vau Melle resp. aau dc Koningin en dc Prinses bloemen aangeboden en werden aan de Prinses muziek van de reiendan- sen en een boekje met Zuid Beveland- sche liedjes aangeboden door Marina Zandee en Guus van Ballegoijen de Jong. Even na dat de reien waren afgewerkt en den heer Houlekamerdoor do Konin gin dank was gebracht nüjen de auto's weer voor en in een steeds heviger re genbui werd naar hel station gereden en plaats genomen in den trein, het was toen ruim 7 uur. Ook de derde dag van het programma der reis door Zeeland was ten einde, ook nu was het weer een zegetocht geweest. KUNST EN WETENSCHAPPEN. De tweede voorstelling van het Openluchtspe 1. Toen de toeschouwers op weg naar nuis waren .begon liet te motten, en een kwartier later goot het! Maai" gedurende het spel was hel geheel droog gebleven, in weerwil van de steeds toenemende '.dreiging. Men heeft dus wèl geboft! De tribunes waren bij deze tweede uit voering weer alle stampvol. Toch belee- kende dit niet, dal er zooveel geld was geïnd, als men zou kunnen berekenen uit plaatsen-aantal maal pDdlsprijzcn. Want toen in den namiddag duidelijk was ge bleken dat vele vreemdelingen bezwaren hadden tegen de hooge prijzen, ook al vanwege de franc-valuta, heeft men er van gemaakt wat er van te maken was,i en zijn de prijzen der nog overgeblevene plaatseu lager gesteld. De spelers en zangers hadden in ieder geval de voldoeuing van den aanmoedi genden aanblik van voile tribunes. En ze hebben ook gespeeld en gezongen met de p.elfdc overgave als den vorigen dag Aan het eind weerklonk een daverend applaus. En spoedig hoorde men om den heer Lensvell roepen, die weer uit de spelers werd opgehaald, ditmaal nog sjofeler toegetakeld dan den vorigen dag. Zijn vrouw Nel Brongers, werd van een der tribunes naar voren gebracht. En beiden werden luid gehuldigd. Inmiddels was de voorzitter van hel Comité .mr. J. II. van Bel, naar de inu- ziek-lribune geklommen. Iiij heef! daar een woord van dank gericht lol de zan gers en orkestleden voor 'hun ijver bij hel repeleeren, en voegde daar nog een woord van hulde aan den heer Caro voor zijn leiding aan toe. Fanfares schctterdeu door hel applaus, dal op deze toespraak volgde. Want de vier trompetters waren van hun hooge plaats op den hoektoren weer naar bene den gekomen en hadden zich hij de spe ler'. op hel plein gevoegd. Eu nog eens konden ze hun gewaardeerde medewer king verlccnen. Wanl nadat eenige volks liederen waren gezongen, vroeg dc Prins van Oranje het woord om uit naam van de medespelers liet comité er voor te danken dal zij dc gelegenheid hadden gehad in zulk een mooie opvoering mee te spelen. &n nog eens weerklonk licl applaus en gejuich loen de standaarddrager van den Prins aau hem een mand bloemen aanbood namens het ruilergevolg. Eu loen was het uit! „Naar het Schuttershof!" klonk voor het laatst het commando van den <heer Lensvelt tot de spelers. En daarna stroomden toeschouwers cn medewerkers van het Marktplein, waar van de afsluiting weer werd opgeheven. In het Schuttershof had nog een plech- ligheid plaals. Ook daar nam de heer Van 'Bel als voorzitter vau het Comité liet woord om de spelers le danken. En achtereenvolgens braclil hij daar verder verder hulde aan dr. Boulens, den lieer Lensvelt, mevr. Lensvell en ook aan den lieer Hiooleu die zooveel moeite voor hel slagen van hel spel heeft gehad. Bij iede re huldiging klonk een driewerf hoera. En eindelijk richtte de heer Lensvelt nog een woord van dank lot de spelers. Op de Markt is men kort daarna reeds met de afbraak van ae tribunes be gonnen, wapt op die plek moet nu weer de kermis worden opgebouwd voor de volgende week. Die afbraak ging verba- weg is," eindigde hij met een brok in de keel. Zoo waren die oude dagen voorbij. Ik keek naar mijn schrijftafel en naar den stoel, waarin zij gewoon was te zitten, als ik haar voorlas. „Ei" is nog iets, Arnold," zeide Mabane, namelijk haar eigendommen. Juffrouw Burdett heeft haar kleeren ingelpakt, maar er zijn nog verschillende snuiste rijen. Wij zouden gaarne haar kamer binnengaan Arthur en ik. Wij hebben op jou gewacht." „Wij zullen het nu doen", antwoordde ik. „Zij zal niets noodig hebben Van hetgeen zij heeft achtergelaten. Wij zullen elk een aandenken nemen en het overige opbergen." Wij gingen samen lia.tr kamer binnen. Op onze teenen betraden wij dit heilig dom. Hoe het haar mogelijk was geweest om mei haar bescheiden middelen dit kamertje zoo smaakvol en gezellig te maken, was mij een raadsel. Haar bed, mei zijn smettelooze sprei, had een he mel van rose neteldoek Op haar toilet tafel lag een zijden kleedje, waarop haar snuisterijen goed uitkwamen. Onder een stoel zag ik een muiltje. Ik borg (dat vlug in mijn zak. De anderen namen een "kleinigheid van de toilettafel. Zoo stil als wij gekomen waren, gingen wij zed vlug. Toen we gisterenavond te elf uur de Markt passeerden lagen alle tri bunes behalve de muziektribune tegen den grond. Ten deele waren ze zelfs al weggevoerd. Heden was men druk bezig mét het afbreken van de muziektribune, en werd ook reeds de aardenverhooging voor hel stadhuis afgegraven. Het oordeel van anderen. Een enkele aanhaling volge hier uit een bespreking van J. W. F Werumeus li mining in de Telegfnaf van het Open luchtspel „Het is opmerkelijk, hoezeer de Zeeu wen, als men hen eens vergelijkt met <le medewerkers aau het recente Gro- ningsche lustrumspel over natuurlijker Jgratie van uitdrukking beschikken Wel licht is het Spaansche en Zuidelijker bloed daar de oorzaak vau, een feit is het, dat de uitdrukking dier gebaren hier telkens en telkens weer trof door onmiddellijkheid en echtheid. Mondragon's duistere figuur, zwart eu 'goud geharnast op een wit paard, voor over gebogen loerend op de opstandige burgers, had onmiddellijk auloriteit, en {lie onmisbare eigenschap vertoonden wel al de andere soldateske figuren. De spe ler van den Prins wist daar tegenover een lichter cn genadiger gestalte te stellen, tusschen de burgers troffen ve len door hun oprechte uitdrukking en men moet aan de misère van menige soortgelijke opvoering en menige be- roeps-openluchtvertooning denken om de zeldzaamheid van al die goede hoe danigheden hier dubbel .te waardceren. En naast die eerlijke innigheid in het spel, dc nauwelijks merkbare, maar daarom juist uitstekende groepceringen bu hanteering der massa's zal de kleur van dezen middag in de herinnering blijven: herinnering aan de wijze,waar op zoo even een blauwgehuifd vrouws- figuurljc zich uil de menigte losmaakt, aan de zwarte figuren in gebed cn ver bet, die even de aandacht vroegen cn die dan weer in de groepen deden op gaan, aan dc wijze waarop de goede boodschap van het ontzet met rennende jongens de massa in beroering bracht, aan het zwaaien der prachtige Slaal- Sche vlaggen, het zwieren van vurig rood en blauw eu oranje dundoek boveu de massa, hel prinsenvendel met zijn ge weldige donkere hooge lansen met dun ne vaartjes en een blinkend geharnaste vaandeldrager van Mondragon in de schaduw van dien somheren en goud- kleurigon slaudaard. Wat zal meu er meer van zeggeu? De Zeeuwen hebben een historisch spel van prachtige kwaliteiten in het mid delpunt van hun feesten gesteld en men zou het echtpaar Lensvelt zijn Zeeuw- sche afzondering bijna vergeven voor al het kostelijks, dat zij hier lot opvoering brachten. Ware hel niet, dat ook dil spel herinnert aau een Amsterdamsch gemis". De „N. R. Orl." geeft een uitvoerige bespreking in een tooncelfeuilleton en is over hel werk zelf minder voldaan. „Iloe schoon de verzen gevoelens ver woorden, <ie verzen achter ons gezon gen, terwijl wij hoorders den tekst zilleu te lezen, een sterk beeld van sladsellende krijgen we niet le zien. Het vertoonde is vaag en vaal. Het is symboliek noch syn these en als werkelijkheid is hel al te bleek. Een besef van wat zoo iels zijn moet, schenkt ons het nu volgend gebed. Tusschen de klagers cn de jammerenden - doch hoe weinig zegt hun doen ons .zinken er enkelen op de knieën. Dit treft 'als eerste voldoend-sterke uiting van ge voel, een uiting die den toestand ken schetst. Aangezien er zoomin getracht is, een dramatisch werk te bouwen op, te dis- tilleeren uit het historisch gebeuren, als beproefd er een te fantazeeren, krijgen wc van het nijpen van den nood geen ander beeld dan in het talmen met de overgaaf." Maar later merkt de schrijver op: „Wie, met mij, gelooft in hel Open luchtspel, ziel in dit werk een begin weer heen. Toen ik den sleutel omdraai de, slikte ik iets weg in Imijn keel eai deed mijn best om le lachen die lach moet onnatuurlijk geklonken hebben. „Kom", zeide ik, „wij gaan val aflei ding zoelcen. Jullie gaal met mij eten bij Hautboy. Ik heb geld een massa. Naar restaurant Hautboy en dan een goed glas wijn. Hoe lang heb jullie noodig om je le verkleeden Zij deden hun best om in de stemming te komen. Allan maakte cocktails ldaar. Wij dronken en rookten en schreeuwden elkaar, terwijl wij ons verkleedden, met veel misbaar toe. Wij reden naar Haut boy en Arthur kon niet nalaten een praatje te maken met hel meisje achter de bar. Toen de wijn kwam en onze glazen waren gevuld, zwegen wij plot seling. Wij keken elkaar aan. Allan nam zijn glas op „Isobel!" zeide hjj zachtjes. Wij dronken onze glazen leeg, elk ver vuld van zijn eigen gedachten Daarna hief Arthur zijn glas op. „Prinses Isobel!" riep hij uil. „Zij leve lang en gelukkig!" Daarna volgden geen heildronken meer. Arthur en Allan gingen vier en twin tig uren na ons afscheidsdiner op reis. begin, waar lyj innig zich over verheugl, als over een eerste pogen om volksfees ten te bouwen op zulke stof, volksfeesten le doen ontstaan gelijk hier te Middel burg uit de samenwerking van men- schen uit alle standen." Van het spel wordt de karakteristieke beelding van Mondragon en den burge meester genoemd. Het overige spel „wees naar het bergrip der maskerade." Al leen wordt liet terugkeeren der ballingen als een mooi-plaslisch moment geken schetst. De muziekverslaggever van dal blad voegt er nog een beschouwing aan toe. Hij merkt op dat de heer Koeberg de moeilijke oplossing van de begeleiding van dal gebarenspel in de openlucht ge zocht heeft in een groote soberheid, maar daarbij naast alle winslen niel is ontko men aau hel gevaar van een te groote vervlakking. De uitvoering was een welverdiend succes voor den kundigen, intens-muzi- kaleu leider van de Middelburgsche ver- eeniging voor instrumentale muziek, den heer J. II. Caro. Hij is er niel alleen in geslaagd hel van vele Zijden verzamelde ensemble van Arnheiusche Orkestvor- eeniging, iMiddelburgsch Orkest en tal- looze Zeeuwsche koren als een goed slui tend geheel te hanteeren, maar heeft ook door zijn geheele interpretatie, doorslaan de bewijzen gegeven van een fijn-be schaafde muzikaliteit en een ernstigen, elk valsch effect versmadenden kunst zin. Men voelde dal de talrijke dilettan ten, die loch hel belangrijkste gedeelte van dil heterogene ensemble vormden, zich volledig en mei rustige overgave konden toevertrouwen aan de zaakkun dige leiding en aller zenuwen en impul sen beheersehendc welskrachl van een ervaren dirigent, die ons een allergun- stigslcn kijk gegeven heeft op het mu ziekleven der Zeeuwsche hoofdstad. Dal éen enkel maal ruwheid van klank, voor al bij het koper, een niel altijd vlekke- looze zuiverheid en een zeker gemis van rythmische strafheid ons hierbij niel ont gaan zijn, diene ter geruststelling van niuziekmiuneudcn en vitteuden, al is ook vooral 'l laalslc gebrek bij1 een volledig berocpsemscmble lang geen zeldzaam heid wat de koren betreft kan echter geen woord van lof le veel zijn; ?e heb ben ons door hun frisch-blije stemmen en h un warmtonige klank-kwaliteit een Voortreffelijken indruk gegeven van de zangkunst in Middelburg en Zeeland. N. V. Ver. Rotlerd. Hofstad- Toon e e 1. Zooals men weet, zal tijdens de kermis het Vereenigd Rotterdamsch Hofstad- Tooneel in den Schouwburg le Middel burg eenige voorstellingen geven. Op het speelplan staat voor de eerste avon den (Zondag 10 en Maandag 11 Augus tus) de tooneelbewerking van Brusse's Boefje. Het is onnoodig veel te zeggen lol aan beveling van dit stuk, dat in korten tijd 140 opvoeringen beleefde. Annie van der Lugt Mclscrt—van Ees vervult ook hier de titelrol en Cor van der Lugt Meiseri, die liet stuk regisseer de, de rol van Mr. Halma. De décors van het eerste bedrijf bij Boefje's ouders en dat van de gevangenis zijn die, welke ook in andere groote sle den in dit stuk worden gebruikt. Zang vereen. „Ze e 1 a n d i a", Rot terdam. Op het nationaal concours te Nieuwe Hoorn, gehouden op Zondag 3 Augustus, behaalde de zangvereeniging „Zeelandia", onder-afdeeling van de Zeeuwsche Ver- eeniging „Zeelandia" le Rotterdam, ouder leiding van den heer B. Reijns, den len prijs met „Boven de Sterren", van Fr. Abt, en „Avondvrede" van W. v. Thiene, resp. verplichte en vrije nummer, met 329 punten. Deze liedereu zijn ook len gehoore gebracht op hel Woensdag gehouden lief dadigheidsfeest ten bate van de achter geblevenen der visschersrainp. Ik bracht hen beiden weg en dwong hen mol eenige moeite om te deelen in Feur- gère's legaat. Ik nam kamers in de buurt van mijn club in het hart van Londen en ging aan den arbeid. Woord voor woord en regel voor regel schreef ik dat gedeelte van mijn roman over, dat ik Isobel niet durfde te laten zien. Daar mee gingen de winter en 't voorjaar heen, waarna mijn roman werd uitge geven. HOOFDSTUK XI. Lady Delahaye kwam mij bezoeken en begroette mij met dl de harlelijkheid die zij aan den dag kou leggen. „Zoo zie je mijnheer de kluizenaar, wat er gebeurt als men niet tot den berg wil komen. Ongetwijfeld ben je verrukt mij te zien." „Waarom niet?" antwoordde ik kalm. „Wil je binnenkomen of zullen wij hier in de schaduw gaan zitter Gaarne hier", antwoordde zij en nam plaats in een Schommelstoel. „Wil je een kop thee?" „Goede hemel, neenl Ik heb den ge- heeleu namiddag bezoeken gebracht met mevr. Jerningham en je weet, w.at dat beteekent. Zij is nn naar de Hall's en over een half uur ga ik haar afhalen." „Logeer je dus op Eastford House?" „Ja. voor eenige dagen. Kim je raden RECHTZAKEW. Kantongerecht te Oostburg. Uitspraak van Dinsdag 5 Aug. j.l. Mo tor- en rijwielreglement C. A. de W. le Biervliet, Th. P., Biervliet, J. A. Z. Hoofd plaat, J. II. B'. B„ Aardenburg, C. V. Oostburg, S. v. II., Schoondijke, P. F. Oostburg, C. v. O. Aardenburg, F. R. Schoondijke, D. D'. Schoondijke, S. J. P. Zuidzande, A, V. Oostburg, P. v. D|. Oostburg, E. S. IJzendijke, I'. M. IJzen- dijke, G. de J. IJzendijke, J. W. V. Hoofd plaat, M. "R. Schoondijke, G. P. Aarden- burg, C. W. IJzendijke, G. K. Q„ Schoon dijke, F. v. d. W. Sluis, A. de V. Eede, II. M. S. Sluis, A. de V. Eede, A. R|. Ber gen op Zoom, ieder f 5 of vijf dagen hecht. P. J. B. Groede, C. P. D. IJzendijke, E. C. D. IJzendijke, P. A. 11. IJzendijke, P. J. P. IJzendijke, J. F. de D. Axel, P. J. iB|. Groede, <P. "W. Vlissingen, J. de iLi. Sluis, W. J. B. Middelburg, R. de J. Stroobrugge (België), en J. A. C. Middel burg, ieder f 10 of 10 d li.; C. L. S. Hoofdplaat, R. J. B. Maldegem (België), en A. J. V. W. IJzendijke, ieder f5 of 1 week tuchtschool. R. G. de V. Eede, I. C. G. Retranche- meul en Ph. V. IJzendijke, ieder f 3 of 3 d(. h. en G. C. v. d. V;. Eecloo (België) f 5 of 10 d. h. Politieverordeningen: A v. d. L. Re- trancheraenl, f 3 of 3 d. li.; ■Art, 453 wetb. van Strafrecht I. A. F. Sluis, f 15 of 15 d. h. Aart. 421 'wetboek van Strafrecht. C, J. de B. Aardenburg, f 15 of 30 d. li. Vissclierijwetten. P. v. L. Walerland- kericje cn J. B G. IJzendijke, ieder f 0.50 lof 1 d. h. niel verbeurdverklaring. I. J. G. Retranchement en J. Ph. W. Oostburg, ieder f 10 of 10 d. h„ de laat ste met verbeurdverklaring. Art. 427 wetb. v. Strafrecht R. A. G. Oostburg f 5 of 5 d. li. Geref. Kerk. Beroepen le St. Laurens ds. A. Scheele te Ivapelle-Biczelinge. De visscliersramp van Vlissin gen. De Raad voor de Scheepvaart te Am sterdam stelde Woensdag een onderzoek in naar de oorzaak van het zinken van de visschersvaartuigen „Arn. 17 en 27", en „VI. 2 en 20", op 18 Juli "1924. Bij deze ramp zijn 15 opvarenden verdronken. De secretaris las eerst een verklaring voor van schipper T. v. d. Slruif van liet motorafhaalvaartuig No. 1, gestationeerd le Vlissingen, welke als volgt luidde: Terwijl wij Vrijdagmorgen 18 Juli v.m. 7 u. 30 m, kruisende waren builen JCal- loo-bank, werden wij overvallen door een sterken N. W. >vind met hooge zee. Nadat ik mij zelf had overtuigd, dat wij daar niet langer konden blijven om loodsdicnsl le verrichten, besloot ik mijn post te vertalen en stoomde met volle kracht naar de boei van 'Kalloo. Om 8 uur ontwaarden wij verschillen de visschersvaartuigen, waarvan een schuitje, dat zicli in de nabijheid van Kalloo-boei bevond, was omgeslagen en in zinkenden slaat verkeerde. Daar liet onmogelijk was wegens fcle hooge zee eu veel wind een jol te zen den, trachlle ik met volle kracht steeds met den kop op de zee het vaartuig 'le naderen, wal zeer goed gelukte, zoodal wij op ongeveer 5 Meter afstand van hel vaartuig een man konden redden, door hem een lijn toe te gooien, waaraan een reddingsboei was vastgemaakt. Om dezen man binnen boord le krijgen, moes ten wij vaart verminderen en werden [oen dwars zee gegooid, hetgeen gevaar lijk bleek voor onze schroef wegens het ronddrijvende takelage. Nadat wij den schipbreukeling Corne lls Meerman binnen booi'd gehaald had den, gelukte het ons ten tweede male hel vaartuig lot op 5 Meter afstand te nade ren. De twee andere opvarenden durfden liet wrak echter niel loslaten en ver dwenen voor onze oogen in de diepte. Nadat wij nog ongeveer 20 minuten in de nabijheid van h"t visschersvaartuig gewacht hadden en er geen schipbreuke lingen boven water kwamen, waanden waarom?" „De partijen daar slaan bekend *als zeer gezellig.' Zij schudde het hoofd. „Dat is het niet. Kun je niet beter raden?" „Ik ben te dom om raadsels op te los sen". „Je. bent in vele opzichten dom. De reden van mijn komst was, omdat ik wist dal jij hier woont en ik wilde je gaarne nog eens zien." „Je bent wel vriendelijk." Zij keek mij onderzoekend aan. „Je benl niet veranderd." zeide zij zachtjes. „Men zou bijna zeggen, dat het leven van een kluizenaar je goed doel. Je ziet er in het geheel niet bleek of mager uit, zooals ik verwachtte Of is het je vermaardheid, die zoo genezend op je werkt? Ik glimlachte. „Noem hel geen vermaardheid. Suc ces. als je wilt. Mijn beroep is een loterij De publieke opinie een gunstige criliek en de zeepbel gaat pp. Ik beweer niet, dal ik dat niet op prijs stel, maar ik had ook geluk." Zij zweeg eenige oogenblikken. Op den weg hoorden wij het gekraak van het tuig van mevrouw Jerningham's mooie vossen ,als zij den aanval van lastige wij hen als verloren en s toomden binnen. Schipper H. W. Pieters van de red dingsboot „M/ 0. Blankenlieim", gesta tioneerd te Vlissingen, had het volgend rapport uitgebracht, dat door den secre taris werd voorgelezen In den morgen van 18 Juli aldus schipper Pieters schoot de wind plot seling van Zuid tot Noord-West. De ge heele visschersvloot van Vlissingen en Arnemuiden was in zee. Toen le half negen gerapporteerd werd dat er twee visschcrspinken op 't strand te Domburg zaten, gingen wij met de red- 4jugsbool naar zee om zoo noodig te redden. In het Oostgat nabij Zoutelande Ikwa- jnen wij de geheele vloot tegen; verschei dene met gescheurde zeilen, maar deze hadden- geen hulp noodig. Na enkele ge praaid le hebben, gaven deze te kennen, dat er vier op Kalloo omgeslagen waren. Na een lijd rondgekeken te hebben, zijn wij terug gegaan, want daar zat een visschersvaartuig op het strand; en daar er voor ons nu niets meer te doen was, besloten wij om dit schip van het Strand af le halen. Er werden drie lijnen naar geschoten, maar de kogel kon hel niel bereiken, hel was te ver weg. Toen stelde de 32-jarige matroos bij hel loodswezen te Vlissingen, Frans Orucq voor, om met een lijn er heen te zwemmen, waarop ik hem toestemming gaf en hij zich onmiddellijk te water begaf en de lijn uitbracht aan boord van de VI. 38. Hel vaartuig kon toen van het strand worden gesleept en het is daarop in Vlissingen binnengebracht. De voorzitter van den Raad voor de Scheepvaart sprak een woord van hulde voor den moed van den matroos Orucq. De eenig overgebleven schipper van de Vlissingsche ramp, de 26-jarige O. Meer man, werd nu als getuige gehoord. De jonge visschersman deed het treu rig verhaal van wat er op den 18den Juli gebeurd was. 's Morgens om 4 uur was hij mei de Arn. 27 te zamen met de geheele vloot uit Vlissingen naar zee vertrokken. Op het vaartuig bevonden zich met hem, zijn vader en de schippers Vogel en de Nooijer. 't Was beslWveer. De wind was Zuid. Bij Weslkapelle zijn zij gaan vis- schen op de garnalenvangsl. 't Zal ongeveer half zeven zijn geweest - ze hadden loen ongeveer een half uur gevichr toen plotseling fie'f weer verantfertie. "Er kwam een soort windhoos opzetten. De wind werd Noord Noord-West. Onmiddellijk werden de netten ingehaald, maar, voordat hij eigenlijk iets zag aankomen, was het schip al omgeslagen. Reddeloos zeide de arme visschersman dreven we rond. Ik heb me aan den mast vast gegrepen. Diep bewogen vertelde de schipper verder aan den Sclieepvaarlraad ongeveer een kwartier op den mast le hebben gezeten en vanaf dit punt het te hebben moeten aanzien, dat zijn vader van het schip afsloeg en jammerlijk ver dronk. Ook de andere schippers Vogel en de Nooijer verdwenen in de diepte. Hij zelf ywerd door de loodsboot gered. Van de „Arn. 17", „VI. 2'" en „VI. 20", die ieder met 4 personen bemand waren, zijn naai- getuige geloofde alle op varenden in de golven omgekomen. Van de „Arn. 27" zijn de lijken v^n twee slachtofferjs later opgehaald. Het stoffelijk overschot van Meerman's vader is juist Dinsdag te Vlissingen ter aar||p besteld. "De Raad zal later uitspraak doen. BURGERLIJKEN STAND. O. en W. Souburg. Van 31 Juli—7 Aug. Bevallen: W. van Maldegem, geb. Flipse, z. W. Goedhart, geb. Barentsen, z. J. van Schijndel, geb. Stekelee, d. Vliegen afweerden. Rond ons heen ver brak het gezoem der bijen de stilte van den zomernamiddag. Lady Delahaye zuchtte. „Je praal onzin en dat weet je zeer goed, zeide zij. „Ik wensch je niet te vleien. Ieder, die een handige pen hééft en zich geheel geeft, kan een pakliendén roman schrijven." „Ik begrijp niel, wat je bedoelt. „Dal doe je wel. Je reel je eigen hart open en gaf aan de wereld een vergroot glas om de geslagen wonden te bekijken. Jij schreef je eigen geschiedenis. Jij gaf je eigen lijden weer. Hield jij zooveel van dat kind, Arnold? Jij, een man van Wist zij hel?" „Zij wist het niet en zal het ook nooit weten." de wereld en geen groene schooljongen 1 „Zij kan het boek lezen." „Zij kan het lezen eu toch niet weten.'' „Dal is waar. Alleen als zij je niet lief heeft, begrijpt zij het wellicht niet". (Wordt vervolgd.) Electr. Drukkerij G. W. den Boer, Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 4