iiÉinrpln tal FEUILLETON. De onzichtbare hand. BIJVOEGSEL fPAN DB nm Vrijdag 2 Mei 1924, No. 104. KAMEBOTERZICOT. Eerste Kamer. Zitting van Donderdag. Toen Minister C o 1 ij n gister het tweede deel van zijn lange antwoord- rede had beëindigd, werd hij van ver schillende zijde gelulcgewenscht. Het was ook een krachtige rede, die meer be- teekenis had dan die van den Minister president. Belangrijk was o.a. wat hij opmerkte over de nooduitkeering aan de meenten. Er zijn z. i. wel argumenten voor een algemeene regeling van de uitkeering aan de gemeenten, maar niet voor een nooduitkeering voor één jaar, omdat elke maatstaf voorhet bedrag dat elke gemeente zou moeten krijgen, ontbreekt. Overigens heeft het rijk de gemeenten reeds in vele opzichten verlicht De fi nanciering der kasvoorschotten kost den staat f 4 millioen per jaar. Ook de uit- keeringen krachtens de onderwijswet aan de gemeenten verlichten haar lasten. Amsterdam ontvangt ongeveer f 5 mil lioen meer per jaar voor zijn onderwijs uitgaven dan vroeger, krachtens de wet van 1920. Zeker moet Rijk zich aan steun niet onttrekken, als een gemeente op den rand van het faillissement komt, maar de motie-Wibaut zou door spr. niet kunnen worden uitgevoerd indien ze hier een meerderheid mocht vinden. Ten opzichte van het financieel beheer constateerde de Minister dat er over het doel der regeering geen ver schil bestaat. De regeering wil een sluitend budget en daarna zoo mogelijk verlaging der be lastingen. Dat wil iedereen. Maar de critiek van den heer Wibaut ging tegen het tempo. Als er iets is, wat spr. ver wondert, is het die critiek. Spreker had zich kunnen bergrijpen, dat iederen mor gen een van de 150 Kamerleden op zijn departement was gekomen om hem in de lendenen te porren en te roepen maak toch voort! Maar dat men roept: zachtjes aan, we hebben den tijd! dat is spr. volmaakt een raadsel. Want als al les gevonden en gedaan is, wat in spre kers dekkingsplan ligt, dan is men er nog niet. Dan moet men voor 1926 nog vinden f 30 millioen. Aan vlottende schuld is nog te consolideeren f 115 a 120 millioen. Daarin zit van het tekort over dit dienstjaar een derde deel. Voor 1924 moet gerekend worden op een te kort van f 40 millioen. Dan dient ge rekend op verhoogingen van Hoofdstuk iVII A; een tekort van f 12 millioen op de Invaliditeitsverzekering. Spr. komt dus tot ongeveer f 175 millioen, die op den gewonen dienst moet worden gedekt. Alles bij elkaar komt spreker tot f 300 a f 350 millioen, waarvoor geleend moet worden a 6 pel. Daardoor komt men, met de aflossing voor 1926 tot een ver hooging van den gewonen dienst van f 30 millioen. Daarbij komt nog de taak, voor een nieuw kabinet om af te schrij ven van de f 700 millioen, die geleend zijn voor den woningbouw. Het nieuwe Kabinet dat in 1925 zal optreden, zal niet op rozen gaan. Hoe hel dan bij een verstandig man als den heer Wibaut kon ppkomen zulk een raad te geven, is spr. een volkomen psychologisch raadsel Het ware veeleer in het belang van de Door DOUGLAS VALENTLNE. (Schrijver van De man met den Klompvoet). Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). 61). Bellward lachte grimmig. „Het is een combinatie", legde hij uit met groote welbespraaktheid van dien uitersten vorm van kruisverhoor, dien de Amerikanen „The third degree" noemen, een van hypnotische behande ling. Sommige menschen zijn, zooals je ongetwijfeld opgemerkt zult hebben, min der gevoelig voor hypnotische invloeden dan anderen Een zeer sterke behan deling van The third degree en gebrek aan slaap maken zulke weerbarstige na turen buitengewoon gevoelig voor mag- 3etische behanoeling. Die maakt den bo em als hel ware ervoor klaar!" Bellward hoestte en keek naar Des- mond over zijn schildpad-omranden bril, Verhoor ouder pijnigen dat in Ame rika wordt toegepast om een beschuldig de. tot bekentenis te brengen. aaak als ieder op de noodzakelijkheid van spoed de aandacht vestigde. Ten opzichte van de salariskwestie vereenigde de Minister zich met de op merking van prof. Blom in „De Gids": „Een regeering die de "bezoldigingsbe sluiten handhaaft, verdient te worden gehangen, een die het daarbij laat en niet verder gaat, verdient te worden gevierendeeld." Spr. is het hiermede van A tot Z eens. (Vroolijkheid). De heer Mendels zeide den vorigen dag „Uw Christelijk beginsel eischt, dat het aan de ambtenaren gegeven woord gehouden wordt." Maar de Minister achtte het nog hoo- ger eisch, uit het Christelijk beginsel voortvloeiend, dat men, als men gezon digd heeft, ook schuld belijden moet en dal als men een belofte gegeven heeft, die rampspoed brengt over het Neder- landsehe volk, men eenvoudig daarop terug moet komen. De heer Mendjels had moeten aantoonen, dal menaijn woord had kunnen houden zonder ramp spoed te brengen over het Nederlandsche volk. Bij hel onderhandelen met de Cen trale Oommissie van Overleg is echter van de zijde der commissie de voorwaar de gesteld, dat art. 40 niet mocht wor den ingetrokken. Minister Heemskerk De eisch werd nog spherper gesteld, dat afge zien van art. 40 de regeering nooil een- zydig de salarissen zou mogen verlagen. Minister C o 1 ij n ging daarna verder met de ontwapeningsdenkbeelden. Zelfs bij algehcele ontwapening zou men niet meer dan 50 millioen bezuinigen. Maar ook onder een politie-leger als de heer v. Embden en de soc.-democraten willen, is nog een 20 millioen noodig. Een denkbeeld, om de financieele de serteurs in de belasting te doen bijdra gen door van him erfgenamen successie belasting te heffen, is in onderzoek, doch het is niet gemakkelijk die belasting te verhalen. Vooreerst weet men niet steeds, of zulk een persoon in het buitenland gestorven is en bovendien wonen de erfgenamen vaak in het buitenland, en welk middel heeft men dan om die be lastingen op hen te verhalen Onder deze „deserteurs" zijn echter ook ver jaagden. Het beste middel om die ver jaagden in ons land te brengen is ver laging der belastingen. Kan dan de on dernemerswinstbelasting van den heer Wibaut baat brengen De heer Wibaut wil een progressieve winstbelasting voor de naamlooze vennootschappen. Deze is van spr. niet te verwachten. Dit zou leiden tot een dubbele progressie. Wel valt te spreken over de vervanging van de dividend- en tantièmebelasling door een proportioneele winstbelasting. Maar men moet daarvan geen inkomsten van groote betoekenis verwachten, al zou den enkele knoeierijen er door worden tegengegaan. En men zou het enorme voordeel prijsgeven, dat de inning der dividend- en tantièmebelasting zoo een voudig is. Voorts verzekerde de Minister, dat het algemeen karakter van de tariefherzie ning fiscaal zal zijn. De regeering is ook niet bereid om een machtigingswet uit te lokken, om bij ministerieel de creet tot invoerverboden over te gaan. Ten slotte stelde de Minister in het licht, dat het kabinet prijs stelt op steun uit breeden kring, want om de bezuini ging te doen slagen, moet men op den volksgeest appelleeren. Moet dit beroep op oppositioneele groepen er echter toe leiden dat men eigen karakter prijsgeeft? Op de oppositie wordt geen beroep ge daan voor partijwenschen, maar voor een nationale taak van de eerste orde. Het werk, dat moet worden gedaan, moet voor later de mogelijkheid scheppen van een gezonde, krachtige politiek. Dat het kabinet van Ramsay Mac Donald' in En geland thans kan doen wat het doet, is te danken aan het feit, dat daaraan zijn voorafgegaan de kabinetten van Bonar Law en Baldwin, en aan het comité- Geddes. dat de financiën in orde heeft gebracht. En tol de rechterzijde zeide spr., dat dien hij weer had opgezet. ,.De methode heeft de beste resultaten gehad, wanneer zij op vrouwen wordt toegepast", hernam hij, „onze medewer kers in Holland hebben er veel succes mee gehad in gevallen van vrouwelijke spionnen, die over de Belgische grenzen kwamen. Maar sommige vrouwen miss Mackwayte bijvoorbeeld schijnen meer weerstandsvermogen te hebben dan an deren Wij moesten een buitengewoon sterke behandeling van „The third de gree" ophaar toepassen, niet Slrang- wise?" Hij lachte spottend. „En jij zult wel niet veel gemakkelij ker zijn, veronderstel ik", voegde hij er bij. „Jullie, beesten", v iep Desmond, „maar wacht maar. je beurt zal wel komen!" „Maai- de jouwe eerst", grinnikte Bell» ward. „Ik denk wel, dat je ons werkelijk beesten zult vinden, wanneer we met je afgerekend hebben, jonge vriend!" Toen wendde hij zich tot Strangwise en vroeg „Waar is Minna?" „Bij het meisje." „Slaapt het meisje?" „Zij had het noodig", antwoordde hij, „geen oog dicht gedaan vier dagen en nachten lang. Ik zeg je. dat je een sterk gestel moet hebben om dat te kun nen uithouden!" zij zich niet mag onttrekken aan den moeilijken plicht, de financiën te her stellen. Hoewel deze algemeene beschouwin* gen in de Eerste Kamer bijna van het begin tot het einde op een bijzonder hoog peil stonden, en méér doorwrochte redevoeringen bracht dan de algemeene beschouwingen in de Tweede Kamerj was het toch begrijpelijk dat de replie ken die op de ministerieele antwoorden volgden slechts herhalingen waren. De heer v. Embden heeft nog eens uitvoerig zijn defensie-denkbeelden verdedigd. De heer v. Lanschot heeft het manifest der S.D.A.P. becritiseerd de beer Wibaut heeft nog eens op aanneming van zijn motie aangedrongen,, zijn afkeuring van de houding der Ned. Bank herhaald, en de resultaten van het financieel beleid als een veroordeeling. van 's Ministers politiek uiteengezet. De heer Dobbelman bleef aandrin gen op bescherming tegen valutaconcur- rentieen de heer Me n d e 1 s bleef een andere uitvoering der schoolpacificatie 'en een reorganisatie van den inwendigen staatsdienst prefereeren boven salaris- vermindering. Maar laatstgenoemde er kende dat de Minister van Financiën in elk geval klaar en duidelijk heeft gezegd waar het op stond. Men moge van dezen Hendrik zeggen wat men wil, een Hen drik de Vogelaar is hij niet. De algemeene beschouwingen zijn ge sloten. Heden wordt over de moties gestemd. «ECHTZAKEN. De Godshuizen te Middelburg instelling van weldadigheid? Zooals men zich wellicht zal herin neren heeft het gemeentebestuur van Middelburg verleden jaar geweigerd de Godshuizen te schrappen van de lijst van de instellingen van weldadigheid. Het bestuur der Godshuizen maakte toen van zijn recht gebruik om bij de rechtbank een eisch in te stellen, waar bij gevraagd werd te beslissen, dat de Godshuizen ten eerste niet zijn een in stelling van weldadigheid en ten tweede dat zij geen gemeentelijke instelling zijn. Nadat deze zaak den gewonen weg van iedere civiele procedure had door- loopen, werd Woensdag in deze zaak voor de rechtbank gepleit, waarbij de heer mr. J. F. van Deinse optrad voor de eischeres, zijnde het bestuur der Godshuizen, en de heer mr. J. J. Heyse, "voor de gedaagde, zijnde de gemeente Middelt) urg. Na de gebruikelijke formaliteiten ver zocht de heer mr. Van Deinse aan de rechtbank om den voorzitter der Gods huizen, den heer Herman Snijders, in de gelegenheid te stellen een histo risch overzicht van de Godshui zen te geven. De president, mr. Kro nenberg, gaf daarop het woord aan den heer Snijders. Deze begon met de rechtbank har telijk dank te zeggen voor de hem ge geven gelegenheid de geschiedenis uit een te zetten. Spr. heeft geaarzeld om voor een voor hem zoo vreemd audi torium te spreken, maar hij heeft toch besloten het te doen, omdat hij van de geschiedenis van de Godshuizen veel studie heeft gemaakt. Hij is daarbij tot de vaste overtuiging gekomen, dat de Godshuizen zijn geen gemeenteinstelling, en dat zij dit ook nooit zijn geweest en ook niet een instelling van welda digheid, en daarom hoopt spr dat zij geschrapt zullen worden van de lijst bedoeld bij art. 3 der Armenwet, waar op zij in 1859 reeds ten onrechte zijn geplaatst. Als mr. Heijse in punt 14 van zijn conclusie van dupliek zegt, dat het 'bestuur zich zelf zoo nu en dan deed suggereeren, dat hel geheel zelfstandig is, dan meent spr., dat de gemeente zich reeds jaren laat sugge reeren, dat de Godshuizen gemeente instellingen zijn. Als voorbeeld, dat dit onjuist is, noemt spr. het geval van enkele jaren geleden, toen het bestuur „Wel", zei Bellward, zich de handen wrijvend, „als we dan waarschijnlijk niet gestoord worden, zullen we maar eens beginnen, denk ik!" Hij deed een stap vooruil naar de plek, waai- Desmond met handen en voeten aan den stoel vastgebonden zat. Bell- ward's oogen waren groot en schitterend en toen Desmond wel wat zenuwachtig keek naar het gezicht van den man die hem naderde, werd hij getroffen door de dwingende kracht, die er van scheen uit te gaan Desmond boog hel hoofd om dien voortdurenden blik te ontwijken. Maar met een paar snelle stappen was Bell ward naast hem en knielde neer, zoodat hij zijn slachtoffer echt in het gelaat keek. Bellward's gezicht was zoo dicht bij, dat Desmond diens warmen adem op zijn wang voelde, terwijl die gloeiende oogen door zijn gesloten oogleden sche nen heen te boren en heimelijk zonder ophouden zijn blik naar zich toe trokken. Vastberaden hield Desmond het hoofd afgewend. Allerlei dwaze gedachten vlo gen hem door het hoofd, gedeelten van kinderversjes, tooneelen uit zijn diensttijd in Indië. herinneringen aan hel front, die hij zich met alle geweld voor den geest haalde om zijn aandacht af te leiden van die onmeedoogenlooze oogen die als twee zoeklichten op zijn gelaat gericht ware». wilde overgaan tot verkoop van het huis Langedelft H 6, genaamd „De Drie Hazewinden", dat in de 17de eeuw door Jan Matens, oud-burgemeester vanVlis- singen, aan de Godshuizen werd ver maakt met andere goederen onder be ding, dat hel nimmer mocht worden ver kocht. De gemeenteraad en ook Ged. Staten kwamen tegen het besluit tot verkoop op, maar de Kroon, bij wien het bestuur in beroep was gekomen, stond den verkoop toe Als mr. Heijse in punt 12 van zijn conclusie zegt, dat het niet de schuld is van gedaagde, dat eischeres de lessen der historie niet heeft verstaan, dan zegt spr.. dat hel bestuur die lessen heel wel verstaat, maar dat hel geen makkelijke studie is ze goed te be grijpen. In punt vier der conclusie van du pliek heet het, dat het niet afdoet, dat de vier, thans drie instellingen der Godshuizen, door hetzelfde bestuur wor den bestuurd, evenmin als voor den wereldoorlog Mecklenburg- Schwerin en Mecklenburg—Strelitz ophielden afzon derlijke stalen te zijn omdat zij dezelfde grondwet, of Zweden of Noorwegen, om dat zij denzelfden souverein hadden en dit reeds sinas 1812 het geval was, hoewel zij voor dien tijd door geen en kelen band, zelfs niet dien van eenzelfde bestuur, waren verbonden Spr. zegt, dat men altijd voorzichtig moei zijn rechtsbegrippen met elkaar te verwarren. En deze beide voorbeelden gaan, als vele, mank. In 1814 (niet 1812) kregen Noorwegen en Zweden een souverein, maar de Noren wilden dit alleen toestaan, als zij een eigen grond wet hadden. De Godshuizen hadden tot 1815 juist ieder op zichzelf gestaan en zijn toen één organisatie geworden onder het col lege van regenten. In punt 8 der conclusie wordt be toogd, dat de instellingen der Godshui zen inzonderheid het gasthuis, tijdelijk rechtstreeks door de stadsregeering wer den bestuurd en dus gemeentelijke in stellingen zijn. Spr. wijst er op, dat het St. Bar bara Gasthuis een oud-historische instel ling was, die destijds bestemd was voor passanten (vandaar de naam Gasthuis), voor hen, die er zich inkochten, voor zieken en ook voor weezen en verlaten kinderen. Het bestond zeker reeds in 1323, wellicht reeds in 1308, maar niet vast staat wie het stichtte, alleen dat het niet de gemeente was. .Wel wordt in de stukkeu meermalen gesproken van „,den edelmoedigen stichter", maar noch in het archief der Godshuizen, noch in dat van de gemeente is de naam te vinden. Ware het de gemeente geweést, er zou zeker in de stadsrekeningen daar over iels te vinden zijn. Trouwens liet was ook niet de geest des lijds, dat toen de stad zulk een instelling zou stichten; dit lag veeleer op den weg van broederschappen, gilden of particulieren. Steeds bleven schen kingen afzonderlijk vermogen van de Godshuizen. Spr. wijst op een werk van prof. Blok over de ziekenhuizen in Lei den, waarby hij spreekt van sterke con trole van gemeentewege en zoo is het ook hier. Een eeuw lang is alle toe zicht aan het gemeentebestuur onttrok ken geweest en dit had zeker niet ge kund, als het een gemeentelijke instel ling was. Toen legde een der gast- huismeesters alleen de rekening over aan zijn 3 mede-gasthuismeesteren. Na 1528 wordt de rekening ook aan het stadsbestuur afgelegd. Wel werden de bestuurders door het stadsbestuur be noemd, maar zij bestuurden de Gods huizen geheel afzonderlijk, al werd er telkens pressie op hun uitgeoefend door bestuur van stad en land, o. a. door gedfwongen inkwartiering van soldaten enz. Dit heeft zoo voortgeduurd tot 1812. Het schrijven van „Bijv. het Gasthuis" is een uitvlucht, want ieder der ge stichten hebben een afzonderlijke ge schiedenis Zoo is hel oude mannen- en vrou wenhuis vroeger armenziekenhuis oor spronkelijk gesticht in 1749 en daarna Bellward kon gemakkelijk Desmond bij de kin hebben genomen en zijn hoofd in de hoogte hebben geduwd totdat Des mond's oogen op gelijke hoogte met de; zijnen waren. Maar hij deed niets met geweld. Hij bleef in knielende houding zitten, het gezicht naar voren, zóó stil, dat Desmond gekweld werd door" hel ver langen heel even te kijken om te zien wat de hypnotiseur uitvoerde. Hij weerstond de verzoeking. Hij moest zijn oogen gesloten houden, hield hij zich zelf voor. Maar het verlangen werd groo- ter. versterkt door de aantrekkings kracht die van Bellward uitging en ten slotte bezweek Desmond. Hij opende zijn oogen om even een blik op Bellwara te werpen en zag dat de ander hem met starende, wijdgeopende oogen aankeek. En Desmond voelde, dat zijn weerstands vermogen minder werd. Hij trachtte zijn blik af te wenden; maar het was te laat. Die slangeuoogen hielden hem vast. Met iedere gedachte van zijn geest vocht hij tegen den invloed die langzaam, met onweerstaanbare kracht zijn brein overmeesterde Hij lachte, hij schreeuw de uitdagend legen Bellward en Strang wise, hij zong brokstukken van liedjes. Maar Bellward vertrok geen spier. Hij scheen in een soort trance te zijn, zoo bewegingloos was zijn lichaam, z.oo strak was zijn blik. De lichten in de kamer schenen te beheerd door de Nederd. Hervormde Diaconie, onder toezicht van ik® ma gistraat natuurlijk, van wien later meer malen geldelijken steun werd verkre gen In 1781 ontnam het stadsbestuur eigenmachtig het bestuur over de in stelling van diakenen-opzieners en droeg het op aan een commissie van 4 regen ten-Durgers benevens een lid van het stadsbestuur, met last aan diakenen, om aan deze commissie alles wat bet ge sticht betrof en daaraan behoorde, over te dragen. Doch op 13 Februari 1802 werd het bestuur en ook het financieele beheer weer overgedragen aan diake nen, tot 1812, toen tijdeus de Fransclie overheersching alle Godshuizen bijeen kwamen. De naam ziekenhuis voor dit gesticht leeft in den volksmond nog voort en men hoort nog menigmaal zeggen, dat een oude van dagen naar „bet zie- kenhuus" gaat. Ook het burgerweeshuis heeft een soortgelijke historie, aangezien dit in 1717 door het college van diakenen der Ned Herv. Diaconie met goedkeuring van den magistraat is geslicht, mede door uitvoering te geven aan den uiter sten wil van Lydia Boreys. die haar vermogen had venmaakt aan „Diaconie en Bouwmeesters van den gemeenen Duytschen armen", om daarvan binnen 2 jaren te doen bouwen een Burger weeshuis. Ook dit gesticht werd door het stadsbestuur in 1771 onder een be stuur van regenten gebracht en niemand minder dan mr. A. A. de Veer, thans wethouder van Middelburg, toentertijd raadslid, heeft hierop gewezen in de raadszitting van 6 Januari 1909. toen hij zeide „dat in 1770 het Burgerwees huis aan de Diakenen der Herv. ge meente is ontnomen." De toenmalige burgemeester wees er op, dat de destijds aan de orde zijnde reorganisatie kon geschieden zonder toe stemming van het gemeentebestuur In 1815 is bestendigd, wat door de I-ranschen was ingesteld en op 31 Dec. werd in een besluit van den Souvereinen vorst vastgelegd, dat alleen voor de Godshuizen.voor zoover deze van stads- of landswege eenig onderhoud egnieten" verplichtend voorgeschreven dat het „Plaatselijk Bestuur der gemeente de noodige benoeming zal doen voor het al gemeen bestuur dier Godshuizen; het geen van belang is in verband met hel sedert tal van jaren niet genieten van „eenig onderhoud" door de Godshuizen. Verder werd nog bepaald, dat bij va catures van regenten over de Godshui zen, welke een toelage van 's Lands of stadswege bekomen, dezelve door het Plaatselijke Bestuur uit een voor dracht van twee personen, geformeerd door het college bij hetwelk een vaca ture is, zullen vervuld worden. Oorspronkelijk werd dan ook hier ge sproken in de verordening van dubbel tallen door het bestuur voor te dragen, doch in 1907 werd, ondanks het krach tig en gemotiveerd protest van het toen malige bestuur der Godshuizen, door den raad maar in eens de verordening zoo danig gewijzigd, dat sindsdien het be stuur „bevoegd is" voor elke vacature een aanbeveling te doen. Dat ieder, die in een der gestichten wordt opgenomen moet betalen, bewijst mede, dat er geen sprake is van wel dadigheid. Uit eene uitvoerige corres pondentie in 1859—1860 tusschen Ged. Staten en het stadsbestuur gevoerd blijkt, dat dit laatste meent, dat de ge stichten alleen aan zijn toezicht onder worpen zijn. Toen men van de zijde der Rijksver zekeringsbank de gemeente als werkgeef ster wilde beschouwen, ten opzichte van het personeel der gestichten, zeide het gemeentebestuur geen werkgeefster te zijn ten opzichte van die personen, maar dat het bestuur der godshuizen dit is De tarieven zijn door het bestuur dit jaar nog verhoogd De machtsoverschrijding van de zijde der gemeente lokte steeds een zwak protest uit, dat af en toe ster ker werd. De eerste jaren na 1815 heeft het gemeentebestuur het regenten niet al te moeilijk gemaakt en konden deze verflauwen. Bellward's oogen gloeiden in het zachtroode schijnsel van de kamer. Desmond voelde een verlangen naar een hevigen schok, die de vreeselijke stilte van het huis zou verstoren. Zijn eigen slem klonk hem dof en gedempt in de ooren. Wat had het voor nut nog lan ger te worstelen? Hij kon het even goed opgeven Een luid gekraak en de smak van een deur klonk door het huis. De kamer dreunde. Het lawaai bracht Desmond weer tot bewustzijn en op hetzelfde oogenblik brak de keten die hem aan Bellward bond. Want Bellward sprong op en hief het hoofd op. Strangwise vloog naar de deur. Toen hoorde Des- mond, dat de deur opengesmeten werd, er klonk een luide knal, gevolgd door een tweeden, en Bellward plofte voor over op zijn knieën met een doffen snik. Daar Desmond met zijn rug naar de deur gekeerd zal, kon hij niets zien van wat er gebeurde, maar er moest een hevig gevecht zijn. want hij hoorde het vallen van glas en van een meubelstuk, dat omvergeworpen werd Toen plotseling scheen de kamer vol menschen. De touwen waarmee zijn han den en voeten gebonden waren vielen op deü grond. „Buzzer". Barling stond naast hem. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 5