseerd. En het zal nog wel een poosje duren, eer de verbetering zoo groot is geworden, dat velen haar be merken, Ook al omdat de belastingen nog verzwaard zijn. We zullen niet meer met cijfers aankomen. Maar iedereen zal zelf wel weten uit eigen ervaring (en anders zal die ervaring wel spoedig ko men), dat het evenwicht in onze rijks financiën slechts is verkregen door een nieuw stel belastingen. En nu is men wel voornemens om als de vermeerdering der opbrengst van de Rijksmiddelen aan houdt, dan eens te denken aan verzach ting van een klein deel der meest druk kende oude belastingen, maar die nieu we belastingen (rijwielbelasting, hoogere inverrechten, vermeerdering van den ta baksaccijns), zullen de eerstvolgende ja ren blijven meetellen. Tegenover die geschenken van 1924: lagere loonen en hooger belasting, staat niet heel veel goeds. We weten geen en kel feit te noemen, waarvan men nu eens zeggen kan: kijk, dat heeft '24 tot heil van het algemeen gewrocht. We kunnen niet eens zeggen: daar heb je iets, dal wel niet onze instemming heeft, maar dat toch van algemeene beteekenis is. Ook al weer als een gevolg van de herstellingskuur heeft een groot deel van het werk der regeering bestaan in het weer afbreken van wat in vorige jaren was opgebouwd. En in het spoor van die maatregelen vindt men een reeks verwaarloosde plannen enwacht gelders. Wat op politiek gebied gebeurde in ons land, is typeerend voor den kleur- loozen algemeenen toestand. Toen het jaar begon, hadden we geen ministerie. Het was een paar maanden tevoren ge OMTVOIRD door ROBERT, LOUIS STEVENSON. Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. PET. 12). Toen we laugzij waren gekQpien eii ik stom verbaasd was over <(e hoogte van het schip, het sterke gemurmel van het getij langs de zijden, en de kreten van hetf werkende scheepsvolk, liet IIo- season, die verklaarde dat hij en ik, het eerst aan boord moesten zijn, een takel omlaag komen van de groote ra. Hier werd ik ingezet, dpor dp lucht ge trokken en weer op het dek geplaatst, waar de kapitein al op mij wachtte en direct zijn arm dpor den mijnen stak. Daar stond ik een poosje een wéinig dui zelig door dp onvastheid! om mij heen, misschien een beetje bang, en toch ont zaglijk belangstellend voor dp ze nieuwe dingen waarvan de kapileinmij de vreemd ste aanwees en "hun naam en gebruik noemde. „Maar waar is mijn oom?" vroeg ik plotseling. „Ja", zei Hoseason met onverwachte grimmigheid, „dpt is de kwestie." Ik gevoelde dat ik verloren was. Met vallen over de Vlootwet. Maar het jaar was een week oüd, toen het bericht ver scheen: het ministerie-Ruijs blijft, want er wordt geen kflös gezien een ander te vormen. We kregen toen een coalitie ministerie zonder Coalitie, En dat zal ons blijven leiden tot de volgende verkiezin gen, Sterker bewijs van de politieke on macht van ons parlement is wel niet te leveren geweest. Wat tevoren door velen al was aangewezen als een groeiend symptoom, was nu in eens een voor ieder duidelijke en overheerschende eigenschap geworden. Als niet alle Ka merleden beseft hadden, dat men dit ministerie tóch fliet weg kon jagen, om dat er geen plaatsvervanger voer aan te wijzen was, dan zou het nooit zoo rustig zijn afgeloopen met een fel aangevallen minister als dien van Waterstaat; en zou ook minister Colijn niet zoo makkelijk geslaagd zijn met zijn diep ingrijpende voorstellen. Maar zelfs de voor katho lieken ongewoon heftige actie der ka tholieke ambtenaren tegen de behande ling der salarisregeling heeft de katho lieke Kamerleden niet kunnen bewégen tot een verzet. We beweren niet dat het beter ware geweest als het anders was geloopen met de plannen van minister Colijn. We heb ben altijd gemeend dat het onmogelijk zou zijn de verhoogingen van '19 en '20 te handhaven. Maar om dat te verande ren, moest een sterke man zich beschik baar stellen. En de heer Colijn heeft die moeilijke Wak aanvaard en uitgevoerd met een moed, die erkenning verdient, al was het te bemerken dat hij, precies als andere sterke mannen, een gebrek aan tact had. Maar in ieder geval heeft de politieke machteloosheid van het parlement het hem vergemakkelijkt te doen wat hij ge daan heeft. Of de verkiezingen van het volgend jaar daarin verbetering zullen brengen? De kwaal lijkt ons te ver doorgewerkt, dan dat daarin zoo in eens verandering kan worden gebracht. Een feit is het echter, dat er in sommige kampen een stemming heerscht, die veel op een mui terij gaat lijken. Het duidelijkst is dat bij de katholieken. Ook daar was in de partijleiding tempering gekomen in de democratie die daar in de eerste jaren na den oorlog hoogtij had gevierd, met grooten invloed van de vakvereenigings- leiders. Die democratische richting was er zoo s(erk, dat bij de verkiezingen in zich 'eeh muiterij in den conservatie ven hoek deed voelen, door de N. Kath. Partij. Op bisschoppelijk bevel werd die partij opgedoekt, en dacht de groote partij ook wat meer aan de werkgevers- belangen. Ze steldé een heele reorgani satie voor. Maar nog vóór die volledig in werking kon tüeden, openbaarde zich alweer de ontevredenheid der democra tische richting, door de oprichting van St. Michael. Hoe het verder zal gaan met de grootste partij in ons land, wordt ook door de anderen met groote belang stelling afgewacht. Ook in de tweede partij, naar getal sterkte, gist het. Sedert de S. D. A. P. overheidspartij is geworden door de be zetting van tal van wethouderszetels, is ze herhaaldelijk in botsing gekomen met de vakvereenigingen van overheidsper soneel, maar daardoor ook met haar eigen tweelingbroeder, het N. V. V. De zeer scherpe brochure van den Amstef- damschen wethouder de Miranda is daar voor veel zeggend geweest. Nog is het niet tot een openlijke breuk gekomen. Maar de polemieken tusschen de politici en de vakvereenigingsleiders der moder nen zijn giftig-scherp en als de S. D. A. P. het volgend jaar niet meer onder den gezag-hebbenden leider Troelstra staat, is het gevaar van een verbreeding van de breuk verre van denkbeeldig. Misschien was het al tot grooter te genstelling gekomen, als niet de vakver eenigingen (van alle richtingen) zulk een zwaren tijd doormaakten wegens leden verlies door bedanken. De toeloop was groot, toen de vakvereenigingen slag op slag voordeelen voor haar leden wisten af te dwingen. Maar nu dat voorbij is, en de vakvereenigingen geen kans meer hebben alle verslechteringen tegen te alle macht rukte ik mij los van hem en rende naar de verschansing. Het was duidelijk dpar dreef de boot naar de stad, mei mijn oom in dpn achtersteven, Ik gaf een doordringenden kreet „Help help! Moordt" zóó dgt beide oevers van de ankerplaats weergalmden en mijn oom rondkeek waar hij zal en mij een gelaal vol wreedheid en afgrijnzen toe keerde. Het was het laatste wat ik zag. Reeds hadden krachtige handen mij van de ver schansing gelrokkentoen scheen een bliksemslag mij te treffen, ik zag een groote vuurstraal en viel in onmacht. HOOFDSTUK VII. Ik ga naar zee in de brik Covenant van Dysart. Ilc kwam tot bewustzijn in duisternis in groote pijn, gebonden aan hand,en en voeten en verdoofd, door vele onbe kende geluiden. In mijn ooren klonk hel brullen van het water, qjs van een een reusachligen watermolen, het slaan van het schuim, het donderen van de zei len en de schrille kreten der zeelieden. De heele wereld deinde nu eens duizelig naar boven en gleed d,an weer duizelig naar omlaag, en zoo ziek en pijnlijk was ik van lichaam en zoo verward van geest ,dat het een heelen tijd duurde, voor mijn op en neer gejaagde gedach ten, nu %n dan venhoofd door een vlaag van pijn, beseften, dat ik ergens gebon- houden, in weerwil van inspanning van alle krachten (Twenthe), nu is de toe loop veranderd in een afvloeiing. En bovendien lijdt de vakbeweging in ons land aan een verdeeldheid over commu nisten en federalisten, modernen, neutra len, protestantsch-christelijken en ka tholieken, die hun actie in deze malaise- fijden wel moet verzwakken. Maar hoe dan ook, al of niet verzwakt, de moderne of socialistische vakvereeni gingen voelen de belangen-tegenstelling, als zij met de socialistische wethouders in botsing komen Bij de anti-revolutionairen is ook, maar minder sterk uitgesproken, een ontstem ming merkbaar, vooral bij de ambtena ren en onderwijzers, over de wijze waar op hun partijleider moest optreden, zon der dat er iets speciaals van hun partij programma tot stand kwam Bij de Chr. Historischen en Vrijheidsbonders is uit den aard van hun samenstelling minder van zulk een gisting merkbaar en ook niet bij de Vrijz. Democraten. Dwars door alle partijen heen is ech ter de ontwapeningsstrooming gevloeid. Sommigen heeft ze geheel meegevoerd. We zullen er nu niet veel meer over zeggen na hetgeen we er reeds over schreven. Maar bij een terugblik op 1924 behoort ook een vermelding van dat ver schijnsel. De woorden, gesproken, en de besluiten genomen te Genève hebben grooter verwachtingen gewekt dan ze o, i. verdienden, en als we ons nog her inneren, welke dingen er al gezegd en geschreven werden naar aanleiding van onbeteekenende relletjes bij de herha lingsoefeningen, woorden die de mees ten nu wel als voorbarig zullen erken nen dan gelooven we, dat we het hoogtepunt al voorbij zijn. In al die dingen is 1924 meer een jaar van voorbereiding dan van beslissingen geweest. En gewestelijk, in onze eigen omge ving, heeft daar het afgeloopen jaar iets positiefs opgeleverd? Als landbouwgewest van kleigrond heeft het evenals andere kleistreken vrij gunstige resultaten voor den landbouw te boeken gehad, zij het ook met tegen vallers. Maar overigens bleef hier ook de malaise doorwerken, getuige de lijst van faillissementen, en de gevallen van inzinking van omvangrijke ondernemin- gen. De meest emotioneele ervaringen had wederom Vlissingen. Een opzienbarende wethouderscrisis, een geweldige brand in de N.E.D.P,ArM., een schokkende vis- schersramp, een teleurstellend verloop van de havenuitbreiding,die ten slotte een voortzetting kreeg, welke maar half bevredigt; het wegtrekken van verschil lende diensten, waarvan de verplaatsing van een groot deel van het Belgische loodswezen wel de ernstigste was, dat zijn gebeurtenissen die in het leven van een stad hun sporen nalaten. Maar overigens verliep de geschiedenis van Zeeland rustig. De provinciale voor ziening van electriciteit kreeg geen uit breiding en de plannen blijven onzeker; de waterleidingplannen op Schouwen en in Z. Vlaanderen blijven in voorberei ding. Wat 1924 ook voor Zeeland merk waardig maakte, was de ongelooflijke uitbreiding van het autobus-verkeer, dat speciaal voor een provincie als deze met haar moeilijk verkeer, van groote betee kenis is. Dat eindelijk dit jaar begonnen kon worden met den aanleg van den Z.- Bevelandschen locaalspoorweg, verdient ook aangestipt te worden. Een groot deel van de eerste helft van dit jaar heeft men te Middelburg geleefd in de herinnering aan het Mid delburg tiit den Spaanschen tijd. De her denking van Middelburg's overgang in 1574, ingeleid door bijeenkomsten in de Nieuwe Kerk en in de Noorderkerk, vond haar hoogtepunt in het Openluchtspel op de Groote Markt, dat nog lang in de gedachten van deelnemers en toeschou wers zal blijven leven, als een indruk wekkend voorbeeld van op hoog peil ge steld volksfeest. En die herdenking werd tevens de aan leiding tot het Koninklijk bezoek in Au gustus, dat tot heel Zeeland werd uit- flen moest liggen in hel binnenste van dat ongelukkige schip en dat de wind moest zijn aangewakkerd tot een storm Toen ik den toestand geheel dporzag overviel mij een zwarte wanhoop en een gruwelijke spijt over mijn eigen dwaas heid en een vlaag van woede tegen mijn oom, dio mij weer beroofde van mijn be wustzijn. Toen ik weer bij kennis kwam, het zelfde gebulder, dezelfde onregelmatige en hevige beweging, die mij schokten en verdoofden; waarbij een poosje later loL vermeerdering van mijn pijn en el lende, nog d,e onpasselijkheid, kwam van een landman, dje niet op zee is gewend,. In die period? van mijn avontuurlijke jeugd dporstond ik veel beproevingen, maar geen was zoo vernietigend voor mijn geest en lichaam en getroost door zoo weinig hoop als die eerste uren aan boord van d? brik. Ik hoorde een ka non afvuren en dacht dat de storm te hevig Voor ons werd en wij noodsignalen gaven. Dc gedachte aan bevrijding zelfs door den dood in de diepe zee was mij welkom. Toch was mijn veronderstelling niet juist, maar zooals ik later hoor de was het een gewoonte van den kapitein, die ik hier noem, om te loonen dal zelfs de slechtste mensch een be tere kant heeft. Wij passeerden toen, naar het schijnt, op een paar mtjlen af stand Dysart, waar d,e brik was gebouwd gestrekt. De lange rondreis die de Ko ninklijke familie door deze provincie heeft gemaakt, heeft zulke merkwaardige bewijzen gegeven van de aanhankelijk heid aan ons vorstenhuis, dat ze zeker ook daarom, vooral in deze tijden, als een bijzonder feit uit 1924 mag worden vermeld. We gaan 1925 in met de belangstel lende aandacht van iemand die allerlei dingen ziet groeien en vervormen, zon der dat hij kan zeggen, waar dat alles heen zal leiden. We wachten af. De laat ste tien jaar hebben ons geleerd ons niet spoedig te verbazen over iets nieuws. We passen ons heel gauw aan. En de raad om de ziel in lijdzaamheid te be zitten, en van de dingen het beste te maken dat er van te maken is, is in ieder geval een practische nieuwjears- wensch. B U I T E N L A N 0. ENKELE GREPEN IN 1924. Wij eindigden het vorig jaar ons over zicht vaa belangrijke gebeurtenissen in het buitenland gedurende 1923, met hoopvolle verwachtingen. En met alle scepticisme mèg toch wel worden gezegd het is niet erger geworden, het is wel iets beter, er is vooral een algemeene drang naar ver betering. Er kwam dit heele jaar door een besef lot uiting: zóó kan het niet langer. 1923 had blijkbaar de crisis ge bracht. Zóó kon het niet langer. Die onzeker heid, die voortdurende antithese van hen die vroeger zij aan zij streden. Er werd geroepen om oplossing, en spoedige op lossing ook. De aloude leuzen van we reldvrede en ontwapening zijn weer in zwang. Zeker, de feiten van het oogen- blik zijn er allesbehalve naar. Er is nog veel, nog te veel „Rührung". Maar toch Tóch was het een schoon oogenblik, toen in de Septemberdagen van de Vijfde Volkenbondsvergadering Mac Donald, na mens Engeland, en Herriot, naméns Frankrijk, vlak nè elkaar op het spreek gestoelte te Genève hel woord voerden, en ontdekten dat zij beiden waren vóór toetreding van Duitschland, vóór arbi trage (aanvaller is hij, die weigert zijn zaak voor de arbitrage-commissie uit een te zetten), vóór een conferentie over de ontwapening 1 En nog schooner moment was het, toen alle 46 delegaties zich van hun ze tels verhieven bij de aanneming eener Fransch-Engelsche x-esolutie, waarbij de Volkenbondsvergadering besloot vraag stukken van veiligheid en ontwapening te verwijzen naar de desbetreffende com missie, om de nog bestaande geschillen te overbruggen en daarna zoo spoedig mogelijk tot een ontwapeningsconferen tie te kunnen overgaan Wij schreven toen ook: hel is een mooi oogenblik in de geschiedenis van den Volkenbond. Doch nu vragen wij ons daar wel bij af Is 't dat ook ge weest voor de geschiedenis der mensch- heid? 1924 is het antwoord op die vraag schuldig gebleven. De beide heeren togen huiswaarts. Er is uit dien lijd een foto: beiden uilkij kend uit hetzelfde wagonraampje bij het vertrek. Doch tusschen beide hoofden is een dun schot De zaak waar hel om ging, de drie begrippen: arbitrage, veiligheid en ont wapening zijn door de verschillende commissies ijverig bestudeerd. Over de arbitrage-commissie was nog het meeste mik-mak, doch eindelijk werd men het er over eens, wat hel werk is geweest eener subcommissie-Benesj. En ten slotte waren er dan resul taten bereikt. Resultaten op papier, maar, zooals onze gedelegeerde jhr. Lou don het toen uitdrukte: de Vijfde Vol kenbondsvergadering "zal toch altijd ge kenmerkt blijven door den meest be- teekenenden vooruitgang ooit bereikt om den oorlog te verhinderen. En terecht. en waar de oude mrs. Hoseason, de moe der van d,en kapitein, een paar jaren tevoren was gaan wonen, en of de brik uitzeilde of binnenliep, dp Covenant voer nooit bij dag die plaats voorbij, zonder dat een kanonschot werd gelost en dp vlag geheschen. Ik had geen begrip van lijd; dag en nacht waren gelijk in dat kwalijk rie kende hok in het binnenste van het schip, waar ik lag, en door d,e ellende van mijn toestand kropen de uren voor bij. Hoe lang ik daar dps lag te wachten om hel schip le hooren splijten op een rots, oi' om liet voorover fe voelen kan telen in de diepten van de zee, kan ik niet berekenen. Maar de "s'laap ofttnam tenslotte mij hel bewustzijn van mijn raiSère. Ik ontwaakte doordal hel licht van een lantaarn in mijn gezicht scheen. Een kleine man van ongeveer dertig jaar. met groene oogen en ipen klit blond haar, stond naai' mij te kijken. „Wel9" zei hij, „hoe gaat het" Ilc antwoordde met een snik en mijn Bezoeker voelde mijn pofs(en en slapen en begon toen de wond op mijn schedpl te wasschen en te verbindpn. „Nou," zei liij, „een leelijke slag. Wat is er jongen? Houd je flink. De wereld, is niet vergaan, je bent slecht bpgonnen, maar kunt opnieuw aanvangen. Heb je wat te eten gehad?,, Gaan wij de beginselen van „het pro tocol van Genève" nog even na, dan zien wijverbod van aanvalsoorlog; uit breiding der verplichte bevoegdheid van het Internationale Gerechtshof; verplich te onderwerping van een geschil aan arbitrage, op straffe van economische, financieele en militaire maatregelen door den Volkenbond, duidelijke formuleering der omstandigheden op grond waarvan kan worden uitgemaakt welke staat de aanvaller is; voorbereiding eener con ferentie voor de bewapeningsbeperking op 15 Juni a.s. Tien staten hebben dit protocol direct onderteekend. Meerdere zijn er bijge komen. Doch nog niet is er bij Engeland. Dat houdt nog een slag om den arm, wil eerst de dominions raadplegen, enz. Zal het met zooveel hoop opgezette werk door de zeer weinig enthousiaste houding der conservatieve Engelsche re geering, die de Labourregeering opvolg de, en van die der Dominions, in duigen vallen' Wat te Genève is tot stand gekomen, is nog illusoir. De praktijk volgt later. Doch ook, practisch gesproken, zijn er goede dingen gebeurd in 1924. En dan dienst gewezen op het zgn. Dawcs-plan, dat in April van het afgeloopen jaar uitkwam. De beteekenis ervan is wel dit, dal eindelijk door de deskundigen werd in gezien de onuitvoerbaarheid van het ver drag van Versailles, zooals het daar ligt. D. w. z., dat Duitschland, dal zeker aan de overwinnaars groote bedragen schuldig is, in staat moet worden gesteld, daaraan te voldoen. Vier jaar heelt men er voor noodig gehad om dit te leeren; dat het niet aangaat (een vrede le dicleeren, zonder te letten op de capaciteit van een land. Hel is heel mooi in een overwinnings- hoerastemming, zonder eenig raadplegen van den schuldenaar, eischen op te leg gen; doch wat komt er in de praktijk van terecht? Dat hebben de jaren na den oorlog goed geleerd! En de eerste conclusie, waartoe de Dawes-eommissie kwam, was dan ook; ontruimt de Roer. Want de Rocrbezel- ting, die door Frankrijk's ex-vijand, zoo wel als door Frankrijk's grootste hond- genoot onrechtmatig werd geacht, gaf niets dan ellen,de yoor bezetters en bo- vblMü'g;'vbtdèhï 'iftets in het Ffünsche laadje, en maakte ten slotte Duitschland absoluut incapabel tot eenige vergoeding. Alzoo: maak Duitschland belaliugsfa- liig, herstel de fiscale en de economische eenheid. Daar kwam het op neer Dit was voor de herstelpolitick van zeer grcole beteekenis, al mocht men dan aan hel oud gezegde denken—beter laat. dan nooit. Men weet, dal, eenmaal het hooge woord er uit, de zaak verder zich fliuk en vlug afwikkelde. Met het rapport kwam een uitgebreid betalingsplan, zoo- Wel in contanten als in natura. De com missie van herstel nam heel spoedig daarop een resolutie aan, waarin werd gezegd, daj de deskundigen-rapporten een practische grondslag vormden voor een snelle oplossing van het schade- vergoedingsvraagstuk. De besluiten zouden dienen als grond slag voor de onderhandelingen, die dan later over de zaak gevoerd zouden moe ten worden Dit is geschied in Augustus, met de conferentie van Londen. Toen dan ein delijk zaten de geallieerden aan de con ferentietafel, met Duitschland erbij als gelijkgerechtigde natie, d. w. z. als natie, die mee kon spreken. En die conferentie heelt ook eindelijk overeenstemming bereikt Nu eens een samenzijn, met practisch resultaat, waar wat geschiedde. Het gevolg was de aanvaarding van het plan-Dawes en het beroemde schrij ven der Fransche en Belgische pre miers aan den Duitschen rijkskanselier, dat zij besloten hebben na de ondertee- keniug van het Verdrag van Londen de zóne Dortmund- Hoerde—Lünen te ont ruimen en tevens op denzelfden dag alle plaatsen en gebieden, die huilen nel Ik antwoordde dat Tic geen honger had en daarop gaf hij mij wat "brandewijn en water in een blikken pannetje enfïct me Weer alleen. Toen hij mij de volgende maal kwam bezoeken, Lag ik tusschen waken en sla pen, mijn oogen wijd open in de duister nis, de misselijkheid geheel verdwenen/ maar vervangen door een verschrikke lijke duizeligheid en draaierigheid, die bijna nog zwaarder te dragen viel Bo vendien deden al mijn leden pijn en de louwen waarmee ik gebonden was, schenen van vuur te zijn. De stank van hel hok waar ik lag, scheen deel van mij le zijn geworden en gedurende den tus- sehenlijd sinds zijn laatste bezoek had ik martelende angst geleden, nu dpor het gewemeld van de scheepsraden, die soms over mijn gezicht trippelden, dan weer door de ziekelijke Fantasieën die om e en koortsbed zweven. Het schijnsel van de lantaarn scheen toen het luik werd geopend, als dag licht naar binnen en ofschoon ik alleen de sterke zwarte balken van vUet schip zag, dat mijn gevangenis was. kon ik hebben gehuild van vreugde. Dc man met de groene oogen daalde het eerst de laddpr af en ik merkte op. dat hij onzeker liep. Hij werd gevolgd dpor den kapitein. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 5