plicht is. De overtreders zijn vreemde
lingen, die op bezoek gingen naar ver
schillende plaatsen in Brabant en niet
wisten, dat voor enkele ritten in alle
gemeenten vrijkaarten te krijgen zijn
<N. R. Crt.)
De overwegen der spoorwegen.
Door de Nederlaudsche Spoorwegen
zullen naar men aan de „Maasb." meldt,
op alle overwegboomen twee roodge
kleurde glazenreflectoren worden aange
bracht en wel op een onderlingen af
stand van 1 meter in het midden van
den boom, zulks tot veiligheid van het
verkeer.
Indische Stoom v aartl ij nen.
Samariuda, p. 27 April Sagres, Bata
via n. Rotterdam
Nias, p. 28 April Duugeness,, Amster
dam, n. Batavia.
Rondo, 29 April v. Port Said, Bata
via n Amsterdam.
Rembrandt, 28 April v. Suez., Amster
dam, n. Batavia."
Vondel, 28 April v Sabang, Batavia
n. Amsterdam.
Johan de Witt, 29 April v. Southamp
ton, Amsterdam, n. Batavia.
Jan Pieterszoen Coen, 28 April v. Port
Said, Batavia n. Amsterdam.
Ivedoe, m.b. p. 29 April Gibraltar,
Batavia n. Rotterdam.
Tjerimai28 April n m. 5 u. v. Mar
seille, Batavia n. Rotterdam.
Modjokerto ,p. 30 April Point de Galle,
Batavia naar Rotterdam.
Prinses Juliana 29 April te SabangJ
Amsterdamn aar Batavia.
Soerakarta p. 29 April n.m. 7 u. 50 m.
Ouessant, Batavia naar Rotterdam.
Slamat, 29 April n.m. 4 u. van Mar
seille, Rotterdam naar Batavia.
Salawati 29 April van Genua, Amster
dam naar Java.
Jacatra, 29 April v. Port Said, Batavia
naar Rotterdam.
Bandoeng, 30 April n.m. van Rotter
dam naar Java ,via Antwerpen.
Venezuela 30 April te Havre ,W.-Indië
naar Amsterdam.
Poseidon, 30 April van Havre, West-
Indiê naar Amsterdam.
Calcutta ,29 April te Sabang van Am
sterdam.
Batoe 29 April v. Djeddah, Java naar
Amsterdam.
Riouw p. 28 April Sagres, Batavia n.
tavia naar Amsterdam.
Saleier, 29 April van Singapore, Ba-
Amsterdam.
Stoomvaartlijnen op Noord-
Am e r i k a.
Nieuw Amsterdam, 29 April v.m. te
Rotterdam v. New York.
Volendam, 28 April v New Orleans n.
Rotterdam.
Spaarndam, 29 April v.m. 8 u. 35 m.
49 mijl West van Boulogne, New Orleans
n. Rotterdam
Maasdam, 28 April te Havana, New
Orleans n. Rotterdam.
Edam, 26 April te Havana. Rotterdam
n. New Orleans.
Drechtdijk 29 Apri Ite Londen, Pacific-
kust n. Rotterdam.
Veendam 29 April n.m. 11 u. 45 m. v,
Rotterdam naar New-York.
Bilderdijk 29 April v.m. 8 u. 41 m.,
180 mijl Zuid v. Valentie, Rotterdam n.
Boston.
Blommersdijk, p. 29 April n.m Sable
Island -Rotterdam naar New-York.
BUITENLAND
LONDENSCHE BRIEVEN.
Van onzen Londendschen Correspondent.
De Britsche Rijkstentoonstelling.
Londen, 25 April 1924.
Indien ik mijn lezers in een serie
brieven een indruk wil geven van de be-
teekenis van de Britsche Rijkstentoonstel
ling te Wembley, bij Londen, en een
overzicht van wat ze te zien geeft, dan
Het moest wel zoowat het uur zijn waar
op in oorlogstijd de blinden gesloten
moesten worden, dacht hij, want in de
meeste huizen was alles al dicht. Hier en
daar vertoonde zich echter nog een lang
werpig vierkante plek geelachtig licht,
scherp afstekend tegen de zwarte mas
sa van de huizen bovenop den heuvel.
De gordijnen van zijn slaapkamer in 't
huis van mevr. Viljohn-Smythe waren
nog niet dicht en het licht boven het bed
brandde nog helder.
Het fluiten bleef doorgaan met nu en
dan een pauze, alsof de persoon die het
deed aan het werk was. En toen zag hij
(plotseling, dat kanonnier Barling, die
iets in zijn eene hand hield en met de
andere heftig aan 't wijven was, in de
verlichte strook tusschen het raam en
het bed liep.
Desmond hart sprong op van vreugde.
Nu was hulp dicht bij. Machinaal pro
beerde hij zijn hand op te heffen om het
raam te openen, maar een afschuwelijke
stekende pijn herinnerde hem aan de
touwen om zijn arm. Snel overlegde hij,
wat hij kon doen om de aandacht van
den soldaat aan den overkant te trek
ken. Wat hij ook deed, hij moest het
gauw doen; want het feit, dat de men-
schen hun ramen begonnen te sluiten,
bewees hem, dat het bij half zeven
moest zijn, en ongeveer om zeven uur
ging Barling gewoonlijk, na alles voor
kan ik dunkt mij niet beter begin
nen dan met een beschrijving van de
openingsplechtigheid, welke nu twee
dagen geleden heeft plaats gehad. Want
die plechtigheid welke het goede be
gin was, dat het halve werk heet
stelde in haar opzet en haar verloop
met treffende en waardige kracht het
doel van deze tentoonstelling voor oogen.
Vreemd genoeg was de eerste indruk;
welke men van deze openingsscène kreeg
zooals ze werd opgevoerd in dat reusach
tige s tadion (dat een van de blijvende
monumenten van deze tentoonstelling is)
er een van afzondering; vreemd, wijl
een honderdduizendtal menschen, saam-
gepakt op de hellingen van zitplaatsen
van hel amphitheater, op de plechtigheid
neerzagen. Toch verkeerde deze massa
in een staat van afzondering; er was
niets dat de aandacht kou afleiden van
de gereglementeerde schittering van dit
looneel ,dat op het rijke gras van het
sportpark in scène was gezet met die
wonderlijke kunstvaardigheid, waarvan
de Britten, die koninklijke functies or-
ganiseeren, het geheim bezitten.
Binnen de poorten van het stadion
vindt men op Wembley de eenige plek,
aar niets van de tentoonstelling is te
zien, geen topje van de hoogste minaret
geen glimp van den meest verheven
koepel. Oog en geest volgden het cere
monieel met dezelfde gespannen aan
dacht als waarmede men de stooten zou
volgen van een biljartwedstrijd, gespeeld
op het groene laken onder den beneden-
waartschen glans der lampen. En als in
zulk een biljartwedstrijd volgden de ver
richtingen van den meesterspeler (een of
anderen genialen ceremoniemeester van
het Koninklijk Huis) elkaar op in de pre-
ciese volgorde van den schoonen opzet.
De ochtend was grijs en kil en ongunstig
voor verblindende kleureffecten. Buiten
stonden de sneeuwwitte paviljoens, de
Oostersche droomsteden in nevel. Bin
nen volgden wij met zijn honderdduizen
den dit ceremonieel ,dit tooneel van
sobere groolschheid. Links van ons, aan
het eene einde van de arena, rees op
zichtig, scharlaken en verguld, het ko
ninklijke paviljoen op; een omvangrijk
stuk met twee lange vleugels aan iederen
kant van de twee hooge tronen van ver
guldsel en purper. De twee tronen wer
den bekroond door wel ge verwacht
niet anders.... door een groote kroon.
Onder die kroon ontwaarde ik iets, dat
dat ik aanvankelijk niet thuis kon bren
gen, iets dat geleek op twee donkere
open ramen. Later begreep ik, dat het de
uitmondingen waren van de „luidspre
kers", welke straks 's Konings stem
verstaanbaar zouden maken voor allen,
die in het stadion aanwezig waren.
Aan het andere einde van de arena
stond een groot koor opgesteld, honder
den zangers in witte gewaden, van de
koninklijke kapellen en de groote ker
ken van Londen. Tusschen de witte zan
gers in een helle spat kleur, van de mili
taire muzikanten in hun prachtige uni
formen. De rest van het beeld was grijs
en groen, grijs van de hellingen men
sehen op de tribunes groen van het
stadiongras op het ovale veld. En onder
de koninklijke loge was een bed van
bloemen purperen asters en witte bloe
men. welke ik ook met een kijker gewa
pend niet kon thuisbrengen.
Het groote uur naderde. Het ruime
paviljoen liep vol van waardigheidsbe
kleders in groote verscheidenheid, aan
gekondigd door gepluimde heeren met
statie-zwaarden. Daar kwamen zij am
bassadeurs, gezanten, burgemeesters
een stoet van voornamen. Flauw gejuich
om mij heen verloor zich in de
ruimte. Het was voor de muziekkorpsen
der garde-regimenten, die aangemar-
cheerd kwamen. Voorafgegaan door hun
tamboer-majoors, in kleurige jassen, stijf
van het verguldsel, stapten zij over het
groen, blijkbaar trotsch op hun houding
en verschijning en veel hoovaardiger dan
alle koninklijke menschen tezaarn. Zij
marcheerden op en neer en bliezen de
melodieuze lucht uit hun koper, de tam
boer-majoors zwiepend hun staven met
het decorum van priesters in een my
steriespel. Andere militaire en maritieme
afdeelingen volgden; marozen en zeesol
daten ,hun bajonetten mat in den grau
wen dag; een compagnie onberispelijke
en stemmig gekleede luchtsoldaten en
het prachtigst van allen een lange
colonne grenadiers, marcheerend ach-
„luidspreker" toen duizend kelen van
het koor dat indrukwekkende rijkslied
deden hooren Land of Hope and Glory
Mother of the Free.
Er was een treffend intermezzo. En
toen was de populaire held van dit
doorwrochte ceremonieel niet de Koning
ter 's Konings vaandel. Wij zagen hoe!noch zijn lachende zoon.
deze afdeelingen strijders zich opstelden kleine telegrambesteller. Aangestaard
in rijen en carré's ,de garde als een goed door honderdduizend paar oogen liep hij
gesnoeide heg tegenover den troon, on-met vastberaden passen over do arena,
bewegelijk, star en hooghartig in haar een bericht in zijn hand, zoo groot als
Blanke, de wonderbaarlijke machines
korpstrots. Plotseling zag men uit de
luchtgelcderen een man pardoes neerval
len; en het scheen wel als een betooging
bedoeld voor de toeschouwers, die moei
te hadden in deze automatische bewegin
gen en starre krijgcrsformalies vleesch-
en-bloed te zien. Ziekendragers snelden
nader ;dc man werd weggedragen. Zijn
nevenmannen in de rij keken voor zich
uit, onbewegelijk als beelden. En de
korpsen van de garde marcheerden maar
en neer, de stadion-pan vullend met
muziek.
Op die lelcpatische wijze, welke wij
allen kennen ,werd de massa opeens ge
waar ,dat de Prins van Wales naderde.
Hij voegde zich in zijn marine-uniform
bij de andere koninklijke personages, die
reeds in het paviljoen waren gekomen.
Hij zou als president van deze tentoon
stelling zijn koninklijke ouders ontvan
gen. En toen snelden zes bereden trom
petters van den Koning aan en blieven
'n lange fanfare. „The King is comming",
gonsde het langs de rijen toeschouwers.
De optocht kwam te voorschijn uit de
duistere gang, welke toegang geeft tot
het inwendige van de arena, voorafge
gaan door de „Household"-cavalerie, een
en al schittering, met dansende paarden
en schuddende pluimen. Zoo ging de op
tocht langzaam door het ovaal, ver ver
wijderd van ons lioogc toeschouwers op
een afstand. Maar de afstand verleen
de zeker extra bekoring aan het schouw
spel verzachtte de schittering en deed
de processie fijntjes en keurig verschij
nen. Het gewapper van duizenden witte
'zakdoeken sprong uit de grijsheid der
massa naar het licht. En gejuich uit dui
zenden monden loeide als de wind langs
de rijen.
Nu zou de Koning gauw gaan spreken.
Ik richtte mijn kijker op het paviljoen.
Daar was het koninklijk echtpaar, om
geven door de gouden hovelingen en de
grooten des lands, zwarte mannen ook,
in exotische uniformen; en de Indiërs
prachtig als pauwen in deze selecte ver
tegenwoordiging van alle rassen van
„The Empire". De Prins stond voor den
Koning en s prak. En wij konden vier
honderd of meer meter van hem ver
wijderd zijn stem hooren; daarvoor
zorgden de „amplifiers", de vreemdsoor
tige donkere ramen, waarvan ik reeds
een dagblad. Het was een telegram, ge-
teekend door den Koning J have this
moment opened the British Empire Ex
hibition Dit eerste nieuws van de plech
tigheid had toen reeds per draad en
kabel een reis gemaakt rond de wereld
en was binnen tachtig seconden aan zijn
punt van uitgang teruggekeerd De jon
gen overhandigde den Koning zijn eigen
telegram op dezelfde zakelijke en rustige
wijze, waarop hij het aan een huisdeur
in een Londensche voorstad zou doen.
Wilde kreten van geestdrift golfden hem
tegemoet.
Dan bereidden de koninklijke perso
nages hun vertrek voor; en het gansche
ingewikkelde ceremonieel verliet hel
tooneel met diezelfde ordelijke gemak
kelijkheid, welke kenmerk is van
punctueele organisatie. De schitterende
processie verliet het stadion met opwek»
":ende snelheid en spoedig was het breed
paviljoen ledig onder de opkleurende
vlaggen van de Dominiums, opgesteld
rond de kroon en den koninklijken
standaard.
„Het Britsche rijk", zeide de Prins,
„de machtigste steunpilaar der bescha
ving, heeft zijn hart gezet op vreedizamen
en zegenrijken arbeid voor het mensch-
dom", En ook elk woord van den .Koning
was hoorbaar, met slechts een greintje
mechanischen bijklank er in. En ook
de Koning legde den nadruk op de edel
moedige zijde van het nieuwe idealisme
van zijn rijk. „Het vertegenwoordigt,"
zeide hij, „voor de wereld een kenschet
send voorbeeld van den geest van vrije
en verdraagzame samenwerking, welke
volken van verschillend ras, verschilen-
de godsdiensten, instellingen, gewoonten
en gedachten heeft bezield zich te ver
eenigen in een enkel gemeenebest en dé
verscheidenheid van hun nationale gaven
samen te voegen voor één machtig doel".
En wat later „Ik verklaar de Britsche
Rijkstentoonstelling voor geopend en ik
smeek dat ze door den zegen van God
raag leiden tot de eenheid en den voor
spoed van al mijn volken en den vrede
en het welzijn van de wereld."
Toen de stem van den Koning zweeg
daverde het gejuich van de vergaderde
massa door de lucht, vermengd met het
doffe geblaf der kanonnen, welke het
koninklijk saluut afschoten. Het gebrom
van een vliegtuig bracht nieuwen klank
in desymphonie. En wij behoefden geen
Desmond klaar gelegd te hebben, naar
huis.
Zou hij schreeuwen? Zou hij probeeren
het raam stuk te gooien? Desmond ver
wierp beide gedachten. Terwijl het twij
felachtig was of Barling het lawaai zou
hooren en als hij het hoorde, het met
Desmond in verband zou brengen, was
het zeker dat Strangwise en Bellward
zoowel het een als het ander zouden
doen en onmiddellijk op hem af zouden
komen.
Toen viel Desmond's oog op de elec-
trische kaars, die op de tafel afgegleden
was. Hij hoorde vast te zitten op
zwaren koperen kandelaar en het elec-
trische knopje zat zóó dat hij het over
den rand van de tafel heen zien kon,
de kaars weerkaatste in den spiegel en
tusschen spiegel en raam stond niets
Met één blik had Desmond dit alles in
zich opgenomen en verwerkt. De Voor
zienigheid was hem gunstig.
Een paar rukken met den stoel brach
ten hem op zij van de tafel. De rand van
de tafel was ongeveer op één hoogte
met de armleuningen van den stoel, zoo
dat hij; wanneer hij er eenmaal goed
voorzat, het knopje met zijn vinger kon
bereiken. Hij was den hemel en het le
gerbestuur dankbaar voor den seincur-
sus, dien hij onlangs had moeten bijwo
nen, want als hij nu het licht met be
paalde t usscbenpoozen kon aan- en uit
draaien, kon hij bij wijze van telegrafie
korte en lange strepen seinen in de mor
se code.
„Barling", spelde hij, weliswaar lang
zaam en met moeite, want hij was er
(hiet in geoefend.
Terwijl hij het knopje bewerkte, keek
hij naar den overkant naar het ver
lichte raam waarvoor Barling ijverig
over zijn poetserij stond gebogen.
„Barling - BarlingI"
Het licht flikkerde aan en uit in lange
i korte tusschenpoozen. Nog steeds
bleef „Buzzer" Barling zijn reveille flui
ten en hield hij geen oog van zijn werk
af.
Desmond varieerde den roep
„Okewood aan Barling" seinde hij.
Hij herhaalde dien roep tweemaal en
was voor den derden keer bezig, toen hij
Buzzer Barling zag opkijken.
Het gefluit hield onmiddellijk op.
„Okewood aan Barling", flikkerde het
licht.
Het volgende oogenblik was de slaap
kamer aan den overkant in duister. On
middellijk daarna begon het licht met
angstwekkende snelheid te flikkeren
Maar Desmond kon het volgen.
Het beteekende „Ik ben klaar uw
boodschap te ontvangen."
„Strangwise heeft mij gevangen"
seinde Desmond t erug, „haal dadelijk
hulp antwoord niet sein een punt
En nu is de tentoonstelling te Wem
bley met zijn millioen vierkante meters
aan paleizen paviljoens en andere ge
bouwen, van 25 K.M. aan wegen, lanen
en avenues, zijn twaalf millioen pond
aan belegd kapitaal dan aan den gang.
De redevoeringen bij de opening werden
ook draadloos verspreid; en men schat
dat vijf millioen menschen ze hebben
opgevangen. Dit is wel in overeenstem
ming met den grooten opzet van deze on
derneming. In haar afmetingen en in het
terrein van geest en productie, dat ze be
strijkt, is deze tentoonstelling zonder
Het stadion is twee maal zoo
groot als het Romeinsche colosseum en
iet is het grootste sportterrein van de
wereld. Het Paleis van Techniek is ver
reweg het grootste gebouw van gewa
pend beton, dat ooit is opgericht. Maar
belangrijker dan de uitgestrektheid van
alles zijn de smaak en de schoonheid;
waarmede het geheel is uitgevoerd. In
architectuur decoratie en uitleg is de
tentoonstelling waardig; en in haar aan
blik weerspiegelt ze het groote doel.
Het beste ,dat het gemeentebest van na
tiën, het Britsche Rijk, aan kunst en
handwerkschap heeft aan te bieden is
in dienst gesteld van deze stichting.
De tentoonstelling ontbeert nog de „fi
nishing touch". Vele inzendingen zijn nog
niet volledig sommige wegen nog een
modderpoel. Maar een bezoek loont
reeds. Want gij kunt altijd den regen en
de modder van een Engelsch klimaat
ontvluchten door een van de reusach
tige gebouwen van Australië, Canada of
Zuid Afrika binnen te gaan ,waar de be
langwekkendheid van het interieur en de
kolossale afmetingen u wat overmannen.
Gij krijgt er een indruk van vrijheid en
grootheid van licht en kleur en ge wordt
er zelfs zonder de verbeelding ver
plaatst naar de wijdheid der ongerepte
gebieden welke deze gebouwen vertegen
woordigen.
Maar nu is reeds waai- te nemen,
dat de gracieuse schoonheid van het
mystieke Oosten een magnetischen in
vloed uitoefent op het publiek, dat deze
eerste dagen reeds in grooten getale de
tentoonstelling overstroomt. De afdeeling
van de Goudkunst, waar men inboorlin
gen aan het werk kan zien, blijkt reeds
groote aantrekkingskracht uit te oefenen.
Er zijn merkwaardige contrasten waar
te nemen op een eersten wilden tocht
langs de verschillende buurten. Gij zult
een oogenblik vertoeven in het Paleis
van Techniek en er de laatste wonderen
aanschouwen van de magie van den
voor productie en verwoesting. En wat
later, overgestoken naar de buurten van
primitieve inboorlingen, aanschouwt ge
de trommen en herrie-dingen van wilden,
hun hyper-eenvoudige werktuigen en wa
pens, welke u herinneren aan de verha-
maar een len van avontuur in de Afrikaansche wil
dernissen. Gij zult in het Paleis van Nij
verheid de producten van de Britsche
textielnijverheid bewonderen, fijn gewe
ven goederen, fabrieksmatig maar vaak
schoon versierd. En daarna plonst ge
opeens in de warreling van Oostersche
pracht in handwerkschap, staart uw oog
in bewondering op de exotische, warme
heerlijkheid van matten en kleeden uit
Mirzapur of de uitdagende kleuren van
Ohineesche en Indische zijden stoffen.
Zoo komen voor het oog van den be
schouwer Oostersche schoonheid en Wes
ter sche utiliteit roezemoezig door elkaar
aan en de ervaring is wonderlijk.
Gij begeeft u naar Hongkong alles
is hier maar een stap, of een ritje in de
clectrische wagentjes, of een tochtje in
de boot. De wereld zal voor u liggen
in een dag. Daar is Hongkong, met zijn
Ohineesche straat. De straal is nog een
beetje in staat van wording. Maar de
negotie is overal waar Ohineezen zijn.
En zij verkoopen reeds hun manden en
snuisterijen te midden van stellages en
verwoeden arbeid met hamers en verf
kwasten.
Dit is mijn eerste oogst van een vluch
tig eerste bezoek. Het Park der Verma
kelijkheden, waar het Britsche phlegma
in lol zal moeten verdrinken, is nog
niet gereed. Men hoopt over een week
zoo ver te zijn. Inmiddels zal ik een
selectie maken van bijzonderheden, die
schiften en u geleidelijk versl&g doen van
wat de tentoonstelling biedten er
de opmerkingen bijvoegen, waartoe ze
aanleiding geeft.
INGEZONDEN STUKKEN.
BESTRATING.
Mijnheer de Redacteur.
Met waardeering van al hetgeen door
het tegenwoordige bestuur der gemeen
te in het belang van een behoorlijke be
strating wordt verricht, zij het mij ver
gund, even de aandacht der autoriteiten
te vestigen op de verzakking, over de ge-
heele breedte van den weg, op een punt
der Rotterdamsche Kade. Motorwagens
kan men daar bedenkelijke sprongen en
zijwaartsche excursies zien maken, van
welke vooral de laatste tot ernstige bot
singen kunnen leiden wanneer twee wa
gens elkaar daar hebben te passeeren.
Zeer waarschijnlijk zal die verzakking
wel in verband staan met werkzaamhe
den onder den grond, op genoemde plaats
niet lang geleden verricht en is het niet
mogelijk nu reeds voor afdoend herstel
van den weg te zorgen. Doch allicht
zou een voorloopige verbetering zijn aan
te brengen.
Ook enkele andere straatgedeelten vra
gen noodig om voorziening. Met geringe
middelen en kosten b.v. zou de Schoor-
steenvegerssingel van hinderlijke putten
bevrijd kunnen worden.
Met dank voor de plaatsing.
Uw. Dw. G.
Middelburg, 30-4-'24.
Middelburg.
Van 2628 April. Bevallen: A. Bou»
tens ,geb. Rouffaer, d., M. van Dijke, geb.
Remijn, d., S. J. Leijnse, geb. De Klerk,
d.,i F. M. de Bont, geb. Pison, d.
Overleden: H. H. J. van der Harst, on-
geh. 74 j.
Goes.
Van 26—9 April. Bevallen: J. den Bakj
geb. de Geus, z.
Overleden: M. Goedhart, wed. van M.
Goedhart, 62 j.; S. Dane, vrouw van P.
Joosse, 64 j,; S. M. P. Isebree Moens,
wed. van J. L. Goemans, 79 j.
een streep dat je begrijpt
"Want hij was bang dat het geflikker
van het licht uit het huis aan den over
kant de aandacht van de mannen be-
nedeü kon trekken.
Hij seinde langzaam en maakte telkens
fouten en met kloppend hart wachtte
hij dan ook het antwoord van de overzij
de af.
Het kwam dadelijk. Een korte flik
kering on een lange volgden elkaar op.
Daarna bleef het donker. Met een zucht
van verlichting scharrelde Desmond zoo
lang totdat hij de toilettafel weer op zijn
plaats had en krabbelde toen met zijn
stoel over het karpet naar de plek waar
Strangwise en Bellward hem midden in
de kamer hadden neergezet.
Hier vonden de beide mannen hem,
schijnbaar in slaap, toen zij een half uur
later boven kwamen. Ze droegen hem
weer naar beneden naar de roode ka
mer.
„Wel Desmond I" zei Strangwise, „toen
ze hun last op den vloer neergezet had
onder de roode lamp.
„Wel, Maurice?" antwoordde de an
der.
Strangwise merkte op, dat Desmond
hem bij zijn voornaam noemde voor het
eerst sinds hij in huis was geweest en
zijn s tem was vriendelijker toen hij weer
sprak.
„Ik zie, dat je verstandig gaat worden
BURGERLIJKEN STAND.
ouwe jongen", zei hij, „Geloof mij, dat
is het eenige, wat je doen kunt. Je zult
afstand doen van de Ster van Polen, is
het niet?"
„O neen, Maurice, dat zal ik niet",
antwoordde Desmond openhartig en
doodkalm, „ik heb je gezegd, wat ik van
plan ben te doen. Ik zal j/e aan de luidjes
van Pentonville overleveren om je als
moordenaar te laten ophangen. En het
zou me niet verwonderen, als ze je
vriend Bellward daar naast je ophingen".
Strangwise schudde het hoofd tegen
hem.
„Je doet heel onverstandig met mijn
aanbod te verwerpen, Desmond", zei hij,
want dat beteekent zooveel als dat ik
niets meer voor je kan doen. Onze
vriend Bellward neemt nu de leiding van
de zaken op zich. Ik geloof niet, dat je
je goed kunt voostellen, waarin je je
zelf begeeft. Je schijnt wat geprutst te
hebben in spionnagedienst. Misschien zal
het je interesseeren iels te hooren van
onze laatste Duitsche methode om juiste
inlichtingen van onbetrouwbare getuigen
te krijgen. Bellward, misschien wil jij
het hem wel eens vertellen".
(Wordt vervolgd.)
Blectr. Drukkerij G. W. den Boer,
Middelburg.