Wire* Snl BIJVOEGSEL mat be VAN Dinsdag 6 Mei 1924, No. 107, BIKHENUND- uit de pers. Het corps marine-offi cieren en de salarisver laging. In het orgaan van de Koninklijke Ne- derlandsche Vereeniging Onze Vloot schrijft de redactie- Allerwegen leest men van protesten tegen een noodzakelijke salaris-vermin dering. In de Tweede Kamer wordt te gen die vermindering voor de slecht betaalde rechterlijke macht gepleit. Geen vereeniging van ambtenaren onthoudt zich om te bewijzen, dat het opleggen dier korling aan hun categorie onbillijk zou zijn. Een groot aantal professoren (waren het er niet ongeveer 200?) be pleiten dat van hun salaris niets af kon, enz. enz. Te midden van al dat „ver nemende" doet het weldadig aan en het moge len voorbeeld strekken voor allen, die nog altijd niet beseffen, dat ook zij een veer zullen moeten lalen om lands financieele moeilijkheden le boven te komen, te lezen wat de houding ten deze is van de Marine-officieren. Uit eeu verslag van de algemeene ver gadering van de „Algemeene Vereeniging van Marine-officieren" halen wij aan hoe daar gewezen werd op de noodzakelijk heid om „krachtig het bezuinigingsmes te hanteeren". Er wordt gewezen op het feit, dat „reorganisatie in alle opzichten noodig is", evenzeer inkrimping van alle staatsdiensten". Betoogd wordt „Beter weinig gave, dan vele gedeprecicerde guldens. Wan neer de gulden 10 pet. daalt in waarde, bereiken we hetzelfde als wanneer we 10 pet. in salaris gekort zijn, met dit verschil echter dat een eenmaal dalende gulden niet gemakkelijk in zijn val le stuiten zal zijn". (Was het Troelstra niet, die zijn financieele programma (niet) ontvouwende, voor hel geval hij aan de Regeering kwam, zei dat een klein beetje inflatie geen kwaad kon?) Eu als dan in herinnering is gebracht, dat „het thans niet benijdenswaardig (is) om regeerder te zijn, aangezien iedere last, dien de Regeering wenscht op te leggen, de belanghebbenden in het ge weer roept", houden tenslotte de Ma rine-officieren het elkander voor „Dit alles dient ieder onzer te bedenken bij zijne beoordeeling om ook op de salaris sen vte korten, terwijl men zich daar bij zooveel mogelijk onbevooroordeeld en met ter zijde stelling van persoonlijke belangen tegenover het vraagstuk dient te plaatsen". Nadat gezegd was, dat de commissie- Idenburg in 1917 verklaarde dat vóór den oorlog de marine-salarissen in het algemeen le laag waren, werd gewezen op het feit, dat met toepassing van de 10 pet. korting alle officieren minder zullen verdienen dan een met hel index cijfer 180 verhoogde salaris van 1913— 1917; de meesten ook met een ver hooging van het indexcijfer 160. Een verhooging met een indexcijfer 180 is ongetwijfeld gewettigd als bedacht wordt, dat terwijl het indexcijfer voor voedings-middelen in vergelijking met 1913 bedraagt 153, de gemeentebe lasting in Helder, waar het overgroote deel der Marine-officieren verplicht is Door DOUGLAS VALENTINE. (Schrijver van De man met den Klompvoet). Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). 63). „Ik heb er niet veel op gelet, waar hij me heen bracht", zei Barling, „wat ik alleen maar wou weten was, wat hij in zijn schild voerd? Opeens ging hij een hek binnen. Ik was dichterbij dan ik zelf wel wilde en hij sloeg zóó plotseling af, dat ik me gauw moest laten vallen en neerhurkte achter het tuinmuurtje van den voortuin. „Nu. de voordeur moet wel op een kier hebben gestaan want de officier kon hem zóó maar openduwen en hij ging heel zachtjes naar binnen. Ik kroop door het hek en kwam zoover als de half open deur. Ik kon de trap onder zijn voetstappen hooren kraken en ik dacht er juist over of ik "h'et huis binnen zou gaan, toen ik een pang hoorde en te gelijk komt er iemand de trap afvliegen hij rent door de vestibule de achter deur uit Ik zag dat hij over den tuin muur <kilom en ik was'op het punt hem te verblijven, in 1922 per hoofd dei- bevolking bedroeg 683 pel. van die in 1914. En hierop volgt hel eenvoudige maar waardig slot „Bij de nu volgende be spreking werd het voorstel van het hooïdestuur om eene korting op de sa larissen van uniform 10 pet. te aan vaarden over ©en deel Van 'het jaar 1924, met algemeene sternen op één na aan genomen op grond van de voorgedragen argumenten". kerknieuws. Nadat de partij Goud in de kerke lijke kwestie te 's-Gravenpolde r door den rechter in het gelijk werd gesteld een oordeel, dat, ook bij haast alle niet belanghebbenden, groole vol doening wekte) besloten de aanhangers Hoekman (Kersteupartij) op een andere plaats hun godsdienstoefeningen te hou den. Moeite schijnt gedaan om meerde ren tot hun zjjde oveir te halen. De resul taten hiervan moeten schraal geweest zijn, want een aantal van circa 80 per sonen woonde Zondag den dienst in de „oude" kerk bij, geleid door ouderling Goud. De Hoekmanpartij hield kerk in de schuur van J. Felius, die daarvoor in der haast in gereedheid werd gebracht. Za terdag zag meu velen mei slpelen daar heen trekken voor zitplaatsen in den te houden dienst. Onder groolen toeloop van kerk gangers en nieuwsgierigen, had j.l. Zon dag te Axel in de Ned. Herv. Kerk de bevestiging plaats van den nieuwen lee- raar dier gemeente, ds. O. P. A. Ruysch van Dugteren. Naar aanleiding Van Kron. 2 12 hield de legerpredikanl, majoor Ruysch van Dugteren een leerrede en bevestigde zijn broeder mei een schoone toespraak. Des namiddags was de kerk stamp vol, loen ds. Ruysch van Dugteren den kansel betrad en zijn stof tot de intree rede ontleende aan het Evang. van Joh. 20 19-21. Zooals gebruikelijk, werden na de preek verschillende toespraken gehou den. kunst en wetenschappen. „Jo u r n a 1 i s t i ek in Neder- 1 a n d", door mr. L. J. Plemp v. Duiveland. Uitg. II. P. Leopold's Uitg. Mij, Iedereen leest een courant. Iedereen beoordeelt een courant. Maar we weten bij ervaring dal er nog talloozeu zijn, die er allerzonderlingste begrippen op na houden over de wijze waarop een cou rant gemaakt wordt en over den arbeid van courantenmenschen. De schuld daar van ligt niet bij dat publiek maar bij de courantiers die in den regel over Alle onderwerpen schrijven, behalve over hun eigen vak! Journalistenvergaderin- gen zijn gewoonlijk de eenige waarvan geen verslag in de bladen komt, behalve dan bij een feestrede of iets dergelijks. In dit boek is nu een oud-journalist aan het woord, de vroegere hoofdredac teur tytan de Nieuwe Courant, daarvóór lid van de redactie der N. R.Crb, bo vendien een tijdlang voorzitter van den Ned. Journalistenkring. En hij doet wal zooveel anderen nalieten hij vertelt iets van hetgeen er op de redactiebureaux plaats heeft, en van de personen die daar werken. Hij doet dat niet in een dorre opsomming ,maar in een door vrijmoedig persoonlijk oordeel gekruide causerie. Hij vertelt van de redactie-inrichting van onze voornaamste bladen; hij zet uit een hoe onze pers gewerkt en zich ge dragen heeft in den oorlogstijd, hij be spreekt de dagelijksche leiding der dag bladen, waarbij hij o, a. uitvoerig de taak van den hoofdredacteur uiteen zet, en zoodoende dingen openbaar maakt, die het groote puljliek anders niet ver neemt; hij knoopt daaraan vast een tegen tc houden, denkend, dat het de officier was, maar toen zie ik dat het een kort, dik ventje is, niet half zoo groot als de kapitein. En toen begreep ik ineens dat er moord en roof gaande was in dat huis en wat kon ik zeggen als er een politieagent langs kwam? Dus ik sloop weg en ik liep zoo hard als ik kon terug naar de Union Jack Club. „Den volgenden morgen zag ik dat ik m'n verlofpas kwijt was. Ik dorst het niet te gaan rapporteeren, voor het geval het ding gevonden was, want dan zouden zc natuurlijk denken, dat ik wat met dien moord uitstaande had. Zoo komt hetj dat ik een deserteur ben ,heeren, en een mooie gedragslijst van achttien jaar zonder één smetje bedorven heb, al les door dien moordenaar en spion hier!" Kanonnier Barling hield plotseling op alsof hij zichzelf een meening had laten ontvallen, die de militaire discipline hem niet toestond te uiten. De stilte, die volg de op het verhaal van den kanonnier, word het cersl door den chef verbro ken. „Strangwise", zcido hij, „deedt je niet beter ons tc vertellen wie je bent?" „Hij is officier van de Pruisische Gar de", zei Desmond, „en hij werd hier heen gezonden door den Duitschen In lichtingendienst in de Vereenigde Sta ten om een aanstelling in het Engelsche leger te krijgen. Toen een flinke kerel hoofdstuk over de beste opleiding van den journalist ,en wijdt ten slotte een af zonderlijke bespreking aan drie onder werpen die voor de journalistiek van groot belang zijn het persgeheim, de anonymiteit in de dagbladpers, en het journalistieke auteursrecht. Door de groote kennis die de schrijver heeft van de toestanden in de Nederland- sche journalistiek is dit boek een in teressant werk geworden, dat voor den tijdgenoot een aclueele beteekenis heeft* en voor een volgend geslacht een beeld zal geven van de Nederlandsche journa listiek in een belangrijke historische pe riode, waarin ze, ook ten opzichte van het buitenland op een erkend hoog peil stond. „Op B ij b e 1 s c li e n Bo dem", door prof. dr. H. Th. Obbink. - Uitg. II. J. Paris, Amsterdam. Prof. OÖlJink heeft reeds op verschei dene plaatsen van ons land in spreek beurten zijn indrukken weergegeven van de in '23 door hem gemaakte studiereis naar het Oosten Egypte, Palestina en Syrië. Van die indrukken geeft hij nu ook verslag in het hierboven genoemde werk, dat verscheen als een royaal uit gevoerd boek met een aantal fraaie foto grafische afbeeldingen. In zijn inleiding prijst hij het als een gelukkige omstan digheid dat hij door vrienden in Egypte gelegenheid kreeg om hel Egyptische le ven van nabij gade te slaan, en ook dat juist voor zijn vertrek het graf van Toet- Anch-Amon werd ontdekt. Een reisverhaal is hel boek met ge worden. Het zijn, naar de eigen kenschet- sing van den schrijver in hoofdzaak schetsen uil het oude en nieuwe Oosten. Eerst behandelt hij Egypte: de oude pyramiden, natuurlijk het dal der ko ningsgraven en Thebe. Maar dan ook de eigenaardigheid van het land en zijn bevolking, vroeger en in den tegenwoor- digen toestand. Ten opzichte van Palestina en Syrië komen eerst de bijbelsche herinneringen aan de beurt. Jeruzalem, Bethlehem en Hebron; de Jordaan en de Doode Zee, Galilea en de Libanon. En dan volgt ook hier weer een bespreking van het land en de bevolking. Met een hoofdstuk over het Zionisme als slot. Zooals reeds gezegd, lichten tal van fraaie folo's den tekst toe. Maar boven dien geeft het persoonlijk bezoek den schrijver gelegenheid om in zijn verhaal tal van teekenende mededeelingen te las- schen, die er een boeiend karakter aan geven. Grieksche en Romein- sche Mythologie. Onze overgrootouders en grootouders kenden de Grieksche en Romeinsche my thologie van buiten. Ze leerden die al in speciale kinderboeken. De volgende geslachten vonden dat overbodige bal last. Maar het gevolg was dat alleen de gymnasiasten het goed weten, en dat van het overige publiek een heel klein deel er oppervlakkig iéts van weet, en de anderen niéts. Zoodat tal van my thologische schilderijen en tal van litte raire werken geheel onbegrijpelijk zijn voor talloozeu. Nu ligt er een boek voor ons dat een helper kan zijn voor hen die voelen wat hun ontbreekt „P r o p y 1 a i c n", een inleiding tol de mythologie van Hel las en Rome, door dr. A. Rulgers, Ieeraar aan het gymnasium te Amsterdam. Het werd uitgegeven door W. J. Thieme en Oie., die zooals in de meeste harer uit gaven, zeer kwistig was met illustraties. En dat is goed ook, want een onderwerp als dit, dat juist op de beeldende kunst zulk een diepen invloed heeft uitgeoe fend, wordt eerst duidelijk wanneer de lezer ook kan ziènl De schrijver heeft zijn boek „Propy- laien" genoemd omdat bij de Grieken iedere uitgebouwde poort zoo heette die toegang verleende tot een grootsch bouw werk. En de mythologie Van Hellas en noodig was om de Ster van Polen terug te halen voor den kroonprins zond de Inlichtingendienst in Berlijn opdracht aan Strangwise (die toen bij de artillerie in Frankrijk diénde) om zich gevangen te laten nemen. De Duitschers berichtten toen naar behooren ,dat hij krijgsgevan gen was en lieten hem toen „ontsnap pen" als de gemakkelijkste en minst ver dachte manier om hem weer naar Lon den terug te krijgen!" De chef glimlachte vroolijk. „Dat is een verduiveld handig idee", merkte hij met zijn gewone schrander heid op, „ik moet zeggen dat is geni aal! Prachtig gewoon! Ik zou den man mijn compliment willen maken, die dót heeft verzonnen!" 1 „Dan inoogt u dat compliment aan mij maken, chef," zei Strangwise „Ik heb veel van je collega's ont moet in Vnijn lijd, Strangwise", zei hij, „maar jou ken ik niet! Wie ben je?" Strangwise lachte. „Vraag dat maar aan Nur-el-Din", zei hij, „dat is te zeggen, als jullie haar nog niet doodgeschoten hebben!" „En Als dat nu al gebeurd was?" vroeg de chef. Desmond sprong op. „Dat kan niel!" riep hij uit. „Die vrouw is immers een slachtoffer, niet I een van de raddraaiers, chef „En Als dal al gebeurd was?" vroeg de chef aan Strangwise. Rome beschouwt hij als een bouwwerk van verheven structuur. Zijn tekst heeft hij bovenal gericht op een duidelijke uiteenzetting, waardoor 't gebruik van dit boek ook bij het naslaan voor velen een groot gemak zal ople veren. De illustraties zijn mooi afgedrukt, en er zijn bijzonder fraaie kunstwerken on der. rechtzaken. Op 2 Maart liep A. van N. per on geluk tegen den 38-jarigen Oh. N. le 's Hertogenbosch aan. Deze gaf eerstge noemde toen met zijn knuppel een slag, waardoor diens schedel gescheurd werd, tengevolge waarvan hij in levensgevaar heeft verkeerd. Voor de rechtbank aldaar onlkende bokl. alle schuld. Verschillende getuigen herkenden hem echter pertinent Het O. M. eischle 10 maanden gevangenisstraf Kantongerecht te Middelburg. Door het Kantongerecht te Middelburg zijn veroordeeld wegens waren verkoopen die ondeugdelijk van samenstelling zijn A. K„ Biggekerke, lot f 500 b. s. 1 maand h.; zonder vergun ning verblijven op een stoep H. M., B. MM. van B„ allen Arnemuiden. ieder lot f 3 b, s. 3 d. h.; op een één-persoons rijwiel 2 personen vervoeren: H. G„ Se- rooskerke tot f 0.50 b. s. 1 d. h.; overlr. art. 4272 Swb. M. d. E„ Middelburg tot f 0.50 b sub. 1 d. h.; zonder vergunning over kanaalgrouden rijden W. G„ 's Heerenhoek, tol fob. s. 5 d. h.; overlr. art. 427® Swb. P. de K„ Ooslkapelle, tot f 0.50 b. s. 1 d. h.; fiet sen zonder licht. L. K., K. E., beiden Biggekerke, ieder tot f3 b. s. 3 d. li.; fietsen zonder bel: P. P. W„ Souburg, tot f 2 b. s. 2 d. h.; rijden met een auto zonder licht A. P. de WMiddelburg, tot f 10 b. s. 10 d. h.; overlr. Motor- en Rijwielwet: H. G„ Ierseke, tot f 3 b. s. 3 d. li.; overtr. Mollenwet. J. J. van Ri„ Middelburg, tot f 5 b. s. 5 d. h.; overtr Trekhondenwet: J. K„ Souburg, tot f 5 b. s. 5 d. h.; dronkenschap J. V„ St. Laurens, tot f3 b. s. 3d. h.; M. van B., Arnemuiden, tot 5 d. h.; A II., Middel burg, tol 14 d. h. Aan L. G„ Vlissingen, overtr. politie verordening, en J. S„ Westkapelle, overtr. Vleeschkeuringswet, is in ver band met de omstandigheden waaronder het feit is begaan, geen straf opgelegd. Vrijgesproken is P. W.. Souburg, overlr. K B. van 24 Nov. 1919. landbouw. Coöperatieve Boerenleenbank le Domburg. In de Vrijdag j.l. te Domburg ge houden vergadering van bovengenoemde bank, werd de heer J. W. Schuurman tot bestuurslid, de heer J. P. Almekin- ders tot lid van den raad van toezicht, en werden de heeren J. Wisse Pz. en W Provoost tot plaatsvervangende bestuurs leden herkozen. Herkozen werd voorts tot kassier de heer 0. Louwerse. Diens salaris werd vastgesteld op f 700. De rekening over 1923 werd goedgekeurd. Hieruit bleek, dat aan spaargelden ontvangen is een bedrag van f 97384.88 en aan terugbe taalde voorschotten f 19150. Aan spaar gelden werd terugbetaald f 86539.04 en aan voorschotten gegeven f 28150. De balans meldt o.a. onder activa aan uitstaande voorschotten f 98281 en aan tegoed in loopende rekening van de le den f38984.13, en onder passiva, aan spaargelden f 289079.04, en schuld in loopende rek. aan de leden f 18482.26. Medegedeeld werd dat de spaar- en depositorente is vastgesteld van 3.809 pel op 3.84 pet. en de voorschot v en debetrente in Rekening-Courant van 5.217 pet. op 5.14 pet., te berekenen van af 1 Jan. j.l. Een eigenaardige verandering was over den gevangene gekomen. Zijn zwie rige manier van doen was verdwenen en er was een uitdrukking van angst in zijn oogen. „Ik zou haar gespaard hebben, als dat mogelijk was geweest", zei Strangwise, „maar zij heeft mij bedrogen met dat juweel. Zij bracht het succes van mijn opdracht in gevaar. Jullie Engelschen hebt geen begrip van discipline. Voor ons, Pruisische officieren, gaat een or der boven al hel andere. Er is niets dat wij niet zouden opofferen om onze be velen te kunnen gehoorzamen. En mijn order was de Ster van Polen terug te halen voor Zijne Keizerlijke Hoogheid den Kroonprins, luitenant-kolonel van 't regimeul, waartoe ik de eer heb te be hooren, liet Eerste Pruisische Garde In fanterie Regiment. Maar Nur-el-Din span de samen met onzen vriend hier en met dat kleine ding boven om mijn plannen te verijdelen en ik kende geen genade voor haar. Ik heb die papieren in haar japon genaaid of liever Eellward deed het om de verdenking van mij af te wenden. Ik dacht dat jullie Engelschen te laf zoudt zijn om een vrouw terecht te stellen, maar ik verwachtte dat jul lie het meisje een paar jaar onder be waking zoudt houden. Ik zou haar dood geschoten hebben, zooals ik Rass deed, wanneer zij niet Zijn stem beefde, even en hij zweeg. Plantenzie kten. Ten einde de aanraking met de prak tijk van land- en tuinbouw te bevor deren zijn sinds eenige jaren aan den Plantenzicktenkundigen dienst de instel ling die gratis inlichtingen geeft over plantenziekten en de bestrijding van deze: correspondenten verbonden. Deze correspondenten hebben zich geheel be langeloos beschikbaar gesteld om hunne medewerking te verteenen bij de vast stelling van de ziekteoorzaak bij plan ten (waarvoor meestal opzending van zieke planten naar Wageningen voor on derzoek noodig is) en bij het verkrijgen van inlichtingen over toe te passen be strijdingsmaatregelen Ieder die zich niel direct tot het hoofdbureau van den Plantenziekten- kundigen Dienst 1e Wageningen wendt, kan door bemiddeling van de correspon denten de noodige inlichtingen verkrij gen. Het is in hel belang van land- en tuinbouw van deze gelegenheid een ruim gebruik 1e maken. Als correspondenten treden o. a. op W. de Buck, Meliskerke; J. Dommisse, Biggekerke; J. H. Hage lzn Scherpenisse Tholeu S. Maas, Vrouwenpolder Walcheren J. Minderhoud Czn.. Westkapelle, J. I.. Verhage, Domburg. -VNDEL. NIJVERHEID EN VISSCHERIJ, N.V. Houthandel v/h. G. Alberts Lzn Co. te Middelburg. In de heden te Middelburg gehou den aandeelhoudersvergadering van de N.V. Houthandel v/h. G. Alberts Lzn. Co. te .Middelburg, werd het jaarver slag over 1923 uitgebracht, waaraan het volgende is ontleend In de eerste plaats wordt het groole verlies gememoreerd, dat de Vennoot schap heeft geleden door het overlijden te Domburg van haar president-commis saris, den lieer C. M. Ghijsen. De heer C. M. Ghijsen behoorde tot de oprichters der firma G. Alberts Lzn. Co., waaruit de tegenwoordige ven nootschap is ontslaan. Steeds heeft hij zijn beste krachten gegeven, om mede te werken tot den bloei, eerst als lid der firma en daarna als directeur der vennootschap. Sinds 1 Juni 1914 trad de heer C. M. Ghijsen als gedelegeerd commissaris op. Nog tot korten tijd vóór zijn dood verscheen de heer Ghijsen re gelmatig op het kantoor, om een wer kelijk aandeel ie nemen in de werk zaamheden. Zijn aandenken zal steeds in hooge eer blijven bij commissarissen en directie. Ondanks de heerschende ongunstige omstandigheden, die in niet onbelang rijke mate ook de resultaten van het bedrijf der N.V. beïnvloeden, is het de directie en commissarissen een groot genoegen te kunnen mededeelen. dat het jaar 1923 een winstsaldo opleverde van f 141.261.961/2, waardoor het mo gelijk wordt het verlies, in 1921 gele den, geheel te delgen. Na de statutaire afschrijving op vaste goederen ad f 9600, blijft een saldo over van f 13.582.37, hetgeen, behoudens na dere beslissing van de algemeene ver gadering op een voorstel van commissa rissen, naar nieuwe rekening kan over gaan. De deelnamen der vennootschap in andere ondernemingen bleven onveran derd en de verkregen resultaten met die deelnamen bleven gunstig De Belgische staatsfondsen werden ge realiseerd en de daaruit voortvloeiende verliezen zijn afgeschreven. De debiteuren in rekening-courant be staan grootendeels uit voorschotten op gekocht hout en zijn sinds 1 Januari ge deeltelijk afgewikkeld, terwijl de nog loopende voorschotten door bankgaran- tiën zijn gedekt. De diverse debiteuren zijn 530 in aantal, het meeste dezer posten is reeds vereffend. Van de vóór 1923 aange- „Wanneer zij niet mijn ito uw was ge weest." zei Strangwise. HOOFDSTUK XXXI. Het valies van 100.000p. st. Het was een zonnige, frissche mor gen, er was wat vorst in de lucht. Het Engelsche Kanaal strekte zich uit als een glinsterende glasspiegel tot aan de verre Fransche kust, even helder en mooi in zijn kalme rust als het woest en gevaarlijk is in zijn wildheid. Het was vloed, maar de kleine golfjes, die tegen de kust sloegen bij het kleine landhuis, klotsten zacht. Een jong meisje lag op een ligstoel op de waranda, goed ingepakt voor de scherpe zeelucht. Maar de frissche wind deed zich gelden en nu de verpleegster zijn plannen tegenover de patiënte had verijdeld, nam hij wraak door de zachte bruine krullen door elkaar te blazen die onder den. hoed van het meisje uitkwamen. Zij wendde zich tot den man naast haar. „Kijk!" zei ze met haar vinger naar zee wijzend. Een convooi schepen koos zee, bege leid door enkele torpedojagers. I.celijke, grijze massa's wareu de stoomschepen, ze lieten een streep zwarten rook achter zich. Ze stoomden de volle zee in, vol vertrouwen in de ongeziene macht, die den weg voor hen veilig maakte. „Transporten, is,bet nief" vroeg de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 5