j^ntinentel FEUILLETON, u No. 123 Zaterdag 24 Mel 1824 167e Jaargang ffi- b." vas, aar bcht lord l ties ten- IKt jmmmer bestaat uit TWEE bladen. EERSTE BLAD. dat Kaye J ver leden T>rak, J een I wor- een nood. lij op had van Por- fantel- met Zilv. lellink- |h„ L. bnnaio E 108; fcuburg Korte gshand- boubló Oo- 198; jPagter, broche, [inchet- 257; B 80; O 284; weg Jonge, 1 Mesu, nd, W. jBlauwe Éweg R lan Po- Ixsschen Abonnementsprijs per kwar taal; op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p. post f 2,50; voor Middelburg en agentschap Vlis- •Ingen 12.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Advertentiën worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone a d v e r t e n t i n 30 cent per regel. Ingezonden Mededeelin- c n 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels f2,10, elke regel meer 30 cent Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij Is aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra; Bewijsnummer 5 cent per stuk, Advertentiën moeten, willen ze nog ifi ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. BINNENLAND. DE AUTOBUS-REGELING TE MIDDELBURG. Door het Bureau der Kamer Kooph. en Fabr. voor de Zeeuwsche Eilanden, te Middelburg, is het volgende schrijven, d.d. 23 iMei, verzonden aan B. en W. van Middelburg: „Ook ons bereikten, van verschillende zijden klachten omtrent de Uwerzijds getroffen regeling betreffende het ver keer met autobussen in deze gemeente. Wij meenen, dat het zeer wel mo gelijk is, aan de bedoeling van de be trekkelijke bepaling der Verordening van Algcmeene Plaatselijke Politie te voldoen en toch aan de vele bezwaren tegen de tegenwoordige regeling tegemoet te ko men. In het algemeen ban toch o. i. er weinig of geen bezwaar tegen bestaan, dat door dc autobusdiensten op gewone dagen standplaats wordt genomen op de Markt, Dit plein biedt daartoe toch zeker voldoende ruimte- Om opstopping op een bepaald gedeelte van de Markt te voor komen, ware het wellicht aan te be- ivelen, dat aan de diverse diensten ook verschillende gedeelten worden aange wezen, de eene bijv. tusschen Graven straat en Gortstraat, de andere tusschen |Gortstraat cn Langeviele, enz. Om te voorkomen, dat verschillende Ibusschen te dicht achter elkaar rijden, zoude kunnen bepaald worden, dat bin nen de bebouwde kom der gemeente tusschen de bussen een zekere ruimte moet blijven, b.v. 100 Meter. Bestaat er in het algemeen al geen bezwaar, dat de Markt als standplaats worde aangewezen, dit is zeker wel het geval op marktdagen en wellicht op en- licele andere bijzonder drukke dagen, evenals gedurende de jaarmarkt. Op die dagen zouden dan andere standplaatsen kunnen worden aangewezen; op markt dagen b.v. van 10 uur v.m. tot 6 uur In het algemeen zoude het geen bezwaar ontmoeten daartoe dan de te genwoordige plaatsen te bestemmen; al leen voor de bussen naar Domburg zou wellicht het Hofplein alsdan als stand plaats zijn te gebruiken. Wordt wederom vergunning verleend op de Markt standplaats te nemen, dan herleeft echter ook een geenszins denk beeldig bezwaar, n.l. het verkeer met de bussen door onderscheidene nauwe straten, zooals Korte Delft en Korte Noordstraat. Dit bezwaar ware echter o(. i. zeer wel te ondervangen door aan de standplaatsvergunning als voorwaarde te verbinden, dat in bet algemeen in de bebouwde kom met zeer matigen gang moet worden gereden en in het bijzonder in daartoe nader aan te wijzen stralen mot een snelheid niet grooter dan een stapvoets gaand paard. Op na koming dezer voorwaarde zoude dan een streng toezicht zijn te houden. Aan hot bezwaar, dat zoo vele onder- jnemingen standplaats verzoeken, zoude lo. i. zijn tegemoet te komen door al leen standplaatsvergunning te verleenen aan die ondernemingen die eenen ge- regelden dienst onderhouden. Zijn onze inlichtingen toch juist dan zijn er, vooral op Vlissingen, meerdere ondernemingen, die slechts op zeer ongeregelde tijden rijden en niet op vaste uren. Ten slotte heeft het ons bevreemd, (dat zoo weinig tijdsruimte is gelaten tus schen publicatie der nieuwe regeling en de in werkingtreding, terwijl, zijn onze Informaties juist, ook nimmer op de een of andere wijze met belanghebbenden overleg omtrent de te treffen maatrege len is gepleegd. Wij hebben de eer bet bovenstaande ter Uwer kennis te brengen, met be leefd verzoek een en ander nogmaals aan eéh grondig onderzoek te willen onder werpen. Wij meenen, dat door wijziging der bepalingen in bovenstaanden geest, zoowel het belang van het publiek als dat van de autobushouders zal' wordeu gediend." DE ASSISTENTEN EN DE GRO'OTERE KLASSEN. Blijkens het afaeelingsverslag der Tweede Kamer over de jongste wijzi ging der onderwijswet bestaat legen de invoering van het instituut der a s - s i s t e n t e n bij tal van leden ernstig be zwaar. Deze jongelieden van beiderlei kunne, die van het 16de jaar reeds tot de school zullen worden toegelaten, zon der eenige theoretische of practische kennis van 't onderwijs, achtte we een gevaar voor goed onderwijs. De minis ter wil hen doen werken onder onmid dellijke leiding van den onderwijzer, maar acht dit ook nog mogelijk, indien de assistent in een ander lokaal werk zaam is, mits de deur tusschen de beide Ülokalen open is. In lal van nieuwere scholen is geen verbinding tusschen de beide lokalen; daar zal de maatregel dus niet kunnen worden toegepast, wat men betreurde. Doch in liet overgroote deel der scholen, waar wel een verbindings deur is, is dit tegenwoordig een gewone deur in den hoek van den scheidings muur. Welk toedicht kau op deze wijze de onderwijzer op zijn assistent uitoefe nen? Deze assistenten zullen vaak een plaag voor de leerlingen en v.oor zich zelf zijn. Sommige leden noemden dit instituut er een van Roomsch karakter. In de scholen, waar broeders en zusters het onderwijs geven, zal men gemakkelijk aan andere broeders en zusters zonder onderwijsradicaal kunnen opdragen, de onderwijzers bij te staan. Hoe zal men echter op de andere scholen aan een voldoend aantal komen, vooral indien de hulp gratis moet worden verleend? Ook hier zal het platteland, waar aan hulp voor de onderwijzers het meest behoefte is, bij gebrek aan personen, die de ver- eischte ontwikkeling en geschiktheid be zitten, het meest onder den maatregel ]{j- den. Vele andere leden verklaarden aeze bezwaren niet te kunnen deelen. Al wa ren sommigen hunner niet geestdriftig proor het instituut der assistenten ge stemd, zoo meenden zij toch, dat bet on der de tegenwoordige omstandigheden kan worden aanvaard als een correctief op een, anders bij de voorgenomen rege ling van art. 28 der Lager-onderwijswet 'inderdaad, in vele gevallen dreigend, tekort aan onderwijskrachten, die voor Rijks vergoeding in aanmerking komen. Verscheidene 1 eden juichten het voorstel zelfs toe en achtten het geenszins uitge sloten, dat het instituut der assistenten tot verrasende resultaten leiden jzou. De- oplossing verdient verre de voor keur boven de aanvankelijk voorgestelde tewerkstelling van goedkoope leerkrach ten met vereenvoudigde opleiding, om dat de assistenten niet als leerkrach ten bedoeld zijn, maar als hulp van be voegde onderwijzers en onderwijzeres sen. Vooral in de lagere klassen, die bij de voorgenomen regeling van artikel 28 lover het algemeen het sterkst bezet zullen zijn ,en waar het onderwijs veel individueele hulp aan en toezicht op de leerlingen vordert, kunnen deze assisten ten goede diensten bewijzen. Doch ook in de hoogere klassen kunnen zij door het houden van toezicht op schriftelijk werk der leerlingen en door hulp bij de correctie, daarbij nuttig werk doen. De bewering, dat alleen de Katholieke Con gregaties zulke personen in voldoende aantal zouden bezitten, achtte men een onrecht, andere groepen der bevolking aangedaan. In alle kringen worden onge twijfeld personen aangetroffen, die, hoe wel geen diploma bezitten, zeer wel voor deze taak berekend zijn. Ontwikkeling en beschaving zullen zeer waardevolle fac toren blijken. In Zondagscholen, patrona ten e.d., is dit reeds gebleken- Met de vergrooling van het aantal leer lingen per leerkracht, betuigden vele le den instemming. Daardoor kan op meer doeltreffende wijze dan door de aanvankelijk gedane voorstellen, bezuiniging op de onderwijs uitgaven worden bereikt. Dat daardoor een einde zal worden gemaakt aan een regeling van groote scholen en oprich ting van allerlei kleine schooltjes, werd als een groot voordeel der nieuwe re geling beschouwd. Vele andere leden meenden tegen het voorstel ernstige 'bedenking te moeten opperen. Opnieuw wordt een zeer ingrij pende wijziging in de inrichting van het lager onderwijs voorgesteld, (zwmrler dat uit iets blijkt, dat de Regeering zich van de nadeclige gevolgen dier wijziging be- behoorlijk rekenschap heeft gegeven en althans trachten wil die gevolgen eeni- ger mate te temperen. Dat de totstandko ming van 't voorstel noodwendig leiden moet lot 'n verschuiving van de lasten van hel lager onderwijs van het rijk op de gemeenten, schijnt voor de Regeering een onverschillige zaak te zijn. Al kan eenige vermeerdering van het CONTI-KWALITEIT. Ben Continental binnenband in evn Continental buitenband. Eeu gezonde ziel in een sterk lichaam. Een combinatie, die eiken rijder voldoening geeft. (Ing. Med.) aantal leerlingen per onderwijzer als tij- groot geluk nabij. Hij roept uit „Seig- delijke bezuinigingsmaatregel onder de neur! Après ce long martyre, que de bestaande omstandigheden wellicht wor- Jxmheur!" Dan, de kamer langzaam door- worden aanvaard, een regeling als de wandelende, beschouwt hij met buiten- voorgestelde, welke voor de grootere gewone nieuwsgierigheid de omgeving, scholen uitgaat van normale-klassen van Als hij zijn „Air" beëindigd heeft, volgt 46 leerlingen, gaat volgens de hier aan een lange zin voor le violen, overgeno- het woord zijnde leden veel te ver. men door de alten (con sordino), en Naar het oordeel dezer leden vervalt dan kondigt het 1 lekende motief van het voorstel, terwijl het de oprichting Méphisto diens plotselinge, brutale op- van kleine scholen blijkbaar wil beslrij- treden weer aan. De clarinet laat het den, in een tegenovergesteld euvel, bij- 1 motief van de ballade„le roi de Thu- voorbeeld het n.l. de groote scholen. lé" hooren deze ballade gaat iMar- jguerite later zingen en duidt daar- door aan, dat Marguerite in aantocht is. DE DRANKSMOKKELARIJ. (Méphisto verstopt Faust achter eengor- De heer Staalman, lid van de Tweede dlt". Fausl ,r,aad f 'nde, Kamer, heott aan den Minister van Fi- h"m »°01 hru.lottsi.ed betoven- nancién de volgende vragen gesteld de, waarvan h.er demelodio leeds era Heelt het de aandacht van den Mi- klmkt' wrwydert hy r.ch, nister getrokken, dat groote hoeveelhe- En nu, zeer gejaagd, als had zij een den in Nederland vervaardigd gedistil- voorgevoel van naderend onheil, komt leerd accijnsvrij naar België worden uit- Marguerite de kamer in, met een lamp gevoerd en aldaar wordt betaald de door in de hand. Zii zingt, om haar angstige dezen staal geheven accijns ad 11.64 frs., gedachten te verdrijven de ballade „Ie alzoo in Nederlandsch geld ongeveer Hoi de Tliulé" bovengenoemd. Dit stuk f 1.50 per liter ad 50 pet., tegenover is, ook door zijn instrumentatie, fslechts f3 30 in ons land, door welk verschil fluiten, clarinetten, hoorns, alten, celli Nederlandsch gedistilleerd, in België ver- en bassen) van een zeer bizondere stem- accijnsd, met groot voordeel heimelijk ming; Berlioz wendt er ook solo-alt riool over de Nederlandsche grens kan wor-een door hem zeer geliefd instru- den teruggevoerd, hetwelk, blijkens lal ment in aan, en dat geèft aan dert van aanwijzingen, op groote schaal ge- tint van 't geheel iets zeer eigenaardigs, schiedt? Marguerite zingt de ballade uit. en daar- Hceft het ook reeds de aandacht vanna, als werktuigelijk, begint zij van vo- den Minister getrokken, dat hetzelfde, ren af aan; nu echter telkens slechts zij het ook op eenigszins andere wijze, korte, afgebroken zinnetjes, die door het langs de Duitsche grenzen plaats vindt? orkest worden aangevuld, tot Margue- Is het den Minister bekend, dat doorrite eindelijk met een diepe zucht „Ah!" dezen invoer, behalve de schatkist, ook "verraadt, aan iets geheel anders te de eerlijke handel zoo sterk wordt be- denken. nadeeld, dat in de grensstreken afzet Het nu volgende tafereel brengt Mé- onmogelijk wordt gemaakt phisto voor het huis van Marguerite; Is de Minister reeds tot de ervaring hij roept de dwaallichten als machten gekomen, dat ook de meest krachtigeder duisternis bijeen. Fagotten en „ge- middelen van verweer van de zijde der stopte" hoorns in unisono, met pizzicato administratie der accijnzen het genoemdevan het strijkkwintet maken de stern- euvel niet kunnen bedwingen, en dus'raing hier zeer geheimzinnig. De dwaal- naar andere middelen moet worden om- lichten beginnen dan hun fantastischen gezien om zoowel den heimelijken in voer (te beletten) als den eerlijken han del te beschermen? Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch, van E. PHILXPS-OPPENHEIM, door Mevrouw v. d. W. -9). Ik keek Mabane flink aan. Hij was on verstoord. „Psychologisch, mijn waarde Allan, schijn je nu iu een zeer eigenaardigen toestand te zijn." Mabane haalde zijn schouders op. Hij liep de kamer door om wat tabak te ha len en begon zijn pijp te vullen. „Nu" zei hij, „ik ben klaar. Morgen geloof ik, dat ik 't land aan mij zelf zal hebben ,dat ik zoo veel gezegd heb. Luis ter 1 daar komen ze". Isobel kwam de kamer binnen gevolgd door Arthur in een leeren jas en broek. Zijn wangen waren blozend, zijn oogen schitterden. Zij nam haar muts van het hoofd en maakte heel Handig haar ver wilderde haren weer in orde. „Heerlijk", riep ze uit. „O, het was goddelijk I Mijnheer Arthur, hoe moet ik u bedanken. Ik heb nooit in mijn leven zoo genoten. Als de moeder-overste mij eens gezien had en de meisjes!" „Motorrijden, veronderstel ik", merkte Mabane op, „behoort tot de genoegens die aan de jonge dames van het kloos ter zijn ontzègd." Zij lachte vroolijk. „Genoegens! Waarom zijn er geen ge noegens voor die arme meisjes. Je mag niet eens lachen en wat spelletjes be treft ,die zijn zelfs verboden. Men mag en kan daar niet gelukkig zijn. Dat mag niet." Zij ving den blik op, die Mabane en ik' elkaar toewierpen en draaide zich tege lijkertijd om. „O .mijnheer Arnold", riep zij adem loos uit. „u denkt toch niet, dat ik daar weer heen moet?" „Waarschijnlijk niet." Arthur kwam heftig tusschenbeiden. „Als iemand je daar weer opsluit, haal ik je er weer uit!" Zij wierp hem een dankbaren blik toe, maar daarna keek zij mij weer aan. Zij wachtte nieuwsgierig op hetgeen ik zou zeggen. „Als wij er iels tegen kunnen doen", zeide ik zachtjes, „ga je er nooit weer heen. Maar je moet niet vergeten ,dat wij, bij slot van rekening menschen zijn zonder eenige macht of invloed. Vandaag of morgen zou er iemand bunnen komen die volgens de wet het recht had je op te eischen en wij zouden er niets tegen kunnen doen". De kleur van haar wangen verdween. Ilaar oogen begonnen onnatuurlijk en angstig te schitteren. „Er is niemand", stamelde zij, „behal ve die man, hij noemde zich mijn voogd." „Had je hem wel eens gezien, voordat hij je in liet klooster kwam halen?" vroeg ik. Maar één keer. Hij kwam ongeveer een jaar geleden te St. Argueil. Ik haatte hem toen. Ik heb hem daarna altijd ge haat. Ik geloof dat als alle menschen zoo waren, ik mijn geheele leven in het klooster zou willen blijven". „Je herinnert je niet, onder welke omstandigheden hij je daar bracht, ver onderstel ik?" vroeg Mabane ernstig. Zij schudde het hoofd. „Ik herinner mij heelemaal niet, dat ik daar gebracht werd. Ik geloof dat ik niet ouder was dan vijf of zes jaar." „En heeft gedurende al dien tijd nie mand je bezocht of aan je geschreven* vroeg ik. „Niemand 1" Zij onderdrukte een 1 ichten snik, toen zij mij antwoordde Het was alsof mijn vragen en die van Mabane. ofschoon ze zoo voorzichtig mogelijk gesteld waren, haar plotseling haar groote eenzaamheid hadden doen gevoelen. Haar oogen wa ren vol tranen. Zij hield zich flink en zij beheerschte zich met alle kracht. Arthur keek ons beiden verontwaar KUNST EN WETENSCHAPPEN. La Damnation de Faust Hector Berlioz. II. 3e Deel. Het is avond geworden; steeds zwak ker klinkende trompetten en trommen wijzen op het wegtrekken der menigte, j belle une chanson morale, pour la Faust is in de kamer van Marguerite1 perdrc plus sürement", en dan zingt hij, hij is zeer geagiteerd voelt zich een eerst alleen, daarna met het koor der dans rondom het huis van Marguerite. Deze „Menuet des Folie ts" het derde orkeststuk dus heeft ook een zeer eigenaardig cachet; instrumentatie, me lodische lijn en vooral de rythmiek (er is geen sprake van een menuet in den gewonen zin) maken het tot iets ge heel aparts De hoofdgedachte afwisse lend komen tweemaal quasi „trio's"; het tweede trio (in snelle alla-brève maat!) geeft de melodie van het „bruiloftslied" van Méphisto, dat deze zie boven) Faust beloofd heeft. Is de menuet gespeeld, dan zegt Mé phisto- ,'Mainlenant, chantons a cette digd aan. Hij was echter zoo verstandig om te zwijgen. „Er zijn nog een paar vragen. Isobel," zei ik, „die ik je den een of anderen dag moet doen". „En dat zijn?" „Heeft majoor Delahaj'e ooit tegen je over zijn vrouw gesproken?" „Nooit." „Je wist dus zelfs niet, toen je in in Londen kwam, waarheen hij je zou bren gen?" „Ik wist niets. Hij gedroeg zich zeer vreemd en ik voelde mij diep ellendig gedurende den tijd ,dat ik bij hem was. ïlc begreep ,dat ik een vriendin zou krij gen en in Londen zou gaan wonen." Ik werd een oogenblik koud. Ik dorst Mabane niet aan te kijken. „Ik geloof niet, dat je voor majoor Delahaye nog bang behoeft te zijn, zelfs niel als hij beter wordt." „U bedoelt riep zij ademloos uit. „Wij zouden je nooit aan hem af staan." „Goddank," mompelde zij. „Mijnheer Arnold, vervolgde zij, „ik kan schilderen fen zingen en pianospelen. Kan iemand daarmee geld verdienen? Ik wil werken ik ben niet bang om te werken. Kan ik hier niet een poosje blijven?" „Natuurlijk," verzekerde ik haar. „En het is volstrek niet noodig voor jou om le denken aan geld verdienen. Dat is het niet, waarover wij lobben. Het is over het feit ,dat wij geen wettig recht op je hebben en er personen zullen komen opdagen, die dat wel hebben" Arthur keek triomfantelijk rond „Wat heb ik je gezegd?" riep hij uif Zij keek Mabane verlegen aan. „En zou u er bezwaar tegen hebben?" vroeg zij. Mabane keek haar glimlachend aan en zijn glimlach was als een openbaring, zelfs voor ons, die hem zoo goed kenden. „Mijn lieve jonge dame," zeide hij, „u zuil steeds meer dan welkom zijn. Ik heb juist aan Arnold gezegd ,dat uw komst ons een anderen kijk op de wefléld doet geven." De glimlach vau het meisje was be- tooverend en scheen voor ons allen be stemd te zijn. Zij slak beide haar handen uit Mabane greep de eene en boog daar-1 over als ^en hoveling. De andere hand werd mij aangeboden. Arthur was er me de tevreden, ons met een stralenden blik op een afstand gade te slaan. Juist op dat oogenblik werd er op de deur ge klopt. Juffrouw Burdell bracht een telegram. Ik scheurde het open en gaf het na hel haastig gelezen te hebben aan Ma bane. Hij aarzelde een oogenblik en wendde zich daarop ernstig tot Isobel. „Majoor Delahaye zal ons niet meer lastig vallen", zeide hij. „Hij overleed-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 1