zaak belangrijk genoeg om na de opge
dane ervaring ze nogmaals aan te vatten
Een door hem ingediend voorstel om een
adres te zenden wordt door de heeren
Kalle en Blok ondersteund eu zonder
hoofdelijke stemming aaugenomen.
KUNST EN WETENSCHAPPEN
A n t h r o p o s o p 1) i e.
Men verzoekt ons plaats voor het vol
gende
Nu er voor hel eerst in Middelburg
voordrachten over anthroposophic ge
houden worden, zal misschien hij velen
de vraag rijzen, wat anthroposophie en
de Anthroposophische Vereeniging is;
wal zij bedoelt. Het woord anthroposo
phie is niet nieuw, maar hetgeen nu
door Dr. Rudolf Sleiner als anthroposo
phie of geesteswetenschap geleerd wordt,
is dat wel. Deze geesteswetenschap voert
tot de overtuiging, dat in den physieken
mensch, dien wij met de zintuigen waar
nemen. een geestesmensch leeft. Waar
nu de anthropologic zich hezig houdt
met het bestudecren van den physieken
mensch, zoekt de anthroposophie naar
kennis van den geestesmensch. Zij staat
tusschen de natuurwetenschap, die zich
telkens voor grpnzen gesteld ziet, welke
zij niet kan overschrijden, getuige de be
roemde uitspraak van Dubois-Rcvmond
„Ignorabimus, wy zullen nooit weten";
en de mystiek, die den mensch op den
duur niet bevredigen kan daar zij hem
buiten de werkelijkheid plaatst. Dit kan
de anthroposophie door het zielelevcn
Idoorvorschen op even streng weten
schappelijke wijze als die welke de na
tuurwetenschap op haar eigen gebied
loepast.
De Anthroposophische Vereeniging
telt hare leden over de gehcclc wereld
en heeft haar centrum in het Goethe-
anum, de Vrije Hoogcsehool voor
Geesteswetenschap te Dornach Zij is
niet uit de Thcosophische Vereeniging
voortgekomen, maar gedurende een tien
tal jaren heeft Dr. Steiner, daartoe door
de leiders der T. V. zelf uitgenoodigd,
zijne denkbeelden binnen den kring de
zer vereeniging voorgedragen en is dal-
gene wat nu als anthroposophie gebracht
wordt het vervolg van hetgeen destijds
door hem daar geloerd werd.
Anthroposophie doordringt het werke
lijke leven in al ziju vertakkingen; op
wetenschappelijk, paedagogisch, econo
misch en kunstgebied opent hot geheel
nieuwe inzichten. I'ractisch tracht men
de impulsen, die er van uitgaan sedert'
eenige jaren te verwezenlijken en op
paedagogisch en medisch gebied kan men
al op enkele resultaten wijzen. lu ver
schillende scholeu in Duitschland, (waar
van de Waldorf school in 1918 in Stut-
gart met 150 leerlingen begonnen nu
reeds meer dan 800 leerlingen telt) in
Engeland en sedert een jaar ook in Hol
land de Vrije school in den Haag)
wordt het onderwijs volgens de paeda-
gogischc aanwijzingen van Dr. Steiner
gegeven. Er wordt echter geen anthropo
sophie geleerd; de onderwijzers brengen
de leerstof tot de leerlingen op een wijze
die de anthroposophische kennis van hel
mensclielijk wezen als de meest vrucht
bare heeft doen kennen.
De laboratoria en de klinieken in Ar-
lesheim bij Basel en te Stutgart, de kli
niek in den Haag werken .pp wetenschap
pelijk en medisch gebied en kunnen
reeds op de eerste vruchten van hifn
werk wijzen.
LANDBOUW.
Landbouw en meteorologie.
De werkzaamheden van het Interna
tionaal Landbouw-Instiluul te Rome
strekken zich o.a. ook uit tot de bevor
dering van de internationale samenwer
king op het gebied van de ecologie, de
wetenschap omtrent den samenhang tus
schen den groei en de opbrengst van
landbouwgewassen en de meteorologi
sche invloeden daarop.
In verband hiermede heeft de minister
van binnenlandsche zaken en landbouw
onlangs een commissie in het leven ge
roepen. welke lot taak heeft om de in
ons land op ecologisch gebied verkregen
uitkomsten te bespreken en zich bezig te
hazing, Garth Trent.
Toen zij de kamer binnenkwam, draai
de hij zich bedaard om van het venster,
waar hij had staan kijken naar den mooi-
en tuin van de Herricks.
Mijnheer Trent", kwam juffrouw La-
vinia aandribbelen, „laat mij u even
voorstellen aan juffrouw Tennant"
De vriendelijke fletsblauwe oogen van
de Lavendeltante straalden hem welwil
lend tegen. Zij was zoo heel blij, dat „die
arme eenzame jongen van Far End"
er eindelijk toe gebracht was om de een
zame rotsen van de Monniks Klip te ver
laten, maar daar zij gewoon een doods
angst had bij het vooruitzicht hem alleen
te moeten bezig houden en Andrey Mayr
nard druk aan het praten was met Miles
was zij maar al te dankbaar hem Aan
Sara's bevoegde handen te kunnen toe
vertrouwen.
„Wij hebben elkaar al eerder ontmoet
juffrouw Lavinia." zei Trent en over haar
hoofd heen keken de lichtbruine oogen
met een jongensachtige pret in die van
Sara. „Juffrouw Tennant was zoo vrien
delijk mij een bezoek te brengen op Far
End."
„O, dat wist ik niet". De kleine juf
frouw Lavinia staarde verbaasd van den
eenen gast naar de andere. „Sara je hebt
mij nooit verteld, dat jij en dr. Selwvn
houden met de vraagstukken, welke door
het Internationaal Landbouw-Inslituut te
Rome worden behandeld.
De voorzitter, prof. dr. E. van Ever-
dingen. hoofddirecteur van het Kon. Ned.
Meteorologisch Instituut te De Bilt. hoeft
tegen 26 September a.s. de eerste verga
dering uitgeschreven, welke jlV Utrecht
in hot Botanisch Laboratorium zal wor
den gehouden en waarop de volgende on
derwerpen zullen worden besproken
Over den invloed van klimaat en omge
ving op den gezondheidstoestand der
aardappelen, in te leiden door prof.
Quanjer.
Verband tusschen de weergesteldheid
en het optreden van phvtophtora infes-
laqs bij aardappelen, in te leiden door
prof. van Everdingen.
Hot verband tusschen phaenologie en
ecologie, iu te leiden door ds. II Bos.
Hel verband tusschen klimaat en sui
kerproductie op Java, in te leiden door
prof van Gulik.
Daarna zal een bespreking naar aan
leiding van de rapporten en verslagen
van de „Assemblée générale de 192-1 de
rinstitul international d'agriculture"
plaats hebben.
HANDEL, NIJVERHEID EN
VISSCHERIJ.
Jonge oesters.
Men meldt uit Zeeland aan de N Roti.
Courant
Het is met het weer voor de schelp-
dierenleelt dezen zomer niet meegeloo-
pen, vooral de laatste maand, waarin
goed zomerweer zoo hoog moet gewaar
deerd worden, omdat daardoor hel zoo
genaamde oeslerbroed moet gedijen en
onder ongunstige omstandigheden hel
jonge goedje niet voldoende ontwikkelt.
Waar de voorraad van het zaaigoed toch
al niet zoo ruim is eu ook d;it jaar dc
aanslag niet van groote heteekenis is,
kan niet veel verloren gaan en zou een
uitstekende nazomer voor den groei van
den aanslag op schelpen en pannen
hoogst gewenscht zijn. Er is reeds meer
malen op gewezen, dal het hebben van
voorraden jonge oesters voor komende
jaren hoogst noodzakelijk is, wat nog
meer klemt als men weet, dat juist in
de laatst verloopen seizoenen de voor
consumptie opgroeiende oesters niet zoo
rijk vertegenwoordigd zijn, dat men be
moedigend de toekomst kan afwachten.
Waar ook Duitschland weer zal afne
men, mag op meer vraag gerekend wor
den en met al deze omstandigheden in
het verschiet, zijn de prijzen door het
Centraal Oosterbureau daarmee in over1»
eenstemming gebracht in de hoop, dat
ook anderen dan aangeslotenen bij be
doelde coöperatie geen concurrentiestrijd
zullen aangaan, in het belang van alle
geintresseerden bij de oestercultnur.
SPORT.
M. T. V.
Voor de tentoonstelling van hoenders,
watervogels, konijnen, post- en sierdui-
ven, uitgaande van de Middelburgsche
Tentoonstellingsvereeniging, te houden op
24, 25 en 226 December in de „Manege"
alhier, zullen als keurmeesters fungee-
ren de heeren B. van Asperen Vervenne
te 's Gravenhage voor hoenders en wa
tervogels; G. J. Blok te Woerden voor
konijnen en J. G. Bloijs v. Treslong te
's Gravenhage voor post- en sierduiven.
Begin November zal het vraagprogram
ma Verschijnen met een uitgebreide klas
seering in alle rassen en vermelding der
vastgestelde eereprijzen.
Reeds werden een groot aantal medail
les en geschenken ontvangen.
Postduiven.
Korte uitslagen der Bondswcdvluch-
ten van den Bond van Postduivenliefheb-
bers in West Zeeuwsch-Vlaanderen, ge
houden op Zondag 14 September.
Ie Op Breteuil, los te 9.41 uur. De
eerste prijswinnende duif arriveerde te
IJzendijke op een afstand van 210.9 K M.
met eene snelheid van 1155 M. per min.
te 12.5.57 en de laatste prijswinnende
duif eveneens te IJzendijke met cene
snelheid van 1286.1 M. te 12.2-1 uur.
De eerste tien prijswinners zijn: le A.
een bezoek hadden gebracht bij mijn
heer Trent".
Sara lachte hartelijk.
„Lieve Lavendel tante, dat hebben we
ook niet gedaan. Geen ons ons beiden
zou mijnheer Trent hebben willen belee-
digen door zoo iels conventioneels te
doen." De groote oogen keken de bruine
uitdagend aan. „Ik werd overvallen doorj
een onweersbui oj> de Monniksklip en
mijnheer Trent heeft mij, zeer tegen zijn
zin, dat weet ik zeker," dit met een
ondeugenden lach „een schuilplaats
aangeboden."
„Nu, dal was vriendelijk van hem. Ik
denk, dat Sara u wel heel dankbaar ge
weest zal zijn". En het vriendelijk oude
gezicht zag glimlachend naar Trent's
donker, bitter gezicht op, zóó eenvoudig
en oprecht, dat voor een oogenblik iets
van de bittere uitdrukking scheen te ver
dwijnen. Zelfs niet een beslist menschen-
hater als de kluizenaar van Far End zou de
Lavendeltante hebben kunnen weer
staan, wier vriendelijke, kalme gratie en
hoffelijkhejd pasten bij den ouden tijd
en weldadig aandeden in de lierrieach-
tige dagen van deze twintigste e^uw.
Zij ging naar de theetafel en liet Trent
en Sara achter bij het venster.
„U heeft dus uw afkeer voor bezoeken
overwonnen", zei Sara een beetje zenuw-
Nijssen, IJzendijke; 2e P. Peijcke,Schoon-
dijke; 3e M. A. Mabesoone, Oostburg; le
II. Martens, IJzendijke; 5e A. Coens,
Oostburg, 6e A. van Gijs, Brcskena; 7e
A. J. Aalbregtse, Zuidzande, 8e eu 10e
J Verplanke en 9e A HameUnck, IJzen
dijke.
2e Op Monscrouu, los 9.40 uur. De
eerste prijswinnende duif arriveerde te
Breskens op een afstand van 76,830 K M
met eene snelheid van 1182,9 M. per
min. te 10.44.57 uur en de laatste prijs
winnende duif eveneens te Breskens met
eene snelheid van 985.31 M. per min.
te 10.56.07 uur.
De eerste elf prijswinners zijn te A.
van Gijs, Breskens; 2e P. Bobbelaere,
Schoondijke; 3e J. Pleijte. Brenkens; 4e
C Versprille, Waterlandkcrkje; 5c en 6e
B. P de Ridder, Cadzand; 7e Wie-
meersch, Groede; 8e J. Simpelaar, Oost-
burg; 9e en lie M. A. Mabesoone,Oost-
burg, 10e J. Verplanke, Oostburg
3e. Op Ohimay voor de 2e Pleines-
vlucht, los te 8.25 uur met Westen wind,
aantal duiven 285.
De eerste prijswinnende duif arri
veerde te Schoondijke op een afstand
van 156 710 K. M. met eene snelheid
van 1209.7 M. per min. te 10.34.31 en
de laatste prijswinnende eveneens te
Schoondijke met pene snelheid van
819.11 M. per min. te 11134.04 uur.
De eerste 15 prijswinners zijn te en
4e Gebr. de Batds, Schoondijke; 3c Joz.
Pleijte, Breskens; 3e P. Dobbelaere.
Schoondijke; 5e J. van de Velde, Bres
kens; 6e W. Moelker; 7e J. Pleijte Gz
Breskens; 8e Jae. Moelker; 9e en 10e P.
de Ivruijter, beiden Breskens; 11e 0. Wil-
lems. St. Kruis; 12e A. P. Haartsen,
Schoondijke; 13e J. Verpoorte, Breskens;
14e M. A. Mabesoone. Oostburg. 15e Jac.
Vergouwe, Oostburg.
8 UITENLAB 0.
LONDENSCHE BRIEVEN.
Van onzen Londenschen Correspondent.
Gaat Ierland opnieuw bloedvergieten?
Londen, 16 September 1924.
Dit opschrift klinkt nogal alarmistisch.
Er is niettemin reden de vraag te stellen.
En wij zullen ons gelukkig mogen prij
zen indien alles goed afloopt. Laat me
nog eens even in het kort de positie van
Ierland ten opzichte van Engeland en
die op het Groene Eiland zelf nagaan.
Men weet dat het Iersche verdrag, dat
in 1921 te Londen werd geteekend, een
einde maakte aan den opstand van Zuid-
Ierland (omvattend 26 van de 32 graaf
schappen waaruit Ierland bestaatde
overige zes behooren bij Ulster of Noord-
Ierland) Aan de bezetting van de Brit-
sche troepen die met weinig hart voor
de zaak de republikeinsche rebellie
trachtten te onderdrukken, kwam tevens
een einde. Engeland verzoende zich met
het idee, dat Ierland een onafhankelijk
bestaan zou voeren Zuid-Ierland ver
zoende zich met het idee, dat het geen
republiek zou worden en dat de banden
met Brittannië niet volledig konden wor
den doorgesneden. Er was een minder
heid in Zuid-Ierland, die het verdrag
niet erkende en die aanvankelijk onder
de leiders de Valera en Erskine Chil-
ders den strijd voor de republiek voort
zetten. De Valera werd gevangen geno
men, Childers werd gedood. De tegen
stand verliep. De twee groote Iersche
verdedigers van het verdrag, de be
kende Sinn Fem-leiders Arthur Griffith
Michael Collins, die met de Britsche re-
geering tot overeenstemming kwamen,
zouden van de vruchten van hun werk
niet genieten. Griffith stierf spoedig en
zijn dood zal zeker verhaast zijn door
de spanning, waaronder hij vroeger als
rebel leefde en door het harde werk, dat
met de verzoeningspogingen gepaard
ging; hij was een man van zwakke ge
zondheid. Collins, eens de groote held
van alle republikeinen in Ierland en een
prachtige kerel, ferm van hart en karak
ter, viel als slachtoffer van een aanslag
door de onverzoenlijk gebleven rebellen,
die hem zijn bekeering tot gematigdheid
in de verhouding tot Engeland niet ver
gaven. Sedert deze dramatische gebeur
tenissen heeft Cosgrave kans gezien het
achtig. „Ik verwachtte niet u hier te ont
moeten.
Zijn blik hield den haren vast.
„U wenschte het zelf," antwoordde hij
ernstig.
—Een plotseling rood kleurde de war
me bleekheid van haar gelaal.
„Hadt u gedacht dat ik u uitnoodigde
mij hier te ontmoeten?" antwoordde zij
zijn woorden opzettelijk verkeerd uitleg
gend. Zij schudde spijtig het hoofd „Dan
heeft u mij verkeerd begrepen. Ik zou
nooit zoo'n inspanning van uw beleefd
heid gevergd hebben."
Zijn oogen schitterden.
„Weet u wel", zei hij kalm, /„dat ik
veel lust zou hebben u door elkaar te
schudden?"
„Daar ben ik blij om", antwoordde zij
hartelijk. „Dat is een verrukkelijk gevoel.
U heeft me datzelfde gevoel gegeven den
dag toen ik met u reisde. Dus nu zijn
we quitte.
„Zoudt u niet astublieft willen
probeeren dien dag in den trein te ver
geten?" zei hij snel. „Ik heb me gedra
gen als een lomperd. Ik vrees, dat ik
geen enkele geldige verontschuldiging kan
aanvoeren, behalve, dat ik herinnerd was
geworden aan iets, dat lang geleden ge
beurde en ik wou graag alleen zijn."
(Wordt vervolgd).
verdrag van Londen te handhaven en
rust in Zuid-Ierland te doen terugkeeren.
Aanvankelijk geschiedde het met hard
heid en onverbiddelijkheid; de toestand
gebood het. Later was het evenwicht
zoo goed hersteld, dat de regeering van
den Vrijstaat (Zuid-Ierland) aan de Va
lera en zijn volgelingen de vrijheid her
gaf. Engeland had zijn handen van Ier
land afgetrokken; en de openbare be
langstelling in het eiland daalde tot een
minimum.
Maar nu in Ierland zelf. Ulster, de zes
graafschappen in het Noorden, wilde het
verdrag van Londen niet aanvaarden, en
maakte gebruik van een bepaling in dat
verdrag, welke Ulster vrijheid gaf er
zoo het dat wenschte buiten te blij
ven.
Reeds voordat het verdrag van Lon
den tot stand kwam, had de Britsche
regeering na jarenlange agitatie in
Ierland een poging gedaan de belan
gen van Brittannië met de wenschen en
eischen van Ierland te verzoenen. Ze
had het eiland bij een wet van 1920 zelf-
regeering (het historische Home Rule)
verschaft. De wet verdeelde het Iersche
gebied in Zuid-Ierland en Ulster. Ulster,
dat aanvankelijk negen graafschappen
had, stemde in het verlies van zijn drie
zuidelijkste graafschappen toe. De be
volking van drie graafschappen was
overwegend katholiek en ook naar aard
en karakter meer verwant aan Zuid-Ier
land dan aan het Protestante en aan En
geland gehechte Ulster. De afstand van
die drie graafschappen was geen daad
van altruïsme en toegevendheid; Ulster
had ze liever niet dan wel. Die wet van
1920 gaf aan Zuid-Ierland en Ulster elk
een afzonderlijk parlement en een af
zonderlijk uitvoerend bestuur, terwijl het
idee van eenheid voor geheel Ierland
werd gediend met een al-ïersche Raad,
voor de behandeling van zaken bet gan-
sche eiland betreffende en waarvan de
leden zoowel uit Zuid-Ierland als Ulster
zouden worden gekozen.
Deze wet heeft nimmer volledig ge
werkt. Wij weten dat Zuid-Ierland toen
streed voor de republiek, Home Rule
was toen niet meer genoeg. Maar Ulster^
aanvaardde zijn rol in de uitvoering van
den maatregel, kreeg zijn eigen bestuur,
zijn eigen parlement en trok zich van
de rest niets aan.
Die positie in Ulster tot op den hul
digen dag blijven handhaven, terwijl het
Zuiden werd getransformeerd tot den
Vrijstaat, welken wij thans kennen.
Het Londensche verdrag, dat den Vrij
staat schiep, voorzag in een herziening
van de grens tusschen Noord en Zuid.
Een commissie, bestaande uit een Ulster
man, een Vrijstaat-man en een door En
geland aan te wijzen voorzitter, zou zich
met die grensherziening belasten. Indien
Ulster aan het verdrag mee had gedaan,
zou er uiteraard van een grens geen
sprake meer zijn geweest. Nu Ulster af
zijdig bleef werd de vaststelling van een
vaste grens noodzakelijk. De bestaande
grenzen zijn gelijk aan wat bij ons pro
vinciale grenzen zijn; ze zijn noch geogra
fisch noch naar het natuurlijk volkskarak
ter een afscheiding. En bij de bestaande
gevoelens bij de leiders in het Noorden
en in het Zuiden schijnt een zuiver ge
trokken grens, welke de bevolkingen der
twee regeeringen scheidt, gebiedend.
Bovendien eischt het het verdrag van
Londen.
Ulster, dat zich in de Iersche kwestie
naam heeft gemaakt met zijn onovertref
bare halsstarrigheid, heeft geweigerd zijn
lid in de grenscommissie te benoemen.
Het redeneert dat het geen aandeel heeft
gehad in het totstandkomen van het Ier
sche verdrag en dat het daarom niet kan
worden gedwongen aan de uitvoering
ervan mee te werken. Terecht of ten
onrechte vreest het, dat zulk een grens
commissie groote stukken van het Ul-
stergebied zou afsnijden. Aan den ande
ren kant is het even waarschijnlijk, dat
de commissie ook groote stukken van
den Vrijstaat aan Ulster zou overdragen.
Maar Ulster laat de zaken nu maar lie
ver zooals ze zijn, En zijn leiders hebben
bij herhaling doen weten dat zij geen
stap zullen wijken en niets zullen toe
geven. Wie de rotsvaste koppigheid der
Ulsterianen kent, beseft dat zij woord
zullen houden. De Britsche regeering,
die voor haar deel voor de uitvoering
van het Iersche verdrag verantwoorde
lijk is, heeft een wetsontwerp ingediend,
dat ten doel heeft Ulsters tegenstand in
rechten te overwinnen; het wetsontwerp
machtigt tot de benoeming door de Brit
sche regeering van het lid der grenscom
missie, dat Ulster niet wenscht te be
noemen. Maar men kan gerust voorspel
len, dat Ulster van de beslissing dier
commissie, wanneer ze haar taak heeft
volbracht, niet de minste notitie zal ne
men. De Vrijstaat daarentegen moet tot
eiken prijs eischen, dat het verdrag zal
worden uitgevoerd, dat m. a. w. de
grenscommissie haar taak zal volbren
gen en dat de aangelegenheid zal wor
den geregeld overeenkomstig de uit
spraak van die commissie. De Vrijstaat
moet rekening houden met de latente
republikeinsche machten, welke in zijn
gebied aanwezig zijn en welke reeds
wakker worden nu men er Engeland van
gaat verdenken, dat het het verdrag van
Londen niet nakomt, omdat het reeds
zoo lang met die grenskwestie heeft ge
talmd; een verdenking, waaraan de con
servatieve Londensche pers ruim voed
sel geeft. De regeering van den Vrijstaat
vreest terecht, dat de republikeinen de
overhand zullen krijgen, indien Zuid-Ier
land niet meer krijgt wat het heeft kun
nen bedingen.
Men zal zich afvragen hoe het komt,
dat op dit kleine eiland, waar alle be
woners vooral ook in economisch opzicht
zoo zeer aan elkaar zijn gebonden, harts
tochten heerschen en toestanden ont
staan, die aan den Balkan doen denken?
Waarom kan er, zelfs bij verschil in
godsdienst, levensopvatting en karakter
tusschen Noord en Zuid, geen eendracht
heerschen? Om die vragen te beant
woorden zou men de gansche geschie
denis van het eiland de revue moeten
laten passeeren. Maar het zal hier vol
doende zijn indien ik in het kort de
heerschende opvattingen weergeef van
de menschen in het Zuiden en van die
in het Noorden.
De Zuidelijken beschouwen Ierland als
een economische en geografische eenheid
en zij willen die eenheid bereiken niet
door dwapg maar door overeenstemming
met Ulster. De Vrijstaat is bereid het
Noorden politieke en godsdienstige vrij
heid te waarborgen en indien het Noor
den op zijn beurt hetzelfde wil doen,
dan wil het Zuiden zelfs de geheele grens
regeling laten vervallen en Ulster des
noods herstellen in den toestand van
voor de Home Rule-wet van 1920. Alles
wat de Vrijstaat verlangt is, dat Ulster
deel zal uitmaken van dien al-Ierschen
Raad voor het behandelen van de na
tionale aangelegenheden van het gemeen
schappelijke land. De Vrijstaat zou den
steun van Ulster op prijs stellen als te
genwicht voor den invloed van de uiter
ste republikeinen in het Zuiden. Een
voorspoedig en vereenigd land, dat is
het wat de Zuidelijken willen. Maar in
dien het Noorden die wenschen niet
deelt en niets geeft om de eenheid en
de welvaart van Ierland, dan moet het
Zuiden eischen dat het Verdrag van
Londen nauwkeurig wordt toegepast.
Liever had het Zuiden heelemaal geen
grens, maar indien er een grens moet
zijn, dan moet die zoo veel mogelijk in
overeenstemming met de wenschen van
de bevolking worden getrokken.
En nu de Noordelijke opvatting. Wij
zijn zeggen de Ulster-mannen trouw
aan Brittannië, de Britsche kroon en het
Rijk. Wij kunnen geen vrienden zijn met
een volk, dat de beeltenis van den ko
ning van zijn postzegels heeft gehaald,
dat een Iersche driekleur laat wappe
ren en dat er in werkelijkheid op uit
is Ierland te veranderen in een anti-
Britsche republiek. Wij willen niet onder
een regeering komen, welke onder den
invloed is van de Roomsche kerk. Wij
belijden het Protestantsche geloof van
onze voorvaders en zullen het verdedi
gen tot eiken prijs. Het argument van de
economische en politieke eenheid geldt
meer voor het samengaan van Ulster en
Groot-Brittannië en zelfs voor heel Ier
land en Groot-Brittannië. De leiders van
den Vrijstaat kunnen mooi praten, maar
zij kunnen tegen hun eigen menschen
niet op, die tot op den kern anti-Britsch
zijn en die nooit zullen ophouden te in-
trigeeren voor den ondergang van Brit
tannië. De Zuidelijken zijn nooit tevre
den. Ze schreeuwden om een eigen par
lement. Nu zij het hebben zijn ze niet
tevree. Hun bankroet schijnt nog maar
een kwestie van tijd en nu willen zij het
Noorden en zijn rijkdommen om den
kwaden dag af te wenden. Wij willen de
graafschappen niet, die thans bij het
Zuiden behooren. Het bestuur er van zou
ons te veel geld kosten. En de vertegen
woordigers van die graafschappen zou
den ons in ons eigen parlement "in een
Iersche republiek stemmen. Wij vroegen
niet om zelfbestuur. Wij aanvaarden het
omdat het de wil was van het Britsche
parlement. En nu willen wij verder al
leen worden gelaten. Het Zuiden wil
een republiek. Wij blijven trouw aan En
geland, al stelt het het ook maar slecht
op prijs. Er zal nimmer rust heerschen
in het Zuiden. Wanneer daar een sterk
man opstaat, een man van karakter en
begaafdheid, dan wordt hij doodgescho
ten. Wij willen met zulke menschen niets
te maken hebben. Wij zijn nuchter, sterk
en practisch, onze scheepsbouw is de
beste van de wereld. Wie ons niet met
rust laat, zal onzen tegenstand onder
vinden, Wij zullen geen streep wijken.
Uit het bovenstaande zal den lezer
blijken, dat de benoeming van een grens
commissie en haar beslissing later het
gevaarlijke karakter van de Iersche moei
lijkheid niet zal veranderen. De eenige
weg, die tot een oplossing kan leiden,
is overeenstemming tusschen Noord en
Zuid. Maar de twee zeer uiteenloopende
inzichten, hierboven geschetst, doen
vreezen, dat die overeenstemming moei
lijk zal zijn te bereiken. Alleen het besef
dat bij het voortduren van het geschil
bloedvergieten het onvermijdelijk gevolg
zal zijn, zou hier kunnen helpen. Aan
beide zijden van de grens staan gewa
pende mannen; de gevoelens aan beide
zijden zijn hartstochtelijk. Een klein in
cident kan den brand doen oplaaien tus
schen de 20.000 Vrijstaters en de 40.000
Ulsterianen, die er, naar men zegt, zijn
samengetrokken. Voor het geval de strijd
oplaait, zullen de republikeinsche mach
ten in het Zuiden bijna zeker de over
hand krijgen en zal de Vrijstaat moeten
plaats maken voor de republiek met de
noodlottige gevolgen voor Engeland en
Ierland beiden, die er uit zouden voort
vloeien.
De Iersche grenskwestie is dus geen
tamme zaak, zooals men zou denken, in
dien men de nuchtere berichten en be
sprekingen er over leest in de Engel-
sche pers.
Electrische Drukkerij G. W,. den Boer.
Middelburg.