0ndeW00^
IEES HELDER
FEUILLETON.
De Kluizenaar van Far-End
U AtLzd ój weer
sDUijwEA'
£io. 282.
Zaterdag 29 November £924
187° .hiurgans
WDDELBURGSCHE COURANT.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar
taal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
voor de andere gemeenten p. post f 2.50:
voor Middelburg en agentschap Vlis-
singen I 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertentiën worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip ran
omranding.
Gewone advertentiën; 30
cent per regel.
Ingezonden Mededeel! n-
g e n 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen
?an 17 regels f 2,10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
is aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
sas blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
FISCALE DWANG
TOT GELDVEIUMENEN.
Kan de fiscus iemand dwingen meer
geld van zijn bezitting te maken dan hij
zelf noodig oordeelt?
Deze eigenaardige vraag komt op n
aanleiding van het (in het bijvoegsel van
gisteren \ermelde) antwoord door den
Minister van Financiën gegeven op de
vragen van den heer Dresselhuijs in
zake het optreden van de registratie te
Middelburg tegen het verhuren van
pachthoeven op langen termijn tegen
matige pachtsommen.
De vrager noemde het een in Zee
land bestaand gebruik om zoo te han
delen „in verband met den wensch van
de eigenaren om vertrouwde gebruikers
te hebben en aldus het waardebehoud
der goederen to verzekeren."
De Minister antwoordt, dat er niet
wordt ingegaan tegen een bestaand ge
bruik, maar legen gevallen waarin de
pachtsommen veel te laag zijn. tot na
deel van de schatkist. Hij zag' in een
der opgenoemde gevallen een schenking
waarvoor schenkingsrecht verschuldigd
was geweest; en in een ander geval
een drukking van de verkoopwaarde,
waardoor de schatkist minder ontving
aan vermogens-, verdedigings-, registra
tie- on successiebelasting.
Ntt begrijpen we heel goed, dat er
langs dien weg getracht kan worden
den fiscus te bedotten. Als iemand een
hofstede wil ten geschenke geven, dan
zou daarvoor schenkingsrecht zijn te be
talen. Een lage pachtprijs zou dan het
schenkingskarakler wegnemen, en zoo
doende hel schenkingsrecht doen ver
mijden.
Dal is het schatkistbelang.
Maar nu het publieke belang.
Wie weet hoezeer hier de pachtprij
zen uiteen loopen, beseft ook dat de
mededeeling van den heer Dresselhuijs
waarlijk geen fanlasie is. Er zijn hier
door
MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT
6f)
Sara kwam bij Herrick aan met al de
argumenten, die in haar eigen ziel waren
opgekomen om dat intuitieve geloof te
weerleggen, dat zich sedert de ontmoe
ting in het Crable even niet wilde laten
onderdrukken en zij bracht ze in hun
volle weerzinwekkenheid naai- voren, ho
pend :ln het diepst van haar ongelukkige
ziel, dat Ilerrick ze zou weerleggen.
„Dat zouden sommige mannen mis
schien gedaan hebben", antwoordde Mi-
les rnstig. „Maar niet een man van
Trent's temperament. Sommige hoornen
buigen voor den storm en wanneer
hel ergste voorbij is, veeren ze weer
overeind. Andere kunnen dat niet
die breken."
De»e woorden brachten Sara met plot
selinge levendigheid den laatsten brief,
dien Patrick Lovell haar geschreven had,
voor den geest den brief, dien hij voor
haar had achtergelaten in het chippen-
tal van voprbeelden aan te wijzen van
landeigenaars, die temidd -n van de hausse
in de pac|Uen een gevaarlijke hausse
volgens v^Ipn daaraan niet hebben
meegedaan,
Ze zijn vertrouwd met hun oude pach
ters, wensgjien hun een langdurige ze
kerheid te,, geven, willen hen ook niet
het vel over de ooren halen door mee
te gaan met.de pachtverhoogingen. Zulke
overwegingen, die vaak voortkomen uit
relaties die reeds geslachten lang beston
den, zijn nfet te vinden bij anderen, die
er geen been in zien om met de stijging
van hel pachtpeil hun oude pachters van
de hofstede të zetten, omdat anderen méér
willen betaién.
Dat is teil slotte een persoonlijke op
vatting, dié,Jechter gedragen wordt door
overwegingen van eigenbelang, daar een
pachter dicvoor enkele jaren een liooge
pacht heeffte betalen, meer geneigd zal
zijn tot roofbouw dan een pachter die
tegen lageren pacht zekerheid heeft voor
vele jaren.;',,
Mag nu $et schatkistbelang dergelijke
verhoudingen onmogelijk maken?
Dat toch is de richting van de maatre
gelen van den fiscus.
De consequentie van die maatregelen
zou leiden lot de dwaasheid, dat de fis
cus tot i emand kan zeggenge belegt uw
geld in een „hypotheek tegen 5 pet., ter
wijl ge het in staatsleeningen kunt doen-
tegen 6 pet. Daar lijdl de schatkist scha
de van in inkomsten- en vermogensbe
lasting, enadus moet ge, nu ja, hoe
dan ook bfóbctalen.
Die dwaasheid zal niemand mogelijk
achten. Mgar hier gebeurt in beginsel
hetzelfde. Iemand maakt van een hof
stede f 37j?^, en de fiscus zegt ge kunt
er f 7293 jgjan maken. En dus werden
rechten etföboeten opgelegd (waaronder
een van £«5 000, behoudens vermeer
dering of jgfrinindering volgens latere re
geling.)
Die oplaflfcing van geweldig zware hoe
ten door <jtg belastingambtenaren, is toch
al iets dativelen voelen als een veel te
groote rechtsmacht van de betrokken
ambtenaren; Maar behalve dat dwingen
die boelenctic getroffen personen te doen
zooals de "risen s wil.
Wel zegt de minister goedmoedig dal
de personen, na vaststelling van het
juiste bedrag van rechten en boeten,
aan de Koningin kwijtschelding der boelc
bij wijze van gunst kunnen verzoeken.
Hij erkent zélf de mogelijkheid dat het
doel der pachtregeling niét de bena
deeling der schhtkist „als doel hebben"
Ook daarin zit iels dat het rechtsge
voel hindert. Een boete krijgt men als
men iets onrechtmatigs gedaan heeft.
Ilicr wordt een boete opgelegd 'zonder
onderzoek, omdat ae schatkist zich be
nadeeld acht. En eerst na onderzoek
wordt het mogelijk ontheffing bij wijze
vaD gunst te vragen.
Maar ook al wordt die gunst toege
staan, dan blijft het enorme bedrag van
die boeten een voldoende drijfveer voor
de betrokkenen om le trachten die be
dreiging voortaan te voorkomen, door te
handelen overeenkomstig de voorschrif
ten van den fiscus.
Ten bate van de schatkist.
Maar ten nadeele van belangen en ge
woonten, die waarlijk wel hun beteeke-
nis hebben in deze tijden van pachlop-
drijving.
Zegt de fiscus, dat hem «een andere
middelen door de wet ten dienste zijn ge
steld, dan is het logische antwoord ver
ander dan de wet, opdat ge andere mid
delen krijgt, want nu doodt ge dingen
die van evenveel belang zijn als de be
langen van de schatkist.
is
tot 's avonds 7 uur
GEOPEND,
(Ingez. M«d.)
BINNENLAND.
dale bureau om na zijn dood te lezen.
Hij had bijna dezelfde woorden gebruikt,
toen hij over het temperament van de
Malincourl's schreef, waarvan zij vol
gens zijn overtuiging een gedeelte had
geërfd. En zij zag nu, dal haar voogd,
en Miles Herrick beide even scherpziend
waren geweest. Hoewel de uitwerking op
ieder van hen verschillend was geweest
in overeenstemming met ellcs persoonlijke
eigenaardigheden van karakter, bleef
toch het feit, dat zij en Garth beiden
bezig waren te. „breken" onder den
storm, die het lot over lien deed heen
gaan.
De herinnering aan Patrick's brief
deed een onuitsprekelijk verlangen naar
den man zelf bij haar opkomen, - een
verlangen naar de vriendelijke, helpende
hand die hij haar in deze crisis van
haar leven zou hebben toegestoken. Zij
wist zeker, dat wanneer hij hier was ge
weest, zijn wijze raad alle nevelen van
twijfel en besluiteloosheid, waardoor zij
nu niets zien kon, zou hebben doen
opklaren.
Maar nu hij er niet meer was, had
zij zich instinctmatig tol Herrick gewend
en in zeker opzicht had hij haar in den
steek gelaten. Hij had niet duidelijk laten
blijken, wat hij zelf geloofde. Zij had
er letterlijk naar gesmacht te hooren, dat
ook hij In Garlh geloofde, ondanks tal
IN EN OM DE HOOFDSTAD.
CVL
Groeiende stad en Ketsengevaar.
Het „groote debat" is sedert eenige
dagen in vollen gang, waarmede ik be
doel dat de gemeenteraad dezer stad
met mannen- en vrouwenmoed aan het
„begrooten" is getogen. Beter nog ge
zegd: aan het vaststellen der begrooting
voor het komende dienstjaar, want al
zou misschien hier en daar iets van een
„post" afgeknabbeld worden en bij een
andere een schepje opgelegd, het slot
zal toch wel wezen, dat het geheele bud
get, zooals B. en W. het bij den Raad
indienden, zonder ingrijpende verande
ringen zal worden vastgesteld.
Nochtans, men praat er eenige dagen
vol mede, ik neem gaarne aan in het
stads-belang, maar zeker ook al omdat
degenen, die de burgerij op het „Kapi-
tool" vertegenwoordigen, in dezen fae-
grootingstijd de mooiste gelegenheid
hebben aan hen, door wie zij afgevaar
digd werden, eens goed te doen hooren
van welk onderdeel van het beheer
dezer groote en nog altijd groeiende
hoofdstad des lands zij hun voornaamste
studie hebben gemaakt. Schier elk lid
heeft zoo zijn stokpaardje, dat hij bij
dit jaarlijksch debat het liefst van stal
haalt, om het te kunnen berijden in de
„hoogeschool".
Tot dusverre is het in den Raad nog
vrij kalm toegegaan. De geachte afge
vaardigden der verschillende partijgroe-
pen wat ter wereld partijen eigenlijk
te maken hebben bij het goed behar
tigen van de belangen der burgerij eener
gemeente kan mij nooit duidelijk wor
den. wat, ik wil het maar dadelijk be
kennen, vermoedelijk aan mij ligt
hebben elkander nu en dan eenige be
dekte vriendelijkheden toegevoegd, doch
heftig is men nog niet te keer gegaan,
't Kan nog komen, vóór het eindcijfer
wordt vastgesteld, doch 't is tot dusverre
gebleven bij eenige hatelijkheden van
de communisten tegen hun „broeders"
de sociaal-democraten, op de algeheel
bekende wijze, waarin geen nieuwen
toonaard te ontdekken valt. Voor de
heeren- en dame-communisten bestaan
er nu eenmaal alleen arbeiders en de
overige burgers nu ja, wat ze daar
van denken, weten we nu wel.
Een der hoofdpunten bij de begroo
ting-behandeling en een zéér belang
rijk, omdat we er allen zonder onder
scheid mede van doen hebben is na
tuurlijk het verkeer. Het onderwerp
blijft nog altijd het aantrekkelijke van
wal tegen hem getuigde, dat hij een
of andere verklaring kon geven voor die
afschuwelijke tragedie van het geval voor
den krijgsraad.
En inplaats daarvan had hij niet meer
dan een paar verdraagzame opmerkingen
'gemaakt, die weliswaar getuigden van
sympathie tegenover Garth, maar haar
niet de krachtige stevige verzekering ga
ven, die zij zoo verlangde te hooren.
Zij wist, dat ondanks alles Herrick
vriendschap met Garth onveranderd was
gebleven, na het bekend worden van dc
grensgeschicdenis.
De persoonlijke verhouding van beiden
was ongewijzigd en zij had het gevoel,
dat Miles haar iels verzweeg, dat hij een
soort terughoudendheid loonde, waar
voor zij geeu verklaring kon vinden. Hij
was heel vriendelijk en. begrijpend ge
weest hoe zou Miles ook anders kun
nen zijn! maar hij had haar niet veel
geholpen. Zij had in zekeren zin het ge
voel dat hij don heelen last van zonder
raadgevingen tot een beslissing te moeten
komen, op haar schouders had geladen.
Zij ging terug naar Sunnyside met een
heimwecachlig verlangen naar Patrick.
De twee jaren, die verloopen waren se-
derL zijn dood hadden de scherpe kan
ten van haar smart verzacht - zooals
de ('jet onvermijdelijk doet maar zij
miste toch den scherpzinnigen, vriende-
het nieuwe behouden, omdat het bij den
groei der stad naar alle streken van het
kompas steeds aan de orde is en nog
wel heel lang aan de orde zal blijven.
De Amsterdammer, die een kwarteeuw
geleden zijn stad zou hebben verlaten,
om er in dezen tijd in terug te keeren
of eigenlijk behoef ik zoo ver niet
terug te gaan, want de Asterdammer,
die het jaar vóór het uitbreken van den
wereld-oorlog zou zijn heengegaan en er
nu zou rondkijken, zou in hetzelfde ge
val verkeeren zij zouden hun stad
aan den buitenkant niet meer kennen,
en zelfs in het oude gedeelte, hetwelk
sommigen tegenwoordig met het nieuw
ste Holandsche woord als de „city" gaan
bestempelen, danig veel veranderd vin
den.
Dezer dagen had ik reden om mij te
bevinden bij het Muiderpoort-station.
Ik kende er de Achipelbuurt met de
begin-twintigste-eeuwsche straten, ge
vormd door hooge perceelen met bene
denhuis en die bovenhuizen, alles gelijk
soortig en gelijkvormig en gelijk-stijl-
loos en leelijk. Aan den oostkant grens
den een paar jaren geleden perceelen
land, waar koeien graasden, zich uit
strekkende tot den Zeeburgerdijk. Thans
nu ik er eens rondkeek, reeksen nieuwe
„Indische" straten wat den naam
betreft natuurlijk. Ook hooge huizen
met meer teekening er in en in elk ge
val straten breeder en open plekken, die
de eentonigheid breken; voor een heel
groot deel reeds bewoond, anderdeels
in aanbouw. En dadelijk moest men al
weer denken aan het verkeer, omdat
de vraag rijst: hoe komen die menschen,
wonende in een nieuw stadskwartier aan
gene zijde van spoorbanen, waarover het
verkeer schier gansch den dag doorgaat
en de afsluitboomen meer neder dan op
zijn, naar het andere deel van Amster
dam. Dóór het „oude deel" van dien
Archipel loopt één tramlijn spoedig
zal de vraag beantwoord moeten worden
hoe er een te krijgen naar dit nieuwe
gedeelte. De spoorbaan over zal wel
nooit gaan. Onder de baan door dan
dat zal beteekenen kostbaren tunnel
bouw en toch, op den duur zullen die
menschen daar uit hun isolement moe
ten worden verlost.
Een half uur later had de tram mij
gebracht naar een geheel ander nieuw
stadsgedeelte, dat zich is gaan ontwik
kelen aan gene zijde van het Concert
gebouw. In de dagen toen deze kunst
tempel werd opgericht, stond hij feite
lijk aan hel einde der stad aan dien kant,
nog binnen het nog niet ge-annexeerde
Nieuwer-Amstel, Daar voorbij kende
men een uitgestrekt onooglijk open ter
rein, gelegen achter een leeiijke Ruys-
daelstraat, thans is het voor een groot
deel reeds vol gebouwd en is er een
eigenaardige nieuwerwetsch kwartier
voor den gegoeden burgerij op verrezen.
Straten met nieuwmodische woningen in
nieuwen stijl, zoowel uit- als inwendig.
Wie uit de hooge, breede vertrekken
van een ouderwetsch Amsterdamsck
huis op een der grachten gekomen, da
delijk daarna te gast komt in de twin
tigste eeuwsche kamers in dat nieuwe
gedeelte; in vertrekken geenszins onge
zellig, maar zooveel lager van verdie
ping, met kleine vensterruiten, voelt
zeer sterk hoe de tijden, hoe de smaak
veranderd is. Dat nieuwe gedeelte heeft
men Harmonie-hof gedoopt rijen dier
moderne woningen aan weerszijden, in
het middengedeelte eenige alleenstaande
groote huizen, 't Is er rustig, deftig wo
nen; men waant zich geheel buiten Am
sterdam te zijn; de naam hof is zeker
niet slecht gekozen; de geheele omge-
1 ijken, wereldwijzen man meer dan zij
zeggen kon en.juist nu, nu zij door Miles'
houding eigenlijk op haar zelf aangewe
zen was, riep haar heele hart om dien
ander die was heengegaan.
Zij vroeg zich af of hij wist hoezeer
zij hem noodig had. Zij geloofde bijna,
dal hij het weten moest waar hij nu
ook was, zij gevoelde, dat Patrick nooit
het kind zou hebben vergeten van de
vrouw, die hij ui deze wereld zoo lang
en zoo trouw had liefgehad.
Met een instinctmatig verlangen naar
een tastbare herinnering aan hem, ont
sloot zij het leeren doosje, dat haar
moeders miniatuur bevatte, met den laat
sten brief, dien Patrick geschreven had,
zij vouwde dien open en begon hem op
nieuw te lezen
Er scheen een zekere troost voor haar
le liggen in den inhoud daarvan, in elk
zinnetje, dal zoo karakteristiek wasvoor
Patrick, in de vertrouwelijke benaming
„mijn kleine kameraad", die hij alleen
voor haar gebruikte.
Plotseling omklemden haar vingers den
brief vaster, haar aandacht werd vastge
houden door een passage aan het eind.
En 'wanneer de liefde eenmaal
lot jc komt, vergeet dan nooit, dat, (die
het hoogste in de wereld is, de eelnigo
volkomen goede en volmaakte gift. Laat
geen 'kleinzielige overwegingen van we-
TRoM&sna*
(Ing. Med
ving doet terugdenken- aan de oude
Amsterdamsche hofjes van vroeger,
maar toch: welk een onderscheid tus-
schen die hofjes der zeventiende eeuw
en dezen modernen hof in bouw, in
inrichting, in bewoners vooral. En ook
voor dit deel van Amsterdam en alles
daaromheen stelt het verkeer zijn
eischen naar ginds, naar de oude stad,
die hoe langer hoe meer uitsluitend win
kelstad en werkstad wordt „city"!
Voor velen, die daar wonen is het
vervoermiddel naar hun kantoren, ^tjn-
kels, werkplaatsen de fiets, eensdeels
omdat op den duur de fiets toch goed-
kooper vervoermiddel is dan een tram
abonnement, anderdeels omdat men er
vlugger op vooruit kan komen dan in
de tram, vooral sedert de hoofdver
keerswegen van een voor den fietsrijder
ideaal oppervlak voorzien werden en
v/orden. Maar deze verkeers-verbe-
tering, die ik als toerist-wielrijder mijne
mede-bewonderaars en -bewonderaar
sters van het stalen ros gaarne gun,
dreigt toch dit nadeel te zullen hebben,
dat het rijwiel de kans loopt bij den
voetganger in discrediet te komen, wat
jammer zou wezen. Het is een niet te
loochenen feit, dat het rijwiel in onze
binnenstad werkelijk een gevaar dreigt
te worden, niet alleen voor den voet
ganger, doch ook voor den wielrijder
zelf. Het zijn nu niet alleen de wielrij
ders. „Kannibalen", waaronder ik ver
staan wensch, te zien de reusachtige
manden op hun machines torsende ren
ners, voor wie geen voetganger, jong
noch oud, veilig is, maar ook tallooze
anderen, die de nieuwe asphalt-wegen
gaan beschouwen als renbanen en blijk
baar van de meening uitgaan, dat die
uitsluitend voor hen zijn aangelegd en
de voetganger zelfs niet het recht heeft
te „pogen" dergelijke straten over te
steken. Zij zijn het, die het meest popu
laire voertuig van ons land een slech
ten naam gaan bezorgen en de oorzaak,
dat bij de behandeling der begrooting
reeds door een der achtbare leden de
vraag geopperd werd: of het geen tijd
is geworden de binnen stad voor fiets
rijders te sluiten. Zóó ver zijn we nog
niet en ik hoop dat die smaad niet
over het rijwiel te Amsterdam zal be
hoeven te komen doch het feit reeds,
dat in het bestuurslichaam van Amster
dam het denkbeeld van uitsluiting ter
sprake is gebracht, moge lot nadenken
brengen al degenen, die nu, lot gevaar
reldsch voordcel je beïnvloeden stoor
je uiet aan praatjes van anderen en zelfs
wanneer hel schijnt alsof er iets onover
komelijks ligt tusschen jezelf en do ver
vulling van die liefde, klim er dan over
heen, of ga er omheen, of er doorheen!
Wanneer het ware liefde is, moet je ge-
geloof groot genoeg zijn om de bergen
op je weg uit den weg te ruimen
of er over le klimmen.'
Als Patrick de omstandigheden had
voorzien, waarin zijn „kleine kameraad"
zich eens bevinden zou, dan kon hij niets
hebben geschreven dat meer van toe--
passing was dan dit
Sara bleef stil zitten, iedere zenuw
was gespannen Zij had het gevoel, dat
zij al haar kommer had uitgezegd, het
diepst van haar ziel in al haar angst
en nood had opengelegd voor die ver
standige blauwe oogen, die altijd zoo
helder door uiterlijke dingen heen had
den gekeken en steeds tot de kern der
dingen waren doorgedrongen
Patrick had altijd de groote gave ge
had het kaf van het koren te kunnen
onderscheiden duidelijk hoofdzaken
en hijzaken uit elkaar le houden. In den
rusligen wijzen raad van dezen ouden
brief vond Sara een antwoord op al de
vragen, die het leven zóó hitier hadden
gemaakt.
Het was bijna of iemand een gofldija