(Ing. Med.)
door onze gemeente voor gevaarlijk wor
dende uitgaven komt te staan, het is
een glijdend pad. Wat de bewering be
treft, dat Kersten uit eigen zak een
rscliool van zijn richting bekostigt, is
allesbehalve juist; eerst heeft hij getracht
op allerlei wijze die te laten betalen uit
de openbare kassen en toen dit niet op
ging, is men zelf begonnen. Het is hier
tiet eender. Eerst is hier een bijzondere
school gekomen die de openbare ge
deeltelijk leegpompte, nu zal er weer
een andere bijzondere school komen, die
de oude bijzondere school gaat leegha
len; straks komt er weer een andere
lichting om een bijzondere school, want
als men goed zien wil, ziet men reeds
uit deze secte zich een andere secte vor
men. Spr. vindt dan ook de stichting
van dergelijke secfarische schooltjes on
verantwoordelijk.
De heer JBaay (Kerstenpartij) zegt aat
het schrijven van de School met den Bij
bel achterwege moest blijven, ze staan
allesbehalve op een zelfden grondslag.
Werkelijk zijn ze niet één, dus op school
gebied gaat het ook niet. De bedoeling
van het adres is om over schoollokalen
in de bestaande scholen te mogen be
schikken. Er is getracht om lot vergelijk
te komen met de andere Ghr. school,
doch dat bestuur wil niet wijken voor
het nieuwe bestuur en deze nieuwe ver
eeniging wil niet ondergeschikt zijn aan
het bestaande.
De raad kan zich niet vereenigen mei
de aanvraag en wijst deze met 8 tegen
2 st. (Kerstenpartij) van de hand.
De kwestie belooning stokers gasfa
briek komt opnieuw aan de orde omdat
de vorige vergadering een niet formeel
besluit was genomen. De heer Ridderhof
hoopte dat hel weder ter tafel brengen
van zijn reeds aangenomen voorstel, het
gevolg zou zijn van een artikel in de
Thoolsche Courant, die van meening was
dat het besluit niet goed was genomen.
De heer Moelker wijst op het noodlij
dende van de gasfabriek, waardoor men
voorzichtig moet zijn met het doen van
uitgaven.
De heer Ridderhof bestrijdt de mee
ning van den heer Moelker en beweert
dat deze toestand niet noodlijdend is.
De voorzitter deelt mede dat deze zaak
weder ter tafel komt omdat er wel dege
lijk een besluit is genomen dat niet in
orde was.
Met 5 tegen 4 stemmen wordt het sa
laris van de stokers gewijzigd; tegen de
heeren Moelker, Wagemaker, Baav en
Klompe; buiten stemming de heen Braai.
Wordt goedgekeurd een overeenkomst
aan te gaan met de firma van Heel en
Co. voor een overeenkomst in rekening
courant.
Eveneens wordt besloten noodzakelijk
geworden verbeteringen en herstellingen
aan de gasfabriek te doen verrichten,
terwijl hiervoor een leening van f 22000
zal worden gesloten.
Verhooging jaarw. gem.-bouwmeester.
De voorzitter stelt in het licht dat het
voor de gemeente noodig is dat B. en W.
de volledige beschikking over den ge-
meentebouwmeestcr als zoodanig heb
ben. Nu verricht deze echter tegen een
salaris van f 450 's jaars, twee dagen
dienst, er ligt iels billijks in dal indien
deze de belangen der gemeente goed be
hartigt en hieraan meer tijd geeft, diens
salaris verhoogd wordt naar die meer
dere praestatie. Het voorstel van B. en
W. is hem een salaris loc te kerenen
van f 1250, voorloopig voor één jaar, ter
wijl hel maximum f1500 zal bedragen,
te bereiken na vijf jjiren dus met jaar
lijks een verb opging va n f50
Dit lokt critiek uit van den. heer Rid
derhof, die. van meening is dat iemand
die reeds zoo lang gemeenteopzichter is.
toch voor zijn taak bekwaam en wel een
salaris van f 1500 mag hebben.
De heer Wagemaker zegt dat de heer
Vriens bij hem in achting is gestegen
door de wijze waarop hij den laatslen tijd
zijn taak heeft verricht, doch spr. is te
gen het 'ineens verleenen van hel maxi
mum.
De voorzitter, hoewel vóór het maxi
mum-salaris, vreest dat dc raad dit niet
zal goedkeuren en kwam daarom met
dit voorstel.
De heer Ridderhof handhaaft zijn voor
stel, dat wordt verworpen met 6 tegen 3
stemmen en 1 onthouding. Vóór de hee
ren Ridderhof, Goedegebuure en Braai;
de heer Baay onthoudt zich wegens zwa
gerschap
Als leden der commissie van onderzoek
van de gemeenterekening en die der ge
meentebedrijven worden aangewezen de
heeren Moelker, Geluk en Ridderhof. Op
do voordracht voor zetters van de direc
te belastingen worden de volgende dub
beltallen opgemaakt 0. W. Geluk. aftr..
en W. O. de Lange, 0. Laban. aftr
W. Blaas.
Bij de rondvraag wijst de voorzitter er
op dat de vloerbedekking der raadszaal
zoodanig is dat hierin voorzinjihg noodig
is. B. en W. meenen dat een parketvloer
voorkeur verdient, de kosten beloopen
van f 500 lot f 800.
De heer Goedegebuure wil wachten
tot na de komst van de Koningin, als
die ziel hoe arm de gemeente is, ont
vangen we misschien van die zijde wel
een cadeau.
De heer Ridderhof bepleit uitstellen
totdal we eerst ziet de belastingop
brengst voor het komende jaar, steeds
wordt geschreeuwd dat de belastingen
zoo hoog zijn cn dan 600 a 700 gulden
voor een vloerbedekking is wel wat erg.
.Voorts zou spr. gaarne antwoord van
B. en W. hebben op zijn schriftelijke
vragen betreffende de levering van een
^kolenemmer door Barto aan den ver
trokken burgemeester Diepenhorst, die
betaald 2ou zijn door de gasfabriek.
De voorzitter antwoordt dat de factuur
van die emmer is afgegeven aan de gas
fabriek en door den boekhouder vanwege
de gasfabriek is betaald. De emmer is
later door den heer Dieepnhorst betaald
maar de wethouders of de gascommissie
hebben van deze zaak nooit iets geweten.
De heer Ridderhof dankt voor de in
lichtingen en merkt erbij op dat niet
zijn bedoeling is den boekhouder te be
schuldigen van minder correct te heb
ben gehandeld.
Tevens verneemt spr. gaarne of bij
het dossier van de strafzaak gemeente
arbeidsinspectie, waarbij door burge
meester Diepenhorst is geschreven dat
hij de verantwoording van alles op fich
nam. als dit zoo is waarom berust B en
W. dan in het .vonnis?
De voorzitter zegt dat B. en W. van
niets weten.
Ook vraagt het lid Ridderhof hoe het
staat met de door den heer Diepenhorst
voor de gemeente aan te vragen gratie.
De voorzitter kan hieromtrent niets
mededeelen er is niets van bekend.
De heer Ridderhof dringt aan om te
informeeren bij het kabinet der Koningin,
hetgeen de voorzitter toezegt te zullen
doen.
De heer Gocdgebuure vraagt naar het
aantal steenen die laatst zijn geleverd.
De voorzitter verstrekt de inlichting.
Ook informeert vorige spr. naar het
pensioen van C. J. Schot en wat men
van plan is met de Voorstad.
De Voorzitter deelt mede dat omtrent
dit pensioen niets bekend is, de Pol
der- en Louisestraal worden verhard.
De heer Goedegebuure leest een
briefkaart voor van den heer Diepen
horst aan een ander gericht, waarin zijn
naam beleedigend wordt genoemd.
De voorzitter is van meening dat deze
zaak niet in den raad dient.
Wethouder Wagemaker, doelende op
de geruchten die loopen dat er één bur
gemeester voor Tholen en andere ge
meenten zou worden benoemd, meent
dat het niet in belang der gemeente is
indien dit zou worden uitgeroerd, een
samenvoeging van 't burgemeesterschap
van twee gemeenten laat staan, van drie
is tegen het belang van Tholen.
Met alg. stemmen wordt een motie
aangenomen houdende den wensc.h dat
de regeering bij het benoemen van een
burgemeester, deze enkel alleen voor
TlioJen wordt benoemd.
Hierna sluiting.
koetsier werd er boven op geworpen,
rolde hevig vloekend in de haag en bleef
daar liggen. De heer von Leibingen leun
de uit hot raam. Hij had iets in zijn hand
dat als zilver in het zonlicht glinsterde.
„Ik heb genoeg van je, mijn vriend,"
zeide hij en vuurde onmiddellijk.
Een hand sloeg zijn arm neer, toen
hij afvuurde. Ik sprong vooruit. De heer
von Leibingen had geen gelegeheid om
nog eens te schieten. Ik pakte hem bij
zijn keel en sleurde hem op den weg.
„Ik heb genoeg van jou gemeene ke
rel", en ik kneep hem tot hij kreunde
van pijn, waarop ik hem tegen den grond
wierp.
Isobel strekte haar armen naar mij
uit het was Isobel, maar hoe bleek
en afgevallen!
„.Arnold, Arnold, neem mij meet" jam
merde zij.
Ik wilde haar uit het rijtuig tillen,
maar madame Richard hield haar stevig
vast.
„U zult haar niet aanraken. Zij be
hoort aan mij."
„Geef haar aan mij, want ik doe er
een eed op, dat zij niet bij u, maar bij
mij wenscht te zijn."
De zwarte oogen van de vrouw blik
semden vreeselijke verwijtingem naar
mijn hoofd; zij" hield Isobel omvat met
al haar kracht. Een oogenblik voelde
ik mij hulpeloos.
„Madame, ik heb nog nooit mijn hand
tegen een vrouw opgeheven, maar als
uh aar niet onmiddellijk loslaat, moet ik
vergeten, dal u een vrouw is."
Nooit," schreeuwde zij. „Helpt mijn
heer von Leibingen! Koetsier!"
Eenige arbeiders in blauwe kielen ke
ken op van hun werk in de wijngaarden.
Aan aarzelen viel niet te. denken. Ik
zette mijn tanden op elkaar en pakte de
armen der vrouw vast. Haar beenderen
kraakten in mijn handen, voor zij los
liet. Isobel was ten laatste vrij.
„Zoo gauw mogelijk in de auto, Iso
bel!" riep ik uit. „Houdt j"c flink. Het
is maar om een oogenblik te doen
Half bezwijmd kroop zij uit het rij
tuig en strompelde naar de auto. Ma
dame Richard vervloekte mij met lang
zame,plechtige woorden. Toen ik haar
losliet, volgde zij mliji. Ik sprong in de
auto. Zij ging er voor staan en tartte ons
om vooruit te gaan. De chauffeur ging
een weinig terug, schoot,daarna plotseling
vooruit en ontweek haar met een han-
digen draai. Zij liep de boerenarbeiders
tegemoet, die nu kwamen aangeloopen.
"Wij hoorden haar tegen hen schreeuwen.
Onze chauffeur zat onbewegelijk_^u
spoedde ons voort met een snelheid van
veertig kilometer.
„Hoe je orders?" vroeg ik hem.
MET DE Z. L. M. NAAR SLUIS.
(Slot).
De overige bekroningen.
Pluimvee en konijnen
Klasse la Witte leghorns, eerste Iz.
Ghijscls, Oostburg; tweede R. de Millia-
no, Oostburg; z. e. v. Fokstation V. P.
Oostburg.
Klasse lb, kuikens geboren in 1924,
eerste prijs R. de Milliano; tweede Iz.
Ghijsels; z. e. v. J. Becu, Cadzand.
Klasse lc, patrijs leghorns, eerste en
derde R. de Milliano; tweede en e. v„
W. P. de Zwart, Schoondijke; z. e. v. en
v. J. van Peenen te Zuidzande
Klasse ld, kuikens geboren in 1924,
eerste en z. e. v., R. de Milliano, twee
de W. P. de Zwart.
Klasse 2a, Wyandottes, eerste W. J.
Talsma, IJzendijke; tweede C. M. v. d.
Broecke, Aardenburg; z. e. v. A. Masclee,
Retranchement.
Klasse 2b, kuikens, eerste P. P. C. van
Rijen, IJzendijke; tweede en e. v. W. J
Talsma.
Klasse 3a, Rhode Islands Reds, eerste
Jac. Verhage, Oostburg; tweede en z. e.
v. R. de Milliano; z. e. v. F. Yntema,
Oostburg.
Klasse 3b, kuikens, tweede J. Ph. Cv
souw, Oostburg.
Klasse 4a, Koekoek Plymouth, eer
ste F. Yntema.
Klasse 4b, kuikens, z. e. v. F. Ynte-
a.
Klasse 5a, Barnevelders, eerste R. de
Milliano.
Klasse 6, Indische loopeenden, eer
ste P. de Bruijne, Oostburg.
Klasse 7, ganzen, eerste Aug. Missiaen,
Aardenburg.
Klasse 8, parelhoenders, eerste Ch.
Onderdonck, te Sluis.
Klasse 9, Vlaamsche reuzen, eerste Iz.
Versprille, tweede A. J. de Hulster, bei
den Schoondijke.
Vlaamsche reuzen, voedster, eerste en
tweede Iz. Versprille, Schoondijke.
Klasse 10, niet genoemd ras, ram,
■tweede Aug. Missiaen, te Aardenburg. Id.
(voedster met jong, eerste prijs dezelfde
ld. alleen voedster, tweede dezelfde
In deze afdeeling stonden een twee
tal étalages van bekende Middelburgers,
den heer S. Boogerd en de firma EL
Meertens Jr., die bejden een z. e. v.
bekwamen voor hun keurige inzendingen
van hun ochtend- en krachtvoer voor de
kippen.
Voor de afd. hulpmiddelen voor pluim
veeteelt werd nog een eerste prijs toe
gekend voor een zeer practisch en hy
giënisch kippenhok aan de Avicultura
van Oostburg, en een z. e. v. aan den
heer Iz. Ghijsels te Oostburg voor zijn
inzending van een kunstmoeder met 100
kuikens, enz.
Afdeeling bijenteelt.
Klpsse 1, het beste volk in lossen
bouW eerste en tweede aan Ch. van
Daimne te Oostburg; z. e. v. J. J. Masclee
te-/Zuidzande.
Klasse 2, het beste volk in vasten
bouw eerste J. J. Masclee, tweede Ch.
van Damme en e. v. Aug. de Vriendt
te IJzendijke.
Klasse 3, de beste slinger- en lekho-
nïng eerste J. J. Masclee. tweede Ch.
van Damme.
Klasse 4, de fijnste en beste raat
honing in raampjes, eerste Ch. van Dam
me.
sse 5, de fijnste en beste raathoning
in vasten bouw, geen prijs toegekend
Klasse 6, het zuiverste blok bijenwas,
eerste A. de Vriendt, Uveede J. ,7. Mas
clee.
Klasse 7—9 geen prijzen toegekend.
Klasse 10, de doelmatigste voerinrich-
ting, tweede J. RisseeüW—de Rullu te
Zuidzande.
Nog werd buiten het programma óih
een eersten prijs toegekend voor den
besten honingslinger aan P. de Bruijne te
Oostburg.
Afdeeling Hoefbeslag.
Rubriek A, het uitvoeren van beslag
eerste C. 0. Dhondt, Oostburg, tweede D.
van Schaik, Biervliet, derde I, J. Ver-
kruijsse, Schoondijke, e. v. A. de Visser,
Ooslburg.
Rubriek B, collecties hoefijzers: eerste
D. van Schaik, tweede R. Lampo, Aar
denburg.
Afdeeling 1 andbo uwhui sho udkunde.
Hiervoor was een collectieve inzending
van de Vereeniging „Oeres", de vereeni-
ging van oud-leerlingen van den cursus
in het voor de toekomstige echtgenooten
der landbouwers zoo nuttig onderwijs.
Aan de inzendingen van boter en van
gesteriliseerde groenten werd een éér
ste prijs toegekend en een tweede prijs
aan het gebak en aan de waschbehande-
ling.
Nu wij aan het einde der bekroningen
zijn. gekomen willen wij nog op enkele in
zendingen nader terugkomen en dan be
ginnen wij mei die welke wij met
laatste onder de bekroningen genoemde
en wel om in de eerste plaats een woord
van warme hulde te brengen aan de
dames, die nadal zij zich reeds bij het
diner zoo verdienstelijk hadden gemaakt,
door het opdienen der door den heer
de IIullu te Sluis zoo smakelijk bereide
spijzen, nu weer present waren om hun
kunnen te toonen, zij demonstreerden dit
niet alleen door het geëxposeerde, maar
ook door het electrisch bakken van heer
lijke wafels en het zetten van geurige
thee. Wij wenschen hun toekomstige
echtgenooten reeds bij voorbaat geluk,
aan goede verzorging zal het hun niet
ontbreken.
Ook dient nog afzonderlijk vermelding
gemaakt te worden van de keurige in
zendingen van de landbouwschool te
Schoondijke en niet minder van die van
van de Coop. Suikerfabriek „Zeeland"
waarvan wij afzonderlijk noemen de gra-
phische voorstelling van het dalen en
stijgen van de suikerprijzen te Londen,
waaruit de landbouwers kunnen leeren
hoe lastig het is Oen prijs der bieten vast
te stellen. Op 1 Mei 1923 was die prijs
per 5.08 K G. f 20.88; op 24 Aug. f 14.34;
op 15 Febr. 1924 f20.30; op 6 Juui
f 12.18 en op 30 Juni f 13.92. De capaci
teit der fabriek was in 1917—18 een mil-
lioen, in de laatste campagne 2i/t rail-
lioen.
Ook de stand van ooft en tuinbouw
ontging ons aanvankelijk maar verdient
zeker een afzonderlijke vermelding.
Nog zagen wij een nieuw systeem voor
het steriliseeren van groenten, waarbij
luchtdruk zeer practisch en vlug de fles-
schen hermetisch afsluit, ingevoerd door
de N.V. „Ons Belang" te Rotterdam.
Onder de stands, die veel belangstel
ling trokken, nam de draadlooze instal
latie van de firma Schipper en Na uta een
eerste plaats in, door middel van eigen
gemaakte toestellen werden de aanwe
zigen vergast op goed hoorbare muziek
afgezonden door den draadloozen dieust
te Parijs.
Dat ook op het tentoonstellingsterrein
voor veel muziek was gezorgd, spreekt
haast van zelf, maar ook in de stad
klonken bijna onophoudelijk de tonen
-van het koper. Het was een drukte van
belang op het terrein en in de stad, want
bij de honderden uit alle deelen deF
provincie voegden zich nog de talrijke
Engelschen en Belgen, die van het be
zoek aan de Middelburgsche markt te
rugkeerden.
Daar wij gister reeds iets over de
avondfeesten melddden, is 't ons 'n be
hoefte dank te brengen voor de gulle
ontvangst door het bestuur der Z. L.
M. en dat van den kring Oostburg, voor
de medewerking ondervonden van be
stuursleden en tentoonstellingscommis
sie en niet minder van den burgemeester
'van Sluis, die ons zijn kamer afstond voor
het maken van onze verslagen. Ook de
heeren van het post- en telegraafkantoor
dank voor hun hulp en een woord van
lof aan liet korps marechaussée's, dat
reeds bij den rijtoer, maar ook bij het
drukke verkeer op Donderdag ten volle
voor zijn taak berekend bleek te zijn.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
Nieuwe uitgaven.
Van de „Verspreide opstellen" van Jan
Ligthart verscheen als volksuitgave bij
J. B. Wolters een derde druk van den
eersten bundel, en een tweede druk van
den tweeden bundel, beiden in stevigen
band, en met een portret van den schrij
ver.
In Elsevier's Algemeene Bibliotheek
werd opgenomen „De Duitsche Littera-
ratuur sinds 1880", door dr. Arthur Eloes-
ser, vertaald door Martha Leopold.
Een serie artikelen als Medische
kroniek verschenen in de „Telegraaf" en
in de „Amsterdammer", van de hand
van prof. dr W. Storm van Leeuwen,
zijn thans gebundeld onder den titel:
„De Mensch en zijn lijden", uitgegeven
bij van Holkema en Warendorf. Blijkens
een I op het titelblad is er een vervolg
op te verwachten.
„Gesprekken met Kunstenaars" is
de titel van een brochure-serie door „De-
Waelburgh" te Blaricum uitgegeven, en
waarin nu werd opgenomen een beschou
wing van Arnold Lottum over G. S Ada-
ma van Scheltema. Een mooi portret van
den dichter, door H. Rijkman, is te
genover het titelblad opgenomen.
HANDEL, NIJVERHEID EN
VISSCHERIJ.
„Zeker, mijnheer. Wijl gaan naar Pa
rijs en vermijden de telegraafkantoren."
Isobel was tot nog toe maar gedeelte
lijk bij bewustzijn geweest. Langzamer
hand kwam er eenige kleur op haar
wangen en ten laatste opende zij haar
oogen en glimlachte. Haar vingers druk
ten zachtjes de mijne. Zij zeide nog
niets, maar na een half uurtje deed zij
een poging om rechtop te gaan zitten.
„Beste. Arnold, mijn beschermengel!
O
Zij hield op. Een rilling ging door haar
leden.
„Nog niet praten, Isobel. Ik zou geen
knip voor den neus waard geweest zijn,
als ik je niet geholpen had. Het was
echter monsieur Feurgères, 1 Idie alles
voorbereidde."
„Arnold, ik heb in tangen tijd niets
gelen. Zij hebben wat in mijn eten ge
daan om mij slaperig te maken; nadat
ik dal had begrepen, dorst ik niets meer
te eten."
Binnensmonds gaf ik aan mijn woede
lucht door dc noodige vloeken.
Toen wij door een klein stadje reden,
wendde ik mij tot den chauffeur. Hij be
gon toen langzamer te rijden, en hield
tenslotte stil yoor een restaurant. Met
het eerste hapje, soep schgpen .Isbel's
jeugd en kraehC' terug (t'é-'keé'fed? Na
nog, iets tc-tiebbun gegeten err een glas
Makreel in de O o s te r-S c held e
Men schrijft uit Zeeland aan de N.
Rotterd. Cr(.
Zoodra er een bijzonder soort visch
wordt waargeuomen of gevangen, wekt
dit in de meeste gevallen zeer veel be
langstelling. Van lijd tof tijd komen in
de Oo ster-Schelde groote scholen ma
kreel voor sommige jaren kenmerken
zich door bijzondere vangsten en ook
nu is deze visch weer aanwezig. Het
[verdient opmerking dat deze visch, wel
ke versch van de hand moet, in onze
eigen omgeving bij de consumenten niet
Hen aftrek heeft, welke deze visch ver
dient. Wanneer kleinere hoeveelheden
worden besomd dan gaat het wel, maar
fcoodra er van rijke vangsten sprake is,
dan wil men er niet aan. De Zeeuwen
hoewel in de laatste reeks jaren van
de echte Zeeuwsche panharing gespeend
door slechte besommingen, denken waar
schijnlijk te veel aan die haring om de
makreel te waardeeren naar waarde.
Indien het voorkomt, dat geheele scho
len de Schelde optrekken, dan daalt ook
direct de prijs en wel zoo, dat de <yisch
voor de leurders niet de moeite loont
om aan den man te brengen. Er is een
jaar geweest, en wel in 1906, dat de
overvloed van makreel zoo groot was, dat
de weervisschers, want deze krijgen ze
in de na-campagne van de ansjovisvangst
'in de Huiken, de makreel gewoonweg
niet meer ophaalden. De besomming
(was in eens zoo verbazend groot, dat er
lage prijzen kwamen en men de visch
eenvoudig ni$t kon verkoopen en op
den vischafslag partijen bleven staan tot
den volgenden dag. Een gevolg van dezen
[toestand was, dat enkele visschers niet
meer naar hunne weeren gingen om de
visch te halen, en daarmede een onheb
belijke onverschilligheid aan den dag
legden, die ergernis gaf. Wel voer men
naar verschillende plaatsen langs de
Scheldeboorden, wat wel de moeite eerst
loonde, doch ook weer dóór het te veel
werd dit na verloop van eenige dagen
weer minder. Te lerseke gebeurde het,
dat een visscher met een heele partij
bleef zitten en ze noodgedwongen voor
een prikje overdeed aan een leurder, die
er nog niet eens zijn besteed geld uit
haalde. Er was zooveel makreel in de
Zeeuwsche stroomen opeens gekomen,
dat men dagelijks groote scholen in de
Eendracht kon waarnemen en dat ze
(zelfs in de havens van Tholen en Ber-
wijn te hebben gedronken, begon zij te
spreken. Zij pruttelde, toen ik haar geen
koffie aanbood en ik haar aanspoorde
om te vertrekken. In de auto kwam zij
dicht bij m'ij feitten en eenigszins verlegen
stak zij haar arm door de mijne. Zoo
spoedden wij voort op weg naar Parijs.
Een gesprek, ook al was Isobel er
reeds geheel toe in staat geweest, was
bijna onmogelijk. Toch trachtte zij mij
alles te vertellen.
„Ik was binnenshuis," zeide zij, „en
de deur van de kamer werd afgesloten
voor ik begreep, dat het briefje een val
strik was. Mijn tante kwam binnen en
trachtte eerst vriendelijk te zijn. Zij zei
de mij, dat mijn grootvader een oude
man was en dat hij mij wenschte te zien
voor hij stierf. Ik moest daarom dadelijk
met haar mede gaan. Ik antwoordde, dat
ik jou eerst wilde zien, maar dat maak
te haar boos. Zij zeide, dat mijn leven
een schande was voor onze familie, dat
ik jouw naam niet meer mocht noemen
en dat ik scheen vergeten, dat ik pas
uit een klooster was gekomen. Toen ver
loor ik ook mijn geduld. Ik zei haar
dat ik niet naar Illghera wenschte te
gaan en dat ik mijn grootvader en ver
dere familie niet wilde ontmoeten. Zij
hadden mij zooveel jaren aan mijn lot
overgelaten, dat ik het nu ook wel ver
dei onder hem kon stellen. Zij viel mij
niet in de rede, doch keek mij voort
durend aan met een ijskouden glimlach
op haar gezicht. Toen ik uitgesproken
ahd, zeide zij „Wij zullen zien", en liet
mij daarna alleen. Zij brachten mij eten
en nadat ik daarvan iets genuttigd had,
voelde ik mij ziek en slaperig. Daarna
leek alles mij een droom. Ik verroerde
m ij alleen, als het mij werd gezegd. Het
kon mij niet schelen, wat er met mij ge
beurde. In Parijs kwam Adelaide iu mijn
kamer. Zij bracht mij wat chocolade en
vertelde mij, dat jij in de nabijheid was.
Zonder haar zou ik, geloof ik, gestorven
zijn.
vIk begon aandacht te schenken aan
hetgeen men tegen mij zeide. Ik begreep
dal men mij nieL naar Illghera zou bren
gen omdat men voortdurend over het
klooster sprak. Toen besloot ik mij zoo
veel mogelijk te verzetten. Ik wilde hun
eten niet meer aanraken. Gelukkig bracht
Adelaide mij af en toe chocolade. Ik zei
de voortdurend tot mijzelf, dat ik niet
ziek was dat ik niet ziek wilde zijn.
Daarom was ik in staat naar je uit te
kijken en den heer von Leibingen een
klap te geven, toen hij op je wou schie
ten en daarom kon ik ook alleen naar je
auto loopen. Arnold, waarom haat mijn
tante mij op zulk een vreeselijk wijze?"
(Wordt vervolgd.).