No. 17S Zaterdag 26 Juli 1924 MIDDEL 167e Jaargang CHE COURANT. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal; op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p. post {2.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- ■lngen f 2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Adverlentiên worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden Mededeelin- 4 e n 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: ran 17 regels f2.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij is aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk, Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. BINNENLAND. IN EN OM DE HOOFDSTAD. LXXXVII. x Groote Sladreclanie. Vlagvertoon, In de Britsche hoofdstad is in de afge- loopen week gehouden een belangrijke internationale conventie. Ik doel hier mede niet op de samenkomst van gewich tige diplomaten, die bezig zijn te pogen of zij uit den wereld-chaos nu werke lijk eindelijk orde zullen kunnen schep pen en die op het oogenblik, dat ik deze regelen schrijl', nog tot geen bevre digende eindresultaten zijn gekomen, maar op de conventie, die zich bezighield met besprekingen over het advertentie- en reclame-wezen van onzen tijd. Nederland was op dat congres al even' min achtergebleven als andere landen directeuren van dagbladen, houders van advertentiebureaux waren er heen ge gaan, evengoed als degenen, die er hun hoofdtaak van maken pakkende re clames te bedenken, die builen het dag- of weekblad de aandacht moeten trek ken en het is te hopen, dat >vooraï laatstgenoemden met veel nieuwe wijs heid naar hun land zijn teruggekeerd en vooral zullen geleerd hebben hoe zij het niet moeten doen. Want, in onzen reclame-makenden en op-de-groote-trom-slaandcn tijd, is de reclame-makerij buiten de kolommen van het dagblad, voor een groote stad al lereerst, een vraagstuk van beteekenis geworden, en voor dit Amsterdam zeker niet het minst. Wat wij op dit gebied hier te aanschouwen krijgen is werkelijk niet van dien aard, dat we er trotsch op behoeven te zijn en doet het zeker de vraag rijzen, „of al dat reclame-gedoe langs den openbaren weg wel noodzake lijk is en of niet degenen, die den volkc kond willen doen van hetgeen zij mee nen te moeten aanbevelen, zouden kun nen volstaan met de publiciteit in dag-, week- en maandbladen." Misschien wel, want als het anderen gaat als mij zelf, is menige reclame gemaakt in de Am- sterdamschc stralen en langs de Amsler- damsche gevels van dien aard, dal ik datgene, hetgeen mij zoo smakeloos wordt aanbevolen, reeds niet zou wen- schen te koopen, omdat „goede wijn" zeker niet dergelijke hel schoonheids gevoel hinderende „kransen" behoeft. Ga Amsterdam eens door en kijk rond. De ouderwetsche stadsaanplakborden, houten staketsels, waarop aangeplakt werd, zijn grootcndeels verdwenen en van gemeentewege zijn in de latere jaren op verschillende, plaatsen de reclame zuilen verrezen, waarin althans eenige „stijl" te vinden was. Als noodzakelijk kwaad zijn ze althans duldbaar, ook al valt over de schoonheid er van te twisten. Schoonheids-commissies zijn liier, en in tal van andere gemeenten, opgekomen, opgericht mei hel doel legen de ver- •Wording en verknoeiing van hel slads- schoon te waken, maar niemand zal kun nen beweren, dat zij nog voldoende aan dacht schenken aan de wijze, waarop al dan niet langs den openbaren weg re clame mag worden gemaakt zonder dal liet stadsschoon verknoeid wordt. Het is natuurlijk hoogst verleidelijk voor rijk en gemeente om de berooide financiën wat bij le kunnen spijkeren door geld te halen uit reclamemakerij. Wanneer het rijk vóór gaat in leelijk doen, door postwagens dienstbaar le maken aan de -aanprijzing vau een sigaret of welk ander artikel dan ook; wanneer de ruilen van de stedelijke tramwagens met allerlei aanprijzingen beplakt worden, is het niet verwonderlijk, dat particulieren zich ook niet bijster druk maken over de vraag of de reclames, die zij bedenken, wel bijdragen tot verhooging van het stads schoon, doch zich alleen afvragen zfil onze reclame profijt afwerpen 1 Hoe langer hoe meer is men de laat ste .jaren de trampalen voor redlame- makerij gaan gebruiken. De palen voor de electrische tramgeleidiugen verhoogen de schoonheid der stad niet erg, maar ze kunnen nu eenmaal hij hel moderne verkeerswezen niet worden gemist, aan gezien blijkbaar ae ondergrondsche stroomlevering voor trambeweging niet aanbevelenswaardig is gebleken, maar dit behoeft loch zeker geen reden le zijn, dat men die palen nóg leelijker is gaan maken door toe te laten, dat daar aan steeds meer, meerendeels afschuwe lijke lichtreclames worden aangebracht. Op den Dam en elders kan men om sommige palen een soort Ion-vorige re clames zien aangebracht, zelfs groote lichlwerpers heeft men eraan bevestigd. En daarmede is nog niet alles gezegd In navolging van andere groote steden in het buitenland zijn op tal van hooge gebouwen of aan de gevels er van reus achtige electrische letter-reclames aan gebracht èrg aardige verlooningen voor de kinderen, en groote menschen misschien, die kleurige lichtjes willen zien, doch in werkelijkheid, vooral over dag als de kleurige lichtjes niét schit teren, wanstaltigheden der straten. Angstvallig is men bioscoop-commis sies gaan oprichten, die zorg hebben te dragen, dat de menschelijke ziel, allereerst de jonge menschenziel, niet zal „vergiftigd" worden door den aard der verlooningen in de bioscoop-gebou- f- HM li l j S. SET Hi VAN DE II! UK Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch, van E. PHILEPS-OPPENHEIM, door Mevrouw v. d. W. o 40). „Ik moet doen, wal mijn moeder ge- wenscht zou hebben. 'Het is mij zoo moeilijk, vooral nu. Ik begeer niet om prinses te zijn. Ik hegeer geen rijkdom Monsieur Feurgères heeft mij geldelijk onafhankelijk gemaakt en dat was mijn eenig verlangen. Ik wil vrij zijn en mijn eigen leven leven vrij, zooals Allan en jij die schilderen en schrijven en denken, want ook ik zou mij zoo gaarne aan de kunst wijden. Maar hel schijnt wel, dat hel anders voor mij geschikt is door jou en monsieur Feurgères. Neen," zei- de zjj vlug, „val mij niet in de rede. Ik weet zeer goed, dat jij gelijk hebt. Ik ben bereid om te doen, wal monsieur Feur- gères denkt, dal mijn moeder's wensch was. Ik zal naar mijn grootvader gaan en indien hij dat wenscht, zal ik bij hem blijven, maar op één voorwaarde!" Zij draaide zich om en keek mij aan. Het was nu prinses Isobel die sprak. „Ik wil niet, dal men mijn moeder als een onbekende beschouwt of dat men over haar spreekt als een onwaardige Kven een hoogstverdiensfelijke maatre gel, zullen we maar toegeven, doch op hel feil, dal de -gevels dier gebouwen herhaaldelijk worden ontsierd door de allerleelijksle en meest onartistieke naar- binnen-lokkende reclames, schijnt geen kwaad le doen alsof daarmede liet schoonheidsgevoel bij honderden ook niet bedorven wordl. Inderdaad, er vall op dit gebied, nu er een gezonde nei ging bestaat om onze steden voor bewo ners en vreemdelingen steeds aanlokke lijker te maken, nog heel wat te doen en we mogen slechts hopen, dat de in- lernalionale bijeenkomst ooit. voor óns land eenige vrucht zal hebben afge worpen. Een goede reclame is de laalsle dagen gemaakt door de gastvrije wijze, waarop door de gemeenlebesluren van de drie grootste sleden des lands de officie ren en bemanningen der twee groote Amerikaansche oorlogsbodems, die ons land bezochleu, zijn ontvangen. Amster dam is evenmin als Rotterdam en Den Haag achtergebleven om dien vreem delingen een goeden indruk van ons land mede le geven naar hun vaderland. Een Ij veraar voor de vredesbeweging meende, loen ik met hem over dit Ame- rikaansch vlagvertoon sprak, dat deze ontvangst alweder een „verheerlijking ran hel militairisme was geweest." Als dergelijke bezoeken dan noodig waren, moesten de ianden daarvoor geen oor logsbodems gebruiken en de opvaren den daarvan als protest legen militai risme en militaire uniformen juist niet zoo bewierookt worden." Wanneer zijn ideaal vernietiging van alle militaire macht te land en ter zee erwezenlijkt zal zijn, zal vlagvertoon mei de bedoeling van aankweeking der vriendschap tusschen de natiën door oor logsschepen vanzelf vervallen, doch zoo lang üat hooge ideaal niet is bereikt, mogen we ons toch reeds verheugen over dergelijke bezoeken als die van deze Amerikaansche boderas. liet toeval wilde, dal ik op den avond van den dag, dal officiereu en adel borsten le Scheveningen werden ont vangen, eenigen lijd gelegenheid had hun indrukken ie hooren over hun be zoek aan ons land. Allen waren er op getogen over. Zij roemden de allerhar telijkste ontvangst in onze steden en ga ven de verzekering, dat zij, straks in Amerika teruggekeerd, daarvan hoog zou den opgeven en hun landgenooten aan moedigen geen gelegenheid te laten voorbijgaan om I-Iollsnd le bezoeken. Bij de meeslen had het bezoek aan Am sterdam en Alkmaar den meesten in druk gemaakt, omdat zij daar bet meest den indruk van „typisch Hol land" had den gekregen, maar natuurlijk, die ver klaring verkleinde niet hun erkentelijk heid voor de ontvangst le Rotterdam en Den Haag. De meest overtuigde paci fisten mogen dan al dergelijk vlagver toon afkeuren, zelfs zij zullen niel kun nen ontkennen, dal het gevolg ervan is geweest een uitnemende reclame van ons land in Amerika, nuttiger misschien dan voor duizenden guldens reclame-boekjes, en wal dies meer zij, en dan een Wem- bley-conventie. SINI SANA. die haren stand en haar verplichtingen vergal. Ik ben Irotscli op mijn moeders moed, ik heb achting voor de liefde, die zijn leven zoo mooi maakte, nadat zij was heengegaan. Jij zult mij wel begrijpen, Arnold, maar zullen de anderen dat ook Zij moeten lief voor mij zijn oi' anders blijf ik niel." Ik keek haar verbaasd aan en het kwam mij zoo vreemd voor, dat hel kind dat ik op dien mooien_ lentemorgen in huis had gehaald, onder ons dak zich had gevormd tot een vrouw met een goed oordeel en een flinlc karakter. liet zaad voor deze kiemen moet er geweest zijn. Wat weel men loch weinig van hen, die men denkt te kennen. „Je komt in een wereld, Isobel, vol met conventies en vooroordeelen. Wat jou en mij gewoon lijkt, wordt in die reld door een anderen bril bekek Toch moet jij omvangen worden als de dochter van je moeder en niet als een kleinkind van den koning." Zij knikte toestemmend. Zij leunde over de tafel en keek mij diep in de oogen. Arnold, zul je me missen" Ik sloeg mijn oogen neer, want ik dorst haar niet aan te kijken. „Wij zullen je allen missen. Zonder jou is ons leven niet meer lietzelfdé. Jij hebt het zoo mooi gemaakt en je heengaan uit ons midden zal moeilijk te dragen zijn. Wij zullen afleiding trach TE LAAT. Men meldt ons het volgende Ier plant ing. De oudervinding is de beste leer meesteres. Dat erkennen steeds meer menschen ten le vinden in ons werk". En op tuch tigen toon vervolgde ik. „Allan zal zijn groot schilderstuk afmaken, Arthur ,zal een nieuwen motor uitvinden en fortuin maken en ik zal mijn onsterfelijken ro man schrijven.'' „De roman, dien je mij niet wildet voorlezen Voorlezen! hoe kon ik dat, als tus- schen de regels door mij eigen leven en lijden te lezen was. Welk eén strijd had ik niet moeten voeren, om mijn ge heim le verzwijgen voor haar, voor wie die strijd een raadsel moet geweest zijn. „Misschien die roman," antwoordde ik op tuchtigen toon, „of een aqder. Wie zal dal zeggen?" „Waarom wilde je mij dien roman niet voorlezen Arnold?" „Vraag mij dat niel fsobel. Ik kan daarop moeilijk een antwoord geven." „Indien je dien roman hier had —1" „Indien ik hem hier had, zou je hem mogen lezen." „Arnold, je bent mij nog dikwijls een raadsel. Je houdt mij op een afstand, als of er tusschen ons een muur moet blij ven, alsof het voor jou nooit mogelijk kan zijn mijn wereld binnen te gaan of voor mij om jou wereld te naderen. Ik weet, dat jc verstandiger bent dan ik, maar ik kan nog zoo zooveel leeren. Ik heb al zoo veel geleerd. Moeten wij altijd op een afstand blijven?" „Beste Isobel, je vergeet, dat ik bijna M A N U F A G T U R E 1ST Fa. H. L. NENDRiKSE, U ravenstraat, j' _l Koopt U ook bij dit adres Zoo niet, probeert het dan eens met een kleinigheid. Ziet de etalages en U staat verbaasd over de ongekend Sage prijzen. (Ib£oz. Med.) verplichte ver-1 den Raad van Beroep le 's llerlogdn- :1 zij, die zeil'bosch wordt bevestigd, en de ook ten opzichte van de zekering. Immers, zoowel zij, die zeil''bosch wordt bevestigd, en de gemeente ouderdoms- of invalidileitsrenle trekken,1 wordt vrijgesteld van dc premiebetaling, als zij die als weduwe of wees rente ge-'Er is dus andermaal door den Onlralen nieten, ondervinden aan den lijve, dat'Raad van Beroep uitgemaakt, dat een zilveren zaad gouden vrucht opbrengt.gemeente geen premie ingevolge de In- Toch schijnt een woord van waarschu- validileitswet behoefl le betalen, wan- wing op zijn plaats. In den laatsten tijd toch is door den Genlralen Raad van Beroep in verschei dene gevallen beslist, dat op invaliditeils- rente geen recht nog bestond omdat een gedeelte der noodige zegels was betaald nadat de geldigheidsduur van dc ren- tekaarl wa s verstreken. Veelal betrof dit menschen, die door familie, diaconie of armbestuur aan de zegelgelden waren geholpen, doch een weinig te laat. Wel kou in deze geval len de waarde der te laat geplakte zegels worden teruggekregen of gebruikt om nieuwe zegels te plakken op een loopen- dc kaart, doch de begeerde rente ging eerst zooveel later in. Men kan het betreuren, dal de Rijks verzekeringsbank en de Centrale Raad neer hel zuivere werkverschaffing be treft. Naar aanleiding van deze uitspraak wenscht de heer Bolier den voorzitter geluk mei hel succes, hetwelk deze met betrekking lot deze aangelegenheid heeft behaald. Op de voordracht voor zetters (van de aftredenden J. O. Bolier en Malth. de Koning meldde dc laatste niet meer voor een herbenoeming in aanmerking te wil len komen) werd de volgende voordracht opgemaakt. Vacature Bolier 1 J. C. Bo lier; 2. Mach. Krijger; vacature dc Ko ning I J. de Visser,- 2, Mars. de Koning. Goedgekeurd wordt vorder liet besluit van B. en W. waarbij aan eiken brand weerplicht ige die tegenwoordig is ge weest bij don brand op 16 Juni. een be looning is toegekend van f2. De voor- xoomng is Luugtiuc-uvi va.u i - uv iwi- van Beroep niet zulk 'n ruim standpunt j zit Ier deelt nog mede dal van de Brussel- iimameu als dc Raad van Arbeid, er is Sche Brandweermaatschappij 1' 25 vergoe- maar één middel om dergelijke teleur stelling te voorkomen en dat is het plakken van de zegels op tijd. Uit Stad en Provincie. Uit Schouwe n-D uiveland. In de Dinsdag gehouden vergade ring van den gemeenteraad van Bru i- n i s s e werd naar aanleiding van een schrijven van Ged. Stalen de legesveror- dening zoodanig gewijzigd dat voortaan 20 pet. van de daarvoor verschuldigde rech,- ten, met uitzondering van hel zegelrecht geheven zal worden. Van den Oentralen Raad van Beroep le Utrecht was de uitspraak ontvangen in zake het geding tusschen de gemeente en den Raad van Arbeid te Goes betref fende het betalen van premie ingevolge de Invaliditeitswet voor de werkverschaf fing uitgevoerd in het voorjaar van 1923. Do uitspraak luidt, dat de beslissing van ding is ontvangen voor de door het per soneel bewezen dienslen. Tevens is ge raagd aan de assuranlicmaatschppij „de Nederlanden van 1845" of zij ook bereid is een vergoeding te geven, doch lot heden is daarop geen anlwoord ontvan gen. Aan dc orde is liet benoemen van een weger San de gemeenteweegbrug. Solli citanten daarvoor zijn W. Jumelet Slz. en Mach. 'Krijger. Eerstgenoemde wordt met 4 stemmen benoemd; de tweede verkrijgt stemmen. Tot leden der commissie belast met het nazien van de gcmeeenlerekcning en. die van hel Burgerlijk Armbestuur, wor den benoemd de lieeren Wemmers, de Koning en dc Waal. De voorzitter deelt mede dat de bestra ling van de -Steinstraat en het bouwen an een muur in de Poststraal is aange nomen door J. Deurloo, resp. voor f 374 en f 203. Daarna wordt de vergadering geschorst en gaal men over in een be sloten zitting. Na heropening wordt op voorstel van twee maal zoo oud ben als jij. Ik kan mijzelf niel jonger maken, hoe gaarne ik dat ook zou willen. En vergeet dan ook niet, dal ik een arm schrijver uit -een voudige familie en zonder fortuin, door een toeval je voogd ben geworden, en dat jij, mijn pupil, je hebt ontpopt als een prinses, die in een geheel andere omgeving thuis behoort. Dat, Isobel, moest ik steeds voor oogen houden." Zij keek mij wederom diep in de oogen en mijn hart klopte als dat van een schooljongen, loen zij liaar hand ojp de mijne legde. „Ik zou willen", zeide zij, „o, ik zou willen Isobel heeft mij nooit gezegd, wat zij zou willen. „Eindelijk hebben wij julie dan .ge vonden!" hoorde ik Allan's stem uilroe pen. Mabane en Arthur stonden voor ons, Allan mei een ernstig en Arthur met eéh boos gezicht. Ik stond op om hen te be groeten. „Ik ben blij, dat ik je zie, Allan," riep ik uit. „Ik kan je niet vertellen, hoe ge lukkig ik ben jullie beiden te zien," zei- de Allan. „Wij hebben zulke vreemde verhalen geboord of liever Arthur, van zijn vriendin lady Delahaye, zoodat wij besloten over te komen en zelf alles te onderzoeken." Arthur was inmiddels in druk gesprek niet Isobel. „Hoe heb je ons gevonden?" vroeg ik aan Allan. „Wij gingen naar de Rue St. Antoine. De huishoudster zeide, dat zij jou had hooren zeggen, dal je in een van deze restauranis wildet gaan eten Arnold?" „Ja." „Waarom blijven Isobel en jij in Pa- rijsl" „Vooreerst moeten wij blijven voor de begrafenis en dan zijn er nog verschil lende zaken le regecn, die eerst morgen afgedaan kunnen worden. Ik ben de executeur-testamentair van monsieur Feurgères, Allan en hij heeft mij twin tig duizend pond nagelaten. Isobel krijgt het overige. „Dat doet mij genoegen, beste kerel,' zeide Mabane hartelijk. Ik riep een lcellner en bestelde likeur Arthur nam dit met weerzin aan. Hij vermeed om met mij le sprekem Iso bel scheen niet öp haar gemak en 'keek mij een paar malen schuchter aan. Toen wij heengingen, slak'Allan zijn arm door den mijne, zoodal ik gedwongen was Isobel en Arthur samen ie laten gaan. „Laat hem zijn gang gaan Hij wil toch niel naar rede luisteren." „Maar het is belachelijk van hem. Hij weet toch wie zij is „Dat weet hij. Macr hij ziet er goed uil en de meisjes hebben hem bedorven.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 1