(Ing. Med.) door onze gemeente voor gevaarlijk wor dende uitgaven komt te staan, het is een glijdend pad. Wat de bewering be treft, dat Kersten uit eigen zak een rscliool van zijn richting bekostigt, is allesbehalve juist; eerst heeft hij getracht op allerlei wijze die te laten betalen uit de openbare kassen en toen dit niet op ging, is men zelf begonnen. Het is hier tiet eender. Eerst is hier een bijzondere school gekomen die de openbare ge deeltelijk leegpompte, nu zal er weer een andere bijzondere school komen, die de oude bijzondere school gaat leegha len; straks komt er weer een andere lichting om een bijzondere school, want als men goed zien wil, ziet men reeds uit deze secte zich een andere secte vor men. Spr. vindt dan ook de stichting van dergelijke secfarische schooltjes on verantwoordelijk. De heer JBaay (Kerstenpartij) zegt aat het schrijven van de School met den Bij bel achterwege moest blijven, ze staan allesbehalve op een zelfden grondslag. Werkelijk zijn ze niet één, dus op school gebied gaat het ook niet. De bedoeling van het adres is om over schoollokalen in de bestaande scholen te mogen be schikken. Er is getracht om lot vergelijk te komen met de andere Ghr. school, doch dat bestuur wil niet wijken voor het nieuwe bestuur en deze nieuwe ver eeniging wil niet ondergeschikt zijn aan het bestaande. De raad kan zich niet vereenigen mei de aanvraag en wijst deze met 8 tegen 2 st. (Kerstenpartij) van de hand. De kwestie belooning stokers gasfa briek komt opnieuw aan de orde omdat de vorige vergadering een niet formeel besluit was genomen. De heer Ridderhof hoopte dat hel weder ter tafel brengen van zijn reeds aangenomen voorstel, het gevolg zou zijn van een artikel in de Thoolsche Courant, die van meening was dat het besluit niet goed was genomen. De heer Moelker wijst op het noodlij dende van de gasfabriek, waardoor men voorzichtig moet zijn met het doen van uitgaven. De heer Ridderhof bestrijdt de mee ning van den heer Moelker en beweert dat deze toestand niet noodlijdend is. De voorzitter deelt mede dat deze zaak weder ter tafel komt omdat er wel dege lijk een besluit is genomen dat niet in orde was. Met 5 tegen 4 stemmen wordt het sa laris van de stokers gewijzigd; tegen de heeren Moelker, Wagemaker, Baav en Klompe; buiten stemming de heen Braai. Wordt goedgekeurd een overeenkomst aan te gaan met de firma van Heel en Co. voor een overeenkomst in rekening courant. Eveneens wordt besloten noodzakelijk geworden verbeteringen en herstellingen aan de gasfabriek te doen verrichten, terwijl hiervoor een leening van f 22000 zal worden gesloten. Verhooging jaarw. gem.-bouwmeester. De voorzitter stelt in het licht dat het voor de gemeente noodig is dat B. en W. de volledige beschikking over den ge- meentebouwmeestcr als zoodanig heb ben. Nu verricht deze echter tegen een salaris van f 450 's jaars, twee dagen dienst, er ligt iels billijks in dal indien deze de belangen der gemeente goed be hartigt en hieraan meer tijd geeft, diens salaris verhoogd wordt naar die meer dere praestatie. Het voorstel van B. en W. is hem een salaris loc te kerenen van f 1250, voorloopig voor één jaar, ter wijl hel maximum f1500 zal bedragen, te bereiken na vijf jjiren dus met jaar lijks een verb opging va n f50 Dit lokt critiek uit van den. heer Rid derhof, die. van meening is dat iemand die reeds zoo lang gemeenteopzichter is. toch voor zijn taak bekwaam en wel een salaris van f 1500 mag hebben. De heer Wagemaker zegt dat de heer Vriens bij hem in achting is gestegen door de wijze waarop hij den laatslen tijd zijn taak heeft verricht, doch spr. is te gen het 'ineens verleenen van hel maxi mum. De voorzitter, hoewel vóór het maxi mum-salaris, vreest dat dc raad dit niet zal goedkeuren en kwam daarom met dit voorstel. De heer Ridderhof handhaaft zijn voor stel, dat wordt verworpen met 6 tegen 3 stemmen en 1 onthouding. Vóór de hee ren Ridderhof, Goedegebuure en Braai; de heer Baay onthoudt zich wegens zwa gerschap Als leden der commissie van onderzoek van de gemeenterekening en die der ge meentebedrijven worden aangewezen de heeren Moelker, Geluk en Ridderhof. Op do voordracht voor zetters van de direc te belastingen worden de volgende dub beltallen opgemaakt 0. W. Geluk. aftr.. en W. O. de Lange, 0. Laban. aftr W. Blaas. Bij de rondvraag wijst de voorzitter er op dat de vloerbedekking der raadszaal zoodanig is dat hierin voorzinjihg noodig is. B. en W. meenen dat een parketvloer voorkeur verdient, de kosten beloopen van f 500 lot f 800. De heer Goedegebuure wil wachten tot na de komst van de Koningin, als die ziel hoe arm de gemeente is, ont vangen we misschien van die zijde wel een cadeau. De heer Ridderhof bepleit uitstellen totdal we eerst ziet de belastingop brengst voor het komende jaar, steeds wordt geschreeuwd dat de belastingen zoo hoog zijn cn dan 600 a 700 gulden voor een vloerbedekking is wel wat erg. .Voorts zou spr. gaarne antwoord van B. en W. hebben op zijn schriftelijke vragen betreffende de levering van een ^kolenemmer door Barto aan den ver trokken burgemeester Diepenhorst, die betaald 2ou zijn door de gasfabriek. De voorzitter antwoordt dat de factuur van die emmer is afgegeven aan de gas fabriek en door den boekhouder vanwege de gasfabriek is betaald. De emmer is later door den heer Dieepnhorst betaald maar de wethouders of de gascommissie hebben van deze zaak nooit iets geweten. De heer Ridderhof dankt voor de in lichtingen en merkt erbij op dat niet zijn bedoeling is den boekhouder te be schuldigen van minder correct te heb ben gehandeld. Tevens verneemt spr. gaarne of bij het dossier van de strafzaak gemeente arbeidsinspectie, waarbij door burge meester Diepenhorst is geschreven dat hij de verantwoording van alles op fich nam. als dit zoo is waarom berust B en W. dan in het .vonnis? De voorzitter zegt dat B. en W. van niets weten. Ook vraagt het lid Ridderhof hoe het staat met de door den heer Diepenhorst voor de gemeente aan te vragen gratie. De voorzitter kan hieromtrent niets mededeelen er is niets van bekend. De heer Ridderhof dringt aan om te informeeren bij het kabinet der Koningin, hetgeen de voorzitter toezegt te zullen doen. De heer Gocdgebuure vraagt naar het aantal steenen die laatst zijn geleverd. De voorzitter verstrekt de inlichting. Ook informeert vorige spr. naar het pensioen van C. J. Schot en wat men van plan is met de Voorstad. De Voorzitter deelt mede dat omtrent dit pensioen niets bekend is, de Pol der- en Louisestraal worden verhard. De heer Goedegebuure leest een briefkaart voor van den heer Diepen horst aan een ander gericht, waarin zijn naam beleedigend wordt genoemd. De voorzitter is van meening dat deze zaak niet in den raad dient. Wethouder Wagemaker, doelende op de geruchten die loopen dat er één bur gemeester voor Tholen en andere ge meenten zou worden benoemd, meent dat het niet in belang der gemeente is indien dit zou worden uitgeroerd, een samenvoeging van 't burgemeesterschap van twee gemeenten laat staan, van drie is tegen het belang van Tholen. Met alg. stemmen wordt een motie aangenomen houdende den wensc.h dat de regeering bij het benoemen van een burgemeester, deze enkel alleen voor TlioJen wordt benoemd. Hierna sluiting. koetsier werd er boven op geworpen, rolde hevig vloekend in de haag en bleef daar liggen. De heer von Leibingen leun de uit hot raam. Hij had iets in zijn hand dat als zilver in het zonlicht glinsterde. „Ik heb genoeg van je, mijn vriend," zeide hij en vuurde onmiddellijk. Een hand sloeg zijn arm neer, toen hij afvuurde. Ik sprong vooruit. De heer von Leibingen had geen gelegeheid om nog eens te schieten. Ik pakte hem bij zijn keel en sleurde hem op den weg. „Ik heb genoeg van jou gemeene ke rel", en ik kneep hem tot hij kreunde van pijn, waarop ik hem tegen den grond wierp. Isobel strekte haar armen naar mij uit het was Isobel, maar hoe bleek en afgevallen! „.Arnold, Arnold, neem mij meet" jam merde zij. Ik wilde haar uit het rijtuig tillen, maar madame Richard hield haar stevig vast. „U zult haar niet aanraken. Zij be hoort aan mij." „Geef haar aan mij, want ik doe er een eed op, dat zij niet bij u, maar bij mij wenscht te zijn." De zwarte oogen van de vrouw blik semden vreeselijke verwijtingem naar mijn hoofd; zij" hield Isobel omvat met al haar kracht. Een oogenblik voelde ik mij hulpeloos. „Madame, ik heb nog nooit mijn hand tegen een vrouw opgeheven, maar als uh aar niet onmiddellijk loslaat, moet ik vergeten, dal u een vrouw is." Nooit," schreeuwde zij. „Helpt mijn heer von Leibingen! Koetsier!" Eenige arbeiders in blauwe kielen ke ken op van hun werk in de wijngaarden. Aan aarzelen viel niet te. denken. Ik zette mijn tanden op elkaar en pakte de armen der vrouw vast. Haar beenderen kraakten in mijn handen, voor zij los liet. Isobel was ten laatste vrij. „Zoo gauw mogelijk in de auto, Iso bel!" riep ik uit. „Houdt j"c flink. Het is maar om een oogenblik te doen Half bezwijmd kroop zij uit het rij tuig en strompelde naar de auto. Ma dame Richard vervloekte mij met lang zame,plechtige woorden. Toen ik haar losliet, volgde zij mliji. Ik sprong in de auto. Zij ging er voor staan en tartte ons om vooruit te gaan. De chauffeur ging een weinig terug, schoot,daarna plotseling vooruit en ontweek haar met een han- digen draai. Zij liep de boerenarbeiders tegemoet, die nu kwamen aangeloopen. "Wij hoorden haar tegen hen schreeuwen. Onze chauffeur zat onbewegelijk_^u spoedde ons voort met een snelheid van veertig kilometer. „Hoe je orders?" vroeg ik hem. MET DE Z. L. M. NAAR SLUIS. (Slot). De overige bekroningen. Pluimvee en konijnen Klasse la Witte leghorns, eerste Iz. Ghijscls, Oostburg; tweede R. de Millia- no, Oostburg; z. e. v. Fokstation V. P. Oostburg. Klasse lb, kuikens geboren in 1924, eerste prijs R. de Milliano; tweede Iz. Ghijsels; z. e. v. J. Becu, Cadzand. Klasse lc, patrijs leghorns, eerste en derde R. de Milliano; tweede en e. v„ W. P. de Zwart, Schoondijke; z. e. v. en v. J. van Peenen te Zuidzande Klasse ld, kuikens geboren in 1924, eerste en z. e. v., R. de Milliano, twee de W. P. de Zwart. Klasse 2a, Wyandottes, eerste W. J. Talsma, IJzendijke; tweede C. M. v. d. Broecke, Aardenburg; z. e. v. A. Masclee, Retranchement. Klasse 2b, kuikens, eerste P. P. C. van Rijen, IJzendijke; tweede en e. v. W. J Talsma. Klasse 3a, Rhode Islands Reds, eerste Jac. Verhage, Oostburg; tweede en z. e. v. R. de Milliano; z. e. v. F. Yntema, Oostburg. Klasse 3b, kuikens, tweede J. Ph. Cv souw, Oostburg. Klasse 4a, Koekoek Plymouth, eer ste F. Yntema. Klasse 4b, kuikens, z. e. v. F. Ynte- a. Klasse 5a, Barnevelders, eerste R. de Milliano. Klasse 6, Indische loopeenden, eer ste P. de Bruijne, Oostburg. Klasse 7, ganzen, eerste Aug. Missiaen, Aardenburg. Klasse 8, parelhoenders, eerste Ch. Onderdonck, te Sluis. Klasse 9, Vlaamsche reuzen, eerste Iz. Versprille, tweede A. J. de Hulster, bei den Schoondijke. Vlaamsche reuzen, voedster, eerste en tweede Iz. Versprille, Schoondijke. Klasse 10, niet genoemd ras, ram, ■tweede Aug. Missiaen, te Aardenburg. Id. (voedster met jong, eerste prijs dezelfde ld. alleen voedster, tweede dezelfde In deze afdeeling stonden een twee tal étalages van bekende Middelburgers, den heer S. Boogerd en de firma EL Meertens Jr., die bejden een z. e. v. bekwamen voor hun keurige inzendingen van hun ochtend- en krachtvoer voor de kippen. Voor de afd. hulpmiddelen voor pluim veeteelt werd nog een eerste prijs toe gekend voor een zeer practisch en hy giënisch kippenhok aan de Avicultura van Oostburg, en een z. e. v. aan den heer Iz. Ghijsels te Oostburg voor zijn inzending van een kunstmoeder met 100 kuikens, enz. Afdeeling bijenteelt. Klpsse 1, het beste volk in lossen bouW eerste en tweede aan Ch. van Daimne te Oostburg; z. e. v. J. J. Masclee te-/Zuidzande. Klasse 2, het beste volk in vasten bouw eerste J. J. Masclee, tweede Ch. van Damme en e. v. Aug. de Vriendt te IJzendijke. Klasse 3, de beste slinger- en lekho- nïng eerste J. J. Masclee. tweede Ch. van Damme. Klasse 4, de fijnste en beste raat honing in raampjes, eerste Ch. van Dam me. sse 5, de fijnste en beste raathoning in vasten bouw, geen prijs toegekend Klasse 6, het zuiverste blok bijenwas, eerste A. de Vriendt, Uveede J. ,7. Mas clee. Klasse 7—9 geen prijzen toegekend. Klasse 10, de doelmatigste voerinrich- ting, tweede J. RisseeüW—de Rullu te Zuidzande. Nog werd buiten het programma óih een eersten prijs toegekend voor den besten honingslinger aan P. de Bruijne te Oostburg. Afdeeling Hoefbeslag. Rubriek A, het uitvoeren van beslag eerste C. 0. Dhondt, Oostburg, tweede D. van Schaik, Biervliet, derde I, J. Ver- kruijsse, Schoondijke, e. v. A. de Visser, Ooslburg. Rubriek B, collecties hoefijzers: eerste D. van Schaik, tweede R. Lampo, Aar denburg. Afdeeling 1 andbo uwhui sho udkunde. Hiervoor was een collectieve inzending van de Vereeniging „Oeres", de vereeni- ging van oud-leerlingen van den cursus in het voor de toekomstige echtgenooten der landbouwers zoo nuttig onderwijs. Aan de inzendingen van boter en van gesteriliseerde groenten werd een éér ste prijs toegekend en een tweede prijs aan het gebak en aan de waschbehande- ling. Nu wij aan het einde der bekroningen zijn. gekomen willen wij nog op enkele in zendingen nader terugkomen en dan be ginnen wij mei die welke wij met laatste onder de bekroningen genoemde en wel om in de eerste plaats een woord van warme hulde te brengen aan de dames, die nadal zij zich reeds bij het diner zoo verdienstelijk hadden gemaakt, door het opdienen der door den heer de IIullu te Sluis zoo smakelijk bereide spijzen, nu weer present waren om hun kunnen te toonen, zij demonstreerden dit niet alleen door het geëxposeerde, maar ook door het electrisch bakken van heer lijke wafels en het zetten van geurige thee. Wij wenschen hun toekomstige echtgenooten reeds bij voorbaat geluk, aan goede verzorging zal het hun niet ontbreken. Ook dient nog afzonderlijk vermelding gemaakt te worden van de keurige in zendingen van de landbouwschool te Schoondijke en niet minder van die van van de Coop. Suikerfabriek „Zeeland" waarvan wij afzonderlijk noemen de gra- phische voorstelling van het dalen en stijgen van de suikerprijzen te Londen, waaruit de landbouwers kunnen leeren hoe lastig het is Oen prijs der bieten vast te stellen. Op 1 Mei 1923 was die prijs per 5.08 K G. f 20.88; op 24 Aug. f 14.34; op 15 Febr. 1924 f20.30; op 6 Juui f 12.18 en op 30 Juni f 13.92. De capaci teit der fabriek was in 1917—18 een mil- lioen, in de laatste campagne 2i/t rail- lioen. Ook de stand van ooft en tuinbouw ontging ons aanvankelijk maar verdient zeker een afzonderlijke vermelding. Nog zagen wij een nieuw systeem voor het steriliseeren van groenten, waarbij luchtdruk zeer practisch en vlug de fles- schen hermetisch afsluit, ingevoerd door de N.V. „Ons Belang" te Rotterdam. Onder de stands, die veel belangstel ling trokken, nam de draadlooze instal latie van de firma Schipper en Na uta een eerste plaats in, door middel van eigen gemaakte toestellen werden de aanwe zigen vergast op goed hoorbare muziek afgezonden door den draadloozen dieust te Parijs. Dat ook op het tentoonstellingsterrein voor veel muziek was gezorgd, spreekt haast van zelf, maar ook in de stad klonken bijna onophoudelijk de tonen -van het koper. Het was een drukte van belang op het terrein en in de stad, want bij de honderden uit alle deelen deF provincie voegden zich nog de talrijke Engelschen en Belgen, die van het be zoek aan de Middelburgsche markt te rugkeerden. Daar wij gister reeds iets over de avondfeesten melddden, is 't ons 'n be hoefte dank te brengen voor de gulle ontvangst door het bestuur der Z. L. M. en dat van den kring Oostburg, voor de medewerking ondervonden van be stuursleden en tentoonstellingscommis sie en niet minder van den burgemeester 'van Sluis, die ons zijn kamer afstond voor het maken van onze verslagen. Ook de heeren van het post- en telegraafkantoor dank voor hun hulp en een woord van lof aan liet korps marechaussée's, dat reeds bij den rijtoer, maar ook bij het drukke verkeer op Donderdag ten volle voor zijn taak berekend bleek te zijn. KUNST EN WETENSCHAPPEN. Nieuwe uitgaven. Van de „Verspreide opstellen" van Jan Ligthart verscheen als volksuitgave bij J. B. Wolters een derde druk van den eersten bundel, en een tweede druk van den tweeden bundel, beiden in stevigen band, en met een portret van den schrij ver. In Elsevier's Algemeene Bibliotheek werd opgenomen „De Duitsche Littera- ratuur sinds 1880", door dr. Arthur Eloes- ser, vertaald door Martha Leopold. Een serie artikelen als Medische kroniek verschenen in de „Telegraaf" en in de „Amsterdammer", van de hand van prof. dr W. Storm van Leeuwen, zijn thans gebundeld onder den titel: „De Mensch en zijn lijden", uitgegeven bij van Holkema en Warendorf. Blijkens een I op het titelblad is er een vervolg op te verwachten. „Gesprekken met Kunstenaars" is de titel van een brochure-serie door „De- Waelburgh" te Blaricum uitgegeven, en waarin nu werd opgenomen een beschou wing van Arnold Lottum over G. S Ada- ma van Scheltema. Een mooi portret van den dichter, door H. Rijkman, is te genover het titelblad opgenomen. HANDEL, NIJVERHEID EN VISSCHERIJ. „Zeker, mijnheer. Wijl gaan naar Pa rijs en vermijden de telegraafkantoren." Isobel was tot nog toe maar gedeelte lijk bij bewustzijn geweest. Langzamer hand kwam er eenige kleur op haar wangen en ten laatste opende zij haar oogen en glimlachte. Haar vingers druk ten zachtjes de mijne. Zij zeide nog niets, maar na een half uurtje deed zij een poging om rechtop te gaan zitten. „Beste. Arnold, mijn beschermengel! O Zij hield op. Een rilling ging door haar leden. „Nog niet praten, Isobel. Ik zou geen knip voor den neus waard geweest zijn, als ik je niet geholpen had. Het was echter monsieur Feurgères, 1 Idie alles voorbereidde." „Arnold, ik heb in tangen tijd niets gelen. Zij hebben wat in mijn eten ge daan om mij slaperig te maken; nadat ik dal had begrepen, dorst ik niets meer te eten." Binnensmonds gaf ik aan mijn woede lucht door dc noodige vloeken. Toen wij door een klein stadje reden, wendde ik mij tot den chauffeur. Hij be gon toen langzamer te rijden, en hield tenslotte stil yoor een restaurant. Met het eerste hapje, soep schgpen .Isbel's jeugd en kraehC' terug (t'é-'keé'fed? Na nog, iets tc-tiebbun gegeten err een glas Makreel in de O o s te r-S c held e Men schrijft uit Zeeland aan de N. Rotterd. Cr(. Zoodra er een bijzonder soort visch wordt waargeuomen of gevangen, wekt dit in de meeste gevallen zeer veel be langstelling. Van lijd tof tijd komen in de Oo ster-Schelde groote scholen ma kreel voor sommige jaren kenmerken zich door bijzondere vangsten en ook nu is deze visch weer aanwezig. Het [verdient opmerking dat deze visch, wel ke versch van de hand moet, in onze eigen omgeving bij de consumenten niet Hen aftrek heeft, welke deze visch ver dient. Wanneer kleinere hoeveelheden worden besomd dan gaat het wel, maar fcoodra er van rijke vangsten sprake is, dan wil men er niet aan. De Zeeuwen hoewel in de laatste reeks jaren van de echte Zeeuwsche panharing gespeend door slechte besommingen, denken waar schijnlijk te veel aan die haring om de makreel te waardeeren naar waarde. Indien het voorkomt, dat geheele scho len de Schelde optrekken, dan daalt ook direct de prijs en wel zoo, dat de <yisch voor de leurders niet de moeite loont om aan den man te brengen. Er is een jaar geweest, en wel in 1906, dat de overvloed van makreel zoo groot was, dat de weervisschers, want deze krijgen ze in de na-campagne van de ansjovisvangst 'in de Huiken, de makreel gewoonweg niet meer ophaalden. De besomming (was in eens zoo verbazend groot, dat er lage prijzen kwamen en men de visch eenvoudig ni$t kon verkoopen en op den vischafslag partijen bleven staan tot den volgenden dag. Een gevolg van dezen [toestand was, dat enkele visschers niet meer naar hunne weeren gingen om de visch te halen, en daarmede een onheb belijke onverschilligheid aan den dag legden, die ergernis gaf. Wel voer men naar verschillende plaatsen langs de Scheldeboorden, wat wel de moeite eerst loonde, doch ook weer dóór het te veel werd dit na verloop van eenige dagen weer minder. Te lerseke gebeurde het, dat een visscher met een heele partij bleef zitten en ze noodgedwongen voor een prikje overdeed aan een leurder, die er nog niet eens zijn besteed geld uit haalde. Er was zooveel makreel in de Zeeuwsche stroomen opeens gekomen, dat men dagelijks groote scholen in de Eendracht kon waarnemen en dat ze (zelfs in de havens van Tholen en Ber- wijn te hebben gedronken, begon zij te spreken. Zij pruttelde, toen ik haar geen koffie aanbood en ik haar aanspoorde om te vertrekken. In de auto kwam zij dicht bij m'ij feitten en eenigszins verlegen stak zij haar arm door de mijne. Zoo spoedden wij voort op weg naar Parijs. Een gesprek, ook al was Isobel er reeds geheel toe in staat geweest, was bijna onmogelijk. Toch trachtte zij mij alles te vertellen. „Ik was binnenshuis," zeide zij, „en de deur van de kamer werd afgesloten voor ik begreep, dat het briefje een val strik was. Mijn tante kwam binnen en trachtte eerst vriendelijk te zijn. Zij zei de mij, dat mijn grootvader een oude man was en dat hij mij wenschte te zien voor hij stierf. Ik moest daarom dadelijk met haar mede gaan. Ik antwoordde, dat ik jou eerst wilde zien, maar dat maak te haar boos. Zij zeide, dat mijn leven een schande was voor onze familie, dat ik jouw naam niet meer mocht noemen en dat ik scheen vergeten, dat ik pas uit een klooster was gekomen. Toen ver loor ik ook mijn geduld. Ik zei haar dat ik niet naar Illghera wenschte te gaan en dat ik mijn grootvader en ver dere familie niet wilde ontmoeten. Zij hadden mij zooveel jaren aan mijn lot overgelaten, dat ik het nu ook wel ver dei onder hem kon stellen. Zij viel mij niet in de rede, doch keek mij voort durend aan met een ijskouden glimlach op haar gezicht. Toen ik uitgesproken ahd, zeide zij „Wij zullen zien", en liet mij daarna alleen. Zij brachten mij eten en nadat ik daarvan iets genuttigd had, voelde ik mij ziek en slaperig. Daarna leek alles mij een droom. Ik verroerde m ij alleen, als het mij werd gezegd. Het kon mij niet schelen, wat er met mij ge beurde. In Parijs kwam Adelaide iu mijn kamer. Zij bracht mij wat chocolade en vertelde mij, dat jij in de nabijheid was. Zonder haar zou ik, geloof ik, gestorven zijn. vIk begon aandacht te schenken aan hetgeen men tegen mij zeide. Ik begreep dal men mij nieL naar Illghera zou bren gen omdat men voortdurend over het klooster sprak. Toen besloot ik mij zoo veel mogelijk te verzetten. Ik wilde hun eten niet meer aanraken. Gelukkig bracht Adelaide mij af en toe chocolade. Ik zei de voortdurend tot mijzelf, dat ik niet ziek was dat ik niet ziek wilde zijn. Daarom was ik in staat naar je uit te kijken en den heer von Leibingen een klap te geven, toen hij op je wou schie ten en daarom kon ik ook alleen naar je auto loopen. Arnold, waarom haat mijn tante mij op zulk een vreeselijk wijze?" (Wordt vervolgd.).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 2