littlirpÉ Somt FEUILLETON. m BIJVOEGSEL TAN KB TAN Donderdag 18 Dec. 1924 no. 299. ELEKTRICITEIT VAN PROVINCIE-WEGE? In dc jongste zitling van d,e Provin ciale Staten van Zeeland is eiudelijk openlijk de vraag besproken, die velen zich al binnenskamers hadden gesteld-, n.l. moet er worden vastgehouden aam de in December 1917 uilgesproken beginsel verklaring- dat de eleclriciteitsvoarzie- ning i n Zeeland vanwege de provincie zal worden ter hand genomen. Dat besluit werd niet genomen zonder voorbereiding. Als inleiding was reeds in '14 een verordening in het leven ge roepen, waarbij de oprichting van elec- trische centrales afhankelijk werd ge steld van een provinciale vergunning, en de overneming van dergelijke inrichtin gen door de provincie werd vergemakke lijkt. En tegelijklijd werd, toen een crediet verleend voor een onderzoek. Dat on derzoek is opged,ragen aan Prof. Fcld- mann En toen diens uitvoerig rapport in '17 aan de Staten werd, overgelegd, is is op grond van de daardpor in uitzicht gestelde mogelijkheden, de bovengenoem de beginselverklaring aangenomen. De Prov. Staten deden toen, wat in bijna alle provincies toen dè politiek van het oogenblilc was. We weten nu, dat hel in verscheidene provincies op enor me tekorten is uilgeloopen. Maar toen was alles nog in blijde verwachting van de goede resultaten van een voorziening over groote gebieden. Zelfs waren vol gens sommige technici de pro vincies nog niet groot genoeg. Toen naar aanleiding van dal beginselbesluit deP. Z. M. werd opgericht als een naain- looze vennootschap, waarvan de provin cie de grootste aandeelhouder was, maar die zelfstandig naast 't Provinciaal bestuur werkte, botste zij het eerst tegen die steeds grooter wordende plannen. Haar eerste ontwerp voor een voorziening van geheel Zeeland bleek onuitvoerbaar door dc weigering lot medewerking van hel Rijk, daar immers bij de Kamers aanhan gig was een plan voor een R ij k s voor ziening. De roes van dié electro-lechnici bleek toen echter uitgewerkt. De Twee de Kamer stond, nuchter met haar twijfel aan de goed,e resultaten van zulk een uit gebreide tvoorziening en stuurde het ont werp terug. Hel wordt nog altijd, herzien. Maar daardoor kreeg Zeeland verlof om althans met de voorziening van Z. Vlaan deren te beginnen, dat toch buiten de rijksregeling zou blijven. En zoo is de centrale van Westdorpe gebouwd, en .is Z. Vlaanderen geëlectrificeerd. Het is daarmee niét geloopen zoo3ls men gehoopt had. Wel is reeds dadelijk in 'l rapport-Feldmanu duidelijk en zeer uitdrukkelijk gewaarschuwd, dat men de eerste jaren niet op winstgevende af name mocht rekenen. Maar hel is tegen gevallen. Ook al houdl men rekening met die waarschuwing om in den eersten lijd niet te veel te verwachten, toch schijnt de opzet in Z. Vlaanderen te groot te zijn. .We zeggen „schijnt" want de klacht uit de Staten over onvoldoende meediCelin- geu verklaart ook waarom men geen ze kerheid heeft. In ieder geval heeft de ervaring, daar de tot een voorzichtige stemming geleid Eu natuurlijk ook het leerzame voorbeeld in andere provincies, waar de zeer groo te tekorten tol bedenkelijke toestanden hadden geleid. ONTVOERD door ROBERT LOUIS STEVENSON. Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. PET. 5)- „Ik kan je niet alleen thuis laten," zei hij, „ik zal je moeten buitensluiten." Het bloed steeg me naar mijn Ijoofd. Als je me buitensluit", zei ik, „zal het de laatste maal zyn, dat je me als vriend ziet." Hij werd doodsbleek en beet op zijn wangen. „Dat is niet de manier," zei hij, kwaadaardig naar een hoek van de ka mer ziend, „dat is niet de manier, om mijn gunst te winnen, David." „Mijnheer," zei ik, „met alle respect voor uw leeftijd en uw naam, kan uw gunst me geen zier schelen. Ik ben op gevoed zóó, dat ik een beetje gevoel van eigenwaarde heb en al waart u tien maal alle ooms en alle familie in de heele wereld, dan zou ik nog op deze manier bedanken voor uw vriendschap." Oom Ebeuezer ging naar het raam en keek een poosje naar buiten. Ik kou zien, dat hij over zijn geheele lichaam beefde en schokte als een man, die een toeval Men is door gegaan met liet overwegen van plannen voor de Zuidergroep cn den Noordergroep, maai* met ieder nieuw voorstel was de moed minder, Eu feite lijk is men reeds afgeweken van de oor spronkelijke gedachte van een voorzie ning geheel door de provincie. Een eigen centrale voor de middengroep bleek te duur. ook al omdat Middelburg en Vlis- singen reeds een particuliere voorziening uit Vlissingen hadden, die goedkoop was vergeleken bij wal de provincie zou kun nen leveren, En bovendien waren alle dorpsgemeenten op Walcheren reeds voorzien van gas, evenals verscheidene gemeenten op Z. Beveland. Een voorstel tot overneming van de Vlissingsche centrale werd in de zomer- zitting van '23 door de Prov. Staten afge wezen. Behalve dat de koopsom te hoog werd geacht vreesden verscheidene le den dat de winst zou verdwijnen, zoo dra dit bedrijf (met inbegrip vpjl het trambedrijf) ceu overheid so aderneming zou worden. Wat véél zeggend, is. Toen is er een voorstel geboren om de voorziening aan de Vlissingsche maat schappij op te dragen, waarvoor dan de provincie een voorschot zou verlee- nen van anderhalf milliocn voor den bo venbouw, en waarvoor dan eerst zou geïn formeerd worden naar dc vermoedelijke afname in de plattelandsgemeenten van Walcheren/en Z. en N. Beveland waar voor de voorziening zou strekken Mén was dus toen al een eind weg van liet denkbeeld van een tuiver overheidsbe- bedrijf. Er was in dat voorstel nog een punt, dal wellicht de oorzaak is van de opmer king van den heer Treub te Zierikzee over een voorwaarde van Ged. Staten- dat een eventueele concessionaris voor de midden en de Noordergroep zou moe ten bijdragen in de tekorten der P.Z.E M. in de Zuidergroep. In dat voorstel locli werd meegedeeld dal de Vlissingsche centrale dan 3G el. wilde berekenen. Daartegenover stond dal in Z. Vlaanderen als laagste prijs voor licht 15 cent werd berekend. „De vraag rijst, zoo schreven toen Ged.. Stalen, of het vevantwoord is uil de provinciale kas aanzienlijke bedragen be schikbaar te stellen, om den be woners van hel cene deel der provin cie gelegenheid te geven stroom voor licht te koopen tegen een zoo belangrijk lageren prijs dan in een auder deel der provincie". Uil die overweging zijn Ged. Staten toen gekomen met liet voorstel, dat de Vliissingsche maatschappij 15 cent zou berekenen, maai* daarvan dan 8 cent per eenheid zou nilkeereu aan de P.Z.E.M„ „die aanvankelijk deze uilkeeringen kan aanwenden om rente en aflossing van de dooi' haar aan te ga ne leening te bestrijden," We welen niet of dc aan mr, Treub gedane mededecling hierop berust, maar een feil blijft hel dat hier werd voorge steld om een deel der provincie een hoo- geren prijs te laten betalen dan noodig was. omdat dc P.Z.E.M. elders een veel hongeren prijs moet berekenen, en dal hel meerdere bedrag in de kas van de P.Z.E.M. moest worden gestort, zij hel ook voor rente der aan te gane lecning Hel is echter niet van gekomen. De Prov. Staten hebben er niet eens over gestemd, maar aan Ged, Staten opdracht gegeven nog eens uit te zien naar ander» oplossingen, bijv. bij de Brabantsche En inmiddels is toen de commissie-Wel- leroan ingesteld om dat te onderzoeken, benevens te berekenen hoeveel kansen er zijn op stroomverkoop in de mid dengroep. Men heeft in stukken en ver slag der jongste Stalenzitling kunnen le zen dat deze commissie nog geen eind rapport heeft uitgebracht. De heele kwestie van de verdere elec- triciteifsvoorziening bleef trouwens aan gehouden tot een in het voorjaar te venvachten buitengewone zitting. Want ook voor de Noordergroep is de zeker heid weg die dezen zomer nog scheen te bestaan. De toen aangekondigde voor stellen ter voorziening van Schouwen en heeft. Maar toen hij zich weer omdraai de, had hij een glimlach op hel gelaat. „Wel, wel", zei hij, „we moeten geven en nemen. Ik zal niet gaan en daar is alles mee gezegd." „Oom Ebeuezer", zei ik, ik begrijp niets van dit alles. U behandelt me als een dief. U vindt het onaangenaam, dat ik in uw huis ben; u laat het merken biel ieder woord en op ieder uur van den dag. Het is niet mogelijk, dat u van me houdt en wat mij betreft, ik heb tol u gesproken zooals ik nooit dacht tegen iemand te zullen spreken. Waarom zoekt u me dan hier te houden? Laat me terug gaan, laat me gaan naar de vrienden, die ik heb en die van me houden." „Nee nee, nee nee", zei hij, heel ern stig. „Ik houd veel van je, we zullen best opschieten en voor de eer van het huis kan ik je niet weer laten gaan vanwaar je bent gekomen. Blijf lcalin en wees een flinke Jongen, blijf nog een beetje rustig hier en je zult zien, dat we vrienden worden." „Wel mijnheer" zei ik, nadat ik zwij gend de zaak had overdacht, ,„ik zal nog wat blijven Het is beter, dat ik door mijn eigen familie wordt geholpen dan door vreemden en ik zal mijn best doen te zorgen, dat het mijn schuld niet zal zijn, wanneer we het niet kunnen vinden samen," Duivcland en St. Philipslancl hebben niet eens de Staten bereikt; ze zijn op een zijspoor gereden omdat eerst nieuwe denkbeelden van particuliere zijde zullen worden overwogen. En in deze zitting kwam ook aan het licht dat in Walche ren plannen bestaan voor eleclriciteils- leveriug niét door de provincie, maar hetzij door Middelburg, hetzij door de Centrale le Vlissingen. Is het niet merkwaardig, dat, in weer wil van het beginselbesluit der Stalen om de eleclricileitsvoorziening van pro- vinciewege ter hand te nemen, in weer wil ook van dc bij de provincie gebleken moeilijkheden en van de niet geringe hindernis, dat voor de oprichting van een centrale een provinciale vergunning noodig is, dat in Sveerwil van dat alles tóch plannen groeiden om op andere wij ze, van particuliere althans van gemeen telijke zijde, daarin le voorzien Er blijkt daaruit een groot gebrek san vertrouwen in de P. Z E. M„ en dal zelfde geringe vertrouwen blijkt eigen lijk ook uit de erkenning door God Sta len, dat bij hen eveneens de vraag is gerezen of men de beginselverklaring zal intrekken. Ze willen echter de grondige bespreking daarvan afhankelijk stellen van de nog le verwachten rapporten. Dc thans aangekondigde buitenge wone vergadering kon dus wel eens lei den tot die intrekking van hel beginsel besluit, dus lol vrijlating van de midden- en noordergroep aan het particulier ini tiatief, of ten minste aan anderen dun dan de provincie. Waarhij dan nog dc moeilijke vraag op le lossen is of de P. Z. E. M. zal moeten blijven beslaan voor Z. Vlaanderen alleen, en welke veranderingen er anders in moeten wor den gebracht Wal er dan wel aan deze provinciale voorziening ontbroken heeft 7- Er zijn cr die de mislukking wijlen aan liet beleid der P. Z. E. M die kri tiek uitoefenen op den te groolen opzet, of h et onoordeelkundig gebruik van ko len. op te weinig koopmanschap en le groote stroefheid bij de onderhandelin gen met de gemeenten, enz. Er werd in de Statenvergadering ook geheimzinnig gesproken over niet-openbare mee- deelingen, gedaan in de afdeelingen. Dat alles geldt dus de uitvoering in Z. Vlaanderen. Maar als we er op letten, dat ook de Staleu geen lijn hebben kunnen aange ven, waardoor men voor de nog vast te stellen voorziening voor de midden- en de noordergroep wél tot een resultaat zou kunnen komen, dan is hel duidelijk dal er ook nog énderc factoren mee werkten dan alleen fouten of vergis singen in de uitvoering. Dan trekken wij daaruit de conclusie dat de werke lijkheid anders is gebleken, dan men zich in 1917 bij het aannemen van dat beginselbesluit voorstelde, dat de be hoefte niet zoo groot was als men in die dagen, (wellicht onder den invloed van hel gebrek aan gas en petroleum in die dagen) vermoedde. En bovendien hebben de na dien lijd aait het licht gekomen slechte financieele uitkomsten van ver schillende andere provinciale electrici- leitsonderuemingen lot voorzichtigheid gemaand. Achteraf bezien is het niet ééns zoö kwaad geweest, dat in 19 cn '20 de uilvoering van de toen gereed lig gende plannen zijn tegengehouden rloor de plannen voor een rijksvoorziening. De elcctrolechnici die deze rijksplannen ontwierpen, bleken te ver gegrepen te hebben. De nief-deskundigen hebben toen blijkbaar juister gezien dan de des kundigen. Ook in de geschiedenis der P. Z. E. M. hebben wc meermalen den strijd gezien van de niet-deskundigc be langhebbenden tegen de met gedetail leerde becijferingen gevulde rapporten der deskundigen. Zelfs kleine gemeenten weigerden ze le aanvaarden, en gingen zelf 'n anderen deskundige raadplegen Het is ook niet alleen de electrotech- niek die beslist of zulk een voorziening mogelijk is. Daarvoor komen nog tal van andere omstandigheden in aanmerking, economische, en financieele ,en óók om standigheden van plaatselijken aard, die HOOFDSTUK IV. Ik loop groot gevaar in het huis S h a w s. Voor een dag die zoo slecht was be gonnen, verliep de dag aardig goed. We hadden om twaalf uur koude pap en des avonds warme pap; pap en licht bier maakten het diöcl van mijn oom' uit. Hij sprak maar weinig en dan op dezelfde wijze als te voren; na een lange stilte richtte hij plotseling een vraag tot mij cn wanneer ik trachtte liet gesprek te leiden op mijn toekomst, dwaalde hij weer af. In een kamer naast de keuken," waar heen hij mij toestond te gaan, vond ik een groot aantal boeken, Latijusche en Engelsche, waarmee ik dien middag veel plezier had. De tijd ging zoo vlug om in dit goede gezelschap, dat ik bijna ver zoend begon le gerakeu met mijn ver blijf op Shaws, en alleen het gezicht van mijn oom, .wiens blikken verstopper tje speelden met de mijne, verlevendigde opnieuw mijn gevoel van wantrouwen. Eén ding ontdekte ik, dat mij in twijfel bracht. Het was een inschrift op een ti telblad van een boekje, duidelijk van mijn vaders hand, dat luidde „Aan mijn broer Ebeuezer, op zijn vijfden verjaar dag". Wat ik nu niet begreep was dit Daar mijn vader "natuurlijk de jongste broer was moest hij öf een vreemde vergissing hebben begaan, óf hij moest, nog vóór, hier in Zeeland een groote rol bleken te spelen, door de eigenaardige verdeeld - beid, maar ook door de aanwezigheid van eleclrische bedrijven en gasfabrie ken, die de provinciale plannen méér in den weg zitten, dan men eerst wel heeft bevroed. Er is ten opzichte van de verdere pro vinciale voorziening dus wel reden tot pessimisme Al moet ook de definitieve beslissing nog vallen. STUKKEN VOOR DEN GEMEENTE RAAD TE MIDDELBURG. Ambtenaar B u r g c r 1. Stand. De heer L. K. van der Harst J Jz. heeft aan den Raad eervol ontslag uit zijn betrekking van bezoldigd ambtenaar van den Burgcrl Stand gevraagd De heer Van der Harst, die meer be paaldelijk was belast met het voltrekken van huwelijken, heeft in de ruini 29 ja ren, gedurende welke hij als ambtenaar fungeerde, enkele duizenden mannen en vrouwen met elkander in den echt ver bonden, terwijl hij ook na September 1923, toen hij periodiek als raadslid af trad en meende zich niet herkiesbaar le moeten stellen, bereid bleef zijn be trekking te vervullen Nu de heer Van der Ilarsl, noodge dwongen door gezondheidsredenen, zijn ambt wenscht neer te leggen, meenen B. en W. odk in den geest van 'den raacl tc handelen, wannéér zij hem bij dezen den bijzonderen en oprechten dank van de gemeente betuigen voor de toewijding en opgewektheid, waarmede hij lange ja ren zijn ambt heeft waargenomen B. en \V. stellen voor om. overeenkom stig diens verzoek, aan deii lieer v. d. Harst eervol ontslag als bezoldigd amb tenaar van den Burgerlijken Stand le verleenen. zulks gerekend te zijn inge gaan op 8 December 1924. Om te voorzien in de vacature, dié door hel ontslag zal ontstaan, bieden zij de navolgende nicl-alphabetische aanbe veling aan 1. Chr. Hondius, lid van den raad der gemeente 2. O. J Kamcrik, adj. commies 2e kl ter secretarie De benoemde, die zich, evenals de heer Van der Harst, zal belasten Imet de huwelijksvoltrekkingen, zal daarvoor oene belooning van flóO per jaar genie ten. Straalbelpsting, B eu W. berichten aan den Raad. dat in dc op 22 December a s. te houden Raadsvergadering onder meer door hen ter vaststelling zal worden aangeboden een suppletoir kohier 1921 der straatbe lasting. op hetwelk als aangeslagenen personen voorkomen, die eigenaar zijn van builen de gebiedsgrenzen van dc ge meente Middelburg liggende gebouwde eigendommen, welke echter .zelve of wier aaithoorigheden aan de openbare stra ten of wegen der gemeente belenden. liet is 13. en W namelijk nader geble ken, dal nóch de Wet. nóch de veror deningen nopens de straalbelasting zich tegen deze aanslagen verzetten. Marklwezcn Conform hel bepaalde bij art. 10. der de lid, der verordening op hel Marktwe zen in deze gemeente, brachten B. cn W. op 1 Dec. j.i. ter openbare kennis, dal de weekmarkt van Nieuwjaarsdag 1925 zal worden verschoven na,ar .Vrijdag 2 Jan. 1925. Nadien ontvingen zij een schrijven van den Marklkoopliedenbond,houdende ver zoek dc bedoelde weekmarkt le doen houden op Woensdag 31 Dec. 192-1. Op grond van het in dal schrijven aangevoerde stellen zij voor om voor ditmaal van het gebiedend voorschrift der verordening af .le wijken eu de week markt le doen houden op gemelden Woensdag. G aspr ij z e n Aangaande de voorstellen tol verla ging der gasprijzen deelt de C. v. Fin. mede, dat de meerderheid zich met hei voorstel vereenigt, terwijl een der 1 eden zich zijn stem wenscht voor te behoudeu hij vijf jaar was, een uitstekende, duide lijke, mannelijke hand hebben gehad. Ik trachtte het geval uit mijn hoofd le zet- lep, maar ofschoon ik vele interessante schrijvers in handen kreeg, oude cn nieu we geschiedenis, poëzie en verhalen, bleef deze opmerking over mijn vaders handschrift in mijn gedachten en toen ik ten laatste terugging naar de keuken en weer voor mijn pap en licht bier zat, was het eerste, dal ik oom Ebeuezer vroeg, of mijn vader niet bijzonder vroeg kon lezen en schrijven. „Alexander Neen, hij niet'was het antwoord. „Ik was zelf veel vlugger; ik was een heel knap kereltje, toen ik jong was. Wel. ik kon even vfug'lfezen als hij Dit verbaasde me nog meer en èen denkbeeld kwam in mij op. Ik vroeg of hij en mijn vader tweelingen waren ge weest. Hij gprong op van zijn stoel en de hoornen lepel viel uit zijn hand op den vloer. „Waarom vraag je dal zei hij en greep me in de borst van mijn jas en zag me in dc oogeii zijn oogen waren klein en licht en schitterden als vogel- oogen, vreemd knipperend „Wat bedoel je?' vroeg ik uiterst kalm, want ik was veel sterker dan hij en niet gauw bang. „Neem je hand van mijn jas. Dit is geen manier van doen." Mijn oom scheen groote moeite met zichzelf te hebben. en nadere toelichting wenscht in de a s. raadsvergadering GEMEENTERAAD VAN TERNEUZEN. In de Dinsdag gehouden vergade ring van den gemeenteraad van Ter Neuzen, herdacht de voorzitter het overleden lid den heer R. Nolson, die se dert 1915 in den raad een vooraanstaan de plaats bekleedde en wiens nagedach tenis in aangename herinnering zal blij ven. Een schrijven van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, waarin in overweging werd gegeven bij uitvoer van vleesch een deel van het keurloon te reslitueeren, werd voor kennisgeving angenomen, aangezien deze gemeente een zeer laag keurloon heft, n.l. f 1 voor een rund, 75 cent voor een varken, 50 cent voor een schaap, kalf of geit, ter wijl andere gemeenten f 5 voor een rund en f 2.50 voor een varken rekenen. De heer Colsen kwam op tegen de voor stelling van B. en W. in hun prae-advies gegeven, dat het vleesch te Ter Neuzen in den regel hoogcr is dan in andere plaatsen. De voorzitter hield dit staande en noodigde hem als voorzitter van den Slagershond uit, dat die bond de prij zen, in de verschillende plaatsen van Zeeuwsch-Vlaanderen geldend, maar eens moet publiceeren. Een schrijven van B. en W. met een rapport van den gemeente-bouwmeester, betreffende de overstrooming in den nacht van 1 op 2 November, waarin de verantwoordelijkheid van het gebeurde feitelijk aan tekortkoming van den rijks waterstaat wordt geschoven, gaf aan leiding tot uitvoerige bespreking en ve lerlei critiek. Dhr. Scheele, die bij 's Rijks waterstaat zijn licht had opgestoken, noemde het openmaken der schuif des nachts van gemeentewege onverant woordelijk en meende, dat dus de ge volgen der handelwijze voor hare reke ning komen. Enkele leden wezen er op, dat de gemeentebouwmeester zich Zatcrdagsnaroiddags persoonlijk had op de hoogte moeten stellen van den gang van zaken en maatregelen had behooren te nemen, dat waterstaat, toen het werk beëindigd werd, zonder dat het euvel aan de schuif van den duiker hersteld was, werd gesommeerd om de herstel ling zoo spoedig mogelijk, alzoo des nachts bij laagwater te verrichten. De voorzitter betoogde tegenover den heer Scheele, dat men waterstaat niet ge heel van de verantwoordelijkheid moet willen vrijstellen en alles op den hals der gemeentelijke menschen schuiven, daar het onderhoud van de schuif on voldoende is gebleken. Overigens is alles een samenloop van omstandigheden geweest. In verband met de weersge steldheid werd veel regen verwacht en vrees voor overstrooming door regen water deed hem en den bouwmeester besluiten de schuif le laten openen. Toe vallige omstandigheden zijn oorzaak ge weest, dat de klep ook niet sloot en de schuif het buitenwater niet heeft kun nen tegenhouden. Hij meent, dat, in dien de volle raad daar des avonds om 10 uur was geweest, niet anders zou gehandeld zijn. Tegenover den heer Van Riet, die het gispte, dat in zoo'n belangrijke zaak de wethouder van Publieke werken niet was geraadpleegd, merkte hij op, dat de beslissing volstrekt niet zoo ernstig werd beschouwd en er in het geheel geen be doeling voor zat om iemand te pas- seeren. In het rapport wordt ook niet ontkend, dat van gemeentewege fouten gemaakt zijn. Toegevende, dat men ge makkelijker over een zaak kan spreken na afloop, dan voor dien tijd, merkten de heeren Geelhoedt en Vcrlinde op, dat, aangezien Waterstaat den duiker mo£t onderhouden, men van gemeen tewege zich er van had behooren te onthouden, tijdens de reparatie er aan te komen. Indien zich dan calamiteiten hadden voorgedaan, had men waterstaat in gebreke kunnen stellen, thans niet. De heer Hamelink betoogde, dat de Burgemeester tegenover waterstaat had David, jongen," zei hij, „je moet niet met mij over je vader spreken. Dat is de lieele kwestie.' Hij zat even zwijgend cu schudde zijn hoofd, terwijl hij in zijn bord staarde. „Hij was den eenigen broer, dien ik bad." zei hij, maar cr lag geen overtui ging in zijn slem, toen raapte bij zijn lepel weer op en ging weer eten, nog steeds sidderend. Wat er nu gebeurd was, liet feit dat hij me vastgreep en die onverwachte be tuiging van liefde voor mijn gestorven vader, ging zoo geheel en al mijn begrip te boven, dat ik tegenlijk in hoop en wees was. Aan den oenen kant meende ik, dal mijn oom wellicht krankzinnig was en misschien gevaarlijk kon worden, aan deu anderen kant kwam in mijn gedachte (geheel zonder mijn wil en zelfs tegen mijn zin) de geschiedenis van ecu bal lade, die ik eens had hooren zingen, vau een armen knaap, die de rechtmatige erf genaam was en een slechten bloedver want, die hem weerde van. zijn erfdeel Want waarom zou mijn oom zich anders voordoen dan hij was tegenover e en neef, die bijna als een bedelaar aan zijn deur kwam, wanneer hij niet een of andere reden had hem te vreezen? (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 5