MissBlanche
"assst:
brandweer is er eene, waarop Amster
dam van den aanvang af dat ze een ge
meente-corps werd, steeds, en niet ten
onrechte, trotsch is geweest en de open
bare verlichting is over het algemeen
ook voldoende, nog niet volmaakt in alle
stadsgedeelten, doch er bestaan dan ook
plannen om haai* geleidelijk nog te ver
beteren.
Niet minder dan zestien millioen gul
den wordt geraamd voor ondersteuning
aan behoeftigeu, waaronder begrepen
zijn de sommen, noodig tot het in stand
houden der gemeentelijke ziekenhuizen
en de subsidies aan particuliere zieken-
inrichüngen, maar *t is toch opwekkend
te moeten ontwareu, dat men ook op dit
gebied wel genoodzaakt is geweest te
„besnoeien" schier elke afdeeling der
gemeentelijke bemoeiingen moet „een
veer laten" hier en daar, om de be
grooting sluitend te krijgen.
Een verblijdend teeken voor deze stad
is, dat men het bij het opmaken der be-
grootiug aangedurfd heeft het bedrag,
voor ondersteuning aan werkloozcn uil
getrokken, een millioen lager te ramen
dan voor 1921 geschied was toch
wordt er nog f 1.291.000 voor geraamd
Evenwel. B. en W. mecnen, dat vermin
dering der werkloosheid duidt op ver
betering in den economischcn toestand
en men het daarom aangedurfd heeft
dezen uitkeeringspost niet onbeduidend
te verminderen,* blijkt men, onverhoopt,
zich Ie hebben vergist, dan zullen uit
der zaak extra-credieten voor steun moe
ten worden aangevraagd. Wij kunnen
slechts hopen, dat het blijken zal, dat
men ten stadhuize geen te oplimistischen
kijk op den algemeenen toestand dezer
handelsstad heeft gehad zoo lang ech
ter nog steeds vermeld wordt, dat er in
onze havens„opgelegde" schepen liggen
is het toch nog niet wat het wezen moet.
Daar is op de begrooting één post,
die straks zeker genoeg aanleiding tot
discussie zal geven, n.l. die betreffende
de vuilverbrandings-inrichling aan gene
zijde van het IJ. De uitgaven daarvoor
worden geraamd op ongeveer 1.075.000,
gulden l egen f 925.000 over het loopen-
de jaar; de inkomsten op f207,000 tegen
f 210.000 in 1921, waaruit blijkt, dat
men op deze inrichting een lang niet
onbeduidend verlies zal lijden. Zulks was
in de voorgaande jaren ook reeds het
geval en steeds wordt het te kort groo-
ter. Heeft men zich omtrent het succes
der vuilverbrandings-inrichting niet
schromelijk vergist, toen men deze zaak
begon? Het schijnt zoo.
.Voor we die verbrandingsovens over
het IJ bezaten was de vuilnisbelt door
zijn kwalijk-riekende geuren, met name
voor de omgeving der Nassaukade, steeds
een bron van aanhoudende klachten
weesl en men drong steeds sterker aan
op verplaatsing van de belt en op vuil
nis-verbranden. Dat gebeurde imqiers
buitenslands ook. waarom bleef Amster
dam achter? Toen volgden onderzoekin
gen en rapporten van deskundigen, want
die vuilverbrandingskwestie was nog niet
zoo eenvoudig als de groote men meen
de; de deskundige ingenieurs hadden er
tegengestelde meeningen over. Maar, om
kort te gaan ,dc voorstanders van ver
branding wonnen hun zaak de kost
bare verbrandingsovens kwamen en er
werd gehoopt op flinke opbrengst uit de
slakken, die men tot steenen zou ver
werken, terwijl de warmte der ovens
productief zou worden gemaakt tol op
wekking van electrischen stroom. 'Dat
alles is bitter tegengevallen de vuil
verbranding geeft geen voordeelen, doch
groote tekorten en de onaangename geu
ren, die vroeger de stadsbelt verspreid
de, worden nu ook wel degelijk ver
spreid uit de schoorstcenen der verbran
dingsovens het eeriïge verschil is, dat
nu niet de bewoners aan de Nassau
kade, doch die aan gene zijde van het
IJ er van kunnen genieten!
En nu is dezer dagen verschenen een
brochure, waarin uit officieele stukken
uit den Èaad en uit artikelen door ver
schillende dagbladen, en bovenal uit
adressen door den heer Wicberdink, die
vroeger aan het hoofd van het beltbedrijf
te Amsterdam stond, wordt aangetoond
wat er over die vuilverbranding is te
doen geweest. En de heer Wieberdink
poogt duidelijk in het licht te stellen,
dat die verbranding nooit ten voordeele
voor de gemeente kan zijn en dat men
heel wat verstandiger zou doen het Am-
sterdamsche vuilnis te gebruiken tot het
aanplempen van brakwaterplassen, waar
tegen bij de bevoegde hygiënisten geen
bezwaren bestaan. De brochure draagt
lot titel: Bezuiniging van 'n half millioen
op de jaarlijksche begrooting van uit
gaven op de vuilverbranding te Amster
dam." Het is een boekske dat vermoe
delijk bij de begrooting-behandeling niet
onopgemerkt zal blijven en mij misschien
te zijner tijd aanleiding kan vgeven er
op terug 'te komen.
Het bovenstaande is echter zeker vol
doende om te bewijzen, dat „dorre" be-
grootiugs-cijfers beteekenis genoeg heb
ben. SINI SANA.
INSTALLATIE VAN DEN BURGEMEES
TER VAN TIIOLEN.
Geheel in strijd met de goede Zeeuw-
sche gewoonte, werd te Tholen zon
der eenige belangstelling of feeste
lijk vertoon, zelfs was er nage
noeg geen vlaggedoek, dat wapper
de, onze nieuwe burgemeester geïnstal
leerd, in de voor deze gelegenheid bijeen
geroepen raadszitting onder voorzitter
schap van wethouder Goossen. Afwezig
wegens uitlaudigheid wethouder Wage-
makcr en wegens verhindering de heeren
Baaij en Goedegebuure.
De heer Goossen sprak den nieuwbe
noemden burgemeester toe nadat voorle
zing was geschiedt van de betreffende
stukken. Spr. riep den nieuwen burge
meester het welkom toe met zijn familie,
doch ontving hem als een geheel onbe
kende en vreemde persoon, wiens benoe
ming kalm ontvangen is en wiens intrede
sober geschiedt, geheel zonder enthou
siasme, zelfs bij geen enkele partij in de
meenle. Spr. noemde het een unicum in
den lande dat de nieuwbenoemde als zoo
jeugdige persoon is benoemd als burge
meester van Tholen, de hoofdplaats van
het eiland ,doch hoopt dat hem de capa
citeiten die hem dienstbaar zijn zal ge
bruiken in het belang der gemeente en
bovenal dat hij onpartijdig die belangen
zal behartigen.
Spr. wees erop dat de bedrijven van
de gemeente Tholen omvangrijk zijn en
uitte den wensch dat de gemeente steeds
in goede banen geleid zal worden.
Hij hoopte dat de nieuwbenoemde de
harten van de burgerij zou kunnen win
nen en dat van hem vriendschap zou
uitgaan.
Critiek zal niet uitblijven, doch vol
maakt kan niemand zijn. De wethouders
hopen in goede harmonie met den nieuw
benoemde mede te zullen werken, dat
hij in het belang der gemeente van ge
ven en nemen zal welen, en dat hij
nimmer zijn wil alleen zal doen gelden
Wal spr.'s persoonlijken steun betreft,
hij zal ernstig overwegen of hij nog lid
van den raad kan blijven .het treurige
verlies eenigen tijd geleden ondervonden
en zijn drukke zaken zullen hem noodza
ken het wethouderschap neder te leggen.
Als tolk van den raad meende spr.
de verzekering te kunnen geven dat hij
diens vollen steun zou hebben bij het
werken in het belang van de gemeente.
Hij hoopte dat men in den nieuwen
burgemeester een werker zou kunnen
zien, die de bloei der gemeente zou be
vorderen en dat hij deze gemeente niet
zou beschouwen als een oefenplaats en
een doorgangplaats voor zijn verder le
vensdoel.
Met den wensch dat God zijn arheid
mocht zegenen, installeerde spr. rar.
Verhoeven als burgemeester van Tholen.
De heer Verhoeven antwoordde dat
dikwijls het woord beroepskeuze opgeld
doet. Spr. achtte zich gelukkig dat reeds
°P jeugdigen leeftijd hij zijn keuze had
kunnen doen en na het gymnasium (te
hebben afgeloopen en hij gesteld stond
voor het feit: wat nu? Bij zijn sludie
in de rechten kwam ook de bekoring
voor het burgemeesterschap, doch spr.
haar beleedigd gevoel van gastvrijheid
bracht een zekere hartelijkheid in haar
toon.
Zij ging Sara voor naar een huiskamer
die op den hali uitkwam, bleef naast
de deur staan om Sara binnen te laten
en mompelde half hoorbaar: „U zal wel
trek hebben in een kopje thee, denk ik".
Toen verdween ze naar het achterdeel
van het huis, vanwaar het gerinkel van
kopjes weldra aankondigde, dat de be
doelde drank in gereedheid werd ge
bracht.
Sara ging zitten in een vervallen-uit-
zienden armstoel en nam de kamer
waarin zij zich bevond, eens op. Die
kwam overeen met wat zij na het zien
van de hall had verondersteld.
De meeste meubels waren in hun tijd
goed geweest, maar alles zag er nu ver
sleten en verwaarloosd uit. Er waren
een paar mooie antieke dingen een
paar chippendale stoelen met kameel
haren rug, een antieke staande klok en
wat mooi, oud zilver; Sara"s geoefend
oog, gewend aan de zeldzame en kost
bare meubels van Barrow Court, wist
die enkele mooie dingen dadelijk uit te
pikken tusschen het ratjetoe van niet-
bij-elkaar-passenden modernen rommel.
Deze meubels alleen hadden het alge-
meene verval overleefd, maar ook het
zilver zag er verwaarloosd uit en had
dringend een poetsbeurt noodig.
voelde dat dit geen beletsel behoefde te
zijn.
Wel zijn de taak en verantwoordelijk
heid van burgemeester aanzienlijk ver
zwaard, doch ondanks dat bleef het bur
gemeesterschap spr. aantrekken, waarna
1 tij iedere geoorloofde gelegenheid aan
greep om tot zijn doel te geraken.
In de eerste plaats spreekt hij een
eerbiedig woord van dank aan H. M-
de Koningin voor de liooge onderschei
ding hem geschonken door de benoe
ming als burgemeester, jegens den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en den
Commissaris der Koningen voor hunne
aanbeveling en eveneens een woord van
dank aan den heer Goossen en den raad
voor de hartelijke en sympathieke wijze
waarop hij werd ontvangen. Spr. noem
de dezen dag een belangrijke zoowel
voor hem als voor de gemeente.
Hoewel gewend aan 'n groote stad gaf
spr. de verzekering dat het leven op het
platteland voor hem veel aantrekkelijks
heeft. Het zal zijn ernstig streven izijn
aan den bloei en welvaart der gemeente
te arbeiden.
Lettende op de groote moeilijkheden
is dit niet zonder schroom, doch lettende
op God die alles bestuurt en die hem
ook hierheen gezonden heeft, hoopt hij
dat hij zijn taak zal vervullen. De toe
komst alleen zal leeren of hij dit -lean.
Spr. deed een beroep op de gemeente
ambtenaren om zijn 'taak te verlichten.
In het bizonder deed spr. een beroep
op den secretaris, den heer Laban, wiens
ijver en bekwaamheid zelfs tot buiten
Zeeland bekend zijn en hij' zal dan ook
met genoegen met hem samenwerken.
Ook de steun van wethouders en
raadsleden kan spr. niet ontberen en het
zal steeds zijn streven zijn eendrachtig
samen te werken tot den bloei der ge
meente. Verschillend beginsel behoeft
geen hinderpaal te zijn. Daten we steeds
elkander vertrouwen schenken om het
belang der gemeente te bevorderen,
daartoe geve God ons wijsheid en kracht
en zijn onmisbaren zegen.
Spr. dankte de heer Goossen nog voor
de waarneming van het burgemeesters
ambt gedurende de vacature.
Met nog een woord tot de gansche
burgerij die hij' gaarua bij zal staan en
een woord van aanbeveling in elkanders
welwillendheid, aanvaardde spr hel
voorzitterschap van den raad.
De heer Moelker sprak zijn voldoening
erover uit dat de nieuwe burgemeester
beloofde onpartijdig te zullen zijn, die
zeker noodig zal zijn met het oog op de
zoo uileenloopcnde samenstelling van
den raad. Hij hoopt dat indien de nieu
we burgemeester h ier eenigen tijn zal heb
ben vertoefd men eens zal kunnen zeg
gen dat de regeering eens een burge
meester heeft gestuurd waarover we te
vreden kunnen zijn.
Hij sprak den wensch uit dal indien
hij eens mocht vertrekken dat men dan
zou kunnen getuigen dat men hem met
leedwezen ziet heengaan. Spr. beloofde
hem zijn medewerking.
Nadat de voorzitter hiervoor had be
dankt werd de vergadering gesloten.
Wethouder Vcrlinden uit Bergen op
Zoom. met zijn mede-wethouder Assel-
bergs waren aanwezig en bij monde van
eerstgenoemde werd den nieuwen burge
meester gelukgewenscht met diens be
noeming en sprak den wensch uit van
goede verstandhouding.
Om half twaalf werd gelegenheid ge
geven met den nieuwen burgemeester
kennis te maken, van welke gelegenheid
een aantal officieele personen en eènige
particulieren gebruik maakten.
sche Katoenmaatschappij aldaar, is bij
zonder fraai uitgevoerd, en geeft de voor
naamste punten weer, betrekking heb
bende qp genoemde groote gebeurtenis.
Drie Vrouwen,
door Agnes Maas v. d. Moer.
Uitgever Mij. Holland, Amster
dam.
Mevrouw Maas v. <1. Moer heeft zich al
meermalen getoond als een knap uitbeeld-
ster van vrouwenkarakters. En in deze
drie schetsen: De zwakke schakel; Vox
Clamantis en De gekleede jas, toont zij
het wederom. Men mag over het „slap
pe" hier en daar minder gunstig oor-
deelen, het neemt niet weg, dat de
schrijfster een vrouwenziel in heel haar
fijne nuances door en door kent en mede
doorvoeld heeft. Dat maakt het lezen
dezer drie schetsen aantrekkelijk.
De verdwenen diamant,
door H. Oollinson-Owen. Vert.
door Ellen Ech. Uitg. van Hol-
kema en Warendorf, Amster
dam. J-
De titel zegt het al dadelijk: een de-
teclive-verhaal. Maar een detective-vcr(-
haal, dat ons in een geweldige spanning
houdt van het begin tot liet einde. Met
Engelsche humor hier en daar geschre
ven.
ten werden door de fsjeka ill hechtenis
genomen en aan een „derde graad"
onderzoek onderworpen. Dit onderzoek
is zoo streng, dat een aantal studenten
bekenden aan het complot medeplichtig
te zijn, teneinde aan de kwellingen te
ontkomen. Hun verklaringen waren ech
ter zoo onsamenhangend, dat de autori
teiten daaraan niet veel geloof geslagen
hebben.
De wacht hij de crypte is verdubbeld.
.Voortaan zullen alle bezoekers, alvorens
tot het mausoleum te worden toegelaten
gevisiteerd worden.
HANDEL, NIJVERHEID EN
VISSCHERIJ.
„Noblesse oblige"; daarom zegt
een man van opvoeding steeds
meer: Geef MIJ maar
(Ingez. Med.)
BUITENLAND.
DE ACBTlïRENDAG.
Dat laatste kon met evenveel recht
gezegd worden van bijna ieder ding in
de kamer en Sara veronderstelde, ge
dachtig aan de ontvangst, dat in zulk een
eigenaardig bestuurd huishouden, waar
de komst van een verwachte, blijkbaar
zéér gewensclite, betalende logée totaal
over het hoofd gezien kon woi*den, het
ook niet waarschijnlijk was dat aan klei
nere bijzonderheden van het huisbestuur
de noodige aandacht w*erd geschonken.
Maar inplaats van haar neer te druk
ken, stemde het verwaarloosde aanzien
van de kamer haar eerder opgewekter.
Het had er alles van, dat er in z.oo'n
huishouden heel goed een plaats kon
zijn, die zij kon vervullen. In gedachten
liep ze al de kamer rond met een stof
doek in de hand en ze had juist het puut
bereikt, waar ze iu haar verbeelding een
groote vaas met bloemen zou plaatsen
op de tafel, die nu zoo kaal stond, toen
de bedaagde dienstmaagd weer ver
scheen en een theeblaadje voor haar
neerplantte.
Ze trok een gezicht, toen ze de thee
proefde. Het smaakte als gootwater en
ze begreep wel hoe lang het water al
gekookt moest hebben, waarmee deze
thee gezet was.
„Die thee is natuurlijk afschuwelijk!"
Een mannestem klonk plotseling van
uit de deur en, opkijkend, zag Sara een
langen mgn met levendig gelaat, dis
De haven van Antwerpen
Aan Fairplay, het aan scheepvaartbe-
langen gewijde weekblad, wordt uit Ant
werpen geschreven
Toen de heer .Wuytack, die aangeno
men had de kauaalhaven, die de Krui-
schans Sluis met de bestaande havens
moet verbinden, aan te leggen, eenige
maanden geleden stierf, moest de re
'geering maatregelen nemen om de voort
zetting van het werk aan de kanaal
haven, dat gelijken tred moest houden
met andere werken tot uitbreiding van
de haven, te verzekeren. De firma De
Cloedt en Cousin had aangeboden de
kanaalhaven binnen de voorgeschreven
tijdsgrens, 30 Juni 1927, te voltooien,
onder voorwaarde, dat zij voor tien jaar
van de Belgische regeering het mono
polie voor het baggerwerk in de Schel
de en aan de Belgische kust zou ver
krijgen. .Wegens de voorwaarde van het
baggermonopolie trad de regeering ech
ter niet in het aanbod en aanvaardde
een voorstel van de firma Monnoyer, te
Brussel. Deze firma biedt aan de kanaal
haven zes maanden later dan Wuytack
was voorgeschreven op te leveren, dus
31 December 1927. De Belgische!
staat zal het materiaal overnemen, dat
door Wuytack voor ongeveer 7 millioen
frank in Nederland was besteld en aan
de firma Monnoyer een half millioen
betalen om het werk weer op gang
te brengen. (N. R. Crt.)
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
Ife rinneringsdoek.
Het Rotterdamsche Engrosmagazi
voorheen Wisbrun en Liffmann te Lei
den zond ons een fraaie 3 October-Her-
inneringsdoek, welke de firma ter ge
legenheid van het 350-jarig herdenkings
feest van Leidens Ontzet heelt laten ver
vaardigen.
Deze doek, uitgevoerd door de Leid-
lossen, slordigen jas droeg en in de eene
hand een dokterstasch. De tasch au was
het eenige, dat in hem den dokter deed
herkennen. Voor het overige kon hij
evengoed gehouden worden voor een
verarmden landedelman, een sportsman,
of voor 'n roomsch-katholiek waardig
heidsbekleder, al naarmate men hem
beoordeelde naar zijn breed, goed ge
vormd gezicht en verweerde huid met
hier en daar rimpels van goedmoedige
vroolijkheid of naar den eenigszins
strengen, van zelfbeheersching geluigen-
den mond en de gloedvolle, heldere grij
ze oogen, die even iets dwepends en fa
natieks hadden.
Sara zette haastig haar kopje neer.
„En u is natuurlijk dr. Selwijn", zei
ze, met een vroolijlcen klank in haar
stem bij deze weinig conventioneele be
groeting.
„Juist"-, zei hij, haar de haud gevend.
„Hoe gaal het u, juffrouw Tennanf> het
was moedig van u dat u besloot het er
met ons op te wagen en ik hoop"'
met een kluchtige grimas dat u ons
niet erger zult vinden dan ik u beschre
ven heb. Het speet me heel erg, dat ik u
uit moest zijn, toen u kwam"', ging hij
hartelijk voort, „maar ik denk, dat Molly
wel goed voor u gezorgd heeft? Maar'
hij keek verschrikt rond „waar
is Molïy 1"
„Ik heb begrepen," antwoordde Sara
Op acht Sept. zal de Duitsche rijks-
arbeidsminister een conferentie hebben
met zijn Britsche en Fransche collega"s
en den directeur van het intern, arbeids
bureau ter bespreking van de quaeslie
van den achturendag.
De afdeeling mijnbouw van het rijks
verband van de Duitsche industrie heeft
nu, naar rechtsche bladen meedeelen,
enkele dagen geleden de rijksregeering
een mededeeling doen toekomen, waar
in zij zich verzet tegen de ratificatie van
de Washingtonsche conventie, die door
de vakvereenigingen wordt verlangd. In
de verklaring wordt gezegd,' dat een ver
korting van de dagtaak in den mijnbouw
onmogelijk is. De Duitsche mijnbouw,
zoo heet het, verwacht van de rijksre
geering, dat zij op grond van de duidelijk
blijkende economische noodzakelijkheid,
ongeacht binnenlandsch-politieke be
weegredenen de ratificatie van de
Washingtonsche conventie afwijst en niet
zal nalaten het Duitsche volk ronduit en
duidelijk te zeggen, dat er wegens de ge
weldige verplichtingen, voortvloeiend uit
het rapport der deskundigen, geen an
dere weg bestaat dan langer en meer ar
beiden dan de overige volken, indien
Duitschland niet te gronde wil gaan.
De „Frankf. Ztg.", die hierin een
poging ziet de rijksregeering te beïnvloe
den, herinnert eraan, dat de vakver
eenigingen reeds lang geleden te kennen
hebben gegeven eventueel van het mid
del van een „Volksentscheid" te willen
gebruik maken, maar voorloopig alle
plannen ter zake te willen doen rusten
uilsluitend omdat de conferentie der be
trokken ministers de mogelijkheid opent
op een regeling, die men eerst wil af
wachten.
VERSCHILLENDE BERICHTEN.
Men meldt ons,uit Amsterdam:
Donderdagmiddag 6 uur is te Utrecht
aangehouden de bekende G. v. d. Heij
den, een der voornaamste verdachten in
zake de inbraak in het correspondent
schap van de Ned. Bank te Kampen. Hij
is gisteren voor den officier van Justitie
te Zwolle worden geleid.
De correspondent van de „Chicago
Tribune" meldt:
In het mausoleum van Lenin op het
Roode Plein te Moskou is door de
autoriteiten een bom gevonden.
De wacht, die des avonds in dienst
kwam vond een bundel kranten, welke
een helsche machine bevatte, die zoo
sterk geladen was, dat bij ontploffing
mogelijk het geheele mausoleum in de
lucht zou gevlogen zijn.
Dien dag was de crypte juist bezocht
door enkele arbeiderorgauisaties en stu-
üentenvereeuigingen. Honderden studen
kalm, „dat zij naar Oldhamplon was ge
gaan."
De uitdrukking van dr. Selwijn's gelaat
had veel van die van een jongen hond,
die in het onwettig bezit is van zijns
meesters pantoffel.
„Heb ik u niet gewaarschuwd?" riep
hij uit met een tragischen glimlach. -„We
zijn een hopeloos huishouden, vrees ik.
En Molly is de meest verstrooide geest,
die er op de wereld rondloopt. Ik denk
dat ze glad vergeten heeft, dat u van
daag kwam. Zij moet artiste worden
of liever kunst studeeren hij verbeter
de zichzelf met een glimlach. „U kent
dat soort wel zwarte karpetten en
futuristische kleurige patronen
haar jurken. U moet maar probeeren
haar te vergeven. Zij is nog maar ze
ventien. Maar Jane ik hoop, dat Jane
de honneurs behoorlijk heeft waargeno
men: Zij is altijd onze redster in nood."
Sara's oogen flikkerden ondeugend.
„Ik ben bang, dat ik in Jane's oogen
een onaangename verrassing was," ant
woordde ze vriendelijk."
„Wat? U wilt toch niet zeggen dat
ze niet op u gerekend had? O, maar dat
is schandelijk I Wat moet u wel van ons
allen denken?" Hij liep met groote stap
pen de kamer door en drukte verwoed
op de bel, waarop Jane verscheen. Boos
vroeg hij waarom er niets in gereedheid
was voor de ontvangst van Juffrouw Ten-
DI-. POLITIEK TOT DEN OORLOG.
G. Lowes Dickinson vestigt in da
„Nation" de aandacht op een boekje,
dat bovenstaanden titel draagt en dat
geteekeud is door een aantal vooraan
staande Duitschers uit de wereld van
letteren en wetenschap, zooals Branden
burg, Mendelssohn Bartlioldy, Quidde en
en Schucking. Het handelt over de oor
zaken van den oorlog, waarbij niet-Duit-
schers aan het woord worden gelaten,
maar Engelsche onderzoekers zooals Wil
liam Harbult Dawson, G. P. Gooc'h,
James Wycliffe, (üëadlam-Morley, J.
Holland Rose en Sir Adolphus William
Ward. Hier wordt volgens den schrijver
in de „Nation" de essentieel© waarheid,
gelijk die thans bekend is, gegeven over
de politiek, welke tot den oorlog leidde.
Den Duitschers valt veel te verwijten,
maar vermoedelijk zal de geschiedenis
„gen, dat den Oostenrijkers en den
Bussen nog meer te verwijten valt. In
elk geval blijkt niet, dat een der verant
woordelijke staatslieden een wereldoor-
nant.
Jane keek hem aan mei de onver
stoorbare kalmte van een oude familie
dienstbode, de handen in de zij,
„En hoe zou dat nou gekund hebbenll"
informeerde ze.
„U hebt er me geen woord van ge
rept, dat de juffrouw zou komen, even
min als juffrouw Molly."
„Maar ik heb toch juffrouw Molly ge
vraagd om voor alles te zorgen," pro
testeerde Selwijn zwakjes,
„En dacht uheusch, dat ze dat doen'
zou, als ik vragen mag?" vroeg Jane
met een vernietigenden blik.
„Wou je beweren, dat juffrouw Molly,
je geen orders heeft gegeven een kamer
in orde te maken?" wierp de dokter te
gen, handig het antwoord op deze waag
vermijdend.
„Nee meneer, dat heeft ze niet. En
als ik hier nog langer blijf staan praten,
zal er heelemaal geen kamer in orde ko
men ook. Gedane zaken nemen geen keer,
Laat u m ijnou maar verder gaan met
m'n lakens en praat u nou maar met de
juffrouw, terwijl ik de boel in orde
maak."
En hiermee verdween Jane naar haaf
bezigheden.
(Wordt rervolgd.),