FEUILLETON.
*0
No. 134
Zaterdag 7 Junip924
167° Jaargang
Dit nummer bestaat uit TWEE bladen.
EERSTE BLAD.
MAANDAG, TWEEDEN PINKSTER*
DAG, VERSCHIJNT DB MIDDEL BUKG-
SCHE COURANT NIET.
Abonnementsprijs per kwar-
.laai:
pp de buitenwegen om Middelburg, en
voorde andere gemeenten p. post f2L50;
vötw Middelburg en agentsoliap Vlis-
a in ge o f2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per weck.
Advertentiên worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip ran
omranding.
»5ne adveTtentiën 30
cent* per regel.
Ingezonden M e d, e d e e I i n-
j e o 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
ran 17 regels f2.10, eïke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiên niet
groofer dan vijf regels drmks en waarbij
Is aangegeven dat zij in deze rnbriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling.
Aavertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiên moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
PARLEMENT EN
REGEERING.
Het blijft een slechte tijd voor de
parlementen.
In ons land zond de volksvertegen
woordiging de regeering weg. Maar zc
bleek zelf zoo volkomen onmachtig daar
een-andere regeering voor in de plaats
te stellen, dat ze de oude regeering weer
moest aanvaarden.
I» Belgiè dito, dito.
Ia Duitschland brachten de. algemeene
verkiezingen een algeheele verandering
in de partijverhoudingen. Maar aan de
regeeringstafel zitten precies dezelfde
menschen als vóór de verkiezingen. De
Bijksdag wist niets beters te verzinnen.
In Frankrijk ook een verkiezing die
een geweldige nederlaag bracht voor de
regeering van Poincaré. Maar de tot
meerderheid geworden oppositie is er
tot nu toe niet in geslaagd een regee
ringsmeerderheid te vormen. En ze stuit
bovendien op Poincaré's steun: president
Millerand, die volgens haar moet aftre.
den als president der Republiek, maar
die zelf niet zonder reden zegt dat hij
voor zeven jaar gekozen is, juist om het
presidentschap buiten de partij-lotgeval
len der verkiezingen te houden. En te
genover dat beroep op de bepaling van.
de Grondwet ,klinkt het parlementsge*
roep ietwat hol, zoodat we nog niet kun
nen getooven dat die meerderheid haar
ongrondwettigen wensch zal zien verwe
zenlijkt.
In Italië heerscht nog altijd de dic
tatuur van Mussolini, die de parlements-
uitingen aan zijn laars lapt In Spanje
-jaaipiaddo pfijpj 3ou oaaAia ap omuj sï
scher zonder parlement, in weerwil van
alle voorspellingen dat het met zijn stout
moedige aanmatiging niet lang zou duren-
En in Engeland regeert een kabinet
van een parlementsminderheid, ook al
omdat er geen meerderheid te vormen is.
We zullen niet probeeren te voor
spellen, waarheen die dingen zullen lei
den. Dit is zeker dat in geen der opge
doemde landen symptomen Zijn aan te
wijzen, die verwachtingen doen koesteren
van een versterking van de parlemeuts-
macht.
We zijn in den oorlogstijd geweud ge
raakt aan dictatoriale regeeringen, en
aan zwakke parlementen. Maar dat die
verhouding nog steeds zoo blijft, en dat
bij iedere nieuwe crisis de volksvertegen
woordiging nog slapper blijkt dan te
voren, en als een reus met leemen
Voeten slechts kanpraten zonder
door een daad zijn wil te kunnen opleg
gen, dat riiag toch telkens weer in
het licht gesteld- .worden.
De constateering daarvan is geen min
achting voor het persoonlijke werk van
de parlementsleden, zooals door hen zelf
wel ter verdediging wordt beweerd En
er behoeft ook niet uit geconcludeerd te
worden, dat de huidige parlementsleden
van minder gehalte zijn, of minder uit
voeren dan de vroegere. Integendeel rijn
we overtuigd dat er tegenwoordig veel
meer van hen geeischt wordt.
Maar niet weg te redeneeren is liet
feit dat de tegenwoordige parlementen
d. w. z. de verzameling van die
parlementsleden, niét meer kunnen wat
de vroegere wel konden, n.I. zelf vast
stellen wat voor regeering er zal zijn
En aangezien de staatsrcgelingo van
al die landen uitgaan van de fictie dat de
parlementen dat wèl kunnen en dat ook
doen, maakt het verschijnsel van die
glgemeene. machteloosheid der parlemen
ten de staatsregelingen zelf voos
BINNENLAND.
IV EN OM DE HOOFDSTAD.
lxxxi
Langs een andere verkeersweg.
Het oude stadhuis, waarmede hier be
doeld wordt het Paleis op den Dam,
wordt den laatsten tijd geweldig onder
handen genomen wat begrijpelijk is.
Het heeft daar nu zoo om en bij de drie
eeuwen gestaan cn natuurlijk moet er
op dien hoogen leeftijd af en toe een
en ander aan gedaan worden, wil men
dit achtste wereldwonder" in stand hou
den. Men moet tóch al eerbied hebben
voor de bouwmeesters van de zestiende
eeuw, die met hun, in onze twintigste-
eeuwsche oogen primitieve hulpmiddelen,
in slaat waren op den drassigen Am-
sterdamschen bodem een zóó massief
bouwwerk te planten, dat er nog zóó
degelijl* bijstaat. Vergelijk die soliede pa
leis-muren eens met de steen- en halve-
steens-mur.en der huizen, die men thans
hier en daar ziet verrijzen of neen,
doe het liever niet, want ge zoudt u
maar schamen over de bouwerij van
onzen zoo hoogstaanden nieuwen tijd,
waarop wé zoo prat gaan.
Maar, zooals ik daar even begon, het
paleis wordt opgeknapt en blijkbaar was
het vooral de koepeltoren aan de Dam-
zijde, die vernieuwing noodig had. Eerst
hebben wij gedurende eenige maanden
het klokkenspel en de klok zelve gemist,
omdat het inwendige van den koepel her
nieuwing behoefde; daarna heeft inen
eenige weken geleden herstellingen ge
daan aan het dak aan de zjjde van den
Voorburgwal by de Paleisstraat en thans
is men begonnen aan den halven bal, die
den koepel dekt en waarop het Kogge
schip als reusachtige windvaan troont.
Dat gedeelte van den koepel ziet er
nu wel heel eigenaardig uit; het is door
vier zware houten gaanderijen, die de
bedekking omringen, geheel aan het oog
onttrokken en de soliditeit, waarmede
tnen die gaanderijen in elkaar heeft ge
zet, duidt er wel op, dat hier een gron
dige vernieuwing zal plaats hebben.
Misschien boezemt het den lezer, in
verband met die werkzaamheden, wel
belang in, als ik, over dien koepel nog.
eens iets in de herinnering terugroep
In het oorspronkelijke bouwplan van
den ontwerper van het stadhuis, Jacob
van Campen, kwam die koepel niet voor
in den vorm, waarin wij hem kennen
Prof. Brugmans en wijlen de architect
A. W. Weissman vermelden in hun
„Stadhuis van Amsterdam", dat van Cam
pen zich een slanker vorm had geko
zen met daaromheen acht bronzen beel
den, terwyl hij zich als houder van de
wijzerplaat Saturnus had gedacht. Later,
toen Van Campen zich door den stads
architect Daniel Stalpaert op zijde zag
geschoven en deze het stadhuis voltooi
de, bouwde deze den koepel zooals wij
dien kennen met het Koggeschip als
windvaan. En in hetzelfde boek wordt
melding gemaakt van het gedicht, dal
Jonkheer Everard Meyster te .Amers
foort, Van Campen's buurman aldaar en
vurige bewonderaar, maakte om zijn
vriend te verdedigen. Daarin laat de
tiichter mythologische en aardsche groot
heden spreken tot verheerlijking van den
bouwmeester, en word! Michel Angelo
sprekend ingevoera, o.u. over Saturnus
,,dic boven in den trans
Van 't ronde klock-huys slaet mei
eenen ronden trans
Van uuren op zijn borst, met zeijsch,
met saiide-looper
Op sijn gries-haerigh hooft'",
en van den windvaan, zooals van Cani:
pen zich dien had gedacht
.Een blazende Meermin, die op des
koepels kruijn
Tot in de wolcken staet."
De Meermin heeft nooit in de „wol
ken" gestaan, doch wel het Koggeschip
met zijn bollend zeil, hetwelk nu om
singeld is door houten stellages en dat
straks,, als geheele vernieuwing zal heb
ben plaats gehad, zeker glanzender dan
ooit den Amsterdammers daar beneden
op den Dam zal tegen-schilleren.
En misschien dat dan tegen dien tijd
ook het plaveisel van den Dam eindelijk
zal zijn gekomen in een staat, het hoofd
plein der hoofstad waardig. Want het
behoort onder die straten en pleinen, die
men dit jaar degelijk onder handen zal
nemen. Op dit oogenbllk ligt reeds se
dert eenige weken de Nieuwe Zijds Voor
burgwal overhoop, de brecde verkeers
weg tusschen NIeuwendijk en Spui, die al
sedert jaren geen Voorburgwal meer is,
maar die de oudere Amsterdammers zich
nog zeer goed herinneren kunnen als
gracht, vóór in 1881 tot de demping er
van werd overgegaan
De Voorburgwal telde toen verschillen
de markten. Het gedeelte tusschen Spui
Rosemarijnsteeg, eerst Deventer hout
markt, werd boommarkt; dat tusschen
Rosemarijnsteeg en Wijde Steeg was
bloemmarkt, terwijl de melkmarkt, die
zich bevonden had tusschen Dam en St
Lucenstceg ,n 1663 iiin een pijpenmarkt
werd veranderd
De bloemmarkt heelt er zich liet
i? hi m mam
Geautoriseerde vertaling naar het
Bngelsch, van B. PHILIPS-OPPENIIEIM,
door Mevrouw v. d. W.
10,)
„Ik zal er zorg vóór dragen, dat dit
niet meer noodig is", zeide lady Dela-
haye glimlachend. „Ik zal je daarvan
ontlasten eh tegelijkertijd je geweten be
vrijden van een vervelende nachtmerrie.
Luister! Dit wilde ik voorstellen. Laat
Isobei voor een jaar bij mij komen. Ik
zal haar behandelen ais mijn dochter
Zij zal veel genoegen hebben. Er zijn
schouwburgen en een eindelooze hoe-
veeiheidvermaken, waar men een meisje
van haar leeftijd kau brengen, dat te
jong" is voor het gezelschapsleven Zij
aal omgaan met jongelui van haar leef
tijd, zij zal alles hebben wal haar, om
eerljjk te zijn, ontzegd moet worden in
haar tegenwoordige omstandigheden Aan
het einde van dal jaar zal ik haar haar
geschiedenis vertellen. Die is treurig en
ellendig. Dat mag je nu wel weten. Zij
kan dan kiezen tusschen het klooster cn
iets anders, waartoe wij haar onderling
in staat kunnen stellen. En ik ben ge
neigd te gelooven. dal zij het klooster
zal kiezen".
.,Is er een geldige reden, lady Dcla-
haye, waarom u mij nu niet zoudt zeg
gen, hetgeen u Isobei over een jaar
wilt raededeelen? Er zijn zoovele ge
heimzinnige dingen voorgevallen in deze
zaak, dat het moeilijk is om een beslis
sing te nemen, als men niet van alles
op de hoogte is."
„Er zijn redenen ernstige redenen
waarom ik u niets kan zeggen. Wer
kelijk, ik zou het gaarne doen. Arnold
maar mijn positie, is zeer moeilijk Tk
geloof dat je mij wel een beetje kunt
vertrouwen."
„Ik ben er van overtuigd, dat u wilt
doen, wat het beste is; u moet echter
ook begrijpen, dat mijn positie zeer moei
lijk is. Ook ik ben gebonden aan een be
lofte"
Haar oogen flikkerden verontwaar
digd
„Tegeuover den man, die mijn echtge
noot doodde! Den man, dien u ver
tjedigt! Ik vind, dat u tenminste zoo
tactvol moest zijn, om hem er niet bij
te halen."
„Ik heb hem er nooit''bijgehaald
ik wensch dal ook nu niet te doen Fn
wat betreft hem te beschermen, ik heb
geen flauw idee, waar hij is. Wees rede
lijk, lady Delahave Ik
„Redelijk! Ik zou willen, dat jij dal
begroeien
als koot!
Voor jong en ood is er in hec
voorjaar wel niets van zoo'n
groote bekoring als een kloek
met kuikens. En naast dit ge
noegen staat het groote nut.....
de verbetering der hoender-
•stapel. waardoor de eier-
productie van Uw hoenders
wordt vergroot
Flinke sterk ontwikkelde
kuikens worden gevormd
door voeding met
P. SLUIS' Opfokvoe
TS
vk&l
és&Z
Hoofd vertegen w. J. VAN SLUIJS, „De Roode Torön",
Groote Markt Middelburg. Telefoon 506.
(Ingez. Med.)
langst gehandhaafd en is eerst enkele
tientallen jaren geleden met de boom-
markt naar den Singel tusschen Konings
plein en Muntplein verplaatst, maar van
al die markten is de naam pijpenmarkt
het langst in den volksmond blijven
voortleven zelfs hoort men van dat
deel van den Voorburgwal thans nog
als pijpenmarkt spreken. Op dat gedeelte,
hetwelk vroeger bloemmarkt heette,
wordt nn, vooral Zaterdagsmiddags, een
levendige postzegelmark t gehouden,
meerendeels door opgeschoten knapen
maar op de pijpenmarkt wordl al sedert
lang geen pijp meer verkocht. De lijden
zijn lang gevloden toen de pijpenmakers
van elders er ter markl kwamen met de
lange gouwenaars en de korte stompjes"
en zij op elke pijp eenig „invoerrecht
.hadden te betalen, omdat de overheid de
tabakspüjpcnindustrie der hoofdstad op
die wijze tegenover de ..vreemdelingen"
in bescherming meende te moeten nemen
De Voorburgwal is reeds lang van
aanzijn en bestemming veranderd, maar
nooit herdoopt, wat ik voor mij steeds
jammer heb gevonden Toen in 1867 de
Nieuwe Zijds Achterburgwal was ge
dempt, heeft men die in Spuistraat her
doopt; waarom heeft men den N Z.
Voorburgwal na zijn demping niet her
doopt lot Jacob van Campenstraat
grenst niet-zijn grootsche bouwwerk er
aan den achterkant? Thans., nu reeds
sedert ettelijke jaren een der Ieelijke
waart! Doe jezelf een eerlijke vraag Wat
is een meer geschikte plaats voor haar
mijn huis of jou kamers?"
Zij wees naar Isobei,* die achterover
in haar stoel zat te lachen legen een
jongmensch, dat over haar heen stond
gebogen Zij leek ouder, dan zij was.
Arthur stond met een norsch gezicht
op den achtergrond.
„t'w huis, zonder twijfel", antwoord
de ik. „als hel tenminste oen huis is
van 'n vriendin
Ilaar satijnen schoentje stampte on
geduldig op den vloer Met' een fronsend
gelaal keek zij mij aau.
„Geloof je dan, dal ik haar vijand
ben? Lijkt mijn aanbod daarop?"
Dat niet; ik zal hel aan Isobei over
laten of zij hel wil aannemen of afwij
zen."
Ik liep de kamer door. Isobei zag
mij aankomen en stond op
„Is het onze lijd?" vroeg zij
„Nog niet! Ga eens een oogenblik pra
len met lady Delahave. Zij heeft je
wal te vertellen
Isobei trok een leelijk gezicht, wat
ik alleen merkte en nam plaats op de
sofa Ik ging een praatje maken met
eenige kennissen, totdal Arthur bij mij
kwam.
„Kunnen we niet gaan, Arnold? ri
hij knorrig uit. „Ik heb mij nog nooit
mijn leven zoo verveeld."
straten m de schildersbuurt, m die
buurt IJ, IJ, die nooit iets „schilder
achtigs" heeft gehad en ook nooit iets
schilderachtigs zal krijgen, met den
naam Jacob van Campenstraat heeft be
titeld, zal vaneen herdoop van don Voor
burgwal vermoedelijk geen sprake meer
zijn, al zie ik niet in, waarom men niet,
nu die breede weg verfraaid wordt, op
de dwalingen van vroeger zou kuuuen
terugkomen Want van Campen's naam
behoort bij het Paleis*'herdacht te wor
den en niet in de nabijheid van de straat
genoemd naar Daniël Stalpaert, die hem
den voet dwars heeft gezet
Dan, men is nu bezig den Voorburg
wal te „bewerken' om de straat te voor
zien van asphalt-bevloering en die .oor-
bereidende werkzaamheden hebben het
natuurlijk gevolg, dat alles er deerlijk
overhoop ligt. Over een groot gedeelte is
men bezig allereerst hel plaveisel tus
schen de tramsporen te verheleren de
trottoirs zijn op vele jilaatsen weggebro
ken tot het leggen en verleggen van al
lerlei ondergrondsche kabels en wat dies
inecr zij en de lantaarn-palen worden
vervangen door het nieuwe sigaar-model,
dat het standaard-type-lantaarnpaal
schijnt te worden in deze stadof' t ken
móói type is, is een vraag uitmunten
door soberheid doet het zeker.
Alles wat markt is, is uit dezen ver
keersweg voorgoed verdwenen en hoe
wel hij niet geheel le vergelijken 'is met
„Wij moeien even wachten, want Iso
bei is in ges'prek met lady Delahave
„lk ken hier niemand en snak naar
een sigaret
Ik wees door het gordijn naar de aan
grenzende kamer.
„Daar kun je rooken. Ik zal je voor
stellen aan miss Ernslon, als je wilt. Dat
is de jonge dame, die steeds in het park
rijdt met die groote Panhard-auto lk
hoorde haar- zeggen, dat zij in die kamer
een van lady Delahaye's Russische si
garetten ging rooken
Arthur schudde het hoofd Hij keek
tersluiks naai' Isobei
Ik ga een sigaret rooken", zeide hij,
„maai* zeg eens, Arnold, is daar wal
nieuws op lil?"
Ilc schudde mijn hoofd
„Neen, niet bepaald wat nieuws Kom
ga mee rooken Ik wilde, dat lady Dela
have en Isobei met hun gesprek klaar
waren
Hij volgde mij met tegenzin in de
andere kamer, waar wij eenige oogen-
blikken in stille rookten Toen kwam
Mabel Ernston naar mij toe en ik stelde
Arthur aan haar voor Ik liet hen pra
len over auto's en ging weer naar de
andere kamer.
Isobei was reeds opgestaan en lady
Delahave keek haar nieuwsgierig aan,
onzeker in hoeverre zij geslaagd was.
Zij zag mij binnenkomen en wenkte mij.
„lk geloor, dal Isobei moe is zeide
zij. op een vriendelijk bedoelden toon.
„Zij heeft mij "beloofd, om mij nog eens
■te komen bezoeken
Isobei keek mij aan. Haar mond, die
zooeven zoo hartelijk had gelaclu-n was
nu strak Mijn eerste indruk was r een
van verlichting. Isobei had lad\ Dela
haye's aanbod blijkbaar niel bijzonder
aanlokkelijk gevonden
„Vind je goed, om nu naar huis te
le gaan, Arnold?" vroeg zij „Ik wist niet,
dat het zoo laat was."
Lady Delahave keek vreemd op, dat
Isobei mij bij mijn voornaam noemde
en haar hand op mijn arm legde Arthur
hoorde onze stemmen en kwam naar
ons toe. Wij namen afscheid van onze
gastvrouw en gingen huiswaarts
Gedurende langen lijd werd geen
woord gesproken Toen wendde Isobei
zich mei een ernstig gezicht tot mij.
Arnold, lady Delahave heeft mij iets
verteld, waaraan ik tot nog toe niel ge
dacht heb Ilaar bedoeling was. geloof
ik, goed. Het is goed, dal ik he,t weet.
Maar" haar slem beefde „ik wilde,
dat zij mij niets gezegd had"
„Lady Delahave is een bemoeiziek oud
wijf riep Arthur hoosaardig uit .Veem
daarvan geen notitie. Isobei1'
„Maar ik wil toch weten, of het' waar
is, wat zij gezegd heeft
..Het zal wel overdreven zijn zeide