plicht is. De overtreders zijn vreemde lingen, die op bezoek gingen naar ver schillende plaatsen in Brabant en niet wisten, dat voor enkele ritten in alle gemeenten vrijkaarten te krijgen zijn <N. R. Crt.) De overwegen der spoorwegen. Door de Nederlaudsche Spoorwegen zullen naar men aan de „Maasb." meldt, op alle overwegboomen twee roodge kleurde glazenreflectoren worden aange bracht en wel op een onderlingen af stand van 1 meter in het midden van den boom, zulks tot veiligheid van het verkeer. Indische Stoom v aartl ij nen. Samariuda, p. 27 April Sagres, Bata via n. Rotterdam Nias, p. 28 April Duugeness,, Amster dam, n. Batavia. Rondo, 29 April v. Port Said, Bata via n Amsterdam. Rembrandt, 28 April v. Suez., Amster dam, n. Batavia." Vondel, 28 April v Sabang, Batavia n. Amsterdam. Johan de Witt, 29 April v. Southamp ton, Amsterdam, n. Batavia. Jan Pieterszoen Coen, 28 April v. Port Said, Batavia n. Amsterdam. Ivedoe, m.b. p. 29 April Gibraltar, Batavia n. Rotterdam. Tjerimai28 April n m. 5 u. v. Mar seille, Batavia n. Rotterdam. Modjokerto ,p. 30 April Point de Galle, Batavia naar Rotterdam. Prinses Juliana 29 April te SabangJ Amsterdamn aar Batavia. Soerakarta p. 29 April n.m. 7 u. 50 m. Ouessant, Batavia naar Rotterdam. Slamat, 29 April n.m. 4 u. van Mar seille, Rotterdam naar Batavia. Salawati 29 April van Genua, Amster dam naar Java. Jacatra, 29 April v. Port Said, Batavia naar Rotterdam. Bandoeng, 30 April n.m. van Rotter dam naar Java ,via Antwerpen. Venezuela 30 April te Havre ,W.-Indië naar Amsterdam. Poseidon, 30 April van Havre, West- Indiê naar Amsterdam. Calcutta ,29 April te Sabang van Am sterdam. Batoe 29 April v. Djeddah, Java naar Amsterdam. Riouw p. 28 April Sagres, Batavia n. tavia naar Amsterdam. Saleier, 29 April van Singapore, Ba- Amsterdam. Stoomvaartlijnen op Noord- Am e r i k a. Nieuw Amsterdam, 29 April v.m. te Rotterdam v. New York. Volendam, 28 April v New Orleans n. Rotterdam. Spaarndam, 29 April v.m. 8 u. 35 m. 49 mijl West van Boulogne, New Orleans n. Rotterdam Maasdam, 28 April te Havana, New Orleans n. Rotterdam. Edam, 26 April te Havana. Rotterdam n. New Orleans. Drechtdijk 29 Apri Ite Londen, Pacific- kust n. Rotterdam. Veendam 29 April n.m. 11 u. 45 m. v, Rotterdam naar New-York. Bilderdijk 29 April v.m. 8 u. 41 m., 180 mijl Zuid v. Valentie, Rotterdam n. Boston. Blommersdijk, p. 29 April n.m Sable Island -Rotterdam naar New-York. BUITENLAND LONDENSCHE BRIEVEN. Van onzen Londendschen Correspondent. De Britsche Rijkstentoonstelling. Londen, 25 April 1924. Indien ik mijn lezers in een serie brieven een indruk wil geven van de be- teekenis van de Britsche Rijkstentoonstel ling te Wembley, bij Londen, en een overzicht van wat ze te zien geeft, dan Het moest wel zoowat het uur zijn waar op in oorlogstijd de blinden gesloten moesten worden, dacht hij, want in de meeste huizen was alles al dicht. Hier en daar vertoonde zich echter nog een lang werpig vierkante plek geelachtig licht, scherp afstekend tegen de zwarte mas sa van de huizen bovenop den heuvel. De gordijnen van zijn slaapkamer in 't huis van mevr. Viljohn-Smythe waren nog niet dicht en het licht boven het bed brandde nog helder. Het fluiten bleef doorgaan met nu en dan een pauze, alsof de persoon die het deed aan het werk was. En toen zag hij (plotseling, dat kanonnier Barling, die iets in zijn eene hand hield en met de andere heftig aan 't wijven was, in de verlichte strook tusschen het raam en het bed liep. Desmond hart sprong op van vreugde. Nu was hulp dicht bij. Machinaal pro beerde hij zijn hand op te heffen om het raam te openen, maar een afschuwelijke stekende pijn herinnerde hem aan de touwen om zijn arm. Snel overlegde hij, wat hij kon doen om de aandacht van den soldaat aan den overkant te trek ken. Wat hij ook deed, hij moest het gauw doen; want het feit, dat de men- schen hun ramen begonnen te sluiten, bewees hem, dat het bij half zeven moest zijn, en ongeveer om zeven uur ging Barling gewoonlijk, na alles voor kan ik dunkt mij niet beter begin nen dan met een beschrijving van de openingsplechtigheid, welke nu twee dagen geleden heeft plaats gehad. Want die plechtigheid welke het goede be gin was, dat het halve werk heet stelde in haar opzet en haar verloop met treffende en waardige kracht het doel van deze tentoonstelling voor oogen. Vreemd genoeg was de eerste indruk; welke men van deze openingsscène kreeg zooals ze werd opgevoerd in dat reusach tige s tadion (dat een van de blijvende monumenten van deze tentoonstelling is) er een van afzondering; vreemd, wijl een honderdduizendtal menschen, saam- gepakt op de hellingen van zitplaatsen van hel amphitheater, op de plechtigheid neerzagen. Toch verkeerde deze massa in een staat van afzondering; er was niets dat de aandacht kou afleiden van de gereglementeerde schittering van dit looneel ,dat op het rijke gras van het sportpark in scène was gezet met die wonderlijke kunstvaardigheid, waarvan de Britten, die koninklijke functies or- ganiseeren, het geheim bezitten. Binnen de poorten van het stadion vindt men op Wembley de eenige plek, aar niets van de tentoonstelling is te zien, geen topje van de hoogste minaret geen glimp van den meest verheven koepel. Oog en geest volgden het cere monieel met dezelfde gespannen aan dacht als waarmede men de stooten zou volgen van een biljartwedstrijd, gespeeld op het groene laken onder den beneden- waartschen glans der lampen. En als in zulk een biljartwedstrijd volgden de ver richtingen van den meesterspeler (een of anderen genialen ceremoniemeester van het Koninklijk Huis) elkaar op in de pre- ciese volgorde van den schoonen opzet. De ochtend was grijs en kil en ongunstig voor verblindende kleureffecten. Buiten stonden de sneeuwwitte paviljoens, de Oostersche droomsteden in nevel. Bin nen volgden wij met zijn honderdduizen den dit ceremonieel ,dit tooneel van sobere groolschheid. Links van ons, aan het eene einde van de arena, rees op zichtig, scharlaken en verguld, het ko ninklijke paviljoen op; een omvangrijk stuk met twee lange vleugels aan iederen kant van de twee hooge tronen van ver guldsel en purper. De twee tronen wer den bekroond door wel ge verwacht niet anders.... door een groote kroon. Onder die kroon ontwaarde ik iets, dat dat ik aanvankelijk niet thuis kon bren gen, iets dat geleek op twee donkere open ramen. Later begreep ik, dat het de uitmondingen waren van de „luidspre kers", welke straks 's Konings stem verstaanbaar zouden maken voor allen, die in het stadion aanwezig waren. Aan het andere einde van de arena stond een groot koor opgesteld, honder den zangers in witte gewaden, van de koninklijke kapellen en de groote ker ken van Londen. Tusschen de witte zan gers in een helle spat kleur, van de mili taire muzikanten in hun prachtige uni formen. De rest van het beeld was grijs en groen, grijs van de hellingen men sehen op de tribunes groen van het stadiongras op het ovale veld. En onder de koninklijke loge was een bed van bloemen purperen asters en witte bloe men. welke ik ook met een kijker gewa pend niet kon thuisbrengen. Het groote uur naderde. Het ruime paviljoen liep vol van waardigheidsbe kleders in groote verscheidenheid, aan gekondigd door gepluimde heeren met statie-zwaarden. Daar kwamen zij am bassadeurs, gezanten, burgemeesters een stoet van voornamen. Flauw gejuich om mij heen verloor zich in de ruimte. Het was voor de muziekkorpsen der garde-regimenten, die aangemar- cheerd kwamen. Voorafgegaan door hun tamboer-majoors, in kleurige jassen, stijf van het verguldsel, stapten zij over het groen, blijkbaar trotsch op hun houding en verschijning en veel hoovaardiger dan alle koninklijke menschen tezaarn. Zij marcheerden op en neer en bliezen de melodieuze lucht uit hun koper, de tam boer-majoors zwiepend hun staven met het decorum van priesters in een my steriespel. Andere militaire en maritieme afdeelingen volgden; marozen en zeesol daten ,hun bajonetten mat in den grau wen dag; een compagnie onberispelijke en stemmig gekleede luchtsoldaten en het prachtigst van allen een lange colonne grenadiers, marcheerend ach- „luidspreker" toen duizend kelen van het koor dat indrukwekkende rijkslied deden hooren Land of Hope and Glory Mother of the Free. Er was een treffend intermezzo. En toen was de populaire held van dit doorwrochte ceremonieel niet de Koning ter 's Konings vaandel. Wij zagen hoe!noch zijn lachende zoon. deze afdeelingen strijders zich opstelden kleine telegrambesteller. Aangestaard in rijen en carré's ,de garde als een goed door honderdduizend paar oogen liep hij gesnoeide heg tegenover den troon, on-met vastberaden passen over do arena, bewegelijk, star en hooghartig in haar een bericht in zijn hand, zoo groot als Blanke, de wonderbaarlijke machines korpstrots. Plotseling zag men uit de luchtgelcderen een man pardoes neerval len; en het scheen wel als een betooging bedoeld voor de toeschouwers, die moei te hadden in deze automatische bewegin gen en starre krijgcrsformalies vleesch- en-bloed te zien. Ziekendragers snelden nader ;dc man werd weggedragen. Zijn nevenmannen in de rij keken voor zich uit, onbewegelijk als beelden. En de korpsen van de garde marcheerden maar en neer, de stadion-pan vullend met muziek. Op die lelcpatische wijze, welke wij allen kennen ,werd de massa opeens ge waar ,dat de Prins van Wales naderde. Hij voegde zich in zijn marine-uniform bij de andere koninklijke personages, die reeds in het paviljoen waren gekomen. Hij zou als president van deze tentoon stelling zijn koninklijke ouders ontvan gen. En toen snelden zes bereden trom petters van den Koning aan en blieven 'n lange fanfare. „The King is comming", gonsde het langs de rijen toeschouwers. De optocht kwam te voorschijn uit de duistere gang, welke toegang geeft tot het inwendige van de arena, voorafge gaan door de „Household"-cavalerie, een en al schittering, met dansende paarden en schuddende pluimen. Zoo ging de op tocht langzaam door het ovaal, ver ver wijderd van ons lioogc toeschouwers op een afstand. Maar de afstand verleen de zeker extra bekoring aan het schouw spel verzachtte de schittering en deed de processie fijntjes en keurig verschij nen. Het gewapper van duizenden witte 'zakdoeken sprong uit de grijsheid der massa naar het licht. En gejuich uit dui zenden monden loeide als de wind langs de rijen. Nu zou de Koning gauw gaan spreken. Ik richtte mijn kijker op het paviljoen. Daar was het koninklijk echtpaar, om geven door de gouden hovelingen en de grooten des lands, zwarte mannen ook, in exotische uniformen; en de Indiërs prachtig als pauwen in deze selecte ver tegenwoordiging van alle rassen van „The Empire". De Prins stond voor den Koning en s prak. En wij konden vier honderd of meer meter van hem ver wijderd zijn stem hooren; daarvoor zorgden de „amplifiers", de vreemdsoor tige donkere ramen, waarvan ik reeds een dagblad. Het was een telegram, ge- teekend door den Koning J have this moment opened the British Empire Ex hibition Dit eerste nieuws van de plech tigheid had toen reeds per draad en kabel een reis gemaakt rond de wereld en was binnen tachtig seconden aan zijn punt van uitgang teruggekeerd De jon gen overhandigde den Koning zijn eigen telegram op dezelfde zakelijke en rustige wijze, waarop hij het aan een huisdeur in een Londensche voorstad zou doen. Wilde kreten van geestdrift golfden hem tegemoet. Dan bereidden de koninklijke perso nages hun vertrek voor; en het gansche ingewikkelde ceremonieel verliet hel tooneel met diezelfde ordelijke gemak kelijkheid, welke kenmerk is van punctueele organisatie. De schitterende processie verliet het stadion met opwek» ":ende snelheid en spoedig was het breed paviljoen ledig onder de opkleurende vlaggen van de Dominiums, opgesteld rond de kroon en den koninklijken standaard. „Het Britsche rijk", zeide de Prins, „de machtigste steunpilaar der bescha ving, heeft zijn hart gezet op vreedizamen en zegenrijken arbeid voor het mensch- dom", En ook elk woord van den .Koning was hoorbaar, met slechts een greintje mechanischen bijklank er in. En ook de Koning legde den nadruk op de edel moedige zijde van het nieuwe idealisme van zijn rijk. „Het vertegenwoordigt," zeide hij, „voor de wereld een kenschet send voorbeeld van den geest van vrije en verdraagzame samenwerking, welke volken van verschillend ras, verschilen- de godsdiensten, instellingen, gewoonten en gedachten heeft bezield zich te ver eenigen in een enkel gemeenebest en dé verscheidenheid van hun nationale gaven samen te voegen voor één machtig doel". En wat later „Ik verklaar de Britsche Rijkstentoonstelling voor geopend en ik smeek dat ze door den zegen van God raag leiden tot de eenheid en den voor spoed van al mijn volken en den vrede en het welzijn van de wereld." Toen de stem van den Koning zweeg daverde het gejuich van de vergaderde massa door de lucht, vermengd met het doffe geblaf der kanonnen, welke het koninklijk saluut afschoten. Het gebrom van een vliegtuig bracht nieuwen klank in desymphonie. En wij behoefden geen Desmond klaar gelegd te hebben, naar huis. Zou hij schreeuwen? Zou hij probeeren het raam stuk te gooien? Desmond ver wierp beide gedachten. Terwijl het twij felachtig was of Barling het lawaai zou hooren en als hij het hoorde, het met Desmond in verband zou brengen, was het zeker dat Strangwise en Bellward zoowel het een als het ander zouden doen en onmiddellijk op hem af zouden komen. Toen viel Desmond's oog op de elec- trische kaars, die op de tafel afgegleden was. Hij hoorde vast te zitten op zwaren koperen kandelaar en het elec- trische knopje zat zóó dat hij het over den rand van de tafel heen zien kon, de kaars weerkaatste in den spiegel en tusschen spiegel en raam stond niets Met één blik had Desmond dit alles in zich opgenomen en verwerkt. De Voor zienigheid was hem gunstig. Een paar rukken met den stoel brach ten hem op zij van de tafel. De rand van de tafel was ongeveer op één hoogte met de armleuningen van den stoel, zoo dat hij; wanneer hij er eenmaal goed voorzat, het knopje met zijn vinger kon bereiken. Hij was den hemel en het le gerbestuur dankbaar voor den seincur- sus, dien hij onlangs had moeten bijwo nen, want als hij nu het licht met be paalde t usscbenpoozen kon aan- en uit draaien, kon hij bij wijze van telegrafie korte en lange strepen seinen in de mor se code. „Barling", spelde hij, weliswaar lang zaam en met moeite, want hij was er (hiet in geoefend. Terwijl hij het knopje bewerkte, keek hij naar den overkant naar het ver lichte raam waarvoor Barling ijverig over zijn poetserij stond gebogen. „Barling - BarlingI" Het licht flikkerde aan en uit in lange i korte tusschenpoozen. Nog steeds bleef „Buzzer" Barling zijn reveille flui ten en hield hij geen oog van zijn werk af. Desmond varieerde den roep „Okewood aan Barling" seinde hij. Hij herhaalde dien roep tweemaal en was voor den derden keer bezig, toen hij Buzzer Barling zag opkijken. Het gefluit hield onmiddellijk op. „Okewood aan Barling", flikkerde het licht. Het volgende oogenblik was de slaap kamer aan den overkant in duister. On middellijk daarna begon het licht met angstwekkende snelheid te flikkeren Maar Desmond kon het volgen. Het beteekende „Ik ben klaar uw boodschap te ontvangen." „Strangwise heeft mij gevangen" seinde Desmond t erug, „haal dadelijk hulp antwoord niet sein een punt En nu is de tentoonstelling te Wem bley met zijn millioen vierkante meters aan paleizen paviljoens en andere ge bouwen, van 25 K.M. aan wegen, lanen en avenues, zijn twaalf millioen pond aan belegd kapitaal dan aan den gang. De redevoeringen bij de opening werden ook draadloos verspreid; en men schat dat vijf millioen menschen ze hebben opgevangen. Dit is wel in overeenstem ming met den grooten opzet van deze on derneming. In haar afmetingen en in het terrein van geest en productie, dat ze be strijkt, is deze tentoonstelling zonder Het stadion is twee maal zoo groot als het Romeinsche colosseum en iet is het grootste sportterrein van de wereld. Het Paleis van Techniek is ver reweg het grootste gebouw van gewa pend beton, dat ooit is opgericht. Maar belangrijker dan de uitgestrektheid van alles zijn de smaak en de schoonheid; waarmede het geheel is uitgevoerd. In architectuur decoratie en uitleg is de tentoonstelling waardig; en in haar aan blik weerspiegelt ze het groote doel. Het beste ,dat het gemeentebest van na tiën, het Britsche Rijk, aan kunst en handwerkschap heeft aan te bieden is in dienst gesteld van deze stichting. De tentoonstelling ontbeert nog de „fi nishing touch". Vele inzendingen zijn nog niet volledig sommige wegen nog een modderpoel. Maar een bezoek loont reeds. Want gij kunt altijd den regen en de modder van een Engelsch klimaat ontvluchten door een van de reusach tige gebouwen van Australië, Canada of Zuid Afrika binnen te gaan ,waar de be langwekkendheid van het interieur en de kolossale afmetingen u wat overmannen. Gij krijgt er een indruk van vrijheid en grootheid van licht en kleur en ge wordt er zelfs zonder de verbeelding ver plaatst naar de wijdheid der ongerepte gebieden welke deze gebouwen vertegen woordigen. Maar nu is reeds waai- te nemen, dat de gracieuse schoonheid van het mystieke Oosten een magnetischen in vloed uitoefent op het publiek, dat deze eerste dagen reeds in grooten getale de tentoonstelling overstroomt. De afdeeling van de Goudkunst, waar men inboorlin gen aan het werk kan zien, blijkt reeds groote aantrekkingskracht uit te oefenen. Er zijn merkwaardige contrasten waar te nemen op een eersten wilden tocht langs de verschillende buurten. Gij zult een oogenblik vertoeven in het Paleis van Techniek en er de laatste wonderen aanschouwen van de magie van den voor productie en verwoesting. En wat later, overgestoken naar de buurten van primitieve inboorlingen, aanschouwt ge de trommen en herrie-dingen van wilden, hun hyper-eenvoudige werktuigen en wa pens, welke u herinneren aan de verha- maar een len van avontuur in de Afrikaansche wil dernissen. Gij zult in het Paleis van Nij verheid de producten van de Britsche textielnijverheid bewonderen, fijn gewe ven goederen, fabrieksmatig maar vaak schoon versierd. En daarna plonst ge opeens in de warreling van Oostersche pracht in handwerkschap, staart uw oog in bewondering op de exotische, warme heerlijkheid van matten en kleeden uit Mirzapur of de uitdagende kleuren van Ohineesche en Indische zijden stoffen. Zoo komen voor het oog van den be schouwer Oostersche schoonheid en Wes ter sche utiliteit roezemoezig door elkaar aan en de ervaring is wonderlijk. Gij begeeft u naar Hongkong alles is hier maar een stap, of een ritje in de clectrische wagentjes, of een tochtje in de boot. De wereld zal voor u liggen in een dag. Daar is Hongkong, met zijn Ohineesche straat. De straal is nog een beetje in staat van wording. Maar de negotie is overal waar Ohineezen zijn. En zij verkoopen reeds hun manden en snuisterijen te midden van stellages en verwoeden arbeid met hamers en verf kwasten. Dit is mijn eerste oogst van een vluch tig eerste bezoek. Het Park der Verma kelijkheden, waar het Britsche phlegma in lol zal moeten verdrinken, is nog niet gereed. Men hoopt over een week zoo ver te zijn. Inmiddels zal ik een selectie maken van bijzonderheden, die schiften en u geleidelijk versl&g doen van wat de tentoonstelling biedten er de opmerkingen bijvoegen, waartoe ze aanleiding geeft. INGEZONDEN STUKKEN. BESTRATING. Mijnheer de Redacteur. Met waardeering van al hetgeen door het tegenwoordige bestuur der gemeen te in het belang van een behoorlijke be strating wordt verricht, zij het mij ver gund, even de aandacht der autoriteiten te vestigen op de verzakking, over de ge- heele breedte van den weg, op een punt der Rotterdamsche Kade. Motorwagens kan men daar bedenkelijke sprongen en zijwaartsche excursies zien maken, van welke vooral de laatste tot ernstige bot singen kunnen leiden wanneer twee wa gens elkaar daar hebben te passeeren. Zeer waarschijnlijk zal die verzakking wel in verband staan met werkzaamhe den onder den grond, op genoemde plaats niet lang geleden verricht en is het niet mogelijk nu reeds voor afdoend herstel van den weg te zorgen. Doch allicht zou een voorloopige verbetering zijn aan te brengen. Ook enkele andere straatgedeelten vra gen noodig om voorziening. Met geringe middelen en kosten b.v. zou de Schoor- steenvegerssingel van hinderlijke putten bevrijd kunnen worden. Met dank voor de plaatsing. Uw. Dw. G. Middelburg, 30-4-'24. Middelburg. Van 2628 April. Bevallen: A. Bou» tens ,geb. Rouffaer, d., M. van Dijke, geb. Remijn, d., S. J. Leijnse, geb. De Klerk, d.,i F. M. de Bont, geb. Pison, d. Overleden: H. H. J. van der Harst, on- geh. 74 j. Goes. Van 26—9 April. Bevallen: J. den Bakj geb. de Geus, z. Overleden: M. Goedhart, wed. van M. Goedhart, 62 j.; S. Dane, vrouw van P. Joosse, 64 j,; S. M. P. Isebree Moens, wed. van J. L. Goemans, 79 j. een streep dat je begrijpt "Want hij was bang dat het geflikker van het licht uit het huis aan den over kant de aandacht van de mannen be- nedeü kon trekken. Hij seinde langzaam en maakte telkens fouten en met kloppend hart wachtte hij dan ook het antwoord van de overzij de af. Het kwam dadelijk. Een korte flik kering on een lange volgden elkaar op. Daarna bleef het donker. Met een zucht van verlichting scharrelde Desmond zoo lang totdat hij de toilettafel weer op zijn plaats had en krabbelde toen met zijn stoel over het karpet naar de plek waar Strangwise en Bellward hem midden in de kamer hadden neergezet. Hier vonden de beide mannen hem, schijnbaar in slaap, toen zij een half uur later boven kwamen. Ze droegen hem weer naar beneden naar de roode ka mer. „Wel Desmond I" zei Strangwise, „toen ze hun last op den vloer neergezet had onder de roode lamp. „Wel, Maurice?" antwoordde de an der. Strangwise merkte op, dat Desmond hem bij zijn voornaam noemde voor het eerst sinds hij in huis was geweest en zijn s tem was vriendelijker toen hij weer sprak. „Ik zie, dat je verstandig gaat worden BURGERLIJKEN STAND. ouwe jongen", zei hij, „Geloof mij, dat is het eenige, wat je doen kunt. Je zult afstand doen van de Ster van Polen, is het niet?" „O neen, Maurice, dat zal ik niet", antwoordde Desmond openhartig en doodkalm, „ik heb je gezegd, wat ik van plan ben te doen. Ik zal j/e aan de luidjes van Pentonville overleveren om je als moordenaar te laten ophangen. En het zou me niet verwonderen, als ze je vriend Bellward daar naast je ophingen". Strangwise schudde het hoofd tegen hem. „Je doet heel onverstandig met mijn aanbod te verwerpen, Desmond", zei hij, want dat beteekent zooveel als dat ik niets meer voor je kan doen. Onze vriend Bellward neemt nu de leiding van de zaken op zich. Ik geloof niet, dat je je goed kunt voostellen, waarin je je zelf begeeft. Je schijnt wat geprutst te hebben in spionnagedienst. Misschien zal het je interesseeren iels te hooren van onze laatste Duitsche methode om juiste inlichtingen van onbetrouwbare getuigen te krijgen. Bellward, misschien wil jij het hem wel eens vertellen". (Wordt vervolgd.) Blectr. Drukkerij G. W. den Boer, Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 6