Zaterdag 6 Sept. 1924 167* Jaargang FEUILLETON. uw Adres ."Noord- netten ïheid tot tst. keu rt. DE iden het van 10 tbakkerij d". No. 211 LEVER- R 78. HEE- pension ss. weg. voorvv. aanv. bereist, ^ien, (Le- >rov. Br. urant. uithaard GE- 199. chappli atsen. ioederen lonboot NA". Sept. v. Roti te sort- en «rneming VOS. )RN. RHOUT. ENHEK. i Boet, MIDDELBURGSCHE COURANT. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen, EERSTE BLAD, Abonnementsprijs per kwar taal: -"Op de buitenwegen om Middelburg, en ,70or de andere gemeenten p. post f 2,50; ▼oor Middelburg en agentschap Vlls- •slngen f 2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 «ent per week. Advertentiën worden berekend aar regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone a d v e r f e n t i n 30 «ent per regel. Ingezonden Mededeel! n- g n 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: n 17 regels f 2.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij |s aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden .opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des 2ATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. BINNENLAND. UIT DE PERS. De Reizer. De Prov. Ov. en Zw. Crt. meldt het volgende onder opschrift de keizer. Uit gepubliceerde documenten en me- tnoiren is in de laatste jaren dit wel duidelijk bewezen, dat de Duitsche staats lieden, die van nabij in aanraking kwa men met de „allerhoogste plaats" zich niet ontveinsd hebben welke gevaren er voor het Duitsche rijk zouden kunnen ontstaan uit de inwerking; van de per soonlijkheid des keizers op de staat kunde, Hoogstens heeft men zich verbaasd, dat onder al de mannen, hoogstaande in kennis en karakter, niet meer geweest zijn, die hun invloed aanwendden om de ze inwerking te beperken, omdat zij, even als anderen thans na kennisneming der feilen ,er ziel) van bewust moeten zijn geweest ,dal e vorst met wispelturigen en veranderlijken aard, onder bepaalde Omstandigheden zeer bedenkelijken in vloed zou kunnen doen gelden op den loop der dingen. Iloe is het mogelijk geweest, vraagt men zich af, dat mannen die den keizer van zoo nabij kenden, het hebben kun nen aanzien, wat eiken dag gebeurde en dezen onberekenbaren vorst niet hebben te kennen gegeven, dat hij zich in het belang van zijn landen en volken moest matigen ,zou er geen ongeluk gebeuren. 'Achteraf valt het ons gemakkelijk om te oonstateeren, dat vooruit te zien was, wat ook is gebeurd, en dat men zich moet verbazen, dat het niet eerder is ge- gekomen. r Wanneer wij zoo oordeelen, verwaar- loozen wij, dat inderdaad herhaaldelijk getracht is, den keizer zich te doen be- door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT 14.) „Neen, maar er is ook geen enkel rij- :u'8iyerklaarde de witkiel aan wien zij inlichtingen vroeg. „Dr. Selwyn houdt er alleen een klein ponnywagentje op °f' nJ?ar dat gebruikt hij bijna altijd zelf. Maar er is een bus van het Cliff hotel aan alle treinen, juffrouw en" - met fieren trots - „er is een stations- victoria. - Binnen enkele minuten was Sara de trotsclie en dankbare passagier van de „stationsvictoria" en na een vreeselijk gehobbel over de keieu van het stations plein reed zij in een gemoedelijk tempo door de hoofdstraat van het kleine stad je, terwijl de koetsier half omgedraaid op zijn bok, de belangrijke punten aan wees met zijn zweep. Nu kwamen ze buiten de stad en reden een steilen heuvel op, en toen zij den kronkelden weg beklommen bemerkte Sara, dat zij de zee zien kon, die achter de stad lag in grijze rimpeling, met klei ne witte schuimkopjes, die de stevige Maartsohe bries deed opschuiven. perken, en dat aan den anderen kanfc rekening gehouden moest worden met het eigenaardige begrip van de keizerlij ke waardigheid, dat niet alleen WiJielm zelf, maar ook de meerderheid der Duit- schers en zijn medewerkers hadden. Het Duitsche rijk immers was belichaamd In de keizerlijke waardigheid in de eerste plaats en de hooge opvatting van deze waardigheid stond weer in verband met de koninklijke macht in de verschillen de landen ,in de eerste plaats Pruisen zelf. Een constitutioneel rijk in den ge wonen zin is het Duitsche rijk niet ge weest, doch Bismarck's schepping hield het midden tusschen een autocratie en een parlementairen staat ,waarbij in veel opzichten het zwaartepunt lag aan de zijde der autocratie. Biilow is het bekenst geworden als do man, die het aandurfde den keizer te waarschuwen en hem de meening over te brengen van de vertegenwoordiging. Hij is daarvoor beloond met een smade lijke behandeling en de keizer heeft later over hem gesproken als „das Luder", dat hij weggejaagd had. Minder bekend is, dat deze kanselier het volle vertrouwen genoot van iemand die in de allernaaste omgeving des kei zers verkeerde en tevens diens intimus was, Philip zu Eulenburg-Hertefeld, persoonlijk vriend van den vorst. Deze genoot het bijzondere voorrecht, zijn kei zer de volle waarheid te mogen zeggen, zijn meening uit te spreken .waarnaar de vorst met aandacht placht te luisteren en waaraan hij groot gewicht hechtte. Deze hoveling, die zich tot taak had gesteld, den keizer voor zichzelf te be schermen, op te treden als zijn goeden mentor om hem terug te houden van het doen van onberaden dingen, heeft bij tijden zijn taak al te zwaar voeleu wor den en juist het optreden van Bülow als kanselier bracht hera verademing, omdat hij wist, in dezen een grooten steun te zullen hebben. Met den kanselier stond Eulenburg in zeer vertrouwelijke brief wisseling, waarin zij ter sprake brachten, wat hun beiden zeer ter harte ging, het terughouden van den keizer van onvoor zichtige woorden en daden. De plaats en tijd voor ingespannen werkzaamheid in dezen zin waren voor Eulenburg de reizen naar het Noorden die eiken zomer werden gedaan, welke als 'n vacanlie werden beschouwd, doch meer dan eens noch voor den keizer zelf zelf noch voor zijn omgeving ont spanning brachten. Zelfs werd van me dische zijde gewaarschuwd, de reizen niet langer te doen duren dan drie we ken, omdat zij anders meer nadeel dan voordeel brachten voor het gestel van den keizer. Eulenburg meende dat dit met allen het geval was. Inderdaad waren deze reizen naar het Noorden het moei lijkste deel van zijn ambtsbezigheden en het deelnemen daaraan beleekende voor hem het grootste offer, dat hij den kei zer bracht. In den zomer van 1897 gelukte het Eulenburg den keizer tot het inzicht te brengen, dat zwijgen ook voor dezen het zuiverste goud beteekende, en op zijn thans algemeen bekende wijze verklaar de hij, dat hij voortaan zijn snavel zou dichthouden en alleen openen om te eten, te drinken en te rooken. Lang heeft hij dit echter niet kunnen volhouden, in den zomer van 1899 was alles behekst. De strijd liep over het ontwerp tot steun der arbeidswilligen, het zg. „tuchthuis- ontwerp", waarbij de keizer zich in een telegram weer zeer krachtig uitliet en sprak van zijn onbuigzamen wil om door te zetten. De stad zelf lag voor haar, een verza meling roode en grijze daken, die af daalden naar de kromming van de baai, terwijl rechts een voorgebergte in zee uitstak en grimmig het voortdurende beu ken van de golven weerstond. In het flelse licht van den wintermiddag kon Sara de omlrekken van een huis onder-, scheiden, dat afstak tegen den donkeren achtergrond van de bosschen op den landtong. Van af de vooruitspringende kaap strekte een lange reeks van door de zee bespoelde rotsen zich uit zoo ver het oog reikte. „Dal dóór is de „Monniks Rots", ver kondigde de koetsier. „Een beetje een zaam oord om te wonen, vindt u niet?" „Wie woont er?" vroeg Sara met be langstelling. „Een zekere meneer Trent; een rare snuiter moet-ie zijn ,als alles waar is wat ze van hem vertellen. Hij heeft er al een jaar of tien, of langer nog, ge woond hij woont alleen met een man en vrouw, die zijn huishouden doen. „Far End", noemen ze het huis. „Far End", herhaalde Sara. Die naam gaf dadelijk een een eigenaardige ge- dachfe aan eenzaamheid en ontoeganke lijkheid. Hij scheen goed te passen bij een huis, dat zoo aau den rand van het vasteland gebouwd was. Haar oogeu rustten peinzend op de onherbergzame knaap. Het zou een goed verblijf zijn, dacht zij, voor een lcluizo- In een brief van 14 Juli 1899 schreef Eulenburg aan Bülow over een zeer intiem gesprek met zijn keizer, dien hij •waarschuwde voor het gevaar, dat hij in de klem zou komen, waarbij de moge lijkheid niet uitgesloten was van een actie in het rijk, gericht op het afdan ken of onder voogdij plaatsen van den keizer. Hij haalde daarbij een verkla ring aan, die kardinaal Hohenlohe op zijn sterfbed had afgelegd, inhoudende, dat hij, Hohenlohe, zeer positief ken nis droeg van het feit, dat vele ook hooggeplaatsten in het rijk met het denkbeeld omgingen om den keizer on toerekenbaar te verklaren. Eulenburg wees den keizer er op, dat hij met meeï vertrouwen in de toekomst zag, nu Bü low naast hem stond. In zijn uiterlijk was de keizer rusti ger geworden, aldus Eulenburg, maar in nerlijk was hij niets veranderd in de elf jaren van zijn regeering, Terwijl zijn raadsman hem wees op het parlemen tarisme, dat het Duitsche volk iu het bloed zat, meende do keizer, dat het mogelijk zou zijn, het parlement, den Rijksdag, een verandering te doen on dergaan, waardoor het volk minder te zeggen kreeg. Wanneer daartoe werd( overgegaan op een oogenblik, dat de meerderheid des volks tegenover den. keizer stond, meende Eulenburg, dan zou daaruit een revolutie kunnen voort komen. De keizer meende, dat men het daarop dan maar moest laten aankomen, maar zijn raadsman merkte op, dat de buitenlandsche vijanden er slechts op wachtten om hun kans waar te nemen, die dan zou komen. Eulenburg legde er nadruk op, dat juist tegen den „absoluten" keizer de oppositie gevoerd werd, waarop Wilhelm spollend uitriep, hoe men hem voor een absoluut vorst kon houden. Als hij in Dtiilschland terugkwam, moest „Bern- hard" de pers loslaten tegen de dol heid der menschen, die hem als een absoluut vorst beschouwden. Vijftien jaar heeft d^t regime met stij ging en daling geduurd, totdat dc kei zer in Bethmann den kanselier vond, die niet meer remde en die de catastrofe liet komen. IN EN OM D£ HOOFDSTAD. XOIV. Een kgbje in onze begroeting Koninginnedag, voor eer groot deel feestdag voor eenige duizenden kinderen die, dank zij de „Vereeniging tot verede ling van het Volksvermaak'", op dien nationalen gedenkdag genieten konden; extra-vacantiedag voor geëmployeerden, werkzaam in de groote bank- en han delskantoren, en tevens de feitelijke slui tingsdag der zomervacantie. De meeste Amsterdammers voor zoover zij reeds niet vroeger, wanhopig geworden onder het alle-buitengenoe- gens-bedervend hemelwater, naar stad teruggekeerd waren zijn weer thuis, want de scholen zullen deze week hun deuren weder voor hun kinderen ge opend hebben. Het Amsterdarasche „le ven" zet zich weder geleidelijk in; ook de vroede mannen en vrouwen werden deze weck weder tot hun taak in het ge meente-belang tezamen geroepen en zul len, nu de avonden weder langer gaan worden, zich den tijd kunnen korten met het bestudeeren der gemeente-be grooting voor 1925, die hun thuis ge stuurd en waarover zij einde October wederom gelegenheid zullen krijgen hun naar, die den omgang met zijn mede- menschen wilde ontwijken; hier kon hij eenzaam en afgezonderd leven, aan drie zijden omringd door de grijze zee, die hem van de overige wereld scheidde en aan de vierde zijde beschermd door de steile, ongastvrije rotsen, die tusschen de stad en het eenzame huis op de kaap lagen. „Hier zijn we er, juffrouw. Hier woont dr. Selinger." De stem van haar koetsier wekte haar uit haar overpeinzingen en zij zag dat de victoria stilstond voor een w'itgeverfd houten tuinhek, waarop de naam „Sun- nyside" in groote letters geschilderd stond. „Ik zal maar oprijden naar den stal, juffrouw, dat zal makkelijker ^ijn voor het afladen van de bagage," voegde de raau er bij met eeu eenigszins afkeu renden blik naar het smalle paadje van roode tegels, dat van het hek naar de voordeur leidde. Sara knikte, betaalde hem de vracht en stapte toen door het witte hekje naar binnen. Geen levende ziel was ergens te zien. Geen geluid van stemmen verbrak de stilte en hoewel de deur gastvrij open stond, was er geen spoor van iemand, die daarachter gereed stond om haar te verwelkomen. Met een vaag gevoel van teleurstelling wadi natuurlijk verwachtten zij haar wijsheid ten gehoore te brengen lot stichting dergenen, die hen naar het Prinsenhof hebben afgevaardigd. De gemeenle-begrooting is van betee- kenis genoeg om haar in deze wekelijk- sche causerie met mijn niet-Amsterdam- sclie vrienden aan eenige beschouwing te onderwerpen. Er zijn menschen, die altijd eenigen afkeer hebben voor de „droge cijfers"' van begrootingen en statistieken. Naar mijn bescheiden meening ten onrechte omdat uit de cijfers, in beide opgeno- en, altijd zooveel te leeren valt en zij de belangstelling dus ten volle verdienen. En de begrooting voor 1925, die thans voor ons ligt, doet zien, dat wij Araster- sterdammers toch maar héél gelukkige menscheu zijn onder het dagelijksch be stuur van een burgemeester plus zes wethouders, die het hebben weten klaar to spelen, dat bet eind-cijfer der begrooting niet alleen een kleine vier millioen lager is dan dal van het loopen- de jaar, maar dat ons niet in het voor uitzicht wordt gesteld een verhooging der inkomstenbelasting. Ook géén verla ging, al is het eind-cijfer lager zoo ver zijn we vermoedelijk nog lang niet, maar we zijn al blij* en slaken een zucht van verlichting, wanneer we lezen, dat „een schepje er op" niet noodzakelijk zal wezen. Maar daarnevens hebben we nog méér reden tot blijdschap we worden ge lukkig gemaakt met het vooruitzicht van lager gas-, lager electrische stroom-, la ger telefoon-tarieven. Ja, heusch, 't is geen gekheid, 't staat werkelijk in de be- grooting afgedrukt: „dat bij het vaststel len van de winstuitkeering-cijfers uit die bedrijven gerekend is op tariefsverlaging' nog wel niet veel, maar we zijn hier al, zooals de Engelschman zegt „thank ful for small mercies'". Bij de gemeente lijke electricileitswerken wordt gerekend op eenige tariefsverlaging; bij het gas op verlaging met één cent per kub meter en bij de telefoon,, op verlaging voor en kele categorieën van geabonneerden het laatste klinkt, gezien het belachelijk hooge telefoon-tarief hier ter stede, waarop ik onlangs reeds wees, niet erg bemoedigend met betrekking tot het brengen van het in onze dagen schier onmisbare vèrspreektoestel binnen het bereik van hen, die dit hooge tarief nu onmogelijk kunnen betalen. Maar al is deze gemcente-begrooling in baar eindcijfer ongeveer 3i/» millioen lager dan het vorig jaar, zij mag er dan toch wezen met haar 96»/« millioen, die noodig zijn om het huishouden der hoofdstad in gang te houden. Natuur lijk zouden we er zelfs met dat bedrag uiet komen, als gemeenten hun budget ten opzetten zooals de voorzichtige huis vader en huismoeder dal heeft te doen Gedurende de laatste dagen heb ik me nigeen, als ik zoo eens op den Dam stond te kijken bij het overhoop halen van dit stadsplein, ten einde hel weder beter in orde te kunnen krijgen, hooren zeggen „Sjonge, sjonge, wat zal dat 'n cente koste I Waar hale ze 'l vandaan." Zulke bedragen halen we niet maar zoo direct uit de belastingeu, we betalen ze uit leening-gelden. Amsterdam leent nog altijd gemakkelijker eenige millioenen, dan velen onzer een tientje, als we in de misère zouden zitten. Toch, rente cn af lossing moeten wc opbrengen en die vin den we wel op de begrooting terug. De grootste slok-op op onze begroe ting is het onderwijs Neerland's, ook Amsterdam's trots, maar als we die reus achtige cijfers, daarvoor bestemd, zien trok zij aan de bel. Het geluid weer-» galmde door het huis, maar bracht geen ander resultaat dan dat een stofwolkje opvloog van den richel, weer naar be neden dwarrelde en als een kleine bo ven de beldraad liep. Sara keek, hoe de stof streep van fijn, grijzig poeder op ilea vloer lag. De hall dien men door de open deur kon zien, was vrij groot, maar kaaltjes gemeubeld. Hel groote vlak van de ge sauste muur werd alleen onderbroken door een kapstok, waaraan een heele voorraad maurenjassen en -hoeden hing, de meeste te leelijk om nog aan te trek ken, en door twee stoelen met rechte ruggen, die met prijzenwaardige nauw keurigheid op gelijke afstanden van den overbelasten kapstok geplaatst waren. Op den grond lag een zeil, dat zóó was afgesleten, dat van het oorspronkelijke zwart-witte ruitpatroon ongeveer niets meer te zien was dan eeu vlekkerige massa. Een paar tot op den draad toe versleten kleedjes, Jiot eenigszins druk kende „interieur". Sara schelde nog eens, ditmaal met 'n kracht, die lawaai genoeg teweeg bracht om de dooden le doen ontwaken. In ieder geval werden de levenden er door ge wekt, want dadelijk klonken zware voet stappen op de trap en eindelijk ver scheen een dienstbode van middelbaren leeftijd, die blijkbaar in alle haast een muts had opgezet, en keek Sara met eeu De bron van het kwaad. In het bloed moet men de (oorzaak van al onze lichamelijke ellenden zoeken. De hoedanigheid van het bloed brengt inderdaad de goede werking der organen te weeg, daar deze in het bloed ide grond stoffen pulten die zij voor de normaio werking noodig hebben. Indien het bloed niet voldoende van die grondstolfen be vat, ondervinden de organen bet nadeel daarvan. Hieruit komen dan ongesteld heden voort als maagpijn, hoofdpijn, pijn in de lenden, steken in de zijde, pijnen door geheel liet lichaam. Daarom ook bieden de Pink Pillen, welker groote hoedanigheid is aan het bloed nieuw leven te hezorge,n, de zekerste waar borgen van krachtdadigheid aan tegen al deze ongesteldheden. In geen middel kunt gij zulk een vertrouwen hebben als in de Pink Pillen, die altijd onovertroffen zijn tegen bloedarmoede, bleekzucht, neu rasthenie, algemeene verzwakking, sto ringen tengevolge van den groei en den kritieken leeftijd, alsook maagpijnen, hoofdpijnen en onregelmatige stonden. De prijs der Pink Pillen bedraagt f 1.75 de doos, f9 de zes doozen. Zij worden verkocht in het Hoofddepot Jacob Ma- risplcin 23 te Amsterdam. Eisch dit adres en de Hollandsche gebruiksaanwijzing. De Pink Pillen zijn ook le verkrijgen bij alle goede apothekers en drogisten, o.a. bij PAUL VAN SLUIS te Middelburg. (Ingez. Med.j rijst toch zeker bij menigeen wel eens de vraag of het niet wat, of een hééleboel goedkooper kon en of de pacificatie op onderwijsgebied niet wat héél duur is gekocht Vrees uiet, lezer, ik ga me niel ver meien op het glibberig terrein der poli tiek; ik zal me er ook wel voor wachten te rukken aan dat teere „onderwijs- plantje'", maar ik wil maar zeggen, dat de Amsterdammers wel geweldig knappe menschen moeten wezen, wanneer we zien dat ze op hun begrooting voor On derwijs om cu bij de negentien millioen gulden halen; het middelbaar onder wijs vordert ik neem maar ronde cij- fers zoo ongeveer 2»/? millioen, liet hooger-onderwijs 2«/i millioen, hei nij verheidsonderwijs iets meer dan uegeu ton en het lager ouderwijs, openbaar en bijzonder tezamen, om en bij de dertien millioen, en als we die cijfers eens over peinzen dan vragen we ons wel eens af: „waarom toch Nederlaudsche kinderen allen van Ncderlandschc ouders, ver deeld worden over allerlei neutrale en secten-scholen en waarom ze niet over één soort" scholen verdeeld hun on derwijs kunnen krijgen? Wat zouden wo op die manier niet bezuinigen op onder wijsgebied en dan zou men hier niel op de toelichting op den begroolingsposl voor hooger onderwijs behoeven le lo zen, „dat men de credieten verlaagd heeft voor aanschaffing van hulpmid delen voor laboratoria, e.d. waaronder het onderzoek op wetenschappelijk ge beid lijden moet. Een andere groote post op de begroo- ting betreft die voor de openbare veilig heid, waaronder te rekenen zijn po'Iitie, brandweer en straatverlichting. Zij vor deren samen ongeveor een bedrag van elf millioen gulden en vormen een drie tal, waarop wel niet veel te bezuinigen zal wezen; ons politiecorps is in den loop der jaren véél en veel verbeterd; do achterdoclitigen blik aan, die zoo iets scheen te veronderstellen als je komt toch niet om te gappen? „De dokter is uit", kondigde ze eenigs zins norsch aan. En voordat Sara nog iets had kunnen zeggen, voegde zo er bij, iels vriendelijker „Misschien is u hier vreemd. Het spreekuur begint pas om zes uur." Ze verwachtte zeker, dat Sara dit wel zou aannemen als wenk, dat zo weg kon gaan, en keek vrij verbaasd toen dezo vriendelijk vroeg- „Kan ik dan juffrouw Selwyn spreken, alsjeblief? Mevrouw Selwyn is immers ziek," „Ja, dat is zoo. Mevrouw kan geen be zoek ontvangen En juffrouw Mollv, die is niet Ihuis die is naar Oldliampton." „Maar eh stamelde Sara, „Ze verwachten mij toch zeker? Jk ben juf frouw Tennant", voegde zij er bij wijze van verklaring aan toe. „Juffrouw TennantI Goeje hemel" Dé vrouw hief beide handen in de hoogto en staarde Sara met een komische uit drukking aau, die het midden hield lus- schen schrik en verwondering. „Dat is nu weer net iets voor hun", ging ze ver ontwaardigd voort, „niks te zeggen, dat u vandaag komen zou en d'r zijn nog nog geen eens lakens op uw* bed of niks! Meneer heeft me er geen woord van ge zegd en juffrouw Molly ook niet. Maar komt u binnen, juffrouw, alstublieft",

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 1