No. Ill
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE READ.
Abonnementsprijs per kwar
taal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
voor de andere gemeenten p. post f 2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
singen f 2,30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertentiën worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentiën: 30
cent per regel.
Ingezonden Mededeelin-
2 e n 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
v&a 17 regels 2,10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
is aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
BINNENLAND,
NEDERLAND EN RUSLAND.
In de M. v. A. aan de Eerste Kamer
inzake zijn begrooting deelt de Minister
van Buitenlandsche zaken liet volgende
mee over te Berlijn met vertegenwoor
digers van Rusland gevoerde onderhan
delingen-
De onderhandelingen met de Unie van
Socialistische Sow jet-Republieken, die in
Maart waren verdaagd, waren hervat
op dezen grondslag, dat het complex der
haugendequaesties ouder de oogen zou
worden gezien, met dien verstande, dat,
wanneer ter zake een bevredigende re
geling mocht worden bereikt, herstel der
diplomatieke betrekkingen daarvan het
gevolg zoude zijn.
liet .was de bedoeling, dat in hot te
sluiten verdrag het herstel der diploma
tieke betrekkingen als zoodanig zou wor
den genomen en geregeld.
De onderhandelaars waren voorzien
van de noodige ontwerpen voor een han
delsverdrag, dat aan de gewone eischen
zou beantwoorden, met betrekking lot
de behandeling der wedcrzijdsche onder
danen, rechtspersonen, goederen en
schepen; den handel en scheepvaart in
het algemeen, vervoer, doorvoer, enz
terwijl daarin verder o a. ook de positie
eener hier te lande toe te laten sowjet-
handelsdelegatie zou worden geregeld,
in overeenstemming met de regelingen
dienaangaande door enkele landen reeds
met de sowjcl-regeering getroffen. Daar
bij was het de bedoeling, de kwestie der
handelsbetrekkingen op den voet der
meeslbegunstiging te regelen, gelijk in
onze andere handelsverdragen het geval
is, en op dienzelfden voel een oplossing
te vinden voor het probleem der schul
den en der reclames uit anderen hoofde.
Met andere woorden op dezen voet
dat, wanneer ten aanzien van eenig land
Geauthoriseerde vertaling naar het
Engelsch van E. PHILIPS-OPPENHEIM,
door Mevrouw v. d. W.
2).
„Een begin" mompelde ik, „dat is
alles wat noodig is. Het schijnt zoo moei
lijk en toch het moet gemakkelijk zijn.
Als men de daken maar kon oplichten
en een oogenblik daaronder kijken."
„Ik kan je die moeite sparen", merk
te Mabane vroolijk op, terwijl hij naast
mij kwam staan. „Waar kijk je heen?
Ghertscy street, hè Nu, naar alle waar
schijnlijkheid is mama aan het koken.
Mary schrobt de vloer, juffrouw Flora
neemt de stof af in de huiskamer en juf
frouw Louise studeert toonladders. Je
hoofd is in de war Greatson. Het leven,
waaraan jij denkt, is zoo dood gewoon.
De menschen uit de middelklasse kennen
geen hartstocht zelfs het treurspel
van hel leven laat hen koud. Probeer
niet om modderig water in beweging te
brengen. Schrijf een aardig verhaal over
een prinses en haar aanbidders en trok
je wissel."
„Er zijn oogenblikken, Allan, dat je
onuitstaanbaar bent."
door Rusland tot erkenning der schul
den werd overgegaan, deze erkenning
ook ten aanzien van de Nederlandsche
vorderingen zou gelden. Ten slotte zou
ook do kwestie der propaganda onder de
oogen worden gezien.
Terwijl de regeering zich had voor
gesteld, dat op dezen grondslag tot over
eenstemming zou kunnen worden ge
komen, bleek bij de hervatting der on
derhandelingen, wat de sluiting van een
handelsverdrag betreft, dat de gedelé*
geerden der sowjet-regeering niet van
zoodanige volmachten waren voorzien,
dat men bij de besprekingen te Berlijn
-had kunnen komen tot een volledig han
delsverdrag, zoodat verschillende pun
ten open zouden moeten blijven welke
eerst later zouden moeten worden ge
regeld, derhalve nadat do erken
ning de jure zou hebben plaats ge
had.
Vervolgens bleek, dal de sowjet-re
geering de meestbegunstiging op
handelsgebied in den gebruiketijken zin
door een aantal reserves wilde beper
ken. De voornaamste daarvan was, dat
die meestbegunstiging niet zou gelden
ten aanzien van voordeden, door haar
toegekend of later toe te kennen aan
landen, die Rusland vroeger zouden heb
ben erkend, zoodat de mogelijkheid be
stond, dat Nederland niet zou deelen in
alle voorrechten, die door de sowjet-re
geering aan sommige landen zouden zijn
of worden toegekend, zelfs indien die
voordeden zouden vallen onder hetgeen
gewoonlijk onder de meestbegunsligings-
clausules in handelsverdragen wordt ge
rekend te zijn begrepen.
Verder bleek, wat de kwestie dei-
oude Russische schulden en
verdere reclames tegen Rusland betreft,
dat de meestbegunstigingsclausule, welke
de sowjet-regeering bereid was ten deze-
aan Nederland toe te kennen, behalve
door de hierboven genoemde reserves
beperkt zou zijn door dit voorbehoud,
dat zij alleen zou gelden voorzoover
door Nederland in geval door de sow
jet-regeering bij een regeling van deze
materie met andere landen voordeelen
mochten worden bedongen, gelijkwaar
dige voordcelen zouden worden aangf-
boden. Ten slotte kon de gemachtig
de der sowjet-regeering geen volkomen
zekerheid geven, dat deze laatste reser
ve xn geen geval mede betrekking had op
de meestbegunstigingsclausule ten aan
zien van het geheele handelsverdrag,
ofschoon hij het vertrouwen uitsprak,
dal dit punt bevredigend zou worden
geregeld.
De minister meent met de aanduiding
van deze hoofdpunten te kunnen vol
staan.
Toen bleek, dat de Sowjetregeering
niet bereid was, in dit standpunt wijzi
ging te brengen, zijn de Nederlandsche
gedelegeerden, in overeenstemming mot
hun instructie, teruggekeerd. De re
geering, die zich op liet standpunt had
gesteld, dat met een meestbegmistiging
ware genoegen te nemen, is van oordeel,
dat dezerzijds niet verder kan worden
gegaan. Een meestbegunstiging toch,
iwelke geclausuleerd zou zijn op een
wijze als door de Sowjetregeering werd
gesteld, zou in de praktijk geen waar
borg voor meettbegunstiging kunnen bic
den. Het is duidelijk, dat een verdrag,
als door de Sowjetregeering beoogd,
voor Nederland met het oog op de Ie
behartigen belangen geen waarde zou
hebben, en ons land in een in hel alge
meen niet te aanvaarden en ten aanzien
van handel en scheepvaart, schulden en
vorderingen, onzekere en abnormale
positie zou plaatsen.
Mabane haalde zijn schouders op en
ging weer aan het werk. Blijkbaar was
hij aan een punt dat zijn onverdeelde
oplettendheid veveischle, want hij was
plotseling stil. Zijn voorbeeld volgend,
ging ik ook weer naar mijn schrijftafel
en nam mijn pen op. Zelfs nu waren
er vage ideeën geheel en al binnen mijn
bereik ideeën, die ik echter liever
afstootte dan tot mij trok. Want ik wist
zeer goed, waarheen zij mij zo'uden lei
den terug naai- hel scheppen van die
lichte en fantasiefiguren, die steeds door
mij waren afgebeeld. Een zekere handig
heid voor dit soort van dingen had mij
een naam bezorgd, maar ik begon er het
land aan te krijgen. Meer dan ooit was
ik besloten niet te zwichten. In Mabane's
woorden klonk een loon van ondeugen-
den spot, maar toch sprak daaruit zijn
gezond verstand. Ik wist, dat ik zekere
gaven bezat. Ik had een vaardige pen
en een levendige fantasie. Iets in mij
dreef mij om mijn gaven voor iets anders
aan le wenden, dan ik ooit gedaan had
Terwijl ik daar zat, zweefden de schep
pingen mijner fantasie een voor een voor
mijn oogen, teer en bevallig, aardig be
dacht en handig uitgewerkt. Toch was
ik mij bewust, dat zij waren als de rim
pels op hel water, scheppingen zonder
blijvenden vorm of gedaante, beelden,
even snel verdwijnend in den mist der
IN EN OM DE HOOFDSTAD.
LXXVII.
Baldadigheid der jeugd ea...... der
onderen.
Een achtbaar en zorgzaam lid van
onzen gemeenteraad deed onlangs liet
voorstel om in de Politie-verordeiiïrig
van deze slad een artikel op te nemen,
hetwelk verordenen zou dat kinderen
onder de dertien jaar gedurende de zo
mermaanden niet later dan tol negen
uur, en gedurende de wintermaanden
niet later dan tot half acht 's avonds
op den openbaren weg zouden mogen
zijn hij was wel zoo vriendelijk daar
van uit te zonderen die kinderen van
genoemden leeftijd, welke na het ge
noemde tijdstip onder geleide uit zou
den zijn.
Het voorstel was gesteld in handen
der Comm. voor de Strafverordeningen,
die adviseerde er niet op in te gaan
en de Raad heeft de vorige week, na
genoeg zonder eenige discussie, ver
klaard, het met die advies-commissie
eens le zijn en het vorstel van het wcl-
meenende Raadslid verworpen. Alléén
de burgemeester plaatste als hoofd der
politie nog even de zeker niet geheel
en al onjuiste opmerking dat het nog
gevaarlijker is voor kinderen van 13-
tot 18-jarigen leeftijd om na half acht
s avonds op straat te zijn.
Nu is het op zich zelf niet zoo héél
jammer, dat onze Politio-verordening
niet bij deze gelegenheid met een nieuw
artikel verrijkt is, gezien liet feil, dat
gezegde verordening hier reeds een aar
dig dik boekdeeltje vormt, waarin het
aantal „wat-niet-mag-artikelen" legio is
en voor den eerzamen Amsterdammer,
die dat boekdeeltje om zoo te zeggen van
buiten hoort te kennen want wordt
elke burger niet geacht alle wetten, dus
ook de Amsterdarnsche Politieveror
dening, in het hoofd te hebben1' dus
elk nieuw artikel alweer iets meer van
zijn hersenen zou vergen. Het „dat most
niet magge" ligt in ons lieve vaderland
en in de hoofdstad niet het minst, velen
in den mond bestorven en werd aan alle
verzoeken om al die „dat most nict's" le
voldoen, dan zouden we eigenlijk niets
meer mogen doen.
Niettemin, er zou toch voor den Raad
van Amsterdam wel aanleiding geweest
zijn over liet goed-bedoekle voorstel van
boven-'aangeliaald mede-lid iels meer le
hebben gezegd dan gebeurd is ons
stedelijk bcstuurs-college heeft wel eens,
en méér dan eens, lange discussies ge
houden over kwesties, die van minder
beteekenis waren dan dal, hetwelk nu
maar in een paar minuten afgemaakt
werd.
In beginsel zullen er wel geen recht
geaarde ouders zijn, die het zullen goed
keuren, dal kinderen van jeugdigen leef
tijd op de tijdstippen, door het Raadslid
genoemd, nog op straat zullen zijn, maar
of een artikel in de Politieverordening
zoo iets zou hebben kunnen verbieden
zonder de noodzakelijkheid, om tot
handhaving er van nog een heirleger van
'politie-agenten in politiek liefst
aan te stellen, lijkt onmogelijk. En een
„niet-mogen"artikel, dat toch niet ge
handhaafd wordt, doodt de eerbied voor
het gezag we hebben al genoeg ver
bodsbepalingen, waaraan de hand niet
wordt gehouden, bv. men mag geen
bananenschillen op straat werpen om
dat zij leelijke ongelukken kuunen ver
oorzaken aan den argloozen voetganger;
wie zien wil hoe prachtig die verbods
bepaling gehandhaafd wordt, kuiere hier
's middags b.v. eens langs hel Damrak
en hoede zich voor de kans over
vergetelheid als zij waren opgekomen.
Wal hun ontbrak was de levengevende
vonk, die het menschelijk hart ontroert
Deze April-schcpsels van mijn brein
deze carnavalpoppen, lachend en wee-
nend mei hetzelfde gemak, misten geheel
en al het vlèesch en bloed van mensche-
lijke wezens. De teleurstellingen in hun
leven maakten nooit een tragische» in
druk, het spannende, het aandoenlijke
van ieder werkelijk bestaan, ontbrak ge
heel. Ik wilde er niets meer van hebben
Ik voelde mij tot andere dingen in staat
Ik wilde wachten tot die andere dingen
kwamen.
De deur werd opengegooid on Arthur
lachte ons legen. I)it derde lid van onze
jouggezellenhuishouding was jonger dan
Mabane of ik een vriendelijke, knappe
jongen, vandaag keurig in gekleede jas
en met hoogen hoed
„Hallo 1" riep hij uit, .beiden hard aan
het werk?"
Mabane legde zijn penseel neer cn
nam den binnenkomende nauwkeurig op.
„Arthur, zeidc hij met nadruk, „je doet
ons alle eer aan Ik hoop, dal jij je wilt
laten zien aan onze huishoudster en dat
je zoo lang mogelijk aan de deur wilt
blijven staan. Dat is goed vanwege ons
verminderd crediet Ik kan het niet be-
oordeelen, want ik bezat nooit zoo'n
kleedingsluk, maar er is iets in de pan-
zoo'n verboden schil zijn arm of been
te breken.
De Raad zou echter by deze gelegen
heid oen mooie aanleiding hebben ge
had eens een debat te houden over de
baldadigheid der Amslerdamsche straat
jeugd. Geen splitsplinlcrnieuw -onder
werp, zeker niet, maar toch een dat
nieuw blijft, zóólang onze stad met be
trekking tot de uitspattingen der jonge
Amsterdammers nog steeds geen goede
naam heeft. Men heeft den laatsten tijd
weder herhaaldelijk in de stedelijke
persorganen kunnen lezen over ernstige
straatschenderijen over vuurtjes, die in
sommige buitenwijken door kwajongens
gestookt waren en die zulk een omvang
kregen, dat de brandweer er bij te pas
moest komen; over nog ernstiger „aar
digheden" van soortgelijken aard, door
den inhoud van standaard-brievenbus
sen in brand te steken; over spiegel
ruiten moedwillig bevuild of ernstig be
krast. En al die heldendaden geschie
den niel na half acht of na negen uur
's avonds, doch op alle uren van den
dag. Wanneer men bij dit alles let op
de liederlijke taal, die men telkens uit
jeugdige monden hooren lean en op de
„mooie" Nederlandsche taal, ueergekrasl
op schuttingen of deuren, dan krijgt men
niet veel eerbied voor do beschaving
der Amsterdarnsche jeugd.
Laat ik nu dadelijk zeggen, dal ik, dit
neerschrijvende, niet uitsluitend het oog
heb op de jeugd, gekomen uit de minder
welvarende deelen der stad, zulks zou
onbillijk zijn, aangezien men even goed
door kinderen, van wie uien zien kan
dat zij uit de lagen der gegoede burgerij
zijn voortgekomen, dingen ziet plegen,
die ergerlijk zijn De kwaal zit overal
en de Raad zou, had hij naar aanleiding
van meergenoemd ter tafel liggend voor
stel, de baldadigheid der Amsterdarnsche
jeugd onder discussie genomen, de vraag
eens onder de oogen hebben kunnen
zien in hoeverre de jeugd alléén schul
dig staat aan het ergerlijke dal zij aan
den openbaren weg verricht cn of zulks
niet voor een groot deel te wijlen is aan
het slechte voorbeeld, door volwassen
personen gegeven. Het antwoord op de
vraag zou stellig hebben geluid, dat de
slechte voorbeelden door de ouderen
gegeven ontegenzeggelijk voor niel ge
ring deel schuld zijn aan hetgeen dc jon
geren doen. Hij zou zelfs hebben kunnen
spreken over de vraag of de overheid
zelf niet schuldig staat aan het geven
\van s lechte voorbeelden
Er is geklaagd over brooddronkenheid
van kinderen, die in de parken moedwil
lig takken van struiken afrukken een
klacht, die zeker volkomen gemotiveerd
is .wanneer men om zich ziet dan
merkt men op, dat de jongeren en
dat geldt heusch niet alleen voor Am
sterdam vaak een geweldige minach
ting voor struiken en planten loonen,
een feil, waarover ik mij steeds verbaasd
heb, omdat men geen school kan voor-
hijgaan, of men ziet achter de ramen
planten in polten, die bewijzen dal den
kinderen kennis van en liefde voor de
natuur wordt bijgebracht toch is tak
ken afrukken van struiken en heesters
voor den Amsterdam schen knaap vooral
een waar genot.
Maar nu vraag ik kóu zijn eerbied
voor boom en struik er wel erg op ver-
beleren, wanneer hij dagelijks kan zien
hoe op vele plaatsen de overheid met
hoornen omgaat, hoe die ze in de Mid
denlaan en elders tegen de vlakte deed
vallen, hoe uit de provincie de bittere
klachten komen over hel mishandelen
van den fraaien weg bij Zeist en hoe
den van je jas, dat mij bevalt Dat is zoo,
Arthur En je das zoo keurig als die-
zit I"
„Leelijkerds!" riep de jongen, uit, „geef
mij een paar sigaretten, en eten wij van
avond thuis?"
Mabane gaf sigaretten en ging weer
aan zijn werk.
„Dal doen we!" bevestigde hij met een
zucht. „Dinsdags altijd, dat weel je wel.
Tusschen twee haakjes, ga je naar je
werk in dat costuumr"
Waarschijnlijk nietf Hel is mijn dag
in het depot, dat tref ik niet", antwoord
de Arthur terwijl hij zweeg om een lu
cifer aan te steken „Wat heeft Arnold?"
„neeft het land, omdat zijn muse niet
wil werken", zeide Mabane „Hij wil
een andere richting uit zoo iets, waar
van je bloed stolt, weet je - in den trant
van Tolstoi of Hall Oainc - het kan
hem niel schelen, wat Ik wijl dat op
zijn minst aan slechte spijsvertering".
„Mabane is een ezel!" bromde ik. „Ga
weg, Arthur, wees een verstandige kerel
en luister niet naar hem Hij weel liee-
lcmaal niet wat hij zegt."
Arthur sclieeh echter geen haast le
hebben. Hij zette zijn hoed achter op
zijn hoofd en ging op de tafel zitten
„Ik heb altijd opgemerkt", merkte hij
vriéndelijk op. „dat er in Allan's meest
domme opmerkingen gewoonlijk een
jls^orfeoml1
5 het inwateren van
- het houtwerk Uwer,
fLpZ gebouwen door jaar-
[fr r(r lijks bij te schilderen
(Ingez. Med.i
hier meedoogenloos geknoeid wordt aan
de beplanting aan een deel onzer Am-
stel - een en ander ter wille van het
verkeer Koning Aulo regeert tegen
woordig overal! - of het leggeu van
ondergrondsche kabels. Als de jeugd dat
alles ziet geschieden met boomen, wat
zal zij zich dan bekommeren om een
paar takken, van struiken gerukt?
Schunnige taal op deuren en venster
banken gekrijt en gekrast, ruiten be
vuild e d. door jeugdige handen
kan men anders verwachten, wanneer
men in vele stadswijken schuttingen be
smeurd ziet met aanbevelingen voor den
Russische» heilstaat e d., als men tegen
den tijd dat de lot „de jaren des on-
derscheids" gekomen burgers zich zul
len gaan bezighouden met liet ernstige
verkiezingswerk of met een of andere
protest-meeting, de straten gedurende de
nachtelijke uren ergerlijk bevuild wor
den met gore candidaten-aanbevelende
letters? Kinderen van nog geen dertien
jaren wilde dal Raadslid 's avonds na
negen uur of na half acht al van de
straat weren - maar die na genoemde
uren straten-bevuilende volwassenen !oo-
pen vrij rond'
Op den eersten Mei-dag kon men op
den Dam en zijn omgeving mannen zien
loopen, die bij duizenden strooibiljetten
uitdeden en zelfs, om er maar gauw
van af te komen, nu en dan geheele
bosjes wegwierpen in den wind de
weg was letterlijk een massa plat-getrapt
goor papier en de politie-agenten zagen
hel a;-n, zonder blijkbaar last of last
te hebben tot ingrijpen. Straatjongens
hadden er schik in die papieren bij bon-
Ierden op le rapenrenden er mede
weg, om ze eenige straten verder weer
weg te werpen. Vrage wie zijn met
dergelijke dingen voor oogen degenen
legen wie de „niet-mogen's" dienden te
worden uitgevaardigd, indien ze iels ba
ten zouden en indien ze te handhaven
zouden zijn?
Neen. met polltic-verordening-artikelen
l men hel kwaad bij de jongeren niet
uitroeien, laat men die liever tegen de
olwassen „straatjongens" flink handha
ven; goede voorbeelden en opvoeding
moeten bij de jongeren inwerken Een
oorbeeld juist dezer dagen in een der
naburige buitengemeenten gegeven, ver
dient, dunkt me, navolging. Daar heeft
men onijer de kinderen van lagere scho
len een club opgericht voor vogelbe
scherming De kinderen, zoo meldde het
bericht dienaangaande, beloven dat zij
geen nesten zullen uithalen en niel zul
len toelaten dat anderen zulks doen,
en bovendien gaan ze onder goed geleide
de natuur in om hun liefde voor kennis
aan le kweeken van dier en plant Iets
dergelijks zal zeker van oneindig meer
nut zijn dan eenige door een gemeente
raad heel deflig vastgestelde bepaling in
een politieverordening, en wanneer der-<
gelijke jeugdclubs niet beperkt worden
lot openbare lagere scholen en men ze
grond van waarheid is Ga je heusch een
ernstige» roman schrijven, Arnold?"
Ik stak een sigaret aan en leunde
gelaten achterover in mijn stoel Arthur
was een ondoorgrondelijk iemand en als
hij van plan was te blijven, dat wist
ik zeer goed dal het hopeloos was om
hem weg te krijgen.
„Dat was ik van plan", gaf ik toe,
„Zeg, Arthur jij beul iemand met een
gezond oordeel Kan jij mij niet eenige
wenken geven? Ik ben zelfs nog niet
begonnen."
Arthur bekeek de zaak in allen ernst
„Werkelijk het is een beetje moeilijk
voor je," merkte hij op „Jij blijft, zooveel
thuis en als je uitgaat, loopt jc buiten te
droomen. Je moet restaurants en an
dere plaatsen afloopen om ideeën te
krijgen Dat doet Gorman ook. Dan krijg
je al jc karakters uil hel leven en die
zijn natuurlijk
„En wie is mijnheer Gorman, zijn
naam komt mij niel bekend voor
„Een vriend van mij", antwoordde -Ar
thur eenvoudig. „Ik breng hem niel hier,
omdat hij voor jullie een beetje te luid
ruchtig is Hij schrijft verhalen voor
allerlei soort van bladen „Illustrated
Bits" en „Cigarette Journal" nemen alles
van hem op, wat hij maar zendt IK
dacht dat je misschien zijn "naam wel
zoudt kennen."