EEiV GOEDE FOTO COMNs. HEMMING FEUILLETON. DBIEHK Jïo, 163 Zaterdag 12 Juli 1924 167" Jaargang MIDDELBURGSCHE COURANT. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal: op de buitenwegen om Middelburg, en roor de andere gemeenten p. post f 2.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- alngen f 2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Advertentiën worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden Mededeelin- e n 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: ran 17 regels f 2.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet frooter dan vijf regels druks en waarbij U aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan on3 Bureau bezorgd zijn. VOORLICHTING BIJ BEROEPSKEUZE. „De keuze van het beroep is de belangrijkste zaak voor het geheele leven; en het toeval beschikt er over." Pascal. We vonden deze aanhaling in een de zer dagen uitgekomen boek*) dat wel licht een helper kan zijn voor sommige ouders, van wie een kind thans een school heeft afgeloopen, en hen nu voor de vraag stelt: wat verder? Het is waar, dal 't doel van 't hoek verder strekt dan een helper der ouders te zijn, maar het heeft toch ook dit nut, dat het de ouders wegwijs kan maken. Naar aanleiding van wat we Woensdag j.l. schreven over „Overproductie van ge leerdheid" hebben we de vraag géhoord: ja, maar wal moeten we dan met on ze kinderen? Ze moeten toch iets leeren! Ja, natuurlijk. Maar we hadden het erover dat er zooveel kinderen een half of heel wetenschappelijke richting wor den opgestuurd, zonder dat erop ge let wordt of ze er werkelijk aanleg cn lusl voor bezitten. Die opmerking kan echter worden uit gebreid, want ook voor nietwetenschap- pelijke vakken telt aanleg en lust van het kind slechts bij uitzondering mee bij de beroepskeuze. Vooral hoofden van scholen zouden kunnen getuigen, hoe beperkt soms de ge zichtskring is van ouders bij de over weging welk beroep er voor een kind gekozen zal worden. Het beroep van den vader bekeerscht de eerste gedach te; en dan komen althans wanneer het kind geen uilgesproken wensch heeft, wat uilzondering is de beroepen aan de beurt waarin kennissen een blijkbaar goed beslaan hebben. Of de jongen of het meisje er voor deugen, wie laat dat werkelijk zwaar wegen? En toch is er in de laatste jaren zoo ontzaglijk veel over de vereischten van de verschillende beroepen geschreven. In het hierbovenvermelde boek vonden we* achterin een 14 pagina's lange^op- somming van in Nederland verschenen werken inzake beroepskeuze. We zeggen niet dat die boeken en boekjes onge lezen blijven, maar wel dal zc niet vol doende gelezen worden, getuige het klei ne kringetje waartoe de beroepskeuze van een kind zoo vaak beperkt blijft. Maar de inzage van dit boek gaf ons ook nog aarfleiding lot een andere op merking, betreffende de niet-gemakkelijk te beantwoorden vraag hoe kan ik te weten komen of een kind voor een of ander vak deugt? De schrijver, mr. P. A. van Toornen- i burg, geeft in een inleiding o.a. een overzicht van hetgeen in ons land js geschied om op georganiseerde wijze, hetzij van particuliere zijde, hetzij dooi de gemeentebesturen, behulpzaam te zijn bij de beroepskeuze. En nu trof het ons dat in die opsom ming geen enkel voorbeeld wordt genoemd uit Zeeland. Leeringen wekken, maar voorbeelden strekken. En daarom raeeneu we goed te doen, met hier een deel van dal overzicht over te nemen. Dan zal dc lezer zelf zien, wat in onze provincie ontbreekt: In 1912, zoo vertelt dc schrijver, opende de afdeeling 's Gr&venhage van de Vereeniging lot bevordering van de Vakopleiding voor handswerklic- den in Nederland een „Bureau voor Vak opleiding". In een volgend jaar werd dc naam verlengd tot „Bureau voor Vakop leiding (Beroepskeuze)". In 1916 kwamen bureaux voor be-, beroepskeuze tot stand te Arnhem,! Groningen en Rotterdam; iu 1918 stelde] de koninklijke Verecniging tot opleiding voor Ambachten en Beroepen te Am-I sterdam een adviesbureau in; te Almelo en te Enschede werden iu 1919 bureaux geopend. De gemeente Arnhem ging voor mei een geneeskundige keuring, alle kinderen in de gemeente woonachtig en 12 tot 18 jaar oud kunnen zich kosteloos van ge meentewege voor een op le geven he- roep laten keuren. De gemeentebesturen van Zaandam en Hilversum stelden in 1917 commissies voor beroepskeuze in, die tot taak kregen kosteloos voorlichting aan ouders en kinderen tc verstrekken; in 1918 volgde Amsterdam, in 1920 Hoogeveen, in 1921 's-Gravenhage cn Helder, in 1922 Wormerveer. De belangstelling voor de vraag, hoe men kan maken, dat de rechte man op de rechte plaats komt, is in ons land vooral gewekt door Prof. Dr. J. van Gin- neken S. J„ die in 1918 in eenige le vendig geschreven boekjes heeft gewe zen op de resultaten der psychotechni sche onderzoekingen en op liet profijl, dat hiervan gelrokken kan worden bij dc voorlichting bij beroepskeuze. De oprichting van het Centraal Zielkundig Beroepskanloor te Utrecht is zijn werk; in dal kantoor slaat het psychotechnisch onderzoek op den voorgrond. (Dat betreft dus de door proeven le onderzoeken lichamelijken cn geestelijken aanleg of geschiktheid voor hetgeen een bepaald beroep vereischl) In 1918 en de volgende jaren zijn van Roomsch-Kalholieke zijde levens ver schillende plaatselijke commissies en bu reaux voor beroepskeuze in het leven ge roepen, veelal in samenwerking met de arbeidsbemiddeling voor Roomsch-Katho- lieke jongens en fcieisjes. in 1918 te Ven- ray, te Hilversum, le 's-Gravenhage (jon gelingen), te Amsterdam (jongelingen), in 1919 te Arhem, te 's-IIertogenbosch, te Nijmegen, te Amsterdam (meisjes). Behalve het zoojuist genoemde Cen traal Zielkundig Beroepskantoor zijn er thans nog een drietal instellingen, wel ke Jen doel hebben de psychotechniek dienstbaar te maken aan de voorlich ting bij beroepskeuze, namelijk het So ciaal Paedagogisch Instituut van de Dr. D. Bos-stichiing, gevestigd te Groningen, iu 1920 geopend, het Psychotechnisch Laboratorium der gemeente Amsterdam iu 't najaar van 1920 ingesteld, en de Christelijke Centrale voor School en Be roep, welke in'1921 is opgericht. Volledigheidshalve worde vermeld, dat behalve het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid een tweetal vereeni- gingeu zich ten doel stellen aan meis jes cn vrouwen bij de beroepskeuze bij stand te verleenen; de verecniging Tes- selschade en de Nederlandsche Christen Vrouwenbond. Verschillende instellingen bestaan er, waar inlichtingen worden verstrekt ten behoeve van hen, die zic'n in de koloniën een werkkring zoeken. Ten slotte worde er op gewezen, dat van de Nijverheidsonderwijswet belang rijke verbeteringen ten aanzien der juiste beroepskeuze mogen worden verwacht. De wet vordert in artikel 14, dat alle jongens en üneisjes, voor wie toelating tot 'n school voor nijverheidsonderwijs wordt gewenscht, een geneeskundige verklaring overleggen, uil welke blijkt, of de leer ling voor hel gekozen ambacht, vak of beroep lichamelijk al dan niet geschikt is. Plaatsing zal niet mogen worden ge weigerd uitsluitend op grond van de overweging, dat deze verklaring niet gunstig luidt. Willen ouders oi' verzorgers een leerovereenkomst sluiten, dan is een dergelijke verklaring vereischl; luidt zij ongunstig, dan blijven ouders en verzor gers niettemin vrij een leerovereenkomst aan le gaan art. 43.) De waarde van hel voorschrift ligt voor een belangrijk deel hierin, dat de ouders en de kinderen er toe worden gebracht zich rekenschap le geven van de vraag, of het kind physiek ongeschikt of minder geschikt is voor het gekozen beroep. De wet opent voorts de gelegenheid zoowel voor de gemeentebesturen als voor de besturen van instellingen en ver- eenigingen, om overeenkomstig hare be palingen mede te werken aan de bevor dering van hel leerlingwezen. Ten be hoeve van een volgens de Nijverheids- onderwijswet toegepast leerlingwezen kan uit 's-Rijks kas subsidie worden verleend, aan instellingen of vereenigingen en aan gemeenten, welke zich de bevordering van het nijverheidsonderwijs ten doel 1 stellen. Wal in hfet boek volgt is feitelijk een gedclaileerde Uitéénzetting van dé werkwijze dier verschillende instellingen. We zullen er bier niet verder over uit weiden. Want als we hier in hel bij zonder de aandacht op dat boek ves- sligden, dan geschiedt dit vooral om degenen die iu onze provincie do nei ging en de gelegenheid hebben om ook hier iels in die richting tol stand te brengen, een beknopt overzicht aan te wijzen, waaruit z ij kunnen vernemen, wal op andere plaatsen op dat gebied mogelijk bleek, welke methoden daar gevolgd worden, en welke resultaten daarmee worden bereikt. Het bedoelde boek heel „Voorlich ting bij beroepskeuze in Nederland", sa mengesteld door den rijksdienst der wer keloosheidsverzekering en arbeidsbemid deling en uitgegeven in opdracht van hel Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid. Verschenen bij Mart. Nij- hoff, Den Haag. 61 N NETLAND. IN EN DE HOOFDSTAD. LXXXVI. De vreemdeling binnen onze poorten. Hel is nu weder de Tijd van jaarlijk- sche vergaderingen met daaraan dikwerf toegevoegde gezellige maaltijden en uit stappen; van congressen op allerlei ge bied, met of zonder congressisten uit hel buitenland nationale of internationale Zijn zc internationaal, dan brengt de in ternationale beleefdheid uit den aard der zaak met zich, dat men zich binnen dc perken der geldbeurs, waarover men te beschikken heeft, wat uitslooft voor den vreemdeling, die binnen de poorten is opdat hij, ons straks verlatende, met zich mede zal nemen een goeden indruk van ons land en van de gastvrijheid van des- zelfs „overheden" en burgers. Wanneer men snuffelen gaat in de geschiedboeken van onze Amstelstad, zal men herhaaldelijk kunnen opmerken, dal de grootc stad aan Amstel en IJ niet ten onrechte steeds een roep van groote gastvrijheid heeft gehad; dat men cr steeds waardig wist te recipieeren en dat de vreemdelingen, die hier loerden als deelnemers aan deze of gene inter nationale bijeenkomst, steeds deze stad verlieten hoogelijk voldaan over de ont vangst, die hun was bereid en bovenal zulks vooral in de laatste vijftig, zestig jaren vol bewondering voor de kennis van vreemde talen der bewoners van dit land. Ook thans blijft Amsterdam nooit ach ter, waar het noodig is, vreemde gasten hartelijk en zonder schrielheid te ont vangen. Zeker, de tijden zijn al lang voorbij, loen de schatrijke patriciërs der trotsche Europeesclie koopstad en bo venal de zich voelende burgemeesters ter eere van hooge bezoekers festijnen aanrichtten, die bijkans niet door buiten- landsche potentaten konden worden ge ëvenaard. De schitterendste banketten, die in onze dagen, den vreemdeling ter eere, nu en dan bij Couturier of iu ccuig ander Lucullushuis worden aangericht, zijn nog I(éénvoudig vergeleken bij de festijnen, die dc Amslerdamsche macht hebbers uit onzen gouden lijd durfden aanrichten, maar niettemin, karig is Ara- sterdam nog niet. We liggen dan nog maar liever een „beetje krom" voor an dere uitgaven, dan dal we den vreemde ling zouden doen bemerken, dat we liier eigenlijk een beetje tol de „gesjoelde jongens" behooren. 'I Eerste groote internationale congres, dat we de vorige week hier gehad hebben, lieefl, hetgeen ik boven schreef, weder ten volle kunnen bevestigen Hel was inderdaad van veel beteekenis, dal „town planning", dat sleden-congres, hetwelk in deze stad heeft plaats gehad. Het is gehouden te juister lijd, misschien nog een jaartje te vroeg, doch dat doet nu niet zoo heel veel ter zake. Had het congres hel volgend jaar plaals gehad, de vreemdelingen, die nu een groot deel van Amsterdam 'onderstboven gekeerd hebben gezien, zouden d;ln hebben kun-, nen opmerken, hoeveel den laalsten tijd aan de eischcn van het verkeer ten koste werd gelegd; maar aan den anderen kant, ze hebben nu inet eigen oogen kun nen aanschouwen hoe die nieuwe be- straling wordt aangepakt en dat meu le I dien aanzien blijkbaar niet uit bekroin- pen beurs handelt. Vermoedelijk hebben ze wel eens gekeken op den N 7. Voor burgwal, waar men bezig is een geheele betonnen bevloering tc leggen, alvorens daarover de asphaltlageu aan le brengen een verbazend stuk werk, maar dal het geld, véél geld moei kosten, staat wel vast. De congres-leden uit verschillende Europeesclie landen hielden hunne ver gaderingen in de aula der gemeentelijke universiteit. Daartegen is op zichzelf nets in le brengen een der woordvoerders op hel congres heeft niet ten onrechte opgemerkt, dat, vooral in onzen lijd, we tenschap en sledcn-uilleg en sleden-ver betering en verfraaiing samen gaau. Toch is ook nu nog dc leemte bewezen, dat in deze stad feitelijk geen officieel gebouw bestaat, waar dergelijke groote bijeen komsten waardig kunnen worden gehou den; een gebouw, dat voor dal doel ge heel berekend is ln tal van buitenlaud- sche, met name in vele groote Eugelsche steden lieefl men nevens liet eigenlijke stadhuis, dikwerf een „lown-hall": een gebouw, bestemd voor officieele santen komsten, mei vergaderzalen, die ook aan de burgervereenigingen worden verhuurd en waaraan in den regel ook een con certzaal verbonden is zoo iets mist Amsterdam nog steeds voor congres sen, als dat, hetwelk nu is gehouden, moet men nog altijd „leentjebuur spelen" bij den Senaat der Universiteit, bij Artis- of Concertgebouw bestuur; er moet een tijd komen, dat zulks niel meer uoodig zal wezen geduld maar, als we weer eens een „gouden eeuw" krijgen! Natuurlijk, men heeft dien vreemde lingen, dien mannen, die alle op een of andere wijze medewerken tot uitleg, ver betering en verfraaiing van hun woon steden, in de gelegenheid gesteld een goed deel van hel oude en van het IN ELKE GENRE LEVERT U FOTOGRAAF MARKT C14, MIDDELBURG Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch, van E. PHILIPS-OPPENHEIM, door Mevrouw v. d. W. Zij keek mij nieuwsgierig lachend aan. „Dat is werkelijk een onverwacht ge noegen," riep zij uit. Ga ergens zitten. Mijn ontvangtijd is reeds voorbij en ik wilde mij juist gaan kleeden voor het diner, maar jou kon ik toch niet weg zenden." „Weet u, waarom ik gekomen ben?" „Mijn lieve man, daarvan heb ik geen flauw idee. Het is zuivere, onvervalschte nieuwsgierigheid, die mij je hier doet ontvangen. Onze verhouding is er anders op 't oogenblik niet naar." „Isobel heeft ons van morgen verla ten!" Zij ontving een briefje geteekjejnd „Feurgères", dat, daarvan ben ik zeker, valsch was. Zij verliet ons om acht uur en zij is nog niet teruggekeerd." Lady Delahaye keek mij met een Hau wen glimlach aan. De uitdrukking in haar gezicht was mij een raadsel. Ik kon hare gedachten niet raden. „Wat zul je in angst zitten. Weet je. ik heb mijzelf al dikwijls afgevraagd of Isobel niel den een of anderen dag ge noeg zou krijgen van jullie water en melk zigeunerleven. Je Schotsche vriend is een verdienstelijk mensch, maar ver velend fin de jongen is te wanholpig verliefd om gezellig te zijn. En wat jou betreft nu met jou zou het onge twijfeld gaan, mijn beste Arnold, maar jij zit le vol met principes voor teen meisje als Isobel. Zij heeft dus den Gor- diaauschen knoop doorgehakt! Nu dat spijt mij!" „Het spijt ui" Waarom?"' Zij glimlachte. „Omdat mijn lieve vriendin mij dal prachtige halssnoer van smaragd had be loofd, als ik 'l kind bij jou kon weg krijgen en ik geloof, dat ik met behulp van dien dommen jongen spoedig ge slaagd zou zijn," zei de zij spijtig. „Zulke smaragden. ArnoldEn je weel niet hoe goed groen mij staat." „Je twijfelt cr dus niet aan, dal lael de aartshertogin is, die het gedaan heeft?" Lady Delahaye trok haar wenkbrau wen op. „Of de aartshertogin deed het, of Iso bel is uit haar eigen lieven wil weggc- loopen," merkte zij kalm op. „In ieder geval ben jij het kind kwijt cn ik mijn halssnoer, Ik mag het er niet op wagen, om mijn diner ook te missen," voegde zij er aan toe, met een blik op de klok, „daarom ben ik bang spijt het mij, dat ik je moei vragen om heen le gaan. Kom je mij nog eens bezoeken? Mis schien kunnen wij weer vrienden wor- j den nu deze twistappel verdwenen is." I „Ik heb nooit anders verlangd, lady i Delahaye. Maar als u mijn grootste dauk- j baarheid wil verdicnen3 zoudt u dat ge makkelijk kunnen doen." „Werkelijk! Op welke manier?" I „Door mij tc helpen het kind terug le krijgen." Zij lachte, eerst zachtjes, daarop uil volle borst. Eindelijk belde zij. „Mijn beste Arnold, je bent werkelijk te naïef. Je amuseert mij meer, dan ik je kan vertellen. Mijn kamenier zal je uitlaten. Kom mij spoedig eens weer bezoeken. Tol weerziens!" Dat was de hulp, die wij van lady Delahaye kregen. Ik riep een taxi en reed onmiddellijk naar Blenheim House, de verblijfplaats van dc aartshertogin. Een bediende gaf mij over aan een ge wichtiger persoon, die aan een tafel in de vestibule zal met een audiënlieboek voor zich. Ilt gaf mijn wensch le kennen om gedurende eenige oogenblikken bij de aartshertogin te worden toegelaten, maar hij schudde het hoofd. „Het is onmogelijk voor de aartsherto gin om voor haar vertrek nog iemand j te ontvangen, mijnheer. Indien u iemand van de pers is, kan ik u alleen vertel- j len, wal ik reeds aan vele anderen deed. j Wij hebben een telegram ontvangen uit Illghera met ernstige berichten omtrent den gezondheidstoestand van zijne ma jesteit den koning van Waldenburg en ondanks dc ongesteldheid van prinses Adelaide, heeft de aartshertogin beslo ten om onmiddellijk naar Illghera le ver trekken. Een uitgebreidere mededeeling zal in de couranten bekend worden ge maakt en de aartshertogin is er op ge steld haar groote spijt te betuigen aan allen, wier bezoeken moeten worden af gezegd. Goeden dag, mijnheer." De man hervatte zijn werk en wees met zijn penhouder naar den bediende om mij uit le laten. Maar ik liet mij niet zoo spoedig afschepen. „Vertrekt u dus vandaag?" „Wij vertrekken vandaag", gaf de man toe, zonder van zijn werk op le kijken. ,,Wij hebben het natuurlijk zeer druk." „Kan ik mijnheer von Leibingen spre ken?" vroeg ik. „Dat is geheel onmogelijk, mijnheer. Hij heeft bezigheden bij de aartsherto gin." „Dan zal ik wachten." „Dan moet ik u vragen om buiten te wachten, mijnheer", zeide hij ongeduldig. Ik wil niet onbeleefd schijnen, daarom wil ik u levens zeggen, dat de door mij ontvangen orders geen tegenspraak dul den." Op dat oogenblik ging er een deur open en trad iemand de vestibule binnen, die bezig was zijn handschoenen aan te trekken. Het was de heer von Leibin gen. Hij herkende mij dadelijk en boog hoffelijk. In zijn manier van doen was iels, dal mij den indruk gaf, dal hij het minder aangenaam vond mij hier aan te treffen. „Is er iels, dat ik voor u kan doen, mijnheer Grcalson?" vroeg hij mij. „Ik zou gaarne een onderhoud van vijf minuten hebben met de aartsherto gin. Ms u dat voor mij in orde kunt maken, zoudt u mij zeer verplichten." Hij schudde het hoofd. „Dal is totaal onmogelijk, heeft ze ker gehoord van de ernstige berichten uit Illghera. In een paar uren zijn wij reeds op weg daarheen." Ik Irok hem Ier zijde. „Is Isobel hier, mijnheer von Lei bingen?" vroeg ik ronduit. „Wal bedoelt u is wie hier?" „Isobel prinses Isobel. als u wilt is door een valsche boodschap bij ons weggelokt. Wij kennen nu haar geschie denis cn wij begrijpen dus de belang stelling, die uw meesteres voor haar ge loond lieefl. Daar zij nu weg is. kom ik bij u. Ik moet welen of zij hier is." „Als zij hier was", merkte de heer von Leibingen op, „zou ik en iedereen, die er iets van afweet, dadelijk zeggen, dal zij op Iiaar juiste plaats is. Als zij hier was, zou ik de aartshertogin ernstig aanraden, haar hier le houden. Maar hel spijt mij te moeten zeggen, dal zij niet hier is. Om u de waarheid te zeggen, heeft de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 1