8 li VOEGSEL VAN DE VAN Vrijdag 1 Aug. 1924, No. 180. BINNENLAND. HET INFORMATIE-BUREAU VAN HET NED. KOODE KRUIS. Vandaag, 1 Augs. is liet tien jaar ge leden dat genoemd bureau geopend werd. Naar aanleiding daarvan is verschenen een herinneringsboek, waarin Th. H. L. LecLercq, kolonel-directeur een uitvoe rig verslag geeft over de werkzaamhe den van dat bureau in verband met den grooten oorlog. Reeds in '21 werd er een korte samenvatting van uitgegeven, maar nu is dat werk uitgebreid met tal van andere gegevens. De schrijver, vertelt eerst hoe het in de oorlogen van I860 en 1870 ge- voelde gemis aan een inlichtingsdienst omtrent gewonden en krijgsgevangenen heeft geleid tot besprekingen, die echtér pas bij de eerste Haagsche vredescon ferentie in 1899 een blijvend, resultaat ten gevolge hadden in den vorm van eenige artikelen in de reglementén voor de wetten en gebruiken in den oorlog. Op grond van die bepalingen was hier te lande een regeling getroffen door het Roode Kruis, en toen 1 Augs, het Infor- taiatie-bureau in werking moest treden, was het onmiddellijk in staat zijn taak in vollen omvang te aanvaarden. Hel heeft zich in de oorlogsjaren in het bijzonder moeten bezighouden met de in. ons land geïnterneerde buitenland- sche militairen. En dil boek nu geeft uit voerig aan, welke zijn bemoeiingen daar in zijn geweest, en hoe het werkte, j(met de vele moeilijkheden die het had te overwinnen bij liet onleesbaar wor den der celluloid-identiteitsplaatjes, en bij het foutief spellen van de opgegeven namen). Daardoor krijgt de lezer tevens eenig inzicht in de interneering, die ih die oorlogsjaren zoo'n grooten omvang in ons land heeft gekregen. Uitvoerige tabellen lichten deze mee- deelingen toe. De schrijver zegt aan het slot dat de vraag of de door het bureau verrichte arbeid nuttig is geweest, zonder aanma tiging zeker bevestigd mag worden be antwoord. Als verbindingsteeken tus- schen de oorlogvoerende mogendheden, was het in de mogelijkheid behulpzaam te zijn, niet alleen in het opsporen en verstrekken van inlichtingen over slacht offers van den krijg, maar kon het ook velen van dienst zijn in het doorzenden van correspondentie en in 't bevorderen van postzendingen naar krijgsgevangenen, verspreid over de heele wereld. UIT DE PERS. Toestanden bij de P o s t e r ij e n Een inzender in het „Vaderland" ves- ligd de aandacht op eenige feiten, die naast de salariskwestie een nadeel igen hebben op de stemming onder de ambte naren. De heer König is als directeur-genr. afgetreden en in zijn plaats is geheel op tijdelijken voet benoemd de vroegere hoofdinspecteur de heer Nolting, de bei de andere hoofdinspecteurs gingen of gaan eerstdaags heen, zonder dat daar voor andere ambtenaren zijn aangewe zen. En dal in een iijd, dat in tal van he FEUILLETON. HET PLIGII1 ïifl K 118 UTill. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch, van E. PHILIPS-OPPENHEIM, door Mevrouw v. d. W. o 42). HOOFDSTUK VIII. i>Dd is dus," zeide prins von Cleve, terwijl hij zijn monocle in het oog zette, „de jonge dame, wier romantische ge schiedenis u mij heeft verteld? Maar, mijn lieve madame, zij is bekoorlijk t" Madame strekte haar handen vriende lijk naar Isobel uit, die met haar nicht was binnengekomen en kuste haar op beide wangen. Toen nam zij haar bij de hand en stelde haar voor aan Ren prins von Cleve en de andere gasten. Zij was in diepe rouw en droeg een zwart fluweelen lint om de hals. „Mijn lief kind," zeide haar tante. Je toilet is niet vleiend voor ons. Wil moet je kleur zijn voor de eerste jaren." ïsobel sloeg haar oogen op. Zij sprak oven rustig als gewoonlijk. „Tante, u vergeet dat ik rouw over mijn stiefvader, monsieur Feurgères, die zoo goed voor my is geweest," Het gezelschaj) hoorde haar opmerking met gepaste stilte aan. Op niemands ge laat was iets te lezen, fsobel's woorden langrijke zaken e«n beslissing moet wor den genomen; de girodienst moet worden gereorganiseerd, over de fli/2 millioen aan machines moet worden beslist, vele amb tenaren moeten afvloeien en er moet worden overwogen wie de plaats zal innemen van de- vertrekkende ambte naren. Het is eenvoudig onverklaarbaar, dat de Regeering niet in de eerste plaals overgaat tot benoeming van een nieuwen Directeur-Generaal, opdat deze man, die leiding zal hebben te geven aan dit be langrijk staatsbedrijf, zijn oordeel kan uitspreken over al deze gewichtige aan gelegenheden. De Minister schijnt echter te willen varen op het kompas van zijn besten in specteur, met voorbijgaan van de ad viezen der hoofd-ambtenaren, op wier oordeel weinig acht wordt geslagen of wier adviezen niet worden gevraagd. Of op deze wijze de postschuit in de veilige ha'vèh zal aanlanden is nog een open vraag. In ieder geval wordt hierdoor een geest van ontevredenheid en onverschil ligheid gekweekt, welke ernstige gevolgen kan hebben. Hel postgebouw, dal vroeger algemeen werd geprezen, wordt thans van alle kanten afgebroken, nu hier dan (laar worden binten weggenomen, omdat men daardoor een bezuiniging hoopt te ver krijgen, maar men zij in dezen toch voor zichtig, opdat het geheele gebouw niet in gevaar wordt gebracht. Men stelle toch spoedig een flinken architect aan, die behoorlijk toezicht op de verbouwing kan houden. Het gedeeltelijk afbreken van een huis moet onder behoorlijke leiding plaats hebben. De ambtenaren met de uitvoering van den actieven dienst belast, zien al die veranderingen met groole bezorgdheid aan. zij werden in deze niet gekend, maar krijgen alles van hooger hand voorgeschreven. Is het wonder, dat zij zich langzamerhand voor den goeden gang niet meer verantwoord kunnen voe len? Achter de schermen worden allerlei regelingen in elkaar gezet en de ambte naren gaan 's inorgens met looden schoe nen naar hun bureel, niet wetende welke teleurstellipg hun daar weer staal te wachten. En wie draagt nu voor dil alles de verantwoordelijkheid? De Minister? Bij de behandeling van de giro-débacle in fle Tweede Kamer is wel gebleken, dat Z. E. van een en ander niet al te best .op de hoogte was. Volgens Verklaring van den Minister ,op 25 Januari j.l. zou de giro dienst vermoedelijk over pl.m. 2 weken weer worden geopend, terwijl onlangs in de dagbladen werd medegedeeld, dat dit in geen geval voor 16 Nov. a.s. zou plaats hebben. Op welke wijze kan aan dezen toe stand een einde komen? Naar o.b.w. alleen door zoo spoedig mogelijk een krachtige persoonlijkheid te benoemen tot Directeur-Generaal. Eerst dan kan worden verwacht dat het onderling ver trouwen onder de ambtenaren wordt hersteld en de uitvoering van den dienst weei' geschiedt als Weleer. Prof. Treub over de nieuwe tariefwet. Prof. Treub begint in „Economiscli- Statislische Berichten" een beschouwing over de nieuwe tariefwet. Hij stelt voor op, dat hel ontwerp van minister Colijn zich gunstig onderscheidt van de voor stellen tol tarief herziening van vroegere rechtsche kabinetten. Het beoogt niet, een principieele verandering te brengen in onze handelspolitiek. Een positief oor deel over de vraag, of het louter fiscaal karakter van ons tarief niet wordt aan getast door de verhooging der rechten vah 5 toft 8 ipct'. is in het algemeen moei lijk te geven. Het hangt geheel af van den aard der verschillende goefleren en van hel 'verschil in omstandigheden, waaronder de Nederlandsclie industrie in een bepaalden bedrijfstak in vergelijking met de buitenlandsche 'iconcurrenten werkt. Evenwel is het verschil bij een aantal goederen niet 3, maar 8 pet., op zoo kalme en waardige wijze gespro ken. waren de voorbode van haar toe komstige houding tegenover haar tante. Eenige oogenblikken later pracht Iso bel haar nicht bij my. „Adelaide is verlangend om opnieuw met je kennis te maken. Arnold", zeide zij op kalmen toon. Onmiddellijk daar pa werd Isobel doör haar tante weg geroepen, om aan een nieuwen gast te worden voorgesteld. „Mijnheer Greatson" zeide Adelaide ernstig, „ik kan u niet zeggen, hoe ge lukkig ik ben, dal alle onaangenaamhe den voorbij zijn en dat Isobel nu bij ons komt. Toch geloof ik, dal het hard voor haar is. Moeder is wel heel wreed." „Uwe hoogheid, uw moeder was er wel toe verplicht. Een andere oplossing was niet mogelijk." „U gaat dus niet mede nar Illghera? U komt ons (och bezoeken?" „Ik schudde het hoofd. „Ik behoor tot de. groote familie der kunstenaars, die niets bezitten. Wat moet ik aan het hof doen?" „Ja, wat?" antwoordde zij. ,,U behoort tol een grootere wereld „Zoo iets beslaat niet. Wij maken onze eigen wereld, klein of groot!" „Voor velen is dat moeilijk. Als men leefl in een broeikas van conventies en de deuren worden goed gesloten gehou den, verstikt men zoo gemakkelijk en het is zeer moeilijk daarin adem te ha doordien eenige artikelen, die thans vrij kunnen binnenkomen, volgens het onl- werp met 8 pet. zullen worden belast. Bovendien worden voor tal van artikelen hoogere rechten voorgesteld. Het schijnt prof. Treub niet twijfel achtig, dat er onder deze nieuwe recli- -ten zijn, die beschermend zullen wer ken voor bepaalde industrieën, en die voor den (handel belemmerend zullen zijn. Te dien aanzien legt ook prof. Treub voornamelijk de hand op het voorstel, automobielen en motorrijwielen, alsmede chassis, carrosserieën en andere onder deden van auto's te belasten met een recht van 12 pet. der waarde. Hij wijst er ook zijnerzijds op, dat auto's volstrekt niet uitsluitend (voor luxedoeleinden dienen (taxis, autobussen) en dat dil voor vrachtauto's in het geheel niet opgaat. Dit tariefnummer is dan ook een der zwakste plekken, zoo niet hel zwakste, -*vpn liet geheele voorstel. Prof. Treub schrijft, dat als hij zich niet bedriegt, men dit tariefnummer mei een ballon d'essai heeft te doen. De heer Colijn is een veel te verstandig man* dan dat hij niet zelf zou hebben ingezien, dal zijn toelichting bij dit punt geen criftek kan verdragen. Het wordt alleen verde digd met het oog op de bate voor de schatkist. Waarom zou men dan echter een aantal andere artikelen, wier invoer van beteekenis is, niet evenzeer met 12 pet. belasten. De Minister heeft blijkbaar bij zich zelf geredeneerd „Indiej^ de voorstanders van den vrijhandel dit eene zonder te veel kabaal slikken, heb ik hen te pakken. Ik of een ander protectionis tisch gezind bewindsman kan dan wijzen op een niet te ontkennen precedent." Het desbetreffende voorstel zal niet al leen den handel in deze artikelen ernstige schade berokkenen, maar ook de be drijfskosten van verschillende industrie ën en neringdoenden verhoogen. Indien de heer Colijn de verdenking wil ont gaan, dat hij naar een middel wil uitzien, om zonder stof op te jagen, een bescher mend tarief door een kier binnen te laten, moet hij jdeze iverhooging laten (ver vallen. Op dit punt zullen allen, die niet willen weten van een principieel verlaten van onze beproefde vrijhandelspolitiek, zich hebben schrap te zetten. In dat ge val zal de Minister zijn te kwader uur opgelaten proefballon wel weer opber gen. DE REGELING DER ZEEUWSCHE IIULDEBETOOGI.NG. Tegen gisterenavond had de technische leider der op 6 Augustus alhier te houden Zeeuwsche huldebetooging, de heer A. Kloeke, de heeren, die zich bereid hebben verklaard als orde-com missaris op te treden bij die betooging, tot een vergadering bijeen geroepen iu de kleine zaal van het Schuttershof, wel ke tyjeenkomst later werd voortgezet op het terrein der huldebetooging, het Mo lenwater. Wij waren in de gelegenheid deze bij eenkomst bij te wonen en zijn daardoor in staat er een en ander van mede le deelen, die ook onze lezers een beter denkbeeld zal geven van het verloop der betooging. De betoogers zijn in verschillende groepen verdeeld, die op verschillende plaatsen der stad zullen verzamelen, voor iedere groep is een hoofdleider aange wezen, die door verschillende andere heeren wordt ter zijde gestaan. De deel nemers hebben allen een kaart thuis gekregen, waarop slaat vermeld de ver zamelplaats, waar allen zich zoo spoedig mogelijk zullen moeten heen begeven. Als op die verzamelplaatsen de groep in rijen van vier is opgesteld, wordt ge marcheerd naar het Molenwater, waar dan reeds de 2000 zangers en zangeressen aanwezig zullen zijn, die van het station en andere plaatsen van aankomst ou- middellijk naar het Molenwater gaan, voor de repetitie der liederen. Op hel Molenwater worden op 20 M. afstand van de Koninklijke tribune mas ten geplaatst, die geschenken zijn van len." „Uwe hoogheid, heelt u de ramen on derzocht „Ik begrijp u niet." „Het ls ioch zeer eenvoudig. Zelfs als u in een broeikas moet bljjven, is het aan n om de ramen te openen en de lucht in te ademenen, die u wenscht. Uw gedachten zijn vrij en het zijn onze ge dachten, die ons leven vormen." Zij zuchtte. „Mijnheer Greatson, zoo denkt en spreekt men niet aan het hof.' „Toch heeft u daartoe de gelegenheid. Het karakter is een bloem, die overal bloeit. Soms gedijt zij op plaatsen, waar het nimmer verwacht zou worden Voor spoed en zonneschijn zijn daarvoor niet altijd wenschelijk. Dikwyls is de groei hel krachtigst op sombere en verlaten plekjes." Wij gingen aan tafel. De Engelsche gezant wendde zich tot Adelaide om haar te geleiden. „Ut dank u, mijnheer Greatson", zeide zij met een glimlach, „ons onderhoud was zeer aangenaam." De aartshertogin sprak mij aan. Zij scheen uit haar humeur te zijn. „Mijnheer Greatson, Isobel zegt, dat zy verlegen is dat is dwaas. Zij slaat er op, om naast u aan tafel te zitten. Het is wel vervelend, doch ik zal haar vanavond haar zin geven." Madame keek mij aan, alsof het mijn verschillende lichamen, vereeuigiugen enz. Achter deze masten worden de be toogers in colonnes opgesteld In het midden de zangvereenigingen en rechls daarvan 8 colonnes. Gerekend vanaf de gasfabriek zal men daar aantreffen <Je colonne van Vlissingen, die van. het plat teland van Walcheren, twee van Middel burg, twee van Zuid-Bevelandtwee van Schouwen en Tholen samen; dan de zan gers en vervolgens twee colonnes van Zeeuwsch Vlaanderen, twee van den Ned. Olir. Vrouwenbond, Chr. Nat. Werkmans bond. Patrimonium, Diaconessen; twee van den Ned. Meisjesbond, Ohr. Jouge- lingsver. op Geref. Grondslag; Zecuw- schen Schietbond en de Geheelonthou ders. Als herauten de komst van de Ko ninklijke familie zullen hebben aange kondigd en de Hooge Gasten plaats heb ben genomen, zal de muziek hel Wilhel mus laten hooren, zullen de vaandels gestreken worden, maar dan mag er nog niet worden gezongen. Na dit eerbewijs zullen de zangers en zangeressen teu ge- hoore brengen „De Zeeuwen aan Oranje" en daarna alle betoogers „De eed van trouw" en twee coupletten van het Wil helmus. Hierna zal het défilé plaats hebben, iedere colonne, voorafgegaan door een muziekkorps, defileert langs de irihune in de hierboven genoemde volgorde, tus- schen de colonnes onderling zal een af stand zijn van ongeveer 50 tot 60 Meter. Zij, die bloemen willen aanbieden, ver laten bij het passeeren van de tribune rechls den stoel om deze hulde aan H. M. le Brengen en voegen zich weer achter hunne colonne, die over liet gras veld rond de sloot weer naar haar oor spronkelijke plaats marcheert. De dis trictscommissarissen voor de lietooging begeven zich dan naar de tribune en plaatsen zich rechts van den trap. De genen, die postduiven willen oplaten, gaan links uit den stoet. Het slot van de betooging zal zijn hel zingen van twee coupletten van het Zeeuwsch Volkslied door alle betoogers. Als H. M. vertrokken is, marcheeren de verschillende colonnes terug naar de verzamelplaatsen, waar zij ontbonden worden. De ordecommissarissen zijn kenbaar aan een breeden oranje band met roset borden het den betoogers makkelijk zal om den rechterarm, terwijl door groote worden gemaakt hun plaats te vinden. Indien ieder betooger medewerkt en, de aanwijzingen der orde-commissarissen opvolgt, mag op welslagen der betooging worden gerekend. De voorbereiding, wij konden er ons gisteren van overtuigen, is uitstekend. Uit Stad en Provincie. Uit Walcheren. Woensdag hield de raad van Se- rooskerke een buitengewone verga dering, op verzoek van vijf raadslede», en wel de heeren P. de Visser, Joh. Won- dergem, Iz. de Buck, L. Oornelisse en A. Melis. Daar er in afwijking van vorige vergaderingen een talrijk publiek tegen woordig was, lichtte de voorzitter het doel dezer vergadering toe, n.l. bespre king der bestraling van den Leeuwen- damschen en gedeeltelijk Zoeteweg, waar de heer J. Meijer verandering in heeft willen brengen door den weg om te leggen om al zoo aan zijn aangrenzend perceel de doornhaag te kunnen laten slaan, waaraan B. en W. ua overleg met den prov. opzichter van Weijnsbergen, hebben toegegeven, hoewel er m de laatst gehouden vergadering besloten was dat de doornhaag moest opgeruimd wor den en de weg gelegd moest worden zoo als Ged. Staten dit wenschen. Na dit raadsbesluit was weth. Goedbloed met voornoemden Meijer naar den heer van Weijnsbergen gegaan, die er toen geen bezwaar in zag, en meende dal Ged. Sta ten den weg zouden goedkeuren, al bleef de haag slaan, waarna B. en W. gelast hebben dat de kautonnier met hel werk kon voortgaan. schuld was, dal haai' lafelregelmg in de war gestuurd werd; dil was onbillijk. Isobel kwam naar mij toe en nam mijn arm. „Als dit onze laatste avond moet zijn, Arnold, zullen wij die zooveel mogelijk te zamen doorbrengen", zeide zij zacht jes. „Tante, morgen zal ik een zeer plichtmatige en gedweeë nicht zijn." Madame keek ons met een bijzondere belangstelling na. Het diner was, hoewel niet officieel, schitterend. Aan de tafel zaten achttien personen. De kardinaal, wiens scharla ken kleeding in deze omgeving vreemd aandeed, zat aan de rechterhand der aartshertogin. Door de verschillende gasten werd een opgewekt gesprek ge voerd, voornamelijk in de Fransche laai. Isobel en ik droegen weinig tot de ge zelligheid bij. Zij beantwoordde de toe nadering van haar rechterbuurman slechts met een enkel woord Lady De- lahaye, aan mijn linkerzijde, liet mij bescheiden met rust. Isobel was zenuw achtig. Haar uiterlijke kalmte kon zij slechts met de grootsle moeite bewaren. De aartshertogin was in voortdurend gesprek met den kardinaal en den prins Von Cleve, doch verloor ons geen oogenblik uit het oog. Haar belangstel ling in hun woorden was geheel opper vlakkig, omdat zij geheel opging in haar aandacht voor ons beiden De oorzaak daarvan was mij niet duidelijk. Do heer P. de Visser zei dat hel hein spijt dat deze kwestie is voorgevallen. In zijn twintigjarige loopbaan als raads lid en wethouder zijn dergelijke dingen niel voorgekomen en is er steeds een joede samenwerking geweest tusschen B. en W. en den raad, hij wil trachljen deze zaak te bespreken zoodat de harts tochten in bedwang zullen gehouden wor den. Wanneer B. en W. een andere, ziehs- wijze hadden gekregen, hadden zij eerst den raad bijeen moeten doen komen om daarover le beslissen Welh. Goedbloed is met Meijer naar v. Weijnsbergen ge gaan en na 't gesprek dat daar is ge voerd, naar den burgemeester, en die heeft op zijn advies den voortgang met de bestrating gelast. Wetli. Goedbloed zegt dal hij niet me ten wil met twee maten; als bij Tavenier de haag mag blijven slaan, dan mag dit bij Meijer ook. De heer de Visser zegt dal hij ook Tavenier permissie heeft gegeven om de haag en zijn suikerbieten te talen staan. Weth. Goedbloed zegt dal hij niet ge looft dat de deskundige, de kanlonnier Geldof, gezegd heeft dat het schadelijk voor den weg is als die haag blijft staan wDe heer Oornelisse zegt dat hij hem dil gezegd heeft in bijzijn van den heer Wondergem, die zulks bevestigt De heer A. Melis zegt dat het hem be gint te vervelen dal de besluiten van den raad niet of gewijzigd worden uitge voerd, ook met de prijzen die betaald worden voor het leggen van de wegen is hel niet in orde; dil heeft hij op gemerkt in de rekening van den Rijks- buurtweg. En nu schijnt er weer niet volgens raadsbesluit gehandeld te zijn Weth. Goedbloed zegt dat er nooit sprake is geweest van 32 cent per M-s» wei van 28 cent. De secretaris leest de begrootingsbrief voor van Geldof. De heer Melis zegt dat de notulen van 19 Mei daar meer licht over zullen geven. Die worden nagezien en daar blijkt wel uit dat met de voor waarden die Geldof er bij moest nemen, de prijs 32 cent per M.2 was. De heer Iz. de Buck zegt dat de voor schriften van Ged. Staten niet worden uitgevoerd. De heer v. Weijnsbergen is eenzijdig ingelicht, anders zou hij dien brief niet geschreven hebben. De heer Melis vraagt wat v. Weijns bergen als ambtenaar er mede heeft te maken. De raadsbesluiten en de voor schriften van Ged. Staten moeten wor den uitgevoerd. Weth. Allaart zegt er voor te zullen stemmen dat Meijer de haag direct op moet runnen. De heer Wondergem zegt dat er voor waarden aan dezen te leggen weg zijn verbonden en die moeten nageleefd wor den. Meijer heeft eerst alles goedge keurd wat door Ged. Stalen en den raad is besloten en nu zal hij den weg willen veranderen. De heer de Visser wijst ook nog op '1 gevaar voor het verkeer. De discussie wordt zoo druk, dat de voorzitter die sluit en voorstelt de haag te doen opruimen, wat met toestemming van den raad zal worden uitgevoerd. - Nu doet de voorzitter de rondvraag, waarbij de heer P. de Visser het woord verlangt. De heer de Visser zegt dat de raad het vertrouwen van B. en W. kwijt is, eigenlijk van de wethouders, hij ge looft dat Weth. Allaart eerlijk in deze zaak handelt, maar dat hij weth. Goed bloed in zijn voortvarendheid volgt, dit vindt Bij jammer. Uit Tholen. In de vergadering van den gemeen teraad van St. Maartensdijk werd vastgesteld een rooilijn aan den Veerweg op ten minste 6 M. uit de aslijn van den weg in rechte richting. De Instructie voor den Keuringsvce- arts hoofd van dienst wordt aangevuld met een artikel houdende vaststelling van wedde. De raad behoudt zich evenwel de vrijheid voor de instructie zoo noodig le wijzigingen. De wedde wordt voor 1924— 1925 op een gelijk bedrag gesteld als thans geldt. De vestigingstoelage aan den te Scher- De sigaretten waren reeds aangebo den, voordat de aartshertogin opstond en aan de dames verzocht haar te volgen. „Ga met mij in de andere kamer", fluisterde Isobel mij toe. Ik gehoorzaamde. De aartshertogin scheen ons opzettelijk alleen te willen laten. Wij zetten ons in een rustig hoek je en toen ik de tranen in Isobel's oogen zag, begreep ik, dat mijn beproe- vingstijd nog niet voorhij was. „Arnold, is er je veel aan gelegen, of ik gelukkig ben of niet. Je hebt zoo veel voor mij gedaan, dat ik je niet onverschillig kan zijn. „Kun je daaraan twijfelen, Isobel?" „Dal Üoe ik ook niet. Dit soort van leven zal mij nimmer bekoren Ik ver trouw mijn tante niet. Toe, laat ons dit alles opgeven, neem mij mede terug naar Londen. Het lijkt mij of ik in een gevangenis ga „Beste Isobel, je moet bedenken, om welke redenen wij het wenschelijk oor- Ileeleu, dat je naar je familie terug keerde." „O, dat weet ik. Toch heeft zelfs monsieur Feurgères tot het laatste oogenblik geaarzeld Hel kan nimmer mijn moeder's wensch geweest zijn om mij ongelukkig te zien." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 5