iiÉinrpln tal
FEUILLETON.
De onzichtbare hand.
BIJVOEGSEL
fPAN DB
nm
Vrijdag 2 Mei 1924, No. 104.
KAMEBOTERZICOT.
Eerste Kamer.
Zitting van Donderdag.
Toen Minister C o 1 ij n gister het
tweede deel van zijn lange antwoord-
rede had beëindigd, werd hij van ver
schillende zijde gelulcgewenscht. Het was
ook een krachtige rede, die meer be-
teekenis had dan die van den Minister
president.
Belangrijk was o.a. wat hij opmerkte
over de nooduitkeering aan de
meenten. Er zijn z. i. wel argumenten
voor een algemeene regeling van de
uitkeering aan de gemeenten, maar niet
voor een nooduitkeering voor één jaar,
omdat elke maatstaf voorhet bedrag
dat elke gemeente zou moeten krijgen,
ontbreekt.
Overigens heeft het rijk de gemeenten
reeds in vele opzichten verlicht De fi
nanciering der kasvoorschotten kost den
staat f 4 millioen per jaar. Ook de uit-
keeringen krachtens de onderwijswet aan
de gemeenten verlichten haar lasten.
Amsterdam ontvangt ongeveer f 5 mil
lioen meer per jaar voor zijn onderwijs
uitgaven dan vroeger, krachtens de wet
van 1920. Zeker moet Rijk zich aan
steun niet onttrekken, als een gemeente
op den rand van het faillissement komt,
maar de motie-Wibaut zou door spr. niet
kunnen worden uitgevoerd indien ze hier
een meerderheid mocht vinden.
Ten opzichte van het financieel
beheer constateerde de Minister dat
er over het doel der regeering geen ver
schil bestaat.
De regeering wil een sluitend budget
en daarna zoo mogelijk verlaging der be
lastingen. Dat wil iedereen. Maar de
critiek van den heer Wibaut ging tegen
het tempo. Als er iets is, wat spr. ver
wondert, is het die critiek. Spreker had
zich kunnen bergrijpen, dat iederen mor
gen een van de 150 Kamerleden op zijn
departement was gekomen om hem in
de lendenen te porren en te roepen
maak toch voort! Maar dat men roept:
zachtjes aan, we hebben den tijd! dat is
spr. volmaakt een raadsel. Want als al
les gevonden en gedaan is, wat in spre
kers dekkingsplan ligt, dan is men er
nog niet. Dan moet men voor 1926 nog
vinden f 30 millioen. Aan vlottende
schuld is nog te consolideeren f 115 a
120 millioen. Daarin zit van het tekort
over dit dienstjaar een derde deel. Voor
1924 moet gerekend worden op een te
kort van f 40 millioen. Dan dient ge
rekend op verhoogingen van Hoofdstuk
iVII A; een tekort van f 12 millioen op de
Invaliditeitsverzekering. Spr. komt dus
tot ongeveer f 175 millioen, die op den
gewonen dienst moet worden gedekt.
Alles bij elkaar komt spreker tot f 300 a
f 350 millioen, waarvoor geleend moet
worden a 6 pel. Daardoor komt men,
met de aflossing voor 1926 tot een ver
hooging van den gewonen dienst van
f 30 millioen. Daarbij komt nog de taak,
voor een nieuw kabinet om af te schrij
ven van de f 700 millioen, die geleend
zijn voor den woningbouw. Het nieuwe
Kabinet dat in 1925 zal optreden, zal
niet op rozen gaan. Hoe hel dan bij een
verstandig man als den heer Wibaut kon
ppkomen zulk een raad te geven, is
spr. een volkomen psychologisch raadsel
Het ware veeleer in het belang van de
Door DOUGLAS VALENTLNE.
(Schrijver van De man met den
Klompvoet).
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
61).
Bellward lachte grimmig.
„Het is een combinatie", legde hij uit
met groote welbespraaktheid van dien
uitersten vorm van kruisverhoor, dien
de Amerikanen „The third degree"
noemen, een van hypnotische behande
ling. Sommige menschen zijn, zooals je
ongetwijfeld opgemerkt zult hebben, min
der gevoelig voor hypnotische invloeden
dan anderen Een zeer sterke behan
deling van The third degree en gebrek
aan slaap maken zulke weerbarstige na
turen buitengewoon gevoelig voor mag-
3etische behanoeling. Die maakt den bo
em als hel ware ervoor klaar!"
Bellward hoestte en keek naar Des-
mond over zijn schildpad-omranden bril,
Verhoor ouder pijnigen dat in Ame
rika wordt toegepast om een beschuldig
de. tot bekentenis te brengen.
aaak als ieder op de noodzakelijkheid
van spoed de aandacht vestigde.
Ten opzichte van de salariskwestie
vereenigde de Minister zich met de op
merking van prof. Blom in „De Gids":
„Een regeering die de "bezoldigingsbe
sluiten handhaaft, verdient te worden
gehangen, een die het daarbij laat en
niet verder gaat, verdient te worden
gevierendeeld." Spr. is het hiermede van
A tot Z eens. (Vroolijkheid).
De heer Mendels zeide den vorigen
dag „Uw Christelijk beginsel eischt, dat
het aan de ambtenaren gegeven woord
gehouden wordt."
Maar de Minister achtte het nog hoo-
ger eisch, uit het Christelijk beginsel
voortvloeiend, dat men, als men gezon
digd heeft, ook schuld belijden moet en
dal als men een belofte gegeven heeft,
die rampspoed brengt over het Neder-
landsehe volk, men eenvoudig daarop
terug moet komen. De heer Mendjels
had moeten aantoonen, dal menaijn
woord had kunnen houden zonder ramp
spoed te brengen over het Nederlandsche
volk.
Bij hel onderhandelen met de Cen
trale Oommissie van Overleg is echter
van de zijde der commissie de voorwaar
de gesteld, dat art. 40 niet mocht wor
den ingetrokken.
Minister Heemskerk De eisch
werd nog spherper gesteld, dat afge
zien van art. 40 de regeering nooil een-
zydig de salarissen zou mogen verlagen.
Minister C o 1 ij n ging daarna verder
met de ontwapeningsdenkbeelden. Zelfs
bij algehcele ontwapening zou men niet
meer dan 50 millioen bezuinigen. Maar
ook onder een politie-leger als de heer
v. Embden en de soc.-democraten willen,
is nog een 20 millioen noodig.
Een denkbeeld, om de financieele de
serteurs in de belasting te doen bijdra
gen door van him erfgenamen successie
belasting te heffen, is in onderzoek, doch
het is niet gemakkelijk die belasting te
verhalen. Vooreerst weet men niet steeds,
of zulk een persoon in het buitenland
gestorven is en bovendien wonen de
erfgenamen vaak in het buitenland, en
welk middel heeft men dan om die be
lastingen op hen te verhalen Onder
deze „deserteurs" zijn echter ook ver
jaagden. Het beste middel om die ver
jaagden in ons land te brengen is ver
laging der belastingen. Kan dan de on
dernemerswinstbelasting van den heer
Wibaut baat brengen De heer Wibaut
wil een progressieve winstbelasting voor
de naamlooze vennootschappen. Deze is
van spr. niet te verwachten. Dit zou
leiden tot een dubbele progressie. Wel
valt te spreken over de vervanging van
de dividend- en tantièmebelasling door
een proportioneele winstbelasting. Maar
men moet daarvan geen inkomsten van
groote betoekenis verwachten, al zou
den enkele knoeierijen er door worden
tegengegaan. En men zou het enorme
voordeel prijsgeven, dat de inning der
dividend- en tantièmebelasting zoo een
voudig is.
Voorts verzekerde de Minister, dat het
algemeen karakter van de tariefherzie
ning fiscaal zal zijn. De regeering is
ook niet bereid om een machtigingswet
uit te lokken, om bij ministerieel de
creet tot invoerverboden over te gaan.
Ten slotte stelde de Minister in het
licht, dat het kabinet prijs stelt op steun
uit breeden kring, want om de bezuini
ging te doen slagen, moet men op den
volksgeest appelleeren. Moet dit beroep
op oppositioneele groepen er echter toe
leiden dat men eigen karakter prijsgeeft?
Op de oppositie wordt geen beroep ge
daan voor partijwenschen, maar voor
een nationale taak van de eerste orde.
Het werk, dat moet worden gedaan, moet
voor later de mogelijkheid scheppen van
een gezonde, krachtige politiek. Dat het
kabinet van Ramsay Mac Donald' in En
geland thans kan doen wat het doet, is
te danken aan het feit, dat daaraan zijn
voorafgegaan de kabinetten van Bonar
Law en Baldwin, en aan het comité-
Geddes. dat de financiën in orde heeft
gebracht.
En tol de rechterzijde zeide spr., dat
dien hij weer had opgezet.
,.De methode heeft de beste resultaten
gehad, wanneer zij op vrouwen wordt
toegepast", hernam hij, „onze medewer
kers in Holland hebben er veel succes
mee gehad in gevallen van vrouwelijke
spionnen, die over de Belgische grenzen
kwamen. Maar sommige vrouwen miss
Mackwayte bijvoorbeeld schijnen meer
weerstandsvermogen te hebben dan an
deren Wij moesten een buitengewoon
sterke behandeling van „The third de
gree" ophaar toepassen, niet Slrang-
wise?"
Hij lachte spottend.
„En jij zult wel niet veel gemakkelij
ker zijn, veronderstel ik", voegde hij er
bij.
„Jullie, beesten", v iep Desmond, „maar
wacht maar. je beurt zal wel komen!"
„Maai- de jouwe eerst", grinnikte Bell»
ward. „Ik denk wel, dat je ons werkelijk
beesten zult vinden, wanneer we met je
afgerekend hebben, jonge vriend!"
Toen wendde hij zich tot Strangwise en
vroeg
„Waar is Minna?"
„Bij het meisje."
„Slaapt het meisje?"
„Zij had het noodig", antwoordde hij,
„geen oog dicht gedaan vier dagen en
nachten lang. Ik zeg je. dat je een
sterk gestel moet hebben om dat te kun
nen uithouden!"
zij zich niet mag onttrekken aan den
moeilijken plicht, de financiën te her
stellen.
Hoewel deze algemeene beschouwin*
gen in de Eerste Kamer bijna van het
begin tot het einde op een bijzonder
hoog peil stonden, en méér doorwrochte
redevoeringen bracht dan de algemeene
beschouwingen in de Tweede Kamerj
was het toch begrijpelijk dat de replie
ken die op de ministerieele antwoorden
volgden slechts herhalingen waren.
De heer v. Embden heeft nog
eens uitvoerig zijn defensie-denkbeelden
verdedigd. De heer v. Lanschot heeft
het manifest der S.D.A.P. becritiseerd
de beer Wibaut heeft nog eens op
aanneming van zijn motie aangedrongen,,
zijn afkeuring van de houding der Ned.
Bank herhaald, en de resultaten van het
financieel beleid als een veroordeeling.
van 's Ministers politiek uiteengezet.
De heer Dobbelman bleef aandrin
gen op bescherming tegen valutaconcur-
rentieen de heer Me n d e 1 s bleef een
andere uitvoering der schoolpacificatie
'en een reorganisatie van den inwendigen
staatsdienst prefereeren boven salaris-
vermindering. Maar laatstgenoemde er
kende dat de Minister van Financiën in
elk geval klaar en duidelijk heeft gezegd
waar het op stond. Men moge van dezen
Hendrik zeggen wat men wil, een Hen
drik de Vogelaar is hij niet.
De algemeene beschouwingen zijn ge
sloten.
Heden wordt over de moties gestemd.
«ECHTZAKEN.
De Godshuizen te Middelburg
instelling van weldadigheid?
Zooals men zich wellicht zal herin
neren heeft het gemeentebestuur van
Middelburg verleden jaar geweigerd de
Godshuizen te schrappen van de lijst
van de instellingen van weldadigheid.
Het bestuur der Godshuizen maakte
toen van zijn recht gebruik om bij de
rechtbank een eisch in te stellen, waar
bij gevraagd werd te beslissen, dat de
Godshuizen ten eerste niet zijn een in
stelling van weldadigheid en ten tweede
dat zij geen gemeentelijke instelling zijn.
Nadat deze zaak den gewonen weg
van iedere civiele procedure had door-
loopen, werd Woensdag in deze zaak
voor de rechtbank gepleit, waarbij de
heer mr. J. F. van Deinse optrad voor
de eischeres, zijnde het bestuur der
Godshuizen, en de heer mr. J. J. Heyse,
"voor de gedaagde, zijnde de gemeente
Middelt) urg.
Na de gebruikelijke formaliteiten ver
zocht de heer mr. Van Deinse aan de
rechtbank om den voorzitter der Gods
huizen, den heer Herman Snijders, in
de gelegenheid te stellen een histo
risch overzicht van de Godshui
zen te geven. De president, mr. Kro
nenberg, gaf daarop het woord aan den
heer Snijders.
Deze begon met de rechtbank har
telijk dank te zeggen voor de hem ge
geven gelegenheid de geschiedenis uit
een te zetten. Spr. heeft geaarzeld om
voor een voor hem zoo vreemd audi
torium te spreken, maar hij heeft toch
besloten het te doen, omdat hij van de
geschiedenis van de Godshuizen veel
studie heeft gemaakt. Hij is daarbij tot
de vaste overtuiging gekomen, dat de
Godshuizen zijn geen gemeenteinstelling,
en dat zij dit ook nooit zijn geweest
en ook niet een instelling van welda
digheid, en daarom hoopt spr dat zij
geschrapt zullen worden van de lijst
bedoeld bij art. 3 der Armenwet, waar
op zij in 1859 reeds ten onrechte zijn
geplaatst. Als mr. Heijse in punt 14
van zijn conclusie van dupliek zegt, dat
het 'bestuur zich zelf zoo nu en dan
deed suggereeren, dat hel geheel
zelfstandig is, dan meent spr., dat de
gemeente zich reeds jaren laat sugge
reeren, dat de Godshuizen gemeente
instellingen zijn. Als voorbeeld, dat dit
onjuist is, noemt spr. het geval van
enkele jaren geleden, toen het bestuur
„Wel", zei Bellward, zich de handen
wrijvend, „als we dan waarschijnlijk niet
gestoord worden, zullen we maar eens
beginnen, denk ik!"
Hij deed een stap vooruil naar de plek,
waai- Desmond met handen en voeten
aan den stoel vastgebonden zat. Bell-
ward's oogen waren groot en schitterend
en toen Desmond wel wat zenuwachtig
keek naar het gezicht van den man die
hem naderde, werd hij getroffen door de
dwingende kracht, die er van scheen uit
te gaan
Desmond boog hel hoofd om dien
voortdurenden blik te ontwijken. Maar
met een paar snelle stappen was Bell
ward naast hem en knielde neer, zoodat
hij zijn slachtoffer echt in het gelaat
keek. Bellward's gezicht was zoo dicht
bij, dat Desmond diens warmen adem op
zijn wang voelde, terwijl die gloeiende
oogen door zijn gesloten oogleden sche
nen heen te boren en heimelijk zonder
ophouden zijn blik naar zich toe trokken.
Vastberaden hield Desmond het hoofd
afgewend. Allerlei dwaze gedachten vlo
gen hem door het hoofd, gedeelten van
kinderversjes, tooneelen uit zijn diensttijd
in Indië. herinneringen aan hel front, die
hij zich met alle geweld voor den geest
haalde om zijn aandacht af te leiden
van die onmeedoogenlooze oogen die als
twee zoeklichten op zijn gelaat gericht
ware».
wilde overgaan tot verkoop van het
huis Langedelft H 6, genaamd „De Drie
Hazewinden", dat in de 17de eeuw door
Jan Matens, oud-burgemeester vanVlis-
singen, aan de Godshuizen werd ver
maakt met andere goederen onder be
ding, dat hel nimmer mocht worden ver
kocht. De gemeenteraad en ook Ged.
Staten kwamen tegen het besluit tot
verkoop op, maar de Kroon, bij wien
het bestuur in beroep was gekomen,
stond den verkoop toe
Als mr. Heijse in punt 12 van zijn
conclusie zegt, dat het niet de schuld
is van gedaagde, dat eischeres de lessen
der historie niet heeft verstaan, dan
zegt spr.. dat hel bestuur die lessen
heel wel verstaat, maar dat hel geen
makkelijke studie is ze goed te be
grijpen.
In punt vier der conclusie van du
pliek heet het, dat het niet afdoet,
dat de vier, thans drie instellingen der
Godshuizen, door hetzelfde bestuur wor
den bestuurd, evenmin als voor den
wereldoorlog Mecklenburg- Schwerin en
Mecklenburg—Strelitz ophielden afzon
derlijke stalen te zijn omdat zij dezelfde
grondwet, of Zweden of Noorwegen, om
dat zij denzelfden souverein hadden en
dit reeds sinas 1812 het geval was,
hoewel zij voor dien tijd door geen en
kelen band, zelfs niet dien van eenzelfde
bestuur, waren verbonden
Spr. zegt, dat men altijd voorzichtig
moei zijn rechtsbegrippen met elkaar te
verwarren. En deze beide voorbeelden
gaan, als vele, mank. In 1814 (niet
1812) kregen Noorwegen en Zweden een
souverein, maar de Noren wilden dit
alleen toestaan, als zij een eigen grond
wet hadden.
De Godshuizen hadden tot 1815 juist
ieder op zichzelf gestaan en zijn toen
één organisatie geworden onder het col
lege van regenten.
In punt 8 der conclusie wordt be
toogd, dat de instellingen der Godshui
zen inzonderheid het gasthuis, tijdelijk
rechtstreeks door de stadsregeering wer
den bestuurd en dus gemeentelijke in
stellingen zijn.
Spr. wijst er op, dat het St. Bar
bara Gasthuis een oud-historische instel
ling was, die destijds bestemd was voor
passanten (vandaar de naam Gasthuis),
voor hen, die er zich inkochten, voor
zieken en ook voor weezen en verlaten
kinderen. Het bestond zeker reeds in
1323, wellicht reeds in 1308, maar niet
vast staat wie het stichtte, alleen dat
het niet de gemeente was. .Wel wordt
in de stukkeu meermalen gesproken van
„,den edelmoedigen stichter", maar noch
in het archief der Godshuizen, noch in
dat van de gemeente is de naam te
vinden. Ware het de gemeente geweést,
er zou zeker in de stadsrekeningen daar
over iels te vinden zijn.
Trouwens liet was ook niet de geest
des lijds, dat toen de stad zulk een
instelling zou stichten; dit lag veeleer
op den weg van broederschappen, gilden
of particulieren. Steeds bleven schen
kingen afzonderlijk vermogen van de
Godshuizen. Spr. wijst op een werk van
prof. Blok over de ziekenhuizen in Lei
den, waarby hij spreekt van sterke con
trole van gemeentewege en zoo is het
ook hier. Een eeuw lang is alle toe
zicht aan het gemeentebestuur onttrok
ken geweest en dit had zeker niet ge
kund, als het een gemeentelijke instel
ling was. Toen legde een der gast-
huismeesters alleen de rekening over
aan zijn 3 mede-gasthuismeesteren. Na
1528 wordt de rekening ook aan het
stadsbestuur afgelegd. Wel werden de
bestuurders door het stadsbestuur be
noemd, maar zij bestuurden de Gods
huizen geheel afzonderlijk, al werd er
telkens pressie op hun uitgeoefend door
bestuur van stad en land, o. a. door
gedfwongen inkwartiering van soldaten
enz. Dit heeft zoo voortgeduurd tot 1812.
Het schrijven van „Bijv. het Gasthuis"
is een uitvlucht, want ieder der ge
stichten hebben een afzonderlijke ge
schiedenis
Zoo is hel oude mannen- en vrou
wenhuis vroeger armenziekenhuis oor
spronkelijk gesticht in 1749 en daarna
Bellward kon gemakkelijk Desmond bij
de kin hebben genomen en zijn hoofd in
de hoogte hebben geduwd totdat Des
mond's oogen op gelijke hoogte met de;
zijnen waren. Maar hij deed niets met
geweld. Hij bleef in knielende houding
zitten, het gezicht naar voren, zóó stil,
dat Desmond gekweld werd door" hel ver
langen heel even te kijken om te zien
wat de hypnotiseur uitvoerde.
Hij weerstond de verzoeking. Hij moest
zijn oogen gesloten houden, hield hij zich
zelf voor. Maar het verlangen werd groo-
ter. versterkt door de aantrekkings
kracht die van Bellward uitging en ten
slotte bezweek Desmond. Hij opende zijn
oogen om even een blik op Bellwara te
werpen en zag dat de ander hem met
starende, wijdgeopende oogen aankeek.
En Desmond voelde, dat zijn weerstands
vermogen minder werd. Hij trachtte zijn
blik af te wenden; maar het was te laat.
Die slangeuoogen hielden hem vast.
Met iedere gedachte van zijn geest
vocht hij tegen den invloed die langzaam,
met onweerstaanbare kracht zijn brein
overmeesterde Hij lachte, hij schreeuw
de uitdagend legen Bellward en Strang
wise, hij zong brokstukken van liedjes.
Maar Bellward vertrok geen spier. Hij
scheen in een soort trance te zijn, zoo
bewegingloos was zijn lichaam, z.oo strak
was zijn blik.
De lichten in de kamer schenen te
beheerd door de Nederd. Hervormde
Diaconie, onder toezicht van ik® ma
gistraat natuurlijk, van wien later meer
malen geldelijken steun werd verkre
gen In 1781 ontnam het stadsbestuur
eigenmachtig het bestuur over de in
stelling van diakenen-opzieners en droeg
het op aan een commissie van 4 regen
ten-Durgers benevens een lid van het
stadsbestuur, met last aan diakenen, om
aan deze commissie alles wat bet ge
sticht betrof en daaraan behoorde, over
te dragen. Doch op 13 Februari 1802
werd het bestuur en ook het financieele
beheer weer overgedragen aan diake
nen, tot 1812, toen tijdeus de Fransclie
overheersching alle Godshuizen bijeen
kwamen. De naam ziekenhuis voor dit
gesticht leeft in den volksmond nog voort
en men hoort nog menigmaal zeggen,
dat een oude van dagen naar „bet zie-
kenhuus" gaat.
Ook het burgerweeshuis heeft een
soortgelijke historie, aangezien dit in
1717 door het college van diakenen der
Ned Herv. Diaconie met goedkeuring
van den magistraat is geslicht, mede
door uitvoering te geven aan den uiter
sten wil van Lydia Boreys. die haar
vermogen had venmaakt aan „Diaconie
en Bouwmeesters van den gemeenen
Duytschen armen", om daarvan binnen
2 jaren te doen bouwen een Burger
weeshuis. Ook dit gesticht werd door
het stadsbestuur in 1771 onder een be
stuur van regenten gebracht en niemand
minder dan mr. A. A. de Veer, thans
wethouder van Middelburg, toentertijd
raadslid, heeft hierop gewezen in de
raadszitting van 6 Januari 1909. toen
hij zeide „dat in 1770 het Burgerwees
huis aan de Diakenen der Herv. ge
meente is ontnomen."
De toenmalige burgemeester wees er
op, dat de destijds aan de orde zijnde
reorganisatie kon geschieden zonder toe
stemming van het gemeentebestuur
In 1815 is bestendigd, wat door de
I-ranschen was ingesteld en op 31 Dec.
werd in een besluit van den Souvereinen
vorst vastgelegd, dat alleen voor de
Godshuizen.voor zoover deze van stads-
of landswege eenig onderhoud egnieten"
verplichtend voorgeschreven dat het
„Plaatselijk Bestuur der gemeente de
noodige benoeming zal doen voor het al
gemeen bestuur dier Godshuizen; het
geen van belang is in verband met hel
sedert tal van jaren niet genieten van
„eenig onderhoud" door de Godshuizen.
Verder werd nog bepaald, dat bij va
catures van regenten over de Godshui
zen, welke een toelage van 's Lands
of stadswege bekomen, dezelve door het
Plaatselijke Bestuur uit een voor
dracht van twee personen, geformeerd
door het college bij hetwelk een vaca
ture is, zullen vervuld worden.
Oorspronkelijk werd dan ook hier ge
sproken in de verordening van dubbel
tallen door het bestuur voor te dragen,
doch in 1907 werd, ondanks het krach
tig en gemotiveerd protest van het toen
malige bestuur der Godshuizen, door den
raad maar in eens de verordening zoo
danig gewijzigd, dat sindsdien het be
stuur „bevoegd is" voor elke vacature
een aanbeveling te doen.
Dat ieder, die in een der gestichten
wordt opgenomen moet betalen, bewijst
mede, dat er geen sprake is van wel
dadigheid. Uit eene uitvoerige corres
pondentie in 1859—1860 tusschen Ged.
Staten en het stadsbestuur gevoerd
blijkt, dat dit laatste meent, dat de ge
stichten alleen aan zijn toezicht onder
worpen zijn.
Toen men van de zijde der Rijksver
zekeringsbank de gemeente als werkgeef
ster wilde beschouwen, ten opzichte van
het personeel der gestichten, zeide het
gemeentebestuur geen werkgeefster te
zijn ten opzichte van die personen, maar
dat het bestuur der godshuizen dit is
De tarieven zijn door het bestuur dit jaar
nog verhoogd De machtsoverschrijding
van de zijde der gemeente lokte steeds
een zwak protest uit, dat af en toe ster
ker werd. De eerste jaren na 1815 heeft
het gemeentebestuur het regenten niet
al te moeilijk gemaakt en konden deze
verflauwen. Bellward's oogen gloeiden in
het zachtroode schijnsel van de kamer.
Desmond voelde een verlangen naar een
hevigen schok, die de vreeselijke stilte
van het huis zou verstoren. Zijn eigen
slem klonk hem dof en gedempt in de
ooren. Wat had het voor nut nog lan
ger te worstelen? Hij kon het even goed
opgeven
Een luid gekraak en de smak van een
deur klonk door het huis. De kamer
dreunde. Het lawaai bracht Desmond
weer tot bewustzijn en op hetzelfde
oogenblik brak de keten die hem aan
Bellward bond. Want Bellward sprong
op en hief het hoofd op. Strangwise
vloog naar de deur. Toen hoorde Des-
mond, dat de deur opengesmeten werd,
er klonk een luide knal, gevolgd door
een tweeden, en Bellward plofte voor
over op zijn knieën met een doffen snik.
Daar Desmond met zijn rug naar de deur
gekeerd zal, kon hij niets zien van wat
er gebeurde, maar er moest een hevig
gevecht zijn. want hij hoorde het vallen
van glas en van een meubelstuk, dat
omvergeworpen werd
Toen plotseling scheen de kamer vol
menschen. De touwen waarmee zijn han
den en voeten gebonden waren vielen
op deü grond. „Buzzer". Barling stond
naast hem.
(Wordt vervolgd.)