vau Melle resp. aau dc Koningin en dc
Prinses bloemen aangeboden en werden
aan de Prinses muziek van de reiendan-
sen en een boekje met Zuid Beveland-
sche liedjes aangeboden door Marina
Zandee en Guus van Ballegoijen de Jong.
Even na dat de reien waren afgewerkt
en den heer Houlekamerdoor do Konin
gin dank was gebracht nüjen de auto's
weer voor en in een steeds heviger re
genbui werd naar hel station gereden en
plaats genomen in den trein, het was
toen ruim 7 uur.
Ook de derde dag van het programma
der reis door Zeeland was ten einde, ook
nu was het weer een zegetocht geweest.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
De tweede voorstelling van het
Openluchtspe 1.
Toen de toeschouwers op weg naar
nuis waren .begon liet te motten, en een
kwartier later goot het! Maai" gedurende
het spel was hel geheel droog gebleven,
in weerwil van de steeds toenemende
'.dreiging. Men heeft dus wèl geboft!
De tribunes waren bij deze tweede uit
voering weer alle stampvol. Toch belee-
kende dit niet, dal er zooveel geld was
geïnd, als men zou kunnen berekenen uit
plaatsen-aantal maal pDdlsprijzcn. Want
toen in den namiddag duidelijk was ge
bleken dat vele vreemdelingen bezwaren
hadden tegen de hooge prijzen, ook al
vanwege de franc-valuta, heeft men er
van gemaakt wat er van te maken was,i
en zijn de prijzen der nog overgeblevene
plaatseu lager gesteld.
De spelers en zangers hadden in ieder
geval de voldoeuing van den aanmoedi
genden aanblik van voile tribunes. En ze
hebben ook gespeeld en gezongen met de
p.elfdc overgave als den vorigen dag
Aan het eind weerklonk een daverend
applaus. En spoedig hoorde men om
den heer Lensvell roepen, die weer uit
de spelers werd opgehaald, ditmaal nog
sjofeler toegetakeld dan den vorigen
dag. Zijn vrouw Nel Brongers, werd van
een der tribunes naar voren gebracht. En
beiden werden luid gehuldigd.
Inmiddels was de voorzitter van hel
Comité .mr. J. II. van Bel, naar de inu-
ziek-lribune geklommen. Iiij heef! daar
een woord van dank gericht lol de zan
gers en orkestleden voor 'hun ijver bij
hel repeleeren, en voegde daar nog een
woord van hulde aan den heer Caro voor
zijn leiding aan toe.
Fanfares schctterdeu door hel applaus,
dal op deze toespraak volgde. Want de
vier trompetters waren van hun hooge
plaats op den hoektoren weer naar bene
den gekomen en hadden zich hij de spe
ler'. op hel plein gevoegd. Eu nog eens
konden ze hun gewaardeerde medewer
king verlccnen. Wanl nadat eenige volks
liederen waren gezongen, vroeg dc Prins
van Oranje het woord om uit naam van
de medespelers liet comité er voor te
danken dal zij dc gelegenheid hadden
gehad in zulk een mooie opvoering mee
te spelen.
&n nog eens weerklonk licl applaus
en gejuich loen de standaarddrager van
den Prins aau hem een mand bloemen
aanbood namens het ruilergevolg.
Eu loen was het uit!
„Naar het Schuttershof!" klonk voor
het laatst het commando van den <heer
Lensvelt tot de spelers.
En daarna stroomden toeschouwers cn
medewerkers van het Marktplein, waar
van de afsluiting weer werd opgeheven.
In het Schuttershof had nog een plech-
ligheid plaals. Ook daar nam de heer
Van 'Bel als voorzitter vau het Comité
liet woord om de spelers le danken. En
achtereenvolgens braclil hij daar verder
verder hulde aan dr. Boulens, den lieer
Lensvelt, mevr. Lensvell en ook aan den
lieer Hiooleu die zooveel moeite voor hel
slagen van hel spel heeft gehad. Bij iede
re huldiging klonk een driewerf hoera.
En eindelijk richtte de heer Lensvelt
nog een woord van dank lot de spelers.
Op de Markt is men kort daarna reeds
met de afbraak van ae tribunes be
gonnen, wapt op die plek moet nu weer
de kermis worden opgebouwd voor de
volgende week. Die afbraak ging verba-
weg is," eindigde hij met een brok in
de keel.
Zoo waren die oude dagen voorbij. Ik
keek naar mijn schrijftafel en naar den
stoel, waarin zij gewoon was te zitten,
als ik haar voorlas.
„Ei" is nog iets, Arnold," zeide Mabane,
namelijk haar eigendommen. Juffrouw
Burdett heeft haar kleeren ingelpakt,
maar er zijn nog verschillende snuiste
rijen. Wij zouden gaarne haar kamer
binnengaan Arthur en ik. Wij hebben
op jou gewacht."
„Wij zullen het nu doen", antwoordde
ik. „Zij zal niets noodig hebben Van
hetgeen zij heeft achtergelaten. Wij zullen
elk een aandenken nemen en het overige
opbergen."
Wij gingen samen lia.tr kamer binnen.
Op onze teenen betraden wij dit heilig
dom. Hoe het haar mogelijk was geweest
om mei haar bescheiden middelen dit
kamertje zoo smaakvol en gezellig te
maken, was mij een raadsel. Haar bed,
mei zijn smettelooze sprei, had een he
mel van rose neteldoek Op haar toilet
tafel lag een zijden kleedje, waarop haar
snuisterijen goed uitkwamen. Onder een
stoel zag ik een muiltje. Ik borg (dat
vlug in mijn zak. De anderen namen
een "kleinigheid van de toilettafel. Zoo
stil als wij gekomen waren, gingen wij
zed vlug. Toen we gisterenavond te elf
uur de Markt passeerden lagen alle tri
bunes behalve de muziektribune tegen
den grond. Ten deele waren ze zelfs al
weggevoerd.
Heden was men druk bezig mét het
afbreken van de muziektribune, en werd
ook reeds de aardenverhooging voor hel
stadhuis afgegraven.
Het oordeel van
anderen.
Een enkele aanhaling volge hier uit
een bespreking van J. W. F Werumeus
li mining in de Telegfnaf van het Open
luchtspel
„Het is opmerkelijk, hoezeer de Zeeu
wen, als men hen eens vergelijkt met
<le medewerkers aau het recente Gro-
ningsche lustrumspel over natuurlijker
Jgratie van uitdrukking beschikken Wel
licht is het Spaansche en Zuidelijker
bloed daar de oorzaak vau, een feit is
het, dat de uitdrukking dier gebaren
hier telkens en telkens weer trof door
onmiddellijkheid en echtheid.
Mondragon's duistere figuur, zwart eu
'goud geharnast op een wit paard, voor
over gebogen loerend op de opstandige
burgers, had onmiddellijk auloriteit, en
{lie onmisbare eigenschap vertoonden wel
al de andere soldateske figuren. De spe
ler van den Prins wist daar tegenover
een lichter cn genadiger gestalte te
stellen, tusschen de burgers troffen ve
len door hun oprechte uitdrukking en
men moet aan de misère van menige
soortgelijke opvoering en menige be-
roeps-openluchtvertooning denken om
de zeldzaamheid van al die goede hoe
danigheden hier dubbel .te waardceren.
En naast die eerlijke innigheid in het
spel, dc nauwelijks merkbare, maar
daarom juist uitstekende groepceringen
bu hanteering der massa's zal de kleur
van dezen middag in de herinnering
blijven: herinnering aan de wijze,waar
op zoo even een blauwgehuifd vrouws-
figuurljc zich uil de menigte losmaakt,
aan de zwarte figuren in gebed cn ver
bet, die even de aandacht vroegen cn
die dan weer in de groepen deden op
gaan, aan dc wijze waarop de goede
boodschap van het ontzet met rennende
jongens de massa in beroering bracht,
aan het zwaaien der prachtige Slaal-
Sche vlaggen, het zwieren van vurig rood
en blauw eu oranje dundoek boveu de
massa, hel prinsenvendel met zijn ge
weldige donkere hooge lansen met dun
ne vaartjes en een blinkend geharnaste
vaandeldrager van Mondragon in de
schaduw van dien somheren en goud-
kleurigon slaudaard.
Wat zal meu er meer van zeggeu?
De Zeeuwen hebben een historisch spel
van prachtige kwaliteiten in het mid
delpunt van hun feesten gesteld en men
zou het echtpaar Lensvelt zijn Zeeuw-
sche afzondering bijna vergeven voor al
het kostelijks, dat zij hier lot opvoering
brachten. Ware hel niet, dat ook dil
spel herinnert aau een Amsterdamsch
gemis".
De „N. R. Orl." geeft een uitvoerige
bespreking in een tooncelfeuilleton en
is over hel werk zelf minder voldaan.
„Iloe schoon de verzen gevoelens ver
woorden, <ie verzen achter ons gezon
gen, terwijl wij hoorders den tekst zilleu
te lezen, een sterk beeld van sladsellende
krijgen we niet le zien. Het vertoonde is
vaag en vaal. Het is symboliek noch syn
these en als werkelijkheid is hel al te
bleek. Een besef van wat zoo iels zijn
moet, schenkt ons het nu volgend gebed.
Tusschen de klagers cn de jammerenden
- doch hoe weinig zegt hun doen ons
.zinken er enkelen op de knieën. Dit treft
'als eerste voldoend-sterke uiting van ge
voel, een uiting die den toestand ken
schetst.
Aangezien er zoomin getracht is, een
dramatisch werk te bouwen op, te dis-
tilleeren uit het historisch gebeuren, als
beproefd er een te fantazeeren, krijgen
wc van het nijpen van den nood geen
ander beeld dan in het talmen met de
overgaaf."
Maar later merkt de schrijver op:
„Wie, met mij, gelooft in hel Open
luchtspel, ziel in dit werk een begin
weer heen. Toen ik den sleutel omdraai
de, slikte ik iets weg in Imijn keel eai deed
mijn best om le lachen die lach moet
onnatuurlijk geklonken hebben.
„Kom", zeide ik, „wij gaan val aflei
ding zoelcen. Jullie gaal met mij eten bij
Hautboy. Ik heb geld een massa. Naar
restaurant Hautboy en dan een goed glas
wijn. Hoe lang heb jullie noodig om je
le verkleeden
Zij deden hun best om in de stemming
te komen. Allan maakte cocktails ldaar.
Wij dronken en rookten en schreeuwden
elkaar, terwijl wij ons verkleedden, met
veel misbaar toe. Wij reden naar Haut
boy en Arthur kon niet nalaten een
praatje te maken met hel meisje achter
de bar. Toen de wijn kwam en onze
glazen waren gevuld, zwegen wij plot
seling. Wij keken elkaar aan. Allan nam
zijn glas op
„Isobel!" zeide hjj zachtjes.
Wij dronken onze glazen leeg, elk ver
vuld van zijn eigen gedachten Daarna
hief Arthur zijn glas op.
„Prinses Isobel!" riep hij uil. „Zij leve
lang en gelukkig!"
Daarna volgden geen heildronken
meer.
Arthur en Allan gingen vier en twin
tig uren na ons afscheidsdiner op reis.
begin, waar lyj innig zich over verheugl,
als over een eerste pogen om volksfees
ten te bouwen op zulke stof, volksfeesten
le doen ontstaan gelijk hier te Middel
burg uit de samenwerking van men-
schen uit alle standen."
Van het spel wordt de karakteristieke
beelding van Mondragon en den burge
meester genoemd. Het overige spel „wees
naar het bergrip der maskerade." Al
leen wordt liet terugkeeren der ballingen
als een mooi-plaslisch moment geken
schetst.
De muziekverslaggever van dal blad
voegt er nog een beschouwing aan toe.
Hij merkt op dat de heer Koeberg de
moeilijke oplossing van de begeleiding
van dal gebarenspel in de openlucht ge
zocht heeft in een groote soberheid, maar
daarbij naast alle winslen niel is ontko
men aau hel gevaar van een te groote
vervlakking.
De uitvoering was een welverdiend
succes voor den kundigen, intens-muzi-
kaleu leider van de Middelburgsche ver-
eeniging voor instrumentale muziek, den
heer J. II. Caro. Hij is er niel alleen in
geslaagd hel van vele Zijden verzamelde
ensemble van Arnheiusche Orkestvor-
eeniging, iMiddelburgsch Orkest en tal-
looze Zeeuwsche koren als een goed slui
tend geheel te hanteeren, maar heeft ook
door zijn geheele interpretatie, doorslaan
de bewijzen gegeven van een fijn-be
schaafde muzikaliteit en een ernstigen,
elk valsch effect versmadenden kunst
zin. Men voelde dal de talrijke dilettan
ten, die loch hel belangrijkste gedeelte
van dil heterogene ensemble vormden,
zich volledig en mei rustige overgave
konden toevertrouwen aan de zaakkun
dige leiding en aller zenuwen en impul
sen beheersehendc welskrachl van een
ervaren dirigent, die ons een allergun-
stigslcn kijk gegeven heeft op het mu
ziekleven der Zeeuwsche hoofdstad. Dal
éen enkel maal ruwheid van klank, voor
al bij het koper, een niel altijd vlekke-
looze zuiverheid en een zeker gemis van
rythmische strafheid ons hierbij niel ont
gaan zijn, diene ter geruststelling van
niuziekmiuneudcn en vitteuden, al is ook
vooral 'l laalslc gebrek bij1 een volledig
berocpsemscmble lang geen zeldzaam
heid wat de koren betreft kan echter
geen woord van lof le veel zijn; ?e heb
ben ons door hun frisch-blije stemmen
en h un warmtonige klank-kwaliteit een
Voortreffelijken indruk gegeven van de
zangkunst in Middelburg en Zeeland.
N. V. Ver. Rotlerd. Hofstad-
Toon e e 1.
Zooals men weet, zal tijdens de kermis
het Vereenigd Rotterdamsch Hofstad-
Tooneel in den Schouwburg le Middel
burg eenige voorstellingen geven. Op
het speelplan staat voor de eerste avon
den (Zondag 10 en Maandag 11 Augus
tus) de tooneelbewerking van Brusse's
Boefje.
Het is onnoodig veel te zeggen lol aan
beveling van dit stuk, dat in korten tijd
140 opvoeringen beleefde.
Annie van der Lugt Mclscrt—van Ees
vervult ook hier de titelrol en Cor van
der Lugt Meiseri, die liet stuk regisseer
de, de rol van Mr. Halma.
De décors van het eerste bedrijf bij
Boefje's ouders en dat van de gevangenis
zijn die, welke ook in andere groote sle
den in dit stuk worden gebruikt.
Zang vereen. „Ze e 1 a n d i a", Rot
terdam.
Op het nationaal concours te Nieuwe
Hoorn, gehouden op Zondag 3 Augustus,
behaalde de zangvereeniging „Zeelandia",
onder-afdeeling van de Zeeuwsche Ver-
eeniging „Zeelandia" le Rotterdam, ouder
leiding van den heer B. Reijns, den len
prijs met „Boven de Sterren", van Fr.
Abt, en „Avondvrede" van W. v. Thiene,
resp. verplichte en vrije nummer, met
329 punten.
Deze liedereu zijn ook len gehoore
gebracht op hel Woensdag gehouden lief
dadigheidsfeest ten bate van de achter
geblevenen der visschersrainp.
Ik bracht hen beiden weg en dwong hen
mol eenige moeite om te deelen in Feur-
gère's legaat. Ik nam kamers in de buurt
van mijn club in het hart van Londen
en ging aan den arbeid. Woord voor
woord en regel voor regel schreef ik dat
gedeelte van mijn roman over, dat ik
Isobel niet durfde te laten zien. Daar
mee gingen de winter en 't voorjaar
heen, waarna mijn roman werd uitge
geven.
HOOFDSTUK XI.
Lady Delahaye kwam mij bezoeken
en begroette mij met dl de harlelijkheid
die zij aan den dag kou leggen.
„Zoo zie je mijnheer de kluizenaar,
wat er gebeurt als men niet tot den berg
wil komen. Ongetwijfeld ben je verrukt
mij te zien."
„Waarom niet?" antwoordde ik kalm.
„Wil je binnenkomen of zullen wij hier
in de schaduw gaan zitter
Gaarne hier", antwoordde zij en nam
plaats in een Schommelstoel.
„Wil je een kop thee?"
„Goede hemel, neenl Ik heb den ge-
heeleu namiddag bezoeken gebracht met
mevr. Jerningham en je weet, w.at dat
beteekent. Zij is nn naar de Hall's en
over een half uur ga ik haar afhalen."
„Logeer je dus op Eastford House?"
„Ja. voor eenige dagen. Kim je raden
RECHTZAKEW.
Kantongerecht te Oostburg.
Uitspraak van Dinsdag 5 Aug. j.l. Mo
tor- en rijwielreglement C. A. de W. le
Biervliet, Th. P., Biervliet, J. A. Z. Hoofd
plaat, J. II. B'. B„ Aardenburg, C. V.
Oostburg, S. v. II., Schoondijke, P. F.
Oostburg, C. v. O. Aardenburg, F. R.
Schoondijke, D. D'. Schoondijke, S. J. P.
Zuidzande, A, V. Oostburg, P. v. D|.
Oostburg, E. S. IJzendijke, I'. M. IJzen-
dijke, G. de J. IJzendijke, J. W. V. Hoofd
plaat, M. "R. Schoondijke, G. P. Aarden-
burg, C. W. IJzendijke, G. K. Q„ Schoon
dijke, F. v. d. W. Sluis, A. de V. Eede,
II. M. S. Sluis, A. de V. Eede, A. R|. Ber
gen op Zoom, ieder f 5 of vijf dagen
hecht.
P. J. B. Groede, C. P. D. IJzendijke,
E. C. D. IJzendijke, P. A. 11. IJzendijke,
P. J. P. IJzendijke, J. F. de D. Axel,
P. J. iB|. Groede, <P. "W. Vlissingen, J. de iLi.
Sluis, W. J. B. Middelburg, R. de J.
Stroobrugge (België), en J. A. C. Middel
burg, ieder f 10 of 10 d li.; C. L. S.
Hoofdplaat, R. J. B. Maldegem (België),
en A. J. V. W. IJzendijke, ieder f5 of 1
week tuchtschool.
R. G. de V. Eede, I. C. G. Retranche-
meul en Ph. V. IJzendijke, ieder f 3 of
3 d(. h. en G. C. v. d. V;. Eecloo (België)
f 5 of 10 d. h.
Politieverordeningen: A v. d. L. Re-
trancheraenl, f 3 of 3 d. li.;
■Art, 453 wetb. van Strafrecht I. A. F.
Sluis, f 15 of 15 d. h.
Aart. 421 'wetboek van Strafrecht. C, J.
de B. Aardenburg, f 15 of 30 d. li.
Vissclierijwetten. P. v. L. Walerland-
kericje cn J. B G. IJzendijke, ieder f 0.50
lof 1 d. h. niel verbeurdverklaring.
I. J. G. Retranchement en J. Ph. W.
Oostburg, ieder f 10 of 10 d. h„ de laat
ste met verbeurdverklaring.
Art. 427 wetb. v. Strafrecht R. A. G.
Oostburg f 5 of 5 d. li.
Geref. Kerk.
Beroepen le St. Laurens ds. A. Scheele
te Ivapelle-Biczelinge.
De visscliersramp van Vlissin
gen.
De Raad voor de Scheepvaart te Am
sterdam stelde Woensdag een onderzoek
in naar de oorzaak van het zinken van
de visschersvaartuigen „Arn. 17 en 27",
en „VI. 2 en 20", op 18 Juli "1924. Bij deze
ramp zijn 15 opvarenden verdronken.
De secretaris las eerst een verklaring
voor van schipper T. v. d. Slruif van liet
motorafhaalvaartuig No. 1, gestationeerd
le Vlissingen, welke als volgt luidde:
Terwijl wij Vrijdagmorgen 18 Juli v.m.
7 u. 30 m, kruisende waren builen JCal-
loo-bank, werden wij overvallen door een
sterken N. W. >vind met hooge zee.
Nadat ik mij zelf had overtuigd, dat
wij daar niet langer konden blijven om
loodsdicnsl le verrichten, besloot ik mijn
post te vertalen en stoomde met volle
kracht naar de boei van 'Kalloo.
Om 8 uur ontwaarden wij verschillen
de visschersvaartuigen, waarvan een
schuitje, dat zicli in de nabijheid van
Kalloo-boei bevond, was omgeslagen en
in zinkenden slaat verkeerde.
Daar liet onmogelijk was wegens fcle
hooge zee eu veel wind een jol te zen
den, trachlle ik met volle kracht steeds
met den kop op de zee het vaartuig 'le
naderen, wal zeer goed gelukte, zoodal
wij op ongeveer 5 Meter afstand van hel
vaartuig een man konden redden, door
hem een lijn toe te gooien, waaraan
een reddingsboei was vastgemaakt. Om
dezen man binnen boord le krijgen, moes
ten wij vaart verminderen en werden
[oen dwars zee gegooid, hetgeen gevaar
lijk bleek voor onze schroef wegens het
ronddrijvende takelage.
Nadat wij den schipbreukeling Corne
lls Meerman binnen booi'd gehaald had
den, gelukte het ons ten tweede male hel
vaartuig lot op 5 Meter afstand te nade
ren.
De twee andere opvarenden durfden
liet wrak echter niel loslaten en ver
dwenen voor onze oogen in de diepte.
Nadat wij nog ongeveer 20 minuten in
de nabijheid van h"t visschersvaartuig
gewacht hadden en er geen schipbreuke
lingen boven water kwamen, waanden
waarom?"
„De partijen daar slaan bekend *als
zeer gezellig.'
Zij schudde het hoofd.
„Dat is het niet. Kun je niet beter
raden?"
„Ik ben te dom om raadsels op te los
sen".
„Je. bent in vele opzichten dom. De
reden van mijn komst was, omdat ik wist
dal jij hier woont en ik wilde je gaarne
nog eens zien."
„Je bent wel vriendelijk."
Zij keek mij onderzoekend aan.
„Je benl niet veranderd." zeide zij
zachtjes. „Men zou bijna zeggen, dat
het leven van een kluizenaar je goed
doel. Je ziet er in het geheel niet bleek
of mager uit, zooals ik verwachtte Of is
het je vermaardheid, die zoo genezend
op je werkt?
Ik glimlachte.
„Noem hel geen vermaardheid. Suc
ces. als je wilt. Mijn beroep is een loterij
De publieke opinie een gunstige criliek
en de zeepbel gaat pp. Ik beweer niet,
dal ik dat niet op prijs stel, maar ik
had ook geluk."
Zij zweeg eenige oogenblikken. Op den
weg hoorden wij het gekraak van het
tuig van mevrouw Jerningham's mooie
vossen ,als zij den aanval van lastige
wij hen als verloren en s toomden binnen.
Schipper H. W. Pieters van de red
dingsboot „M/ 0. Blankenlieim", gesta
tioneerd te Vlissingen, had het volgend
rapport uitgebracht, dat door den secre
taris werd voorgelezen
In den morgen van 18 Juli aldus
schipper Pieters schoot de wind plot
seling van Zuid tot Noord-West. De ge
heele visschersvloot van Vlissingen en
Arnemuiden was in zee.
Toen le half negen gerapporteerd werd
dat er twee visschcrspinken op 't strand
te Domburg zaten, gingen wij met de red-
4jugsbool naar zee om zoo noodig te
redden.
In het Oostgat nabij Zoutelande Ikwa-
jnen wij de geheele vloot tegen; verschei
dene met gescheurde zeilen, maar deze
hadden- geen hulp noodig. Na enkele ge
praaid le hebben, gaven deze te kennen,
dat er vier op Kalloo omgeslagen waren.
Na een lijd rondgekeken te hebben,
zijn wij terug gegaan, want daar zat een
visschersvaartuig op het strand; en daar
er voor ons nu niets meer te doen was,
besloten wij om dit schip van het Strand
af le halen.
Er werden drie lijnen naar geschoten,
maar de kogel kon hel niel bereiken,
hel was te ver weg.
Toen stelde de 32-jarige matroos bij
hel loodswezen te Vlissingen, Frans
Orucq voor, om met een lijn er heen te
zwemmen, waarop ik hem toestemming
gaf en hij zich onmiddellijk te water
begaf en de lijn uitbracht aan boord
van de VI. 38.
Hel vaartuig kon toen van het strand
worden gesleept en het is daarop in
Vlissingen binnengebracht.
De voorzitter van den Raad voor de
Scheepvaart sprak een woord van hulde
voor den moed van den matroos Orucq.
De eenig overgebleven schipper van de
Vlissingsche ramp, de 26-jarige O. Meer
man, werd nu als getuige gehoord.
De jonge visschersman deed het treu
rig verhaal van wat er op den 18den
Juli gebeurd was. 's Morgens om 4 uur
was hij mei de Arn. 27 te zamen met de
geheele vloot uit Vlissingen naar zee
vertrokken.
Op het vaartuig bevonden zich met
hem, zijn vader en de schippers Vogel en
de Nooijer. 't Was beslWveer. De wind was
Zuid. Bij Weslkapelle zijn zij gaan vis-
schen op de garnalenvangsl.
't Zal ongeveer half zeven zijn geweest
- ze hadden loen ongeveer een half uur
gevichr toen plotseling fie'f weer
verantfertie. "Er kwam een soort
windhoos opzetten. De wind werd Noord
Noord-West. Onmiddellijk werden de
netten ingehaald, maar, voordat hij
eigenlijk iets zag aankomen, was het
schip al omgeslagen. Reddeloos zeide
de arme visschersman dreven we
rond. Ik heb me aan den mast vast
gegrepen. Diep bewogen vertelde de
schipper verder aan den Sclieepvaarlraad
ongeveer een kwartier op den mast le
hebben gezeten en vanaf dit punt het te
hebben moeten aanzien, dat zijn vader
van het schip afsloeg en jammerlijk ver
dronk.
Ook de andere schippers Vogel en
de Nooijer verdwenen in de diepte. Hij zelf
ywerd door de loodsboot gered.
Van de „Arn. 17", „VI. 2'" en „VI. 20",
die ieder met 4 personen bemand waren,
zijn naai- getuige geloofde alle op
varenden in de golven omgekomen.
Van de „Arn. 27" zijn de lijken v^n
twee slachtofferjs later opgehaald.
Het stoffelijk overschot van Meerman's
vader is juist Dinsdag te Vlissingen ter
aar||p besteld.
"De Raad zal later uitspraak doen.
BURGERLIJKEN STAND.
O. en W. Souburg.
Van 31 Juli—7 Aug. Bevallen: W. van
Maldegem, geb. Flipse, z. W. Goedhart,
geb. Barentsen, z. J. van Schijndel,
geb. Stekelee, d.
Vliegen afweerden. Rond ons heen ver
brak het gezoem der bijen de stilte van
den zomernamiddag. Lady Delahaye
zuchtte.
„Je praal onzin en dat weet je zeer
goed, zeide zij. „Ik wensch je niet te
vleien. Ieder, die een handige pen hééft
en zich geheel geeft, kan een pakliendén
roman schrijven."
„Ik begrijp niel, wat je bedoelt.
„Dal doe je wel. Je reel je eigen hart
open en gaf aan de wereld een vergroot
glas om de geslagen wonden te bekijken.
Jij schreef je eigen geschiedenis. Jij gaf
je eigen lijden weer. Hield jij zooveel
van dat kind, Arnold? Jij, een man van
Wist zij hel?"
„Zij wist het niet en zal het ook nooit
weten."
de wereld en geen groene schooljongen 1
„Zij kan het boek lezen."
„Zij kan het lezen eu toch niet weten.''
„Dal is waar. Alleen als zij je niet
lief heeft, begrijpt zij het wellicht niet".
(Wordt vervolgd.)
Electr. Drukkerij G. W. den Boer,
Middelburg.