Woensdag 21 Mei 1924
NIEOWE ZOÜTEYISCH
No. 120
167" Jaargang
MIDDELBURGSCHE COURANT.
DB DRUGPLANNEN.
Naar aanleiding van de Vrijdag door
ons gepubliceerde plannen voor een
brug over de vest nabij de Koepoort,
worden ons vragen gedaan, over kosten,
motiveering enz., waardoor het wensche-
lijls is nog eens te doen uitkomen, hoé
het met deze kwestie staat.
Den 26sten Maart zijn aau den Ge
meenteraad teokeningen betreffende de
ze brugplannen voorgelegd, die daarna
in de leeskamer ter inzage van de leden
werden gedeponeerd. Wij hebben toen
daar keunis genomen van deze teeke-
ningen, en aan de hand daarvan in
ons nummer van 28 Maart een be
schrijving gegeven. En later hebben we
verlof gewaagd »n gekregen om eenige
dezer teekeningen te reproduceeren.
Maar een voorstel van B. en W., met
toelichting en begrooting is nog niet in
de gedrukte raadsstukken opgenomen, en
was ook niet- bij deze teekeningen in de
leeskamer.
Naar we vernamen is zulk een voor
stel van B. en W. wiel in rondgang bij
de betrokken raadscommissies; vermoe
delijk zal er dus geen voorstel bij den
Raad worden ingediend eer de schrif
telijke gedachtenwisseling dier commis-
sies met B. en W. is afgeloopen.
'Jt In die omstandigheden is er dus nog
weinig houvast voor een algemeeno be
oordeeling van het vraagstuk dezer brug.
Maar in afwachting van hetgeen nader
zal blijken, willen we "hier toch twee
kantteekeningen laten volgen; de eerste
als antwoord op een ons gedane vraag,
de tweede als een vraag, die we zelf
stelden, en die we ook van anderen hoor
den.
De eerste vraag was of het niet mo
gelijk was geweest de Koepoort als on
derdeel dezer passage der vest te blijven
gebruiken, bijv. door de toegangswegen
naar dc brug om die poort been te Jei-
den.
Naar we hoorden is wel degelijk in
die richting een oplossing gezocht, maar
is men daarbij gestuit op het bezwaar,
dat het niveau bij de Koepoort zooveel
hooger ligt dan dat van de overzijde van
de vest, met het gevolg, dat de toe
gangsweg naar de brug aan de poortzijde
een te sterke helling zoude krijgen,
wat voor paarden een onoverkomelijk
bezwaar zou zijn. Bovendien zou dan
die brug aan de overzijde naar een rij
woningen leiden en niet naar een door
gang.
De tweede vraag, die we willen stel
len, is de volgende: Is het rij-verkeer
naar en van de nieuwe stadsgedeelten
zoo omvangrijk, dat daarvoor de aan
leg van een nieuwe r ij-brug gerecht
vaardigd zou zijn? Immers deze brug
zou niét, zooals al onze andere vest-
bruggen, naar een bestaanden grooten
verkeersweg leiden, die naar andere
plaatsen voert. Zij zou Slechts leiden
naar een woonwijk, die uit zichzelf geen
groot rij-verkeer behoeft. Het geringe
Tijverkeer daarheen, zal geen bezwaar
pndervinden wanneer het zooals nu, over
de Noordpoortbrug of de Veersche brug
wordt geleid. Zou men dan niet kunnen
volstaan met een verbetering van de
bestaande voetbrug? Dan zou ook de
Koepoort haar functie van poort kunnen
behouden.
Juist nu de kwestie nog in voorbe-
reidend onderzoek verkeert, is er aan
leiding lot het stellen van deze vraag.
We vernamen, dat bij het ontwerpen
van deze rijbrug werd uitgegaan van
de gedachte, dat de uitbreiding der
stad in deze Noord-Oostelijke richting
geleid zal móeten worden, uu uitbrei
ding naar het Westen is belemmerd
door de afwijzing .:jjan de annexatie van
bet Zand. Met het oog op de toekomstige
.uitbreiding der stad naar die Noord-
Oostelijke zijde, zou er een rijbrug ge-#
wenscht zijn.
Deze overweging heeft ons nog niet
overtuigd, dal daarom een r ij-brug noo
dig zou wezen. De stad mogd zich in
die richting uitbreiden, toch zal het daar
voorloopig nog voor lange" tijden aller
teerst een woonwijk worden en blijven, en
die zal uit haar aard weinig rij verkeer
meebrengen. En het vooruitzicht dat men
daar doorgaand verkeer zou krijgen, zoo
als over al de andere bruggen, is heel
gering. We gelooven voorloopig nog niet,
dat de weg door het Schellag naar Ga-
pinge die rol te vervullen zal krijgen,
Wellicht dat de eerlang te publicee-
ren voorstellen met adviezen der be
trokken raadscommissies een nader licht
op deze zijde der kwestie werpen. Maar
®u de teekeningen bekend zijn, en het
plan blijkbaar nog in wording verkeert,
hebben we ook openbaarheid meencn te
moeenl ge venmaan deze opmerking.
van verleden week de teekeningen van
de ontworpen Koepoorlbrug en aange
zien u zich van een oordeel daarover
onthoudt volgt hier ra. i. uit dat de le
zers van uw blad daartoe als 't ware
worden uitgenoodigd.
Welnu, ik vraag het u en de overige
lezers mijn oordeel over deze aange
legenheid kenbaar te maken.
In de eerste plaats wil ik de "vraag
stellen: Is een verbinding daar noodig?
Deze vraag kan dunkt me alleen be
vestigend worden beantwoord.
Ten tweede: Aan welke eischen mbtet
die verbinding voldoen? Hierop zou ik
antwoorden - aan stevigheid, aan voldoen
de ruimte en aan artistieke schoonheid
in aansluiting met de omgeving.
Ten derde, op welke plaats moet de
verbinding worden aangelegd? Als ant
woord hierop zou ik zeggen, dat ook
de plaats daarvan in aansluiting moet
zijn met de omgeving.
Aan dezen laatsten eisch voldoet mijns
inziens het ontworpen plan niet.
Teneinde dit te beoordeelen is het
wenschelijk, na het plan goed bekeken
te hebben, zich-te begeven naai" den Sin
gel en zich op te stellen recht tegenover
de Poort en daarna nog eens iets verder
op den Singel vóór den Smoorsgang.
"Teziet men van uit beide genoemde
punten het plandan moet het dunkt me
toch wel opvallen dat de gewenschte
verbinding alléén behoort tegenover de
Poort zelf en niet een honderd meter
daar van daan.
Wellicht zijn verkeersbezwaren gere
zen tegen het aanleggen van een ver
bindingsweg tegenover de Poort, maar
me dunkt wanneer het verkeer van af
den Singel wordt geleid langs de Poort
aan de zijde van den Schouwburg en het
verkeer van af het Molenwater langs de
andere zijde van de Poort, dan kan daar
tegen toch geen bezwaar bestaan bij vol
doende breedte van den verbindingsweg.
En nu ten slotte nog een vraag, waar
om moet er bepaald een brug komen
Om de communicatie van het water aan
weerszijden van den weg te behouden?
Welnu, aangezien er daar ter plaatse
toch niet wordt gevaren, zou men in den
verkeersweg (i.e. verkeersdam) voldoen
de doorlatingen kunnen maken voor het
water.
Het wil me voorkomen dat een derge
lijke verbindings dam, eventueel te voor
zien van aanplantingen in deze omgeving
beter zal voldoen dan een brug.
Tegen het door mij voorgestelde zullen
wel technische bezwaren worden ge
maakt maar zouden die niet kuinnen wor
den ondervangen of opgeheven?
Mijnheer de Redacteur, mijn dank voor
de plaatsing.
Hoogachtend
VAN BERLEKOM,
Griffioen.
Middelburg, 21 Mei '24.
KAMEROVERZICHT.
Tw,eede Kamer.
Zitting van Dinsdag.
Sinds 1922 is aan geen enkele nieuwe
Nijverheidsschool subsidie verleend. Dit
is de practijk.
De theorie is dat, volgens art. 25 der
wet, aan zulke scholen subsidie „wordt"
verleend.
De Minister zei dat het woordje
.„wordt" een facultatieve beteekenis
heeft; vandaar zqn negatieve praktijk.
Ter verduidelijking stelde hij echter in
de wijziging der Nijverheidsonderwijswet
voor, dal woordje te veranderen in „kan
worden".
Verschillende Kamerleden wilden da.
echter wel degelijk dwingend maken. En
met 56 tegen 17 st. werd de voorgestel
de wijziging verworpen. Het blijft dus:
„wordt". Maar de Minister bleef bij zijn
opvatting van dat woord. Of de zaak
nu niet blijft zooals zij was? Verschil
lende leden zeiden nog geen beslissing
over het al of niet dwingende te wil
len nemen.
Dat aan de reeds toegekende subsidies
niet getornd zal worden, werd door den
Minister toegezegd, maar werd nog eens
extra vastgelegd in een aangenomen
amendeinent-Gerhard.
De rest van den middag werd volge
praat over de kwestie van de bewijslast
bij schadevergoeding wegens auto-onge
vallen, naar aanleiding van het, de
vorige week vermelde amendement-v.
Sasse v. IJsselt. Een beslissing is nog
gevallen.
heeft Minister Aalberse geantwoord, dat
de vraag aldus moet worden geformu
leerd of het in overeenstemming met
de bedoeling der wet is, dat de Rijksbe
middelaar, wanneer niet met alle bij hel
geschil betrokkenen overeenstemming te
verkrijgen is, de besprekingen om tot op
lossing van het geschil te komen, voort
zet met een deel der partijen.
De Minister is van meening dat vol
gens art. 10 der wet de Rijksbemiddelaar
tot de vorming van een bemiddelings-
raad kan overgaan, wanneer schriftelijk
het verzoek daartoe gedaan wordt door
of namens de bij het geschil betrok
ken werkgevers en arbeiders, of door of
namens zoodanig gedeelte van hen, dat
naar het oordeel van den Rijksbemid
delaar de tusschenkomst van den be-
middelingsraad kan leiden tot veref
fening van het geschil, althans tot een
aanzienlijke beperking van het aantal
daarbij betrokken personen. A fortiori
volgt hieruit, dat de Rijksbenniddelaar
bevoegd is ook het mindere te doen, n.l.
de besprekingen met een deel slechts
der partijen voort te zetten.
In dp Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer
betreffende het ontwerp-Arbeidsgeschil
len wel wordt hieromtrent opgemerkt, dat
niet altijd in den boezem van elk der
strijdende partijen overeenstemming be
staat ten aanzien van de vraag, o~f ge
tracht zal worden het geschil op vreed
zame wijze op te lossen en dat de be
slissing, in hoever bij verdeelheid onder
de leden van een der partijen er redenen
zijn, om te vermoeden, dat het optreden
van een bemiddelingsraad kans op wel
slagen biedt, door het eerste lid van ar
tikel 10 aan het oordeel van den Rijks
bemiddelaar wordt overgelaten.
In cash staat vast, dal de organisaties
der R. K. en Protestantsch-Cliristelijke
arbeiders met wie de besprekingen wer
den voortgezet tezamen oen grooter aan
tal leden tellen dan de bij het N. V. V.
aangesloten organisatie „De Eendracht",
terwijl ook nog vertegenwoordigers van
een deel der ongeorganiseerden aan de
voortgezette beraadslagingen deelnamen.
Móge het dus juist zijn, dat in casu
gebleken was, dat met een belangrijk
deel van één der partijen geen over
eenstemming bereikt kon wordon, zoodat
het geen nut had verder met dat deel te
confereeren, even juist is, dat een ander
nog belangrijker deel dier partij ver
klaard had prijs te stellen op voort
zetting der bespreking.
HET VOORSCHOT AAN DE KON.
HOLL. LLOYD.
De Alg. R. K. werkgeversvereeniging
heeft in een adres aan dc Tweede Kamer
verzocht, om niet aan te nemen het
wetsontwerp tot toekenning van kasvoor-
schotten aan de Kou. Holl Lloyd.
In principe is adressant vóór hulp van
overheidswege aan levensvatbare bedrij
ven of?e door de abnormale omstandig
heden in een benarde positie kwamen.
Maar in dat geval is zij er tegen omdat
de Kon. Holl. Lloyd deel uitmaakt van
een prijsregelende internationale trust.
In deze trust vormen de Hollandsche
lijnen een zeer kleine minderheid, wat
het gevolg heeft, dat de vrachttarieven
door de buitenlandsclie lijnen ten nadee-
le der Hollandsche lijnen en vooral ten
nadeele van de Ned. industrie en handel
worden gedecreteerd.
Juist het groole handelsbelang, dat in
dc toekomst voor Nederland t. o. v. der
Z.-Amerikaansche afzetgebieden bestaat
verzet zich ertegen, dat dan een maat
regel wordt getroffen waardoor het ver
krijgen van werkelijk gezonde toestan
den op de vrachtenraarkt wordt belem
merd en belet.
Nu we het hier zelf over de brugplan
nen hebben willen we terzelfde plaatse
ook nog laten volgen een lieden door
bns ontvangen ingezonden stuk overliet
zelfde onderwerp:
Zeer geachte heer Eedacteur.
BINNENLAND.
DE RIJKSREUIDDEEAAH EN HET
TWENTSCIIE CONFLICT.
Op de vragen van den heer Albarda
ten opzichte van het optreden van den
heer v. IJsselsleijn als rijksbemiddelaar
Uit Stad en Provincie.
Uit Walcheren.
Het volgende adres is verzonden
naar aanleiding der jongste verkeers-
verordening te Souburg
Aan flare Majesteit de Koningin
geven eerbieciig te kennen
Henri Marinus Petrus van Emmerik
en Albert de Jong beiden wonende te
Hilversum, in hunne hoedanigheid
voorzitter en secretaris van den op 3
Augustus 1923 opge'richten Nederland-
schen Bond van Autobusdienslonderne-
mers, waarvan de statuten bereids zijn
vastgesteld en aan Uwe Majesteit ter
goedkeuring zijn toegezonden, beiden ten
deze te Hilversum domicilie kiezende
aan den Soestdijkerstraalweg 10, ten kan
tore van genoemden Bond,
dal de Gemeenteraad van Oost- en
West-Souburg in zijne vergadering van
11 April 1924 een wijziging der politie
verordening heeft aangenomen, waarbij
deze is aangevuld met liet volgende ar
tikel
Met veel genoegen zag ik in uw blad in het conflict in de Textielindustrie
Noord- of Zuidwaarts van het midden
van den Nieuwen Vlissingschen weg,
waar deze wordt gekruist door den
weg van Oost- naar West-Souburg.
De bestuurder van een autobus,
welke zich beweegt in de richting van
genoemd kruispunt, is verplicht, om,
wanneer een (ramrijtuig stilstaat op
dat kruispunt, zijn voertuig te doen
stilhouden op een afstand van
minste 60 M. van dat kruispunt; hij
mag zijn voertuig eerst weder in be
weging brengen, nadat hel tramrijluig
dat kruispunt heeft verlaten.
Overtreding wordt gestraft met een
geldboete van ten hoogste f 10 of
hechtenis van ten hoogste drie dagen.
dat requestranten van oordeel zijn,
dat deze verordening in strijd is met hel
algemeen belang;
dat toch ongetwijfeld de veiligheid van
het verkeer zaak van openbaar belang is,
doch deze veiligheid door deze verorde
ning ernstig in gevaar wordt gebracht;
dat toch het voorschrift is gemaakt al
leen voor autobussen, doch vrachtauto-
mobielen, personenautomobieleu, vracht
wagens, rijtuigen en alle andere vervoer
middelen niet verplicht zijn in het in dc
verordening omschreven geval op den
daarbij bepaalden afstand halt te hou
den, doch met onverminderde vaart door
kunnen rijden, waardoor de veiligheid
van het verkeer ernstig in gevaar kan
worden gebracht;
dat wijders op de betrekkelijk smalle
straat binnen een afstand van 120 M.
tengevolge van deze verordening zullen
zijn een halte voor autobussen, vervol
gens een halte voor de tram en dan we
derom een halte voor autobussen;
dat het in de verordening bedoelde
kruispunt gelegen is op den top van een
helling, zoodat autobussen krachtens de
verordening thans moeten stoppen tegen
de helling op, waardoor steeds het ge
vaar zal bestaan, dat tengevolge van het
niet voldoende aanzetten van de rem, of
het te vroeg losmaken van de rem, deze
bussen, die zeer zwaar zijn, een achter-
waartsche beweging zullen maken, waar
door eveneens ongelukken zouden kun
nen ontstaan;
dat requestranten in deze verordening
niets anders zien dan een bevoorrechting
van de Belgische Maatschappij, die ter
plaatse een tram exploiteert, boven de
Nederlandsche ondernemers van auto-
busdiensten;
dat indien werkelijk ter plaatse maat
regelen genomen zouden moeten worden
ter beveiliging en regeling van het ver
keer een andere maatregel mogelijk is
die als requestranten zich niet vergis
sen, ook door Gedeputeerde Staten der
Provincie Zeeland aan het Gemeentebe
stuur is aanbevolen;
dal toch tegenover de halte van de
tram, waar de weg iels breeder is een
melkshlon ligt en daar door een veran
dering van de bestrating, waarmede
slechts geringe kosten gemoeid zullen
zijn, de mogelijkheid zou geschapen wor
den voor het maken van een vaste bus
halte;
Weshalve requestranten Uwe Ma
jesteit eerbiedig verzoeken bedoelde ver
ordening der Gemeente Oost- en West-
Souburg als in strijd met het algemeen
belang te schorsen en daarna te ver
nietigen.
(Volgt onderle'ekening.)
Hilversum 19 Mei 1924.
Dinsdagmiddag vergaderde de raad
te Zoutclande waarin alle leden te
genwoordig waren, Aan de orde was
wijziging betreffende de heffiugsverordc-
ning op de legesgelden, op hel verlee-
nen van bouwvergunningen. De voorzit
ter deelt mede dat B. en W. niet kunnen
aanbevelen het voorstel van den heer
Stroo, in de vorige vergadering ter tafel
gebracht, om voor bouwvergunningen be
neden de f5000 geen leges te heffen en
daarboven wel. B. en W. stellen voor
om 10.50 leges te heffen voor iedere
bouwvergunning. De heer de Visser zegt
er niet voor tc zijn om leges te boffen
bij het afgeven van een bouwvergunning;
het houwen is al duur genoeg. Spr. vraagt
voor wat is hel noodig? De voorzitter
geeft den lieer de Visser te kennen dat
voor verschillende andere dingen ook le
ges wordt geheven; hij beschouwt dit als
een tegemoetkoming in de kosten die de
gemeente er aau besteedt en vindt het
billijk.
Het voorstel van B. en W. wordt aan
genomen met vier stemmen voor, die
van de heeren de Witte, Janse, Maljaars
en Strootegen Koppejan, dc Visser en
Adriaanse,
Zonder hoofdelijke stemming wordt de
heffingsverordening nu in zijn geheel
aangenomen. Een wijziging in de begroo
ting 1924 wordt goedgekeurd (wegens het
verharden van den Boudewijnskerkschen
weg) en besloten wordt alsnu een geld-
leening aan te gaan van f4000, omdat
geen geld meer in kas is voor de noodigo
uitgaven.
Tevens wordt goedgekeurd een wijzi
ging in de begrooliug 1923 ingevolge art,
ZONDER GRAAT.
LEIJNSE
GRAVENSTRAAT HOEK MARKT.
(Ingez. Med.)
f 40 27 aan de gemeente Meliskerke.
Bij de gewone rondvraag vraagt de
heer Janse of het mogelijk is een over-
vollen vuilnisput vóór Pinksteren leeg
te voeren. De voorzitter geeft spr. te
kennen dat B. en W. in denzelfden geest
hebben besloten.
De voorzitter doet nog enkele mede-
deelingen over de vergadering die te
Middelburg is gehouden omtrent de elec-
triciteitsvoorziening, naar aanleiding
aarvan een commissie is samengesteld,
die deze zaak nader onder de oogen
zal zien. Spr. zou het ook wenschelijk
achten dat de raad dezer gemeente kon
worden voorgelicht door verschillende
besturen en personen in deze gemeente,
of een zekere garantie hiervoor zou kun
nen wrorden gegeven Nadat deze zaak
nog verder was besproken, was ieder
van oordeel, dat het garantie stellen een
moeilijk vraagstuk is.
Uit Z u i d-B e v e 1 a n d.
Maandagavond hield dr. Griep te
Heinkenszandde ein'dles in de .door
hem gegeven bakercursus. Bij deze gele
genheid werd hem door de cursisten een
prachtig rookstel aangeboden Verder
werd deze laatste avond gezellig doorge
bracht.
In de te R i 11 a n d-B a t h gehouden
vergadering van den Reijgersbergschen
polder werd op 1 stem na, met algemee
no stemmen besloten een gedeelte dér
kosten op zich te nemen om den gevaar
lijken bocht aan den Separaliedijk te
verbeteren (de plaats waar door het in
storten van den duiker de groole woon-
auto verongelukte). De IC. N. A. O. zal
een gedeelte voor haar rekening nemen,
evenzoo <le A. ïs. W. B. en het gemeen
tebestuur en de N.V. Mij. de Bathpol-
ders, zoodat de verbetering spoedig
daar tot stand zal komen. Ook werd be
sloten de bijdrage over 1922 en 1923 voor
hel onderhoud der wegen over die jaren
aan de gemeente niet meer toe te staan.
Uit Zee u w s ch-Vl a a nd er e n O D.
Het bericht, ook door ons opgeno
men. als zou de monteur Kramer te
Terneuzeh, die een ongeluk heeft ge
had, overleden zijn, blijkt naar „de
Zeeuw" bericht onjuist te zijn. Hoewel
IC. nog pijn heeft, is hij toch weer zoover
hersteld, dat hij gistermorgen in zijn
stoel zat.
Uit Zeeuwse h-Y laanderen W. D.
Maandag 1.1. vierde dhr. D. J. de
IIullu onderwijzer te R e I r a n c h e m e nt
zijn 60en geboortedag. Dat deze dag niet
onopgemerkt zou voorbijgaan was wel
te denken. Zoowel ouders als leerlingen
gaven veel blijken van belangstelling. De
leerlingen ontvingen allen eene kleine
versnapering.
De heer de Hullu die mede-oprichter
en secretaris der PJnuziekvereeniging
„Ons Genoegen" is, werd des avonds een
serenade gebracht. Door den voorzitter
van „Ons Genoegen" werd de jubilaris
geluk gewenscht met dezen dag en werd
hem door de werkende leden der mu-
ziekvereeniging een prachtigen zetel aan
geboden. Het bestuur van hel zieken
fonds was ook tegenwoordig. Het oudste
bestuurslid sprak den voorzitter ook
eenige woorden toe, en bood hem als
blijk van erkentelijkheid een inkslel- aan,
namens de zoo nultjge instelling.
KERKNIEUWS.
Maandag is ouder groole belangstel
ling het nieuwe 11. IC. kerkgebouw te
Philippine ingew ijd door den Bis
schop van Breda, onder medewerking
van tal van geestelijken uit verschillende
plaatsen van Z.-Vlaanderen.
Het is den bestuurder van een auto- w UV.ÖIV<VJA,.,&
bus verboden reizigers in of uit te[205 der Lager Onderwijswet f920 wegens
'!n x' het betalen van een vergoeding van.
laten binnen eene strook van 60 M.
ONDERWIJS v
Naar de „N. Z. Crt." meldt worden
zoovel te Goes als in de omliggende
gemeenten ernstige pogingen in het werk
gesteld om te verhoeden, dat de Rijks
Dagnormaalschool van hier naar Middel
burg wordt overgeplaatst, waarvan spra
ke zou zijn.
Door den heer O. J. Snouck, onder
wijzer aan school B., te Goes is eervol
ontslag uit zijn betrekking gevraagd.
(„G. C.")
De Rijks HoogereBurgcrschooI
te Oo s t b u rg (Z.)
Men schrijft aan de Maasb.:
„Zondag waren we te Gent en kregen