ïinenial
FEUILLETON.
it mm ïn
No. 12»
Zaterdag 31 Mei 1924
167e Jaargais
Dit nummer bestaat uit TWEE bladen.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs' per kwar
taal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
▼oor de andere gemeenten p. post 12.50;
voor Middelburg en agentschap Vlls-
aingen f 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertentiên worden berekend
•per regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentiên: 30
cent per regel.
Ingezonden Mededeelin-
g e n 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
van 17 regels f 2.10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiên niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
h aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
▼ooruitbetaling.
Advertentiên onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stak.
Advertentiên moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
BINNENLAND.
IN EN OM DE HOOFDSTAD.
LXXX.
Amsterdam danst.
Wie ooit den nu zeventigjarigea zanger
Grelio gehoord heeft ,toen hij, nog in
zijn volle kracht zijnde, niet alleen zijn
bekende bariton partijen in zoovele ope
ra's zong, doch ook optrad als liederen
zanger ,zal zich zeker zijn bekend lied
▼an hel „Dansende Ivwezelke" herinne
ren, waarmede hij telkens en telkens
woer zulk een groot succes wist te be
halen. Het lied van het „Kwezelke", dat
eerst maar niet dansen wilde, doch ten
slotte bereid was zich aan hel dansgenot
over te geven, zoodra haar een man
beloofd was.
Het schalksche liedeke van onzen
'vroeger zoo populairen opera-zanger
komt thans onwillekeurig in herinnering
nu sedert eenige weken Amsterdam dan
sen mag en de kwezelkens in de danslo-
kalen die de officieele vergunning om
dansvloeren te exploiteeren gekregen
hebben, hun mannen kunnen vinden.
Daar is heel wat over te doen i
weest, vóór het zoover gekomen is, want
tot dusverre had de hoofdstad zich wel
een beetje bespottelijk gemaakt met dat
dansverbod, volgens sommigen vooral te
genover de buitenlanders, die het hoogst
belachelijk hadden gevonden, dat ze in
deze stad geen gelegenheid konden vin
den, om zich 's avonds met een dansje te
amuseeren. Did argument heb ik voor
mij nooit erg steekhoudend kunnen
vinden, omdat ik niet geloof, dat de
buitenlanders, die hier korter of langer
tijd toefden, de openbare dansvloeren
zoo erg zullen hebben gemist. Maar het
Geautoriseerde vertaling naar het
Bngelsch, van E. PHILIPS-OPPENHEIM
door Mevrouw v. d. W.
12).
„Zij zullen de zaak niet met u willen
bespreken. Hun beslissing is reeds geno
men. Isobel is bestemd voor de kerk."
Ik nam mijn hoed.
„Ik zal u niet langer ophouden, ma
dame."
„Er is reeds iemand naar Londen,
om het kind terug te halen."
i „Wat dat betreft is het misschien
beter openhartig met u te zijn, madame?
Richard uw boodschapper zal alleen te-
rugkeeren.'
Voor het eerst toonde 't gezicht van de
vrouw eenig leeken van gevoel. Hare
donkere wenkbrauwen trokken een wei
nig samen. De uitdrukking van haar ge
zicht stond mij legen.
„U heeft geen recht op het kind."
„Ook weet ik niemand die dat wel
heeft."
„Wij hebben gedurende tien jaren
voor haar gezorgd. Dal geeft op zich zelf
een recht. Het zou niet passen, dat het
kind bij u bleef.
„Madame, Isobel is bestemd voor het
dansverbod was, dunkt me kinderachtig
tegenover de Amsterdammers en de'bui-
ten-Amsterdamsche Nederlanders. Men
kan de wijze en soorten van dansen
an onzen tijd leelijk vinden, onaesthe-
tisch en wat al niet, dat de openbare
danslokalen zouden zijn de „kweekplaat
sen van ongebondenheid en onzedelijk-
heid", zooals ik het ergens gelezen heb,
acht ik schromelijk overdreven, zulks te
meer, omdat de openbare dansgelegenhe
den natuurlijk vallen onder die inï'ich-
tingen, waar de politie het recht heeft
een wakend oog te houden en waar
de ondernemers dier „vermakelijkheid,,
uit eigenbelang wel zullen zorgen, dat
zij door hun dansende clientele niet in
opspraak en niet in moeilijkheid met
het openbaar gezag zullen worden ge
bracht.
Bovendien men was hier niet conse
quent ten aanzien van het dansverbod.
Zoodra er op een mooien avond te Am
sterdam een draaiorgel aan den gang
ging, en de ruimte liet het maar even
toe, kon men zien hoe de „kwezelkens"
in de nabijheid een dansje op straat be
gonnen en ik heb nooit gezien dat een
dienaar der heilige Hermandad er te
gen opkwam.
En op den Zeedijk, waar eenige lo
kalen reeds sedert j aren en jaren dans-
vergnnningen hadden danste Janmaat er
lustig met zijn „kwezelke" op los en
zulks in lokalen ,die zoo was het al
thans eenige jaren geleden dikwijls
niet altijd de meest-verfijnde dansers en
danseressen kregen.
Amsterdam heeft steeds willen dansen.
Wagenaar vertelt in zijn bekende ge
schiedenis dezer stad reeds van de
„dansscholen, waar mans- e» vrouws
personen bijeen kwamen en dikwijls
groote ongeregeldheden gepleegd wer
den", zonder dat door dit verbod door
de overheid heel veel werd bereikt, want
het dansen-minnende Amsterdam wist
zich buiten de dansscholen om wel an
dere gelegenheid te verschaffen om aan
den hartstocht van ronddraaien te kun
nen voldoen. Trouwens wanneer men op
dezelfde pagina van zijn boek, waarin de
ze Amsterdamsche historie-schrijver het
bovenstaande vermeldt, leest dat de
zelfde overheid, die het dansen verbood,
officieel toestond „dat bordeelen in twee
daarvoor aangewezen stegen mochten be
staan", is het begrijpelijk, dat de bur
gerij het met die keure tegen de dans-
scholen niet zoo serieus nam.
Wie de eigenlijke „uitvinder" van het
artikel der Amsterdamsche Politieveror
dening is geweest waarbij aan houders
van logementen, herbergen, restaurants,
e. d. verboden werd gelegenheid tot dan
sen te geven ,weet ik niet ik kan me
niet voorstellen, dat het een vroolijk
Raadslid geweest kan zijn, maar in elk
geval was het iemand die er anders
over gedacht moet hebben dan zijn col
lega van dezen tijd den heer Gulden,
die eenigen tijd geleden, toen de dans-
kwestie in den Raad aan de orde kwam,
het handhaven van het dansverbod sterk
afkeurde en het volstrekt niet eens was
met zijn sociaal-democratische partijge-
noote, mevrouw Pothuis—Smit, die in het
belang der openbare zedelijkheid en in
het belang der jonge meisjes bovenal,
streng handhaven van dat dansverbod met
volle overtuiging had aanbevolen. Men
weet hoe het hier gegaan is. De
ondernemer van een groot gebouw
voor openbare vermakelijkheden waar
in zich een zeer ruime dans
gelegenheid bevindt het concertge
bouw „Mille Cblonnes" op het Bem-
brandtplein - had opheffing van het
dansverbod gevraagd. De Oommissie voor
de Strafverordeningen had met het ge
val een beetje verlegen gezeten. Het
dansverbod opheffen zónder eenige res
trictie, wilde zij beslist niet; den Baad
uitspraak laten doen over elke aanvraag
om dansvergunning" durfde zij niet voor
stellen, dót zou in dat achtbaar college
tot nóg meer debatten aanleiding heb-
ben gegeven; den burgemeester, die als
hoofd der politie eigenlijk alle vergun
ningen tot eenige openbare vermakelijk
heid in handen h^eft. op eenigerlei wijze
aan banden leggen, wilde zij niet. Dies
meende zij, dat de Raad maar eens door
een motie moest laten weten of hij vóór
of tegen dansen was en dan afwachten
wat de burgemeester zou doen als de
Raad mocht te kennen geven „dat hij
Amsterdam wilde laten dansen".
Toen is inderdaad een dergelijke motie
in den Eaad ter tafel gebracht en door
dit college als zijn meening uitgesproken
„dat gelegenheid tot dansen in het open
baar behoort te worden gegeven." De
burgemeester had zich die uitspraak
kalm naast zich neer kunnen leggen,
doch de heer de Ylugt heeft zulks niet
gedaan en zich, hoewel hij krachtens
zijn beginselen zeker geen bewonderaar
van dergelijke openbare vermakelijkhe
den mag worden geacht, op een breed
standpunt geplaatst. Hij heeft in den
geest met de uitspraak van den Raad
overwogen hoe ver hij gaan kon met
het geven van dispensatie op het bo
vengenoemde artikel der Politieverorde
ning en eenige weken geleden aan
eenige inrichtingen dansvergunningen
toegestaan. Sedert kunnen dus de
Amsterdammers daar hun verknocht
heid aan Terpsichore toonen en zij ma
maken gaarne gebruik van de aange
boden gelegenheid wie dansen wil
behoeft nu niet langer naar het Gooi te
gaan en b.v. dat vermaak bij Hamdorff
te Laren te gaan zoeken.
En in de dagbladen vestigen de met
dansvergunningen bevoordeelde groote
rejjaurants de aandacht op hun verkre
gen recht en bevelen in zuiver Neder-
landsch (sicl) hun „afternoon-tea dan
cing" en ..dinner dancing" aan. zulks na
tuurlijk uitsluitend om den buitenlander
vreemdeling, ten minste als die toevallig
een Engelschman cf Amerikaan mocht
zijn, aan te toonen, dat Amsterdam niet
langer zoo'n achterlijke stad is, waar
men zelfs niet mag dansen!
Dus, Amsterdammers, danst nu en de
tijd zal wel leeren of daarmede hel zede
lijk peil omlaag gehaald zal worden
vermoedelijk zal wel blijken, dat zulks
niet zoo erg zal wezen, nu het dansen
in het openbaar kan plaats hebben en de
houders der dansvergunningen wel zor
gen zullen dat de politie nooit aanleiding
zal kunnen vinden om den burgemeester
te advisecren hun vergunning in te trek
ken.
De „kwezelkens" dansen er lustig op
los en die leden van den Raad, welke
destijds het opheffen van het dansverbod
verdedigen, kunnen thans mede genie
ten van het dansgenoegen en mede-
drollen" en -„steppen" op de maat der
strijkjes. Zullen zij straks ook dansen
naar de „pijpen" van degenen, die zich
verzetten tegen de nieuwe loonregelin
gen der gemeente-werklieden, of zuilen
zij dat maar over laten aan hun commu
nistische collega's? Wij zullen zien. Er
wordt nog maar steeds geconfereerd en
CONTI-CORDGOEDKOOP*
Ofschoon bij aankoop niet de goed
koopste, is Continental-Cord opdenduur
toch de voordeeligste baud. tjoepel en
snel, bespaart bij aanzienlijk aan ben
zine en olie. Bovendien heeft hij een
langen levensduur Het bewijs vindt
men in de afge'egde kilometers.
leven."
De dame sloeg een kruis.
„Er is maar een leven. Wij zullen
Isobel daarloc voorbereiden."
„Ik zal mijn vrienden raadplegen. Uw
boodschapper zal onze beslissing aan u
overbrengen."
Het gezicht van de vrouw werd nog
somberdér.
„Maar ongetwijfeld zult u het kind
niet durven houden."
„Madame, de menschelijkheid geeft ons
somtijds bijzondere rechten. Isobel is nog
een kind. Zij kwam onder mijn hoede
door een eigenaardig toeval. Ik heb de
zorg voor haar niet gezocht. Ik was er,
om u de waarheid te zeggen, zeer mede
verlegen. Toch is zij onder mijn lioede
!en ik zal doen, wat naar mijn oordeel
het beste is."
„Mijnheer, u mengt zich in zaken, die
gewichtiger zijn, dan u kunt vermoeden.r
„Het ligt in uw macht mij voor te
lichten, madame."
„Het is geen macht, die ik mag ge
bruiken."
„Dan zal ik u niet langer ophouden,
madame."
Toen ik wegging, maakte zij een lichte
buiging met het hoofd. Zij had reeds
gebeld, en buiten de deur kon ik de
schuivende voetstappen hooren van do
oude meid, die mij had binnengelaten.
„Mijnheer, als u het kind houdt, zult u
zich vijanden maken zeer machtige
vijanden. Het is langen tijd geleden, dat
geredeneerd over deze belangrijke kwes
tie, maar het dreigende onweer, waar
over ik u een paar weken geleden
schreef, is nog niet bezworen, want over
eenstemming is blijkbaar nog niet be
reikt.
Toch moet deze zaak ditmaal worden
uitgevochten, vooral ook omdat stabili
teit in de loonregeling en den arbeids
duur voor het groote corps van gemeen
te-werklieden natuurlijk van invloed is
op de particuliere bedrijven. Een eer
ste eisch in deze tijden vooral is, dat
de arbeid zonder telkens terugkeercnde
kansen op conflicten kan worden ver
richt, en op dit oogenblik is er al strijd
genoeg in Amsterdam. Nog steeds duurt
aan de Koninklijke fabriek op Katten
burg Werkspoor zooals men die kort
weg noemt de staking van de metaal
bewerkers voort, omdat deze daar geen
.loonsverlaging wilden aanvaarden, nood
zakelijk geworden indien deze belangrijke
instelling van groot-industrie aan de con
currentie van elders het hoofd zal kun
nen bieden; in het heiersbedrijf is sla
king omdat men daar de werkweek van
48 uren niet hebben wil en die staking
belemmert natuurlijk den geregelden
voortgang in het bouwbedrijf. Kregen wij
daar nu nog bij een staking onder werk
lieden in de gemeente-bedrijven, dan was
.het spel compleet", maar het is nog
steeds te hopen, dat we ten slotte dién
dans ontspringen zullen, zonder dat de
Raad van Amsterdam er toe zal beslui
ten te dansen naar de pijpen der werk
liedenleiders, die geen rekening willen
houden met de gewijzigde tijdsomstan
digheden.
Wanneer "zij zich wisLen te stellen op
hetzelfde standpunt, dat de burgemees
ter der hoofdstad ging innemen ten aan
zien van het tot dusverre gegolden heb
bende dansverbod, zouden zij den juis-
ten weg inslaan.
Amsterdam mag nu dansen, maar daar
mede behoeft niet beslist te zijn, dal hel
naar alle pijpen dansen moet.
SINT SANA.
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Dinsdag werd te Axel raadsver
gadering gehouden Afwezig de heer
Dixhoorn.
Tot de ingekomen stukken behoorde
een schrijven van de Spoorweg Maat
schappij Mechelen—Terneuzen, dat zij
niet kon voldoen aan het verzoek van
den Rq#d om bij den onbewaakten)
overweg in den Coegorspolder fluitsig
nalen te doen geven bij het naderen
van een trein. De Raad vond dit toch
gewenscht en drong erop aan het nog-
ik in. de wereld leefde, doch ik geloof,
dat de tijden niet veel veranderd zijn.
Van de familie van het kind mag ik
u niets vertellen; om u echter tot beter
inzicht te brengen, zal ik u dit zeggen.
Het zal beter zijn voor u en voor het
kind, dat zij hier terugkeert, zelfs om,
zooals u dat noemt, den levenden dood
te omhelzen."
„Madame, ik zal met dat alles reke-
ining houden."
,Het zal zeer goed zijn, als u dat
doet, mijnheer", zei zij beteekenisvol.
„Een vijand van hen, in wier naam ik
heb gesproken, moet noodzakelijk een
heilige zijn, want hij leeft hand in hand
met den dood."
HOOFDSTUK X.
Zoo reed ik terug naar St. Argeuil,
het slaperige, oude stadje, met zijn roo-
de daken, met zijn groote verweerde
kerk, waarvan de ramen, op het oogen
blik, dal de rammelende wagen de heu
vel afreed, bloedrood .waren getint door
de ondergaande zon. Achter mij lag het
klooster met zijn oprijlaan van iepen,
zijn gesloten ramen, in zijn verschrikke
lijke gevangenisachtige stilte. Omkijkende
terwijl ik mij vasthield aan den kant
van de kar zonder veeren, om te belet
ten, dat ik op den weg zou geslingerdi
worden, huiverde ik. De kloosterscholen,
waarvan ik wel eens had gehoord, waren
geheel anders.
Zelfs na mijn kort verblijf daar was
dit lerugkeeren in de frissche landlucht,
(Ingez. Med.)_
maals te vragen, voordat er ongelokken
gebeuren.
Door eenige bewoners van nog be
staande noodwoningen was op advies
van het raadslid 't Gilde een schrijven
gericht aan den Minister van Arbeid,
waarin geklaagd werd, dat noch de raad,
noch B. en W. eenige verbetering aan
brengen in den ellendigen toestand, waar
in die woningen, die eigenlijk geen wo
ningen zijn, verkeeren.
De vuurpijl was echter de verkeerde
richting uitgevlogen, want inplaats dal
de Raad de vermaning kreeg om de
woningen op te knappen, werd aange
schreven om de woningen op te r u i-
me n, want noodwoningen mogen niet
langer dan 5 jaar in gebruik zijn. De
bewoners zijn #us hier de dupe ge
worden.
Op de vraag van den heer 't Gilde,
waarom die krotten nooit werden her
steld. antwoordde de voorzitter, te er
kennen. dat het ook geen woningen wa
ren. en dal alleen die werden gere
pareerd. waarvoor de huur werd betaald.
Als de menschen den kleinen huurprijs
niet betalen, wenschte het Dag. Be
stuur er ook geen kosten voor te ma
ken. De woningen zullen nu met in
gang van 1 Juli afgebroken worden.
Een voorstel tot wederinvoering der
kermis werd ten derden male verwor
pen.
Over een voorstel, om dan den bur
gemeester de bevoegdheid te geven om
bij feestdagen dansmuziek toe te staan,
staakten de stemmen, doordat de heer
Baert. die wat hardhoorend is, verkeerd
gestemd had. daar hij niet wist, waar
over de stemming liep.
Aan een nieuwen weg naar de Axel-
sche Sassing zal de naam „Havcnlaan"
gegeven worden.
Een voorstcl-Van Dixhoorn om voor
een geilenlentoonstclling f 25 subsidie te
geven, werd verworpen.
Een drukke discussie werd gevoerd
over een voorstel van B. en NV. om de
politieverordening zoodanig te wijzigen,
dat leurders alleen met toestemming van
B. en NV en op bepaalde dagen mogen
venten. De bedoeling hiervan was, om
het vermomde bedelen te voorkomen,
waarvan de burgerij last schijnt te heb
ben.
De heer Kruysse was van meening,
dat deze maatregel weinig beteekent,
want evenmin als nu wordt opgetreden
tegen "bedelaars, zal ook worden voor
komen hel leuren. Het publiek wenscht
liever buiten rechtszaken te blijven en
zal wel helpen liegen, ais een koopman
ontkent geleurd te hebben. Bovendien
was de Raad van mecning, dat het doel,
ofschoon goed. heelemaal niet in de re-
naar de geur der weiden, naar de kleur
en het leven van het landschap, een
zegening.
Ik was volmaakt tevreden met het
floor mij genomen besluit. Het was niet
mogelijk, om het kind naar zulk een
plaats terug te zenden.
Door een grooten wijngaard kwam ik
eindelijk in 't dorpje St. Argueil. De
straat, die naar de herberg voerde, was
geplaveid met de meest verschrikkelijke
keien en daarom moest ik met de eene
hand mijn hoed en met de andere den
kant van den wagen vasthouden Mijn
blauw gekielde koetsier hield ineens in
voor de oude poort van de „Lion d'Or"
en ik was daardoor bijna voorover ge
stort op den breeden rug van het paard.
Toen ik lot mijzelf kwam, werd mijn
aandacht getrokken door een zacht scha
terlachen het lachen van een vrouw,
staande aan den ingang van de her
berg.
Ik keek op.
Een bekende gestalte stond mij daar'
gade te slaan lady Delahaye, ele
gant gekleed in een fiere houding. Naast
haar stond onderdanig de herbergier met
een wit schort voor.
11c klom van den wagen en lady De
lahaye kwam mij een paar pasjes tege
moet. Zij strekte een keurig gehauds-
schocnde hand uit en glimlachte
„Je moet mij mijn lachen niet kwalijk
nemen. Arnold. Heusch, je zag er zoo
grappig uit in dien verschrikkelijken wa
gen. Wat een vreemde ontmoeting, niet
waar' Heb je een oogenblik tijd voor
mij
„Ik geloof, dat ik eerst vanavond van
hier lean vertrekken. Willen wij binnen
zitten'"
Zij schudde het hoofd.
„De gelagkamer is te benauwd", ant
woordde zij. ..Ik was gedwongen om die
te verlaten om wat frissche lucht te
happen. Laten wij de straat op en neer
wandelen."
Ik betaalde voor mijn rijtuig en wij
gingen den weg op. Lady Delahaye
scheen van plan om de verplichting tot
het beginnen van een gesprek op mij te
leggen.
„Ik vermoed", zei ik, „dat wij hier
zijn voor hetzelfde doel
„Werkelijk!" Zeg mij eens waarom jij
hier kwam."
„Om zoo mogelijk achter de familie
verwantschap van het kind te komen",
antwoordde ik vlug. „Ik moet te weten
komen, wie haar familie is, wie werkelijk
recht heeft om voor haar te zorgen."
„Ik sta verbaasd over je, Arnold. Ik
begrijp je houding in deze zaak niet. Ik
heb je altijd als een weinig indolent
beschouwd. En nu zie ik je alle moger
lijke merite doen in een zaak, die je
werkelijk heelemaal niet aangaat. Waar
aan is die goedhartigheid te danken?"
„Lady Delahaye
„Eileen", viel zij zachtjes in de rede.
„Lady Delahaye, u moet het mij niet