FEUILLETON, No. 137 Donderdag 12 Junijl924 167° Jaargang MIDDFLBURGSCHE COURANT. de g, 13, ette uur. KAMEROVERZICHT. I Tweede Kamer. Zitting van Wwmsdag. Arbeidswetgeving is geen artikel van «sport Maleiers en andere Indiërs heb ben andere wer-Kge woon ten dan Euro- peesche -arbeiders. Een deel van die be volking heeft zelfs heelemaal geen werk- gewoonte, en doet liefst niets, of houdt er zoo spoedig mogelijk mee op. Dat laatste is de oorzaak geworden van koelie-ordonnanties, regelend de wij ze waarop de groote ondernemingen in de buitenbezittingen, bijv. in Deli, koelie- oontracten mochten sluiten met arbeids krachten die van elders, in het bijzonder van Java, werden aangevoerd En in die ordonnanties is steeds de z.g. „poenale sanctie" opgenomen, de dwangmogelijk- heid raèt overheidshulp, waarbij straf werd gesteld op desertie, en waarbij de overheid haar sterken arm beschikbaar steldé voor het terugbrengen der ont vluchten. Die contracten hebben vaak aanleiding gegeven tot toestanden, die terecht scherp becritiseerd werden. Maar erkend moet ook worden dat in de laat ste kwart eeuw daarin heel veel is ver beterd, en dat er ten opzichte van voe ding eai gezondheid maatregelen zijn ge troffen die onder een stelsel van vrijen arbeid niet denkbaar zouden zijn, ter wijl bovendien vrij algemeen wordt er kend dat het bestaan van de onderne mingen thans niet mogelijk zou wezen bij vrijen arbeid. Maar het stelsel zelf gaai in tegen het begrip dat wij van arbeid hebben, en telkens weer wordt er op afschaffing van die poenale sanctie aangedrongen. Twintig jaar geleden werd door mr. v. Blommesteijn, in opdracht van gouver neur-generaal v. Idenburg, een ontwerp gemaakt voor een nieuwe koelie-ordon nantie. Maar die werd door de groote ondernemingen sterk gecritiseerd als te veel lijkend op een Europeesche rege ling. De regeering voerde haar dan ook niet in. De zaak is echter daarna steeds aan de orde gebleven, en de stukken daar over zijn door den Minister van Kolo niën aan de Kamer voorgelegd. Een Ka mercommissie heeft daarover rapport uit gebracht, mét een conclusie, die gister aan de orde kwam. En zoo gebeurde ihet, dat de Kamer gister een debat hield over een kwestie, die tot de Indische {wetgeving behoort Want het merkwaardige is, dat de Indische Volksraad zich in Nov. j.l. met op drie ua algemeene stemmen veree- nigde met een ontwerp-ordonnantie, waarbij de poenale sanctie werd gehand haafd,' doch de duur der contracten werd bekort, terwijl aan ondernemingen, waar wantoestanden heerschen, het slui ten van contracten met poenale sanctie kan worden verboden. De Kamercommissie dacht er heel an ders over. De meerderheid der commissie stel de voor de regeering uit te noodigen, £>ij do eerstkomende gelegenheid een uit eenzetting van haar kolonisatiepolitiek aan do Kamer te geven en nadere her ziening der koelie-ordonnantie aanhan gig te maken, waardoor cle poenale sanc tie in verschillende opzichten getemperd 'zal worden. O. a. wordt herziening van de koelie-ordonnantie voortaan om de rijf jaren, te beginnen met 1930, ver langd. De minderheid der commissie stelde de Kamer o. m. voor uit te spreken, dat de poenale sanctie behoort te wor den afgeschaft, dat deze afschaffing uiter lijk binnen 5 jaren onherroepelijk haar beslag moet hebben gekregen en dat in- 1 Til DE HUK Geautoriseerde vertaling naar het Bngelsch, van E. PHILIPS-OPPENHEIM, door Mevrouw v. d. W. 18). „Uw hoogheid veroorlooft mij u voor te stellen", zei hij. „Dit is mijnheer! 'Arnold Greatson, uwe hoogheid." „U is mijnheer Arnold Greatson, die zulke aardige novellen schrijft", zei zij. „Ja, '€lat is zoo, niet waar?" „Uwe hoogheid is wel vriendelijk", ant woordde ik. „Ik hoor, dat u de voogd is van het jonge meisje, dat ons allen zoo deed ontstellen. Vergeef mij, dat ik u daar voor een beetje te jong vind." „De omstandigheden, uwe hoogheid, waren eenigszins bijzonder." Zij knikte in gedachten. „Ja, ja, dat heb ik gehoord. Lady Delahaye heeft mij de geschiedenis ver teld. Ik hoor, dat u er nog niet in ge slaagd is, de familiebetrekkingen van het tusschen onverwijld overgangsbepalingen moeten worden voorbereid en toegepast Die minderheidsconclusie werd verde digd door den heer Schaper, daarbij gesteund door den heer v Ravesteijn De heer Marchant, die voorzitter der commissie is geweest, wil ook de poenale sanctie zoo spoedig mogelijk uit do beschaafde wereld doen verdwijnen. Maar bij erkende dat het niet in vijf jaar kan geschieden. Do afschaffing moet voorbereid worden. De Indische onder nemers moeten weten, dat zij niet kun nen rekenen op een bestendiging v.1V de poenale sanctie. Wanneer men practisch werk wil doen, moet men niet verder gaan dan de conclusie van de commis sie-meerderheid. In dien geest werd look gesproken door de heeren van Rijkevorsel, Scheu rer en Beumer. En de heer Lo- i n k drong in het bijzonder aan op ge leidelijkheid in de afschaffing In een anderen geest werd echter ge sproken door den Vrijheidbond. De heer Gerritsen stelde in het licht welke sociale toestanden de poenale sanctie nog noodzakelijk maken. En de heer Dres- s e 1 h u ij s zei zich wet met de racerder- heidsconclusie 11e kunnen vereenigen, maar zonder de toelichting die de heer Marchant daarvan gegeven had. Vandaag is de Minister van Koloniën aan het woord. BINNENLAND. HET VACCLVAT 1E-ONTYVERP EN 1>E SCHOOLARTSEN. De Nederlandsche Vereeniging van Schoolartsen maakt in een adres aan <le Tweede Kamer, inzake van het wets ontwerp houdende voorzieningen tegen besmettelijke ziekten, ernstig bezwaar te gen de bepalingen waarbij toelating tot de scholen geregeld wordt voor ongevac cineerden met bewijs van bezwaar. Wat de concentratie der scholen be treft, de ongevaccineerden zullen zich op- hoopen in een klein deel der scholen, omdat het gewetensbezwaar tegen vac cinatie slechts in enkele zeer bepaalde kringen der bevolking geldt, zoodat door deze opeènhoopiug het gevaar eener plot selinge uitbarsting van pokken niet denk beeldig is. Dil zou schromelijke gevolgen hebbenaangezien ■.(ook volgens de meening van hoogere geneeskundige rijksambtenaren) de vaccinatiestand van ons volk niet gunstig is. Over het gezondheidsbezwaar geeft de Vereeniging als haar meening te kennen, dal het afgeven van een geldig bewijs van gezondheidsbezwaar zoo belangrijk is vergemakkelijkt, dat het twijfelachtig is of alle gewetensbezwaarden zich wel als zoodanig zullen aanmelden en velen van hen niet den veel gemakkelijker weg van het gezondheidsbezwaar zullen kiezen. Bij de bepalingen der geldende wel wor den gezondheidsbezwaren slechts afge- gegeven met redenen omkleed en door twee artsen geteekend, terwijl het nieuwe art. 14 de motiveering schrapt en de handteekening van slechts één arts eischt Het voor gezien teekenen door den in specteur van het bezwaarbewijs van den burgemeester (niet van den arts!), stelt geen enkelen waarborg daarvoor in de plaats. Daarom wordt gevreesd het in sluipen van ernstige misbruiken, die te zomen met de te verwachten uitbreiding van het aantal gewetensbezwaren een nog gevaarlijker vaccinatiestand in ver schillende scholen zullen doen ontslaan De adressante is van meening, dat uit al die omstandigheden vroeg of laat ge volgen zullen voortvloeien, die de toe standen in enkele landen ons reeds zoo kind te ontdekken. Dat is zeer vreemd. ,}Er zjjn andere dingen, met betrekking tot mijn pupil, uwe hoogheid, die mij even onverklaarbaar lijken." „Ja? Ik ben benieuwd die te hoo- ren. Wilt u mij zeggen, welke die zijn?" „Zeker", antwoordde ik. „Ik bedoel het feit, dat ofschoon niemand openlijk voor den dag komt om het kind op te 'eischen, er voortdurend door onbekende personen indirecte pogingen worden ge daan om haar te bewegen ons te ver laten. Telkens als zij alleen op straat was, is zij onder verschillende voor wendsels aangesproken." De aartshertogin deed beleefd ver wonderd. „Maai- u is zich toch zeker bewust van de bron van tenminste eenige dier pogin gen?" „Madame Richard, het hoofd van het klooster, waar Isobel werd opgevoed, schijnt bijzonder verlangend te zijn, om haar daar terug t e hebben." De aartshertogin boog langzaam het hoofd. „Is dat zoo wonderlijk? Zelfs wij, die ip. de wereld leven, moeten u moet mijf het niet kwalijk nemen mijnheer Great son, als ik openhartig spreek de te duidelijk voor oogen stellen Men aandrang verzoekt de Vereeniging de volgende veranderingen in het ont werp op te nemen lo. de vrijstelling wegens gewetensbe zwaar te doen vervallen, 2o. de vrijstelling wegens gezondheids- zwaar beter tegen misbruik te bescher men, zeker niets minder dan in de be staande wet het geval is; 3o. een bewijs van vaccinatie verplicht te stellen voor a toelating tot alle scho len met leerlingen uitsluitend of voorna melijk boven den leeftijd van 12 jaar, b. alle onderwijzers en onderwijzeressen DE GEVOLGEN VAN HET YERBODi VAN VERSCH BROOD. Het hoofdbestuur van de Ned. Ver. van Werkgevers in hot Bakkersbedrijf heeft in een adres aan den Hoogen Raad van Arbeid gewezen op de gevolgen van het in 1919 in de wet opgenomen verbod om versch en opgewarmd brood te vervoe ren voor negen uur des morgens en to verkoopen en af te leveren vóór tien uur des voormiddags. Volgens adressant is gevolg van dit ver bod geweest, dat 't broodverbruik nog meer is teruggeloopen, omdat het publiek op den tijd, dat het zulks wenscht n.l. bij het ontbijt - geen versch brood kan bekomen. Was iu het groot- en mid denbedrijf in meerdere gevallen het de biet reeds met ongeveer vijf en twintig procent achteruitgegaan, thans blijkt een achteruitgang vrijwel over de geheele linie van ten minste dertig procent. liet grootbedrijt is niet in staat geweest het verloren debiet terug te winnen niet tegenstaande tonnen gouds zijn uitgege ven voor uitbreiding der fabrieken, hel bijplaatsen van ovens, machinerieën, enz. In het algemeen kan gezegd worden, dat do ovencapaciteit is verdubbeld, terwijl het debiet slechts zeventig procent be draagt. Met ongeveer 200 pet. oveucapa- citeit wordt op dit oogenblik gebakken 70 pel. van het vroeger geproduceerde brood. Derhalve een enorme kapitaalverspil ling. In hel groot- en middenbedrijf begin nen de arbeiders des morgens vijf uur met hun werk. Waar voor twaalf uur des middags in' verreweg de bvergrooie meerderheid der bakkerijen het brood gebakken en bezorgd moet zijn, kunnen de bakkersgezellen slechts gedurende vijf uren Intensief aan de broodbereiding ar beiden. De twintig procent losse arbei ders, in de collectieve arbeidsovereen komst toegelaten, zal weldra uitdijen wel licht tot veertig vijftig procent. De distribujiekosten van het brood zijn exorbitant hoog tegenover vroeger. Thans wordt door een veel grooter aantal broodbezorgers in totaal slechts ongeveer pet. van de vroegere hoeveelheid brood bezorgd. Nu moet tusschen 10 en 12 uur des morgens het brood worden gedistribu eerd. Kon met de bezorging in de mor genuren vóór het ontbijt worden begon nen, dan kon de distributie veel gemak kelijker over den geheelen dag worden verdeeld. Per huisgezin zou meer brood worden geconsumeerd; derhalve zouden do bezorgkosten per brood aanzienlijk dalen. De kwaliteit van het brood is bedui dend minder dan voorheen. Doordat eerst om vijf uur des morgens door de ploeg met den arbeid mag wor den begonnen, moet in een korte spanne tijds van vijf uren van 5 lot 10 uur nagenoeg de geheele broodproduetie wor den gereed gemaakt. Tijd om de deegen behoorlijk te laten rijzen, bestaat niet. De verdere afwerking van het brood laat genwoordige positie van het kind onge- wenscht vinden. Hoe denkt u dan dat het hoofd van een kloosterkoslscliool wier zuster, geloof ik, non is, die zaak zal bekijken?" ,Uwe hoogheid kent dus die kost school?" De aartshertogin trok haar wenkbrau wen op. Deze beweging scheen bedoeld, om mij duidelijk te maken, dat zij mij niet gevraagd had om bij haar te komen om mijn vragen te beantwoorden. Ik bleef echter onverstoord en wachtte haar antwoord. In mijn brein begon ik ver schillende bijzondere feilen saam te brengen. „Ik heb van die inrichting gehoord" zei zij koel. „Ik geloof, dat het een uitste kende inrichting is. Ik vroeg a echter niet om hier te komen mijnheer Great son om die dingen te bespreken, maar alleen om u inlichtingen te vragen naar de familie van hot kind. Het schijnt mij toe, dal u mij die niet kunt geven „Ladv Delahaye weet evenwel mis schien meer dan ik." Het scheen mij toe, dat de aartsherto gin en lady Delahaye een vluggen blik wisselen. Ik deed echter, alsof ik dat niet had opgemerkt. zeer veel te wenschen over. Het publiek moet zich derhalve tevreden stellen met een minderwaardig product en zulks bui ten de schuld van patroons en arbeiders, doch enkel door gebrek aan tijd. Uit Stad en Provincie. Uit Walcheren Dinsdag is hot 100-jarig bestaan, der nngrjjderij to Nieuw land, door een 25 tal deelnemers met veel opgewektheid gevierd. Een paar met groen en bloemen versierde bogen, waarin de jaartallen 1824-1924 waren aangebracht, op beide einden der ringbaan opgericht, herinner den aan het feit, dat in 1824 voor het eerst in deze gemeente dit volksspel heeft plaats gehad. 's Middags word door de deelnemers te paard, voorafgegaan door het muziek gezelschap een rondgang door het dorp gehouden, waarbij de muzikanten op hun pas verkregen nicuw'e instrumenten zich uitstekend van hun taak hebben ge kweten en door hun opgewekte muziek heel wat menschen op de been brachten. BGj 't ontbinden van den stoet wensch- te de voorzitter van het muziekgezel schap, de heer v. Houle de ringlijders hartelijk geluk mot dit voor hen zoo heu gelijk feest. Hij zeide mot genoegen te kunnen constateeren, dat de ringrijderij. sedert zijne komst in de gemeente, nu een veertigtal jaren geleden, in vele op zichten was vooruitgegaan, en hoopte dat dit aloude volksvermaak nog vele jaren aan de Nieuwlandsche jongens een vroolijken dag zal brengen. Ook onzen „Piet" welke nu 41 jaren als oppasser de ringrijders heeft gediend, wenschte spreker hartelijk geluk, dat hij dit feest heeft kunnen mederaaken, en daar hij vernomen heeft dat Piet wegens gevor derden leeftijd er liet bijltje bij neer gaat leggen, hoopte spreker dat hij nog vele jaren als toeschouwer hij de ringrijderij op 3en Pinksterdag een kijkje zal kunnen komen nemen. De voorzitter van de ringrijders bracht alsnu namens alle deelnemers aan den voorzitter van hel muziekgezelschap aan den directeur den heer P. Meliefste en alle overige leden van het gezel schap dank voor hun groote bereidwillig heid lol medewerking aan het welslagen van dezen feestdag. Ook den burgemeester bracht hij hulde voor de welwillende medewerking welke de ringrijders jaarlijks bij het houden der ringrijderij van hem mogen ondervinden. Op den geheelen middag heerschte er in hel dorp een gezellige drukte, vooral bij de mooie ringbaan onder het lommer der olmen en Iindeboomen was er veel bezoek, en niet minder bij het uitreiken der prijzen, toen menige, schoone, zoo als Rotgans in zijn Boerenkermis ver haalt wachtte op ,,'f waardig pane, den ring van zilver, tot een trouwring van zijn hand." Zonder een enkelen wanklank zijn dag en avond verder verloopen, en de ring rijders kunnen met genoegen terugzien op hun welgeslaagd feest. Hoogstwaarschijnlijk is in 1824 de ringrijderij voor het eerst te Nieuwland gehouden door aanmoediging van den notaris Serie, tijdens zijn inwoning in deze gemeente, en door medewerking van den toenmaligen burgemeester Jac Walraven. Onze prachtige belommerde binnen dijken waren, sedert 1818, toen het eiland Nieuw- en Sint Joosland met Wal cheren door het leggen van een dam was verbonden, voor vele bewoners van het óverige Walcheren, vooral Middelburgers het doel van menige wandeling of wan- „Ik zal zeer openhartig met u zijn mijnheer Greatson," vervolgde de aarts hertogin. „Mijn belangstelling in het meis je spruit voort uil de wonderlijke gelijke nis met mijn eigen dochter. Uw pupil zelf was daar ook blijkbaar ten zeerste door getroffen. Ilc moet toegeven dat ook ik een schok kreeg. „Ik geloof," antwoordde ik, „dat het ons allen is opgevallen." De aartshertogin kuchte. Ofschoon zij 'n vorstelijke persoonlijkheid was, scheen zij eenige moeite tc hebben om het ge sprek te vervolgen. „De geschiedenis van onze familie is natuurlijk algemeen bekend. Elke ver wantschap daarmee, waarop 't kind aan spraak zou willen maken, zal opgevat worden op de wijze die u als man van de wereld ongetwijfeld zult begrijpen. Niettemin slel ik voldoende belang in haar ,om eenige stappen voor haar best wil le willen doen. Ik stel mij voor een onderzoek te beginnen. Indien de uitslag daarvan is, zooals ik vermoed, dan ver onderstel ik, dat u geen bezwaren zult hebben om het kind aan mijn zorgen toe le vertrouwen?" „Uw hoogheid, ik kan die vraag niet zonder rijpelijke overweging en zonder JLfethHo/ks li=^p^ï$edi%>pgl "öitüilsn not 'Nart tonnen droog, n ttam/cWATWRcof co. valkenweg g amsiebow* (Ingez. Med.) delritje, en het ringsteken op derden Pinksterdag was zeker een middel, om do stellingen langs den fraai beplanten havendijk herwaarts te lokkeu. De heer J. C. Altort'fer maakte op de Nieuwlandsche ringrijderij een gedicht (te lang om het in zijn geheel over te nemen) maar waarin het volgende vers voorkomt Morgen toch is 't Pinksterdag, Als de jonge knapen B'j gejoel, gejuich, gelach, Lust en vreugde rapen. Als bij 't oude riddersjiet Maar in boersche vormei». Zij, met menig kloek gezel, Naar den ringprijs stormen. - Dinsdagmiddag, terwijl de bewoners naar hel dorp waren, is bij F. S., aan den Vreeweg hij de duinen tc Koudelcer- ko een ruit ingedrukt, hierna kon men de koperen pen uit het raam nemen en dit omhoog schuiven en hierdoor bin nenkomen. Het geheele huis werd door zocht. Vermist worden een paar sleutel tjes en den inhoud van den spaarpot van de kleine, zijnde f35. Op de internationale Bakkerij-ten toonstelling. gehouden te Amsterdam, be haalde de heer J. M. Deurwaarder te O. o n W. Souburg den 3en prijs, zijnde de bronzen medaille met diploma, oor inzending van hel mooiste water brood. Te Ril the m werd Maandag en Dinsdag in de school een bazaar gehou den voor de restauratie van de Ned. Hcrv. Kerk. Dank zij de* medewerking van velen, zoowel van binnen als van buiten de ge meente, was het aantal artikelen dat ten verkoop aangeboden werd, groot. Zelfs eenden, kippen, duiven en konijnen wa ren aanwezig. Vele behulpzame handen hadden aan de schoollokalen een feestelijk aanzien gegeven door groen, bloemen en vlagge- doek. Begunstigd door goed weer, was het aantal bezoekers op beide dagen groot. Iïet was een genot de smaakvol uitge stalde étalages te zien, waarachter de Walchersche boerinnen stonden met den nu op de schort gedragen zilveren beu- geltasch, de artikelen aanprijzende en verkoopende. Ook ontbrak het niet aan verschillende attracties, welke niet alleen de gezelligheid, maar dok het bedrag der inkomsten aanmerkelijk verhoogden. Do zweefmolen werd geloot door no. 6. Het aantal erwten in de flesch was 1109, het aantal vruchten in de mand 265 en de geboortedatum der pop was 13 Maart. Ofschoon de netto-opbrengst nog niet bekend is, kan nu toch reeds gezegd worden, dat de bazaar geslaagd is. Uit Z u i d-B e v e I a n d. In den Eersten Balhpolder is het Isobel er zelf in gekend le hebben beant woorden De aartshertogin keek mij ontevreden aan en ik werd mij er van bewust, dat ik bij haar in ongenade was gevallen. Ik verbeeldde mij echter, dat hef niet aan mij le zien was, dat dit eenigen iftdruk op mij maakte. „Ik kan uw weifelen niet begrijpen* mijnheer Greatson. Onder mijn hoede is° de toekomst van het kind verzekerd. Haar positie bij u moot minstens geno men dubbelzinnig zijn." „Uwe hoogheid, mijn vrienden en ik zijn wellicht in het nadeel, omdat wij mannen zijn, maar wij hebben een huis houdster ,die een oude gedienstige is uit mijn familie en een voorbeeld van eerbiedwaardigheid. Ten allen tijde en op allerlei wijze hebben wij Isobel steeds als een lieve zuster beschouwd. De po sitie mag dubbelzinnig schijnen voor sommige menschen. Zij, die ons kennen, ik waag dat le zeggen ,zien niets kwaads voor het kind in onze voogdij." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 1