BIJVOEGSEL f-'füttLETOl, SET III HI DE DBiE CELlBITilBS. VAN DE VAN Woensdag 9 Juli 1924, No. 160. OVERPRODUCTIE VAN GELEERDHEID. Ernstiger dan ooit wordt dit jaar ge voeld dat onze onderwijsinrichtingen méér gediplomeerden produceert dan on ze maatschappij blijkt te kunnen, gebrui- ken. Dat is geen nieuws van dit jaar. Al verscheidene jaren loopen jongelui met een ingenieursdiploma héél lang rond zonder een betrekking le kunnen vin den; het aantal artsen steeg zoo, dat vooral in de groote steden, de brood kwestie een storend element dreigt te worden in de ziekenbehandeling. Maar nu hebben de malaise en de be zuiniging dergelijke toestanden ook ge schapen in andere vakken. Reeds on langs wees prof. Simons op de moeite, die de jonge meesters in de rechten hebben om een passende betrekking te vinden, vooral sedert de banken en as- surantiebedrijven hun personeel van dien aard verminderen. Prof. Went te Utrecht waarschuwde de jongelui tegen de voor uitzichten van hen die biologie studee- ren; prof. Cohen deed hetzelfde voor hen die voor scheikunde opgaan. En de vorige week publiceerde het hoofdbestuur van de Alg. Vereen, van Leeraren Middelb. Onderwijs in het or gaan dier vereeniging een ernstige „waarschuwing" tot hen die zich aan'het middelbaar onderwijs zouden willen gaan wijden, daar „door vergrooting der klas sen. verhooging van het aantal lesuren en daling van het aantaal leerlingen, het benoodigd aantal leeraren in de naaste toekomst zeer gering zal zijn." Voor het lager onderwijzersambt is in '19 en '20 al gewaarschuwd door den Bond. Maar dat was toen vanwege het salaris. Thans is er echter iets bijge komen, dat toen nog niet gekend was, u.l. de vergrooting der klassen,dus ver mindering van 't aantal onderwijzers.' En als gevolg van al die waar- schuwingen hoort men nu van verschil lende kanten den zeer verslandigen raad laat alleen diegenen voor studie opgaan die een uilgesproken lust en aanleg voor studie hebben. 't Is verstandig gezegd, maar die raad alleen zal niets uitrichten als niet de kille, maar óók zeer verstandige financi- eele werkelijkheidservaring de menschen tot het inzicht brengt dat de geestelijke ontwikkeling nog geen maatschappelijken welstand waarborgt. En de verschijnselen zijn er, dat dit in zicht in wording is. Misschien óók ten opzichte van aller lei diploma's van lageren rang, waarvoor! eveneens een overcompleet is. De vrijwel Algemeene en ook heel ver klaarbare opvatting: mijn kind moet wat leeren, is, waarschijnlijk mede onder den invloed van dc „verstandelijke" gees- tesslrooming van de negentiende eeuw, veranderd in de lens: mijn kind moet zooveel mogelijk studeeren. En de zich steeds meer specialiseerende onderwijs inrichtingen hebben dat in de hand ge werkt. Tot zoover zullen de meeste lezers het wel met ons eens zijn. Maar als we bijzondere gevallen noemen, zijn we al bij voorbaat in af wachting van tegenspraak. In den Staatsalmanak van 1901 telden we 7*1 H. B. Scholen, van alle soorten bijeen, van rijk, gemeente, stichtingen, Geautoriseerde vertaling naar het JSogelsch, van E. PHILIPS-OPPENHEIM door Mevrouw v. d. W. o 31.) En toen zij daar zoo stond, met haar schitterende oogen, met liaar heerlijken glimlach, werd de deur, waarvoor wij stonden, open geworpen en verscheen Arthur. Hij had zijn hoed op en zijn jas aan en ik zag dadelijkdat hij niet zichzelf was. Hij keek ons met nijdige blikken a an. „Zoo, zijn jullie daar eindelijk 1 Allan en ik hebben genoeg van het wachten. Nog juist gelegenheid om je goedendag le zeggen, Isobel. Ik ga weg!" „"Weg? "Waarheen?" vroeg zij, hem ver wonderd aankijkend. Ik liet hen staan en ging onze werk kamer binnen, waar Mabane zijn pijp zat te stoppen. „Wat heeft Arthur?" vroeg ik. „Niet goed snik", antwoordde Allan. „Neem er geen notitie van". Isobel en hij stonden nog te praten. Arthur's stem klonk luid daarna ge dempter. „Ik geloof", zeide Allan, „dat je goed enz. en daaronder was een enkele te .Amsterdam en te Enschede, die zich te vens als handelscholen aanmeldde. Volgens het jongst verschenen verslag van het middelbaar onderwijs, t. w. dat over 1921-22, bedroeg het aantal H. B. S, möt 5 jaar, met 3 jaar, lycea, H. B. S. en middgelbare scholen voor meisjes in totaal 182. Laten we hier ruimte laten voor en kele scholen die in 1901 wel bestonden maar niet in den Staatsalmanak waren opgenomen, dan blijft de toestand nog zoo, dat in die twintig jaar het aantal dier scholen met 150 pet. toenam. Hoeveel leerlingen die 74 scholen in 1901 bezochten, weten we niet. We lezen in het verslag van 1921-22 echter dat sedert het vorig verslag het aantal leer lingen was gestegen met van 25.262 tot 28.055 dus met tien pet. in één jaari» En toch heeft men in die twintig jaar het heele t handelsonderwijs zien op groeien als een Turksche tarwe uit het sprookje. In 1901 eigenlijk geen enkele handels school. Twintig jaar later waren er vol gens bovengenoemd verslag 31 hoogere handelsscholen met 1548 leerlingen, 28 liandelsdagscholen met 2814 leerlingen. Ook hier willen we er rekening mee houden, dat voor een vergelijking sommi ge dier scholen niet meetellen, dat de handelsscholen een heel ander soort be volking hebben dan Me H. B. Scholen; en ook dat de bevolkingstoename een vermeerdering van het aantal scholen rechtvaardigt. Maar toch blijft de conclusie uit die cijfers, dal éen zéér aanzienlijk grooter percentage der kinderen dan twintig jaar geleden dit soort onderwijs volgt. Of we het dan aan de nu naar boven klimmenden misgunnen dat ze van een beter onderwijs kunnen profileeren dan het geslachl van twintig jaar geleden? Och dat zeker niet. Maar daar loopt het niet over. We beweren dat die cijfers het ten eerste zeer verklaarbaar maken, dat er nu een steeds groeiend overschoL is aan diploma-bezitters waarvoor de maat schappij geen plaats heeft. En len tweede maakt niemand ons wijs, dal het speciaal de> meest begaaf den zijn die hel middelbaar ouderwijs gingen volgen. De hierboven aangehaalde raad dat alleen zij voor studie mogen opgaan die er een uitgesproken lust en aanleg voor hebben, telde bij de keuze der school slechts heel weinig mee. Er is bij die keuze der H. B. School heiei veel gedacht aan de groote en o.i. zeer overdreven achting waarin ambtelijke en „keeren'-betrekkingen zich mochten ver heugen. Ei* is bij de handelsscholen heel vaak gelet op de wonderbaarlijk hooge salarissen die vooral in de na-oorlogs- jaren door sommige banken en handels kantoren werden gegeven. En toen men het op zich zelf zeer gewenschte en nuttige beginsel invoerde dat de middel bare scholen gemakkelijker bereikbaar moesten worden gesteld voor de werke lijk begaafden uit minder vermogende standen, heeft men veel klachten der leeraren kunnen hooren over de vele tolaal-ongeschikten die op deze wijze op de H. 33. Scholen kwamen. Over het meisjesonderwijs zou een lange afzonderlijke beschouwing zijn te schrijven. Maar ieder weet wel in zijn eigen omgeving voorbeelden aan te wij zen van meisjes, die öf een opleiding genoten die hen met veel geleerdhéid maar met verkeerde handen deed staan wanneer zij na de school weer in eigen kring terugkeerden; öf die een opleiding volgden welke hen ten slotte bracht aan een betrekking waarvan de salarieering door 't overcompleet op een laag peil staal. Om nu maar niet te spreken over het zeer geringe praktisch resultaat van de universiteitsstudie voor meisjes, ver geleken met het aantal vrouwelijke stu denten. Als men aan de vele mislukkingen van meisjesgeleerdheid denkt, voel! men des te sterker liet nut dat de meisjes industrie-scholen hebben, door een deel van de meisjes af te leiden van .die, maar zult doen met tusschenbeide te komen. Arthur is uit zijn humeur. Ik hen bang" „Zou hij zich niet aan onze afspraak houden?" „Daar ben ik bang voor." Ik ging weer naar de gang. Zij spraken zeer ernstig. Arthur keek op en staarde mij aan. „Arthur", zeide ik, „Allan en ik wil len nog gaarne een paar woorden met je spreken, voor je weggaat als je ten minste weggaat." „Een oogenblik, ik heb Isobel nog iets te zeggen." Maar Isobel was naar binnen gegaan. Hij keek een oogenblik naar de deur, waarachter zij was verdwenen en volgde mij. Hij wierp zijn hoed op de tafel en keek ons uitdagend aan. „Ik ben het", zeide hij, „die aan jul lie wal te zeggen heb en dat moet mij van liet liart. Loop naar de maan met je huichelachtige ^overeenkomst, Arnold Greatson! Daar! Jij bent verliefd op Iso bel! Dat ziet een ieder en jij wilt Isobel geheel alleen voor jezelf houden." Allan deed een stap vooruit, maar ik hield hem tegen. „Val hem niet in de rede, Allan. Laat hem alles zeggen, wat hij op het hart heeft." „Dat was mijn bedoeling", vervolgde Arthur, „en ik hoop, dat het jullie aan genaam zal zijn. De overeenkomst was al te vaak onvruchtbare, zuiver verstan delijke ontwikkeling. De maatschappij vaart daar waarlijk niet slecht bijl Het zal echter niet makkelijk zijn om de omvangrijke onderwijsmachinerie in te stellen op geringere productie van verstandelijk gediplomeerden. Voor het oogenblik zijn die scholen er; ze vormen ieder in him omgeving een opzuigings- pomp, die met de werkelijk begaafden ook tal van anderen ophaalt, en aflevert als leden der maatschappij, die beter ge schikt waren geweest voor ander werk. De teleurstelling bij de geldelijke be zoldiging zal ten slotte wel de sterkste rem blijken tegen te groote toevloeiing. Maar inmiddels kan althans dit ge probeerd worden, dat men door strenger eischen de toelating weert van hen die niet gemakkelijk leeren, die er geen aan leg voor hebben. Dit beteekent werkelijk niet dat ze daarmee van een goed bestaan afgeslo ten worden. Wie in de maatschappij rond kijl^ti zal kunnen waarnemen, dat zeker niet alleen de menschen die veel „ge leerd" hebben, zich een eervolle plaats en een goed bestaau verzekerden. STUKKEN VOOR DEN GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG. Rekeningen der gemeentebedrijven. Bij hel overleggen van de jaarrekenin gen over 1923 van de gemeentebedrijven, stellen B. en W. voor het saldo der hedrijfsrekening van de gasfabriek ad f 3144.73 over te bren gen naar de reserverekening; het nadeelig saldo van de duinwa terleiding ad f 6737.36Va uit de ge meentekas aan te zuiveren; (de raming van hel tekort was f 6418.101/») het saldo van hel e 1 e c t r i s c h be drijf ad f 11.242.68 over te brengen naai de reserve-rekening; de gemeentelijke bijdrage voor den reiniging s- en ontsmettings die n s t, geraamd op f 35.181.80, tc be palen op T 54.694.93y», zijnde het tekort op dien dienst. Tij delijke geldlee- u i n g. B. en W. stellen voor, in afwachting van het sluiten ceuer definitieve geldlee- ning, een tijdelijke leening aan te gaan van f 38.514.72 ter bestrijding der uitbrei- mngslcosten van het gas-, waterleiding en electrisch bedrijf, resp. f4614.16, f 2756.891/a. en f 31.148.46%. Reorganisatie Openb, O n d e r w ij s. Reeds meerdere malen is door B. cn Wloegezegd dat zij den Raad voorstel len zouden doen met betrekking loteven- tueele reorganisatie van het openb. la ger onderwijs in deze gemeente. In ver band daarmede berichten zij thans dat zij, gelet op de aanhangige regeerings- voorstellen tot verhooging van het aantal leerlingen, benoodigd voor aanspraak op rijksvergoeding voor leerkrachten, tot hun leedwezen op dit oogenblik nog niet kun nen komen met een vast omlijnd plan tot reorganisatie van het openb. lager onder wijs, in hetwelk wellicht een voorstel tot opheffing van een der openbare lagere scholen zou moeten worden opgenomen. Intussohen willen zij daaraan toevoe gen, dat, naar hun meening, reeds thans onder de geldende bepalingen van de la ger onderwijswet 1920, reorganisatie- maatregelen in het financieel belang der gemeente noodzakelijk zijn, daar immers aan de openb. lagere school C eene vacature is ontstaan, spoedig nog een va cature zal ontstaan en bovendien reeds verschillende tijdelijke leerkrachten aan gewezen ter vervanging wegens ziekte, voor rekening van de gemeente komen. In verband met het vorenstaande stel len zij den raad voor 1. in principe te besluiten om school B met ingang van het cursusjaar '24-'25 in te richten als 4-mansschool 2. met ingang van den cursus '24,'25 mej. H. C J. P. Esink, onderwijzeres aan school B, over te plaatsen naar school C, in de vacature die zal ontstaan bedriegerij van a tojt z pu ik wil er niets meer mede te maken hebben Isobel is te oud om hier bij jullie te blijven wonen en ik ga haar ten huwelijk vragen. Ik zal liaar aanraden om naar Lady Dela- haye te gaan en uit Lady Delahaye's huis zal ik haar trouwen, als zij mij wil hebben. „Lady Delahaye", herhaalde ik pein zend, „heb jij je met haar in verbinding gesteld?" „Ja, dat heb ik. En ik ben van oordeel, dat zij gelijk heeft. Isobel moet vrien dinnen hebben. Dal zij vijanden heeft, daarvan ben ik nog niet zoo zeker Lady Delahaye behoort echter niet daartoe. De menschen, die haar hier vandaan wil len hebben, zijn misschien haar beste vrienden." ,Is dat, alles, .Arthur?" „Het is genoeg, geloof ik." „Zeer zekert Luister nu eens", zeide ik. „Vanavond zullen wij Isobel's geschie denis hooren. Wij zullen hooren wie zij is eu verder alles omtrent haar. Blijf bij ons en dan kun je ook alles te weten komen. Overigens heb je als een dwaas geredeneerd. Wij wenschen je niet in ernst te nemen. Wij namen gezamenlijk de zorg voor Isobel op ons. Als de tijd nu gekomen is om haar af te staan, zou ik gaarne willen, dat wij het allen eens waren. Het is heel waarschijnlijk, dat die tyd daar is. Ook ik ben van oordeel, dat het in vele opzichten voor haar bestwel door het ontslag van mej. J. P. W. Schmitf. Met verdere voorstellen tot reorganisa tie zouden zij willen wachten, tot zich weder een vacature voordoet, of de re- geeringsvoorstellen met betrekking tot de wijziging van de lager onderwijswet 1920 zijn aangenomen. De comm. van toezicht op het lager onderwijs vereenigt zich met het voor stel, Zij verzoekt evenwel in de toekomst niet in de eerste plaats school B voor op-< heffing in aanmerking te doen komen. Leeraar wisk. gym- N ij verheidsonder w. B. en W. dragen de volgende leera ren voor ter benoeming voor het tijdvak 1 September 1924 tot 1 Sept. 1925, aan de Avondschool voor Nijverheidsonder wijs. A. de Smidt, natuurkunde; W. K Kuiler, handvakteekenenJ Heuseveldt, lijnteekenenen C. de Nood, wiskunde. Leeeraar wisk. gym nasium. y Voor de betrekking van leeraar in wis kunde aan het gymnasium dienen B. en W. de volgende aanbeveling in: 1. B. D. Roos, leeraar in wiskunde aan de rijks hoogere burgerschool alhier; 2. R. Oort te Leiden. Tevens stellen zij voor de benoeming te doen ingaan op 1 September 1924 en haar, wanneer de keuze eventueel mocht vallen op de als no. 2 aanbevo- lene, tijdelijk te doen zijn, en wel tot het einde van den cursus 1924 192J5. V er longing Voorgesteld wordt de tijdelijke benoe ming van den heer H. J. H. Steenmeijer als leeraar in de oude talen aan liet gymnasium, welke benoeming op 1 Sept. 1924 afloopt weder met één jaar, derhalve tot 1 Sept. 1925 te ver lengen. Notariëele acte bij verhuring. Naar aanleiding van het ter fine van praeadvies in hun handen gesteld adres met bijlage van A. Jeronimus Jr. alhier, berichten B. en W., dat, naar hun wijze van zien, hot belang der gemeente ver- eischt, dal ter zake van verhuring van gemeentegrond notariëele acten worden verleden. Zij stellen den raad voor af wijzend op adressants verzoeken te be schikken. Bij aanneming van hun voorstel zal natuurlijk de onderwerpelijke verhuring geen voortgang kunnen hebben, en zul len zij zich gemachtigd achten op andere wijze over den betrokken grond te be schikken. Begrooting Arbeids beurs. Naar aanleiding van oen voorstel van B. en W. om de begrooting der Arbeids beurs vast te stellen en liet gemeentelijk aandeel in de kosten le bepalen op f S0S5, deelt de meerderheid van de Com missi e van Financiën mede dat zij, alvo rens advies uit te brengen over het voor stel, nadere inlichtingen verzoekt over de vraag hoe komt het dat de kosten voor de Arbeidsbeurs voor Middelburg over 1924 worden geraamd op f 3035, terwijl die voor andere gemeenten een weinig beteekenend bedrag uitmaken? Uit de bijlage bij het voorstel blijkt dat de raming der bijdragen in de uitgaven voor de dislrictsbemiddeling voor 16 an dere gemeenten le zamen f 259.55 beloo- pen en dat, om maar bij de groot/ere gemeenten te blijven, het aandeel van Goes bedraagt f40.94 en dat voor Vlis- singen f100. In Vlissingen is een correspondent schap gevestigd door de districtsarbeids beurs, waarvoor de uitgaven voor die gemeente bedragen pl.m. f 200. Aan Vlissingen met zijn groote arbei dersbevolking kost de geheele arbeidsbe middeling pl.m. f 300, terwijl volgens het voorstel Middelburg hiervoor het 10-voud van dat bedrag heeft te betalen. Gaarne verneemt de commissie of niet een andere regeling is te treffen dan die volgens het voorstel van B. en W„ waar bij de onbillijkheid in. de vcrdeeling der lasten te zeer in het oog springt. Dit rapport der 0. v. Fin. werd door zou zijn. Wij zijn bereid haar af te staan aan hen, die het recht hebben de zorg voor haar op zich le nemen maar nooit, Arlhur, aan Lady Delahaye." „Achl" zeide hij met een onaangena- meu glimlach, „ilc vergat iets. Is Lady Delahaye niet een oude vriendin van je?" „Je toespelingen zijn kinderachtig, Arlhur. Lady Delahaye is een oude vriendin van de Aartshertogin en hun belangstelling in Isobel is dezelfde. Om verschillende redenen wil ik Isobel's ge schiedenis kennen, alvorens haar aan een ander af te staan." „En wie zal dat vertellen?" „Feurgères, In den schouwburg ver zocht hij ons, om bij hem te kofmen en vanavond komt hij hier!" Er werd op de deur geklopt. Ik deed open. „Ik zal wachten", zeide Arthur. HOOFDSTUK XIII. Wij kenden nu allen Isobel's ge schiedenis. Het had nauwelijks twintig minuten geduurd om die te hooren, maar dat waren spannende minuten. Wij wa ren allen onder den indruk. Monsieur1 Feurgères zat in zijn stoel als een ge sneden beeld, zijn gelaat was bleek en vertrokken, zijn diepliggende oogen staarden in de ruimte. Wij voelden, dat hij met zijn gedachten ver weg was. Hij haalde het verleden weer voor zijn geest, waarover hy een oogenblik geleden het gordijn had laten vallen. Hij had ons ge B. en W. gesteld in handen van het be stuur der Arbeidsbeurs, hetwelk aan B. en W. een desbetreffend rapport uit bracht, met welks inhoud zij zich heb ben vereenigd. Gemeld rapport wordt in de gesloten trommel ter inzage van de leden van den Raad nedergelegd. Naar aanleiding van een nader schrij ven van B. en W. wenscht de meerder heid der C. van Fin. het volgende aan te teekenen. In het rapport aan B en W uitge bracht door het bestuur der Arbeids beurs staat, dat de vergelijking, die de G. v. Fin. maakt ten eenenmale onjuist is, omdat de arbeidsbeurs een veel grooter arbeidsveld omvat dan eeu correspon dentschap, daar zij is aangewezen om de intercomgmunale arbeidsbemiddeling lus- sclien het district en het overige land te bevorderen. De Commissie zegt, dat verschil geens zins uit het oog te verliezen, maar zij wil doen uitkomen, dat voor Vlissingen, met een arbeidersbevolking grooter dan die van Middelburg, dc totale kosten slechts ongeveer f 300 bedragen, ter wijl Middelburg alleen voor zuivero plaatselijke bemiddeling ruim f 3000 heeft te betalen. Het bestuur voornoemd meent, dat in Vlissingen niet gesproken kan worden van een goed geoutilleerde arbeidsbe middeling, omdat daar geen bemiddeling van oenige beteekenis plaats vindt Waar het evenwel aan de Commissie niet be kend is, dat de Vlissingen gegronde klachten zijn over een goede arbeids bemiddeling, wenscht zij de vraag te stellen: is daar de behoefte gebleken *aan een bemiddeling, zooals het bestuur doet voorkomen9 Veel van het werk dat in Vlissingen moet geschieden, zegt het bestuur, wordt door de arbeidsbeurs ie Middelburg ver richt. Het is evenwel genoegzaam ge bleken, dat wanneer Vlissingen voor de gemeentelijke huishouding een maatre gel nuttig of noodig acht, zij zelf daarin wel voorziet. B. eu W. zouden, volgens de com missi e, aan het gemeentebestuur van Vlissingen omtrent deze zaak nadere in lichtingen kunnen vragen. Mocht uit dit antwoord blijken, dat aldaar een ar beidsbemiddeling, geoutilleerd op een wijze als liet Bestuur der Middelburg- feche arbeidsbeurs zich dat voorstelt niet noodig is, dan zonden zeker- voor Mid delburg de kosten niet zooveel hooger, moeten gesteld worden als in de begroo ting uitkomt. Vergelijkingen met instellingen in an dere gemeenten gaan dikwijls mank, de toestanden en eischen zijn veelal an ders In de opgegeven plaatsen, b.v. Zaandam, Nijmegen, Eindhoven, den Hel der. Deventer, Leeuwarden en Enchedé is veel industrie, zelfs grootindustrie; zoodat voor vergelijking met Middelburg- sche toestanden deze plaatsen niet in aanmerking mogen komen, daarvoor zou den sleden met een bevolking gelijksoor tig aan die van Middelburg geraadpleegd moeten worden; er zouden dan wellicht andere cijfers voor den dag kunuen ko men. De commissie blijft de kosten voor Middelburg zeer hoog achten en zal slechts noode zich bij het voorstel neer leggen, mits zij de verzekering ontvange dat door nader overleg alle pogingen worden aangewend om voor de toekomst de kosten aanzienlijk te beperken. De minderheid van onze commissie vermeent dat in Vlissingen een zeer on voldoende arbeidsbemiddeling bestaat; daar wordt 2 maal per week op een on geschikte plaats gelegenheid voor „be middeling" gegeven, die dan ook hoege naamd niet lot haar recht komt. Zij wenscht de vraag te stelten of er geen mogelijkheid beslaat, b.v. door ver wisseling van ambtenaren onzer gemeen te, de kosten voor een ambtenaar werk zaam zijnde onder den directeur der Arbeidsbeurs, wat naar beneden te bren gen en tevens de xvenschelijkheid te uiten dat getracht zal worden voor de arbeidsbeurs groolere bijdragen van an dere gemeenten te verkrijgen, waardoor zegd om hem vragen te stellen, maar ik. voor mij voelde, dat het doen van vragen een heiligschennis zoude zijn. Arthur echter, scheen dat niet te voelen. Hij nam de leiding. ..Isobel," zeide hij, „is dus de klein dochter van den Koning van Walden burg, het eenige kind van zijn oudste dochter! Hare moeder was gescheiden van den Prins van Herrshoff en trouw de later met u. Wat is er van haar va der geworden?" Hij stierf twee jaren na de schei ding," zeide Feurgères, zonder het hoofd om te draaien. „Isobel werd door den invloed barer tante, de Aartshertogin van Britstlaw, onmiddellijk van het Hof ver wijderd en naar een klooster in Frank rijk gebracht. Het was de bedoeling, dat zij nooit aan het.Hof van Walden burg zou terugkomen." „Waarom niet?" „De Koning is zeer oud en de rijkste man van Europa. Isobel is de dochter van zijn oudste en lievelingskind. De Aartshertog heeft ook een dochter en bij ontstentenis van Isobel, zal zij erven." „Heeft de Koning," vroeg ik, nooit stappen gedaan om de verblijfplaats van Isobel te ontdekken?" „Men heeft hem verteld, dat zij dood was", antwoordde Feurgères Wij zwegen een oogenblik. De dingen, die wij hadden gehoord waren zeer be vreemdend, maar zij wierpen eenig licht

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 5