Zaterdag 17 Mei 1824 Y FEUILLETON. No. 117. 167e Jaargau: MIDDELBURGSCHE COURANT. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal: op de buitenwegen om Middelburg, en •voor de andere gemeenten p. post f 2.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- oingen 12.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Advertentiën worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden Mededeelin- g e n 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels f 2.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij Ss aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. BINNENLAND. VIJF EN TWINTIG JAREN „WERK VAN DEN HAAG". Ojp 28 Augustus 1898 richtte de toen malige Russische Keizer zijn bekend ont wapeningsmanifest tot de verschillende souvereinen in Europa, Amerika en Azië. Nadat langdurige onderhandelingen wa ren gevoerd, kwam de in dit manifest bedoelde Conferentie niet, zooals aanvan kelijk gedacht was, te Brussel, doch te 's-Gravenhage bijeen' Op 18 Mei 1899, juist een kwarteeuw geleden, werd zij op den verjaardag van den monarch wiens tragisch uiteinde toen zeker niet le voorzieu was geopend. 8 jaar later kwam, nogmaals op uitnoodigiug van den Russischen Keizer, zij het ook tengevolge van den aandrang van President Roose velt, èen tweede Vredesconferentie, op nieuw te 's-Gravenhage bijeen. liet Per manente Hof van Arbitrage kwam voort uit de werkzaamheden van 1899; na den oorlog werden in hel, dank zij Carnegie's edelmoedige gift, opgerichte Vredespa leis achtereenvolgens het Hof van den ■Volkenbond en de Academie voor Inter nationaal Recht gevestigd. Zoo Den Haag niet is geworden, wat enkelen eén kor ten tijd hebben gehoopt, de zetel van den Volkenbond, dan loch is het de stad, waar recht wordt gesproken tusschen de natiën, en waar hel volkenrecht wordt ontwikkeld en den jongeren ge leerd. Over de beteekenis in hel algemeen ja, zelfs over de vraag of de Vredes conferenties beteekenis hadden, spreken wij hier niet. De resultaten der eerste Vredesconferentie stelden de groote me nigte ,die daarvan een einde verwachtte van den wedslrjjd der bewapeningen, te leur, en moesten na de opgewekte ver wachtingen wel teleurstellen. Ontwapening, zelfs stilstand der bewa peningen mislukte; met een nietszeggen- BET PliEECKilD Til DE BEIE HLËT18. Geautoriseerde vertaling naar het Bngelsch, van E. PHILEPS-OPPENHEIM, door Mevrouw v. d. W. 5.) „Neen wij kwanieu te samen hier. Wij iontmoetten elkaar aan Charing Cross Station en hij sprak mij aan. Hij wist mijn naam en herinnerde er mij aan dat wij elkaar eens hadden ontmoet in de Vagebond's Club.' „Kon u zich hem herinneren?" „Dat deed ik niet.' „En later?" „Wij hebben een poos samen gepraat en toen wij uit het station kwamen, noodigde hij mij uit om mede te gaau lunchen" „Kwam hij met den trein aan of moest hij iemand afhalen?" vroeg de agent. „Noch hel een, noch het ander, voor zoover ik kan nagaan, hij scheen daar te lanterfanten. Maar ik moet u vertellen, dat wij majoor Delahave en dit jonge meisje zagen komen met den trein van het vaste land en hij scheen in hen be lang te stellen." „Kende u hem?" vroeg de agent aan do motie eindigde liet debat. De Con ferentie van 1899, als ontwapeningscon ferentie bedoeld, werd een arbitrage-con ferentie, schiep vooruitzichten van veel grooter beteekenis, waarvan het Perma nente Ilof maar een eerste, klein begin vertegenwoordigde. Maar dat kon voor de groote menigte, ja zelfs voor menigen ingewijde niet direct duidelijk zijn. De tweede Vredesconferentie beproef de om dit Permanente Hof uil te brei den, zoowel wat zijn rechtskracht als wat zijn arbeidsterrein betreftzij -Waagde niet, en bracht het evenmin tot een be gin van dusgenaamde verplichte arbitra ge, ten aanzien waarvan haar voorgang ster eveneens vergeefsche pogingen had gedaan. In 1907 kwam het vraagstuk van de ontwapening zelfs niet ter sprake het was de conditio sine qua non voor de deelneming van enkele groote Mo gendheden. Maai- de tweede Vredesconfe rentie naip een schijnbaar slechts ad ministratief besluit, dat evenwel princi pieel van groote beteekenis was Zij pro clameerde de continuïteit van haar- arbeid. Toen men in 1899 uiteenging, was het onzeker, of de eerste Vredesconferentie een phase op zichzelf in de geschiedenis zou blijven, dan wel het begin van een nieuw tijdperk. Lang heeft het geduurd alvorens men zekerheid verkreeg In 1907 kwam men tot overeenstemming ten aan zien van de volgende conferentie, die op nieuw met acht jaren tusschenruünte, dus in 1915, zou worden gehouden, en die een aanmerkelijk betere voorberei ding zou ontvangen. Voorbereidingen voor de derde Vredesconferentie waren dan ook reeds allerwege getroffen toen de noodlottige oorlog uitbrak. Juist deze beslissing, in 1907 genomen, om de Vre desconferentie min of meer permanent in bet raderwerk der internationale po litiek in te schakelen, heeft doen ont staan wat men gewoon is te noemen het „Werk van Den Haag". Er bestond nu althans eenige zekerheid, dal op den in 1899 gelegden grondslag zou worden voortgebouwd en dat men, langzaam, pas voor pas, maar niettemin gedurig, zou voortwaarts gaan. Het Vredespaleis, in middels gebouwd, verkreeg daardoor ook hoogere beteekenis. Niet dadelijk heeft men begrepen, dat dit geen gebouw was om den reeds verkregen vrede in te herbergen, maar een tempel, die in zijn aanwezigheid symboliseert de noodzake lijkheid van vrede onder de volkeren. De oorlog wierp alles omver, en het „werk van Den Haag" scheen le heb ben afgedaan. Nieuwe leuzen werden tijdens den oorlog geboren, en een inter- slatelijke organisatie, hetzij in den Vol kenbond, hetzij op' andere wijze, stond voor den geest. Te Parijs, zoo hebben wij gehoord, werd van het werk van Den Haag terloops gesproken. Maar al spoedig is er een keer gekomen. De com missie, belast met het ontwerpen van het Hof van den Volkenbond, vergaderde in het Vredespaleis le 's-Graveuhage, en stelde voor, dat daar de zetel van dit aanstaande Hof zou zijn. Een voorstel, door de algemeeue vergadering van den Volkenbond tot besluit gemaakt, en daarom te belangrijker, wijl dit Hoi' van den Volkenbond, in tegenstelling met hel daarnevens bestaande Permanente Hof van Arbitrage, een werkelijk gerechts hof is, dat internationaal gelijkt op de rechtbanken, die in alle beschaafde landen de geschillen tusschen de in dividuen beslechten. Merkwaardig is het wel, dat noch op den dag, dat de inter nationale commissie haar voorstel vast stelde, noch op dien, dat de Volken bond te Genève het tot een besluit maak te, iu Nederland de beteekenis ervan is het meisje. ,Neen ik heb hem aan 't station niet opgemerkt. Ik zag hem met dezen mijn heer aan tafel zitten, maar ik ben er vrij zeker van dat ik hem nooit in mijn leven gezien heb." De agent bergde hel opschrijfboekje op. „Hel spijt mij, dat ik u moet lastig vallen", zeide hij, maar ik aclil het beter dat u allen meegaat naar den hoofdcom missaris in Bowstrcet". ,Ik ben gaarue daartoe bereid," zeide ik, „ofschoon ik niet meer weet le ver tellen .dan ik reeds deed." Het kind kwam plotseling naai* mij toe. Zij pakte mij bij den arm niet haar dun ne, slecht gehaudschoende vingers. Haar oogen smeekten mij. „Mag ik met u mede gaan?" U wilt mij toch niet alleen lalen?" „De jonge dame wordt ook verzocht om mee le gaan," merkte de agent op. „Wij gaan natuurlijk allen te zamen," zeide ik vriendelijk. HOOFDSTUK V. Komende van het politiebureau, sta ken wij de straat over en waren in een der nauwe straten in de buurt van Con vent Garden. De lucht was hier bezwan gerd met de geur van witte eu paarse seringen, die met manden vol langs den weg stonden. Het meisje kneep haar besefl. Geen vlaggen werden in Den Haag uitgestoken; slechts een enkel arti kel werd aan de beslissing gewijd; de beteekenis, niet internationaal, doch voor Nederland zelf, van het werk van Den Haag, ging blijkbaar nog eens aan Ne derland voorbij! Wij noemen ons gaarne hel land van Grotius, ter herinnering aan het feit, dat deze beroemde vaderlander hel volken- rechL ontdekte toen hij zijn beroemd werk over het „recht van den oorlog eu den vrede" schreef. Grotius leefde in een tijd, die voor ons de gouden eeuw heette en dat wij wal waren Dal hij het volkenrecht ontdekte, in a. w. dat hij bevond, dat er reeds toen in het ver keer tusschen de natiën zekere alge meeue regelen werden gevolgd, kan geen toeval heelen Nederland, met zijn toen reeds uitgebreiden internationalen han del, had op dat oogenblilc meer dan eenig ander land belang bij het bestaan van zulk een volkenrecht. Een positie als gedurende hel leven van Grotius, neemt Nederland niet meer in. liet „werk van Den Haag" is ons in min of meer toegevallen; zelfs hebben wij liet niet opgezocht. Geheel toeval, dat het ontstond, is hel echter weer niet. Want voor de Vredesconferenties en wat daar uit kon voortspruiten, zocht men een neutralen bodem, waarop dit werk welig kon opbloeien, en waar was zoodanige bodem beter te vinden dan in het altijd als rechtlievend bekende Nederland! Men denke zich de mogelijkheden,,die het werk van Den Haag in internationaal opzicht biedt, gelijk men wil. Maar één ding valt niet te ontkennen' de wereld wordt internationalcr. niet uit idealisme, maar uit economische noodzakelijkheid. Men begrijpe, dat Nederland, al ware het slechts uit egoïstische economische overwegingen, daartegenover niet onver schillig kan en mag blijven. Meent men van dezen Volkenbond niet veel te mo gen en te kunnen verwachten, men steune dan degenen, die belangstelling voor de herziening, verbetering van dien Volkenbond vragen, opdat iets beters tot stand kome dan hetgeen nu aanwezig is. Men steune, zoo men dit niet door per soonlijke toewijding en arbeid kan oï wil doen, althans door zijn belangstelling die men kan toonen, b v. door toe te tre den tot de nog veel te zwakke Neder- landsche organisatie voor den Volken bond.*) Op 18 Mei 1899 werd voor Nederland op internationaal gebied geheel een veld van nieuwe vooruitzichten geopend. Eigenlijk schonk deze datum ons een internationale positie, gelijk wij die in den loop der negentiende eeuw niet meer gekend hebben, en tengevolge van de gewijzigde omstandigheden niet meer konden verwachten. Dat bedenke men aan hel einde dezer eerste kwarteeuw van het werk van Den Haag, waarop meer dan wij het als be scheiden Nederlanders wel eens aan nemen, de aandacht van een doel van de wereld is gevestigd! Wij herinneren tevens aan do herden kingsplechigheid hier ter stede, op Maan- dg 19 aMei a.s. in de benedenacliLcr- zaal der sociteit St. Joris, Balans. De bedoelde organisatie is de Ver- eeniging voor Volkenbond en Vrede, en bij welker Secretariaat, le 's-Gravenhage gevestigd (Jan van Nassaustraat 93; men zich als lid kan opgeven tegen een mi nimum ad f 1 per jaar. oogen half dicht. „Heerlijk", riep zij uit. „Dat doet mij denken aan St. Argueil! In Londen zijn dus ook bloemen?" 11c kocht haar een bos, waarvan zij de heerlijke geur in verrukking opsnoof. „Ach!" zeide zij treurig, „ik was ge heel vergeten ,dat er nog mooie dingen in de wereld waren. Ik dank u zeer, mijnheer Arnold." „Op uw leeftijd," zeide ik opgewekt, ,zult ge spoedig oudervinden, dat de wereld erv zelfs Londen een schatkamer van mooie dingen Zij keek door de vuile, smalle straat, die bezaaid was met afval van groente wagens, die den weg versperden en alle verkeer, behalve voor voetgangers on mogelijk maakten, naar de opeengehoop te' manden in de straatgoot en naar de haveloos gekleede ieegloopers. „Londen is dus niet overal zoo?" vroeg zij. Ik schudde mijn hoofd. „Dit is een achterstraat, bijna een slop," zeide ik. „U is altijd buiten ge weest en dan lijkt het op het eerste ge zicht niet mogelijk, dat er in een groote stad iets moois kan zijn. De schoonheid van een groote stad vol mannen en vrouwen is iels geheel anders, dan de rustige pracht van weiden en heuvels en landwegen maar die bestaat toch. „En IN EN O!» DE HOOFDSTAD. LXXVIII. Er broeil onweer. Dreigementen in het s ladhuis en drei gementen daarbuiten' De communisti sche leden van den gemeenterad hadden gedreigd, dat zij obstructie zouden voe ren als B en \V. en de niet aan lyuin zijde staande gemeenteraadsleden niet zouden ophouden met, zooals zij hel noemden, „de arbeiders in den rug aan te vallen", en buiten het Amsterdamscbe Kapitool waren door gemeente-werlieden in openbare vergaderingen moties aange nomen, waarin verklaard werd, dat men niet schromen zou daadwerkelijk op te treden als aan de loonen der gemeente werklieden „getornd" zal worden,, met andere woorden gedreigd met een sta king van gemeentewerklieden - lees gemeente-ambtenaren bij de voor het dagelijksch leven der gemeenschap nood zakelijke bedrijven, zooals de levering van gas. eleclriciteil. water en wat al niet. Prachtig vooruitzicht' Of 't zóó ver komen zal, zullen we moeten afwachten op 't oogenblik zijn we zóó ver nog niet, maar niettemin liet is al duidelijk genoeg, gebleken, dat er onweer in de lucht zit en in onzen lijd. waarin het gemeenschapsbesef dikwerf ver te zoeken is en waarin vechten oj> grooter of kleiner terrein den verdwaas den wereldburgers in het bloed schijnt te zitten, kan men alles verwachten. In elk geval, er zijn weder hoogstverheffeu- de en hoogst-verkwikkelijke gemeente raadszittingen in uitzicht en de vorige week heeft de Amsterdamsche burgerij reeds van eenige „voorproefjes" kunnen genieten. „Oorzaak''" vraagt ge Het feit dat hangende is, een loonsverlaging van de werlieden in gemeentelijken dienst. Dat het daartoe eens zou moeten komen, was al lang bekend en de desbetreffende Voorstellen zijn reeds bij de verschil lende organisaties onder liet werklieden- personeel besproken en afgekeurd. Op zich zelf begrijpelijk. Ilel is nu eenmaal veel gemakkelijker voor den werkgever loonen te verhoogen dan te verlagen, want zijn éénmaal de loonen verhoogd en hebben degenen, die ze ontvangen, zich er aan aangepast, dan is het niet meer dan menschelijk dal degene, die de verlaging Ireft, daaronder geen vrien delijk gezicht zet. Maar, wij weten nu allemaal reeds lang, dal in de Ialere jaren de loonstandaard is opgezet op zoodanige wijze, dat hij niet langer in overeenstemming kan genoemd worden met de index-cijl'ers van de dagen, waar in wij nu gekomen zijn, en de gemeente besturen hebben daarmede en tegenover de belangen, die zij hebben le beharti gen, en tegenover de belasling-belalen- den rekening te houden. De nieuwe loonregeling, door 13. en W. der hoofdstad voorgesteld, zou eerst hebben moeten ingaan 5op[ 1 ,Mei j.l., doch eenige maanden geleden was op aan drang der werklieden-organisaties toe gestemd, dat men niet vóór 1 Juni zou verlagen en thans zijn de gedelegeerden dier organisaties met de hoofdambte- qax-en der takken van gemeentediensten en den betrokken wethouder in gemeen overleg bezig om te zien of men - ver moedelijk door wat geven en nemen tol goede resultaten zal komen zonder strijd, waar het op dit oogenblik nog niet naar uitziet, gezien de geleverde „voorposten-gevechten". 't Begon al bij de besprekingen in den Raad over vacantie-toeslagen. Op zich zelf zijn die al een lastige geschiedenis, omdat er reeds ernstig verschil van mee ning kan bestaan over de vraag of de- nu" .vervolgde ik, even stilstaande „moet ik u naar uw vrienden brengen. Vertel mij eens, waar die wonen. U weet hun adres natuurlijk." „Welke vrienden1'" vroeg zij met groo^ le oogen. „U vertelde aan den hoofdcommissaris van politie, dat u menden lieert in Lon den". Toen keek zij mij lachend aan en liet daarbij haar mooie witte landen zien. Haar lacli werd weerspiegeld in haar donkere blauwe oogen. „Maar ik bedoelde u!" riep zij uit. ,,Ik dacht, dat u dat wel wist. Ik heb nie mand anders. U is mijn vriend, dat weet ik zeker, want u sprak mij zoo vriende lijk? toe, toen ik zoo bang was, zoo doodsbang." Slechts een oogenblik keek zij ernstig, daarna lachte zij hartelijk over mijn ont steltenis. „Waar moet ik u dan heenbrengen?" „Ik ga natuurlijk met u mee. Waar om waarom, dat vindt u toch goed?" i vroeg zij met een brok in de keel. Ik vond mij zelf een lammen kerel en ik haastte mij alle mogelijke ver- qutschuldigingen te maken. Ik laclite haar bemoedigend toe. „Natuurlijk vind ik dat goed, maar ziet u eens, wij zijn met z'n drieën allen mannen en ik was bang Huiseigenaren. Laat Uw j houtwerk niet verrotten, j ppi Uw ijzer niet verroesten. £53 ÏLsïL* yerft het tijdig v. v. v. f. (Ing. Med.) werkgever, met name de gemeente, wel geroepen is voor den vacanlietijd met behoud van het loon. nog een extratje te geven, vooral in tijden, waarin de ge meenten, eu Amsterdam zéér zeker, (och reeds de grootste, moeite hebben hun begrootingen sluitend te maken, en als hun dit ten slotte gelukt nog hoe! Toen dan ook besloten werd de nieu we loonregeling te verdagen tot 1 Juni, is over vacantie-toeslag niet gerept, aan gezien dienaangaande geen dwingende bepalingen in het werklicdenreglement bestaan; die toeslag zou mei 1 Januari j 1. vervallen. Maar nu kwamen de communisten in den Raad met den eisch dat die toeslag nog over Mei zou wor den betaald, waartegen de welhoudec voor Arbeidszaken krachtig optrad zulks zou onbillijkheid beteekenen tegen over degenen, die na het in werking tre den van de nieuwe loonregeling van Juni, waarin van vacaulie-loeslag geen sprake is. dien loeslag zouden derven. Natuurlijk, de communisten waren met die redeneering niet levreden eu dienden een voorstel in, den toeslag nog toe te slaan. Beslist dienaangaande nog niets, aangezien de stemmen staakten, waar door dit eerste „gevecht" voorlopig af liep met hetgeen men in sporltenveft een „draw" zou noemen. Ernstiger is het daarna geworden toen een interpellatie aan de orde kwam van een der communistische loden, waarin allerlei vragen tot B en W. werden ge richt over de vermindering der uit- keeringen aan crisis-werkloozcn. Volgens door K. en W. genomen besluiten wordt een deel dier wcrkloozen onder bepaalde omstandigheden naar liet Burgerlijk Armbestuur verwezen; wordt bet maximum-steunbedrag verminderd, even eens de huui'toeslag. Deze kwestie stond weliswaar liiet in onmiddellijk verband mei de loonregeling van gemeentewerklieden, doch deraads- zilLing waarin zij behandeld werd, gaf toch een schitterend beeld van de ge moedsstemming der communisten inden Raad en een voorproefje van hetgeen in de volgende weken van de drie hee- ren- en één „dame"-communisten, die wij hier in hel besturend college rijk zijn te verwachten is. De tijd is zeker gekomen, dat de uit- keeringen aan werkioozen, zooals zij tot dusverre hier gegolden hebben, wórden- herzien. Niet alleen reeds om het feit, dat de gemeenteraad wel genoodzaakt is in deze voorzichtig tte werk te gaan, omdat op rijkssteun niet langer kan wor den gerekend, doch óók omdat herhaal delijk is gebleken, dat van dien steun als werklooze misbruik wordt gemaakt door degenen, die door dien steun zich niet veel moeite geven naar werk te zoe ken, of door het verrichten van allerlei bijbaantjes met hun werkloosheid-uit- keering vaak meer verdienden dan zij als „bona-fide" werkman zouden heb ben verdiend. Herhaaldelijk is zulks ge- „Dat kan mij niets schelen, zeide zij vriendelijk. „Als ze allen zoo vriendelijk zijn als u, dan denk ik, dat het heerlijk zal zijn. In hel klooster waren alleen meisjes, ziet u en de zusters eu een paar onderwijzers, die ons onderwijs ga ven, maar die mochten alleen met ons spreken bij het lesgeven en zij waren erg vervelend. Ik geloof niet, dal ik hel u erg lastig zal maken, daarvoor zal ik mijn besl doen." Ik keek haar een beelje vreemd aan. Hoewel zij vrij groot was voor haar leef tijd, was zij een kind. Haar kleeren wa ren een beetje lcort, haar ponny eu vlechten als die van alle schoolmeisjes, 't Meesl verwonderlijke bij haar was, dat zij zich niets aantrok van het drama, dat zich zoo juist had afgespeeld. Haar oogen keken niet meer angstig; er was weer kleur op haar wangen. „Ga dan mee!" zeide ik. „Wij zullen in Strand een taxi nemen." Zij wandelde opgewekt naast mij. zij was bijna zoo groot als ik en had een zekere bevalligheid in haar gang, die niet in overeenstemming was met haar leeftijd. Voortdurend koek zij vol belang stelling en met nieuwsgierige blikken rond. Wij gingen 's avonds door Parijs", zeide zij, een weinig bevend, alsof elke gedachte in verband met haar reis een

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 1