Wire* Snl
BIJVOEGSEL
mat be
VAN
Dinsdag 6 Mei 1924, No. 107,
BIKHENUND-
uit de pers.
Het corps marine-offi
cieren en de salarisver
laging.
In het orgaan van de Koninklijke Ne-
derlandsche Vereeniging Onze Vloot
schrijft de redactie-
Allerwegen leest men van protesten
tegen een noodzakelijke salaris-vermin
dering. In de Tweede Kamer wordt te
gen die vermindering voor de slecht
betaalde rechterlijke macht gepleit. Geen
vereeniging van ambtenaren onthoudt
zich om te bewijzen, dat het opleggen
dier korling aan hun categorie onbillijk
zou zijn. Een groot aantal professoren
(waren het er niet ongeveer 200?) be
pleiten dat van hun salaris niets af kon,
enz. enz. Te midden van al dat „ver
nemende" doet het weldadig aan en het
moge len voorbeeld strekken voor allen,
die nog altijd niet beseffen, dat ook zij
een veer zullen moeten lalen om lands
financieele moeilijkheden le boven te
komen, te lezen wat de houding ten deze
is van de Marine-officieren.
Uit eeu verslag van de algemeene ver
gadering van de „Algemeene Vereeniging
van Marine-officieren" halen wij aan hoe
daar gewezen werd op de noodzakelijk
heid om „krachtig het bezuinigingsmes
te hanteeren". Er wordt gewezen op het
feit, dat „reorganisatie in alle opzichten
noodig is", evenzeer inkrimping van alle
staatsdiensten".
Betoogd wordt „Beter weinig gave,
dan vele gedeprecicerde guldens. Wan
neer de gulden 10 pet. daalt in waarde,
bereiken we hetzelfde als wanneer we
10 pet. in salaris gekort zijn, met dit
verschil echter dat een eenmaal dalende
gulden niet gemakkelijk in zijn val le
stuiten zal zijn". (Was het Troelstra niet,
die zijn financieele programma (niet)
ontvouwende, voor hel geval hij aan de
Regeering kwam, zei dat een klein
beetje inflatie geen kwaad kon?)
Eu als dan in herinnering is gebracht,
dat „het thans niet benijdenswaardig (is)
om regeerder te zijn, aangezien iedere
last, dien de Regeering wenscht op te
leggen, de belanghebbenden in het ge
weer roept", houden tenslotte de Ma
rine-officieren het elkander voor „Dit
alles dient ieder onzer te bedenken bij
zijne beoordeeling om ook op de salaris
sen vte korten, terwijl men zich daar
bij zooveel mogelijk onbevooroordeeld en
met ter zijde stelling van persoonlijke
belangen tegenover het vraagstuk dient
te plaatsen".
Nadat gezegd was, dat de commissie-
Idenburg in 1917 verklaarde dat vóór
den oorlog de marine-salarissen in het
algemeen le laag waren, werd gewezen
op het feit, dat met toepassing van de
10 pet. korting alle officieren minder
zullen verdienen dan een met hel index
cijfer 180 verhoogde salaris van 1913—
1917; de meesten ook met een ver
hooging van het indexcijfer 160.
Een verhooging met een indexcijfer
180 is ongetwijfeld gewettigd als bedacht
wordt, dat terwijl het indexcijfer voor
voedings-middelen in vergelijking met
1913 bedraagt 153, de gemeentebe
lasting in Helder, waar het overgroote
deel der Marine-officieren verplicht is
Door DOUGLAS VALENTINE.
(Schrijver van De man met den
Klompvoet).
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
63).
„Ik heb er niet veel op gelet, waar hij
me heen bracht", zei Barling, „wat ik
alleen maar wou weten was, wat hij in
zijn schild voerd? Opeens ging hij een
hek binnen. Ik was dichterbij dan ik zelf
wel wilde en hij sloeg zóó plotseling af,
dat ik me gauw moest laten vallen en
neerhurkte achter het tuinmuurtje van
den voortuin.
„Nu. de voordeur moet wel op een
kier hebben gestaan want de officier
kon hem zóó maar openduwen en hij
ging heel zachtjes naar binnen. Ik kroop
door het hek en kwam zoover als de half
open deur. Ik kon de trap onder zijn
voetstappen hooren kraken en ik dacht
er juist over of ik "h'et huis binnen zou
gaan, toen ik een pang hoorde en te
gelijk komt er iemand de trap afvliegen
hij rent door de vestibule de achter
deur uit Ik zag dat hij over den tuin
muur <kilom en ik was'op het punt hem
te verblijven, in 1922 per hoofd dei-
bevolking bedroeg 683 pel. van die in
1914.
En hierop volgt hel eenvoudige maar
waardig slot „Bij de nu volgende be
spreking werd het voorstel van het
hooïdestuur om eene korting op de sa
larissen van uniform 10 pet. te aan
vaarden over ©en deel Van 'het jaar 1924,
met algemeene sternen op één na aan
genomen op grond van de voorgedragen
argumenten".
kerknieuws.
Nadat de partij Goud in de kerke
lijke kwestie te 's-Gravenpolde r
door den rechter in het gelijk werd
gesteld een oordeel, dat, ook bij haast
alle niet belanghebbenden, groole vol
doening wekte) besloten de aanhangers
Hoekman (Kersteupartij) op een andere
plaats hun godsdienstoefeningen te hou
den. Moeite schijnt gedaan om meerde
ren tot hun zjjde oveir te halen. De resul
taten hiervan moeten schraal geweest
zijn, want een aantal van circa 80 per
sonen woonde Zondag den dienst in de
„oude" kerk bij, geleid door ouderling
Goud. De Hoekmanpartij hield kerk in de
schuur van J. Felius, die daarvoor in der
haast in gereedheid werd gebracht. Za
terdag zag meu velen mei slpelen daar
heen trekken voor zitplaatsen in den te
houden dienst.
Onder groolen toeloop van kerk
gangers en nieuwsgierigen, had j.l. Zon
dag te Axel in de Ned. Herv. Kerk de
bevestiging plaats van den nieuwen lee-
raar dier gemeente, ds. O. P. A. Ruysch
van Dugteren.
Naar aanleiding Van Kron. 2 12 hield
de legerpredikanl, majoor Ruysch van
Dugteren een leerrede en bevestigde zijn
broeder mei een schoone toespraak.
Des namiddags was de kerk stamp
vol, loen ds. Ruysch van Dugteren den
kansel betrad en zijn stof tot de intree
rede ontleende aan het Evang. van Joh.
20 19-21.
Zooals gebruikelijk, werden na de
preek verschillende toespraken gehou
den.
kunst en wetenschappen.
„Jo u r n a 1 i s t i ek in Neder-
1 a n d", door mr. L. J. Plemp v.
Duiveland. Uitg. II. P. Leopold's
Uitg. Mij,
Iedereen leest een courant. Iedereen
beoordeelt een courant. Maar we weten
bij ervaring dal er nog talloozeu zijn,
die er allerzonderlingste begrippen op na
houden over de wijze waarop een cou
rant gemaakt wordt en over den arbeid
van courantenmenschen. De schuld daar
van ligt niet bij dat publiek maar bij de
courantiers die in den regel over Alle
onderwerpen schrijven, behalve over
hun eigen vak! Journalistenvergaderin-
gen zijn gewoonlijk de eenige waarvan
geen verslag in de bladen komt, behalve
dan bij een feestrede of iets dergelijks.
In dit boek is nu een oud-journalist
aan het woord, de vroegere hoofdredac
teur tytan de Nieuwe Courant, daarvóór
lid van de redactie der N. R.Crb, bo
vendien een tijdlang voorzitter van den
Ned. Journalistenkring. En hij doet wal
zooveel anderen nalieten hij vertelt iets
van hetgeen er op de redactiebureaux
plaats heeft, en van de personen die daar
werken. Hij doet dat niet in een dorre
opsomming ,maar in een door vrijmoedig
persoonlijk oordeel gekruide causerie. Hij
vertelt van de redactie-inrichting van
onze voornaamste bladen; hij zet uit
een hoe onze pers gewerkt en zich ge
dragen heeft in den oorlogstijd, hij be
spreekt de dagelijksche leiding der dag
bladen, waarbij hij o, a. uitvoerig de taak
van den hoofdredacteur uiteen zet, en
zoodoende dingen openbaar maakt, die
het groote puljliek anders niet ver
neemt; hij knoopt daaraan vast een
tegen tc houden, denkend, dat het de
officier was, maar toen zie ik dat het
een kort, dik ventje is, niet half zoo
groot als de kapitein. En toen begreep ik
ineens dat er moord en roof gaande was
in dat huis en wat kon ik zeggen als er
een politieagent langs kwam? Dus ik
sloop weg en ik liep zoo hard als ik kon
terug naar de Union Jack Club.
„Den volgenden morgen zag ik dat ik
m'n verlofpas kwijt was. Ik dorst het niet
te gaan rapporteeren, voor het geval het
ding gevonden was, want dan zouden
zc natuurlijk denken, dat ik wat met dien
moord uitstaande had. Zoo komt hetj
dat ik een deserteur ben ,heeren, en een
mooie gedragslijst van achttien jaar
zonder één smetje bedorven heb, al
les door dien moordenaar en spion
hier!"
Kanonnier Barling hield plotseling op
alsof hij zichzelf een meening had laten
ontvallen, die de militaire discipline hem
niet toestond te uiten. De stilte, die volg
de op het verhaal van den kanonnier,
word het cersl door den chef verbro
ken.
„Strangwise", zcido hij, „deedt je niet
beter ons tc vertellen wie je bent?"
„Hij is officier van de Pruisische Gar
de", zei Desmond, „en hij werd hier
heen gezonden door den Duitschen In
lichtingendienst in de Vereenigde Sta
ten om een aanstelling in het Engelsche
leger te krijgen. Toen een flinke kerel
hoofdstuk over de beste opleiding van
den journalist ,en wijdt ten slotte een af
zonderlijke bespreking aan drie onder
werpen die voor de journalistiek van
groot belang zijn het persgeheim, de
anonymiteit in de dagbladpers, en het
journalistieke auteursrecht.
Door de groote kennis die de schrijver
heeft van de toestanden in de Nederland-
sche journalistiek is dit boek een in
teressant werk geworden, dat voor den
tijdgenoot een aclueele beteekenis heeft*
en voor een volgend geslacht een beeld
zal geven van de Nederlandsche journa
listiek in een belangrijke historische pe
riode, waarin ze, ook ten opzichte van
het buitenland op een erkend hoog peil
stond.
„Op B ij b e 1 s c li e n Bo
dem", door prof. dr. H.
Th. Obbink. - Uitg. II. J.
Paris, Amsterdam.
Prof. OÖlJink heeft reeds op verschei
dene plaatsen van ons land in spreek
beurten zijn indrukken weergegeven van
de in '23 door hem gemaakte studiereis
naar het Oosten Egypte, Palestina en
Syrië. Van die indrukken geeft hij nu
ook verslag in het hierboven genoemde
werk, dat verscheen als een royaal uit
gevoerd boek met een aantal fraaie foto
grafische afbeeldingen. In zijn inleiding
prijst hij het als een gelukkige omstan
digheid dat hij door vrienden in Egypte
gelegenheid kreeg om hel Egyptische le
ven van nabij gade te slaan, en ook dat
juist voor zijn vertrek het graf van Toet-
Anch-Amon werd ontdekt.
Een reisverhaal is hel boek met ge
worden. Het zijn, naar de eigen kenschet-
sing van den schrijver in hoofdzaak
schetsen uil het oude en nieuwe Oosten.
Eerst behandelt hij Egypte: de oude
pyramiden, natuurlijk het dal der ko
ningsgraven en Thebe. Maar dan ook
de eigenaardigheid van het land en zijn
bevolking, vroeger en in den tegenwoor-
digen toestand.
Ten opzichte van Palestina en Syrië
komen eerst de bijbelsche herinneringen
aan de beurt. Jeruzalem, Bethlehem en
Hebron; de Jordaan en de Doode Zee,
Galilea en de Libanon. En dan volgt ook
hier weer een bespreking van het land
en de bevolking. Met een hoofdstuk over
het Zionisme als slot.
Zooals reeds gezegd, lichten tal van
fraaie folo's den tekst toe. Maar boven
dien geeft het persoonlijk bezoek den
schrijver gelegenheid om in zijn verhaal
tal van teekenende mededeelingen te las-
schen, die er een boeiend karakter aan
geven.
Grieksche en Romein-
sche Mythologie.
Onze overgrootouders en grootouders
kenden de Grieksche en Romeinsche my
thologie van buiten. Ze leerden die al
in speciale kinderboeken. De volgende
geslachten vonden dat overbodige bal
last. Maar het gevolg was dat alleen de
gymnasiasten het goed weten, en dat
van het overige publiek een heel klein
deel er oppervlakkig iéts van weet, en
de anderen niéts. Zoodat tal van my
thologische schilderijen en tal van litte
raire werken geheel onbegrijpelijk zijn
voor talloozeu.
Nu ligt er een boek voor ons dat een
helper kan zijn voor hen die voelen
wat hun ontbreekt „P r o p y 1 a i c n",
een inleiding tol de mythologie van Hel
las en Rome, door dr. A. Rulgers, Ieeraar
aan het gymnasium te Amsterdam. Het
werd uitgegeven door W. J. Thieme en
Oie., die zooals in de meeste harer uit
gaven, zeer kwistig was met illustraties.
En dat is goed ook, want een onderwerp
als dit, dat juist op de beeldende kunst
zulk een diepen invloed heeft uitgeoe
fend, wordt eerst duidelijk wanneer de
lezer ook kan ziènl
De schrijver heeft zijn boek „Propy-
laien" genoemd omdat bij de Grieken
iedere uitgebouwde poort zoo heette die
toegang verleende tot een grootsch bouw
werk. En de mythologie Van Hellas en
noodig was om de Ster van Polen terug
te halen voor den kroonprins zond de
Inlichtingendienst in Berlijn opdracht aan
Strangwise (die toen bij de artillerie in
Frankrijk diénde) om zich gevangen te
laten nemen. De Duitschers berichtten
toen naar behooren ,dat hij krijgsgevan
gen was en lieten hem toen „ontsnap
pen" als de gemakkelijkste en minst ver
dachte manier om hem weer naar Lon
den terug te krijgen!"
De chef glimlachte vroolijk.
„Dat is een verduiveld handig idee",
merkte hij met zijn gewone schrander
heid op, „ik moet zeggen dat is geni
aal! Prachtig gewoon! Ik zou den man
mijn compliment willen maken, die dót
heeft verzonnen!"
1 „Dan inoogt u dat compliment aan mij
maken, chef," zei Strangwise
„Ik heb veel van je collega's ont
moet in Vnijn lijd, Strangwise", zei hij,
„maar jou ken ik niet! Wie ben je?"
Strangwise lachte.
„Vraag dat maar aan Nur-el-Din", zei
hij, „dat is te zeggen, als jullie haar
nog niet doodgeschoten hebben!"
„En Als dat nu al gebeurd was?" vroeg
de chef.
Desmond sprong op.
„Dat kan niel!" riep hij uit. „Die
vrouw is immers een slachtoffer, niet
I een van de raddraaiers, chef
„En Als dal al gebeurd was?" vroeg
de chef aan Strangwise.
Rome beschouwt hij als een bouwwerk
van verheven structuur.
Zijn tekst heeft hij bovenal gericht op
een duidelijke uiteenzetting, waardoor 't
gebruik van dit boek ook bij het naslaan
voor velen een groot gemak zal ople
veren.
De illustraties zijn mooi afgedrukt, en
er zijn bijzonder fraaie kunstwerken on
der.
rechtzaken.
Op 2 Maart liep A. van N. per on
geluk tegen den 38-jarigen Oh. N. le
's Hertogenbosch aan. Deze gaf eerstge
noemde toen met zijn knuppel een slag,
waardoor diens schedel gescheurd werd,
tengevolge waarvan hij in levensgevaar
heeft verkeerd.
Voor de rechtbank aldaar onlkende
bokl. alle schuld. Verschillende getuigen
herkenden hem echter pertinent Het O.
M. eischle 10 maanden gevangenisstraf
Kantongerecht te Middelburg.
Door het Kantongerecht te Middelburg
zijn veroordeeld wegens
waren verkoopen die ondeugdelijk van
samenstelling zijn A. K„ Biggekerke, lot
f 500 b. s. 1 maand h.; zonder vergun
ning verblijven op een stoep H. M., B.
MM. van B„ allen Arnemuiden. ieder
lot f 3 b, s. 3 d. h.; op een één-persoons
rijwiel 2 personen vervoeren: H. G„ Se-
rooskerke tot f 0.50 b. s. 1 d. h.; overlr.
art. 4272 Swb. M. d. E„ Middelburg
tot f 0.50 b sub. 1 d. h.; zonder
vergunning over kanaalgrouden rijden
W. G„ 's Heerenhoek, tol fob. s. 5
d. h.; overlr. art. 427® Swb. P. de K„
Ooslkapelle, tot f 0.50 b. s. 1 d. h.; fiet
sen zonder licht. L. K., K. E., beiden
Biggekerke, ieder tot f3 b. s. 3 d. li.;
fietsen zonder bel: P. P. W„ Souburg,
tot f 2 b. s. 2 d. h.; rijden met een auto
zonder licht A. P. de WMiddelburg,
tot f 10 b. s. 10 d. h.; overlr. Motor- en
Rijwielwet: H. G„ Ierseke, tot f 3 b. s.
3 d. li.; overtr. Mollenwet. J. J. van Ri„
Middelburg, tot f 5 b. s. 5 d. h.; overtr
Trekhondenwet: J. K„ Souburg, tot f 5
b. s. 5 d. h.; dronkenschap J. V„ St.
Laurens, tot f3 b. s. 3d. h.; M. van B.,
Arnemuiden, tot 5 d. h.; A II., Middel
burg, tol 14 d. h.
Aan L. G„ Vlissingen, overtr. politie
verordening, en J. S„ Westkapelle,
overtr. Vleeschkeuringswet, is in ver
band met de omstandigheden waaronder
het feit is begaan, geen straf opgelegd.
Vrijgesproken is P. W.. Souburg,
overlr. K B. van 24 Nov. 1919.
landbouw.
Coöperatieve Boerenleenbank
le Domburg.
In de Vrijdag j.l. te Domburg ge
houden vergadering van bovengenoemde
bank, werd de heer J. W. Schuurman
tot bestuurslid, de heer J. P. Almekin-
ders tot lid van den raad van toezicht,
en werden de heeren J. Wisse Pz. en W
Provoost tot plaatsvervangende bestuurs
leden herkozen.
Herkozen werd voorts tot kassier de
heer 0. Louwerse. Diens salaris werd
vastgesteld op f 700. De rekening over
1923 werd goedgekeurd. Hieruit bleek,
dat aan spaargelden ontvangen is een
bedrag van f 97384.88 en aan terugbe
taalde voorschotten f 19150. Aan spaar
gelden werd terugbetaald f 86539.04 en
aan voorschotten gegeven f 28150.
De balans meldt o.a. onder activa aan
uitstaande voorschotten f 98281 en aan
tegoed in loopende rekening van de le
den f38984.13, en onder passiva, aan
spaargelden f 289079.04, en schuld in
loopende rek. aan de leden f 18482.26.
Medegedeeld werd dat de spaar- en
depositorente is vastgesteld van 3.809
pel op 3.84 pet. en de voorschot v en
debetrente in Rekening-Courant van
5.217 pet. op 5.14 pet., te berekenen van
af 1 Jan. j.l.
Een eigenaardige verandering was
over den gevangene gekomen. Zijn zwie
rige manier van doen was verdwenen
en er was een uitdrukking van angst
in zijn oogen.
„Ik zou haar gespaard hebben, als dat
mogelijk was geweest", zei Strangwise,
„maar zij heeft mij bedrogen met dat
juweel. Zij bracht het succes van mijn
opdracht in gevaar. Jullie Engelschen
hebt geen begrip van discipline. Voor
ons, Pruisische officieren, gaat een or
der boven al hel andere. Er is niets dat
wij niet zouden opofferen om onze be
velen te kunnen gehoorzamen. En mijn
order was de Ster van Polen terug te
halen voor Zijne Keizerlijke Hoogheid
den Kroonprins, luitenant-kolonel van 't
regimeul, waartoe ik de eer heb te be
hooren, liet Eerste Pruisische Garde In
fanterie Regiment. Maar Nur-el-Din span
de samen met onzen vriend hier en met
dat kleine ding boven om mijn plannen
te verijdelen en ik kende geen genade
voor haar. Ik heb die papieren in haar
japon genaaid of liever Eellward deed
het om de verdenking van mij af
te wenden. Ik dacht dat jullie Engelschen
te laf zoudt zijn om een vrouw terecht
te stellen, maar ik verwachtte dat jul
lie het meisje een paar jaar onder be
waking zoudt houden. Ik zou haar dood
geschoten hebben, zooals ik Rass deed,
wanneer zij niet
Zijn stem beefde, even en hij zweeg.
Plantenzie kten.
Ten einde de aanraking met de prak
tijk van land- en tuinbouw te bevor
deren zijn sinds eenige jaren aan den
Plantenzicktenkundigen dienst de instel
ling die gratis inlichtingen geeft over
plantenziekten en de bestrijding van
deze: correspondenten verbonden. Deze
correspondenten hebben zich geheel be
langeloos beschikbaar gesteld om hunne
medewerking te verteenen bij de vast
stelling van de ziekteoorzaak bij plan
ten (waarvoor meestal opzending van
zieke planten naar Wageningen voor on
derzoek noodig is) en bij het verkrijgen
van inlichtingen over toe te passen be
strijdingsmaatregelen
Ieder die zich niel direct tot het
hoofdbureau van den Plantenziekten-
kundigen Dienst 1e Wageningen wendt,
kan door bemiddeling van de correspon
denten de noodige inlichtingen verkrij
gen.
Het is in hel belang van land- en
tuinbouw van deze gelegenheid een ruim
gebruik 1e maken.
Als correspondenten treden o. a. op
W. de Buck, Meliskerke;
J. Dommisse, Biggekerke;
J. H. Hage lzn Scherpenisse Tholeu
S. Maas, Vrouwenpolder Walcheren
J. Minderhoud Czn.. Westkapelle,
J. I.. Verhage, Domburg.
-VNDEL. NIJVERHEID EN
VISSCHERIJ,
N.V. Houthandel v/h. G. Alberts
Lzn Co. te Middelburg.
In de heden te Middelburg gehou
den aandeelhoudersvergadering van de
N.V. Houthandel v/h. G. Alberts Lzn.
Co. te .Middelburg, werd het jaarver
slag over 1923 uitgebracht, waaraan het
volgende is ontleend
In de eerste plaats wordt het groole
verlies gememoreerd, dat de Vennoot
schap heeft geleden door het overlijden
te Domburg van haar president-commis
saris, den lieer C. M. Ghijsen.
De heer C. M. Ghijsen behoorde tot
de oprichters der firma G. Alberts Lzn.
Co., waaruit de tegenwoordige ven
nootschap is ontslaan. Steeds heeft hij
zijn beste krachten gegeven, om mede
te werken tot den bloei, eerst als lid
der firma en daarna als directeur der
vennootschap. Sinds 1 Juni 1914 trad
de heer C. M. Ghijsen als gedelegeerd
commissaris op. Nog tot korten tijd vóór
zijn dood verscheen de heer Ghijsen re
gelmatig op het kantoor, om een wer
kelijk aandeel ie nemen in de werk
zaamheden. Zijn aandenken zal steeds
in hooge eer blijven bij commissarissen
en directie.
Ondanks de heerschende ongunstige
omstandigheden, die in niet onbelang
rijke mate ook de resultaten van het
bedrijf der N.V. beïnvloeden, is het de
directie en commissarissen een groot
genoegen te kunnen mededeelen. dat
het jaar 1923 een winstsaldo opleverde
van f 141.261.961/2, waardoor het mo
gelijk wordt het verlies, in 1921 gele
den, geheel te delgen.
Na de statutaire afschrijving op vaste
goederen ad f 9600, blijft een saldo over
van f 13.582.37, hetgeen, behoudens na
dere beslissing van de algemeene ver
gadering op een voorstel van commissa
rissen, naar nieuwe rekening kan over
gaan.
De deelnamen der vennootschap in
andere ondernemingen bleven onveran
derd en de verkregen resultaten met
die deelnamen bleven gunstig
De Belgische staatsfondsen werden ge
realiseerd en de daaruit voortvloeiende
verliezen zijn afgeschreven.
De debiteuren in rekening-courant be
staan grootendeels uit voorschotten op
gekocht hout en zijn sinds 1 Januari ge
deeltelijk afgewikkeld, terwijl de nog
loopende voorschotten door bankgaran-
tiën zijn gedekt.
De diverse debiteuren zijn 530 in
aantal, het meeste dezer posten is reeds
vereffend. Van de vóór 1923 aange-
„Wanneer zij niet mijn ito uw was ge
weest." zei Strangwise.
HOOFDSTUK XXXI.
Het valies van 100.000p. st.
Het was een zonnige, frissche mor
gen, er was wat vorst in de lucht. Het
Engelsche Kanaal strekte zich uit als
een glinsterende glasspiegel tot aan de
verre Fransche kust, even helder en
mooi in zijn kalme rust als het woest
en gevaarlijk is in zijn wildheid. Het
was vloed, maar de kleine golfjes, die
tegen de kust sloegen bij het kleine
landhuis, klotsten zacht.
Een jong meisje lag op een ligstoel
op de waranda, goed ingepakt voor de
scherpe zeelucht. Maar de frissche wind
deed zich gelden en nu de verpleegster
zijn plannen tegenover de patiënte had
verijdeld, nam hij wraak door de zachte
bruine krullen door elkaar te blazen
die onder den. hoed van het meisje
uitkwamen.
Zij wendde zich tot den man naast
haar.
„Kijk!" zei ze met haar vinger naar
zee wijzend.
Een convooi schepen koos zee, bege
leid door enkele torpedojagers. I.celijke,
grijze massa's wareu de stoomschepen,
ze lieten een streep zwarten rook achter
zich. Ze stoomden de volle zee in, vol
vertrouwen in de ongeziene macht, die
den weg voor hen veilig maakte.
„Transporten, is,bet nief" vroeg de