n
FEUILLETON,
De Kluizenaar m Far-End
G.W. DEN BOER
RECLAMEKUNST
MIDDELBURG
No. 247.
Zaterdag 18 October 1924
167e Jaarganr.
Dit nummer bestaat nit TWEE bladen.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar-
jaal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
Toor de andere gemeenten p. post f 2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
ilngen f2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
;ent per week.
Advertentiên worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentiên: 30
jent per regel.
Ingezonden Mededeel! n-
g n 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
ian i7 regels f2,10, elke Tegel meer
30 cent.
Kleine advertentiên niet
jrooter dan vijf regels druks en waarbij
ia aangegeven dat zij in deze rubriek
«loeten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling.
Advertentiên onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiên moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
SATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ana Bureau bezorgd zijn.
BINKEWLA&SD,
IN EN OM DE HOOFDSTAD.
0.
De Amsterdamsche Maandag:
koffiehuizen en melk.
Amsterdam op Maandag, is toch altijd
nog een Amsterdam, anders dan de stad
zich vertoont op de andere werkdagen
der week. Zij is dan voller, drukker,
althans in dat gedeelte hetwelk door
sommigen reeds betiteld wordt als de
„city"; met een woord, dat, naar ik
hoop, geen „burgerrecht" zal krijgen in
onze taal, want degenen, die de Lon-
densche „city" kennen, weten wel dat
men dat zaken-centrum der Britsche
hoofdstad niet vergelijken kan met de
omgeving van den Dam. De „city" aan
gene zijde van de Noordzee is gansch
wat anders; kan niet en dat is maar
gelukkig ook vergeleken worden met
het Amsterdamsche zaken-centrum in de
nabijheid van onze goederenbeurs en
onze effectenbeurs. In de Londensche
„city" zijn de kantoorlokalen als 't ware
op elkander gedrongen; in hetgeen som
migen de Amsterdamsche „city" willen
noemen is dat nog geenszins het geval.
De groote zaken zijn verspreid door de
oude stad; men vindt ze op het Damrak;
op het Rokin, aan stille en drukke zijde;
aan de Prins Hendrikkade; op den N.Z.
Voorburgwal; helaasI héél veel langs on
ze oude, mooie grachten, waar zoovjele
statige patriciërs-huizen van weleer „om
gezet" zijn in zetels van deze of gene
maatschappij, niet langer tot woning die
nen. Er zijn nog talrijke als zoodanig
behouden gebleven, maar toch
door
MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT
38).
Jane gaf onmiddellijk gevolg aan deze
forscbe gebiedende wijs en slikte snuf
fend haar tranen op. Plotseling viel haai'
oog op het pakje van den apotheker,
dat ze nog in de hand geklemd hield.
„Wat een doortraptheid van d'rl" riep
ze verontwaardigd uit. „Mij te vragen
naar den apotheker te gaan om aspirine
te halen voor d'r hoofdpij nl En ik, dwaas
niets vermoedend, ik ga d'r heen! Daar
heb je 't spul!" en venijnig slingerde ze
het pakje tegen den grond. „Nou juf
frouw Molly zal nou wat ergers te verdu
ren hebben dan hoofdpijn, denk ik."
„Maar dat mag "juist niet, Jane! We
moeten haar op de een of andere manier
terughalen."
Hoewel Sara met groote overtuiging
sprak, werd zij inwendig verteerd door
angst. Wat konden ze doen twee
zwakke vrouwen? En tot wien konden
ze zich wenden om hulp? Miles? Die-
was kreupel. Hij kon evenmin helpen
als zij zelf. En Selwyn was weg, buiten
hel bereik f
„Wij moeten haar terughalen". her-<
haalde zij koppig.
velen er van hebben van al het deflige
van weleer slechts den ouden, deftigen
grachlgevel overgehouden. Niettemin -
ik hoop dat men die typisch Amster
damsche grachten niet zal «aan beschou
wen. te behooren tot datgene, wat men
onder ..ci^y" wil verstaan; zij zijn cr
nós Jp mooi. Je deftig, voor!
Maar dat het «jehcele „hart" van Am
sterdam, zeer zeker dat gedeelte dat
tusschen 'Centraal Station en Fre.deriks-
plein zich uitstrekt, 's Maandags ander*.,
drukker is dan op andere werkdagen,
het is niet te loochenen.
Forensen-dames van het Gooi, van
Bloemendaal, Santpoort en van veel ver
der nog misschien. die toch het liefst
in Amsterdam gaan „winkelen", houden
niet van Amsterdam op Maandag. 2ie
vinden hèur vroegere woonplaats dan
veel te druk Je rgezemoesig; ze worden
er verdrongen in Kalverslraat en Nieu-
wendijk 't publiek in haar meest-
gezochte winkels is dan zoo anders; men
wordt slecht bediend op Maandag.
En de man-forens verfoeit den Maandag,
die hem geen rustig uur laat in het res
taurant, waar hij gewoon is ten noen
maal te gaan, pmdat hij zeker is zijn
gewoon hoekje te zien ingenomen door
de een of andere buitenman van
Maandag,.
Maandag was van ouds de Amster
damsche marktdag. Jaren lier het
is lang en lang geleden kon men op
dien eersten dag der week de hoeren
en. boerinnen uit Noord-Holland ter
hoofdstad zien komen. De mannen deden
dan hun zaken op de veemarkt, die
toen was waar nu, het Frederiksplein
is en op de Botermarkt, en de vrouwen
men him fraaiste „gouden ijzers" om
het hoofd, slenterden door de straten
en bezochten de winkels en streken met
het manvolk later neer in de bekende
koffiehuizen: in het „Wapen van Me-
demblik", in het „Wapen van Noord-
Holland", in „Polen'in de „Karse-
boom", in de „Poort', bij „Kras Dal
is lang, heel lang geleden, toen de mark
ten nog de heusche markten waren.
Maar de Amsterdamsche markten van
een vijftig, zestig jaren her zijn nu de
echte niet meer, de vreemdeling, die nog
een echte Hollandsche markt wil zien,
moet naar uw provincie-stad gaan en
toch de Amsterdamsche Maandag is
altijd nóg anders dan een andere, „week" -
dag.
De veemarkt is er nog, maar zij is al
sedert jaren verplaatst naar liet abattoir,
ginds builen de Muiderpoort, aan den
rand der stad, en niemand anders komt
er dan degene, die er noodig heeft. De
groen tenmarkt is er, daar, aan de haven
tjes hij de Marnixslraat, ingebouwd ge
worden feitelijk, zaken cenirum, doch
geen markt, waar men als nièt-zaken-
niensch eens voor zijn genoegen flanee-
ren gaat; de hoofdstadschc marktdag is
niet meer wat een marktdag in een pro
vinciestad is, omdat we hier tè groot
zijn geworden, alles zoo ver uit elkaar
ligt. Toch, Damrak, Nieuwendijk, Kalver
slraat, ze hebben nog liun echte Maan
dag-drukte. De koffiehuizen zijn er
gansch den dag voller dan anders en in
velen er van worden op dien dag veel
zaken gedaan. „Kras" in de Warmoes-
straat is nog altijd een bekende plaats
van samenkomst voor zaken-mensclieai
van buiten; vele makelaars in huizen b.v.
uit die plaatsen, waarheen in de latere
jaren de trek der Amsterdamsche foren
sen gegaan is, kan men zeker zijn; op
Maandag op vaste uren aan de leestafel
bij „Kras" te spreken te krijgen. Op
het Damrak, meer dan op een anderen
dag, de drukte voor de schippersbeurs
en in het gedeelte van de Kalverstraat
iti de onmiddellijke nabijheid van den
Dam, is er op Maandagochtenden en
-middagen dikwerf geen doorkomen aan
geen wonder, dat de Amsterdamsche
forens-dame er dan „geen aardigheid
in vindt te gaan winkelen."
In „Polen" en „Suisse" zijn van ouds
op den Maandag de aannemers, al die
genen, die met de zaken van het bouw
bedrijf in verband staan, gewoon geweest
samen ie komen en het is zoo geble
ven lot den liuidigen dag. Eigenaardig,
hoe die menschen uren achtereen met
elkander hun zaken bespreken en doen
in de nauwe straat, staande op de trot
toirs, de politie-agent kijkt het aan, dren
telt er lussclien door; laat toe dat de
genen, die geen „marktbezoekers" zijn,
doch de Kalverstraal door moeten, slechts
schuifelend verder kunnen komen; het
verkeer mag dan blijkbaar belemmerd
zijn, de oud-Maandagsche traditie schijnt
dat zoo te willen. Koffiehuizen, lunch-
aangelegeuheden, zij maken op den Maan
dag nog beter zaken dan op een ande
ren dag.
Toch is in den loop der jaren, in
het Amsterdamsche koffiehuisbedrijf ook
heel wat verandering gekomen; de „sma
ken" zijn met den tijd heel wai ge
wijzigd; men is hooger eischen gaan
stellen; vergenoegt zich niet meer met
den oud-IIollandschen koffiehuisvloer,
„keurig" geboend en met fijn wit zand
bestrooid, men verlangt nu in de def
tiger restaurants en zalen, waar men
het noenmaal en de namiddag-thee ge
bruiken gaat, de met lapijt-goed bedekte
vloeren en de gemakkelijk zittende stoe
len. Alleen in die ouwerwetsche kof
fiehuizen. die nog de Maandag-zakenmen-
schen trekken, zijn de oude gebruiken
nog in zwang gebleven. Het geheele kof
fiehuis-leven le Amsterdam heeft zich
ook gewijzigd, grootendeels als het ge
volg van de uitbreiding der stad in alle
richtingen. In vroegere jaren hadden tal
van Amsterdammers Uun vaste middag-
slamlafel in een café in de oude stad;
hun koffiehuis, waar zij veelal Zater
dagsavonds hun vrienden ontmoetten.
Maar de „trek" naar de nieuwe bui
tenwijken heeft tengevolge gehad, dat
vele koffiehuizen in de oude stad vele
Amsterdamsche klanten verloren heb
ben, omdat in de nieuwere wijken kof
fiehuizen en „lunch-rooms" verrezen zijn,
in straten, waar dergelijke zaken een
kwarteeuw geleden weinig kans op een
voortbestaan gehad zouden hebben
dc bewoners uil de buitenwijken zoe
ken hun buitens-huis-gezelligheid liever
wat dichler in hun buurt.
En er is één type-plaats van samen
komst, die hoe langer hoe meer ver
dwijnt, ul. de oudcrwetsche melkinrich
ting ik bedoel die gelegenheden, welke
men „onecrbiediglijk" placht te beslem-
pelen met den naam van de „katten-
kroeg". In de dagen, toen die gelegen
heden hun hoogtepunt hadden bereikt,
waren zij eigenlijk de eenige plek, waar
de Amsterdamsche dame kon gaan uit
rusten van baar winkelen en zich laven
aan een kop koffie of thep, een glas
melk of iets van dien aard; waar de
jongere vrouwen hun glas melk gingen
drinken en daarbij lieur medegebrachte
boterham genoten. Die inrichtingen zijn
er nog wel, doch ze zijn overbodig ge
worden, sedert de „lunch-rooms" geko
,En. hoe, als ik vragen mag, juffrouw
Sara?" vroeg Jane bitter. „Wil u mis
schien achter de auto aan gaan hollen?"
Een oogenblik zweeg Sara. De sarkas-
tische vraag had een vonk in haar doen
ontvlammen en ze dacht nu "snel na,
terwijl eindelijk een plan begon op te
duiken in den maalstroom van haar
gedachten.
Garth Trent! Hij kon haar helpen?
Hij had een aulo. Sara wist niet van wel
ke grootte, maar zij was er zeker van,
dat Trent er alle snelheid uit zou halen,
die er maar uit te halen viel. Met hun
heiden hij en zij zouden ze Molly
in veiligheid kunnen krijgen!
Sara wendde zich tot Jane.
„Kom mee naar den stal en help mij
de ponny van den dokier inspannen. Je
weet, hoe je dat doen moet», niet?"
„Ja, juffrouw, ik heb meneer dik
wijls er mee geholpen. Maar u zal geen
auto ooit inhalen met den ouden Toby
juffrouw."
„Neen, dat ben ik ook niet van plan,
ik, wil naai* - Far End rijden. Meneer
Trent zal ons wel helpen. Maak je maar
niet ongelukkig Jane", zei ze, terwijl
Jane op weg naar den stal $^n snik
niet kon inhouden, „we zullen juffrouw
Molly terugbrengen. En hoor eens! Me
vrouw Selwyn mag geen woord van dif
alles hooren. Begrijp je? Wanneer ze iets
vraagt, zeg dan, dat juffrouw Molly en
ik niet thuis eten. Dat zal maar al te
waar zijn ook", voegde zij er grimmig
bij, wanneer we ten minste iets te eten
krijgen!"
Jane snufte en slikte hoorbaar.
„Ja juffrouw", zei ze onderworpen. „U
en juffrouw Molly koinen niet thuis eten.
Ik zal 't niet vergeten."
HOOFDSTEK XVII.
De vervolgers.
Selwyn's ponuv was nog zelden tot
zulk een vaart aangezet, als waarmee
Sara hem nu voortjoeg. Den heuvel op
gunde zij hem den tijd, als goede rijdster
wei wetend, dat wanneer je een paard
een heuvel op te veel voortjaagt, het
vee lgauwer moe wordt en je zoodoen
de meer lijd verliest dan wint. Maar de
hcuvei af op den vlakken grond, dreef
Sara Toby mei leidsels en zweep aan tot
verbazingwekkende snelheid. Misschien
voelde het goedhartige kleine dier iets
van haar eigen haast, want het deed zijn
uiterste best en bracht haai* naar Far
End in korter lijd dan zij voor mogelijk
hadg ehouden.
Juist toen zij het wagentje tot slaan
bracht, ging de voordeur open en Garth
zelf verscheen. Hij had het ongewone ge
luid van de wielen in de oprijlaan ge
hoord en nu hij zijn late bezoekster her
kende, kwam een uitdrukking van de
grootste verwondering op zijn gelaat.
„Juffrouw Tennantl" riep hij op ver
baasden toon.
„Ja. Kan uw knecht mijn poney even
overnemen? En mag ik alstublieft even
binnenkomen? Ik ik moet u een,
oogenblik alleen spreken."
Trent keek haar onderzoekend aan,
KONINKLIJKE ELECTRISCHE DRUKKERIJ
VERZORGT UW GEHEELE
- RECLAME-CAMPAGNE -
ZORGT DAT UW RECLAME
DOEL TREFT DOOR
TOEPASSING DER
MODERNE
LEVERT OP AANVRAGE
ONTWERPEN - OOK VOOR
VERPAKKINGEN - WELKE
DOOR SMAAKVOLLE UIT
VOERING DE AANDACHT
IOP UW ARTIKELEN j
VESTIGEN
LrOP UW ARTIKELEN j
VESTIGEN
LANGE SINT PIETERSTRAAT F 33
(Ing. Med.)
men zijn en de nieuwere begrippen door
drongen, die de leden van het zwakkere
geslacht niet buiten café of restaurant
„bannen"; de melkinrichting als „vrou-
wen-restaurant" heeft haar tijd gehad,
en bij de jongeren van onzen lijd hebben
het glas „ranja" met een rietje of de
fosco meer aantrekkelijkheid dan vroeger
het glas melk. Wat niet wegneemt, dat
tegenwoordig de melk te Amsterdam
„danig over de tong gaat en eerlang nog
meer zal gaan" in figuurlijken zin
dan altijd.
Ik bedoel, dal er Lu de laatste dagen,
vooral in die kringen, waar de melk een
handelsartikel is, héél wat te doen is
over de plannen, die men blijkbaar ten
stadhuize koestert om de melk-verkoop-
kwestie nu heusclt aan de orde te stellen,
't Is of we weaer teruggekeerd zijn tot
de dagen toen de vraag of de gemeente
zich de monopolies van gas-, water-,
eleclriciteits-levering, enz. mocht schep
pen, zooveel heftige betoogen uitlokten,
toen de anti-gcmeente-exploitatie-men-
schen en voorstanders van gemeente-
beheer elkander in en builen den Raad
bijkans in de haren vlogen; toen de naas
ting van verschillende bedrijven de ge
meente-politiek beheerschte. De gemeen
te-exploitatie heeft het gewonnen en wij
zijn het als de natuurlijkste zaak ter we
reld gaan beschouwen, dat de gemeente
gas, telefoon en wat niet al levert.
In die huidige dagen ziet men weder
het verzet uit den kring der nering
doenden, nu men van den socialislischen
kant van gemeentewege ook aan kleinere
bedrijven dan gas en tram en dergelijke
waren gaat raken. Er is onlangs reeds
een protest-vergadering van neringdoen
den over gehouden, waarin danig tegen
al die overheidsbemoeiing le keer werd
gegaan. Veroordeeld werd, dat men van
gemeentewege ingreep in den handel in
aardappelen; bij den verkoop van brand
stoffen; met betrekking tot den vïschver-
koop; dat de gemeente thans ook in
meel gaat doen en nu ook den gehee-
len melkverkoop te Amsterdam tot zich
wil trekken. De kwestie is natuurlijk
van groote beleekenis. Daar zijn er clie
redeneeren: „hel is voor de gemeenschap
van even groot belang, dat deugdelijk
drinkwater wordt geleverd als zuivere,
ziektekiomvrije melk". Zij gaan zelfs ver
der en meenen, dat melk nog van veel
gróóler beleekenis is, en ze juichen het
daarom toe van ganscher harte, dat men
het gemeenle-inelkbedrijl" wil instellen.
De melkhandel denkt er natuurlijk an
ders over, is van oordeel, dal door dat
monopolie het bedrijf van velen te gron
de zal gaan, dal de uitstekende gemeen
telijke keuringsdienst en de straks in
volle werking komende Warenwet zulk
een monopolie onnoodig doen. zijn.
De zaak is voor Amsterdam van veel
gewicht en de vraag of een gemeentelijk
melkbedrijf inderdaad noodig is, dient
wel van verschillende kanten te worden
hekeken, alvorens een beslissing wordt
genomen. We zullen er nog wel méér
pro test-vergaderingen over zien houden
en ik zal eerlang alle aanleiding hebben
er iheer over te schrijven.
SINI SANA.
want de spanning die haar verried, trof
dadelijk zijn oor.
Hij riep Judson om voor pony en wa
gentje te zorgen en ging haar voor naai*
de gezellige, ouderwetsche hal, waar hij
een armstoel naar voren schoof.
„Gaat u zitten", zei hij bedaard. En
toen zij gehoorzaamde„Nu vertelt u,
"mij nu maar, wat er is."
Zijn houding was rustig en vriendelijk. i
De kille onverschilligheid waarmee hij
haar den laalsten tijd had bejegend
ook al eerder dan dien dag op Rozenhof
was verdwenen en zijn heldere oogen
keken haar met sympathieke belangstel
ling aan.
Zooals hij nu was, viel het Sara niet
moeilijk haar hart voor hem uit te
storten en een paar minuten later wist
hij alle feilen aangaande Molly's vlucht.
„Ik weet niet of mijnheer Kent wer
kelijk een getrouwd man is of niet", voeg
de zij er tenslotte bij. „Bradv zegt van
wel."
„Zeker is hij dal", zei Trent kort.
„Dubbel en dwars zelfs. Zijn eerste
vrouw is van hem gescheiden en daarna
is hij weer hertrouwd."
„O!" Sara stond half op van haar
stoel, haar gezicht werd bleek. Eerst
op dit oogenblik besefte zij hoe vurig
jzij in hel diepst van haai* hart had ge
hoopt, dat Garth de beweringen van
Brady zou kunnen weerleggen.
„Maak er u niet ongelukkig over."
Garth legde zijn handen op haar schou
ders en duwde haar zacht in den stoel
terug. „Niet tobben. Dank zij Brady's
geniale zet met dien benzine ik heb
z'n goede kwaliteiten blijkbaar onder
schat geloof ik wel, dat ik u kan
beloven, dal we Molly binnen een paar
uur weer veilig op Sunnyside lerug heb
ben. Dat is le zeggen, als u mij in deze
zaak wilt vertrouwen."
„Natuurlijk vertrouw ik u", antwoord
de zij eenvoudig. Het scheen wel alsof
op dc een of andere manier een groote
last haar van de schouders was geno
men, nu zij haar moeite aan Garth had
toevertrouwd".
,Dank u", zei hij rustig. „Terwijl Jud
son het wagentje wegbrengt, moet u
een glas wijn hebben."
„Neen, o neen!" riep zij haastig, „ik
heb niets noodig."
„Ja, pardon, dat weet ik nu beter in
dit geval", antwoordde hij glimlachend.
Hij verliet de kamer en kwam even
later terug met een flesch champagne
en een paar glazen.
„O neen, alstublieft niet, - ik wou
veel liever dadelijk op weg gaan", pro
testeerde zij. „Ik heb werkelijk niets
noodig Laten we liever voortmaken!"
„Het spijt me wel, maar ik ben niet
van plan weg te gaan voordat u dit heeft
opgedronken" hij vulde een van de
glazen en reikte het haar loe.
(Wordt vervol#!.)