MissBlanche "assst: brandweer is er eene, waarop Amster dam van den aanvang af dat ze een ge meente-corps werd, steeds, en niet ten onrechte, trotsch is geweest en de open bare verlichting is over het algemeen ook voldoende, nog niet volmaakt in alle stadsgedeelten, doch er bestaan dan ook plannen om haai* geleidelijk nog te ver beteren. Niet minder dan zestien millioen gul den wordt geraamd voor ondersteuning aan behoeftigeu, waaronder begrepen zijn de sommen, noodig tot het in stand houden der gemeentelijke ziekenhuizen en de subsidies aan particuliere zieken- inrichüngen, maar *t is toch opwekkend te moeten ontwareu, dat men ook op dit gebied wel genoodzaakt is geweest te „besnoeien" schier elke afdeeling der gemeentelijke bemoeiingen moet „een veer laten" hier en daar, om de be grooting sluitend te krijgen. Een verblijdend teeken voor deze stad is, dat men het bij het opmaken der be- grootiug aangedurfd heeft het bedrag, voor ondersteuning aan werkloozcn uil getrokken, een millioen lager te ramen dan voor 1921 geschied was toch wordt er nog f 1.291.000 voor geraamd Evenwel. B. en W. mecnen, dat vermin dering der werkloosheid duidt op ver betering in den economischcn toestand en men het daarom aangedurfd heeft dezen uitkeeringspost niet onbeduidend te verminderen,* blijkt men, onverhoopt, zich Ie hebben vergist, dan zullen uit der zaak extra-credieten voor steun moe ten worden aangevraagd. Wij kunnen slechts hopen, dat het blijken zal, dat men ten stadhuize geen te oplimistischen kijk op den algemeenen toestand dezer handelsstad heeft gehad zoo lang ech ter nog steeds vermeld wordt, dat er in onze havens„opgelegde" schepen liggen is het toch nog niet wat het wezen moet. Daar is op de begrooting één post, die straks zeker genoeg aanleiding tot discussie zal geven, n.l. die betreffende de vuilverbrandings-inrichling aan gene zijde van het IJ. De uitgaven daarvoor worden geraamd op ongeveer 1.075.000, gulden l egen f 925.000 over het loopen- de jaar; de inkomsten op f207,000 tegen f 210.000 in 1921, waaruit blijkt, dat men op deze inrichting een lang niet onbeduidend verlies zal lijden. Zulks was in de voorgaande jaren ook reeds het geval en steeds wordt het te kort groo- ter. Heeft men zich omtrent het succes der vuilverbrandings-inrichting niet schromelijk vergist, toen men deze zaak begon? Het schijnt zoo. .Voor we die verbrandingsovens over het IJ bezaten was de vuilnisbelt door zijn kwalijk-riekende geuren, met name voor de omgeving der Nassaukade, steeds een bron van aanhoudende klachten weesl en men drong steeds sterker aan op verplaatsing van de belt en op vuil nis-verbranden. Dat gebeurde imqiers buitenslands ook. waarom bleef Amster dam achter? Toen volgden onderzoekin gen en rapporten van deskundigen, want die vuilverbrandingskwestie was nog niet zoo eenvoudig als de groote men meen de; de deskundige ingenieurs hadden er tegengestelde meeningen over. Maar, om kort te gaan ,dc voorstanders van ver branding wonnen hun zaak de kost bare verbrandingsovens kwamen en er werd gehoopt op flinke opbrengst uit de slakken, die men tot steenen zou ver werken, terwijl de warmte der ovens productief zou worden gemaakt tol op wekking van electrischen stroom. 'Dat alles is bitter tegengevallen de vuil verbranding geeft geen voordeelen, doch groote tekorten en de onaangename geu ren, die vroeger de stadsbelt verspreid de, worden nu ook wel degelijk ver spreid uit de schoorstcenen der verbran dingsovens het eeriïge verschil is, dat nu niet de bewoners aan de Nassau kade, doch die aan gene zijde van het IJ er van kunnen genieten! En nu is dezer dagen verschenen een brochure, waarin uit officieele stukken uit den Èaad en uit artikelen door ver schillende dagbladen, en bovenal uit adressen door den heer Wicberdink, die vroeger aan het hoofd van het beltbedrijf te Amsterdam stond, wordt aangetoond wat er over die vuilverbranding is te doen geweest. En de heer Wieberdink poogt duidelijk in het licht te stellen, dat die verbranding nooit ten voordeele voor de gemeente kan zijn en dat men heel wat verstandiger zou doen het Am- sterdamsche vuilnis te gebruiken tot het aanplempen van brakwaterplassen, waar tegen bij de bevoegde hygiënisten geen bezwaren bestaan. De brochure draagt lot titel: Bezuiniging van 'n half millioen op de jaarlijksche begrooting van uit gaven op de vuilverbranding te Amster dam." Het is een boekske dat vermoe delijk bij de begrooting-behandeling niet onopgemerkt zal blijven en mij misschien te zijner tijd aanleiding kan vgeven er op terug 'te komen. Het bovenstaande is echter zeker vol doende om te bewijzen, dat „dorre" be- grootiugs-cijfers beteekenis genoeg heb ben. SINI SANA. INSTALLATIE VAN DEN BURGEMEES TER VAN TIIOLEN. Geheel in strijd met de goede Zeeuw- sche gewoonte, werd te Tholen zon der eenige belangstelling of feeste lijk vertoon, zelfs was er nage noeg geen vlaggedoek, dat wapper de, onze nieuwe burgemeester geïnstal leerd, in de voor deze gelegenheid bijeen geroepen raadszitting onder voorzitter schap van wethouder Goossen. Afwezig wegens uitlaudigheid wethouder Wage- makcr en wegens verhindering de heeren Baaij en Goedegebuure. De heer Goossen sprak den nieuwbe noemden burgemeester toe nadat voorle zing was geschiedt van de betreffende stukken. Spr. riep den nieuwen burge meester het welkom toe met zijn familie, doch ontving hem als een geheel onbe kende en vreemde persoon, wiens benoe ming kalm ontvangen is en wiens intrede sober geschiedt, geheel zonder enthou siasme, zelfs bij geen enkele partij in de meenle. Spr. noemde het een unicum in den lande dat de nieuwbenoemde als zoo jeugdige persoon is benoemd als burge meester van Tholen, de hoofdplaats van het eiland ,doch hoopt dat hem de capa citeiten die hem dienstbaar zijn zal ge bruiken in het belang der gemeente en bovenal dat hij onpartijdig die belangen zal behartigen. Spr. wees erop dat de bedrijven van de gemeente Tholen omvangrijk zijn en uitte den wensch dat de gemeente steeds in goede banen geleid zal worden. Hij hoopte dat de nieuwbenoemde de harten van de burgerij zou kunnen win nen en dat van hem vriendschap zou uitgaan. Critiek zal niet uitblijven, doch vol maakt kan niemand zijn. De wethouders hopen in goede harmonie met den nieuw benoemde mede te zullen werken, dat hij in het belang der gemeente van ge ven en nemen zal welen, en dat hij nimmer zijn wil alleen zal doen gelden Wal spr.'s persoonlijken steun betreft, hij zal ernstig overwegen of hij nog lid van den raad kan blijven .het treurige verlies eenigen tijd geleden ondervonden en zijn drukke zaken zullen hem noodza ken het wethouderschap neder te leggen. Als tolk van den raad meende spr. de verzekering te kunnen geven dat hij diens vollen steun zou hebben bij het werken in het belang van de gemeente. Hij hoopte dat men in den nieuwen burgemeester een werker zou kunnen zien, die de bloei der gemeente zou be vorderen en dat hij deze gemeente niet zou beschouwen als een oefenplaats en een doorgangplaats voor zijn verder le vensdoel. Met den wensch dat God zijn arheid mocht zegenen, installeerde spr. rar. Verhoeven als burgemeester van Tholen. De heer Verhoeven antwoordde dat dikwijls het woord beroepskeuze opgeld doet. Spr. achtte zich gelukkig dat reeds °P jeugdigen leeftijd hij zijn keuze had kunnen doen en na het gymnasium (te hebben afgeloopen en hij gesteld stond voor het feit: wat nu? Bij zijn sludie in de rechten kwam ook de bekoring voor het burgemeesterschap, doch spr. haar beleedigd gevoel van gastvrijheid bracht een zekere hartelijkheid in haar toon. Zij ging Sara voor naar een huiskamer die op den hali uitkwam, bleef naast de deur staan om Sara binnen te laten en mompelde half hoorbaar: „U zal wel trek hebben in een kopje thee, denk ik". Toen verdween ze naar het achterdeel van het huis, vanwaar het gerinkel van kopjes weldra aankondigde, dat de be doelde drank in gereedheid werd ge bracht. Sara ging zitten in een vervallen-uit- zienden armstoel en nam de kamer waarin zij zich bevond, eens op. Die kwam overeen met wat zij na het zien van de hall had verondersteld. De meeste meubels waren in hun tijd goed geweest, maar alles zag er nu ver sleten en verwaarloosd uit. Er waren een paar mooie antieke dingen een paar chippendale stoelen met kameel haren rug, een antieke staande klok en wat mooi, oud zilver; Sara"s geoefend oog, gewend aan de zeldzame en kost bare meubels van Barrow Court, wist die enkele mooie dingen dadelijk uit te pikken tusschen het ratjetoe van niet- bij-elkaar-passenden modernen rommel. Deze meubels alleen hadden het alge- meene verval overleefd, maar ook het zilver zag er verwaarloosd uit en had dringend een poetsbeurt noodig. voelde dat dit geen beletsel behoefde te zijn. Wel zijn de taak en verantwoordelijk heid van burgemeester aanzienlijk ver zwaard, doch ondanks dat bleef het bur gemeesterschap spr. aantrekken, waarna 1 tij iedere geoorloofde gelegenheid aan greep om tot zijn doel te geraken. In de eerste plaats spreekt hij een eerbiedig woord van dank aan H. M- de Koningin voor de liooge onderschei ding hem geschonken door de benoe ming als burgemeester, jegens den Mi nister van Binnenlandsche Zaken en den Commissaris der Koningen voor hunne aanbeveling en eveneens een woord van dank aan den heer Goossen en den raad voor de hartelijke en sympathieke wijze waarop hij werd ontvangen. Spr. noem de dezen dag een belangrijke zoowel voor hem als voor de gemeente. Hoewel gewend aan 'n groote stad gaf spr. de verzekering dat het leven op het platteland voor hem veel aantrekkelijks heeft. Het zal zijn ernstig streven izijn aan den bloei en welvaart der gemeente te arbeiden. Lettende op de groote moeilijkheden is dit niet zonder schroom, doch lettende op God die alles bestuurt en die hem ook hierheen gezonden heeft, hoopt hij dat hij zijn taak zal vervullen. De toe komst alleen zal leeren of hij dit -lean. Spr. deed een beroep op de gemeente ambtenaren om zijn 'taak te verlichten. In het bizonder deed spr. een beroep op den secretaris, den heer Laban, wiens ijver en bekwaamheid zelfs tot buiten Zeeland bekend zijn en hij' zal dan ook met genoegen met hem samenwerken. Ook de steun van wethouders en raadsleden kan spr. niet ontberen en het zal steeds zijn streven zijn eendrachtig samen te werken tot den bloei der ge meente. Verschillend beginsel behoeft geen hinderpaal te zijn. Daten we steeds elkander vertrouwen schenken om het belang der gemeente te bevorderen, daartoe geve God ons wijsheid en kracht en zijn onmisbaren zegen. Spr. dankte de heer Goossen nog voor de waarneming van het burgemeesters ambt gedurende de vacature. Met nog een woord tot de gansche burgerij die hij' gaarua bij zal staan en een woord van aanbeveling in elkanders welwillendheid, aanvaardde spr hel voorzitterschap van den raad. De heer Moelker sprak zijn voldoening erover uit dat de nieuwe burgemeester beloofde onpartijdig te zullen zijn, die zeker noodig zal zijn met het oog op de zoo uileenloopcnde samenstelling van den raad. Hij hoopt dat indien de nieu we burgemeester h ier eenigen tijn zal heb ben vertoefd men eens zal kunnen zeg gen dat de regeering eens een burge meester heeft gestuurd waarover we te vreden kunnen zijn. Hij sprak den wensch uit dal indien hij eens mocht vertrekken dat men dan zou kunnen getuigen dat men hem met leedwezen ziet heengaan. Spr. beloofde hem zijn medewerking. Nadat de voorzitter hiervoor had be dankt werd de vergadering gesloten. Wethouder Vcrlinden uit Bergen op Zoom. met zijn mede-wethouder Assel- bergs waren aanwezig en bij monde van eerstgenoemde werd den nieuwen burge meester gelukgewenscht met diens be noeming en sprak den wensch uit van goede verstandhouding. Om half twaalf werd gelegenheid ge geven met den nieuwen burgemeester kennis te maken, van welke gelegenheid een aantal officieele personen en eènige particulieren gebruik maakten. sche Katoenmaatschappij aldaar, is bij zonder fraai uitgevoerd, en geeft de voor naamste punten weer, betrekking heb bende qp genoemde groote gebeurtenis. Drie Vrouwen, door Agnes Maas v. d. Moer. Uitgever Mij. Holland, Amster dam. Mevrouw Maas v. <1. Moer heeft zich al meermalen getoond als een knap uitbeeld- ster van vrouwenkarakters. En in deze drie schetsen: De zwakke schakel; Vox Clamantis en De gekleede jas, toont zij het wederom. Men mag over het „slap pe" hier en daar minder gunstig oor- deelen, het neemt niet weg, dat de schrijfster een vrouwenziel in heel haar fijne nuances door en door kent en mede doorvoeld heeft. Dat maakt het lezen dezer drie schetsen aantrekkelijk. De verdwenen diamant, door H. Oollinson-Owen. Vert. door Ellen Ech. Uitg. van Hol- kema en Warendorf, Amster dam. J- De titel zegt het al dadelijk: een de- teclive-verhaal. Maar een detective-vcr(- haal, dat ons in een geweldige spanning houdt van het begin tot liet einde. Met Engelsche humor hier en daar geschre ven. ten werden door de fsjeka ill hechtenis genomen en aan een „derde graad" onderzoek onderworpen. Dit onderzoek is zoo streng, dat een aantal studenten bekenden aan het complot medeplichtig te zijn, teneinde aan de kwellingen te ontkomen. Hun verklaringen waren ech ter zoo onsamenhangend, dat de autori teiten daaraan niet veel geloof geslagen hebben. De wacht hij de crypte is verdubbeld. .Voortaan zullen alle bezoekers, alvorens tot het mausoleum te worden toegelaten gevisiteerd worden. HANDEL, NIJVERHEID EN VISSCHERIJ. „Noblesse oblige"; daarom zegt een man van opvoeding steeds meer: Geef MIJ maar (Ingez. Med.) BUITENLAND. DE ACBTlïRENDAG. Dat laatste kon met evenveel recht gezegd worden van bijna ieder ding in de kamer en Sara veronderstelde, ge dachtig aan de ontvangst, dat in zulk een eigenaardig bestuurd huishouden, waar de komst van een verwachte, blijkbaar zéér gewensclite, betalende logée totaal over het hoofd gezien kon woi*den, het ook niet waarschijnlijk was dat aan klei nere bijzonderheden van het huisbestuur de noodige aandacht w*erd geschonken. Maar inplaats van haar neer te druk ken, stemde het verwaarloosde aanzien van de kamer haar eerder opgewekter. Het had er alles van, dat er in z.oo'n huishouden heel goed een plaats kon zijn, die zij kon vervullen. In gedachten liep ze al de kamer rond met een stof doek in de hand en ze had juist het puut bereikt, waar ze iu haar verbeelding een groote vaas met bloemen zou plaatsen op de tafel, die nu zoo kaal stond, toen de bedaagde dienstmaagd weer ver scheen en een theeblaadje voor haar neerplantte. Ze trok een gezicht, toen ze de thee proefde. Het smaakte als gootwater en ze begreep wel hoe lang het water al gekookt moest hebben, waarmee deze thee gezet was. „Die thee is natuurlijk afschuwelijk!" Een mannestem klonk plotseling van uit de deur en, opkijkend, zag Sara een langen mgn met levendig gelaat, dis De haven van Antwerpen Aan Fairplay, het aan scheepvaartbe- langen gewijde weekblad, wordt uit Ant werpen geschreven Toen de heer .Wuytack, die aangeno men had de kauaalhaven, die de Krui- schans Sluis met de bestaande havens moet verbinden, aan te leggen, eenige maanden geleden stierf, moest de re 'geering maatregelen nemen om de voort zetting van het werk aan de kanaal haven, dat gelijken tred moest houden met andere werken tot uitbreiding van de haven, te verzekeren. De firma De Cloedt en Cousin had aangeboden de kanaalhaven binnen de voorgeschreven tijdsgrens, 30 Juni 1927, te voltooien, onder voorwaarde, dat zij voor tien jaar van de Belgische regeering het mono polie voor het baggerwerk in de Schel de en aan de Belgische kust zou ver krijgen. .Wegens de voorwaarde van het baggermonopolie trad de regeering ech ter niet in het aanbod en aanvaardde een voorstel van de firma Monnoyer, te Brussel. Deze firma biedt aan de kanaal haven zes maanden later dan Wuytack was voorgeschreven op te leveren, dus 31 December 1927. De Belgische! staat zal het materiaal overnemen, dat door Wuytack voor ongeveer 7 millioen frank in Nederland was besteld en aan de firma Monnoyer een half millioen betalen om het werk weer op gang te brengen. (N. R. Crt.) KUNST EN WETENSCHAPPEN. Ife rinneringsdoek. Het Rotterdamsche Engrosmagazi voorheen Wisbrun en Liffmann te Lei den zond ons een fraaie 3 October-Her- inneringsdoek, welke de firma ter ge legenheid van het 350-jarig herdenkings feest van Leidens Ontzet heelt laten ver vaardigen. Deze doek, uitgevoerd door de Leid- lossen, slordigen jas droeg en in de eene hand een dokterstasch. De tasch au was het eenige, dat in hem den dokter deed herkennen. Voor het overige kon hij evengoed gehouden worden voor een verarmden landedelman, een sportsman, of voor 'n roomsch-katholiek waardig heidsbekleder, al naarmate men hem beoordeelde naar zijn breed, goed ge vormd gezicht en verweerde huid met hier en daar rimpels van goedmoedige vroolijkheid of naar den eenigszins strengen, van zelfbeheersching geluigen- den mond en de gloedvolle, heldere grij ze oogen, die even iets dwepends en fa natieks hadden. Sara zette haastig haar kopje neer. „En u is natuurlijk dr. Selwijn", zei ze, met een vroolijlcen klank in haar stem bij deze weinig conventioneele be groeting. „Juist"-, zei hij, haar de haud gevend. „Hoe gaal het u, juffrouw Tennanf> het was moedig van u dat u besloot het er met ons op te wagen en ik hoop"' met een kluchtige grimas dat u ons niet erger zult vinden dan ik u beschre ven heb. Het speet me heel erg, dat ik u uit moest zijn, toen u kwam"', ging hij hartelijk voort, „maar ik denk, dat Molly wel goed voor u gezorgd heeft? Maar' hij keek verschrikt rond „waar is Molïy 1" „Ik heb begrepen," antwoordde Sara Op acht Sept. zal de Duitsche rijks- arbeidsminister een conferentie hebben met zijn Britsche en Fransche collega"s en den directeur van het intern, arbeids bureau ter bespreking van de quaeslie van den achturendag. De afdeeling mijnbouw van het rijks verband van de Duitsche industrie heeft nu, naar rechtsche bladen meedeelen, enkele dagen geleden de rijksregeering een mededeeling doen toekomen, waar in zij zich verzet tegen de ratificatie van de Washingtonsche conventie, die door de vakvereenigingen wordt verlangd. In de verklaring wordt gezegd,' dat een ver korting van de dagtaak in den mijnbouw onmogelijk is. De Duitsche mijnbouw, zoo heet het, verwacht van de rijksre geering, dat zij op grond van de duidelijk blijkende economische noodzakelijkheid, ongeacht binnenlandsch-politieke be weegredenen de ratificatie van de Washingtonsche conventie afwijst en niet zal nalaten het Duitsche volk ronduit en duidelijk te zeggen, dat er wegens de ge weldige verplichtingen, voortvloeiend uit het rapport der deskundigen, geen an dere weg bestaat dan langer en meer ar beiden dan de overige volken, indien Duitschland niet te gronde wil gaan. De „Frankf. Ztg.", die hierin een poging ziet de rijksregeering te beïnvloe den, herinnert eraan, dat de vakver eenigingen reeds lang geleden te kennen hebben gegeven eventueel van het mid del van een „Volksentscheid" te willen gebruik maken, maar voorloopig alle plannen ter zake te willen doen rusten uilsluitend omdat de conferentie der be trokken ministers de mogelijkheid opent op een regeling, die men eerst wil af wachten. VERSCHILLENDE BERICHTEN. Men meldt ons,uit Amsterdam: Donderdagmiddag 6 uur is te Utrecht aangehouden de bekende G. v. d. Heij den, een der voornaamste verdachten in zake de inbraak in het correspondent schap van de Ned. Bank te Kampen. Hij is gisteren voor den officier van Justitie te Zwolle worden geleid. De correspondent van de „Chicago Tribune" meldt: In het mausoleum van Lenin op het Roode Plein te Moskou is door de autoriteiten een bom gevonden. De wacht, die des avonds in dienst kwam vond een bundel kranten, welke een helsche machine bevatte, die zoo sterk geladen was, dat bij ontploffing mogelijk het geheele mausoleum in de lucht zou gevlogen zijn. Dien dag was de crypte juist bezocht door enkele arbeiderorgauisaties en stu- üentenvereeuigingen. Honderden studen kalm, „dat zij naar Oldhamplon was ge gaan." De uitdrukking van dr. Selwijn's gelaat had veel van die van een jongen hond, die in het onwettig bezit is van zijns meesters pantoffel. „Heb ik u niet gewaarschuwd?" riep hij uit met een tragischen glimlach. -„We zijn een hopeloos huishouden, vrees ik. En Molly is de meest verstrooide geest, die er op de wereld rondloopt. Ik denk dat ze glad vergeten heeft, dat u van daag kwam. Zij moet artiste worden of liever kunst studeeren hij verbeter de zichzelf met een glimlach. „U kent dat soort wel zwarte karpetten en futuristische kleurige patronen haar jurken. U moet maar probeeren haar te vergeven. Zij is nog maar ze ventien. Maar Jane ik hoop, dat Jane de honneurs behoorlijk heeft waargeno men: Zij is altijd onze redster in nood." Sara's oogen flikkerden ondeugend. „Ik ben bang, dat ik in Jane's oogen een onaangename verrassing was," ant woordde ze vriendelijk." „Wat? U wilt toch niet zeggen dat ze niet op u gerekend had? O, maar dat is schandelijk I Wat moet u wel van ons allen denken?" Hij liep met groote stap pen de kamer door en drukte verwoed op de bel, waarop Jane verscheen. Boos vroeg hij waarom er niets in gereedheid was voor de ontvangst van Juffrouw Ten- DI-. POLITIEK TOT DEN OORLOG. G. Lowes Dickinson vestigt in da „Nation" de aandacht op een boekje, dat bovenstaanden titel draagt en dat geteekeud is door een aantal vooraan staande Duitschers uit de wereld van letteren en wetenschap, zooals Branden burg, Mendelssohn Bartlioldy, Quidde en en Schucking. Het handelt over de oor zaken van den oorlog, waarbij niet-Duit- schers aan het woord worden gelaten, maar Engelsche onderzoekers zooals Wil liam Harbult Dawson, G. P. Gooc'h, James Wycliffe, (üëadlam-Morley, J. Holland Rose en Sir Adolphus William Ward. Hier wordt volgens den schrijver in de „Nation" de essentieel© waarheid, gelijk die thans bekend is, gegeven over de politiek, welke tot den oorlog leidde. Den Duitschers valt veel te verwijten, maar vermoedelijk zal de geschiedenis „gen, dat den Oostenrijkers en den Bussen nog meer te verwijten valt. In elk geval blijkt niet, dat een der verant woordelijke staatslieden een wereldoor- nant. Jane keek hem aan mei de onver stoorbare kalmte van een oude familie dienstbode, de handen in de zij, „En hoe zou dat nou gekund hebbenll" informeerde ze. „U hebt er me geen woord van ge rept, dat de juffrouw zou komen, even min als juffrouw Molly." „Maar ik heb toch juffrouw Molly ge vraagd om voor alles te zorgen," pro testeerde Selwijn zwakjes, „En dacht uheusch, dat ze dat doen' zou, als ik vragen mag?" vroeg Jane met een vernietigenden blik. „Wou je beweren, dat juffrouw Molly, je geen orders heeft gegeven een kamer in orde te maken?" wierp de dokter te gen, handig het antwoord op deze waag vermijdend. „Nee meneer, dat heeft ze niet. En als ik hier nog langer blijf staan praten, zal er heelemaal geen kamer in orde ko men ook. Gedane zaken nemen geen keer, Laat u m ijnou maar verder gaan met m'n lakens en praat u nou maar met de juffrouw, terwijl ik de boel in orde maak." En hiermee verdween Jane naar haaf bezigheden. (Wordt rervolgd.),

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 2