8 li VOEGSEL
VAN DE
VAN
Vrijdag 1 Aug. 1924, No. 180.
BINNENLAND.
HET INFORMATIE-BUREAU VAN HET
NED. KOODE KRUIS.
Vandaag, 1 Augs. is liet tien jaar ge
leden dat genoemd bureau geopend werd.
Naar aanleiding daarvan is verschenen
een herinneringsboek, waarin Th. H. L.
LecLercq, kolonel-directeur een uitvoe
rig verslag geeft over de werkzaamhe
den van dat bureau in verband met den
grooten oorlog. Reeds in '21 werd er
een korte samenvatting van uitgegeven,
maar nu is dat werk uitgebreid met tal
van andere gegevens.
De schrijver, vertelt eerst hoe het
in de oorlogen van I860 en 1870 ge-
voelde gemis aan een inlichtingsdienst
omtrent gewonden en krijgsgevangenen
heeft geleid tot besprekingen, die echtér
pas bij de eerste Haagsche vredescon
ferentie in 1899 een blijvend, resultaat
ten gevolge hadden in den vorm van
eenige artikelen in de reglementén voor
de wetten en gebruiken in den oorlog.
Op grond van die bepalingen was hier
te lande een regeling getroffen door het
Roode Kruis, en toen 1 Augs, het Infor-
taiatie-bureau in werking moest treden,
was het onmiddellijk in staat zijn taak in
vollen omvang te aanvaarden.
Hel heeft zich in de oorlogsjaren in
het bijzonder moeten bezighouden met
de in. ons land geïnterneerde buitenland-
sche militairen. En dil boek nu geeft uit
voerig aan, welke zijn bemoeiingen daar
in zijn geweest, en hoe het werkte,
j(met de vele moeilijkheden die het had
te overwinnen bij liet onleesbaar wor
den der celluloid-identiteitsplaatjes, en
bij het foutief spellen van de opgegeven
namen). Daardoor krijgt de lezer tevens
eenig inzicht in de interneering, die ih
die oorlogsjaren zoo'n grooten omvang
in ons land heeft gekregen.
Uitvoerige tabellen lichten deze mee-
deelingen toe.
De schrijver zegt aan het slot dat de
vraag of de door het bureau verrichte
arbeid nuttig is geweest, zonder aanma
tiging zeker bevestigd mag worden be
antwoord. Als verbindingsteeken tus-
schen de oorlogvoerende mogendheden,
was het in de mogelijkheid behulpzaam
te zijn, niet alleen in het opsporen en
verstrekken van inlichtingen over slacht
offers van den krijg, maar kon het ook
velen van dienst zijn in het doorzenden
van correspondentie en in 't bevorderen
van postzendingen naar krijgsgevangenen,
verspreid over de heele wereld.
UIT DE PERS.
Toestanden bij de
P o s t e r ij e n
Een inzender in het „Vaderland" ves-
ligd de aandacht op eenige feiten, die
naast de salariskwestie een nadeel igen
hebben op de stemming onder de ambte
naren.
De heer König is als directeur-genr.
afgetreden en in zijn plaats is geheel op
tijdelijken voet benoemd de vroegere
hoofdinspecteur de heer Nolting, de bei
de andere hoofdinspecteurs gingen of
gaan eerstdaags heen, zonder dat daar
voor andere ambtenaren zijn aangewe
zen.
En dal in een iijd, dat in tal van he
FEUILLETON.
HET PLIGII1 ïifl K 118 UTill.
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch, van E. PHILIPS-OPPENHEIM,
door Mevrouw v. d. W.
o
42).
HOOFDSTUK VIII.
i>Dd is dus," zeide prins von Cleve,
terwijl hij zijn monocle in het oog zette,
„de jonge dame, wier romantische ge
schiedenis u mij heeft verteld? Maar,
mijn lieve madame, zij is bekoorlijk t"
Madame strekte haar handen vriende
lijk naar Isobel uit, die met haar nicht
was binnengekomen en kuste haar op
beide wangen. Toen nam zij haar bij
de hand en stelde haar voor aan Ren
prins von Cleve en de andere gasten. Zij
was in diepe rouw en droeg een zwart
fluweelen lint om de hals.
„Mijn lief kind," zeide haar tante.
Je toilet is niet vleiend voor ons. Wil
moet je kleur zijn voor de eerste jaren."
ïsobel sloeg haar oogen op. Zij sprak
oven rustig als gewoonlijk.
„Tante, u vergeet dat ik rouw over
mijn stiefvader, monsieur Feurgères, die
zoo goed voor my is geweest,"
Het gezelschaj) hoorde haar opmerking
met gepaste stilte aan. Op niemands ge
laat was iets te lezen, fsobel's woorden
langrijke zaken e«n beslissing moet wor
den genomen; de girodienst moet worden
gereorganiseerd, over de fli/2 millioen aan
machines moet worden beslist, vele amb
tenaren moeten afvloeien en er moet
worden overwogen wie de plaats zal
innemen van de- vertrekkende ambte
naren.
Het is eenvoudig onverklaarbaar, dat
de Regeering niet in de eerste plaals
overgaat tot benoeming van een nieuwen
Directeur-Generaal, opdat deze man, die
leiding zal hebben te geven aan dit be
langrijk staatsbedrijf, zijn oordeel kan
uitspreken over al deze gewichtige aan
gelegenheden.
De Minister schijnt echter te willen
varen op het kompas van zijn besten in
specteur, met voorbijgaan van de ad
viezen der hoofd-ambtenaren, op wier
oordeel weinig acht wordt geslagen of
wier adviezen niet worden gevraagd. Of
op deze wijze de postschuit in de veilige
ha'vèh zal aanlanden is nog een open
vraag.
In ieder geval wordt hierdoor een
geest van ontevredenheid en onverschil
ligheid gekweekt, welke ernstige gevolgen
kan hebben.
Hel postgebouw, dal vroeger algemeen
werd geprezen, wordt thans van alle
kanten afgebroken, nu hier dan (laar
worden binten weggenomen, omdat men
daardoor een bezuiniging hoopt te ver
krijgen, maar men zij in dezen toch voor
zichtig, opdat het geheele gebouw niet in
gevaar wordt gebracht. Men stelle toch
spoedig een flinken architect aan, die
behoorlijk toezicht op de verbouwing kan
houden. Het gedeeltelijk afbreken van
een huis moet onder behoorlijke leiding
plaats hebben.
De ambtenaren met de uitvoering van
den actieven dienst belast, zien al die
veranderingen met groole bezorgdheid
aan. zij werden in deze niet gekend,
maar krijgen alles van hooger hand
voorgeschreven. Is het wonder, dat zij
zich langzamerhand voor den goeden
gang niet meer verantwoord kunnen voe
len?
Achter de schermen worden allerlei
regelingen in elkaar gezet en de ambte
naren gaan 's inorgens met looden schoe
nen naar hun bureel, niet wetende welke
teleurstellipg hun daar weer staal te
wachten.
En wie draagt nu voor dil alles de
verantwoordelijkheid? De Minister? Bij
de behandeling van de giro-débacle in fle
Tweede Kamer is wel gebleken, dat Z.
E. van een en ander niet al te best .op de
hoogte was. Volgens Verklaring van den
Minister ,op 25 Januari j.l. zou de giro
dienst vermoedelijk over pl.m. 2 weken
weer worden geopend, terwijl onlangs
in de dagbladen werd medegedeeld, dat
dit in geen geval voor 16 Nov. a.s. zou
plaats hebben.
Op welke wijze kan aan dezen toe
stand een einde komen? Naar o.b.w.
alleen door zoo spoedig mogelijk een
krachtige persoonlijkheid te benoemen
tot Directeur-Generaal. Eerst dan kan
worden verwacht dat het onderling ver
trouwen onder de ambtenaren wordt
hersteld en de uitvoering van den dienst
weei' geschiedt als Weleer.
Prof. Treub over de
nieuwe tariefwet.
Prof. Treub begint in „Economiscli-
Statislische Berichten" een beschouwing
over de nieuwe tariefwet. Hij stelt voor
op, dat hel ontwerp van minister Colijn
zich gunstig onderscheidt van de voor
stellen tol tarief herziening van vroegere
rechtsche kabinetten. Het beoogt niet,
een principieele verandering te brengen
in onze handelspolitiek. Een positief oor
deel over de vraag, of het louter fiscaal
karakter van ons tarief niet wordt aan
getast door de verhooging der rechten
vah 5 toft 8 ipct'. is in het algemeen moei
lijk te geven. Het hangt geheel af van
den aard der verschillende goefleren en
van hel 'verschil in omstandigheden,
waaronder de Nederlandsclie industrie in
een bepaalden bedrijfstak in vergelijking
met de buitenlandsche 'iconcurrenten
werkt. Evenwel is het verschil bij een
aantal goederen niet 3, maar 8 pet.,
op zoo kalme en waardige wijze gespro
ken. waren de voorbode van haar toe
komstige houding tegenover haar tante.
Eenige oogenblikken later pracht Iso
bel haar nicht bij my.
„Adelaide is verlangend om opnieuw
met je kennis te maken. Arnold", zeide
zij op kalmen toon. Onmiddellijk daar
pa werd Isobel doör haar tante weg
geroepen, om aan een nieuwen gast te
worden voorgesteld.
„Mijnheer Greatson" zeide Adelaide
ernstig, „ik kan u niet zeggen, hoe ge
lukkig ik ben, dal alle onaangenaamhe
den voorbij zijn en dat Isobel nu bij ons
komt. Toch geloof ik, dal het hard voor
haar is. Moeder is wel heel wreed."
„Uwe hoogheid, uw moeder was er
wel toe verplicht. Een andere oplossing
was niet mogelijk."
„U gaat dus niet mede nar Illghera? U
komt ons (och bezoeken?"
„Ik schudde het hoofd.
„Ik behoor tot de. groote familie der
kunstenaars, die niets bezitten. Wat moet
ik aan het hof doen?"
„Ja, wat?" antwoordde zij. ,,U behoort
tol een grootere wereld
„Zoo iets beslaat niet. Wij maken onze
eigen wereld, klein of groot!"
„Voor velen is dat moeilijk. Als men
leefl in een broeikas van conventies en
de deuren worden goed gesloten gehou
den, verstikt men zoo gemakkelijk en
het is zeer moeilijk daarin adem te ha
doordien eenige artikelen, die thans vrij
kunnen binnenkomen, volgens het onl-
werp met 8 pet. zullen worden belast.
Bovendien worden voor tal van artikelen
hoogere rechten voorgesteld.
Het schijnt prof. Treub niet twijfel
achtig, dat er onder deze nieuwe recli-
-ten zijn, die beschermend zullen wer
ken voor bepaalde industrieën, en die
voor den (handel belemmerend zullen
zijn.
Te dien aanzien legt ook prof. Treub
voornamelijk de hand op het voorstel,
automobielen en motorrijwielen, alsmede
chassis, carrosserieën en andere onder
deden van auto's te belasten met een
recht van 12 pet. der waarde. Hij wijst
er ook zijnerzijds op, dat auto's volstrekt
niet uitsluitend (voor luxedoeleinden
dienen (taxis, autobussen) en dat dil voor
vrachtauto's in het geheel niet opgaat.
Dit tariefnummer is dan ook een der
zwakste plekken, zoo niet hel zwakste,
-*vpn liet geheele voorstel.
Prof. Treub schrijft, dat als hij zich
niet bedriegt, men dit tariefnummer mei
een ballon d'essai heeft te doen. De heer
Colijn is een veel te verstandig man* dan
dat hij niet zelf zou hebben ingezien, dal
zijn toelichting bij dit punt geen criftek
kan verdragen. Het wordt alleen verde
digd met het oog op de bate voor de
schatkist. Waarom zou men dan echter
een aantal andere artikelen, wier invoer
van beteekenis is, niet evenzeer met 12
pet. belasten. De Minister heeft blijkbaar
bij zich zelf geredeneerd „Indiej^ de
voorstanders van den vrijhandel dit eene
zonder te veel kabaal slikken, heb ik hen
te pakken. Ik of een ander protectionis
tisch gezind bewindsman kan dan wijzen
op een niet te ontkennen precedent."
Het desbetreffende voorstel zal niet al
leen den handel in deze artikelen ernstige
schade berokkenen, maar ook de be
drijfskosten van verschillende industrie
ën en neringdoenden verhoogen. Indien
de heer Colijn de verdenking wil ont
gaan, dat hij naar een middel wil uitzien,
om zonder stof op te jagen, een bescher
mend tarief door een kier binnen te
laten, moet hij jdeze iverhooging laten (ver
vallen. Op dit punt zullen allen, die niet
willen weten van een principieel verlaten
van onze beproefde vrijhandelspolitiek,
zich hebben schrap te zetten. In dat ge
val zal de Minister zijn te kwader uur
opgelaten proefballon wel weer opber
gen.
DE REGELING DER ZEEUWSCHE
IIULDEBETOOGI.NG.
Tegen gisterenavond had de technische
leider der op 6 Augustus alhier te
houden Zeeuwsche huldebetooging, de
heer A. Kloeke, de heeren, die zich
bereid hebben verklaard als orde-com
missaris op te treden bij die betooging,
tot een vergadering bijeen geroepen iu
de kleine zaal van het Schuttershof, wel
ke tyjeenkomst later werd voortgezet op
het terrein der huldebetooging, het Mo
lenwater.
Wij waren in de gelegenheid deze bij
eenkomst bij te wonen en zijn daardoor
in staat er een en ander van mede le
deelen, die ook onze lezers een beter
denkbeeld zal geven van het verloop der
betooging.
De betoogers zijn in verschillende
groepen verdeeld, die op verschillende
plaatsen der stad zullen verzamelen, voor
iedere groep is een hoofdleider aange
wezen, die door verschillende andere
heeren wordt ter zijde gestaan. De deel
nemers hebben allen een kaart thuis
gekregen, waarop slaat vermeld de ver
zamelplaats, waar allen zich zoo spoedig
mogelijk zullen moeten heen begeven.
Als op die verzamelplaatsen de groep
in rijen van vier is opgesteld, wordt ge
marcheerd naar het Molenwater, waar
dan reeds de 2000 zangers en zangeressen
aanwezig zullen zijn, die van het station
en andere plaatsen van aankomst ou-
middellijk naar het Molenwater gaan,
voor de repetitie der liederen.
Op hel Molenwater worden op 20 M.
afstand van de Koninklijke tribune mas
ten geplaatst, die geschenken zijn van
len."
„Uwe hoogheid, heelt u de ramen on
derzocht
„Ik begrijp u niet."
„Het ls ioch zeer eenvoudig. Zelfs als
u in een broeikas moet bljjven, is het
aan n om de ramen te openen en de
lucht in te ademenen, die u wenscht. Uw
gedachten zijn vrij en het zijn onze ge
dachten, die ons leven vormen."
Zij zuchtte.
„Mijnheer Greatson, zoo denkt en
spreekt men niet aan het hof.'
„Toch heeft u daartoe de gelegenheid.
Het karakter is een bloem, die overal
bloeit. Soms gedijt zij op plaatsen, waar
het nimmer verwacht zou worden Voor
spoed en zonneschijn zijn daarvoor niet
altijd wenschelijk. Dikwyls is de groei
hel krachtigst op sombere en verlaten
plekjes."
Wij gingen aan tafel. De Engelsche
gezant wendde zich tot Adelaide om haar
te geleiden.
„Ut dank u, mijnheer Greatson", zeide
zij met een glimlach, „ons onderhoud
was zeer aangenaam."
De aartshertogin sprak mij aan. Zij
scheen uit haar humeur te zijn.
„Mijnheer Greatson, Isobel zegt, dat zy
verlegen is dat is dwaas. Zij slaat
er op, om naast u aan tafel te zitten.
Het is wel vervelend, doch ik zal haar
vanavond haar zin geven."
Madame keek mij aan, alsof het mijn
verschillende lichamen, vereeuigiugen
enz. Achter deze masten worden de be
toogers in colonnes opgesteld In het
midden de zangvereenigingen en rechls
daarvan 8 colonnes. Gerekend vanaf de
gasfabriek zal men daar aantreffen <Je
colonne van Vlissingen, die van. het plat
teland van Walcheren, twee van Middel
burg, twee van Zuid-Bevelandtwee van
Schouwen en Tholen samen; dan de zan
gers en vervolgens twee colonnes van
Zeeuwsch Vlaanderen, twee van den Ned.
Olir. Vrouwenbond, Chr. Nat. Werkmans
bond. Patrimonium, Diaconessen; twee
van den Ned. Meisjesbond, Ohr. Jouge-
lingsver. op Geref. Grondslag; Zecuw-
schen Schietbond en de Geheelonthou
ders.
Als herauten de komst van de Ko
ninklijke familie zullen hebben aange
kondigd en de Hooge Gasten plaats heb
ben genomen, zal de muziek hel Wilhel
mus laten hooren, zullen de vaandels
gestreken worden, maar dan mag er nog
niet worden gezongen. Na dit eerbewijs
zullen de zangers en zangeressen teu ge-
hoore brengen „De Zeeuwen aan Oranje"
en daarna alle betoogers „De eed van
trouw" en twee coupletten van het Wil
helmus.
Hierna zal het défilé plaats hebben,
iedere colonne, voorafgegaan door een
muziekkorps, defileert langs de irihune
in de hierboven genoemde volgorde, tus-
schen de colonnes onderling zal een af
stand zijn van ongeveer 50 tot 60 Meter.
Zij, die bloemen willen aanbieden, ver
laten bij het passeeren van de tribune
rechls den stoel om deze hulde aan
H. M. le Brengen en voegen zich weer
achter hunne colonne, die over liet gras
veld rond de sloot weer naar haar oor
spronkelijke plaats marcheert. De dis
trictscommissarissen voor de lietooging
begeven zich dan naar de tribune en
plaatsen zich rechts van den trap. De
genen, die postduiven willen oplaten,
gaan links uit den stoet.
Het slot van de betooging zal zijn
hel zingen van twee coupletten van het
Zeeuwsch Volkslied door alle betoogers.
Als H. M. vertrokken is, marcheeren
de verschillende colonnes terug naar de
verzamelplaatsen, waar zij ontbonden
worden.
De ordecommissarissen zijn kenbaar
aan een breeden oranje band met roset
borden het den betoogers makkelijk zal
om den rechterarm, terwijl door groote
worden gemaakt hun plaats te vinden.
Indien ieder betooger medewerkt en,
de aanwijzingen der orde-commissarissen
opvolgt, mag op welslagen der betooging
worden gerekend.
De voorbereiding, wij konden er ons
gisteren van overtuigen, is uitstekend.
Uit Stad en Provincie.
Uit Walcheren.
Woensdag hield de raad van Se-
rooskerke een buitengewone verga
dering, op verzoek van vijf raadslede»,
en wel de heeren P. de Visser, Joh. Won-
dergem, Iz. de Buck, L. Oornelisse en
A. Melis. Daar er in afwijking van vorige
vergaderingen een talrijk publiek tegen
woordig was, lichtte de voorzitter het
doel dezer vergadering toe, n.l. bespre
king der bestraling van den Leeuwen-
damschen en gedeeltelijk Zoeteweg, waar
de heer J. Meijer verandering in
heeft willen brengen door den weg om te
leggen om al zoo aan zijn aangrenzend
perceel de doornhaag te kunnen laten
slaan, waaraan B. en W. ua overleg met
den prov. opzichter van Weijnsbergen,
hebben toegegeven, hoewel er m de
laatst gehouden vergadering besloten was
dat de doornhaag moest opgeruimd wor
den en de weg gelegd moest worden zoo
als Ged. Staten dit wenschen. Na dit
raadsbesluit was weth. Goedbloed met
voornoemden Meijer naar den heer van
Weijnsbergen gegaan, die er toen geen
bezwaar in zag, en meende dal Ged. Sta
ten den weg zouden goedkeuren, al bleef
de haag slaan, waarna B. en W. gelast
hebben dat de kautonnier met hel werk
kon voortgaan.
schuld was, dal haai' lafelregelmg in de
war gestuurd werd; dil was onbillijk.
Isobel kwam naar mij toe en nam mijn
arm.
„Als dit onze laatste avond moet zijn,
Arnold, zullen wij die zooveel mogelijk
te zamen doorbrengen", zeide zij zacht
jes. „Tante, morgen zal ik een zeer
plichtmatige en gedweeë nicht zijn."
Madame keek ons met een bijzondere
belangstelling na.
Het diner was, hoewel niet officieel,
schitterend. Aan de tafel zaten achttien
personen. De kardinaal, wiens scharla
ken kleeding in deze omgeving vreemd
aandeed, zat aan de rechterhand der
aartshertogin. Door de verschillende
gasten werd een opgewekt gesprek ge
voerd, voornamelijk in de Fransche laai.
Isobel en ik droegen weinig tot de ge
zelligheid bij. Zij beantwoordde de toe
nadering van haar rechterbuurman
slechts met een enkel woord Lady De-
lahaye, aan mijn linkerzijde, liet mij
bescheiden met rust. Isobel was zenuw
achtig. Haar uiterlijke kalmte kon zij
slechts met de grootsle moeite bewaren.
De aartshertogin was in voortdurend
gesprek met den kardinaal en den prins
Von Cleve, doch verloor ons geen
oogenblik uit het oog. Haar belangstel
ling in hun woorden was geheel opper
vlakkig, omdat zij geheel opging in haar
aandacht voor ons beiden De oorzaak
daarvan was mij niet duidelijk.
Do heer P. de Visser zei dat hel hein
spijt dat deze kwestie is voorgevallen.
In zijn twintigjarige loopbaan als raads
lid en wethouder zijn dergelijke dingen
niel voorgekomen en is er steeds een
joede samenwerking geweest tusschen
B. en W. en den raad, hij wil trachljen
deze zaak te bespreken zoodat de harts
tochten in bedwang zullen gehouden wor
den. Wanneer B. en W. een andere, ziehs-
wijze hadden gekregen, hadden zij eerst
den raad bijeen moeten doen komen om
daarover le beslissen Welh. Goedbloed
is met Meijer naar v. Weijnsbergen ge
gaan en na 't gesprek dat daar is ge
voerd, naar den burgemeester, en die
heeft op zijn advies den voortgang met
de bestrating gelast.
Wetli. Goedbloed zegt dal hij niet me
ten wil met twee maten; als bij Tavenier
de haag mag blijven slaan, dan mag
dit bij Meijer ook.
De heer de Visser zegt dal hij ook
Tavenier permissie heeft gegeven om de
haag en zijn suikerbieten te talen staan.
Weth. Goedbloed zegt dal hij niet ge
looft dat de deskundige, de kanlonnier
Geldof, gezegd heeft dat het schadelijk
voor den weg is als die haag blijft staan
wDe heer Oornelisse zegt dat hij hem
dil gezegd heeft in bijzijn van den heer
Wondergem, die zulks bevestigt
De heer A. Melis zegt dat het hem be
gint te vervelen dal de besluiten van den
raad niet of gewijzigd worden uitge
voerd, ook met de prijzen die betaald
worden voor het leggen van de wegen
is hel niet in orde; dil heeft hij op
gemerkt in de rekening van den Rijks-
buurtweg. En nu schijnt er weer niet
volgens raadsbesluit gehandeld te zijn
Weth. Goedbloed zegt dat er nooit
sprake is geweest van 32 cent per M-s»
wei van 28 cent.
De secretaris leest de begrootingsbrief
voor van Geldof. De heer Melis zegt dat
de notulen van 19 Mei daar meer licht
over zullen geven. Die worden nagezien
en daar blijkt wel uit dat met de voor
waarden die Geldof er bij moest nemen,
de prijs 32 cent per M.2 was.
De heer Iz. de Buck zegt dat de voor
schriften van Ged. Staten niet worden
uitgevoerd. De heer v. Weijnsbergen is
eenzijdig ingelicht, anders zou hij dien
brief niet geschreven hebben.
De heer Melis vraagt wat v. Weijns
bergen als ambtenaar er mede heeft te
maken. De raadsbesluiten en de voor
schriften van Ged. Staten moeten wor
den uitgevoerd.
Weth. Allaart zegt er voor te zullen
stemmen dat Meijer de haag direct op
moet runnen.
De heer Wondergem zegt dat er voor
waarden aan dezen te leggen weg zijn
verbonden en die moeten nageleefd wor
den. Meijer heeft eerst alles goedge
keurd wat door Ged. Stalen en den raad
is besloten en nu zal hij den weg willen
veranderen. De heer de Visser wijst ook
nog op '1 gevaar voor het verkeer.
De discussie wordt zoo druk, dat de
voorzitter die sluit en voorstelt de haag
te doen opruimen, wat met toestemming
van den raad zal worden uitgevoerd. -
Nu doet de voorzitter de rondvraag,
waarbij de heer P. de Visser het woord
verlangt. De heer de Visser zegt dat de
raad het vertrouwen van B. en W. kwijt
is, eigenlijk van de wethouders, hij ge
looft dat Weth. Allaart eerlijk in deze
zaak handelt, maar dat hij weth. Goed
bloed in zijn voortvarendheid volgt, dit
vindt Bij jammer.
Uit Tholen.
In de vergadering van den gemeen
teraad van St. Maartensdijk werd
vastgesteld een rooilijn aan den Veerweg
op ten minste 6 M. uit de aslijn van den
weg in rechte richting.
De Instructie voor den Keuringsvce-
arts hoofd van dienst wordt aangevuld
met een artikel houdende vaststelling
van wedde.
De raad behoudt zich evenwel de
vrijheid voor de instructie zoo noodig le
wijzigingen. De wedde wordt voor 1924—
1925 op een gelijk bedrag gesteld als
thans geldt.
De vestigingstoelage aan den te Scher-
De sigaretten waren reeds aangebo
den, voordat de aartshertogin opstond
en aan de dames verzocht haar te
volgen.
„Ga met mij in de andere kamer",
fluisterde Isobel mij toe.
Ik gehoorzaamde. De aartshertogin
scheen ons opzettelijk alleen te willen
laten. Wij zetten ons in een rustig hoek
je en toen ik de tranen in Isobel's
oogen zag, begreep ik, dat mijn beproe-
vingstijd nog niet voorhij was.
„Arnold, is er je veel aan gelegen,
of ik gelukkig ben of niet. Je hebt zoo
veel voor mij gedaan, dat ik je niet
onverschillig kan zijn.
„Kun je daaraan twijfelen, Isobel?"
„Dal Üoe ik ook niet. Dit soort van
leven zal mij nimmer bekoren Ik ver
trouw mijn tante niet. Toe, laat ons dit
alles opgeven, neem mij mede terug
naar Londen. Het lijkt mij of ik in een
gevangenis ga
„Beste Isobel, je moet bedenken, om
welke redenen wij het wenschelijk oor-
Ileeleu, dat je naar je familie terug
keerde."
„O, dat weet ik. Toch heeft zelfs
monsieur Feurgères tot het laatste
oogenblik geaarzeld Hel kan nimmer
mijn moeder's wensch geweest zijn om
mij ongelukkig te zien."
(Wordt vervolgd.)