De Kluizenaar van Far-End
BIJVOEGSEL
au* do
VAN;
Zaterdag 23 Aug. 1924, No. 199.
BI NNEMLAM D.
DV EN O.II DE HOOFDSTAD.
XCII.
De groote stads-Iuchf.
Ik zag onlangs in een geïllustreerd
blad de afbeelding vau een redactie
kamer, waarin op een tafel lag een reus
achtige komkommer. Om die tafel zaten
de redactie-leden van een dagblad met
wanhopige gezichten, turende naar de
gele vrucht, die op de tafel lag, In diep
gepeins staarden de redacteuren der
verschillende afdeelingen naar den kom
kommer, hopende dat zij daaruit de in
gevingen zouden krijgen voor de copy,
die zij in dezen tijd des jaars slechts
met moeite konden verzamelen, en waar
mede zij de kolommen van het dagblad,
dat op den geregelden tijd verschijnen
moest en dat toch niet met blanke of
half gevulde pagina's de wereld kan
worden ingezonden, zouden kunnen vul
len.
Onwillekeurig herinnerde ik mij die
plaat, toen ik dezer dagen ergens las van
plannen, die zouden bestaan om op het
Leidsche plein van deze stad een nieu
wen schouwburg te doen verrijzen. Ik
moest wel denken aan den vermaarden
komkommer en den niet minder ver
maarden journalistieken duim, die in de
Augustus-maand van elk jaar dienstbaar
worden gemaakt om daaruit den volke
het nieuws voor te zetten, dat er in
werkelijkheid niet is, doch dat zoo mo
gelijk den lezer, die in de vacantie-
stemming, waarin hij zijn dagblad leest
en het dan zoo ernstig niet met zijn „lijf-
orgaan" neemt, eenige belangstelling zal
kunnen inboezemen en, bijaldien het ten
slotte onjuist blijkt, weder kan worden
tegengesproken een daad, die dan al
weer enkele regels copy bet eekent
zonder dat de redactie zich met zoo'n
tegenspraak heel erg zal blameeren, al
weder omdat de krantenlezer in den
komkommertijd het niet te nauw neemt.
Dat nieuwe schouwburg-bericht zag ik
voor een komkommer aan 't kon
niet anders. Immers, wie zou het nu in
z'n hoofd krijgen in een tijd, waarin het
lang niet zoo eenvoudig gaat om voor
nieuwe ondernemingen groole sommen
gelds bijeen te brengen, geld te gaan
steken in een nieuwen schouwburg en
dan nog wel te Amsterdam'' Hebben we
hier al geen schouwburgen genoeg, die
met kunst- en vliegwerk staande moeten
worden gehouden die er zonder ge
meentelijke subsidie haast niet komen
kunnen Hebben we het nog niet zoo
juist beleefd, dat het hoogst stalde
(tooneelgezelschap, dat krachtens zijn
naam reeds in den Stadsschouwburg
thuis behoort, geen kans zag daar zon
der hooger subsidie, dan het door den
Raad aangeboden bedrag, te blijven, en
eiders een ander dak moest zoeken?
Hoorcn we niet dag in, dag uit, jammer
klachten over al die bioscopen, cabarets
e. d„ die den schouwburg-directeuren
het bestaan haast onmogelijk maken, en
zou men onder die ^omstandigheden dan
nóg een schouwburg willen opzetten en
nog wel in de „alier-onmiddellijkste" na
bijheid van den Stadsschouwburg? 't
Moést een komkommer zijn En toch
het is nader gebleken, dat het ditmaal
geen uitkomst betreft als resultaat van
tttrrri i u 11
*•- i? i L L 2 ÜiÉfl
door
MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaliug van W E. PONT
Hel was waar. De groote krijgshaftige
figuur naast haar met zijn vroolijke blau
we oogen. grijs haar en kortgeknipten
knevel had een treffende gelijkenis met
Patrick Lovell van tien jaar geleden, voor
dat ziekte haar stempel op zijn gelaat
had gedrukt, en gedurende de moeilijke
dagen na den dood van haar oom had
Sara onbewust epn soort van troost ge
vonden in die gelijkenis. Zij had onuit
sprekelijk tegen de komst van den nieu
wen eigenaar van Barrow Court opgezien
maar toen hij er eenmaal was, had de ge
lijkenis met zijn gestorven neef en een ze
kere overeenkomst in hun beider gebaren
en stem, die vaak bij leden van eenzelfde
familie voorkomen, dadelijk een band
doen ontslaan ,die sterker geworden was
toen zij Durward's warme hartelijkheid
en zijn zorg voor haar had ondervonden.
Hij had zich onmiddellijk met de lei
ding van alles heiast en haar alle onver
mijdelijke regelingen uit handen genomen
alsof zij nog meesteres op *Barrow Court
was, zooals voor den dood van haar oom.
«naar haar toch evenzeer in alles gekend
die in den aanvang van dit schrijven
genoemde afbeelding, doch dat er in
derdaad reeds vergevorderde plannen
voor een nieuwen Schouwburg op het
Plein bestaan, en als men die goed aan
kijkt, dan kan het gebouw, zooals men
het zich denkt, in een stad als Amster
dam zelfs een toekomst hebben. Aller
eerst omdat de schouwburgen hier, met
uitzondering dan van den Stadsschouw
burg, toch eigenlijk geen van allen iets
ècht-grootc-stads hebben cn zeker niet
berekend zijn voor opera-opvoeringen
met aécors op groole schaal en ballet
ten. Heeft Amsterdam het steeds
groeiend Amsterdam eenmaal een der-
gelijken schouwburg, ingericht met de
nieuwste vindingen voor looneel van on
zen tijd, dan heeft men misschien de
kans, dat inderdaad een groot opera
gezelschap reden van bestaan zal kunnen
krijgen, en schitterende balletten zullen
ook wel hun aantrekkelijkheid hebben.
Er zijn tijden geweest ook al liggen
die nu al jaren achter ons dat de
balletten, die toén in het Paleis voor
Volksvlijt gegeven werden, een Neder-
landsche vermaardheid hadden en toen^
beschikte men daar toch maar over een
betrekkelijk zéér beperkte ruimte en was
de tooneel-techniek lang niet datgene,
wat zij nu is. Vandaar dat men hier
zeker met belangstelling uitziet naar de
verdere afwikkeling van de nu bestaan
de plannen, die den Stadsschouwburg een
niet te onderschatten buurman op het
gebied van kunst en vermaak kunnen
brengen, welke in een stad van reeds
ver over de 700 000 zielen, met oordeel
geëxploiteerd, aantrekkelijkheid genoeg
zal krijgen. Want ofschoon dient er
kend, dat het stedelijk bestuur, vooral
gedurende de paar laatste jaren, heel wat
doet om Amsterdam een zooveel mo
gelijk prettiger uiterlijk aanzien te geven,
wat aan de burgerij en hen, die de stad
voor langer of korter tijd bezoeken, ten
goede komt, kan daarnaast natuurlijk nog
véél meer dan tot dusverre geschiedde
gedaan worden om Amsterdam in de
rij der wereldsteden te maken tot een
plaats, waar men naast het bezit van
enkele mooie grachten en schitterende
musea, ook op grootsteedsche plaatsen
van vermaak kan wijzen en op dat
gebied blijft er nog genoeg te wenschen.
Wij gaan blijkbaar hoe langer hoe
meer mede tellen in de wereld het on
langs gehouden Katholiek congres heeft
Amsterdam weder door de geheele we
reld doen noemen thans weder hebben
wij het bezoek gehad van het groote
Amerikaansche oorlogsschip „Pitts
burgh"; het vooruitzicht van de Olym
pische Spelen dient steeds voor oogen
te worden gehouden, want wat betee-
kent een tijdperk van vier jaren, dat
ons van dit grootgebeuren scheidt?
In die vier jaren heeft men ruim
schoots gelegenheid het aanzien der stad
op verschillende wijzen te verhoogen, en
wie weet of binnen dien tijd het aspect
van het voornaamste stadsplein, den
Dam, ook niet afdoende verbeterd zal
zijn. .Voor een goed deel is men er
reeds mee doende. Wie in geen langen
tijd te Amsterdam is geweest en thans
deze stad binnenkomt, staat wel eenigs-
zins verbaasd over den aanblik, die de
Dam op dit oogenblik te zien geeft
het is er thans een ware chaos, waaruit
de goede orde moei geboren worde®.
Doch 't ziet er nu wonderlijk genoeg
uit, Is men van het Damrak het plein
genaderd, dan ziet men reeds voor zich
het Paleis, waarvan het bovengedeelte
van den koepel door een geweldige hou
ten stellage omgeven is, omdat men be
zig is dien koepel danig te versterken
en blikt men om zich dan 'ziet men, dat
het geheele plein overhoop ligt. Op het
middengedeelte vóór het Paleis staan een
groot aantal houten keeten en gereed
schapswagens langs den rand en daar
voor liggen geweldige stukken tramrails,
die voor het leggen in gereedheid worden
gebracht. Bij de „Bijenkorf" vóór de
houten schutting, die het veelbesproken
oud-commandanlshuis-moeras van den
openbaren weg scheidt aan de zijde
van den Nieuwendijk in de Mozes-en-
In ieder opzicht had hij getracht haar de
dingen gemakkelijker te maken en zij had
een gevoel van groote dankbaarheid je
gens hem.
„Als je dan vindt, dat ik op hem lijk,"
zei Durward vriendelijk, „wil je me dan
laten probeeren zijn plaats een beetje
in te nemen? Ik bedoel", legde hij haas
tig uit, vreezend dat ze hem verkeerd kon
grijpen, „dat je zijn bescherming en zorg
zult missen en den goeden vriend en ka
meraad, dien je in hem had. Wil je mij
laten probeeren de leemten aan te vol
len wanneer je raad of hulp noodig
mocht hebben alles waarbij een mans
persoon te pas kan komen'? Och" hjj
brak af met een korten, verlegen lach -
hel is zoo moeiljjk uit te leggen, wal ik
bedoelt"
„Ik begrijp u wel," zei Sara met een
Hauwen glimlach. „U meent, dat nu oom
Pal is heengegaan, u niet wilt, dat ik mij
heelemaal verlaten in de wereld voel."
De groote man, met zijn onhandige
mannelijke verlegenheid in een moeilijke
situatie, glimlachte met een gevoel van
verlichting.
„Ja, dat is hetl dat is het! stemde hij
schouwde als.... als een soort van plecht-
volmondigi toe. „Ik wou dat je me be
schouwde als als een soort van plecht
anker, waaraan je je bij storm kunt
vastklampen."
„Dank u", zei Sara. „Dat zal ik doen.
Maar ik hoop, dat er niet zulke geweldige
stormen .zullen komen, dal ik al hard
Aaronstraal ligt de straat opengebroken
en men is aan den geheelen Nieuwen-
dijk-kant doende om daar de nieuwe
rails te leggen, waarover dat gedeelte
van het tramverkeer zal moeten gaan,
hetwelk nu nog over de bekende kleine
steentjes voor het Paleis gaat. Is dat ge
deelte tram gelegd, dan zal men ook aan
de Kaïverstraat-zijde de rails moeten
verleggen en we zullen dus, als alles
gereed is, om den Dam heen het tram
verkeer gekregen hebben. Daarna volgt
dan natuurlijk hel maken der nieuwe
straatbedekking maar op 't oogenblik
Ss het bepaald een kunststuk om veilig
van de Nieuv/endijk-zijtle naar de Kalver-
straat-zijde te komen en menschen van
buiten, die zich om deze of gene reden
niet goed ter been voelen, zou ik willen
toeroepen „zie den Dam nog gedu
rende eenigen tijd te mijden, wacht tot
het nieuwe plein zich geheel en al in
het hem waardig „nieuw kleed" gesto
ken zal hebben
De bedoeling is ook om met die stra
ten- en pleinenverfraaiïng, welke thans
op verschillende plaatsen wordt uitge
voerd, de kiosken te verbeteren. Men
tent in deze stad nu al sedert jaren de
roode kiosken op de verschillende plaat
sen der staddie eigenaardige hokjes,
waarin de bedienende juffrouw zich ter
nauwernood bewegen kan en als zij een
maal binnen is, zitten mag waar zij zit
ik heb, zoolang ik een Amsterdam-
sche kiosk gekend heb, altijd degene
beklaagd, die daarin eenige uren haar
laak had te vervullen een vogel, op
gesloten achter de tralies van zijn kooi,
had in mijn oogen nog een gelukkiger
lot. 't Is natuurlijk mogelijk, dat de Am-
sterdamsche kiosk-juffrouw zich beha-
gelijker gevoelt dan ik mij zulks voor
stel, doch ik geloof toch niet dat het
overbodige weelde kan heeten, dat de
gemeente kiosken zal laten bouwen, meer
in overeenstemming met de eischen van
onzen tijd huisjes, waarin de juffrouw
ruimer zitplaats zal hebben, waar ver
warming 's winters mogelijk zal wezen
en een handenwasch-fonteintje zal zijn
aangebracht. Terecht hadden B. en W.
aan den Raad voorgesteld een dertigtal
van die nieuwe kiosken te laten bou
wen ze zullen elk f 2500 moeten kosten,
maar ongetwijfeld zullen zij aan dege
nen, die deze verkoop-gelegenheden
pachten, wél zóóveel waard zijn, dat de
gemeente er dat geld spoedig genoeg
uit heeft. En de Raad heeft dan ook
niet geaarzeld het bedrag voor dit doel
te voteeren, zoodat we geleidelijk de
oude roode huisjes zullen zien verdwij
nen, om plaats te maken voor betere,
„up-to-date" en in overeenstemming met
de omgeving, waarin zij geplaatst wor-
tien. We gaan vooruit in vele opzichten
er waait hoe langer hoe meer „groote
^stadslucht" als ze maar blijft dóór-
waaien, want er is nog genoeg te doen.
SINI SANA.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
Herdenkingsfeest 1574—1924.
.We nemen als regel geen gedichten
op, maar willen nu een uitzondering
maken. De hieronder volgende „rijmrege
len" werden opgesteld door een der me
dewerkers aan het Gebarenspel, en dezer
dagen in besloten kring voorgedragen.
Een dergeoen die het toen hoorde,
meende, dat ook anderen het met ge
noegen zouden lezen, en bood het ons
ter plaatsing aan
Er was cr eens een comité,
Dat had 'l illustere idéé
In d'open lucht te spelen
Een tragedie met velen.
En Doctor Boutens nam de pen,
Hij maakte ceu gedicht voor hen
Gedachtig aan den ouden tijd,
Een spel van smart en van jolijt.
Als leider werd dra aangemeld
De Veersche regisseur Lensvelt,
Nel Bronger kreeg de schoone taak'
Gostuums te kiezen aaar haar smaak.
zal moeten rukken."
Een poos rookte Durward vervaar
lijk. Toen barstte hij uit
„Je kunt niet begrijpen, wat een bruut
ik mij voel, dat ik je uit het huis verjaag.
Ik wou dat het niet hoefde Maar de Lo-
vells hebben altijd op deze oude plaats
gewoond, en mijn vrouw.
„Natuurlijk," viel zij hem vriendelijk
in de rede. „Natuurlijk wil zij graag hier
wonen. Dat neem ik hcuscls niet kwa
lijk," glimlachend. „Wanneerhoe gauw
denkt u te komen? Ik zal daar mijn plan
nen naar regelen.
„Wij zouden eigenlijk graag zoo gauw
mogelijk komen, om Durward Park te
verkoopen, wanneer de aanstaande
eigenaar, om zoo te zeggeu, in het on
middellijke bezit ervan kan komen. En
natuurlijk zou ik in de gegeven omstan
digheden blij zijn. als ik van Durward
Park af was."
„Ja, natuurlijk". Sara knikle begrij
pend. „Wanneer u mij een paar dagen
kon laten om naar kamers uit te zien..."
„Neen, neen," viel hij haastig in de
rede. „Ik wil, dal je Barrow nog als je
hoofdkwartier beschouwt, dat je hier
blijft met ons, totdat je een regeling
voor de toekomst zult hebben gevonden,
die je bevalt."
Zij was getroffen door het vriendelijk
voorstel, niettemin schudde zij vastbera
den het hoofd.
„Het is meer dan vriendelijk van u aan
zoo iets te denken", zei ze dankbaar.
Hall Middelburg gaat aan den haal
En vult de Schuttershofsche zaal,
Waar Oome Frils zijn menschen kiest;
Elk voelt zich dadelijk artiest.
Hioolen met zijn rappe tong
Roert met zijn woorden luid de gong,
Hij wil tot spelen inviteeren.
Maar moet er zelfs nog enkelen weren,
't Model van 't Raadhuis staat ten toon;
Oom Frits oogst hiermee roem en loou.
't Tooneel ziet men in volle pracht,
Dat eerstdaags zijne spelers wacht.
Muziek en zang wordt voorgedragen,
't Dringt door bij 't volk in alle lagen.
Heer Pleijte en Jo Zwartendijk
Roepen Tot ziens Iiousteensche Dijk!
Uit grooten, kleinen, mageren, dikken
Weet Lensvelt spelers uit te pikken.
De kleine duivel Mondragon,
Die zich niet geeft maar op pardon;
Als trekkend man van huis en stee
De Burgemeester Dc Leijé;
Naast hem komt dan ik zeg het U
De rol van Schouten als Baljuw;
Van Doorn benoemt hij zonder franje
Tot Koninklijk Hoogheid van Oranje,
Dan komt Trenchant in oorlogspak
Met d'eersten bode vriend Polak.
En welke grootheid is er nog?
't Is tweede bode Dokter Koch.
Alsdan de burgers, jong, bejaarden,
En al die menschen op de paarden.
De Spaansche wacht, de vroedscbaps-
[macht
En d'andere Heercn, hooggeacht
De hoogbejaarden, die 't nog leveren,
Bijvoorbeeld onze heer Van Beveren.
En dan daarbij verschijnt voor U
De fraaie kop van De IIullu.
Dan Metzger met zijn mooie baard,
De broodbezorgers met hun manden,
Het' is voorwaar de moeite waard.
De Geus gewapend tot de tanden
De mannen, die den brand gaan
[stichten,
En toch hun werk maar half verrichten,
Dan nog de lieve handelingen
Van hcimgekeerde bannelingen
Met Rob van Bcrkum aan het hoofd,
Die ons veel schoons te zien belooft.
Zóó stond de zaak nu voor elkaar;
Veel repetities, wacht hen maar!
Op 't Zeeuwsche stukje wereldbal
Klinkt 't Lensvelt, Lensvelt overal!
Intusscben vormt de heer Hioolen
Een koor met blazers en violen,
En brengt voor hen als dirigeut
Johan Caro met veel talent.
Want onder vele dirigenten
Lokt men geen Koeberg uit zijn tenten.
Hij iaat het over aan Caro;
Voor hem een luid driewerf bravo 1
Zóó kwam dan eindelijk de dag;
Alom waait de Oranjevlag
Voor 't Huis van onze Koningin,
Voor Wilhelmien, geliefd vorstin.
Daar kondigt men met de bazuinen
De aankomst aan in Walch'rens tuinen.
De menschen juichen heel spontaan.
Ontplooid wordt menig spreuk en vaan.
Daar komt de Koninklijke stoet,
Wie toch dat alles regelen moet?
Het is voorwaar niet ver te zoeken.
OrganisatieKaptein Kloeke.
De Koningin, de Prins en Kind,
Zij zijn zoo hartelijk Zeeuwschgezind.
Een groote hulde en veel bloemen
Brengt men om dezen geest te roemen.
Voorbij ziet men de drommen trekken,
Die Wilhelmien haar blijdschap wekken.
Jan Morks regeert met veel talent
Het machtig koor als dirigent.
Des jniddags is 't gebarenspel,
Voorzitter- Mr. J. van Bel
De spelers staan reeds allen klaar
De vorstin groet met mild gebaar.
Beschenen door d'Oranjezon.
Wie zegt er, dat het beter kon?
De wolken zijn op zij gezet
Als 't waar door Koninklijke Wet.
Gevuld mei iederen rang en stand
Zijn de tribunes tot den rand.
Zelfs op de huizendaken
Zit men 't genot te smaken;
De klokken kleppen plechtig mee,
Gevuld met spelers is 't plancher.
Zij spelen allen met élan;
De indruk is er plechtig van.
Ten slotte onder vlaggenpendel
Van allen en het Prinsenvendel
Schrijdt langzaam en met eergebaar
„Maar er is geen sprake van. Denk eens,
ik ben niet eens een nichtje, zelfs niet
in den zooveelsten graad! Ik heb niet
het minste recht. Mevrouw Durward
„Zal hel heerlijk vinden. Zij vroeg mij,
je dat te zeggen. Toe Sara, weiger hel me
nu niet." Op overredenden toon ging hij
voort „Noodzaak ons nu niet, ons nog
meer brutale indringers te voelen, dan
noodig is."
Nog aarzelde zij.
„Als ik maar zeker wist", begon ze
weilelend.
„Je kunt zeker zijn absoluut zeker.
Ziezoo 1" zei hij met een zucht van
ik begrijp wel, dat je er juist de persoon
verlichting „dat is afgesproken. Maar
ik begrijp wel, dat je er juist de persoon
naar bent om je allerlei gewetensbezwa
ren te maken, zoodra ik de deur uit
ben" liij glemlachte - „en daarom,
mijn vrouw zal je nog schrijven. Beloof
je in dien tusschentijd niet weg te loo-
pen?"
„Ik beloof het", zei Sara. Zij strekte
de hand uit. „En ik dank u." Haar
oogen, die vol tranen waren, vulden de
kortheid van haar woorden aan.
Hij nam de toegestoken hand en drulr-
te die hartelijk.
„Goeti. Daar is dc auto, geloof ik",
zei hij, terwijl het snorren van een
motor buiten weerklonk. „Nu moet ik
gaan. Maar het is alleen maar „to/l
weerziens", denk daaraan."
Zij liet keen uit en bleef kijken, kotdat
De Prins naar 't Koninklijke paar.
Dan stijgt hij af en vele heeren
Komt 'Wilhelmien met dank vereeren
Op 't Zeeuwsche stukje wereldbal
Heet 't lensvelt, Lensvelt, bovenal-
Haar Majesteit scheen diep geroerd
Door wat voor Haar werd opgevoerd.
Zij sprak hel uit aan B. en W.
Zij leefde mee met wel en wee
Tot weerziens, dierb're Koningin.
Wees overtuigd van Zeeuwschen min!
Dat lang nog voor U wapp'ren mag
d'Oranje, blanje bleue vlagt
Des anderen daags kwam de critiek
Op spelers, kleeding en mimiek
Wien 't schoentje past, die trekke hel aan,
Wien 't schoentje knelt, die late het staan
Maar toch aanvaardt deez' ware les
Het was voor allen een succes 1
Amerikaansche Reis
brieven, van N- A. tie
Vries.
In 1923 is een afvaardiging van de
Ned. Vereeniging tot Afschaffing van al
coholhoudende dranken naar de Ver-
eenigde Staten gegaan om daar de wer
king van het drankverbod te bestudee-
ren. Een der leden dezer afvaardiging,
N A. de Vries, heeft van die reis een
reeks reisbrieven gezonden naar ver
schillende bladen. En deze zijn thans
in den vorm van een kloek boek met
mooien band uitgegeven door J. B. Wol-
ters, onder den titel „De Nieuwe We
reld, Amerika 1923".
Zooals van zelf spreekt, wordt in deze
reisbrieven veel gesproken over 't drank
verbod en over de toepassing daarvan.
Maar daarover toch niet alleen. De
schrijver heeft er tevens gebruik van ge
maakt om te vertellen van de eigenaar
digheden van de Amerikaansche maat
schappij zooals hij die op deze reis leer
de kennen. En de schrijver vertelt on
derhoudend.
Een aantal foto's maken het boek nog
aantrekkelijker.
Mo ndh ygiëne.
Door'den schrijver, L. Th. Schl Boer-
ma, tandarts, Utrecht, Bildstraat 118, zelf
uitgegeven, verscheen een boekje over
„Mond-Hygiêne", een populair weten
schappelijk werkje, dat in het bijzonder
ten doel heeft de kennis van de mond-
verzorging te verbreiden. Het is vooral
voor den leek bestemd, en wordt verdui
delijkt door een aantal foto's.
APOTHEKEN.
Zondag en de nachten der volgende
week zijn de navolgende apotheken ge
opend
Middelbnrg- G. K. A. Nonhebel.
.Vlissingen S. J. Engering, Hendrikfctr.
BUITENLAND.
LONDENSCHE BRIETEN.
(Van onzen Londenschen correspondent).
Licht in duisternis.
De Oostkant van Londen.
Een gezond hart. Verdwij
nend China Town". Van een
blanke tunnel. De „pubs".
In mijn Aauteekenboek heb ik gewaagd
van de ellendige levensomstandigheden,
waaronder het publiek van het Londen-
sche „East End" in vele gevallen leeft
Maar de laatste vijf en twintig jaar is
op vele plaatsen in dit uitgestrekte, zeer
bedrijvige en diohl bevolkte stadsdeel
het licht door de duisternis gebroken.
Er is veel over hel Londen ten Oos
ten van Tower Bridge geschreven, waar
heid en verdichtsel. Veel er van is ook
in het Ncderlandsch vertaald. En ik stel
mij voor dat verscheidene lezers zich
de auto bij de kromming van de oprij
laan was verdwenen Toen zij in de hall
terugkwam, viel de leegte van het huis
plotseling op haar als een kille mist
Te midden van de velerlei plichten
en beslommeringen van de laatste dagen
had zij nauwelijks tijd gehad den vollen
omvang van haar verlies te beseffen.
Dingen van praclischen aard hadden on
vermijdelijk zich aan haar opgedrongen
de noodzakelijkheid om logies te
verschaffen aan de verschillende fami
lieleden, die voor de begrafenis over
kwamen. de vele keeren, dal zij een
onderhoud had gehad met majoor Dur
ward, die van al het doen en laten op
Barrow Court niet op de hoogte was,
het lezen van het testament door dit
alles was zij geestelijk en physiek zoo
bezig gehouden, dat zij met haar ge
dachten niet rustig ha<l kunnen stil
staan.
Maar nu was de noodzakelijkheid van
handelen voorbij; er werd niel langer
beslag op haar tijd gelegd, er was niets
om haar af te leiden en ze had nu ge
legenheid de volle beteekenis van Pa
trick's dood en al wat daarmee verbon
den was. tot zich te laten doordrin
gen.
Met een loom gevoel van moeheid
ging ze de trap op naar haar eigen
kamer. Zij trok een lagen stoel bij den
haard en staarde afgetrokken in het vuur.
Feitelijk was ze nu alleen op de
wereld. Zelfs neajoor Durward. die zoo